magazine
BOLSWARDS HISTORIE
H I S TO R I S C H M AGA Z I N E O V E R B O L S W A R D . U I TGA V E V A N D E S T I C H T I N G B O L S W A R D S H I S TO R I E
De gasfabriek van bolsward
LOSS
R IJ S PP
• Lycklama à Nijeholt, een familie van pommeranten • Papier, pen, potlood en penselen, onmisbare attributen van illustrator Jaap Kramer • 115 Jaar herenkleding naar maat op de Rijkstraat • Bolsward in de Leeuwarder Courant van 1763 (250 jaar geleden) • Column Joop Mulder • Bij het jubileum van wasserij “Florence” (1913-2013) • ‘Willen we bijblijven, dan moeten we fuseren’ ERKOO V E • En toen was er gas in Bolsward…. • Mijmeringen over het oude Bolsward • Caspar di Robles en de plattegrond van Bolsward • Vers Geperst/Allerlei ISSN: 2213-3925 M a g a z i n e B o l s w a r d s H i s t o r i e v e r s c h i j n t t w e e m a a l p e r j a a r | N R . 5 - o k t o b e r 2 013 - j a a r g a n g 3
Colofon Uitgever Stichting Bolswards Historie (SBH).Verschijnt tweemaal per jaar (in voor- en najaar). Bestemd voor de donateurs en andere belangstellenden. Bestuur Stichting Bolswards Historie (SBH): Cor Greydanus, Mieke Kasimier-Stevens, Daniël Nauta, Brenda Nijboer, Willem Jan Topma en Rob Veldman.
Redactie: Dicky Bosma-Faber, Johan Dijkstra, Jan Keuvelaar, Peter Mulder en Daniël Nauta. Gasten: Joop Mulder (column), Obe van der Meer. Info: Voor vragen, opmerkingen: redactie@stichtingbolswardshistorie.nl. Druk: Hanzedruk/Van der Eems.
Vormgeving: Johan Dijkstra • Kreas Design. Verspreiding: Losse nummers à € 4,95 verkrijgbaar bij Het Boekhuis, Jumbo Kooistra, Poiesz Supermarkt, de Cigo-winkel, Gysbert Japicxhûs. Werkgroep Archieven: Johan Dijkstra en Sidney Zeegers. Werkgroep Oudheidkamer: Age Boschma, Wytze Franzen, Jan Keuvelaar en Jan van der Klis.
Afbeelding voorpagina: afbeelding van de oude gasfabriek. Van de voorzitter Als nieuwe voorzitter van de Stichting Bolswards Historie, schrijf ik graag het voorwoord voor deze alweer vijfde editie van ons magazine Bolswards Historie. Het enthousiaste redactieteam heeft weer een prachtig nummer samengesteld met gevarieerde verhalen over het verleden van onze stad Bolsward en haar inwoners. Over voorname Bolswarder families en bedrijven, over een 100-jarige Bolswarder wasserij en Bolsward aan het gas. Een blad met interviews, een column en ook hedendaagse gebeurtenissen die bepalend zijn voor onze stad. Ik ben dan ook zeer benieuwd naar het eindresultaat van wat nu voor ons ligt en wens u als donateur veel leesplezier. Donateurs krijgen dit blad thuisbezorgd voor andere belangstellenden zal het te koop worden aangeboden bij de plaatselijke boekhandel, tijdschriftwinkel, supermarkt en bij het Gysbert Japicxhûs, voor de prijs van € 4,95. Vanaf de Bestuurstafel Jaarvergadering/Bestuurswisseling Op de drukbezochte jaarvergadering van 11 april j.l. hebben wij officieel afscheid genomen van Hans Berkhemer (voorzitter) en Piet Veldmans (bouwkundig bestuurslid), die resp. 11 en 13 jaar in het bestuur hebben gezeten. Beide heren hebben een fraai ingelijste ets ontvangen met een afbeelding van ons prachtige Stadhuis, het mooiste van Friesland, als dank voor al het werk, dat zij voor onze stichting hebben gedaan. Daarnaast is ons nieuw bestuurslid Rob Veldman geïntroduceerd, als opvolger van Piet. We zijn nu nog op zoek naar een nieuw bestuurslid voor het maken van notulen en dergelijke zaken. Een leuk voorval op deze avond was, dat tijdens de bespreking van het financieel verslag over 2012 het tekort (negatief saldo) van €€ 50,00 spontaan door de heer Floris Bottema werd aangevuld. Na de pauze werden door het Fries filmarchief oude films vertoond van Bolsward, het was weer een zeer geslaagde avond.
in hoofdzaak in eigen beheer en dit vordert gestaag (zij hebben er 2 jaar voor uitgetrokken). SBH onderhoudt goede contacten met de eigenaren en verstrekt hen zo nodig advies. Wij zijn positief over de tot nu toe uitgevoerde werkzaamheden aan de buitenzijde, zoals aangegeven op de door ons verstrekte tekeningen. Open monumentendag Dit jaar was het thema “Macht en Pracht” en deze dag werd gehouden op 14 september j.l.. Veel monumentale gebouwen waren te bezichtigen waaronder: Sint Anthony Gasthuis, Weeshuis, Hendrick Nannes – Catrijn Epes, Monumentale kerken, Albada Jelgersmahuis, Stadhuis Bolsward en het Elgersmahuis. Ondanks het regenachtige weer was de belangstelling groot. Sinds de herindeling organiseert de gemeente Súdwest-Fryslân de open monumentendag voor de gehele gemeente, maar voor Bolsward is Bolsward Historie nauw betrokken bij de organisatie van deze dag. Hans Berkhemer, die voor de laatste keer deze werkzaamheden op zich had genomen, werd bij aanvang van deze dag door wethouder Sinnema nog even extra in het zonnetje gezet en bedankt met een bos bloemen. Stadhuis Bolsward De onderhandelingen en het overleg tussen de drie musea (Oudheidkamer SBH, Titus Brandsma Museum en Gysbert Japicxhûs) samen met de bibliotheek Bolsward en de gemeente Súdwest Fryslân, over de invulling van het Stadhuis, vorderen gestaag. Het vraagt veel studie en onderzoekwerk naar mogelijkheden betreffende de indeling, program van eisen en organisatie. Op dit moment zijn er nog geen definitieve besluiten genomen, getracht zal worden dit voor het einde van het jaar rond te krijgen, zodat het Stadhuis van Bolsward weer het huis van de stad wordt. Tot zover, wordt vervolgd.
Restauratie/Verbouw oude Stadsboerderij In het vorige magazine hebben wij gemeld, dat de voormalige stadsboerderij van wijlen Corrie de Groot aan ’t Laag 34 is verkocht aan twee jonge mensen, te weten Vincent Kok en Wypkje Sterkenburg, die met veel enthousiasme dit vervallen pand zijn gaan restaureren/verbouwen tot woonboerderij. Het werk doen zij
Dicky Bosma-Faber (Bolsward, 1944) voorheen werkzaam bij Kon.Tichelaar, Makkum, diverse publicaties in de rubriek 'Bolswarder Zaken' in het Bolswards Nieuwsblad.
Johan Dijkstra (Sneek, 1962) werkzaam bij de Noordelijke Dagblad Combinatie. Daarnaast grafisch vormgever en schrijft over sport voor regionale weekbladen.
Jan Keuvelaar (Den Haag, 1943) voorheen werkzaam bij de gemeente Bolsward, redactie gemeentelijk contactorgaan “de brugge”, diverse publicaties “Histoarysk Nijs”.
Cor Greydanus, voorzitter SBH. Bolsward, oktober 2013
Peter Mulder (Sneek, 1959) directeur van de St. Thomasschool in Leeuwarden, publiceert wekelijks in het BN over de historie van de stad, verzamelaar van alles wat met Bolsward heeft te maken.
Daniël Nauta (1968) Beeldend kunstenaar en Cultureel ondernemer in o.a. educatieve kunst-projecten gericht op cultureel erfgoed en moderne kunst. Tevens lid bestuur St. Bolsward Historie.
•LycklamaàNijeholt,eenfamilievanpommeranten
I
N
H
O
U
D
S
O
P
A
V
E
Lycklama à Nijeholt, een familie van pommeranten
4
Papier, pen, potlood en penselen, onmisbare attributen van illustrator Jaap Kramer
7
115 Jaar herenkleding naar maat op de Rijkstraat 10 Bolsward in de Leeuwarder Courant van 1763 (250 jaar geleden)
12
Column Joop Mulder
13
Bij het jubileum van wasserij “Florence” (1913-2013)
14
‘Willen we bijblijven, dan moeten we fuseren’
18
En toen was er gas in Bolsward….
20
Mijmeringen over het oude Bolsward
22
Caspar di Robles en de plattegrond van Bolsward 24
Vers Geperst/Allerlei
26
Van de redactie Inmiddels heeft u het vijfde nummer van Magazine Bolswards Historie in handen. Ten opzichte van nummer vier zijn er twee wijzigingen. Dit nummer wordt niet huis-aanhuis bezorgd, maar alleen bij de donateurs van de Stichting Bolswards Historie, daarnaast bevat deze uitgave 28 in plaats van 24 pagina’s. De redactie hoopt dat u weer geniet van vele lezenswaardige artikelen. Hiernaast treft u de inhoud aan. Graag geven wij enige toelichting op onze keuzes. Uw aandacht wordt gevraagd voor het wel en wee van de familie Lycklama à Nijeholt, waarvan de eerste zich circa 1750 in Bolsward vestigde. Over deze familie valt zoveel te vertellen dat we in dit nummer de 1e en 2e generatie behandelen en in het voorjaarsnummer van 2014 de volgende generaties. Het voorwerp uit de Oudheidkamer dat aan u wordt voorgesteld is een zilveren zegelstempel uit 1640. Vervolgens kunt u kennis maken met de oud-Bolswarder Jaap Kramer, die de pensioengerechtigde leeftijd al lang gepasseerd is, maar nog steeds actief bezig is als illustrator. Peter Mulder duikt voor u in de geschiedenis van de herenmodezaak S.S. van der Werf en de 100-jarige wasserij Florence. Joop “Oerol” Mulder vult de column met zijn jeugdherinneringen en laat Otteloeres en De Sik langs komen. We blikken verder aan de hand van de Leeuwarder Courant terug op Bolsward in 1763. Gastschrijver Obe van der Meer vervolgt zijn serie over de cartografie van Bolsward en behandelt de twee in de atlas van Caspar de Robles voorkomende kaarten. Johan Dijkstra laat zijn licht schijnen op de fusie van de voetbalverenigingen CAB en Bolswardia in het kader van eerdere samenvoegingen van Bolswarder voetbalclubs. Herinneringen aan Bolsward en de Stichting van de Gasfabriek krijgen ook de aandacht. Eveneens wordt uw aandacht gevraagd voor het in het voorjaar verschenen boek over Bote en Schelte à Bolswert. Losse nummers zijn weer op de vertrouwde verkoopadressen verkrijgbaar. Het donateurschap van de Stichting Bolswards Historie, met inbegrepen twee magazines per jaar, of een los nummer is misschien ook wel een aardig sinterklaascadeautje en misstaat zeker niet onder de kerstboom. Wij hopen dat u ook deze uitgave weer weet te waarderen. Mocht u opmerkingen of suggesties hebben of is er een onderwerp waaraan u graag aandacht besteed wilt hebben, neem dan contact op met redactie@stichtingbolswardshistorie.nl Jan Keuvelaar.
LYCLAMA A NIJEHOLT
Lycklama à Nijeholt, een familie van pommeranten Volgens het ‘Wurdboek fan de Fryske Taal’ is een pommerant: een prominent, vooraanstaand, leidend figuur. Die titel is op het lijf van deze familie geschreven. Wij volgen het spoor van Hector Jacob Lycklama à Nijeholt die zich in 1756 in Bolsward vestigde en zijn nazaten. Hector werd 8 augustus 1736 te Franeker geboren als zoon van de plaatselijke advocaat Albertus, die daar tot de vroedschap behoorde en tot burgemeester werd benoemd. Zijn carrière zette hij in 1738 voort als secretaris van de grietenij Hennaarderadeel en hij verhuisde met het gezin naar Wommels. Hector trad in de voetsporen van zijn vader en ging in zijn geboorteplaats rechten studeren. ✑ door Jan Keuvelaar
H
ij was of een zeer vlotte leerling of de opleiding stak behoorlijk anders in elkaar dan tegenwoordig. Op 3 september 1754 werd hij als advocaat ingeschreven bij het Hof van Friesland, amper 18 jaar oud. Hij bleek ook al een proefschrift te hebben geschreven want hij werd bij het Hof ingeschreven als Dr. Lijklama à Nijeholt. Op 25 januari 1756 trouwde hij te Franeker met Rinske Willems Veersma (ook Feersma), die afkomstig was van Makkum. Uit het burgerboek van Bolsward blijkt dat hij zich hier -komende van Franekerin de loop van 1756 vestigde. Hij kocht samen met chirurgijn Wieger Swerms voor 300 caroliguldens een huis op de noordkant van de Nieuwmarkt. In de proclamatie van de verkoop van het huis wordt dit als volgt omschreven: heerlijk sterk huis en fraaie tuin, voorzien van verscheidene grote en kleine logeable camers en vertrekken, zowel onder als boven, achterkeuken, zolders, put en bak gelegen op de Nieuwmarkt, strekkende voor van de straat tot achter aan de Haven. In 1771 verhuisde hij naar Appelmarkt 9 en huurt dit pand van de erven van Willem Durks. In 1778 kocht zijn weduwe het huis. In advertenties uit de Leeuwarder Courant komen wij Hector tegen als verkoper van onroerend goed. Advocaten traden toen ook op als makelaar en begeleidden de verkoop op verzoek van de eigenaar. Het echtpaar Hector en Rinske kreeg in Bolsward vijf kinderen, vier zonen en een dochter. Albertus (de oudste) werd op 14 november 1756 geboren, Willem zag 11 april 1759 het levenslicht, Tjepke volgde op 4 november 1764, zusje Adriana drie
4
nummer 5 - jaargang 3
jaar later (17 november 1767) en tenslotte kwam de benjamin, Durk geheten, op 12 september 1771 ter wereld. Het gezin verloor al jong hun vader, Hector overleed op Oudjaarsavond 1772, hij was toen 36 jaar oud. Over Albertus, Willem en Tjepke valt het nodige te vertellen. Over Adriana en Durk minder. Adriana trouwde op 6 oktober 1793 met Jan Piers Westerbaan en Durk
▲ Franeker Hogeschool (collectie Tresoar) trouwde te Harlingen. Hij vertrok later naar Enkhuizen, waar hij werkzaam was als geneesheer. Albert ‘de houwdegen’ (Bolsward 1756-Zwolle 1848) Albert verdiende de kost als koopman en textielfabrikant. Hij was geen lid van de patriottische vrijwillige schutterij in Bolsward. Maar dat hij een vurig patriot en dus een verklaarde tegenstander was van stadhouder Prins Willem V en zijn politieke aanhangers staat buiten kijf. Nadat Coert Lambertus van Beyma in 1787 een coup had gepleegd en in Franeker de afgescheiden provinciale staten had gesticht, bood hij zijn diensten daar aan en werd kapitein van de vrijwillige schutterij in die stad. Op 4 september had zich in Franeker een legertje van zo’n 1500 patriotten verzameld.
