Activiteit 55
Gekke ikke
un do uze un do uze un do
Auteur Ank Danneels • Coördinatie Yves Bondue en Steef Coorevits
Doelen
Leermiddelen
1 De kinderen ervaren dat kunstenaars ook wel eens bevreemdend, gek portretteerden.
2 De kinderen kunnen zelf een gek (zelf)portret maken.
3 De kinderen maken kennis met de afstoottechniek.
4 De kinderen bespreken het eindresultaat.
Ppt - Andere resultaten
Ppt - Gekken in de kunst
Carnaval
Spotify: Gek zijn is gezond, Stef Bos
James Ensor
Picasso
Dalí
Bijlage 1 - Infofiche Gekke figuren
Materialen Fototoestel
Kopieertoestel
Zwaar tekenpapier (bv. 200 gram), A3-formaat
Scharen
Lijmstiften
Tekenmateriaal (schetspotloden, gom en slijper)
Oliepastels
Waterverf, kwasten, penselen, waterpotten, vodden, schortjes, kranten
Vooraf
Deze activiteit past uitstekend in de carnavalsperiode.
1
Instap
Klasgesprek
Spotify: Gek zijn is gezond, Stef Bos
James Ensor
Picasso
Dalí
Ppt - Gekken in de kunst
Beluister het liedje Gek zijn is gezond van de Nederlandse zanger Stef Bos. Bekijk daarna enkele bizarre, ietwat ‘gekke’ portretten. Laat de kinderen impressies opdoen en houd hierrond een gesprek. Volgende vragen kunnen hierbij helpen:
- Waarover gaat het liedje van Stef Bos?
- Wat betekent ‘gek zijn’ volgens jou?
- Wat is ‘normaal’?
- Wie doet al eens gek? Vertel … Wat doe je dan? Waar? Wanneer? Hoe?
- Hoe komt het dat bepaalde mensen gek doen? Som enkele redenen op.
- Wat stellen de kunstwerken voor?
- Op welke wijze worden de personen afgebeeld?
- Zou je kunnen achterhalen wat er in het hoofd omgaat van de geportretteerden?
- Vind je dat normaal of eerder gek?
- Kun je achterhalen welke techniek de kunstenaar heeft toegepast?
- Wat kun je zeggen over het kleurgebruik? Zijn deze naar de realiteit uitgewerkt?
- Welk werk draagt je voorkeur weg? Waarom?
2
Bijlage 1
Gek doen kan diverse redenen hebben. Het is een ideaal middeltje om te ontladen. Wanneer we lange tijd onder spanning staan, dan doen we graag al eens gek. Zot zijn doet geen zeer en al zeker niet met carnaval. Steden als Aalst en Heist houden massaal optochten, om het gekst.
Ook op televisie, in muziek en in beeldende kunst staat gek doen dikwijls centraal.
Kern
Groepswerk
Fototoestel
Kopieermachine
Schaar
Lijm
Tekenpapier
Tekenmateriaal
2.1 Fotograferen
Laat de kinderen elkaar fotograferen terwijl ze een gekke bek trekken.
Verzamel de foto’s en projecteer ze. Selecteer samen per kind een coole foto. Print deze foto’s met een kopieermachine op A3-formaat.
2.2 Het ontwerp
Laat de kinderen met een schaar het gezicht uitknippen. Ze kleven het uitgeknipte hoofd op een tekenblad.
Laat de kinderen hun ‘Gekke ikke’ verder vormgeven. Dit betekent met een potlood verder aantekenen: een hoofddeksel of narrenhoed, een kraag, gekke kledij, schoenen … Geef hen de opdracht er echt iets zots van te maken.
Wijs de kinderen op het feit dat je op diverse manieren kunt tekenen: schetsmatig, met een ononderbroken lijnvoering, hard en zacht …
Bekijk samen met de kinderen de tussentijdse resultaten en ga na of ze op het goede spoor zitten. Laat hen indien nodig nog verder aanpassen. Volgende vragen kunnen hierbij helpen:
- Is het beeld interessant vormgegeven?
- Is de compositie interessant?
- Is het gek?
- Is de teken- of schetsstijl interessant?
- Welk werk draagt je voorkeur weg? Waarom?
Oliepastel Verfgerief
2.3 Afstoottechniek
Demonstreer de afstoottechniek. Voor deze techniek heb je oliepastel en waterverf nodig. Olie en water stoten elkaar af. Maak een tekening gedeeltelijk met oliepastel en ga er daarna over met waterverf. De oliepastel stoot de verf af en de rest kleurt in de kleur van de waterverf. Door de oliepastel in diverse structuren (stippelen, krassen, arceren, plat wrijven …) aan te brengen en dan in te kleuren met waterverf bekom je mooie effecten. Laat de kinderen even experimenteren met de techniek. Vervolgens passen ze deze toe in hun werk.
Tip: Illustreer het waterafstotend vermogen van olie door een laagje slaolie op water te laten drijven.
3
Afsluiter
Klassikale beschouwing en bespreking
Ppt - Andere resultaten
Hang de werken op in een zelfbedachte kunstgalerij. Bekijk de werken met de kinderen. Geniet van hun beeldcreaties en ga na of de doelstellingen bereikt zijn.
Vragen die je hierbij kunnen helpen:
- Welk werk draagt je voorkeur weg? Waarom?
- Is er een werk dat jou verrast? Waarom?
- Welk werk beantwoordt het best aan de beeldexpressie ‘Gekke ikke’? Kun je vertellen hoe dat komt?
- Welk werk kent een knappe vormgeving? Hoe komt dat?
- Welk werk heeft een sterke compositie? Waarom?
- Welk werk is interessant uitgewerkt?
- Waar vind je de afstoottechniek boeiend uitgewerkt?
4
Tip
Laat de kinderen blind een foto van een klasgenootje kiezen. Ambiance verzekerd!