magazine
BOLSWARDS HISTORIE
MAGA ZI N E OVER H ISTOR I E VAN BOLSWAR D U ITGAVE VAN DE STIC HTI NG BOLSWAR DS H ISTOR I E
Hendrick Nannes en Catrijn Epesstichting 500 jaar Bakker De Jong honderd jaar De ontwikkeling van voetbal in Bolsward
Column Sytse ten Hoeve Aggie van der Meer onderscheiden Het verhaal achter de butte
M a g a z i n e B o l s w a r d s H i s t o r i e v e r s c h i j n t t w e e m a a l p e r j a a r | N R . 1 - N O V E M B E R 2 011 - j a a r g a n g 1
Colofon Uitgever Stichting Bolswards Historie (SBH). Verschijnt tweemaal per jaar (in voorjaar en herfst). Eerste nummer is huis aan huis verspreid. Volgende nummers zijn gratis voor de donateurs van SBH en te koop voor andere belangstellenden.
Redactie: Dicky Bosma-Faber, Johan Dijkstra, Jan Keuvelaar, Peter Mulder. Gastsschrijvers: Chris Elsinga (namens de Hendrick Nannes en Catrijn Epesstichting), Sytse ten Hoeve (column), Auke Vlagsma (oud-secretaris SBH).
Vormgeving: Johan Dijkstra • Kreas Design. Druk: Hanzedruk. Voor vragen, opmerkingen, suggesties, etc: mailadres: redactie@stichtingbolswardshistorie.nl.
‘Niemand beleeft de dag va tenzij hij de vorige dage Van de voorzitter
U
heeft in handen het eerste nummer van het magazine Bolswards Historie. Dit mooi uitgevoerde blad, waarvan de inhoud u hoop ik zal bevallen, komt in de plaats van Histoarysk Nijs. In ruim 15 jaar zagen 21 nummers het licht, de eerste jaren onder de titel Contactblad. In de laatste jaren was Auke Vlagsma de drijvende kracht achter het blad. Dankzij zijn inspanningen kon jaarlijks een uitgave gepresenteerd worden met interessante verhalen over onze stad. Nummer 21 dat in april 2011 verscheen was de laatste uitgave die door Auke werd verzorgd. Op deze plaats is een woord van dank voor zijn geleverde prestaties op zijn plaats. Het stokje wordt overgenomen door een enthousiaste redactie, die voortaan met z’n vieren de klus zullen klaren. Het is de bedoeling dat dit blad dat in de eerste plaats bestemd is voor u als donateur van de Stichting Bolswards Historie, maar zeker ook andere belangstellenden zal bereiken, twee maal per jaar verschijnt. Dat het eerste nummer huis aan huis is verspreid danken wij aan het gulle gebaar van de Hendrick Nannes en Catrijn Epesstichting, die vorige maand herdacht dat Hendrick en Catrijn 500 jaar geleden bij testament de grondleggers zijn geweest voor de verzorging van de arme Bolswarders. Een zorg die door invoering van de bijstandswet sinds 1965 voor rekening van de overheid komt. De stichting levert tegenwoordig met het vroeger verkregen kapitaal een niet te onderschatten bijdrage aan het culturele leven in Bolsward. Als thema van dit nummer staat dan ook de erfenis van Hendrick Nannes en Catrijn Epesstichting centraal. Ik wens het nieuwe magazine en zijn redactie veel voorspoed toe. Hans Berkhemer, Voorzitter Stichting Bolswards Historie.
Jan Keuvelaar
(Den Haag, 1943) voorheen werkzaam bij de gemeente Bolsward, redactie gemeentelijk contactorgaan “de brugge”, diverse publicaties “Histoarysk Nijs”.
2
Peter Mulder
(Sneek, 1959) directeur van de St. Thomasschool in Leeuwarden, publiceert wekelijks in het BN over de historie van de stad, verzamelaar van alles wat met Bolsward heeft te maken.
Dicky Bosma-Faber (Bolsward, 1944) voorheen werkzaam bij Kon.Tichelaar, Makkum, diverse publicaties in de rubriek 'Bolswarder Zaken' in het Bolswards Nieuwsblad.
Johan Dijkstra
(Sneek, 1962) werkzaam bij de Noordelijke Dagblad Combinatie. Daarnaast grafisch vormgever en freelance journalist voor regionale weekbladen.
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
an vandaag werkelijk, en indachtig blijft’ INHOU D S O PAV E Het verhaal van een 100-jarige bakker
4
'Eén club in Bolsward: ongeacht rang, stand en geloof'
6
Twee honderd jaar Burgerlijke Stand
8
Column Sytse ten hoeve
9
Armenzorg viert oud en nieuw
10
Geven en gegeven worden
12
Stuivertje wisselen in de 19e eeuw
14
Bolsward anno 1761 ofwel 250 jaar geleden
16
Allerlei/Vers Geperst
17
Aggie van der Meer ontvangt de Piter Jellespriis
18
Het verhaal achter………
19
Impressie excursie Stichting Bolswards Historie naar Harlingen
20
Fotoinformatie gevraagd
22
Advertenties
23
D
e wandelaar met interesse voor de historie wordt op een tocht door de binnenstad van Bolsward op zijn wenken bediend. Het geoefende oog valt op de overblijfselen die gedurende een eeuwenlange periode tot ons zijn gekomen. Het opvallende grachtenpatroon met zijn vele bruggetjes, de kolossale Martinikerk, het sierlijke Stadhuis en de stokoude ruïne van de Broerekerk, zijn stille getuigen van een lange indrukwekkende geschiedenis van de oude stad. Aan de hand van vele gevels uit verschillende perioden zou de leraar kunstgeschiedenis een helder betoog kunnen houden over de bouwgeschiedenis van de afgelopen vierhonderd jaren. En naarmate de kennis met betrekking tot al deze bezienswaardigheden wordt uitgebreid, groeit de interesse en daarmee het historisch bewustzijn. Met die optimistische constatering heeft een aantal liefhebbers van Bolswards historie een werkgroep geformeerd. Hun doel is om twee keer per jaar, in het voor- en najaar, onder verantwoordelijkheid van de Stichting Bolswards Historie een tijdschrift uit te geven, waarin verschillende aspecten van de geschiedenis van Bolsward voor het voetlicht worden gebracht. Het blad telt 24 pagina’s, waarvan er zes ingeruimd zijn voor een speciaal thema, zo mogelijk gekoppeld aan een actuele gebeurtenis. Daarnaast vindt u losse artikelen afgewisseld met vaste rubrieken. Bijdragen van redactieleden worden zo mogelijk afgewisseld met verhalen van gastschrijvers. Het blad genaamd “Bolswards Historie” wordt het nieuwe orgaan van de Stichting Bolswards Historie en zal het stichtingsblad “Historysk Nijs” vervangen. Door de nieuwe uitgave hopen we vele lezers enthousiast te maken voor de historie van Bolsward en voor de Stichting Bolswards Historie. Een groeiend ledental geeft dit historisch verband uitgebreidere mogelijkheden voor extra activiteiten. In dit eerste nummer wordt uitvoerig stilgestaan bij de 500-ste verjaardag van het testament van Hendrick Nannes en Catrijn Epes. Een gebeurtenis die tot op de dag van vandaag invloed heeft op het dagelijkse leven in Bolsward. Door een vorstelijke bijdrage van de Hendrick Nannes en Catrijn Epesstichting is aan onze uitdrukkelijke wens tegemoet gekomen en kan het kennismakingsnummer huis aan huis worden verspreid. Een betere start hadden we ons niet kunnen wensen. Een treffend gezegde daterend uit de Romeinse tijd zegt ons: “Niemand beleeft de dag van vandaag werkelijk, tenzij hij de vorige dagen indachtig blijft.”. Wij spreken de wens uit dat deze uitgave en die hierna volgen een bijdrage mogen leveren aan de bewustwording van bovenstaande uitdrukking. Peter Mulder
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
3
Bakker De Jong 100 jaar
Het verhaal van een De oudere inwoners van Bolsward zullen zich ongetwijfeld kunnen herinneren dat in het pand Kleine Dijlakker 18 tot begin jaren zestig een bakkerij was gevestigd. Vele jaren lang voorzagen drie generaties De Jong de klanten van vers gebakken brood, koek en andere lekkernijen. Pas geleden heeft de middelste van de drie, bakker Theodoor de Jong, de leeftijd van 100 behaald. Een goede reden om stil te staan bij het wel en wee van deze bakkersfamilie.