▲ Officier Bataafs legioen Van Beyma liet op 7 september een verklaring uitgaan naar alle steden en grietenijen waarin hij erkenning vroeg voor zijn beweging. Hoewel zeer verdeeld, erkende het bestuur van Bolsward op 11 september de Franeker Staten. Albert vertrok die dag vanuit Bolsward met een detachement vrijcorporisten naar Lemmer. Zij wilden voorkomen dat het leger van de Pruisische koning (zwager van Prins Willem V) Friesland zou binnentrekken. Op 13 september bezetten de mannen van Albert Sloten. Hij liet de stadspoorten sluiten en de bruggen ophalen. De 11 kanonnen van de stad maakte hij buit en deze nam hij mee naar Lemmer. Tien dagen later haalden de patriotten bakzeil. De voor de patriotten gevluchte Willem V was naar Den Haag teruggekeerd. De financiële middelen van de beweging raakten op en van de bevolking kreeg men onvoldoende steun. Toch vocht Albertus in oktober nog met een compagnie Friezen in Utrecht tegen de Pruisen. Veel Friese patriotten gingen naar Amsterdam, de meest republikeinse stad van de Nederlanden. Maar ook Amsterdam voegde zich in de loop van de maand oktober weer onder het gezag van de stadhouder. Er zat niets anders op dan naar Frankrijk te vluchten. Albert vertrok net als verscheidene andere patriottische
▲ plattegrond St.Omer 1667 (bron: home.kpn.nl/janet.bijl)
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
LYCLAMA A NIJEHOLT Friezen naar Picardië en vestigde zich in de plaats Saint-Omer. Het Hof van Friesland riep hem in april 1788 ter verantwoording. Bij verstek werd hij veroordeeld en zijn goederen verbeurd verklaard. Van Saint-Omer verhuisde Albert naar Duinkerken. Hij nam dienst bij de Garde Nationale. In januari 1792 trad hij toe tot het Legion Franche Etrangère en werd hij benoemd tot 1e luitenant bij de 3e compagnie van het 4e bataljon. Hij deed mee met de veldtochten in 1792/1793 en raakte bij de inname van het in Vlaanderen gelegen Menen gewond aan zijn rechtervoet. Twee dagen na het oplopen van deze verwonding werd hij bevorderd tot kapitein. Ook in 1794/1795 nam hij deel aan de campagne. Zo kwam hij weer terug in Nederland en zijn geboorteplaats Bolsward. Als kapitein van het Bataafse legioen werd hij als een held in zijn vaderstad ingehaald. In de taal van toen door T. Dooitzes geschreven: ‘Welkomst-groete aan den Bataafschen burgerheld Albartus Lyklama: in den jaare 1787 uitgeweeken, en als capitein over eene compagnie dappere Franschen met triumf in zijn vaderland, en op den 22sten Februarij 1795 in Bolsward wedergekeerd’. Deze groet verscheen zelfs in druk. Albert bleef in het leger. In juli van hetzelfde jaar werd hij bevorderd tot luitenant-kolonel bij het 1e bataljon van de 5e halve brigade en deed mee aan de campagne in Duitsland. Later werd hij gelegerd op de rede van Texel en raakte bij de acties tegen de Engelsen en de Russen, die in 1799 op de kust van Noord-Holland landden, op 27 augustus 1799 opnieuw gewond, deze keer aan zijn rechterarm. Tot nu toe was Albert vrij man, maar in 1800 trad hij in het huwelijk. Zijn vaderstad Bolsward keerde hij de rug toe. Tot 31 december 1810 bleef hij in het leger, laatstelijk in de rang van brigadier. Bij zijn pensionering werd hem een pensioen van ƒ 1.900,00 toegekend. Hij vestigde zich in Zwolle waar hij op 15 december 1848 overleed.
Willem ‘de bestuurder’ (Bolsward 1759- Workum 1809) Hij werd op 11 april geboren. Hij trouwde op 30 april 1780 in Sneek met de uit Harlingen afkomstige Trijntje Albartus de Haas. Willem woonde toen in Sneek,
▲M arktplein St. Omer (bron home.kpn.nl/janet.bijl) mogelijk dat hij daar in dienst was bij een plaatselijke apotheker, waar hij zijn opleiding genoot. Terug in Bolsward werd Willem op 6 september 1784 lid van de stedelijke schutterij in de rang van vaandrig. Krap twee jaar later koos men hem op 2 juni 1786 tot lid van de vroedschap. Zijn functie in de schutterij verviel hierdoor. Wel was hij op 15 juli 1785 kapitein geworden van het patriottische vrijkorps. De andere kapitein was Cornelis van der Burg. Elk had 40 man onder zijn bevel. Na het overlijden van zijn 1e vrouw hertrouwde Willem op 11 februari 1787 met Anke Reinders Buwalda. Dinsdag 11 september 1787 erkende Bolsward de zogenaamde Pretenzer Staten te Franeker. Pier Westerbaan de belastingontvanger van de stad probeerde de stadskas in Leeuwarden veilig te stellen. Willem ging hem in een sjees bespannen met vier paarden achterna. Bij Oosterlittens wist hij hem te achterhalen en Pier zegde toe het geld te zullen afdragen aan de Staten van Franeker. Toen het tij keerde vluchtte ook Willem naar Frankrijk en verbleef daar net als zijn broer in Saint-Omer. Hij kreeg daar financiële ondersteuning van de Franse overheid. De oudste zoon van Willem was Albertus op 5 november 1786 nog in Bolsward geboren en in 1829 te Semarang overleden. Uit het 2e huwelijk werden in Saint-Omer nog 3 kinderen geboren. Hij stond daar te boek als apotheker. In december 1788 werd voor hem een ander lid in de vroedschap gekozen, omdat hij zich buiten de provincie bevond. In 1786 had hij de eigendom van Appelmarkt 9 overgenomen en vervolgens deed zijn broer Tjepko dat in 1790. Na zijn terugkeer uit ballingschap vestigde Willem zich in Workum en kreeg daar de functie van inspecteur der rijksmiddelen.
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
Tjepke (ook Tjepko) ‘voogd en apotheker’ (Bolsward 1764 – Bolsward 1823) De derde zoon van Hector Jacob werd 4 november geboren. Hij trouwde 5 juni 1791 met Alida van Reen. Uit deze verbintenis werd een kind geboren dat 4 mei 1792 werd begraven, Alida overleed op 3 juli van datzelfde jaar. Na bijna 8 jaar weduwnaar te zijn geweest hertrouwde Tjepke op 22 juni 1800 te Lemmer met Sjoerdje Sjoerds Stapert. Haar vader was een belangrijke patriot, die ook gevlucht was naar Frankrijk en daar contacten had met Albertus en Willem, de broers van Tjepke. Hij verdiende de kost als apotheker in een pand aan de Appelmarkt. Ook was hij bestuurlijk actief, want in 1802 komen we hem tegen als voogd van het Weeshuis. Tijdens de periode van het Koninkrijk Holland (1806-1810) was hij lid van de schepenbank en rentmeester van Bolsward. In 1808 werd een vleugel van het Weeshuis herbouwd. Op de aangebrachte herdenkingssteen staat de naam van Tjepke bovenaan. Na de Franse tijd werd door de “Heeren Commissarissen Generaal in het Departement Vriesland” op 28 december 1813 een provisioneel stadsbestuur benoemd, dat bestond uit vier burgemeesters en twaalf vroedschapsleden. Tjepke werd benoemd tot lid van de vroedschap. Twee jaar later verving Koning Willem I het provisionele bestuur door drie burgemeesters en zeven raadsleden. Tjepke keerde in dit college niet terug. Op 29 april 1823 overleed hij op 58-jarige leeftijd. Over de 3e en 4e generatie de nakomelingen van Tjepke en Sjoerdje leest u in het volgende nummer van dit magazine.
nummer 5 - jaargang 3
5
Uit de oudheidkamer
✑ door Jan Keuvelaar
D
oor een aantal experts wordt onder leiding van prof. dr. Johan R. ter Molen gewerkt aan een boek over ruim 400 Friese zilveren voorwerpen. Ter Molen was tot 1 september 2013 bijzonder hoogleraar ‘Toegepaste Kunsten en Kunstnijverheid’ aan de Faculteit der Letteren van de Radboud Universiteit te Nijmegen. Die bijzondere leerstoel wordt gefinancierd door de Ottema-Kingma stichting te Leeuwarden. In het boekwerk wordt uiteraard ook aandacht besteed a'an in Bolsward vervaardigde voorwerpen, waaronder een aantal behorende tot de collectie van de Oudheidkamer Bolsward. Een van die voorwerpen is het zogenaamde grootzegel van Bolsward. Folkert Rochus merkte dit stempel in 1640 met zijn meesterteken. Het stempel heeft een gedraaid
▲G rootzegel met handvat (foto Tom Haartsen, Ouderkerk a/d Amstel) in het Bolswarder archief en dateert van even na 1600. De andere afslag is van 1422 en bevindt zich in het Groninger archief. Het grootzegel zal door het gebruik gedurende enige eeuwen versleten geraakt zijn, zodat er een nieuw exemplaar moest worden gesneden. Helaas heeft onderzoek in de stadsrekeningen naar de eventuele betaling aan Folkert Rochus geen resultaat opgeleverd. Het oudst bekende zegel van Bolsward is gehecht aan een document gedateerd 15 augustus 1331, dat zich bevindt in het oud-archief van de gemeente Arnhem. Dit zegel toont een slecht getekend kerkgebouw in RomanoGothische stijl met vier minaretvormige torentjes. Het is nog wel aardig om te weten dat tot opvolger van Ter Molen ingaande 1 september 2013 is benoemd de in Beetsterzwaag (1975) geboren dr. Johan de Haan. Johan heeft zijn jeugd in Bolsward doorgebracht waar zijn vader directeur van de Amrobank was. De bijzondere leerstoel is voor een periode van drie jaar gedurende een dag per week. De Haan zal zich in de komende drie jaar bezig houden met “het Friese interieur”.
▲ Stempel in spiegelschrift (foto Tom Haartsen, Ouderkerk a/d Amstel) houten handvat. In het stempel is de stadspatroon van Bolsward St. Maarten te paard en het wapen met de dubbele adelaar gesneden. Het randschrift luidt: Magnum Sigillum Bolswardianum 1640. De belangrijkste door het bestuur van de stad opgestelde stukken werden gezegeld met het grootzegel. Voor de laten we zeggen gewone correspondentie werd gebruik gemaakt van het zogenaamde stadssecreetzegel. De zegels werden vaak afgeslagen op een aan de oorkonde bevestigd lint, dat aan het stuk werd gehecht. Van het grootzegel zijn twee afslagen bekend. Een bevindt zich
6
nummer 5 - jaargang 3
▲ Stadssecreetzegel (scan Inventaris der Archieven van Bolsward)
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
illustrator jaap kramer
Papier, pen, potlood en penselen, onmisbare attributen van illustrator Jaap Kramer ✑ door Dicky Bosma-Faber Jeugd in Bolsward Jaap Kramer werd op 6 mei 1936 in Bolsward geboren. Hij was het tweede kind in het gezin van metselaar IJpe Kramer en Hieke Kramer-Tuinstra. Er zouden later nog twee broertjes en vier zusjes bij komen. Het ouderlijk huis stond aan het Hoog Bolwerk. Al vroeg bleek dat Jaap een groot tekentalent
had. Moeder Hieke, zelf erg creatief, moedigde het tekenen van Jaap aan en heeft veel van zijn tekeningen bewaard. Jaap bezocht de C.V.O.-school aan de Hid Herostraat en ook daar viel zijn tekentalent op. Met zijn zelfgeschreven verhaaltjes en bijbehorende tekeningen oogstte hij bij de kinderen veel bewondering. Na de lagere school ging Jaap naar de ULO. Maar hier hield hij het na een paar jaar voor gezien. Hij had maar één doel voor ogen: illustrator wor-
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
den. Hiervoor had je geen middelbare schooldiploma nodig, vond hij. Opleiding Aanvankelijk werkte hij bij verschillende Bolswarder bedrijven, onder andere bij de Hollandiafabriek, IJzerhandel Van der Meulen en bij kruideniersgroothandel Hettema. Bij de Leidse
Wie heeft vroeger niet met rode oortjes een spannend boek of strip zitten lezen en zich daarbij vergaapt aan de mooie plaatjes of zich door een prachtige omslagillustratie laten verleiden tot het kopen van een boek? Jaap Kramer heeft van het illustreren van (jeugd)boeken en het tekenen van stripverhalen zijn beroep gemaakt. Reden om deze oudBolswarder in zijn huidige woonplaats Groningen op te zoeken en te praten over zijn leven en werk.
nummer 5 - jaargang 3
7
illustrator jaap kramer Poel was onder de indruk van het tekentalent van Jaap en bood hem een baan aan op de tekenkamer van het bedrijf. In 1957 is hij daar begonnen. In 1958 ging hij voor halve dagen werken bij het Groningse reclamebureau Oosterwijk & Oosterwijk. De overige tijd benutte hij door samen met collega Teuben van clichéfabriek De Poel een klein reclamebureau te beginnen en ze startten het advertentieblad ‘De Fa-
Onderwijsinstelling volgde hij een schriftelijke cursus illustratietekenen. Toen hij zestien was solliciteerde hij naar de functie van reclametekenaar bij het Leeuwarder reclamebureau Hallema en Molenaar. Hij werd aangenomen, verdiende niet veel, maar leerde daar wel de kneepjes van het vak. Diensttijd en werk In de jaren vijftig kende Nederland nog de dienstplicht en Jaap moest onder de wapenen. Zijn legerplaats werd Zuidlaren. Via het reclamebureau in Leeuwarden kreeg hij tijdens zijn diensttijd nog steeds opdrachten. Omdat hij op zekere dag zijn wapen had laten slingeren, kreeg hij celstraf. Hij verveelde zich rot in de cel en vroeg om potlood en papier. Dit werd hem toegestaan en in de cel begon hij aan een stripverhaal met de titel Jim Burke. Na zijn diensttijd presenteerde hij dit stripverhaal aan de redactie van het Bolswards Nieuwsblad, die het graag wilde plaatsen. In die tijd werden er van de illustraties eerst nog clichés gemaakt. Dit gebeurde bij clichéfabriek De Poel in Groningen. Directeur De
▲ Kindertekening Jaap stadhuis
8
nummer 5 - jaargang 3
voriet’. Helaas was dat van korte duur, want de adverteerders waren laks met betalen. Het kostte veel tijd om het geld te innen en het was ook nog eens een vervelende klus. Bovendien kregen ze geduchte concurrentie van een commercieel huis-aan-huisblad. Na de uitgave van een paar nummers zijn ze gestopt. Via zijn werkgever kreeg Jaap in 1965 een opdracht van uitgeverij De Vuurbaak om het boek ‘Onder de Geuzenvlag’ van Piet Prins te illustreren. Dit werk beviel Jaap zo goed, dat hij besloot om freelancer te worden. In overleg met zijn werkgever kon hij blijven rekenen op opdrachten van het reclamebureau. Hij schreef een aantal relaties uit zijn vroegere werkkring aan en kon toen aan de slag als zelfstandig kunsten a a r / o n d e r n e m e r. Opdrachtgevers van het eerste uur waren het Nederlands Dag-
blad, de educatieve uitgeverij Jacob Dijkstra, De Noord Nederlandse Stempelfabriek, Onze Eigen Krant en uitgeverij De Vuurbaak. De twee voormalige werkgevers, reclamebureau Oosterwijk & Oosterwijk en clichéfabriek de Poel, kwamen ook nog steeds met opdrachten. In 1978 werd Jaap benaderd door uitgeverij Wolters-Noordhoff met het verzoek om illustraties voor schoolboeken te maken. Deze relatie duurde tot 1990, toen Wolters-Noordhoff een ander beleid ging voeren. Jaap legde zich nog meer toe op het illustreren van jeugdboeken en werkte voor de reformatorische uitgeverijen Den Hertog en De Banier. Per jaar verzorgt Jaap twintig tot vijfentwintig boeken. De productie van Jaap Kramer is enorm. In de loop der tijd zijn er meer dan 600 boeken door hem geïllustreerd, waaronder de bekende ‘Snuf de hond’- serie van Piet Prins. Zelf heeft hij een voorkeur voor boeken over geschiedenis in zijn algemeenheid en over de Tweede Wereldoorlog en verzet in het bijzonder. Verder heeft hij diverse stripverhalen getekend voor onder meer Het Reformatorisch dagblad en diverse tijdschriften. Ook maakte hij tekeningen voor een geschiedenisprogramma van de E.O. De kinderbijbels die hij heeft geïllustreerd zijn in vele talen vertaald, onder andere in het Russisch en in het Chinees. Grappig om te beseffen dat kinderen in verre landen van zijn illustraties kunnen genieten! Van de bekende reeks ‘Engelandvaarders’ van schrijver K. Norel maakte hij een stripverhaal. Inspiratie, research en documentatie Het werk van de bekende illustratoren Cornelis Jetses, J.H. Isings, Anton Pieck, Tjeerd Bottema en Rien Poortvliet inspireerde Jaap Kramer bijzonder. Net als hen is Jaap perfectionistisch ingesteld en heeft hij een scherp oog voor detail. Voordat hij met tekenen begint, leest hij nauwkeurig het manuscript en bij twijfel vraagt hij de auteur om nadere informatie. Bijvoorbeeld tot welke stam de indiaan in het verhaal hoort om er zeker van te zijn dat hij de juiste kledij tekent. Of welke rang de militair
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
illustrator jaap kramer een boek te schrijven over de lotgevallen van meester Albada tijdens de Tweede Wereldoorlog. Bert Wiersema heeft daarna contact met de heer Albada opgenomen en in 1995 verscheen het boek ‘Op weg naar de bevrijding’, uiteraard met illustraties van Jaap Kramer.
