Kadet 4 - Kaap 1 - Werkboek

Page 1


TOEPASSINGEN

LES 1 Intro

DUIKLOGBOEK

naam van de duiker:

DATUM: diepte van de duik:

materialen:

duik es (inhoud): ______________________

duikgordel (gewicht/massa): ___________

duikbril (breedte): _____________________

zwemvliezen (lengte): _________________

dikte duikpak: _________________________

HANDTEKENING DUIKER:

observatie: Wat heb je gezien? vissen inktvissen zeepaardjes zeesterren

HANDTEKENING LESGEVER:

Naam: Klas: Nummer:

1 2

LES 2 Getalbegrip tot 1 000

Luister goed en noteer de getallen.

Welk getal wordt hier voorgesteld?

Noteer het in de positietabel.

Verbind de schelpen met de juiste plaats op de getallenas.

Tel met sprongen. + 100 250 – 10 555 – 2 708

Zoek de sprong en vul de getallenreeks aan.

sprong van 388 390 sprong van 405 705 805 sprong van 545

Vul de gekleurde vakjes van de honderdvelden aan.

Schrijf deze getallen op een van de voorgaande honderdvelden. - 4 T 6 E 2 H ➔ ______________________________________________________________________________________ - het getal net voor 278 ➔ ________________________________________________________________________ - het tiental net na 623 ➔ _______________________________________________________________________ - 8 E 6 H 3 T ➔ ______________________________________________________________________________________ Vul aan

Splits deze getallen juist.

Kan je kiezen? Gebruik dan zuivere honderdtallen/tientallen.

BEWERKINGEN - HOOFDREKENEN

1 2 3

LES 3 Optellen en aftrekken tot 1 000 zonder brug

Kijk goed en los op.

Zoek de som. Gebruik tussenstappen.

Zoek het verschil. Gebruik tussenstappen. 864 – 321

Bij welke duikclub zijn deze kinderen ingeschreven?

Reken uit met tussenstappen en verbind.

Vermeerder 635 met 263. duikclub Spetter

Neem 126 weg bij 948.

Tel 156 en 241 samen.

Onder de paarse ster zit twee keer hetzelfde getal verstopt. 4

getallen tussen

0 en 500

duikclub Bubbel

getallen tussen

500 en 1 000

Trek 352 af van 784.

Vermeerder 416 met 242.

Doe 367 bij 121.

Vul het rooster aan. Elke horizontale en verticale lijn is gelijk aan 1 000.

BEWERKINGEN - HOOFDREKENEN

LES 4 Optellen en aftrekken tot 1 000 met brug

Kijk goed en los op.

1 2 3 +

464 + 168 = 464 + + + = 432 – 256 = 432 – – – =

Zoek de som. Gebruik tussenstappen.

738 + 184 = ___________________________________________________________________________

367 + 286 = ___________________________________________________________________________ 144 + 578 = ___________________________________________________________________________ 257 + 388 = ___________________________________________________________________________

493 + 159 = ___________________________________________________________________________

Zoek het verschil. Gebruik tussenstappen.

543 – 265 = ___________________________________________________________________________

913 – 657 = ___________________________________________________________________________

654 – 185 = ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

4 5 6

Los op door te compenseren. Geef de bewerkingen de juiste kleur.

Maak van elke rekenzin een bewerking en los op.

Verminder 745 met 368. ___________________________________________________________

Zoek de som van 199 en 432. _______________________________________________________

Vul aan.

METEN EN METEND REKENEN

LES 5 Schatten en meten met km, m, dm en cm

Schat en meet na.

Ik schat: Ik meet: Mijn schatting was:

1. de lengte van mijn potlood goed minder goed

2. de lengte van de streep goed minder goed

3. de breedte van twee banken goed minder goed

4. mijn eigen lengte goed minder goed

5. de lengte van een klasgenoot goed minder goed

2

Kleur de juiste maat.

de lengte van het zwembad de afstand Kortrijk-Gent de lengte van een duikvin

de lengte van een snorkel de breedte van het scherm afstand die de zaklamp kan verlichten

Vul aan met een passende maateenheid. Kies uit: km – m – dm – cm.

We varen met de boot 3 ver naar een geschikte duikplek in zee.