✒ Door Peter Mulder
D
Het begin…. it verhaal van de familie De Jong start in Nijhuizum, een dorpje even ten oosten van Workum. Eelke Tjittes de Jong en de 15 jaar jongere Jeltje Lieuwes Hoekstra, in 1851 gehuwd, pachtten de boerderij “Vlietzicht” met daarbij 23 hectare weiland. Uit hun huwelijk werden twaalf kinderen geboren, waarvan twee levenloos ter wereld kwamen en één in de wieg overleed. In augustus 1875 viel vader Eelke van de hooiwagen. Een ongeluk met ingrijpende gevolgen. Na een periode van vier weken tussen hoop en vrees, overleed hij 4 september op de leeftijd van bijna 60 jaar. In het jaar dat volgde, werd door de weduwe orde op zaken gesteld. Dat resulteerde in een vertrek van de boerderij. Op 31 maart 1877 hield de notaris boerenboelgoed op “Vlietzicht”. Jeltje hertrouwde 10 november 1878 met meester-bakker Gerrit de Vries van Workum. Zo zorgde een onverwachte gebeurtenis voor een vreemde wending in de toekomstplannen van de kinderen. De jongens die in het boerenleven opgroeiden, kregen een opleiding in de bakkerij, hen werd de fijne kneepjes van het vak geleerd. In 1890 waagde Petrus Eelkes de Jong de stap naar Bolsward, huurde het pand op de Kleine Dijlakker 20 en nam de bakkerij van Stallinga over. Twee jaar later verhuisde hij naar het pand nummer 18 waar hij de bakkerij van buurman Stootman kocht. Petrus hield het niet 4
lang vol en werd in 1899 opgevolgd door zijn twee jaar jongere broer Eelke Eelkes de Jong. Het bleek een goede beslissing. Eelke was zakelijker ingesteld en het zou de start worden van een bakkersfamilie die de oven gedurende drie generatie zou laten branden.
Een ondernemende bakker…. Bakker Eelke de Jong was een vooruitstrevend zakenman. Samen met zijn vrouw Margaretha Eelkes Boersma bleef de onderneming niet beperkt tot de bakkerij aan de Kleine Dijlakker. In 1920 kocht hij van de Coöperatie voor zoon Eelke de bakkerij op de Grote Kampen 11. Later zou bakker Laagland deze zaak overnemen. Eelke sr. kocht daarnaast in 1923 de kruidenierszaak van De Boer aan het Skilwyk en verbouwde het tot bakkerij. Zoon Eelke verhuis▲ De bakkerij op de Kleine Dijlakker 18 omstreeks 1915 (rechter pan de van de Grote Kampen naar het Skilwyk en verkreeg daardoor gunstiger locatie. In de rige bakker naar zijn levensgeschiedenis jaren dertig adviseerde hij schoonzoon vraag, beginnen zijn ogen te schitteren Reinsma een bakkerij op te zetten in de en is het opmerkelijk hoe scherp hij vele Nieuwe Buurt (Plan Zuid) waardoor we- herinneringen weet op te halen. derom een familielid in het bakkersleven stapte . “Voor 10 uur ’ s ochtends mocht niet gevent worden. Politie Van der Kuur zag Herinneringen van een 100-jarige er streng op toe dat dat inderdaad niet Jongste zoon Theodoor werd 19 augustus gebeurde. Dit betekende dat het geen 1911 in Bolsward geboren. Nu honderd zin had om voor zes uur met bakken te jaar later weet hij zich nog helder voor de beginnen. De eerste klus die moest gegeest te halen wat er zoal in en rond de schieden, was het opstoken van de oven bakkerij afspeelde. Na de bewaarschool met takken en turven. Er werden tweebij de zusters in het Martinushuis en de maal per jaar 5000 turven besteld en naar lagere school, waarvan hij zich juf Slip- de turfzolder gebracht door Bolswarder pens en de meesters Feenstra, Ridder en turfhandelaren als Koning, Zwaagstra, Van Santen nog goed kan herinneren, Kroontje of door schoonvader Sikkes uit kwam hij op 12–jarige leeftijd bij zijn va- Bakhuizen. Men had in de bakkerij een der in de bakkerij. Na verloop van tijd hekel aan oostenwind in verband met. de nam hij de bakkerij over en hij zou daar valse trek die dat veroorzaakte. Wanneer tot zijn pensionering werkzaam blijven. de oven voldoende was opgestookt, kon Eerst alleen en daarna met zoon Eli die er gebakken worden. De bakker deed dat daarmee in de voetsporen trad van va- op gevoel. Het “blasdeurke” van de oven der en grootvader. Als ik de honderdja- werd geopend en de haren op de armen Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
Bakker De Jong 100 jaar
n 100-jarige bakker
nd). van de bakker werden als voelsprieten gebruikt om te bepalen of de oven op temperatuur was. In de steenoven op de Kleine Dijlakker konden 60 broden tegelijk worden gebakken. Het meel werd in zakken van 100 pond aangeleverd en dat was voldoende voor zo’n 90 broden. De oven kreeg het flink te verduren, zodat de stenen in de oven, maar ook de ovendeur regelmatig vervangen moesten worden. Als men om zes uur begon te bakken was het brood negen uur klaar. Eerst waren de broden aan de beurt en daarna kwamen de broodjes en de koek. De krenten voor de krentenbollen bewaarde hij in twee vaten in de kelder en die moesten voor gebruik flink gewassen worden. Krentenbolletjes werden vier voor een dubbeltje verkocht. Suikerbrood werd alleen op zaterdag gebakken of op bestelling tussendoor. Roggebrood moest smoren en hiervoor werd de oven dichtgestopt met plakken deeg. De Jong bakte voor meerdere plaatselijke bakkers rog-
gebrood. Het roggebrood dat zaterdags in de oven kwam, was het lekkerst, omdat dat baksel de gehele zondag in de oven kon blijven liggen. De Sinterklaastijd gaf extra activiteit in de bakkerij. In september werd het taaideeg al klaargemaakt. Zo kreeg het de mogelijkheid om oud te worden. Het deeg bestond uit natuurlijke grondstoffen als honing, meel en kruiden en werd in een houten bak op de meelzolder bewaard. Komen we tegenwoordig slechts de letter S te- ▲ Bakker Eelke Eelkes de Jong sr. gen, vroeger werden ze op bestelling in alle letters gebakken. meer massa, er was minder meel nodig en men kon dus langer doorbakken. De heren leiders beslisten anders waaruit bleek De tweede dat initiatieven van de kleinere bakkers wereldoorlog niet werd gewaardeerd. De Jong had het In de oorlog was geluk dat schoonvader Sikkes uit Bakin verband met de huizen in april 1940 een levering had geschaarste aan grond- daan van 5000 stuks turf en vele takkenstoffen de centrale bakkerij bij bakker bossen. Toen de oorlog in mei uitbrak, Dijkstra aan de Dijkstraat. Dat was niet lag de zolder op de Kleine Dijlakker 18 altijd eenvoudig. Zoveel hoofden zoveel vol brandstof. Na de rantsoenering van zinnen. Op een bepaald moment stelde de brandstof kwam de voorraad goed van een aantal bakkers voor om i.p.v. wit- pas. De bakker kon er zijn oven mee stobrood krentenbrood te bakken. Honderd ken en had in geval van nood een prima pond meel en vijftig pond krenten gaf ruilmiddel tot zijn beschikking.