▲ Zus Hieke op 6-jarige leeftijd, geschetst door Jaap Kramer in het boek precies heeft wat tot uiting komt in de onderscheidingstekens van het uniform. Alles moet kloppen. ‘Ze moeten me niet op een fout kunnen betrappen’, is zijn devies. Voor research heeft hij door de jaren heen een indrukwekkende documentatie opgebouwd met veel naslagwerken en lades vol afbeeldingen, alles gerangschikt naar onderwerp. Een archief waarin hij feilloos de weg weet. Bovendien heeft hij een grote verzameling cowboy-, indianen-, soldaten-, en dierfiguurtjes die hem tot voorbeeld dienen. Verder een collectie modelauto’s en een aantal schaalmodellen van schepen uit de 16e en 17e eeuw. Voor Jaap geen zoektocht naar afbeeldingen op het internet, hij vertrouwt op zijn eigen specifieke archief. Het is frappant hoeveel verschillende tekenstijlen Jaap Kramer beheerst. Gedetailleerde historische prenten, vlotte tekeningen met veel actie in de stripverhalen, grappige illustraties in de taal-, reken- en schrijfboekjes voor de basisschool en in kleuterboeken.
Tentoonstelling in Bolsward 2002 Dat het werk van Jaap Kramer alom in het land zeer gewaardeerd wordt, blijkt uit het aantal exposities, onder andere in het Gemeentelijk Informatiecentrum Groningen, Het Koetshuis in Roden, Grafisch museum Groningen en het Stripmuseum in Groningen. In zijn geboortestad Bolsward werd in 2002 de zomerexpositie in het Stadhuis aan hem gewijd. Deze drukbezochte overzichtstentoonstelling gaf een goede indruk van de ontwikkelingen in het werk van de kunstenaar. Ook werden er diverse jeugdwerken van hem getoond. Met pensioen? Hoewel Jaap Kramer al lang de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, peinst hij er niet over om te stoppen met zijn werk. ‘Mijn werk is mijn hobby, ik stop pas wanneer mijn handen niet meer willen!’ Nam hij in voorafgaande jaren tijdens zijn lange vakanties – drie maanden naar Spanje, waar hij met zijn vrouw Els een riante caravan heeft – allerlei tekenwerk mee, tegenwoordig neemt hij zelf ook echt vakantie. Eenmaal weer thuis in Groningen, zit hij elke dag weer gedisciplineerd te werken aan
▲ Kindertekening Jaap Martinikerk zijn tekentafel. Zo kan er dus weer een nieuwe generatie jeugd genieten van zijn prachtige illustraties. Bolsward kan trots zijn op deze oud-stadgenoot. In 2004 verscheen er van de hand van David de Poel een boek over het leven en werk van Jaap met de titel ‘De illustrator geschetst’. Het grote aantal illustraties dat in dit boek opgenomen is, geeft een prachtig overzicht van de verschillende stijlen die Jaap beheerst. Er zijn nog gesigneerde exemplaren van het boek te verkrijgen bij mevrouw H. Kramer, Snekerstraat 55, 8701 XC Bolsward, telefoon 0515-576160.
▼ I llustrator Jaap Kramer in zijn werkkamer
Een speciaal boek In 1994 organiseerden oud-leerlingen van de C.V.O.-school in Bolsward een reünie. Oud-leerling Jaap was ook van de partij. Tijdens deze reünie sprak hij met zijn vroegere meester Albada, op wie hij altijd zeer gesteld was. Meneer Albada vertelde over zijn enerverende belevenissen in de Tweede Wereldoorlog. Jaap was hiervan danig onder de indruk, hij vond dat dit bijzondere verhaal een boek verdiende. Na afloop van de reünie ging Jaap langs bij schrijver Bert Wiersema, voor wie hij al menig boek geïllustreerd had. Hij vroeg hem
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
nummer 5 - jaargang 3
9
115 jaar herenkleding op de rijkstraat
In maart 2013 heropende Max Mannenmode na een grondige verbouwing opnieuw de deuren van de winkel. De eigenaars keerden terug naar het concept van Simme Sjoerds van der Werf die 115 jaar geleden op dezelfde locatie een herenmodemagazijn opende. Na een korte periode heren- en dameskleding te hebben verkocht, werd de focus weer gericht op de mannen. Over een jubilaris van 115 jaar is natuurlijk het nodige te vertellen. In dit artikel belichten we een aantal aspecten van de lange historie van een herenkledingzaak die een begrip was en nog steeds is in Bolsward en omstreken.
leer, zwart van kleur verpakt en aan elkaar verbonden door een brede riem over de schouder werden gedragen, zodat één pak op de rug en het ander op de rechterborst kwam te hangen. De klant had de keuze uit twee of drie stoffen waarvan het pak gemaakt kon worden. Zo werden vele boerderijen afgereisd. Als men een klant had gevonden dan werd het pak aangemeten. Een secuur werk voor de kleermaker, want
115 Jaar herenkleding na ✑ door Peter Mulder
de torens plaatste en in de winter was hij de ijverige ijsbaaninspecteur. Naast Westerbaan kwam de tapijtzaak van de firma Stockmann. Deze firma had ook nog een grote zaak aan de Marktstraat. Naast de winkel van Stockmann was de firma J. Donker gevestigd, handelaar in gedestilleerd en eigenaar van een vruchtensappenfabriek. Naast Donker stond de zaak van S.S. van der Werf. De panden van Donker en Van der Werf werden later samengevoegd. Naast S.S. van der Werf woonde Sietse Wouters. Hij verkocht klompen. Aan zijn gevel hing een grote klomp die fungeerde als een groot reclamebord met daarop “Okkema’s klompen”. Op de hoek naast Sietse Wouters woonde Fokke Oosterbaan. Hij dreef een winkel waar allerlei galanterieën te koop waren maar ook rollen asfaltpapier, kippengaas en boerengereedschappen.
tussen het moment van aanmeten en afleveren zat door de afstanden die men doorgaans aflegde geen “herkansing”. Nadat de ondernemer na een vermoeiende dag thuis arriveerde, kwam het notitieboekje te voorschijn en konden de kleermakers die verbonden waren aan de zaak aan het werk. Dit zullen er aanvankelijk niet veel zijn geweest, maar op het hoogtepunt van de zaak had de fa. S.S. van der Werf vijftien kleermakers in dienst! De zaken liepen zo goed dat aan het begin van de 20e eeuw in Dokkum een dependance werd gesticht die nog lang de naam van S.S. van der Werf zou blijven voeren, ook nadat deze was afgestoten.
▲ De twee winkels samengevoegd. (Archief Bolswards Historie)
Simme Sjoerds van der Werf De oprichter van de zaak was op 17 november 1867 in Bolsward geboren en zoon van Sjoerd Simmes van der Werf en Alida Louws Bergsma. Vader Sjoerd dreef een manufacturen- en beddenhandel in het pand hoek Kleine Dijlakker/Flipsteeg. Er zat handelsgeest in de familie want een broer van Simme, Laurens genaamd, nam de winkel in 1904 over van zijn vader nadat hij in 1898 samen met Simme de kledingzaak aan de Rijkstraat had geopend. Vanaf 1904 stond Simme er dus alleen voor. Een kledingzaak runnen betekende in die tijd dat er veel gereisd moest worden om opdrachten te vergaren. Want naast dat er klanten in de zaak werden ontvangen, moest men de boer op. Men ging als de klant in de nabijheid woonde te voet of anders kon men gebruik van de tram of een ander vervoermiddel. Op weg naar de klant werden twee staalpakken meegedragen. Dat waren pakken waarin stalen zaten die in zeil-
Uitbreiding van de zaak In 1905 trouwde Simme op 38-jarige leeftijd met Helena (Hieke) van der Meulen. Zij kregen zeven kinderen, waarvan de meesten een studie volgden. De oudste zoon Sjoerd leidde een groothandel in dameshoeden in Nijmegen. Twee zonen, te weten Theo en Douwe werden respectievelijk zenuw- en oogarts. Zoon Laurens werd priester in de orde van de Jezuïeten. Dochter Agnes trad in de congregatie van de Missiezusters van Onze Lieve Vrouw van Afrika en werkte een groot deel van haar leven in dat continent. Dochter Ida trouwde met Thomas Kamsma uit Bolsward en dochter Agatha trouwde met Frits van den Berg, de latere directeur van de zaak. Voor de meeste kinderen werd Bolsward te klein en zij vertrokken
Het begin 19 Maart 1898 werd in het Nieuws- en Advertentieblad “Wonseradeel” uitgegeven door Westerbaan en Pekema aan de Appelmarkt aangekondigd: “Heden Zaterdag opening van het HeerenModemagazijn aan de Rijkstraat” . De adverteerder S.S. van der Werf maakte bekend dat hij ruim voorzien was van gemaakte heren- en kinderkleding en rijke stoffen voor kleding naar maat. Bovendien was er een aanbod van heren- en kinderhoeden. De winkel was gesitueerd aan de Rijkstraat nr. 6. Dit pittoreske plekje aan de gracht in de schaduw van het prachtige stadhuis lag aan het einde van de 19e eeuw aan een gezellige drukke winkelstraat met nijvere winkeliers. Vanaf de Appelmarkt richting Koemarkt waren dat respectievelijk: Jan Westerbaan, hij was de man die de bliksemafleiders op
10
nummer 5 - jaargang 3
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
115 jaar herenkleding op de rijkstraat en noemde het heel toepasselijk Apple Four. Max Mannenmode In 1992 verkocht de familie Van den Berg de winkel aan Max Wijnia. Zijn carrière lijkt op een Amerikaans jongensboek en zou de titel “Van loopjongen tot directeur!” kunnen dragen. Rond 1960 begon hij als 14-jarige jongen bij S.S. van der Werf. Op een trans-
der heden geen toekomst”, ademt de moderne winkel respect voor het verleden. Simme Sjoerds van der Werf, de oprichter van de zaak. (foto familie Van den Berg)
▲
naar elders. Een reden voor Simme van der Werf en zijn echtgenote om de kinderen na verloop van tijd te volgen. Zij kochten in Nijmegen een huis. Er werd intern naar plaatsvervangers gezocht om de zaak te runnen en men vond ze in de werknemers Postma en Visser. Eind jaren dertig werd de zaak omgezet in een Naamloze Vennootschap en werd Frits van den Berg, echtgenoot van dochter Agatha van der Werf, de di-
aar maat op de Rijkstraat recteur. De zaak groeide en er ontstond ruimtegebrek. Toen in 1956 de winkel van buurman wijnhandelaar Donker te koop kwam, werd die kans met beide handen aangegrepen. In eerste instantie werd een eenvoudige doorgang gecreëerd tussen beide panden, maar het aangekochte pand behield het karakter van een aanhangsel. In 1968 vond er een ingrijpende verbouwing plaats en
▲ De Rijkstraat omstreeks 1900. (Archief Bolswards Historie) maakte men van de oorspronkelijke twee winkels één geheel. In 1965 volgde Sim, de zoon van Frits van den Berg zijn vader op en bruisend van energie gaf hij een nieuwe impuls aan de zaak. Naast herenkleding werd er gaandeweg ook kinderkleding aangeboden. De confectie verdrong meer en meer de kleding naar maat en de kledingrekken raakten steeds voller met kant en klare kleding. In de jaren zestig ontstond er een markt voor de eigentijdse kleding, de zogenaamde jeans. Men opende daarvoor een pand aan Appelmarkt 4
portfiets werden de bestellingen rondgebracht en na een poosje mocht hij proberen iemand een stropdas te verkopen. Langzaam groeide hij in het vak en raakte hij op de hoogte van maat- en confectiekleding. Na een jaar in Leeuwarden te hebben gewerkt, kwam hij in 1968 bij zijn oude baas terug maar nu als vertegenwoordiger. Zo’n twaalf jaar lang bezocht hij een groot aantal vaste klanten in grote delen van Friesland. Aan het einde van de jaren zeventig bleek dit een aflopende zaak en was Max steeds vaker te vinden in de winkel aan de Rijkstraat. In 1992 kon hij de zaak van de familie Van den Berg overnemen. Zijn vurige wens om voor zijn 45e een eigen zaak te hebben ging in vervulling. Het imago en de naam werden veranderd. Vanaf dat moment prijkte “Max Mannenmode” aan de gevel. De goede kleding bleef en er kwam meer ruimte voor vrijetijdskleding. De wereld staat even stil… 13 december 2006 voltrok zich een ramp voor de familie Wijnia. 13 December overleed Max zeer plotseling aan een hartstilstand. De familie besloot dat dochter Ingrid en haar man Henk Jan van der Wagen de zaak zouden overnemen. Ingrid had eerder wel eens met haar vader gefantaseerd over een dameslijn, maar het was er nooit van gekomen. Bij de overname van het bedrijf werd de beslissing genomen die uitdaging aan te gaan. Dit betekende dat de naam werd veranderd in Max Mode. Na een aantal jaren werd uiteindelijk besloten terug te keren naar het oude concept. De winkel werd grondig verbouwd en in maart 2013 vond de opening plaats van de nieuwe winkel van Max Mannenmode. In die verbouwing wordt duidelijk zichtbaar dat de nieuwe generatie oog heeft voor het verleden. Want onder het motto: “Zonder verleden geen heden en zon-
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
Daarbij is het opmerkelijk dat men anno 2013 voor maatpakken nog steeds terecht kan op Rijkstraat 6. Dat aangemeten pak wordt weliswaar niet meer zoals vroeger op deze locatie vervaardigd, maar wordt met dezelfde accuratesse gemaakt in het verre China. Een prachtig bewijs van een nieuwe generatie kledingverkopers die over de grenzen heen kijkt. Een ander bewijs van ondernemingsgeest is de start van een nieuwe bedrijfstak: Max bedrijfsmode. Max die vele jaren tamboer-maître was bij muziekkorps Oranje bemoeide zich als deskundige uiteraard met het kleden van het korps. Hij hield zich graag bezig met het ontwerpen van uniformen. Het is dan ook niet vreemd dat zijn dochter in zijn voetsporen treedt. Met de nieuwe tak aan dit bedrijf wordt een brede doelgroep bediend. Van receptioniste tot begrafenisondernemer en van beveiligingsbeambte tot korpslid. Als een bedrijf meer dan een eeuw geschiedenis kan schrijven in dezelfde branche maar in een veranderende tijd, getuigt dat van veel veerkracht, dynamiek en ondernemingsgeest en past het ons respect te betuigen aan de generaties die deze prestatie van formaat hebben geleverd.