Op het dek staat een duik es met een hoogte van 8 .

We duiken en maken een veiligheidsstop na 5

We kunnen de vissen aanraken, ze zwemmen 20 verder.

We leren duiken in een olympisch bad!

De breedte van het zwembad is 250 .

De lengte van 20 olympische zwembaden achter

elkaar is in totaal 1 .

Zet om. Gebruik, indien nodig, de tabel.

m = cm 1 8 km = m 6 x halve m = dm halve m = 5 x cm anderhalve m = 2 x anderhalve dm = 3 4

Vul aan.

METEN EN METEND REKENEN

Schatten en meten met mm

De kleinste vis ter wereld.

In moerassen op Sumatra hebben biologen de kleinste vis ter wereld ontdekt, de Paedocypris progenetica. De vis is op volwassen leeftijd net geen 8 millimeter groot. Hiermee is het dier niet alleen de kleinste vis ter wereld, maar ook het kleinste gewervelde dier op onze planeet.

Bron: De Standaard – 25/01/2006

Schat en meet na.

De breedte van de parel is 5 _________ De _________ 1 2

Ik schat: Ik meet: Mijn schatting was:

1. de dikte van een markeerstift goed minder goed

2. de hoogte van een paperclip goed minder goed

3. de dikte van de klasdeur goed minder goed

4. de lengte van een nietje goed minder goed

5. de dikte van een gom goed minder goed

Vul aan met de juiste maateenheid. Kies uit m, dm, cm of mm.

De breedte van de schelp is 3 _________

Kleur de meest passende maat.

PQ = 10 cm 6 mm 3 4 5

de hoogte van de waterplant de breedte van de kurk de lengte van de schatkist

1 cm 1 mm 1 m 12 mm 12 cm 12 dm 15 cm 15 dm 15 m

Hoe lang zijn de lijnstukken? Meet en vul aan.

R S

Lijnstuk RS is cm.

K L

Lijnstuk KL is cm en mm of mm.

G H

Lijnstuk GH is cm en mm of mm.

Teken de lijnstukken en benoem ze. Werk nauwkeurig. Gebruik je tekenpotlood en meetlat.

AB = 9 mm

CD = 12 cm 9 mm

Zet om. Gebruik, indien nodig, de tabel.

mm

mm

1

LES 7 Getalbegrip tot 1 000

Omcirkel de oneven getallen.

2

Omcirkel de even getallen.

Rond af.

Volg de pijlen.

800 Neem de helft

Neem de helft.

460 Neem de helft. Neem de helft.

448 is het dubbel van is het dubbel van 3 4

125 Neem het dubbel. Neem het dubbel.

170 is de helft van is de helft van

Lees en verbind.

2 paar zwemvliezen

Bel onze duikclub: 09/ 99 99 99

De tweede duik es is leeg.

zeewater: 20 °C 2 + 1 duikbrillen

hoeveelheid bewerking code rangorde maatgetal

Lees en vul in.

Duikclub ‘Duikertje’ heeft een eigen olympisch zwembad van 50 meter lang in de Waterstraat op huisnummer 67 C.

Ze hebben 55 actieve leden (27 jongens + 28 meisjes). Met hun competitieteam staan ze derde in de ranking.

hoeveelheid: rangorde: _______________ code: bewerking: __________________ maatgetal: ______________

BEWERKINGEN - HOOFDREKENEN

LES 8 Vermenigvuldigen en delen tot 1 000 –naar analogie met de tafels

Zoek het product.

het quotiënt.

3 4

Los op. Kijk goed naar de nullen. 7 x 10 = ________

: 10 = ________

: 10 = ________

Vul de rekenschijven verder aan.

Het verborgen getal is . 5 6

Lees en reken uit. Geef elk bordje de kleur van de bijhorende duikvin.

het product van 4 en 50

270 gedeeld door 9

het honderdvoud van 8

het zesvoud van 70

het quotiënt van 560 en 7

het drievoud van 80

een vierde van 80

Welk getal zit er onder dit paar duikvinnen verborgen?

Deel het viervoud van 90 door het quotiënt van 240 en 40.

LES 9 Vermenigvuldigen en delen tot 1 000

1 2

Zoek het product.

Zoek het quotiënt.

