mol en beer
A u teur: H ei di Wa lleg h em T ekeni ngen: D ani ĂŤ l l e Ro o th o o ft
4
werk, werk, werk
boom deur weg
2
muur
3
b oo m .
.
.
b oo m
b oo m
.
.
.
m
m
b
.
.
.
.
oo
.
b
oo m .
b oo
v u oe aa h oo 4
oom b oom r oom boo m boo r boo t boo s
h oor v oor b oor koo l koo r koo p koo s koo k
boom bom boem bam bim
l ook r ook k ook
kok kook bon boon
kok kook kaak keek koek
poes mus
rok rook
ton toon
vis
haan
boom 5
in de beek of in de boom? het is kil in het bos. sus de vis is in de beek. mus is in de boom. br, sus, ik heb het kil. kom je in de boom, sus?
1
nee, mus. een vis moet in het nat. n ik, sus? e kan ik in de beek?
2
ja, mus. kom maar in het nat.
oo h oe aa v u 6
mus is in de beek. maar mus is boos. het sop van de beek is veel te koel! bah, sus! ik moet rap naar de boom. ik ril. ben je
3
,mus?
ja, mol. ik voel me heel
.
kom maar in het hol van mol.
4
is het ook nat in je hol, mol? nee, mus, voel maar ‌
poes
boom
vis
haan mus 7
w .
e .
g .
w
e
g
w
e
g
.
e
g
.
.
g
w
.
g
w
.
.
w
e
.
.
e
.
w v u oe g aa h oo 8
w eg l eg h eg m aar w aar n aar r aar v aar
s ok b ok w ok h ok r ok
we g we l we k we t
wet wit wat
haan
v eel k eel g eel m eel
mus
wee t wee g wee n wee r
heg hoog haag
boom
vis
poes
weg 9
weg met de boot wat is er in de beek? het is een boot!
1 an, is het je boot? tom, is het je boot?
2 nee, mol.
3 nee, mol, ik heb ook geen boot. 1 mol is in de
.
2 mol gaat naar an en tom.
1 wat heb je mee, mol?
2 een boot, sus.
3 mol neemt de boot mee naar sus.
ik wil de boot, mol. ik weet wat ‌
4 sus de vis wil de boot.
oo v aa h oe u g w 10
1 mol is weg! 2 nee, mol is naar de beek.
3 met een boot.
2 wat een lol! ik vaar, beer!
1 dag, beer!
3 ik wil ook, mol. ik vaar met je mee.
5 an weet waar mol is.
6 beer wil ook in de boot.
3 ik wil naar an en tom.
2 ik ben boos op je, beer!
1 de boot! ooo ‌! 7 beer gaat in de boot.
poes
weg
vis
haan
mus
boom 11
m uu .
.
r .
m uu
r
m uu
r
.
uu
r
.
.
r
m
.
r
m
.
.
.
.
uu
.
m uu
w v oe g aa uu h oo u 12
uur m uur b uur k uur t uur
m aar v aar w aar r aar h aar
p uur v uur h uur g uur b oos r oos k oos p oos
boo m boo t boo g boo s boo r
haa n haa l haa k haa s haa r
haar huur hoor heer
ver veer voor vaar vuur
vis poes haan boom weg mus muur 13
moes en jaap op de muur de muur van an en tom van muur is ook de buur bas. is op jaap de haan de muur. poes moes gaat naar de muur.
kan ik ook op de muur, jaap?
1
ja hoor! kom er maar op, poes moes.
u uu oe v h w aa g oo 14
de muur gaat op
2
en
neer.
de muur is hoog maar ook laag.
kom je ook op de muur, mol?
3
ja, ik kom al! ik wil er ook op! wat een lol.
poes weg haan vis boom mus muur 15 Mol_en_beer_2.0_Leesboek_3_BW.indd 15
28/01/19 10:25