▲ De oprichtingsadvertentie uit 1898. (archief familie Van den Berg)
nummer 5 - jaargang 3
11
leeuwarder courant 250 jaar geleden
Bolsward in de Leeuwarder Courant van 1763 (250 jaar geleden) •
•
•
• •
•
•
•
•
12
Op 5 januari wordt meegedeeld dat Hare Hoogheid mevrouw de Prinses-Douairière van Orange en Nassau tot nieuwe burgemeesters in Bolsward heeft benoemd Jr. Georgius S. van Heemstra en Douwe Bouma. Marie-Louise von Hessen-Kassel stond in Friesland bekend als Marijke Meu en was regentes voor haar kleinzoon stadhouder Willem V. De secretaris van de stad, dr. Petrus de Kok, treedt ook op als verkoper van onroerend goed. Hij presenteert op 9 maart bij strijkgeld te verkopen het huis, de hof en een werkhuis door de dood van vroedsman L. Stoeltie ontruimd, zeer geschikt voor de een of andere fabriek. De verjaardag van “zyn Doorlugtige HOOGHEID den Heere Prince Erf-Stadhouder” wordt gevierd door het “lossen” van het kanon. De heren van het muziekcollege hebben ’s avonds om ongeveer 10 uur een kostbaar daartoe gereed gemaakt prieel en watervuurwerk laten afsteken, dit onder fraai trompetgeschal, ”tot genoegen van 1000den aanschouweren, ’t geen tot in den vroegen Morgenstond geduurd heeft.” Lezen we in de krant van 12 maart. Op 20 mei kon men in Bolsward terecht voor de aankoop van een bruin en zes zwarte ruinpaarden. In de krant van 16 juli vraagt Elke Idses, mr. pelmolenaar te Bolsward iemand die genegen en in staat is om als pelmolenaarsknecht te dienen, “die kan zig ten spoedigsten adresseeren by …..”. Vier dagen later lezen we dat bij J. Kramer, boekverkoper te Bolsward, loten te koop zijn in de 1e klasse van de generaliteits 45ste loterij waarvan de trekking op 16 augustus 1763 zou plaats vinden. Dat Bolsward nog steeds bemoeienis had met de scheepvaart lezen we in de krant van 5 oktober. Op 17 september lag zeilklaar te Dantzig, “De jonge Mesdag”, met als schipper Auke Rinkes, met een lading rogge om met de eerste gunstige wind naar Amsterdam te zeilen. In Amsterdam was enige dagen eerder de onder schipper Fokke Lases varende “De jonge Basseleur” aangekomen van Bour(g)neuf, geladen met een lading zout. In de krant van 26 oktober lezen we: “De Secretarien ABELUS en HANS WILLEM WIARDA als Geauthoriseerde Curatoren Bonorum over den gerepudieerden Boedel van wyl. JELTE HENNES van der MEULEN tot Bolsward ooverleeden, maaken door deezen elk en iegelyk die het aangaan mag, bekend; dat zy op Donderdag den 9 november 1763 de Klok 9 uur voor Noen, ten overstaan van Commissaris en Secretaris uit de Agtbaare Magistraat der Stad Bolsward zullen doen Rekening, Bewys en Reliqua hunner Curateele, wordende de Crediteuren verzogt als dan te compareeren ten Huize van de Wed. ANNE van der WOLDE binnen gedagte Stad.” Over deze Van der Meulen weten wij dat hij bakker
nummer 5 - jaargang 3
•
•
•
• •
was te Oosterlittens en zich later in Bolsward vestigde. De broers Wiarda waren grietenijsecretaris van respectievelijk Baarderadeel en Wonseradeel. Na het overlijden van Jelte bleek de erfgenamen dat de schulden de bezittingen waarschijnlijk overtroffen en zij weigerden de boedel, waarna de Wiarda’s aangesteld worden als redders van de boedel. De krant van 19 november leert ons hoe vroedsman R . Fontein van Reidsma aan de kost komt. Hij vraagt per mei 1764 “Iemant die er toe bequaam zy, en genegen is, om voor BLAUWVERVERS KNEGT te dienen, (op voordeelige Conditien). In het vorige nummer van dit magazine besteedden we aandacht aan de tabaksdoos van Reinder. Het onderhoud aan de trekvaart naar Leeuwarden leverde af en toe ook een krantenadvertentie op. Op 17 en 21 december deelt de Ed. AGTBARE MAGISTRAAT mee dat op 27 december de publieke aanbesteding “op den Raadhuize van de Stad Bolsward” zou plaatsvinden van het afbreken van de oude en weer nieuw maken van de Lange zogenaamde Bolswarder brugge, bij Pijphorne. “De laagste Schryver zal viertien Car, Guld. Stryk-geld genieten”. De Bolswarder brugge was gelegen bij Pyphorne in de grietenij Menaldumadeel, daar waar de Bolswardertrekvaart uitmondde in de trekvaart van Harlingen naar Leeuwarden. Af en toe is er sprake van verkoop van onroerend goed. In de krant van 28 december staat het volgende: “De Secretaris [van de grietenij Wonseradeel] HANS WILLEM WIARDA zal op Vrydagen den 6, 13 en 20 January 1764 de klok 1 Uur na Noen, ten huize van WYBE JOHANS Castelein in de Wynberg [nu bibliotheek] te Bolsward, publycq by Strykgeld verkopen. I. De geregte Vierde Part van een Heerlijke ZATHE EN LANDEN, met een genoegzaame nieuwe Huizinge en Schuure cum annexis, tot Cnossens onder de klokslag van Bolsward voornoemt; groot in ’t geheel 81 Pondematen beste Greidlanden en dus bezwaard met 35 Flor. 7 Stuivers. Wordende bij THOMAS JELLES gebruikt, die inhuringe van St. Petri en May 1764 tot 1769 of 1774 daar aan competeerd voor 320 Car. gls boven de Lasten, en ordinaris Meyers Conditien in cas van reparatie aan de Huizinge cum annexis. Heeft de Watermolens de eene op Tauzatie zonder geld, en de tweede Eygen. Zijnde deze Plaats bezwaard om aan de Beneficialen van Bolsward, Hettema en Hendrik Nannes Leenen, jaarlyks aan Eeuwige Renten en Huiren uitekeren, zuiver geld 77 Car. gls. II. De Agtste Part over hoog en laag van 13 Pondematen kostelyk TERP EN GREIDLAND aldaar, over ’t geheel bezwaard met 5 Florenen, bij Thomas Jelles voorsz. tot St. Petri 1769 of 1774 ingehuurt voor 110 Car. gls ’s jaars boven het Maalgeld, dog vrij Land van Schatting.”
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
column joop mulder
Column Eind jaren zestig was ik met Lammert Mol op zoek naar een eigen huisje. Onze eigen plek. We waren in Scharnegoutum geweest op een boerderij. Maar dat bleek helaas geen haalbare kaart. En zo kwamen we uiteindelijk op het Oordje terecht, een klein vervallen huisje aan het water. Opknappen geblazen. Het oude olijfgroene pluchen bankstel van huize Mulder en een oude leren stoel via mijn heeroom, deken in Heerenveen, zorgden voor comfortabele zitgelegenheid. Lammert had via zijn moeder ooit een mooie naam gehoord, het Haagse scheldwoord Otteloeres, “de drol van een oude zeeman”. Zo moest ons huisje heten! Het werd al gauw het thuisfront van onze vriendenclub. Gezellige avonden, eerst even naar “de Sik” en dan naar het Oordje. Lammert en ik hadden ons verbonden aan VANNU, de jeugdsociëteit op het Hoogje. Daar richtten we werkgroep Pietje op en onze eerste daad was een klein festival achter het stadhuis op de Wipstraat. Hoogtepunt was het Oliebolpolis Ballroom Dance-orchestra. Die band werd later Siepels en Wuttels met Doeke Tolsma als frontman. Daarna veroverden wij De Doele met een concert van Child of Nature, een band uit Drachten met Pink Floyd-achtige muziek. Ik had ze gezien in Eelde-Paterswolde waar ik in de kost zat toen ik in Groningen alsnog de H.B.S. probeerde af te maken.
had contacten en zou dat wel regelen. En zo stond Mankind uit de UK ineens op het podium in De Doele. Geen harses die er op af kwam en we zaten met de gebakken peren. Een tekort. Shit. Wat nu? Jan Akkerman liep weg bij het Grand Gala en daar was onze held. Lammert, Fred en ik in de lelijke eend naar Akkrum, op zoek naar Jan Akkerman. Het sneeuwde, was koud en de eend tochtte aan alle kanten. We voelden ons Reinier Paping, dus doorzetten! Aangekomen bij het huis van Jan zei Lammert: “Gaan jullie maar, anders is het misschien een beetje te veel.” Zo gezegd zo gedaan, ik belde aan en met zweet in de handen, ondanks de kou, mochten we binnenkomen. We werden bijzonder gastvrij onthaald en we zijn Lammert straal vergeten. Die zat dus te bibberen in de eend. Jan vond het een leuk plan om de benefiet te doen zodat we uit de zorgen kwamen. Op de valreep konden we een verkleumde Lammert nog even binnen halen en konden we toosten op het besluit om met Jan Akkerman een benefiet te doen. Dat werd een zeer geslaagde avond en de geldzorgen waren even voorbij. Ondertussen was Lammert verhuisd naar Terschelling. Zijn vriendin Gienie Altena was kleuterleidster in Midsland en zo vond Lammert een baantje achter de bar in de Stoep. Ik werkte inmiddels in het Diekje, de voormalige “Sik”. Jan van der Weide, mijn oude buurman van de Florencestraat was eigenaar en Ruud Stevens de zetbaas.