▲ Bakker Theodoor de Jong aan het werk in de bakkerij.
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
De centrale bakkerij De Hanze In 1963 werden de voorwaarden waaraan een bakkerij moest voldoen dusdanig verzwaard dat er in de bakkerijen stevig geïnvesteerd moest worden, wilde men zijn vergunning behouden. Een aantal bakkers, waaronder De Jong, sloeg de handen ineen en startte een centrale bakkerij, De Hanze geheten. De locatie werd een perceel in Plan Noord achter de openbare school. Het zette een proces in gang van sluiting van vele kleine bakkerijen. Aan de vanzelfsprekendheid dat elke buurt een eigen bakkerij had, kwam voor goed een einde. 5
Ontwikkeling voetbal in Bolsward
Statuten Football Club Achilles en visie Rimmer van der
'Eén club in Bolsward: ongea H et enthousiasme van de Bols- in de tweede klas. Het speelveld werd warder jongens was zo groot ‘t Oordje, dit tot ergenis van de plaatsedat de oprichting van een heuse lijke kaatsvereniging. De naam Achilles voetbalvereniging snel een feit werd. Op werd - op verzoek van de bond (want er 7 april 1905 ontstond zo de voetbalver- waren meer clubs met die naam waaroneniging Achilles. Het clubtenue werd als volgt bepaald: wit overhemd, De eerste voetbalwedstrijd in de buurt van met gele bies en zwarte Bolsward vond in 1904 plaats op een weiland broeken. De Bolswarbij de Wibranda State in Hichtum. Jonge HBSder club werd - na de ers uit Bolsward werden snel vrienden met Leeuwarder club Frisia de aldaar woonachtige Oebele de Boer. De (1883) en LSC (1890) Hichtumer was derhalve de eerste aanstichter de derde voetbalclub in voor de voetbalgekte die al snel zou ontstaan in Friesland. Bolsward. De eerste wedstrijd tegen Sparta Sneek ging overigens met 0-1 verloren. Het veld waarop werd getraind werd het bleekveld genoemd, achter de toenmalige ✒ Door Johan Dijkstra Van der Meulen’s IJzerhandel, nu de achtertuin van Sporthuis der Achilles Assen) aangepast. De bond A. P. van der Feer. De wedstrijden vonden stelde de zelf de naam Athene voor, een plaats vlakbij het huidige kaatsveld aan ‘t benaming die de club zelf negeerde: het Oordje op een weiland met greppels dat werd en bleef Football Club Achilles. In het predikaat voetbalveld niet kon dra- 1912 werden twee teams ingeschreven bij gen (). Dit veld lag achter de toenma- de Friesche Voetbalbond (FVB) en werlige vellenbloterij Van Buren. Ook werd den de clubkleuren gewijzigd: een rode er veel gevoetbald op het Lange Land. broek en een wit shirt met rode kraag en Het Lange Land liep van Hid Herostraat rode mouwomslagen; de huidige kleuren parallel aan de Pater Brugmanstraat tot van C.A.B.
In de statuten van F.C.A. stond dat zij een “algemene vereniging” was. Een ieder, ongeacht stand of geloof kon lid worden. Al snel kwamen er toch meerdere (jongens)clubs in Bolsward. Zo werd de katholieke club v.v. Bolsward in 1911 opgericht. Deze vereniging hield het nog twee seizoenen vol. In het seizoen 1912/1913 werd kansloos met 4-0 verloren van F.C.A. In het seizoen 19131914 vierde F.C.A. haar eerste F.C.A. poserend op ‘t Oordje. Foto dateert uit 1910. Foto: kampioenschap van Friesland. Bolswards Historie - werkgroep Archieven. Nu was dat iets makkelijker dan nu: slechts negen verenide Parkstraat. Hier werden, vooral on- gingen in Friesland speelden toen comgeorganiseerd, vele partijtjes voetbal ge- petitievoetbal in de F.V.B. speeld. Na een paar seizoenen 'aanklungelen' Naast F.C.A. werd er in 1918, na de eerwerd besloten de club in te schrijven ste wereldoorlog, de arbeidersclub B.V.C. bij de Friesche Voetbalbond (F.V.B.). opgericht in Bolsward. De Bolswarder Achilles nam in het seizoen 1910-1911 Voetbal Club kreeg al snel de bijnaam voor het eerst deel aan de competitie “Bolswarder leeuwen”. Voorzitter was 6
Hendrik Huisman (befaamd om zijn mentale speeches), de latere erevoorzitter van sc Heerenveen. Voetbal werd populair in Bolsward. Gezien de concurrentiestrijd met B.V.C. schreef het bestuur van de vereniging F.C.A. in 1921 een toernooi uit voor alle jongensgroepen uit de stad (zie afb.). Iedere wijk kende bijna een voetbalploeg. Exotische namen als Feyenoord, Ajax, Sparta, Concordia, Velocitas, Fortuna en Hercules spreken ook anno 2011 nog tot de verbeelding.
R.E.S. R.E.S.
Op 19 maart 1924 werd, tijdens een ingelaste vergadering, door Luchtfoto van de naar Bolsward tenadering) de ruggekeerde voorzitter B.V.C.-veld (R Rimmer van der Meuspeelden ook o len, voorgesteld om te fuseren met B.V.C. Dit nadat de toenadering van B.V.C.-er Huisman eerst door het bestuur van F.C.A. was afgewezen. In een heftig betoog pleitte Van der Meulen voor één club in Bolsward. De naam van de nieuw te formeren vereniging werd C.A.B.: Combinatie Achilles Bolsward. De clubkleuren bleven zoals in de statuten van F.C.A. genoemd: rood-wit. Kleuren waar C.A.B. nog steeds trouw aan is gebleven. Na vele moeizame trainingsjaren, en aandringen bij de gemeente, mocht de vereniging op 5 oktober 1931 haar nieuwe veld () in gebruik nemen. De dertiger jaren waren een roerige periode voor het voetbal in Bolsward. Clubs kwamen en verdwenen. In 1931 ontstond het katholieke Bolswarder Boys, een van de voorlopers van R.E.S. Bolswarder Boys hield het niet lang vol. Al na een seizoen hield het op te bestaan. Het bleef rommelen in het Bolswarder voetbal en in 1934 kwam er ook een “herstart” van v.v. Bolsward, ook wel B.V.C. genoemd. Deze vereniging hield het ook slechts een
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
Ontwikkeling voetbal in Bolsward
Meulen en Hendrik Huisman:
acht rang, stand en geloof' BOLSWARDIA
C.A.B. R.E.S.