Van wie zijn de duikvinnen? Reken uit. Kleur de tekstballonnen in de kleur van de duikvinnen.

152 : 4

Ik heb maat 35.

192 : 6

185 : 5

272 : 8 245 : 7

Ik heb maat 37.

Ik heb maat 32.

Ik heb maat 34.

Ik heb maat 38.

Lees en los op.

Duikleraar Marco heeft online 500 snorkels besteld.

Hij ontvangt vandaag een eerste deel van de levering: 3 dozen met elk 78 snorkels.

V1 Hoeveel snorkels heeft Marco vandaag ontvangen?

B1

A1 Marco heeft vandaag snorkels ontvangen. OK

V2 Welk deel van de bestelling moet nog geleverd worden?

B2 _________________________________________________________________________________

A2 Dat zijn:

3 dozen met elk 42 snorkels + 2 dozen met elk 46 snorkels.

4 dozen met elk 41 snorkels + 3 dozen met elk 34 snorkels.

5 dozen met elk 37 snorkels + 5 dozen met elk 22 snorkels. OK

METEN EN METEND REKENEN

LES 10 Schatten en meten met l, dl en cl

Schat en meet na.

Ik schat: Ik meet: Mijn schatting was:

1. de inhoud van es 3 goed minder goed

2. de inhoud van een soeplepel goed minder goed

3. de inhoud van een brikje goed minder goed

4. de inhoud van een blik frisdrank goed minder goed

5. de inhoud van een gieter goed minder goed

Kleur de juiste maat. de inhoud van een zeeppompje de inhoud van een es olie de inhoud van een spuitje

3 4

Vul aan met een passende maateenheid. Kies uit: l – dl – cl.

Duiker Kobe gaat in bad.

Hij doet zijn bad volledig vol met 100 water.

Op de badrand zet hij een es shampoo van 40 en een es douchegel van 3 .

Na zijn bad zet Kobe thee. Hij vult de waterkoker met anderhalve water.

In zijn kopje van 15 hangt hij een theezakje. Nu nog wachten tot het water warm is.

Na hoeveel dagen heeft Kobe 1 000 l gebruikt om zijn bad te vullen? Je weet dat:

- Kobe elke dag een bad neemt.

- Kobe zijn bad steeds 2 dagen volledig vult en vervolgens 1 dag voor de helft vult.

A Kobe heeft na dagen 1 000 l gebruikt. OK

Zet om. Gebruik, indien nodig, de tabel. l dl cl

8 l = cl

3 l = ______ dl

6 dl = cl

50 cl = dl

90 cl = dl

300 cl = l

23 dl = cl

70 dl = l

halve l = dl

halve l = cl

5 l = dl

25 dl = cl

10 dl = l

kwart l = cl 1 8 van 10 l = cl

halve dl = cl 15 dl = cl

10 x halve l = dl

halve l = 2 x cl 1 5 van anderhalve l = dl 1 3 van anderhalve dl = cl

Vul aan.

Hoeveel zit er in elke maatbeker? Noteer het maatgetal en de maateenheid.

METEN EN METEND REKENEN

LES 11 Schatten en meten met ml

Schat en meet na.

Ik schat: Ik meet: Mijn schatting was:

1. inhoud esje 1 goed minder goed

2. inhoud esje 2 goed minder goed

3. inhoud esje 3 goed minder goed

4. inhoud esje 4 goed minder goed

Kleur de juiste maat.

de inhoud van een theekopje

de inhoud van een eierdopje

de inhoud van een spuitbus deodorant

Hoeveel zit er in elke maatbeker? Noteer het maatgetal en de maateenheid.

halve l = 5 x ml anderhalve cl = ml anderhalve dl = ml 3 4

Zet om. Gebruik, indien nodig, de tabel.

2 dl = ml

6 cl = ml 30 cl= ml

cl = ml

cl =

l = ml

cl = ml

l = ______ dl

7 dl = ml halve dl = ml 33 cl = ml

een vijfde l = ml

een kwart l = ml

2 x halve l = ml

Lees en los op.

Duiker Sanne reist met het vliegtuig naar Egypte om te gaan duiken. Ze weet dat ze in haar handbagage maximaal 1 l vloeistof mag stoppen. Alles moet verpakt zijn in esjes van maximum 100 ml.