Joop Mulder
Foto Michiel Landeweerd
In Bolsward hoorde ik volgens mijn vader bij de “linkse hobbyisten” en daar moest verandering in komen dus ik was verbannen naar Op bezoek bij Lammert op Groningen. Helaas had hij geen reTerschelling werd ik gevraagd kening gehouden met mijn Friese Otteloeres voor een baantje als barkeeper kop dus ik zette door. Ik scharrelaldaar. Ik vond het reuze leuk de een beetje met Annie Brinksma in het Diekje maar dit was toch die naar de Balletacademie was gewel een uitdaging. Ruud en Jan gaan, dus ik moest ook in de dans. Op schoolfeesten in Groningen maakte ik ballet op mu- werkten mee en zeiden: “Doe maar Joop, kom je na het ziek van Pink Floyd en Iron Butterfly. Ik wilde ook in seizoen maar weer terug” . Heel fideel, dus ik lekker naar Bolsward zoiets doen. Met Fien Bakker maakte ik een Terschelling. Dat was het begin van mijn carrière! Ik ging ballet op muziek van Blood Sweat and Tears en Pink het jaar daarop terug naar Terschelling en zou uiteindelijk Floyd. Het beviel zo goed dat Lammert en ik de smaak kroegbaas worden. De Stoep werd de geboorteplek van te pakken kregen en vonden dat er meer moest gebeuren. Oerol. Ik kon dus al mijn fantasieën, ooit vormgegeven in We vroegen Fred Zijlstra om met ons mee te denken die De Doele, botvieren in mijn eigen kroeg. Hans Dulfer, Sivervolgens Henk Reekers erbij betrok. We noemden ons mon Vinkenoog, Jules Deelder, diverse artiesten passeernaar het geboortehuis van alle ideeën, OTTELOERES. En den de revue en dat leidde uiteindelijk naar de geboorte zo gebeurde het dat we ons eerste kleine festival organi- van een fenomeen: OEROL! seerden in De Doele. Voorprogramma Shakey Sam, toen de Bolswarder formatie Atlantis, hoofdprogramma CCC- Na dertig jaar ontwikkelt Oerol zich nog steeds en ik denk inc. Tsjêbbe Hettinga in de kleine zaal welke omgedoopt met veel liefde terug aan mijn Bolswardtijd. Het Diekje is er nog steeds, er is veel muzikaal talent in Bolsward. Ook was tot theetuin. Lammert woont er nog. Het blijft een uniek stadje. Zo haalden we ook nog Solution uit Groningen en Bolsward had er een feestje bij! Maar we waren ambitieus en JM-2013 dus moest er een buitenlandse band komen. Fred Zijlstra
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
nummer 5 - jaargang 3
13
wasserij florence 100 jaar
Bij het jubileum van wasse “Hoewel de eigenlijke datum 13 mei was, hadden wij de viering op 16 mei gesteld, omdat de vrijdag waarop 13 mei viel, voor de zaak een belangrijke dag is en daarom niet gesloten kon worden. De maandag leende zich daar beter toe. Begonnen met een H. Mis van dankbaarheid en H. Communie werd in onze huiselijke kring het ontbijt gebruikt. Reeds op vrijdag 13 mei mochten we veel bloemstukken ontvangen van collega’s, leveranciers en vrienden. De receptie werd 16 mei gehouden in “Den Hof van Holland” welke gezellig werd bezocht. ’s Avonds 8 uur begon de feestavond voor het personeel met dames. De zaal was keurig versierd door de handen van de door mij benoemde ceremoniemeesters onze Johan en Joost Negenman. Circa half acht werden wij, mijn vrouw en ik door een auto van huis gehaald, waarna wij de twee medejubilerende personeelsleden Simon Graafsma en Joseph Tusch, de laatste met zijn vrouw (de vrouw van Graafsma kon wegens ziekte niet van huis) per auto naar de feestzaal hebben geleid. Door het personeel opgewacht, werd ons een welkomstlied toegezongen. Tot ’s nachts drie uur hebben wij een heerlijk feest gevierd, waarbij gezongen, gespeecht, gedanst en gedronken werd. De toepasselijke voordrachten volgden elkaar regelmatig op. Die avond is voor allen een onvergetelijke geweest.“ ✑ door Peter Mulder Aldus blikte Thomas Mulder in zijn memoires terug op het 25-jarig jubileum van de Stoomwasscherij “Florence”. Alles met vaste hand onberispelijk opgeschreven in een prachtig cahier. In dit artikel zal ik dan ook rijkelijk putten en zo nu en dan citeren uit zijn levensverhaal. Zo wil ik u een beeld schetsen van de eerste vijfentwintig jaren van een Bolswarder bedrijf dat dit jaar zijn 100-jarig bestaan viert. Het begin en wat er aan voorafging…. Thomas Mulder was het achtste kind en de zesde zoon uit het gezin van Harmen Hendriks Mulder en Sybrigje Hylkes Overmeer. Hij werd 11 mei 1883 geboren in café Het Wapen van Wonseradeel aan de Harlingerstraat waar zijn vader toen kastelein was. Drie oudere broers en twee oudere zussen zouden hun ouderlijk huis verruilen voor het klooster om als priester of zuster door het leven te gaan. Na hem werden nog twee broers en twee zussen geboren. Voordat Thomas Mulder de wasserij startte was hij al actief in het Bolswarder zakenleven. In 1893 had zijn vader Harmen Hendriks Mulder een gebouw aangekocht aan de Gleibakkerij. Samen met T.S. Dijkstra dreef hij
14
nummer 5 - jaargang 3
werd gedaan door timmerman R.F. Feenstra. Thomas en zijn zus Catharina werden in de gelegenheid gesteld zich enigszins in het nieuwe vak te bekwamen aan de “Stoomwasscherij Het Westen” te Amsterdam. De installatie van machines geschiedde intussen door de machinefabriek “Reine-
een olieslagerij onder de naam “Dijkstra en Mulder” op de Koeof Nieuwmarkt, in de panden tegenover De Doele, later garage Sieperda en nu achterkant Hema. Met de overgang naar de Gleibakkerij hoopte men een nieuwe impuls te kunnen geven aan het bedrijf. De loop van de tijden en de ontwikkeling van de grootbedrijven in de fouragebranche ▲ Interieur van de oude wasserij. Thomas vierde persoon van rechts maakten het voortbestaan van de kleine bedrijfjes op den veld” te Delft en de fa. Ingelse en Co te duur onmogelijk. Toen in 1909 vader Schiedam. De watervoorziening werd Harmen Mulder overleed en Dijkstra aangelegd door N.W. Tijmoor te Haarzich al uit de zaak had teruggetrokken, lem. Op 2e Pinksterdag, 12 mei 1913, werd de olieslagerij op naam van zijn werd de nieuwe zaak ter bezichtiging moeder door haar zoon geleid. In 1912 voor het belangstellende Bolswarder werd in overleg met de familie beslo- publiek opengesteld, waarvan dankten het bedrijf te stoppen en in 1913 te baar gebruik werd gemaakt. “Hoe kon beginnen met een stoomwasserij. Een het ook anders”, schrijft Thomas, “de trend die in meerdere steden in Neder- nieuwsgierigheid van de dames moest bevredigd worden. Een stoomwasserij land te zien was. in Bolsward!” Het begin De verbouwing van het vieze en vette Velen stelden zich grote waskuipen interieur van de olieslagerij tot een net- voor met boenders en wasborden, waar te eenvoudig ingerichte stoomwasserij, achter straks als het bedrijf in werking
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
wasserij florence 100 jaar
erij “Florence” (1913-2013) was, evenveel vrouwen en meisjes met vaardigheid de wasgoederen zouden bewerken. Anderen die iets meer van de moderne wastechniek hadden gehoord, verraadden haar nieuwsgierigheid nu zij zelf konden zien hoe zo’n moderne wasinrichting er wel uitzag. Met verbazing en bewondering over zo
s met boek in de hand. (Bedrijfsarchief Florence) vele mooie machines gingen ze heen, vele met de verblijdende toezegging voor ons: “Nou jimme krije oens was ok, hoor!”. Toen werd het hoog tijd om te starten. Thomas omschreef het als volgt: “Niet zou hij schitteren door het plechtige officiële van een nieuwe opgericht bedrijf. Niet met vlaggen en veel vertoon, doch groot om zijn betekenis. De opening van het nieuwe bedrijf betekende een ernstige poging om, met Gods hulp, op een eerlijke wijze een bron te zijn voor een levensbestaan van ons zelf en hopelijk voor vele gezinnen van onze stad en wellicht daar buiten.”
Het personeel Aanvankelijk werd begonnen met een klein aantal personeelsleden. Twee mannen uit de olieslagerij gingen over naar de nieuwe zaak, namelijk Simon Graafsma en Jozef Tusch. “Bestond voor Simon Graafsma de arbeid in het oude bedrijf hoofdzakelijk in het wegbrengen van lijnkoeken met de boot of handkar, in het nieuwe bedrijf zou hij de handkar blijven leiden bij het ophalen en terugbezorgen van wasgoederen. Jozef Tusch kreeg een hele andere werkkring. In het oude bedrijf vulde hij de lijnkoekzakjes met lijnmeel, in het nieuwe vulde hij de wasmachine met wasgoederen. Hij werd gepromoveerd tot wasmeester, hoewel hij nooit te voren een wasmachine had gezien. Menige zweetdruppel parelde langs de ernstige, ietwat van zenuwachtigheid trekkende mond van de wasmeester. Het was ook een geweldige verandering, maar hij sloeg zich er op meesterlijke wijze doorheen. Zo stonden Jozef en ik elkaar dikwijls bij moeilijke problemen aan te kijken, maar ….. wij kwamen er altijd uit en de wassen werden schoon.”, aldus de nieuwe directeur. Voor de mangel- en strijkinrichting werd Anna Verbeek uit Amsterdam aangetrokken. Haar man, Dirk Verbeek, was schoenmaker, maar verwisselde dat vak al spoedig voor dat van strijker en deed zijn intrede als mannelijke strijker tus-
▲N aamgever Florence Mc Carthy. (Bedrijfsarchief Florence) sen twee of drie andere strijksters. De algemene leiding van de meisjesafdeling rustte in handen van zus Catharina, met de deskundige medewerking van Anna Verbeek. Zuster Marie nam de administratie op zich. Zo toegerust ging men met veel moed arbeiden aan de nieuwe zaak. Toch liep niet alles op rolletjes. Bergen van moeilijkheden in de organisatie moesten overwonnen worden. Het omzetcijfer bleef te laag in verhouding tot het onkostencijfer. Toch werden door hard werken steeds stappen vooruit gezet wat hoop gaf voor de toekomst. De naam “Florence” De naam “Florence” wordt vaak in verband gebracht met de bekende Italiaanse stad. Anderen denken dat de naam ontleend is aan de Britse verpleegkundige Florence Nightingale. Toch ligt het iets anders. Thomas Mulder had drie broers die priester werden in de Orde van de Franciscanen. Eén van hen Father Anthony (Hielke, geboren in 1875) vertrok naar Engeland om in te treden in de Engelse provincie
▼ Inpakmateriaal wasserij “Florence”. (Bedrijfsarchief Florence)
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
nummer 5 - jaargang 3
15
wasserij florence 100 jaar van de Franciscaanse Minderbroeders. Daar ontfermde hij zich over Florence Mc Carthy, waarover Anthony het volgende schreef: Florence Mc Carthy Geboren 16 juli 1889 In geur van heiligheid gestorven te Forest Gate Londen E. op 23 jarigen leeftijd den 21 november 1912; wie ik het geluk had door Gods goedheid bij te staan in hare laatste uren. St. Florence, bid voor ons. F. Anthony, ofm. Als eerbetoon werd zij de naamdrager van de “Stoomwasscherij Florence” te Bolsward.
bijdrage die de wasserijbaas als grootste belanghebbende bij de totstandkoming van de weg zou storten. Zo werd in 1923 het bruggetje voor altijd verwijderd en de straat vanaf de Gasthuisbrug tot aan de zaak gelegd. Een belangrijke verbetering voor het bedrijf. De toegang was nu mogelijk voor alle middelen van vervoer, in plaats van dat met een smal handkarretje over een even smal bruggetje moest worden gereden. De zaak wordt groter Een groter wordende klantenkring van met name particulieren bracht de noodzaak tot uitbreiding. Het sorteerlokaal
en is later bij de aanleg van de Rijksweg omgeleid. Het oude sorteerlokaal werd bij de wasserijafdeling getrokken en de noordelijke gevel werd voorzien van stalen ramen. In datzelfde jaar kwam nog een verbetering tot stand. De gemeente was eigenaar geworden van de weilanden gelegen ten zuiden van de stad en ten oosten van de fabrieksterreinen. De erfscheiding bestond uit een sloot welke elk voor de helft in eigendom was van de Gemeente Bolsward en de familie Mulder. In verband met de bouw van woningen langs de Gasthuissingel diende een straat te worden aangelegd op de plaats van de sloot.
Een nieuwe toegang Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog maakte het er niet eenvoudiger op. Thomas werd gemobiliseerd en moest de leiding van de fabriek overdragen aan zijn zusters. In 1916 kreeg hij verlof en mocht hij het soldatenuniform weer inleveren voor burgerkleren. In 1919 stapte hij in het huwelijksbootje met Jo Wartna en verliet het ouderlijk huis aan de Koemarkt om een bovenwoning aan de Jongemastraat (nr. 12) te betrekken. Tot 1923 was de Gleibakkerij vanuit de stad alleen te bereiken over een smal bruggetje vanaf de Kade. In een resolutie van de Gemeente Bolsward uit 1737 wordt gesproken over een bruggetje dat toegang gaf tot de landerijen gelegen ten zuiden van de stad. De toenmalige eigenaar Tichelaar werd indertijd de plicht opgelegd om het hek dat zich midden op het bruggetje bevond, ’s avonds 10 uur te sluiten, opdat niemand ’s nachts via het bruggetje de stad kon verlaten en binnen komen. De brug verkeerde begin van de 20e eeuw in een zeer desolate toestand. Het was tot 1923 nog de enige toegang tot de terreinen Gleibakkerij en dus tot “Florence”; de verplichting echter om dat hek te sluiten was vervallen met het hek zelf, zodat ieder nu vrij “de stad kon verlaten”. Aangezien een paar jaar eerder de nieuwe Gasthuisbrug op ca. 100 meter ten oosten van de fabriek over de gracht was gebouwd en een Gasthuissingel was geprojecteerd op het uitbreidingsplan, maakte Thomas het dagelijks bestuur van de gemeente attent op de gevaarlijke toestand van de brug en verzocht hij b. & w. de brug te verwijderen en een nieuwe weg te maken vanaf de Gasthuisbrug naar hun terreinen. Na veel conferenties werd men het eens over de
16
nummer 5 - jaargang 3
▲ Wasserij “Florence” aan de Gleibakkerij. (Bedrijfsarchief Florence) moest worden uitgebreid, omdat de kleinere wassen meer emballage hadden dan het grootwerk. Dat deed besluiten in 1931 het kleine huisje met turfbergplaats van D. Zwaga aan te kopen. Deze gebouwen waren gebouwd op Mulders grond, waarvoor een jaarlijkse erfpacht werd betaald. Het turfhok werd afgebroken en de westelijke muur van de woning doorgetrokken tot aan de westelijke muur van de inpakkerij aan de Snekervaart. De Snekervaart liep toen achter de wasserij langs
Na besprekingen kocht de gemeente de aan Mulder behorende halve sloot, onder beding van de familie dat, naast betaling van een overeengekomen bedrag, de naam van de nieuwe straat zou moeten luiden: “Florencestraat”! Door de aanleg van deze straat werd de mogelijkheid geopend om een ideaal verwezenlijkt te krijgen, namelijk de entree van de zaak aan de oostzijde tot stand te brengen. Bij de verschillende eerdere veranderingen van het interieur was daarmee steeds rekening gehouden, zo-
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
wasserij florence 100 jaar dat de nu nog volgende uitbreidingen ook in die richting konden geschieden. Op naar het jubileum Vlak voor het jubileum in 1938 vond nog een aantal belangrijke veranderingen plaats. De oudste wasmachine was onderhand versleten en moest door een nieuwe worden vervangen. Op de jaarbeurs voor wasserijen werd een “Reineveld” gekocht; een grote 4-vaks wasmachine. De oude versleten machine werd verkocht voor de kapitale som van 1 rijksdaalder. In de loop der jaren bracht de mode bij de dames heel wat wijziging in de sortering van de wasgoe-
deren voor de wasserij. Witte katoenen onderkleding werd vervangen door ondergoed van ander weefsel. Het gevolg daarvan was dat de wasserij weinig of geen witte dameskleding meer te behandelen kreeg. De zgn. interlock-goederen konden thuis gewassen worden. Daarentegen werden de grote, witte huishoudjassen meer en meer gebruikt. En aangezien deze stukken voor de thuiswas moeilijk te bewerken waren, stroomde een aantal van deze stukken voor bewerking naar de wasserij. Toen
van een ziekenhuis alle weken een hoeveelheid verpleegsterschorten behandeld moesten worden, schafte men in 1934 van “Reineveld” een gunstig bekend staande “Quick Press Iron”, de elektrische strijkmachine aan. Tegelijkertijd werd een rond wolwasmachientje voor de fijne wolweefsels gekocht. Een belangrijke verbouwing vond in 1937 plaats. De stoomketel die bij de oprichting van de zaak was aangeschaft en dus bijna 25 jaar oud was, moest volgens de ▲ Wasserij “Florence” aan de Gleibakkerij in 1913. wet op het stoomwezen in 1938 herbeproefd worden. lende medewerking van het personeel. Dit betekende dat de gehele ommet- Behoudens enkele uitzonderingsgevalseling moest worden weggebroken len was de samenwerking tussen ons opdat de ketel aan alle kanten vrij allen van prettige aard. De meeste leliggend, onderzocht kon worden. den van het personeel begrepen dat het Deze operatie zou met afbreken en succes van de onderneming ook in het weer opmetselen en drogen minstens belang is van de werknemers. Daarom drie weken tijd vragen en veel geld dank voor uw arbeid, voor uw toewijkosten. In die tijd zou immers een re- ding, voor uw offers, voor uw pogingen serveketel nodig zijn geweest om in om de zaak naar beste weten te dienen. het bedrijf geen stagnatie te krijgen. Moge de onderlinge waardering voor Aangezien de oude ketel ook te klein elkander steeds blijven voortbestaan. werd en de machinekamer zachtjes Dan zal onder Gods Hulp en Zegen aan een bouwvallig wrak werd, nam “Florence” blijven een bron van arbeid men het besluit de machinekamer te en zegen, voor ons die aan “Florence” verbouwen en een nieuwe stoomke- verbonden zijn, doch ook tot verheffing en bloei van de wasindustrie in het altel te kopen. De devaluatie in september 1936 ver- gemeen.” haastte de uitvoering van het plan, De toekomst omdat men voorzag dat in 1938 de bouwkosten en de prijzen voor ma- De eerste 25 jaren zaten er op, het funchinerieën in het algemeen aanmer- dament was gelegd. Sterk genoeg om kelijk zouden stijgen. In overleg met zich verder te ontwikkelen. Na Thomas de Bolswarder architect, de heer G. werd zoon Johan directeur. Hij werd van der Zee, werd het plan nader be- opgevolgd door kleinzoon en naamsproken en de verbouwing in januari drager Tom en inmiddels staan zijn kin1937 aanbesteed. deren Han en Titus aan het roer. Het respect naar de werkers op de vloer Met de bouw van de nieuwe machi- dat uitstraalt in het verslag van nestor nekamer of liever het ketelhuis werd Thomas Mulder lijkt ingebakken in de begin maart 1937 begonnen. De ver- cultuur van het bedrijf. En ofschoon de bouwing en uitbreiding was zeer ge- tijden zijn veranderd, wordt het tegencompliceerd omdat bij alles rekening woordige bedrijf nog steeds ervaren als moest worden gehouden met het een echt familiebedrijf waar vele malen intact blijven van het bedrijf en juist meerdere generaties uit één familie hun deze verbouwing de slagader van het werkplek hebben gevonden. De direcbedrijf raakte. Toen alles gereed was tie is hard bezig om als jubilaris het kon de wasserij zich met recht modern predicaat “hofleverancier” te krijgen, noemen. De eerste periode kon worden een erkenning die onder strenge voorafgesloten en Thomas besloot dit ge- waarden aan 100-jarige jubilarissen kan deelte in zijn memoires als volgt: “Mijn worden uitgereikt. Het zou een kroon overzicht echter zou aan de rechtvaar- zijn op het werk van vier generaties digheid en volledigheid te kort doen als Mulder die leiding hebben gegeven en ik in dit verband en bij deze gelegen- nog geven aan deze moderne wasserij. heid niet een woord van waardering en En in de geest van de Thomas Mulder dank zou wijden aan hen, die zo nauw senior straalt die bekroning ook af op aan de zaak verbonden zijn geweest. de mensen die met hard werken het beOver het algemeen mochten wij getui- drijf hebben gemaakt tot wat het nu is. gen van een sympathieke en welwil- Proficiat!