R.E.S.
BOLSWARDIA BOLSWARDIA C.A.B.
Achille
s/F.C.A.
n 1963 met een prachtig overzicht van alle gebruikte voetbalvelden in Bolsward. Het Bolwerkplein was uiteraard nog niet aanwezig. Ingekleurd (bij bespeelvelden. De nummers geven de tijdsperiode aan. Voetbalveld achter Van Buren. ‘t Oordje (1908 tot 1947) C.A.B.-veld (1931 tot 1966), R.E.S. 1935-1936), R.E.S.-veld Heechhout (1942-1966), Bolswardia-veld (1947 tot 1966), Het Bolwerk, (1966 tot heden). R.E.S. en Bolswardia op het R.E.S. veld (Heechhout) en het C.A.B. veld. ■ Achilles/F.C.A of R.E.S. ■ C.A.B. ■ R.E.S. ■ Bolswardia.
jaar vol, maar het was duidelijk dat er een serieuze afscheiding zat aan te komen. Pas in 1936 kregen de katholieken in Bolsward hun club in de vorm van R.E.S. (Rjucht en Sljucht, van Gysbert Japicx). R.E.S. kende als speelveld een veld nabij ‘t Heechhout () en kende na een paar weken al 56 leden. Een zeer gespannen verhouding met C.A.B. volgde de eerste jaren. Zelfs winkeliers moesten partij kiezen. Het eerste jaar kwam R.E.S. uit op het oude B.V.C.-veld en na een jaar speelde men op 't Oordje. Pas in het begin van de veertiger jaren kwam R.E.S. uit op haar al in 1936 aangekochte veld. R.E.S. zou de eerste jaren in een competitie uitkomen met louter katholieke verenigingen. De clubkleuren waren in eerste instantie witte shirts met gele diagonale streep en zwarte broek. Het merkwaardige toeval wil dat deze outfit dezelfde is dan die van Achilles in 1905. De keuze voor de clubkleuren was trou-
wens 'Paussiaans'. In de veertiger jaren werd de switch gemaakt naar het huidige tenue (blauw/wit, de kleuren van het Friese gebied Westergo). Op de jaarvereniging in september 1946 opperde de toen 16-jarige Cor Wielinga van C.A.B. een plan om een zaterdagvereniging op te richten. Een paar seizoenen eerder was er ook al een poging door C.A.B.-leden gedaan om het zaterdagvoetbal in Bolsward van de grond te krijgen. Evenals toen, waren er te weinig medestanders om een zaterdagafdeling groen licht te geven. Toch zou het daaropvolgende seizoen Bolswardia ontstaan. Op 23 september 1947 hees Bolswardia haar vlag. De christelijke voetbalvereniging speelde in een groen/wit shirt, zwarte broeken en groene kousen. Bolswardia speelde in de beginjaren zowel op het veld van R.E.S ()als dat van C.A.B ()en zelfs op ‘t Oordje (). De club groeide snel in leden en daarom kreeg het een eigen
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
speelveld () achter het C.A.B.-veld. Op 13 augustus 1966 werd het sportveldenclomplex Het Bolwerk ()officieel geopend. C.A.B kreeg een veld, de inmiddels danig gegroeide zaterdagvereniging Bolswardia kreeg twee velden, en R.E.S. kreeg, inclusief het ruilveld Heechhout, ook twee velden. Het zou tot 2004 duren voor er weer eens sprake zou zijn van verandering. Bolswardia en C.A.B. sloten een akkoord om gezamenlijk verder te gaan met de jeugd onder de naam Jeugd Voetbal Bolsward. De kleuren geel/zwart lagen voor de hand. Vanaf het seizoen 2010/2011 spelen ook de A- en B-junioren van R.E.S. bij J.V.B. Anno 2011 zijn de statuten die ooit bepaald werden door Football Club Achilles, met Rimmer van der Meulen als dé belangrijkste betoger voor één club in Bolsward, misschien wel actueler dan ooit. Gaat voetballend Bolsward lering trekken uit haar historie? 7
Tweehonderd jaar Burgerlijke Stand
I
n de Franse tijd was er van 1806-1810 sprake van het Koninkrijk Holland en kende ons land voor het eerst een Koning Lodewijk Napoleon zoals deze monarch heette was volgens zijn broer Napoleon Bonaparte te slap. De keizer was niet tevreden over zijn broer en dwong hem tot aftreden. Op 9 juli 1810 werd Holland ingelijfd bij het Franse keizerrijk, met aan het hoofd keizer Napoleon. In de Nederlanden kwam een Franse Gouverneur-Generaal, vanaf toen golden in ons land de Franse wetten. Als gevolg daarvan werden de plaatselijke besturen verantwoordelijk voor de registratie van geboorten, huwelijken (invoering van het burgerlijk huwelijk) en overlijden. De noodzaak voor de registratie kwam voort uit de Franse wet van 20-25 september 1792. Met behulp van de Burgerlijke Stand kon Napoleon onder andere de dienstplicht ten behoeve van zijn leger beter afdwingen en een efficiëntere belastingheffing invoeren. Ook de bestuurlijke indeling werd op Franse leest geschoeid. Er werd een “Departement van Vriesland” ingesteld en een prefect voor dit orgaan benoemd. Het hoogste gezag berustte in een gemeente bij de Maire. In Bolsward was dit Livius (Lieuwe) Fockens, hij woonde tegenover het stadhuis.
✒ Door Jan Keuvelaar Suzanna Jacobs De eerste Bolswardse die in het geboorteregister van de burgerlijke stand werd ingeschreven, was de dochter van de kofschipper Jacob Bouwes van den Oever en zijn vrouw Catharina Jans Faber. De eerste pagina van het register is in het Frans gesteld en betreft de registratie ervan. Het register bevat “quatre-vingt onze feuilles”. Jacob ging op 22 juli 1811 met twee getuigen en zijn een dag eerder geboren dochter om zes uur ’s avonds naar het stadhuis. Hij trof daar niet de maire aan maar zijn plaatsvervanger H.
schoener “Flora” onderweg van Londen naar Harlingen uit dit huwelijk een zoon geboren. Het schip bevond zich op de Noordzee acht mijl ten noordwesten van Alborough. Van dit feit is door John Manneng, de kapitein van dit schip een akte opgemaakt. Hiemstra wordt dan aangeduid als Heemstra. Het zoontje kreeg de namen Frederykus Jacobus. Suzanna overleed op 23 juli 1848 te Bolsward op 37-jarige leeftijd, haar man was al eerder overleden. Maar de naam Van den Oever komt vandaag de dag nog steeds voor in Bolsward.