Mag Sanne al deze producten in haar handbagage meenemen? Waarom wel/niet?

Verzin een drankje.

Je weet dat het drankje:

- uit minstens 2 ingrediënten bestaat. - uit twee verschillende maateenheden bestaat. - in totaal 325 ml is.

LES 13 Breuken

Kijk goed en vul aan.

het geheel het geheel het geheel

Op het mes ligt . Op de taartschep ligt . Op het bord ligt . Welk deel van de breuk is gekleurd?

3 4

Dit is . . Dit is . . Dit is . . Dit is . .

Omcirkel de passende breuk.

Verbind de kaartjes met de juiste plaats op de getallenas.

Zoek de breuk en plaats die op het juiste punt op de getallenas.

- de helft van het geheel .

- één deel minder dan het geheel .

- twee delen meer dan de helft van het geheel .

- twee delen minder dan de helft van het geheel

Vergelijk de breuken met de breukenladder. Vul het juiste symbool in.

Kies

Rangschik van klein naar groot. Gebruik < of >.

Rangschik van groot naar klein. Gebruik < of >.

Noteer en teken het geheel.

Dit is 4 6 Teken het geheel of .

Dit is 1 3 . Teken het geheel of . .

BEWERKINGEN - CIJFEREN

LES 14 Optellen en aftrekken tot 1 000 (met onthouden en lenen)

Kijk goed naar het bewerkingsteken en los de bewerkingen cijferend op. Maak eerst een schatting.

Ik schat: _______________ OK

_______________ OK

2

Schrijf de juiste bewerking in het cijferrooster en los op. Vergeet het bewerkingsteken niet. Maak eerst een schatting.

- Bereken het verschil van 602 en 448. _____________________________________________

- Verminder 1 000 met 287. ________________________________________________________

- Vermeerder 585 met 187. _________________________________________________________

Ik schat: _______________ OK

Maak de cijferoefeningen A, D en E op het ruitjespapier. Noteer de getallen netjes onder elkaar. Vergeet het bewerkingsteken niet. Maak eerst een schatting. Vul nadien de uitkomst in de rekenpuzzel in. Noteer per hokje 1 cijfer.

A. 149 + 688

van links naar rechts

D. 512 – 137

E. 1 000 – 394

Kijk in de rekenpuzzel van boven naar onder. Zoek bij uitkomst A, B en C een passende optelling of aftrekking en werk cijferend uit.

E
B C

BEWERKINGEN - CIJFEREN

LES 15 Vermenigvuldigen en delen tot 1 000

Los de vermenigvuldigingen op.

Los de delingen cijferend op.

Alle toeristen met een product tussen 800 en 900 of een quotiënt tussen 75 en 125 gaan een duikcursus volgen tijdens hun reis. Reken uit en kleur de kaders bij deze toeristen.

schat:

Maak met de getallen in de grijze rugzak een vermenigvuldigtal (HTE) en een vermenigvuldiger (E). Zorg ervoor dat het product van beide factoren 768 is. Reken de oefening uit.

vermenigvuldigtal: vermenigvuldiger: product: 768 x

LES 16 Breuk nemen van een getal tot 1 000

Kijk en vul in.

Neem de breuk van het getal.

Zoek de teller.

Welke oefeningen hebben als uitkomst 120? Verbind. 3 4

. 4 van 24 is 18. . 8 van 72 is 45. 6 van 42 is 21. . 5 van 35 is 14. . 9 van 27 is 21. 7 van 56 is 32.

Neem de breuk van het getal. Denk aan de tafels. 1 5 van 250 is . 3 4 van 400 is

Lees en los op.

Duikclub ‘Koraal’ telt 480 leden. 2 6 van de leden heeft nog nooit in zee gedoken.

V1 Hoeveel leden van duikclub ‘Koraal’ hebben nog nooit in zee gedoken?

B1 _________________________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________________________

A1 ______________ leden hebben nog nooit in zee gedoken. OK 1 2 van de leden heeft al meer dan 1 keer in zee gedoken.

V2 Hoeveel leden van duikclub ‘Koraal’ hebben al meer dan 1 keer in zee gedoken? B2 _________________________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________________________

A2 ______________ leden hebben al meer dan 1 keer in zee gedoken. OK

V3 Hoeveel leden van duikclub ‘Koraal’ hebben exact 1 keer in zee gedoken?