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
nummer 5 - jaargang 3
17
fusie voetbalclubs 1924
Ere-voorzitter F.C.A. Rimmer van der Meulen:
‘Willen we bijblijven, dan moeten we fuseren’ Een van de redenen die - anno 2013 - wordt aangegeven voor de fusie van de voetbalclubs C.A.B. (zondag) en Bolswardia (zaterdag), is om het algehele spelniveau omhoog te brengen, de jeugd meer toekomst te bieden én de talentvolle spelers in Bolsward te houden. In 2004 gingen de jeugdafdelingen van beide clubs samen verder onder de naam Jeugd Voetbal Bolsward. We moeten ver terug in de tijd voor een eerdere fusie. In 1924 gingen Football Club Achilles en Bolswarder Voetbal Club samen. De nieuwe verenigingsnaam werd Combinatie Achilles Bolsward, een naam die maar liefst negentachtig jaar stand hield.
✑ door Johan Dijkstra
G
rote initiators voor de fusie in de vorige eeuw waren Rimmer van der Meulen namens F.C.A. en secretaris Hendrik Huisman van B.V.C.. Huisman kwam eerder over van F.C.A. en zou in de periode 1940-1947 de functie van voorzitter vervullen bij sc Heeren-
veen en een belangrijke rol spelen in de opkomst van deze club. Heerenveen wist onder zijn bewind ieder seizoen Noordelijk kampioen te worden. Later zou Huisman de titel erevoorzitter krijgen, een titel die verder alleen aan Riemer van der Velde is vergeven. Van der Meulen zou maar liefst zesmaal voorzitter zijn van F.C.A. en later C.A.B.
Jarenlang was Achilles (in 1910 werd het F.C.A.) de enige Bolswarder voetbalclub. In 1918 kwam er een tweede Bolswarder voetbalclub die zich direct nadrukkelijk meldde: B.V.C. (Bolswarder Voetbal Club). In de eerste jaren kon deze nieuwe club zich nog niet meten met het trotste en van oudsher elitaire F.C.A.. In de twintiger jaren stak de arbeidersclub die bekend stond als Bolswarder Leeuwen en uitkwam in gele jersey’s, F.C.A. snel naar de kroon. Desalniettemin raakte het voetbalniveau in Bolsward steeds meer achter ten opzichte van dat in Sneek en Leeuwarden. Het aantal leden van F.C.A. was gedaald naar zeventien, waarvan er elf actief waren. F.C.A. probeerde in 1921 de talrijke voetballende jeugd in Bolsward te enthousiasmeren voor georganiseerd voetbal. Jongensteams met clubnamen als Concordia, Excelsior, Hollandia,
▲ Het nieuwe C.A.B. in 1926. Achter vlnr: J. Wijma, L. Kramer, H. de Vries, J. v.d. Schaaf, Joh. Zijlstra, A. van Doesburg, Joh. Dijkstra, J. van der Hauw. Voor vlnr: J. Brandsma, G. Dijkstra, H. Huisman en M. Brandsma.
18
nummer 5 - jaargang 3
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
fusie voetbalclubs 1924 vele gebieden in het gedrang. Wij moeten er aan werken dat de menschen hier komen om spannende wedstrijden te zien en daarom moet er een sterke club komen die zich zal laten gelden. Bolsward moet zich niet laten afschrikken door bezwaren, wij moeten blijven bestaan op sportgebied!”
▲ B.V.C. in 1922. Achter vlnr: J. van Hettema, scheidsrechter K. de Jong, E. de Boer, B. Hengst, H. Zweering, J. Knol. Midden vlnr: A. Hollander, H. de Vries en Hendrik Huisman. Voor vlnr: A. Vonk, B. Brouwer en G. Dijkstra. Velocitas, Sparta, Ajax, Olympia en Hercules speelden op het Lange Lân hun wedstrijdjes. In de kapperszaak van J. Wijma sprak Van der Meulen tijdens de bestuursvergadering, voor zijn verhuizing in 1923 naar Leeuwarden, de historische woorden: ,,Jongens we gaan nu uit elkaar, maar als er één van ons overlijdt, zorgen de overgeblevenen voor een krans namens F.C.A.”, daarmee de enorme betrokkenheid van de vereniging typerend. Daarbij zag Van der Meulen in dat één voetbalclub in Bolsward wenselijk was. Een fusie was om verschillende redenen belangrijk voor beide clubs: F.C.A.
Alle aanwezigen stemden in met het voorstel tot de fusie, wel of niet geïmponeerd door het ‘verbale geweld’ van Van der Meulen. Op zondag 23 maart 1924 werd direct een oefenwedstrijd gespeeld om te komen tot een sterk eerste elftal. De verenigingsnaam werd Combinatie Achilles Bolsward en de clubkleuren werden overgenomen van F.C.A. De volgende belangrijke beslissingen werden genomen: a. de naam werd Combinatie Achilles Bolsward; b. F.C.A. nam de schulden van B.V.C. over; c. het reglement van F.C.A. bleef gehandhaafd; d. het tenue bleef rood-wit. De heren R. van der Meulen (voorzitter), H. Huisman (secretaris) en J. v.d. Oever (penningmeester), J. Wijma en G. Dijkstra, werden de bestuurders. De verwachting om op hoger niveau te acteren en aansluiting te krijgen met de Sneker clubs zat er niet in. Het eerste seizoen werd met drie elftallen gestart en vooral het slechte terrein op ‘t Oordje was een probleem voor de ontwikkeling van de technische vaardigheden. De resultaten van het eerste elftal bleven ver achter bij de hoge verwachtingen maar de onderlinge verstandhouding tussen de spelers in dit eerste seizoen was matig te noemen, al wisten beide reserveteams wel kampioen te worden.
kon met moeite een team op de been houden en B.V.C. had schulden. Tevens benaderden de clubs leden van elkaar. Hendrik Huisman zocht in februari 1924 contact met F.C.A. en sprak daarbij zijn verzoek uit tot samenwerking. Het bestuur van F.C.A. zag dit niet zitten, de onderlinge verstandhouding met B.V.C. was zeker niet goed te noemen. Toen de inmiddels weer naar Bolsward teruggekeerde ere-voorzitter Rimmer van der Meulen hoorde van de afwijzing van het voorstel van B.V.C. tot een fusie, twijfelde hij geen moment en schreef direct een bijzondere ledenvergadering uit met als doel samen verder te gaan. Tijdens deze bijeenkomst op de gedenkwaardige 19 maart 1924 in Café Hoekstra, nam de charismatische leider het woord: ,,F.C.A. is een algemene voetbalclub waar een ieder kon toetreden als lid, ongeacht welke geloofs- of politieke overtuiging, rang of stand in de maatschappij werd gediend. In de beginfase speelden we tegen Sneek I, nu tegen Sneek III. Daarom moet er een vereniging komen die zich kan meten met andere plaatsen. Willen we bijblijven en het publiek in Bolsward houden dan moeten we fuseren. Het geld moet in Bolsward blijven, et akkoord van Voetbalvereniging Bolsward gestuurd er gaat al genoeg uit. ▲ H door secretaris A. Vonk naar Football Club Achilles. Bolsward komt al op
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
nummer 5 - jaargang 3
19
gas in bolsward
En toen was er gas in Bolsward…. van nieuwe organisaties. In Bolsward ontstond de Ziekenbus, een voorziening die er voor zorgde dat gezinnen bij ziekte van de kostwinner een kleine bijdrage ontvingen zodat men verzekerd bleef van brood op de plank. Kortom leven in Bolswards brouwerij.
▲ Een overzicht van de gebouwen van de gasfabriek van omstreeks het jaar 1900 ✑ door Peter Mulder Wat er aan voorafging…. Iets meer dan 150 jaar geleden verrees in de buurt van de voormalige St. Janspoort de gemeentelijke gasfabriek van Bolsward. Terwijl wij ons een leven zonder het comfort van gas niet kunnen voorstellen, is van de gasfabriek niets meer te zien. Vanwege de betekenis die het ooit had keren we terug naar halverwege de 19e eeuw om enig zicht te krijgen op de geschiedenis van de winning en de distributie van het gas en de hobbels die overwonnen moesten worden. De bouw van de gasfabriek in Bolsward kwam niet als een donderslag bij heldere hemel. De bolwerken die eeuwenlang een veilige bescherming hadden geboden aan de inwoners voelden als een keurslijf en belemmerden de wens van groei die overal voelbaar werd. De goeie ouwe tijd leek voorbij, de iepen aan het bolwerk vermolmden, de poorten die ooit als veilige toegang hadden gefungeerd tegen ongewenste indringers, stonden er nog, maar waren hevig in verval. De trekschuit vertrok nog dagelijks van de paardenstallen buiten de poorten, maar het was alsof de trekpaarden voelden dat ze als trekdier de langste tijd hadden gediend. Hier en daar stonden nog overblijfselen van stokoude muren van stinsen als de Jongema- en de Heremastate. De Capelle der Mirakelen, ooit toegewijd aan Onze Lieve Vrouwe van Sevenwouden, had jaren dienst gedaan als Latijnse School maar had zijn beste tijd gehad. Het oude Bolsward kraakte in haar voegen en de bewoners hadden behoefte aan lucht en licht. Hier en daar verschenen de
20
nummer 5 - jaargang 3
eerste haarscheuren die sprankjes nieuw licht en daarmee nieuwe hoop lekten. Waar de rondelen van de St. Janspoort waren weggebroken, ontstond een bres in het Bolwerk en verrees een Plantsoen waar tijdens een wandeling de frisse lucht opgesnoven kon worden. Naast deze onbebouwde plek bouwde men in navolging van vele andere steden een gasfabriek, het symbool van de nieuwe tijd. De ingeklonken grond in het oude stadje moest er aan geloven. De schop kwam er in, de aarde werd omgewoeld en het plaatsen van de gasbuizen gaf de burger weliswaar veel overlast, maar het zorgde toch maar mooi
▲ Hier en daar stonden nog overblijfselen van stokoude muren, zoals hier te zien ooit behorend bij het Jongemahuis. (Fotograaf Lucas Kingma, ca. 1870) voor nieuw licht rondom. En met het nieuwe licht stroomde de nieuwe tijd in de huizen en de harten. De drang naar vernieuwing werkte verkwikkend en opende de weg voor particuliere en gemeentelijke initiatieven. De ogen werden geopend voor de behoeften en noden van de werkman en dit resulteerde in de oprichting
Overlast, angst en onbegrip Toch ervoeren velen de komst van de gasfabriek als een bedreiging. Niet alleen door de overlast die het veroorzaakte, immers overal lagen de straten opengebroken met alle gevolgen van dien. Vele mensen waren ook bang voor de gevaren die het gas met zich mee zou brengen. In mei 1857 kwam het onderwerp gas voor het eerst in de gemeenteraad aan de orde. Er werd gedebatteerd over de mogelijkheid om Bolsward van gaslicht te voorzien. Op 9 februari 1861 werd door de raad met 6 tegen 5 stemmen besloten de bouw van een gasfabriek publiek aan te besteden. In een aantal plaatsen o.a. Joure en Steenwijk kon met particulier initiatief een gasfabriek worden gesticht, in Bolsward mislukte dat twee keer. Toen besloot de gemeente de stichting zelf ter hand te nemen. Er werd een bestuur geformeerd met de burgemeester als voorzitter. Op 31 mei 1862 had de aanbesteding van de fabriek plaats. De kosten bedroegen uiteindelijk fl. 47.916,00. Het St. Anthony Gasthuis stimuleerde de bouw met een royale gift van fl.10.000,00. Uit een twaalftal sollicitanten werd Louis Levoir uit Sneek benoemd tot directeur van de fabriek tegen een salaris van fl. 650,00. Onder de sollicitanten waren vijf inwoners van Bolsward namelijk N. de la Lande Cremer, L. Jorritsma, R.D. de Boer, A. Hiemstra en T.R. Schaap. Zij hadden weliswaar geen speciale technische kennis van de fabricage van gas, maar voor dat onderdeel werd een fitter aangesteld. De directeur hield toezicht en deed de administratie. De Doele heeft gas 17 December 1862 werd in De Doele voor het eerst de Bolswarder gasverlichting aangestoken. Bij die gelegenheid hield de architect van de gasfabriek en tevens gasdirecteur van Sneek, A. Bruinissen Troost een lezing over gas, waarbij de fabricatie zoveel mogelijk aanschouwelijk werd voorgesteld. Toen het gas eenmaal in Bolsward was ingevoerd, nam het aantal afnemers snel toe. In het eerste jaar werden 110 gebruikers ingeboekt, 604 lichten aangebracht en 60 lantaarns ontstoken.
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
gas in bolsward van de huizen Dijkstraat 7, Marktstraat 12 en 13, Rijkstraat 4(a) en de verbouwde vleugel en achterkant van het Convent op de Kampen, dat inmiddels aan de slopershamer ten prooi is gevallen. In 1870 was hij in dienst van Cuypers toezichthouder bij de bouw van de St. Martinuskerk in Sneek. In 1873 verliet hij Bolsward en verhuisde hij naar Roermond om bureauchef op het atelier van Cuypers te worden. Later werd hij benoemd tot Rijksbouwmeester en zou hij de ontwerper worden van vele postkantoren in Nederland.