Huwelijksregister Trouwen deed je voortaan voor de wet op het stadhuis. De eersten die daar in het huwelijksbootje stapten, waren op 17 april 1811 Gabe Sjoukes Rolsma en Trijntje Klaazes Kramer. Gabe was 28 jaar oud en keizerlijk notaris te Bolsward, zijn bruid was 25 jaar en dochter van een meester-timmerman. Zij verschenen voor de “president van het Gemeentebestuur van Bolsward waarnemende de werkzaamheden als Ambtenaar van de Burgerlijke stand”. President op dat moment was L(olle) Steensma. Wat opvalt is dat Trijntje een kruisje plaatste omdat zij niet kon schrijven. In 1823 overleed Gabe, hij is dan 39 jaar oud. Sterfregister Zo staat het aan de binnenzijde van het overlijdensregister van 1811. De eerste pagina van het register is net als dat van het geboorteregister geschreven op 22 juli 1811. Om twaalf uur in
Twee honderd jaar Burgerlijke Stand Braunius Oeberius, “adjunct bij de Maire der stad Bolsward, Gemeente Arrondissement van Sneek Departement Vriesland, en bij afwezigheid van de Maire waarnemende de Werkzaamheden van den Publieken Ambtenaar des Burgerlijken Staats”. Nadat het kind aan hem getoond was, werd door hem de akte opgemaakt en door de vader, de twee getuigen (Jacobus Martens en Hille Jans Faber) en hemzelf ondertekend. Overigens is dit niet de eerste akte die in het register voorkomt. In 1812 werden nog een 14-tal geboorten geregistreerd die niet aangegeven waren en voor 21 juli 1811 hadden plaats gevonden en voorin het register als apart katern opgenomen. ……en verder Suzanna trouwde in Bolsward op 14 februari 1836 met Age Fedderik Hiemstra. Ze stonden alle twee te boek als zonder beroep. Op 8 augustus 1836 werd er aan boord van de Engelse 8
de middag verschenen voor Braunius Oeberius, “Bauke Jans, arbeider, oud veertig jaren, wonende te Bolsward en Hantje Fekkes, knegt, oud twee en zestig jaren, mede woonachtig te Bolsward. Zij verklaarden dat IJnte Baukes, geboren te Bolsward, oud een vierendeel jaars, zoon van bovengenoemde Bouke Jans en Gerbrig IJntes, echtelieden wonende in deze gemeente (zijnde de eerste getuige de vader van de overledene en de tweede getuige deszelfs gebuur) overleden is den een en twintigste dag der lopende maand Juli ten acht uuren des morgens ten huize van deszelfs vader”. De opgemaakte akte werd door bovengenoemde personen en Braunius Oeberius ondertekend. Omdat Hantje Fekkes niet kon schrijven heeft hij de akte “vertekend met zijn gewone handmerk”. Ook voor dit register zijn in 1812 nog diverse akten opgemaakt en als apart katern opgenomen.
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
Column Sytse ten Hoeve
Column De tijden veranderen en wij met hen ‘Tempora mutantur et nos mutantor cum illis’.
A
Sytse ten Hoeve
an deze spreuk uit de Proverbialia dicteria van Andreas Gartner uit 1566 moest ik denken, toen ik de vraag voorgelegd kreeg een column te schrijven in deze publicatie. Zo’n ‘stukje’ moet persoonlijk zijn. Wat was en is mijn persoonlijke relatie met Bolsward? Geboren in Leeuwarden in 1945 en daar opgegroeid, kwam ik omstreeks 1960 als ‘baardeloze knaap’ voor het eerst op de fiets naar Bolsward om daar mijn dorst naar kunst en cultuur te laven. Ik had al veel over de stad gelezen en de indruk gekregen dat de Bolswarders vonden dat hun stad, hun stadhuis, hun Martinikerk, hun Hinschorgel en hun organist de mooiste stad, het mooiste stadhuis, de mooiste kerk, het mooiste orgel en beste organist van de wereld waren. Die indruk werd in Bolsward nog bevestigd door koster Doede de Way, die veel over de Martinikerk vertelde, maar ook over zichzelf en die duidelijk maakte dat hij de meest bijzondere koster van Nederland was.
chauvinisme steeds aardiger en interessanter te vinden en het was toch maar zo dat andere plaatsen een voorbeeld konden nemen aan de wijze waarop Bolsward met zijn cultuur omging. Was het al niet in 1888 dat ds. M. E. van der Meulen zijn voor die tijd rijk geïllustreerde prachtboek Bolsward’s Kunst en Kunstgeschiedenis het licht deed zien? Welke stad had zo’n publicatie? Zelf kreeg ik de kans in 1990 een boekje te schrijven over De liefdegestichten van Bolsward. Met plezier deed ik onderzoek in de archieven, daarbij soms geholpen door H.A.M. Andela. Een van de interessantste aspecten van het onderzoek was vast te kunnen stellen hoe het culturele leven van Bolsward aan het einde van de 18de eeuw werd gedomineerd door notaris Nicolaus Elgersma, die bekend staat als schenker van het Hinschorgel in de Martinikerk. De sporen van deze erudiete cultuurdrager zijn evenwel ook te volgen in zijn eigen woonhuis aan de Grote Dijlakker, in het St. Anthonygasthuis, het Hendrik Nanneshof, het Hid Herohiem en in het gemeentearchief.
Onderzoek tussen 1988 en 2001 leidde er toe dat ik samen met Jan Pluis en Pieter Tichelaar kon vaststelToen ik een paar jaar later met len welk Fries aardewerk in de Leeuwarder Cantorij in de de Bolswarder gleibakkerij kerk had geconcerteerd, las was vervaardigd. Onze ontDe tijden veranderen en wij met hen ik in de recensie in Het Bolsdekkingen konden in 2000 ‘Tempora mutantur et wards Nieuwsblad van de duiworden gepresenteerd in een nos mutantor cum illis’ zendpoot E.S. de Jong dat het tentoonstelling in het stadkoor best aardig had gezongen, huis en in 2001 in een boek. maar dat het gebodene het natuurlijk niet kon halen bij de presMijn contacten met Bolsward en met de Bolswarders werden taties van de eigen Bolswarder Martinicantorij en Oratoriumalmaar intensiever en plezieriger. Mijn oriëntatie op Sneek vereniging. Dit en andere ervaringen gaven me de indruk dat, wisselde ik om voor die op Bolsward. Ik veranderde, maar de hoe mooi en interessant en rijk aan cultuur Bolsward ook mocht Bolswarders veranderden ook. Het chauvinisme en de sterke zijn, het toch maar een chauvinistisch stadje was. gerichtheid op de eigen stad verminderden. Dat moet nu ook weer niet té ver gaan. Dat een cultureel centrum als de sociëteit Ik bezocht Bolsward steeds opnieuw, eerst vanuit Leeuwarden De Doele leeg en ongebruikt staat, is een veeg teken. Het is nu en later vanuit het naburige Nijland, waar ik in 1968 kwam te zó ver gekomen dat Bolsward zijn eigen zelfstandigheid heeft wonen. Ik oriënteerde me evenwel meer op Sneek, zeker toen opgegeven en zich enthousiast voegt in de grote fusiegemeente ik daar in 1976 museumdirecteur werd. Er waren wel steeds Súdwest-Fryslân. Het gaat mij ver genoeg. genoeg redenen om naar Bolsward te gaan. De flamboyante burgemeester Bruinsma, altijd ín voor een feestje, zorgde er Nu zal Bolsward zijn best moeten doen zijn eigen identiteit te voor dat er ná de stadhuisrestauratie van 1955 in het gebouw bewaren en met gepaste trots zijn eigen culturele erfgoed in zomertentoonstellingen werden gehouden van nationale allure stand te houden. en in 1966, bij de herdenking van de 300-jarige sterfdag van Gysbert Japicx, stond Bolsward bol van de culturele activiteiten, De dichter, wiskundige en eminente historicus, dr. Obe Postma, waar zelfs Koningin Juliana aan deelnam. De uitreiking van de die in het Bolswarder stadhuis in 1947 de Gysbert Japicxpriis literaire Gysbert Japicxpriis en de wetenschappelijke Joost Halontving en in 1954 de Joost Halbertsmapriis, dichtte in 1918: bertsmapriis waren feestelijke hoogtepunten in het Friese culturele leven, evenals de Nationale Orgelimprovisatieconcoursen. Sa sjonge wy’t forline, net omdat De winnaar van de P.C.Hooftprijs en oud-Bolswarder, profesIt skien en goed is boppe hjoed en moarn, sor Frits van der Meer, schreef in 1977 op fijnzinnige wijze zijn Mar om’t it uzes is, ús hiem en wrâld, jeugdherinneringen op in het boekje De Kleine Stad. Wat een Hwant leavje kin wy net as eigen groun. feest dat te lezen. Eigenlijk begon ik Bolsward, ondanks zijn
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
9
Armenzorg viert oud en nieuw
Armenzorg viert oud en nieuw Het kan bijna geen Bolswarder zijn ontgaan: de Hendrick Nannes- en Catrijn Epesstichting bereikte dit jaar de respectabele leeftijd van 500 jaar, om precies te zijn op 16 oktober. Voor de huidige bestuursleden was van meet af aan duidelijk dat de viering van het jubileum een brug moest slaan tussen verleden en toekomst. Voorzitter Bauke Jansen blikt terug – en kijkt vooruit.