B3 _________________________________________________________________________________________________

A3 ______________ leden of 6 van de leden van de duikclub heeft al exact 1 keer in de zee gedoken. OK

METEN EN METEND REKENEN

LES 17 Schatten en meten met kg en g

Schat en meet na.

Ik schat: Ik meet: Mijn schatting was:

1. voorwerp 1 goed minder goed

2. voorwerp 2 goed minder goed

3. voorwerp 3 goed minder goed

4. voorwerp 4 goed minder goed

5. voorwerp 5 goed minder goed

Kleur de passende maateenheid.

Het gewicht/massa van een zoutvaatje

Het gewicht/massa van een duik es Het gewicht/massa van een parel

Duiker Roel moet munten vinden. 3 4

Vul aan met het juiste maatgetal en de juiste maateenheid.

Kies uit: 5, 50, 500, g en kg.

Een onderwatercamera weegt . Een tonijn weegt . Een duikbril weegt .

Vul aan met een passende maateenheid. Kies uit: kg of g.

Duiker Roel duikt met zijn duik es van 12 naar de bodem van de zee.

Daar vindt hij een schatkist vol met munten van 5 .

Hij zwemt voorbij een school vissen en een zeeschildpad die wel 90 weegt.

Hoeveel munten moet duiker Roel vinden om in totaal 2 kg te hebben?

TIP Zet om en denk aan de tafels.

Zet om. Gebruik, indien nodig, de tabel.

1 kg = g

halve kg = g

halve kg = 5 x g

350 g = x 10 g

600 g = 6 x g

750 g = 75 x g

1 kg = 10 x g 400 g = 4 x g 1 4 kg = g 2 5 kg = x 100 g

Vul aan.

g + g

Vul aan zodat de balans in evenwicht is. Gebruik zuivere honderdtallen.

1

BEWERKINGEN - HOOFDREKENEN

LES 18 Vraagstukken en rekenknobbels over optellen en aftrekken tot 1 000

Lees en los op.

Yusuf en Karo zijn een hele zomervakantie gaan duiken.

Tijdens zijn eerste duik zag Yusuf 438 clownvissen. Karo zag er 185 meer.

V1 Hoeveel clownvissen zag Karo tijdens haar eerste duik?

Tijdens de tweede duik zag Karo 256 uogele vissen. Yusuf zag er evenveel.

V2 Hoeveel uogele vissen zagen Yusuf en Karo samen tijdens hun tweede duik?

2

Lees en los op.

Yusuf telde ook de zeepaardjes die hij onder water tegenkwam.

Tijdens zijn eerste duik zag hij er 526.

Tijdens zijn tweede duik zag hij er 198 minder.

V Hoeveel zeepaardjes zag Yusuf tijdens zijn tweede duik?

Lees en los op.

Tijdens hun laatste duik ontdekten Yusuf, Karo en hun duikleraar een grot. Karo zwom 140 meter door de grot. Yusuf zwom dubbel zo ver.

De duikleraar zwom de helft van de afstand die Yusuf en Karo samen zwommen.

V Welke afstand legden de drie in totaal af in de grot?

Welke duik es hoort bij welke duiker? Lees, reken uit en verbind.

Het serienummer van mijn duik es is 288 meer dan 229.

Het serienummer van mijn duik es is 1 000 verminderd met 197.

Het serienummer van mijn duik es is het dubbel van 322.

Welke getallen zitten er achter de zeepaardjes en het zeewier verstopt?

Los de rekenknobbel op. Noteer, indien nodig, tussenstappen.

900 = 400 + +

600

BEWERKINGEN - HOOFDREKENEN

LES 19 Vraagstukken en rekenknobbels over vermenigvuldigen en delen tot 1 000

Lees en los op.

Yusuf maakt onder water 3 fotoreportages.

Elke fotoreportage bestaat uit 176 foto’s.

V1 Hoeveel foto’s heeft Yusuf onder water gemaakt?

Yusuf verdeelt de gemaakte foto’s op gelijke wijze over 4 lege geheugenkaartjes.