▲ Een schilderij van de Sint Janspoort uit het begin van de 19e eeuw waarop de oude verlichting te zien is. (schilder onbekend) Het gas werd aanvankelijk uitsluitend voor verlichting gebruikt. De dagproductie bedroeg 600 kubieke meter. Het is duidelijk dat de gebruikers de dagelijkse productie niet geheel verbruikten. Het niet afgenomen gas werd opgeslagen in twee ketels die samen 300 kubieke meters konden bevatten. In de loop van de jaren werd gas steeds populairder. De destijds bestaande verlichting met reverberes voorzien van raapolie (of groene olie) voldeed niet meer aan de eisen van de tijd. Reverberes waren lantaarns met een reflector op een houten paal, die het licht vooral naar één zijde kaatsten. Later kreeg men petroleumlantaarns die aan een over de straat gespannen ketting hingen. Om ze aan te steken, te vullen of te blussen werden ze met een katrol naar beneden gelaten. Vanaf 1902 werden de Bolswardse olielampen welke de straten verlichtten ‘s nachts “gegast”. Een beroemde directeur Van 1869 tot 1873 was directeur van de gasfabriek Cornelis Hendrik Peters. Peters was op 16-jarige leeftijd naar Sneek gekomen en had zijn architectenopleiding gehad van de eerder genoemde A. Breunissen Troost. In mei 1867 kreeg hij de gelegenheid zijn opleiding te vervolgen bij het bureau te Roermond van de bekende architect P.J.H. Cuypers bekend van o.a. het Rijksmuseum en het Centraal Station van Amsterdam en van vele r.-k. kerken. In november 1867 keerde hij terug naar Friesland om in dienst van Cuypers als hoofdopzichter te fungeren bij de bouw van de rooms-katholieke St. Vituskerk in Blauwhuis. Na het plotselinge overlijden van Louis Levoir solliciteerde hij in 1869 naar de functie van gasdirecteur in Bolsward en werd hij aangenomen. Hij vestigde zich in Bolsward en was naast directeur ook particulier architect. In zijn Bolswarder tijd ontwierp hij een aantal gevels, die
Een aantal wetenswaardigheden uit de geschiedenis van de gasfabriek De oorlog van 1870 tussen Frankrijk en Duitsland had extreem hoge kolenprijzen tot gevolg evenals de zeer strenge winter van 1890. In 1898 brak er brand uit in de loodsen naast de gasfabriek. De brandweer kon de brand bedwingen maar de
▲ De gevel van Markstraat 13 (toen boekwinkel van A.J. Osinga) naar een ontwerp van de beroemde architect Cornelis Hendrik Peters , die van 1869 tot 1873 woonachtig was in Bolsward. loodsen gingen verloren. De brand in de olieslagerij Kingma in 1914 (deze fabriek stond op het latere terrein van de HMS en dus dichtbij de gasfabriek) was een grote bedreiging voor de fabriek. De toenmalig burgemeester Oberman klom met de straalpijp op de gashouder om deze nat te houden en met gevaar voor eigen leven redde hij de fabriek. In 1914 brak de 1e
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
wereldoorlog uit en moest het gas gerantsoeneerd worden. De strenge winter van 1929 deed vele buizen in de grond breken. In 1870 begon men het gas ook toe te passen voor koken. Het gasgloeilicht werd in 1895 ontstoken en dit betekende een aanzienlijke stijging van het aantal afnemers. De muntmeter maakte de gaslamp populair. Door een muntje in de meter te gooien kon men een bepaalde hoeveelheid gas gebruiken. Als het gas verbruikt was moest er opnieuw een munt in de meter worden gegooid. Op deze wijze kon men geen schulden opbouwen door afgenomen gas dat niet afgerekend werd. De komst van aardgas In de loop van de jaren is de gemeentelijke gasfabriek steeds gegroeid. De behaalde resultaten stelden haar in staat vele en soms grote veranderingen tot stand te brengen. Dit kon mede omdat de gemeente jarenlang geen winst van de gasfabriek nodig had. De gemeente ontving enkel jaarlijks fl 1000,00 recognitie. Een vergoeding voor het gebruik van de grond om er buizen in te mogen hebben. Later na de oorlogsjaren 1914-1918 veranderde dat en gebruikte de gemeente een deel van de winst om de gemeentebegroting sluitend te krijgen. In 1907-1908 had een grote verbouwing plaats. De fabriek werd aanmerkelijk vergroot naar een ontwerp van de toenmalige directeur K. Tromp. De verbouwing was zo doelmatig dat de volgende verandering in 1931-1932 er naadloos aan toegevoegd kon worden. In 1921 startte men met de distributie van elektriciteit door de gemeente. Dit werd opgedragen aan de commissie en de directeur die ook voor het gas verantwoordelijk waren. In 1954 ging Bolsward over van kolengas op aardgas. Het rijk stond garant voor de levering en met het wegvallen van de productie verviel de bestemming van de oude gebouwen. In december 1954 kregen de inwoners huis aan huis een instructie die ze stipt moesten volgen. Op 15 december na ’s avonds 8 uur mocht niemand meer gas gebruiken. Op dat moment kon gestart worden met het uitblazen van het stadsgas. De dag erop kwam de fitter bij de huizen langs om de zaken te regelen. 16 December was minister J. Zijlstra in Bolsward bij de omschakeling naar het aardgasnet. 92 Jaar na de komst van het gas in Bolsward was het gasproductiebedrijf door de komst van het aardgas overbodig geworden.
nummer 5 - jaargang 3
21
mijmeringen ✑ door Peter Mulder
I
n de komende afleveringen van het Magazine Bolswards Historie laten we iemand aan het woord die zowel op letterkundig als historisch gebied landelijke bekendheid heeft genoten. Christina (Chrisje) Ligtenberg werd 28 augustus 1878 in Bolsward geboren. Haar moeder stamde uit een zeer vooraanstaande oude Bolswarder familie, de la Lande Cremer genaamd. Op jonge leeftijd verliet Chrisje met haar ouders Bolsward, maar toen haar vader Frans Ligtenberg in 1884 overleed, keerde moeder met de kinderen naar Bolsward terug. Toen een jaar later ook haar moeder overleed werd Chrisje met haar zus en twee broers door twee oude tantes en een oom opgevangen en opgevoed. Tot haar dood in 1965 zou ze met grote dankbaarheid terugkijken op haar kinderjaren in Bolsward die zo bepalende zouden zijn voor haar verdere leven. Op de website van de Koninklijke Bibliotheek (www. dbnl.org) staat een uitgebreide biografie van haar die in 1967 in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde verscheen. In 1954 publiceerde ze in het Bolswards Nieuwsblad haar herinneringen aan Bolsward. Een prachtig en tegelijk ontroerend tijdsbeeld van onze stad op het einde van de 19e eeuw bekeken door de ogen van een dochter uit een welgesteld vooraanstaand gezin.
over het oude Bolsward
▲ De pui van het huis waarin Chrisje Ligtenberg werd grootgebracht met de mooie voordeur en de stoeppalen. (Archief Bolswards Historie)
mijmeringen
het is tot winkelpand verbouwd. Het had een mooie voordeur, donkergroen met witte posten en fijn wit lofwerk; hoe vaak moet ik er door naar binnen gehold zijn, maar dat hij mooi was, heb ik pas gezien, toen ik al grootmoeder was. Gelukkig vonden de heren van Monumentenzorg hem ook mooi, en zij zorgden er voor, dat hij bij de verbouwing van het huis bewaard bleef: als u in de nieuwe vleugel van het Stadhuis moet zijn, ingang Kerkstraat, blijft u voor die deur dan eens even staan, u zult hem zeker bewonderen
22
nummer 5 - jaargang 3
Herinneringen aan Bolsward Dat ik in Bolsward geboren ben, behoort niet tot die herinneringen; zo iets weet men van horen en zeggen en bij officiële gelegenheden krijgt men het wel eens zwart op wit van het Stadhuis. Maar dat het Stadhuis voor mij in Bolsward staat, is toch de aanleiding dat ik tot het opschrijven van deze herinneringen kom. Van betrouwbare zijde is mijn geboortehuis gewezen: een klein huis aan een klein grachtje, haast in de schaduw van de Martinikerk. Mijn vader was een Hagenaar, als ambtenaar in de Z.W. hoek van Friesland geplaatst, blijkbaar gauw aangepast aan de Bols- ▲ Leerlingen voor de burgerschool in de Kerkstraat tegenover de Joodse synagoge. Fotograaf onbekend, omstreeks 1900. warder gemeenschap. (Archief Bolswards Historie) Hij was tenminste in Bolsward de secretaris van de Feestcommissie bij de Herdenking van het 300-jarig bestaan van Neerlands Onafhankelijkheid op 1 april 1872. Mijn moeder stamde uit een oude Bolswarder familie, stadsfriezen, maar er liep ook Gronings en zelfs Frans bloed door haar aderen. Zij was een voor haar generatie zeer geëmancipeerde vrouw: zij had examens gedaan (L.O. en hoofdakte) en zich onafhankelijk gemaakt door in Holland een werkkring te aanvaarden. Er was een bruiloft voor nodig om haar naar Bolsward terug te doen keren, de gouden bruiloft van haar ouders. Toen was het gauw gebeurd: op haar terugreis naar Holland met de Harlinger stoomboot was zij al niet meer alleen, toevallig natuurlijk, tot groot plezier van de Amsterdamse vrienden, die haar daar van de boot kwamen halen. Mijn ouders bleven in Bolsward, tot ik ongeveer twee jaar was. Toen ik er terugkwam, werd het juist mijn tijd om naar school te gaan. Wij kinderen kwamen nu onder de hoede van mijn moeders ongetrouwde broer, die met twee zusters samenwoonde. Het huis stond weer aan een grachtje, ik kan het u niet aanwijzen1,
en dankbaar zijn, dat hij Bolsward nog tot sieraad strekt. Naast die voordeur was de klassieke stoep met drie hardstenen paaltjes, onderling met kettingen verbonden, heerlijke schommels voor de langskomende kinderen, al staken uit de kettingen wel harde punten. Maar als de tantes voor het raam zaten, werden de schommelaars wreed verjaagd. Tussen de ramen en de schuin opgenomen kanten gordijnen, vormden de brede lage vensterbanken heerlijke zitjes voor de kinderen. Wat heb ik er vaak zitten kijken, als de sneeuw in dichte vlokken neerviel en wij popelden om naar buiten te mogen gaan en glijbaantjes te maken. Maar daar zat voor ons toch altijd een element van teleurstelling in, want op de mooiste banen mocht je alleen met klompen aan en het dragen dáárvan is ons nooit toegestaan. Later, toen de tijd van de leeshonger was gekomen, was er voor mij geen rustiger hoekje te vinden dan op zo’n vensterbank, en daar heb ik de prachtige boeken uit onze kinderjaren verslonden: Louise Alcott en Hector Malot, Madame de Pressensé ene Madame Colomb, Jules Verne en Aimard. Wat een heerlijke tranen zijn daar geschreid bij het
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
MIJMERINGEN sterfbed van Betsy uit Onder Moeders Vleugels en bij de lotgevallen van Rémy uit Alleen op de Wereld! Wij kwamen in Bolsward terug als Haagse kinderen: ik weet dat wij tegen onze ouders papa en mama hadden gezegd. Hoe lang heeft het geduurd, eer wij in de huiselijke kring en onder de kameraadjes stadsfries mee konden praten? Het zal wel gauw gegaan zijn; een kind is niet graag anders dan de anderen. Ik weet wel, dat het omgekeerde héél vlug is gegaan; toen ik op mijn 13e in Haarlem op school kwam en ze daar geamuseerd luisterden, als ik zo enig praatte, zorgde ik wel, dat er na een minimum van tijd geen reden tot verheuging meer was. Toch bleven wij thuis bij ons Bolswards praten en het heeft tientallen jaren geduurd, eer mijn broer, mijn zuster en ik onder elkaar Hollands konden praten, zonder ons gegeneerd te voelen. Toch was op de Bolswarder scholen het Hollands natuurlijk de voertaal. Wat nemen die scholen toch een grote plaats in het kinderleven in. Bij het lezen van de herinneringen aan Bolsward van Dirk Driebergen2, stond hij weer duidelijk voor mij, Dirks vader, de meester met het krullende zwarte haar en de gaatjes in de oren. Dit laatste vonden wij zeer merkwaardig: meester was een schipperszoon en had als kind ringetjes gedragen, zo werd gefluisterd. Onwillekeurig bracht ik die ringetjes in verband met de schepen, die voor zijn huis op de Turfmarkt lagen. Want ook aan de bovenvoorkamer van dat huis heb ik herinneringen uit de tijd, dat ik er met een van mijn vriendinnetjes privaatles in rekenen had, wij zouden toen toelatingsexamen doen voor de Kweekschool van het Nut in Haarlem. Wat hebben we daar gerekend onder meesters strenge leiding, en dan de kleine “Friezinnetjes” beide nog beneden de vereiste 14-jarige leeftijd, maar in Bolsward uitgeleerd, die op één na de hoogste nummers op het examen haalden. Dankzij het degelijk onderwijs van meester Driebergen en van meester Leverland, de beide meesters van de Fransche meisjesschool. Van die school overigens alleen in hun vrije tijd, want beiden waren eigenlijk onderwijzer aan dat toen nog “de armenschool” heette. Toen ik de laatste keer in Bolsward was, stond het huis in de Kerkstraat, waarin die meisjesschool gevestigd is geweest, op instorten. Mijn schrijven er over wordt dus in dubbele zin een necrologie. Om u de positie van de Fransche meisjesschool duidelijk te maken, moet ik eerst vertellen, hoe het in die dagen in Bolsward met het onderwijs gesteld was. De gemeente had drie lagere scholen: de armenschool, de tussenschool en de burgerschool, de namen spreken voor zichzelf. Verder waren er een bijzondere Christelijke en een R.K.- Lagere
het mij altijd voorgesteld, waar wij prettig gymnastiekles hadden, het heerlijkste was het verspringen, van meneer De Jager, dezelfde die ook dansles gaf. Eerst sinds kort weet ik, dat die gymnastiekzaal een stichting van het Weeshuis was. En dan is mijn oudste broertje, met andere rakkers van zijn leeftijd een tijdlang leerling van de Tussenschool geweest, toen op de Burgerschool de orde al te veel te wensen overliet. Als merkwaardigheid uit die tijd heb ik onthouden, dat het dáár gesproken Bolswards toch nog anders klonk dan het onze: Koos, door ons uitgesproken als Koas, heette daar zoiets als Koés, met een lange uithaal. Thuis plaagden wij hem met die naam. En nu de Burgerschool, ik was daar van mijn 6e tot mijn 9e jaar. Twee meesters waren er, twee lokalen, in elk lokaal drie rijen banken. Die lokalen zijn later in gebruik geweest bij de R.K.H.B.S. Schooltijden: van 9-12, van 2-4 en van 5-7. U gelooft het niet? Het is toch ▲H et Stadhuis gefotografeerd in 1887 door heus waar. Het heeft in Friesland lang fotograaf Jacob de Vries. geduurd, eer de klassieke avondschool (Archief Bolswards Historie) werd afgeschaft. Het ging ’s winters wel School en een bewaarschool van het Nut. niet meer bij kaarslicht, zoals op de oude De armenschool was in de Witherenstraat. schilderijen, maar de vleermuisbranders Ik kwam er enige jaren elke zondag, want van het eerste gas gaven ook niet veel dan hielden de dames van de Ned. Pro- licht. Op deze school werd alleen gewoon testantenbond er Zondagsschool. Daar lager onderwijs gegeven en daarom gingen de jongens en meisjes, voor hoorden wij de mooie verhawie voortgezet onderwijs len uit de Bijbel en voor elk gewenst werd, na vier klasbraaf van buiten geleerd versje kregen wij een kaartje, dat uitsen naar de Fransche schozicht opende op een prijs ter len. De jongensschool van gelegenheid van het kerstfeest Monsieur Drost grensde aan in “De Doele”; ik heb er nog de Burgerschool, het achtereen, het aandoenlijke “Arme lokaal zag uit op dezelfde kleine” van Madame de Presspeelplaats, die zo weinig hermetisch afgesloten was, sensé. Verder had in die dagen, dat je in de pauze wel eens toen “tekenen” nog geen vak kon ontsnappen om wat was bij L.O., de armenschool snoep te halen (veters en een tekenlokaal. Dit zal wel in zuurstokken of slakjes). De verband gestaan hebben met ▲ Huwelijksboekje ouschooluren voor jongens ambachtsonderwijs aan of in ders Chrisje Ligtenberg bleven gelijk aan die van die school. Maar wij kwamen daar op zaterdagmiddagen voor privéte- de burgerschool en ze kregen daarbij en kenles, waaraan ik geen prettige herin- flinke portie huiswerk; zij moesten imneringen heb. Het was natekenen en nog mers klaargemaakt worden voor het toeeens natekenen en dan kwamen die vre- latingsexamen van de H.B.S. of van het selijke draadfiguren en de kubussen, die gymnasium in Sneek, en “Mosjeu” had al maar gedraaid werden: het was om een een naam op te houden als opleider. Mijn kind alle lust om te tekenen te ontnemen. broer heeft altijd beweerd, dat hij zelfs Niet in alle opzichten, maar wel in dit op- in Delft niet verder is gekomen dan hij in zicht is er vooruitgang bij het onderwijs, Bolsward al was geweest. Of de jongensondanks Maria’s Montessori’s minachting school gemeentelijk was, weet ik niet, voor het vrije kindertekenen: ook de Mon- maar de Fransche Meisjesschool was in tessorischool in ons land heeft dit laatste elk geval een particuliere uitvinding, beaanvaard en plakt er zelfs ten onrechte slist enig in zijn soort, ten bate van de weihet etiket Montessori op. Zoals op veel nige meisjes tussen de 9 en 14 jaar, wier andere goede dingen, maar daar kan ik aspiratie zich tot het leren van vreemde niet op ingaan. Ook aan de Tussenschool, talen uitstrekten. gevestigd aan de Kerkstraat bij het WeesWij weten dat het het pand Marktstraat 17 betreft. Dirk Driebergen emigreerde aan het begin van de 20 eeuw huis, heb ik mijn herinneringen. Daar was naar de Verenigde Staten en publiceerde op latere leeftijd een gymnastiekzaal bij, althans zo heb ik zijn herinneringen aan het oude Bolsward.