✒ Door Chris Elsinga
‘N
atuurlijk wil je in je jubileumjaar aandacht besteden aan de geschiedenis van de Armvoogdij in deze stad. En dat kon ook, want in het gemeentearchief liggen honderden, soms eeuwenoude dossiermappen van de Armvoogdij. Een geweldige bron van informatie over alles, wat zich sinds de zestiende eeuw rond de armen in deze stad afspeelde. Wat is het niet bijzonder om een beduimelde brief in handen te hebben van een moeder, die de wel-
Douwe Heeringa en ‘Bolswarder Oliekoeken’ 10
▲ Jong en oud zijn welkom bij het ‘bedeelingsloket’ edele voogden eerbiedig verzoekt om een warme buis voor haar zoon, die gaat varen!’ Aan het enthousiasme in zijn ogen is goed te zien, dat de voorzitter zelf ook met liefde in de archieven grasduint. Hij vervolgt: ‘Dus dat de rijke historie van onze stichting een plek moest krijgen in onze activiteiten dit jaar, dat stond vast. Tegelijk wilden we niet blijven hangen in het verleden. Onze doelstelling is weliswaar veranderd van armenzorg in het ondersteunen van sociale en culturele
doelen, maar uiteindelijk gaat het er nog steeds om de Bolswarder samenleving een steuntje in de rug te geven. Dat wilden we dit jaar tot uitdrukking brengen met vooral culturele activiteiten waarin heden, verleden en zo mogelijk ook de toekomst een rol spelen.’ Achter de tralies Jaarlijks leiden de stadsgidsen van het Gysbert Japicxhûs honderden belangstel-
Massale belangstelling bij theater aan het water Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
Armenzorg viert oud en nieuw als hedendaagse elementen in zich. En het mooiste is: het heeft inderdaad geleid tot steviger onderlinge contacten. Verschillende clubs willen de komende jaren met elkaar of met anderen een nieuw samenwerkingsproject neerzetten. De eerste afspraken voor 2012 liggen er al.’
▲ Een oude film in een nieuw muzikaal jasje lenden door de binnenstad van Bolsward. Voortaan kunnen zij daarbij gebruik maken van een ‘iederweervoorziening’ in de vorm van de voormalige ‘bedeelingskamer’ aan de Broerestraat. ‘Groepen kunnen hier binnenlopen en een idee krijgen van de ondersteuning die de Armenzorg vroeger bood’, vertelt Bauke Jansen. ‘Je staat voor een loket. Daarachter stonden de voogden, die je via die getraliede opening bijvoorbeeld turf toeschoven. Kunstenaar Michiel Galama heeft hier een waar kunststukje van gemaakt, door de tijd als het ware in drie plakken te verdelen. Er is een beeld van 1511, een van nu en eentje daar zo’n beetje tussenin, zo rond 1777. Je kijkt hier het verleden in en waant je even degene, die hier om hulp moet vragen.’ Kruisbestuivingen Van de 60 uitgenodigde culturele organisaties en verenigingen van de stad gingen er negen de uitdaging aan om een nieuw samenwerkingsverband aan te gaan. ‘Vanuit onze huidige doelstelling hadden we met veel verenigingen natuurlijk al contact. Maar we hebben ze in het kader van ons jubileum de vraag voorgelegd in 2011 iets nieuws op de planken te zetten, met een of meer andere clubs’, legt de stichtingsvoorzitter uit. ‘Een spannend, onzeker avontuur voor alle betrokkenen, maar we hebben met zijn allen uiteindelijk kunnen genieten van drie unieke, geweldig geslaagde voorstellingen. Stuk voor stuk hadden die zowel historische
Een oude film in een nieuw muzikaal jasje
Jong leven Was het toeval of heeft het zo moeten zijn, dat in het nieuwbouwplan Hartwerdervaart dit jaar de Catrijn Epessingel gereed kwam? In elk geval greep de stichting dat feit met beide handen aan om een lijntje naar de toekomst uit te gooien. Op 14 oktober plantten de bestuursleden vlakbij het water een moeraseik. ‘Om aan te geven dat we als liefdesgesticht in de Bolswarder samenleving zijn geworteld’, verklaart Bauke Jansen, ‘en ook om nieuw leven te brengen in een jonge wijk. Zo’n eik kan net zo oud worden als onze stichting nu is, dus hier gaan nog generaties Bolswarders plezier aan beleven.’ Dat geldt temeer omdat bij de boom nog een fraaie zitgelegenheid zal komen, die in de geest van het testament van Hendrick Nannes en Catrijn Epes alle passerende Bolswarders van dienst kan zijn. Toekomstplannen Het ‘bedeelingsloket’, de moeraseik en niet te vergeten de twee jubileumpublicaties (zie blz. …. en …) vormen voor Bolsward blijvende herinneringen aan het jubileumjaar. Tijd om het vizier weer op de toekomst te richten, vindt de voorzitter. ‘Dankzij de stichters en het zorgvuldige beheer van de nalatenschap door onze voorgangers zijn wij in 2011 in staat geweest iets voor de Bolswarder samenleving te betekenen’, zegt de voorzitter, ‘en dat willen we ook in de toekomst graag blijven doen.’ Wie meer informatie over de Hendrick Nannes- en Catrijn Epesstichting wil, kan terecht op de website www.debolswarderstichtingen.nl.
