Verrekijker 2 Taal - werkkatern

Page 1

2 KIJKER 1

Naam ________________________________________________ Klas ____________


Les 2 1

2

4

Les 2

Ik kan een verhaal navertellen.


Ik spreek luid en duidelijk.

1 3 Lees de zinnen en omcirkel wat past. Tekst in zinnen.

4

Les 2

5



Les 6

Ik kan de verhaallijn van het verhaal aangeven.

Api heeft een boek over een dino. Das las het al drie keer voor, maar Api wil het nog eens horen. Straks, zegt Das. Eerst moet ik in de tuin aan het werk. Help je mee? We moeten nog onkruid wieden. Daar heeft Api geen zin in. Hij gaat stenen zoeken.

1 Wat betekent wieden? Kruis aan. Onder een struik ligt een gladde ronde steen.

onkruid wegdoen

Api raapt hem op en bekijkt hem goed.

onkruid zaaien

Het lijkt wel een ei van een dino!

onkruid planten

Hij heeft er een plaatje van gezien in zijn boek. Das, kijk eens! roept hij. Ik heb een ei van een dino gevonden!

2 Heeft Api echt een ei van een dino gevonden? Bespreek samen.

Das lacht, maar zegt niets. Hij gaat naar de keuken. Api pakt de grote schop en steekt hem diep in de grond. Misschien vindt hij wel een bot van een dino … Les 6

9


3 Heeft Api echt de kop van een dino gevonden? Bespreek samen.

Api graaft. En ja hoor, wat is dat? Hij wrijft de aarde eraf. Hij ziet een bek en gaten voor de ogen.

Kijk nou eens, zegt hij tegen Hondje. De kop van een dino! Api steekt de schop dieper in de grond. Hij wil nog meer botten opgraven, en dan de dino als een puzzel in elkaar zetten. Plots stuit hij ergens op. Het is dun en lang. Zijn poot, fluistert Api. De poot zit vast in de grond. Er zit iets aan. Api graaft verder. Zou de poot vastzitten met … een klauw? Het is moeilijk om het bot los te krijgen. Api rukt en trekt … Hij merkt niet dat Das eraan komt. Api, wat heb je nou gedaan? roept Das boos. Wat een puinhoop! Api tuimelt van schrik omver en … het bot schiet los.

4 Wat betekent puinhoop? Kruis het juiste antwoord aan. ❏ kledij ❏ zonneschijn ❏ rommel

Het gezicht van Das klaart op als hij ziet wat Api in zijn handen heeft. Waar heb je die gevonden? roept hij. Daar zoek ik al weken naar. Prachtig he, zegt Api trots. De poot van een dino. Van een dino? vraagt Das. Api knikt. Onder de bieten en de radijzen ligt een dino. Ik weet alleen nog niet wat voor dino het was. naar Api vindt een dino, Tineke van der Stelt, Leopold

de klauw de puinhoop stuiten tuimelen wieden 10

Les 6

scherpe, kromme poot van een dier rommel, een warboel botsen vallen onkruid wegdoen

5 Heeft Api echt een poot van een dino gevonden? Bespreek samen.


6 Over wie gaat het verhaal? Noteer. __________________________________________________________________

7 Geef de prenten een cijfer van 1 tot 3. Wat kwam eerst (1)? Wat daarna (2)? En wat laatst (3)?

8 Hoe ziet de dino eruit volgens jou? Bespreek samen. 9 Ben jij een speurneus? Waarnaar wil jij graag op zoek? Bespreek samen.

Les 6

11


Les 7 7

Ik kan twee woorden samenvoegen tot een nieuw woord.

1 Maak drie juiste samenstellingen. Verbind telkens een woord uit de linkerkolom met een woord uit de rechterkolom. moes

tocht

boom

tuin

zoek

stam

2 Maak vier samenstellingen. Kies een woord uit elke kolom. Noteer.

puin

zon

feest

hoop

________________________________ ________________________________ ________________________________

dans

licht ________________________________

ruimte

pak

3 Noteer de samenstellingen uit oefening 2 in de juiste zin. Api maakt een __________________________________________________ in de tuin. Konijn wil een ____________________________________________________ dragen. Mier kijkt naar het rode ___________________________________________________. De dieren houden een ____________________________________________________. 12

Les 7


Les 8

Ik kan korte zinnen schrijven bij prenten.

1 Geef een antwoord op de vraag. Kies het juiste woord en vul de zin aan. WAAR?

aarde – Dazalea – hemel De elfen wonen op _______________________________________.

WIE?

Ties – Nel – Dazalea ____________________ en ___________________ zijn twee elfen.

WANNEER? dag – nacht – middag Ze strooien elke ___________________________________ sterren.

2 Welke vijf woorden passen bij prent 1? Kleur ze groen. Welke vijf woorden passen bij prent 2? Kleur ze blauw.

1

2

valt

helpt

vriend

vleugel

dokter

denkt

huilt

idee

pijn

kapot

Les 8

13


3 Noteer de zinnen van op het kopieerblad bij de juiste prent. Zet ze in volgorde.

__________________________________ __________________________________

__________________________________

__________________________________

__________________________________

__________________________________

__________________________________ __________________________________

14

Les 8


__________________________________ __________________________________

__________________________________ __________________________________

__________________________________

__________________________________ __________________________________

__________________________________

Les 8

15


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.