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
1
e
2
nummer 5 - jaargang 3
23
cartografie bolsward
Caspar di Robles en de p Wapen Di Robles
In 1993 werd in het Sächsisches Hauptarchiv te Dresden een atlas aangetroffen met 16de eeuwse manuscript plattegronden van Nederlandse steden en kaarten van gebieden daarbuiten, waaronder fortificatiekaarten van Friese steden en dorpen.
✑ door Obe van der Meer
D
it wekte sensatie. Het tot dan toe bekende Friese kaartmateriaal uit de 16de eeuw werd namelijk door deze vondst meer dan verdubbeld. Het Ryksargyf Fryslân besloot tot uitgave van een fotokopie van die atlas. Voordat die verscheen werd er
echter een nieuwe ontdekking gedaan. In het Harry Ransom Research Center te Austin (USA) werd een andere serie kaarten gevonden van Fryslân, maar uit dezelfde periode als de collectie in Dresden en net als daar bevatte die verzameling kaarten van Friese steden en dorpen. In 1998 verscheen de fotografische uit-
▼ Zwartwitkaart waarvan de rechten berusten bij Tresoar te Leeuwarden (foto Wytze Franzen)
gave van beide series in een atlas met de titel : “De Robles Atlassen.”, niet genoemd naar de maker maar naar de vermoedelijke opdrachtgever Caspar di Robles. De atlas bevat ook twee bijzondere kaarten van Bolsward. Kort vóór het verschijnen van deze atlas werd er echter nóg een vergelijkbare kaartverzameling ontdekt in München. Helaas konden deze kaarten niet meer opgenomen worden in de uitgave van het Ryksargyf. Caspar di Robles Kolonel Caspar di Robles (1527-1585) was aan het begin van de 80-jarige oorlog stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe (1568-1576) onder de koning van Spanje, Filips II. Hij is in Friesland vooral bekend van zijn inzet voor herstel van de zeedijken en kreeg daarvoor zelfs een standbeeld op de Westerzeedijk in Harlingen. De opstand tegen Spanje door onder andere de watergeuzen en Willem van Oranje, werd door Di Robles echter hard bestreden. Hij verspeelde krediet bij de Friese bevolking door honderden onschuldige burgers te laten ombrengen daar de geuzen in 1572 Bolsward en Makkum in handen kregen. Ook Dokkum, Sneek en Franeker sloten zich echter bij de geuzen aan en Di Robles moest zich terugtrekken in de blokhuizen van Staveren, Harlingen en Leeuwarden maar vanaf september 1572 verovert Di Robles de steden één voor één terug . De ommekeer voor Di Robles komt wanneer Spanje in 1576 failliet gaat en de soldaten, die al maanden geen soldij kregen, gaan muiten. Bij het beleg van Antwerpen in 1585 vindt Di Robles door een ontploffing, hangend aan zijn gouden ketting aan een paal, de dood. In 1579 sloten de Friese staten zich aarzelend aan bij de Unie van Utrecht en een jaar later trokken zij meer macht naar zich toe. Formeel werd de Spaanse koning Filips II als landsheer afgezworen. Vanaf 1600 vond de strijd met Spanje, die nog bijna een halve eeuw zou duren, niet meer op Fries grondgebied plaats. De opstand van 1572 In tegenstelling met kaarten van andere plaatsen werd het strijdtoneel met le-
24
nummer 5 - jaargang 3
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
cartografie bolsward
plattegrond van Bolsward gers, geschut en vuur niet op de kaarten de. Bolsward gaf zich op 23 november van Bolsward aangegeven. Toch was 1572 over.” Bolsward een van de centra van de opDe kaarten van Bolsward stand, getuige de kaartbeschrijvingen bij de Di Robles atlassen en gegevens Waarschijnlijk heeft Di Robles zelf opuit “Friesland in Hervormingstijd.”: dracht gegeven voor het maken van de “Op verzoek van kolonel Diederik van kaarten waaronder die Bronkhorst, gouvervan Bolsward. Net als bij de Van Deventer neur van Friesland, plattegronden gaat liet Bolsward op het hier om militaire 26 augustus 1572 kaarten. Die waren, de Geuzen binzeker in oorlogsnen, waaronder oud-grietman van tijd, strategisch van Westdongeradeel belang. Beide BolsJ. Bonga. warder plattegronden Dit geschiedde endateren van ca. 1572, toen de strijd kele dagen nadat rondom de Friese Di Robles de toesteden plaatsgang tot de stad was geweigerd. ▲ Foto Stenen Man (bron binnenbuitenpost.nl) vond. De prinsgezinde De kaarten zijn troepen waren “kaal ” - daar echter de mindere van die van Di Ro- de stad vooral als vesting van belang bles. Begin november van dat jaar was was - en hebben een wat merkwaardige vorm. De stad is wat ineengedrukt, zeg de opstand alweer een verloren zaak. Na de nederlagen, gebrek aan koren en maar meer een pindavorm dan die van de vroeg ingevallen vorst kwam voor een peer welke Bolsward in werkelijkFraneker, Sneek en Bolsward het ein- heid had. De vaarwegen buiten de stad
zijn eveneens niet juist weergegeven. Op de Dresdener kaart zijn met rechthoekjes de Martinikerk, de Broerekerk en de Capelle op den Post aangegeven. Bij de stadspoorten is in het Latijn bijgeschreven : Bleu voorte (Blauwe poort), Pta . di S. Jacomo (Sint Janspoort ) en Pta di Sneeck (Snekerpoort). Ter hoogte van de Witherenstraat is het woord scuola (Latijnse school) vermeld. De Snekerweg is aangeduid met Dicca che ua a Sneeck. Opmerkelijk is het driehoekig bastion bij de oude Heremapoort en het ontbreken van de stadswal aan de noordzijde. Mogelijk heeft hier een muur gestaan. De Austinkaart geeft de belangrijkste gebouwen in perspectief weer. Van noord naar zuid : Blauwe toren, Heilige Geestklooster, Martinikerk, Capelle op den Post, Broerekerk, oude raadhuis en de Witherenkapel. De bastions voor de landpoorten zijn getekend als zogenaamde ravelijnen (= buitenwerk van vesting) en de wegen en vaarten in het buitengebied zijn aangegeven met een Latijnse tekst. (bron : kaartbeschrijving De Robles atlas).
▼ Ingekleurde kaart waarvan de rechten berusten bij Tresoar te Leeuwarden (foto Wytze Franzen)
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
nummer 5 - jaargang 3
25
VERS GEPERST en ALLERLEI
Vers Geperst
Allerlei
In deze rubriek wordt aandacht besteed aan kort geleden, dus vers van de pers gekomen boeken en brochures die Bolsward als onderwerp hebben of waarin Bolsward een rol speelt.
Jan Murk terug naar de Broerekerk
✑ door Jan Keuvelaar
Bij gelegenheid van de opening op 4 juni 2013 van de tentoonstelling over Bote (Boëtius) en Schelte à Bolswert, die tot en met 7 september jl. te bezichtigen was in het Titus Brandma Museum te Bolsward, verscheen het boek Bote/ Boëtius en Schelte “Van Bolswert naar Antwerpen” met als ondertitel Gouden Eeuwgravures naar Bloemaert, Rubens en Van Dyck. De aanleiding tot de tentoonstelling en de verschijning van het boek ligt in de viering van het 550-jarig bestaan van het Sint Anthony Gasthuis. Het Gasthuis is in het bezit van een collectie gravures van de hand van Bote en Schelte à Bolswart, die in 1892 in bruikleen werd verstrekt aan de gemeente Bolsward. De auteur van het boek is Tjebbe J. de Jong, de directeur van het Titus Brandsma Museum. Door Anique C. de Kruijf, Evelyne M.F. Verheggen en Gerdien Wuestman zijn bijdragen geleverd. Het Gasthuis maakte het mogelijk dat het prachtig uitgevoerde boek verscheen. Overigens werd eveneens financiële steun verleend door een 18-tal andere instellingen. Het boek heeft een omvang van 192 pagina’s en is voor € 15,00 verkrijgbaar bij het Titus Brandsma Museum. (ISBN 978-94-6228-077-9) Op 1 juli 2013 was Bolsward een nieuwe fusieclub rijker onder de naam Sc Bolsward en dat betekende tevens het einde van de voetbalverenigingen CAB en Bolswardia. De redactie van ‘t Groentje, het clubblad van Bolswardia, vond dat aan een historie van bijna 66 jaar niet voorbij kon worden gegaan. Zo ontstond vorig jaar het idee om de historie van Bolswardia vast te leggen in een boek. Een boek met verhalen van en over Bolswardia en dat rijk geïllustreerd. In 168 pagina’s hebben de samenstellers van het boek: Tom Bleeker, José CuperusSiemensma, Jan Dijkstra, Johan Dijkstra, Broer Feenstra, Johan Huisman, Bas van der Meulen, Anita Terpstra met medewerking van velen Bolswardia vanaf 23 september 1947 vastgelegd. Met op de laatste bladzijde de tenues en het clubembleem van Sc Bolsward, natuurlijk voorzien van rugnummer 14. Wilt u in het bezit komen van dit belangwekkende boek? Het is voor € 5,00 -geen geld- zolang de voorraad strekt te verkrijgen bij Jumbo Bolsward en in de kantine van Sc Bolsward.
26
nummer 4 - jaargang 3
✑ door Daniël Nauta
Van 7 juni t/m 20 juni organiseerde de Stichting Bolswards Historie een expositie met werk van de oud-Bolswarder kunstenaar Jan Murk de Vries in de Broerekerk van Bolsward. Aanleiding hiervoor was een interview dat we met hem hadden in ons magazine enkele maanden daarvoor. In dit interview gaf Jan Murk de Vries aan dat het een langgekoesterde wens van hem was om nog eens te kunnen exposeren in de Broerekerk. Daar waar hij in zijn jeugd aan de hand van zijn vader de eerste stappen zette naar het kunstenaarschap. Een prachtige wens waarmee we verder wilden. Het werd een bijzondere expositie zo bleek al gauw. Voor Jan Murk de Vries omdat de Broerekerk talloze herinneringen opriep aan vroegere tijden en voor ons als bestuur omdat het veel voldoening gaf dit voor hem en voor Bolsward te kunnen organiseren. De drukbezochte opening op vrijdag 7 juni jl. werd vooral voor Jan Murk een emotioneel weerzien met oude bekenden en medekunstenaars. De expositie liet een mooi overzicht zien van ouder en recent werk en maakte duidelijk met welke passie en gedrevenheid Jan Murk zijn schilderijen maakt. Voor ons als bestuur iets nieuws om te organiseren, maar met behulp van een aantal sponsors en de gemeente Súdwest-Fryslân, kunnen we tevreden terugblikken op deze twee weken durende expositie.
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
Advertenties
Wanneer deze door proef u geaccordeerd wij achteraf niet verantwoordelijk voor fouten in en/of tekst logo. en/of logo. Let op! PMS kleuren Datum proefdruk: 04-07-2013 Wanneer deze proef u door geaccordeerd wordt, wordt, kunnen kunnen wij achteraf niet verantwoordelijk gesteld gesteld worden worden voor fouten in tekst Let op! PMS kleuren kunnen kunnen um proefdruk: 04-07-2013 Behandeld door: afwijken i.v.m. digitale druk. RGB kleuren afwijken i.v.m. omzetting naar CMYK. Eventuele wijzigingen graag doorgeven via of telefonisch via handeld door: afwijken i.v.m. digitale druk. RGB kleuren kunnen kunnen afwijken i.v.m. omzetting naar CMYK. Eventuele wijzigingen graag doorgeven via mail of mail telefonisch via 0515 570515 249057 2490 JunellJunell
Ordernr.: ernr.: 10596 10596
150x100 Formaat: 150x100 cm cm Formaat:
Referentie: MFB Machinefabriek Bolsward Aantal: AllebeiAllebei 1 keer1 keer erentie: MFB Machinefabriek Bolsward Aantal:
Afwerking: Full sticker color sticker + laminaat, geplakt op 3alupanel. mm alupanel. Afwerking: Full color + laminaat, geplakt op 3 mm
Deadline: Deadline:
Afleveradres: Afleveradres:
VrijdagVrijdag 5 juli 5 juli
Klant inlichten Klant inlichten
Artikel: kel: Bord Bord
q q
q Afhalen Afhalen q Versturen Versturen
Advertenties
Het mooiste pak, de beste broek, een strijkvrij shirt of een goede jas... Al 115 jaar vindt u aan de Rijkstraat de beste kwaliteit in mannenmode en‌ met de grenzeloze service van weleer die u verdiend!
sinds 1898
met max meer man Rijkstraat 6 | 8701 KJ Bolsward | (0515) 57 23 02 | www.max-mode.nl
De beursgenoten danken Stichting Bolswards Historie voor het gebruik maken van het foto archief.