De basis De basis voor de huidige Hendrick Nannes- en Catrijn Epesstichting werd gelegd met het testament van de gefortuneerde echtelieden. In zwierige volzinnen legde het echtpaar vast dat hun bezittingen ten goede moesten komen aan - vooral - de armen van de stad. Meester Wigger, werkzaam als vicaris/administrateur van de Martinikerk, stelde de tekst op, die als volgt begint: ‘In het jaar Onzes Heeren 1511, op den zestienden dag van October, omtrent middach, zoo hebben wij Hendrik Nannes, burger van Bolsward en Katrijn Epes, mijn echte wyff (wettige vrouw), overwegende dat er niemand leeft, of hij moet sterven, en om deze doodsure zalig af te wachten en de strenge toorn van den Oppersten Rechter te ontgaan en ter bede genade te verkrijgen en ook opdat men weg wete met onze tijdelijke goederen, die wij na onzen dood, welke God zalig maken moet, zullen nalaten, zoo hebben wij met voorbedachten zin, naar rijp beraad, en met vrijen wil gemaakt en bevolen ons testament en laatste wil.’ Verderop in het testament maakt het echtpaar duidelijk welk doel ze voor ogen hebben: ‘… en daar wij geen erfgenamen hebben behalve buitenstaanders, zoo vermaken wij de nalatenschap van al onze andere goederen, die wij in het testament niet hebben weggeschonken, noch voor onzen dood wegschenken zullen, aan de ware armen van Bolsward…’
Nieuw leven in een nieuwe wijk van de stad
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
11
Geven en gegeven worden
Geven en geg Het archief van de stad Bolsward herbergt een schat aan gegevens, ook over de ontwikkeling van de plaatselijke Armenzorg. Op verzoek van de Hendrick Nannes- en Catrijn Epesstichting dook historisch geograaf Meindert Schroor in de vergeelde papieren. De vrucht van al dat speurwerk rolde onlangs van de persen: ‘Tot profiit ende netrefticheit der armen; vijf eeuwen armenzorg in Bolsward (1455)1511-2011‘.
✒ Door Chris Elsinga
D
e historie van Bolsward en die van de Armvoogdij zijn in de loop van vijf eeuwen onlosmakelijk met elkaar verbonden geraakt. Het onderzoek in de archieven van de stichting bracht daarom ook een schat aan gegevens over het bestuur en het huishoudboekje van de stad boven water. Het resultaat is een kleurrijk jubileumboek dat de ontwikkeling van Bolsward als stedelijke samenleving beschrijft, aan de hand van de Armenzorg. Vondsten Meindert Schroor beschrijft onder meer hoe het woonhuis van Hendrick Nannes en Catrijn Epes uitgroeide tot een complex met Armenhuis, aparte woningen en ziekenhuis. Hij schetst een beeld van Bolsward in vroeger eeuwen en bere-
▲ Het kleurrijke boek telt 285 bladzijden. 12
kent aan de hand van inwoneraantal en belastingopbrengsten hoeveel armen en bedeelden er binnen de muren geweest zullen zijn. Het boek brengt ook in kaart wie de voogden waren, die zich met de Armenzorg bezig hielden, en waar de bezittingen van de Armvoogdij lagen – zowel binnen als buiten de stad. Natuurlijk komen ook de uitdelingen van geld, turf, boter, rogge en vlees aan de orde, en de pogingen van de voogden om, bijvoorbeeld via de oprichting van een spinnerij, armen van de straat te houden. Uit het archief kwam zelfs een lijst uit 1623 boven water waarin ‘bedeelden’ met naam en toenaam worden genoemd, inclusief het aantal stuivers dat zij als steun ontvingen. De vier onderstaande fragmenten geven een indruk van de enorme hoeveelheid informatie, die in een fraai blauwlinnen kaft bijeen is gebracht.
Uitbreidingen Het in 1522 vergrote Armenhuis werd vier jaar later door aankoop van een belendend huis van Yd Anskis verder uitgebreid, waardoor het complex uiteindelijk een achttal huisplaatsen besloeg op de hoek van de Kerkstraat en de Broerestraat. Tegenover het Armhuis aan gene zijde van de Broerestraat was vrijwel in diezelfde tijd (juli 1522 of 1523) boven de gracht de aan Maria, in de vorm van het beeld van Onze Lieve Vrouwe van Zevenwolden, gewijde ‘Capelle op den Post’ verrezen. De faam van Bolsward als bedevaartsoord – de zondags voor Pinksteren was er traditioneel een ommegang - en de miraculeuze redding van dit beeld na de brandschatting van 1515 zouden tot de bouw van de laatgotische kapel hebben geleid. Hoe dit zij, Hendrick Nannes en Catrijn Epes hadden aan de Bolswarder armenzorg voorlopig een flinke basis verschaft. Deze behelsde naast de uitbreiding van het armenhuis in 1522 en de overdracht van 57 pondematen aan landerijen in december 1523, een maand later nogmaals een schenking van ditmaal elf koegrazen, dertien pondematen en de helft van de ‘pleats’ te Knossens ten zuidoosten van de stad. Gerommel rond de stadsrekening Aan de overeenkomst tussen de magistraat en de armenvoogden was een heel proces voorafgegaan. Op 25ste augustus 1651 had de magistraat uit zijn midden een commissie ingesteld. Deze moest in het kader van artikel 13 van het Reglement op de Raadsbestelling van 1637 maatregelen voorstellen tegen ‘de dagelijcks groote excessive costen ende verteringen (die) tot laste van de Stadt geschieden’. De commissie rapporteerde op 9 september aan de vroedschap. Zij trof een groot aantal misstanden aan. Zo moest het uit zijn met de vele declaraties voor verteringen die niets met stadszaken te maken hadden. Declaraties dienden veel preciezer qua personen, plaats, datum en reden te worden gespecificeerd. Voortaan zou de vroedschap ook drie rekenmeesters uit haar midden aanwijzen
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
Geven en gegeven worden
geven worden ‘bij veele ingezetenen geld en eetwaren door eene zamengeschoolde menigte afgedwongen’. Dankzij de extra uitdeling van brood en geld door de Commissie van Spijsuitdeeling en de eensgezindheid van de burgers bleef het bij dit incident, aldus penningmeester Brouwer aan het einde van zijn Tienjarig Overzigt van de Administratie.
om de stadsrekening te controleren. Electeurs konden vanaf nu rekenen op twaalf caroliguldens teergeld. De overige magistraats- en vroedschapsleden dienden de verteringen echter uit eigen zak te betalen. De stadsrekening moest voortaan weer oudergewoonte in mei worden opgesteld en daarbij geen restposten bevatten die nog niet waren ingebeurd. Voor zo ver ze in de meest recente rekening voorkwamen zouden ze waar mogelijk worden aangezuiverd en zo niet apart worden bijgehouden om te voorkomen dat de volgende rekeningen ermee ‘vervuilt’ zouden worden. Broodoproer Overal in het land was in de zomer van 1847 sprake van onrust. Die werd op de eerste plaats veroorzaakt door de duurte van de eerste levensbehoeften. Op de avond van 24 juni 1847 sloeg in Harlingen de vlam in de pan en braken rellen uit bij de aankomst van The Magnet. Met deze Engelse lijnboot zouden naar het gerucht ging schaarse aardappelen worden uitgevoerd. Het werd het begin van een onrustige zomer met oproeren in Friesland, de stad Groningen, Overijssel en Gelderland. Daags erna, in de late avond en nacht van 25 juni waren ook in Bolsward bakkerswinkels geplunderd en was
Ziekenhuis In juni 1925 werd het zuidelijke deel van het Armenhuis aan de Broerestraat vervangen door het bestaande gebouw. Naar een ontwerp van J.P. Postma werd de uitvoering aan Cornelis Lammertsma gegund voor f 12.989,-. In de nieuwbouw kwam de nieuwe voogdenkamer waarheen enkele achttiende-eeuwse onderdelen uit de oude voogdenkamer zoals de schoorsteenmantel met schilderstuk en de hou-
Jubileumboek Het jubileumboek ‘Tot profiit ende netrefticheit der armen; vijf eeuwen armenzorg in Bolsward (1455)1511-2011 is tegen kostprijs te koop bij het Gysbert Japicxhûs, Wipstraat 6, Bolsward. De kosten bedragen € 26,00 per exemplaar.
ten kastenwand uit die periode werden verplaatst. Het geheel werd voorzien van een nieuw stucplafond in neo-barokke stijl en van nieuw en eigentijds door Bolswarder meubelmakers vervaardigd meubilair. Andere achttiende-eeuwse elementen uit de oude voogdenkamer werden naar de toenmalige voogdessenkamer verplaatst. Het meest in het oog vallend was de extra ziekenzaal met twaalf bedden. Hij was bestemd voor mannelijke verpleegden, mede omdat ook mensen van buiten werden opgevangen. Secretaris Praamsma had trots uitgeroepen dat ‘wij nu een tweede klas ziekenhuis hebben met, in vele gevallen, de helft van derde klas tarief’.