V2 Hoeveel foto’s zet Yusuf op 1 geheugenkaartje?

V3 Hoeveel foto’s moet Yusuf nog bijmaken als hij op elk geheugenkaartje 160 foto’s wil?

Lees en los op.

Yusuf duikt naar een scheepswrak.

In het scheepswrak werden vroeger 5 zakken met elk 186 goudstukken gevonden.

V1 Hoeveel goudstukken werden er in het scheepswrak gevonden?

De gevonden goudstukken werden eerlijk over 2 verschillende musea verdeeld.

V2 Hoeveel goudstukken werden er aan 1 museum geschonken?

3 4

In het scheepswrak werden ook 4 kisten met elk 86 halskettingen gevonden

V3 Hoeveel halskettingen werden er in het scheepswrak gevonden?

Wanneer werden de ruïnes onder water ontdekt?

Reken uit en omcirkel de ruïne die het langst geleden ontdekt werd.

De helft van het viervoud van 163 jaar geleden

Het drievoud van de helft van 520 jaar geleden

Drie keer het quotiënt van 684 en 4 jaar geleden

Welke getallen zitten er achter de verschillende koraalsoorten verstopt?

Los de rekenknobbel op. Noteer, indien nodig, tussenstappen.

MEETKUNDE

LES 20 Ruimtelijke oriëntatie: coördinaten

In welke vakken zie je de gevraagde vissen, zeedieren of planten?

Noteer de coördinaten.

3

Het is donker onder water. Knip de zaklamp aan. Kleur deze coördinaten geel: E5, E6, E7 en E8 / F5, F6 en F9 / G5, G7 en G10 / H5 en H8 / I6 en I9 / J7

Als de schildpad 1 vak naar voren en 2 vakken naar boven zwemt, zie je de zwemvliezen van de duiker in vak en vak . 2

Lees en noteer de coördinaten.

Als de schildpad 2 vakken naar voren zwemt, zie je de zwemvliezen van de duiker in vak en vak

MEETKUNDE

LES 21 Meetkundige relaties: evenwijdigheid en loodrechte stand

Overtrek een paar evenwijdige lijnen bij het scheepswrak.

Teken loodrecht een mast op het wrak.

Gebruik je geodriehoek en je tekenpotlood.

Laat je werk nakijken door je duopartner en bespreek samen.

Kruis de evenwijdige lijnen aan.

Kruis de loodrechte lijnen aan.

2 3 f • A l • B 4

Lees en teken.

Teken een rechte e die evenwijdig is aan rechte f en door het punt A gaat.

Teken een rechte k die loodrecht staat op rechte l en die door het punt B gaat.

Mogelijk of niet mogelijk? Kruis aan en teken wat mogelijk is.

Is het mogelijk om een rechte f te tekenen die loodrecht staat op rechte a en c en evenwijdig loopt met rechte e?

mogelijk niet mogelijk

Is het mogelijk om een rechte g te tekenen die evenwijdig loopt met rechte b en d en loodrecht staat op rechte a en rechte c?

mogelijk niet mogelijk

Teken een ruïne diep in de zee. Gebruik enkel evenwijdige en loodrechte lijnen.

TOEPASSINGEN

LES 24 EN 25 Thematische outro

Maquette van een zwembad

criterium 1 Zorg voor een stevige bak met rechte hoeken.

criterium 2 Zorg ervoor dat de bak waterdicht is.

criterium 3 Er moet een springplank aanwezig zijn van minstens 50 mm lang en minstens 20 mm breed.

criterium 4 Het zwembad moet 4 zwembanen hebben die evenwijdig lopen.

criterium 5

De bodem van 2 4 van de banen moet blauw gekleurd

zijn. De bodem van de overige banen is wit.

criterium 6 In het zwembad moet minstens 500 ml water kunnen.

Dit hebben we nodig:

ik

mijn duopartner allebei

ik

mijn duopartner allebei

ik

mijn duopartner allebei

Herdruk 2024/876 - Illustrator Vera Smeulders

Bestelnummer 60 1012 061 - ISBN 978 90 4864 812 2 (deel 1 van 8)

KB D/2024/0147/49 - NUR 192 - Thema YPMF

Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge

RPR 0405 108 325

© Copyright die Keure, Brugge

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.