▲ Auteur Meindert Schroor overhandigt het eerste exemplaar van het boek aan Jan Keuvelaar (in de rol van Peter van Thabor) foto Henk Tigchelaar.
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
13
Stuivertje wisselen in de 19e eeuw
Een ‘geboren’ dubbeltje werd nooit een kwa
Stuivertje wisselen in Hebt u Bolswarder wortels en is uw achternaam toevallig Haitsma of De Vries? Dan loopt u de kans dat uw stadgenoten in vroeger tijden collecteerden om uw familie, misschien zelfs wel een voorvader in de directe lijn, de stad uit te krijgen. Trouwens, ook als u De Wit, Gerritsma, Dijkstra of De Jong heet is die mogelijkheid aanwezig, en zo zijn er nog wel wat familienamen te noemen. Tientallen Bolswarders werden in de eerste helft van de negentiende eeuw naar Drenthe gestuurd, soms tegen wil en dank. Daar, in die afgelegen woestenij, mochten ze proberen een nieuw leven op te bouwen. Student geschiedenis Klaas de Vries schreef een masterscriptie over deze bijzondere episode in de geschiedenis van onze stad: ‘Het heilzame doel der kolonisatie; Bolswarders in de vrije koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid 1818-1859’.
✒ Door Chris Elsinga
▲ De kolonie Frederiksoord, gravure door D. Sluyter
H
Om daarin te voorzien richtte hij in 1818 de Maatschappij van Weldadigheid op. Het nobele doel van de organisatie werd in het reglement als volgt omschreven:
Grootse plannen Johannes Van den Bosch (1780-1844) was echter een andere mening toegedaan. In zijn ogen was niet gemakzucht of onverschilligheid, maar gebrek aan arbeid de reden waarom zoveel Nederlanders in behoeftige omstandigheden verkeerden.
‘Het doel der Maatschappij is hoofdzakelijk om den toestand der armen en lagere volksklassen te verbeteren door zoodanige ontwerpen, die voor dezelve dienstig geoordeeld worden, ter uitvoering te brengen, inzonderheid door aan dezelve arbeid, onderhoud en onderwijs te verschaffen en
et was armoede troef in de eerste helft van de negentiende eeuw. Er was te weinig werkgelegenheid, de lonen waren laag en sociale voorzieningen zoals wij die nu kennen lagen nog in de schoot van de toekomst verborgen. Ook de Armenvoogdij Bolsward had de handen vol aan het lenigen van de nood. Volgens sommigen was die armoede het gevolg van luiheid, verkwisting en zondigheid van de armen zelf – was het niet door Hem van hogerhand bepaald, dat iemand van de bedeling moest leven?
14
hen uit dien toestand van verbastering, waartoe deze menschen in het algemeen vervallen zijn, op te beuren en tot eene hoogere beschaving, verlichting en werkdadigheid op te leiden.’
▲ Plattegrond van een kolonistenboerderij
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
Stuivertje wisselen in de 19e eeuw
artje
n de 19e eeuw als volwaardig burger in de samenleving zouden kunnen terugkeren. Om de kolonisatie te bekostigen was er de Maatschappij van Weldadigheid. Iedere Nederlander kon lid worden van deze particuliere stichting tegen een bedrag van 52 stuivers per jaar. In ruil voor de wekelijkse stuiver kreeg de stad de mogelijkheid om, zoals gezegd, ‘de toestand der lagere volksklassen te verbeteren.’ Bolswarders om útens In Bolsward was men enthousiast over Van den Bosch’ idee. In het voorjaar van 1818 ging de plaatselijke subcommissie van de Maatschappij met een intekenlijst rond onder de 3200 inwoners van de stad. Dat leverde liefst 207 inschrijvers op, op een aantal van 786 gezinshoofden, dat is 1 op de 4 huishoudens! Kennelijk hadden heel wat Bolswarders het hart op de goede plaats – of zagen ze de armen vooral graag uit het straatbeeld verdwijnen? Hoe dan ook, binnen een half jaar kon de stad met de opgehaalde contributie en giften al een kolonistengezin leveren voor een hoeve in de eerste proefkolonie, Frederiksoord.
Van den Bosch was een man van grootse plannen en het was dan ook niet gering, wat hij voor ogen had. In nieuw te stichten werkkoloniën in de woeste, onontgonnen gebieden van Drenthe zouden grote aantallen armen aan het werk gezet worden. Ze zouden er leren voor zichzelf te zorgen, zodat ze naderhand eventueel
De publicatie ‘Het heilzame doel der kolonisatie; Bolswarders in de vrije koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid 1818-1859’ geeft een goed beeld van hoe het de Bolswarders in de koloniën verging. De uitgave is te koop bij het Gysbert Japicxhûs, Wipstraat 6 Bolsward. De kosten bedragen € 10,00 per exemplaar.
Op 31 oktober 1818 kwam het gezin van Tjalling Gerrit(s) Gerritsma in de proefkolonisatie aan. Zij zouden de eersten zijn van in totaal vijf kolonistengezinnen, die in de periode tot 1859 vanuit Bolsward richting Drenthe gingen. In februari 1820 sloten ‘de Armvoogden van de stad Bolsward’ daarnaast een meerjarig contract met de Maatschappij voor het plaatsen van zes wezen. Deze kinderen werden op een hoeve gehuisvest en kostten de armvoogdij jaarlijks 60 gulden per wees. Het contract gaf de Bolswarder armvoogden bovendien het recht in twee aangrenzende hoeves gratis gewone kolonisten onder te brengen. In totaal zond de Armenvoogdij in de eerste helft van de negentiende eeuw bijna 60 armenkinderen, wezen en leden van kolonistengezinnen naar de Drentse proefkolonies. Het verhaal van hun verblijf daar is nu voor het nageslacht vastgelegd.
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
Correspondentie
C
orrespondentie tussen de ´subcommissie Bolsward´ en de landelijke ´Permanente Commissie´ van de Maatschappij is bewaard gebleven. De brieven verschaffen een mooi inkijkje in de selectie van personen en de problemen die daarbij werden ondervonden. Zo stelden de armenvoogden in 1829 een belerende brief op, waarin zij de Maatschappij op haar verantwoordelijkheid wezen om goed onderwijs te bieden (zie pag. 39). Gebleken was dat drie ‘bestedelingen’ (de broers Schelte en Gerrit Runia en Pier Hiddinga), toen zij met tijdelijk verlof terugkeerden naar Bolsward, niet konden lezen en schrijven. De armenvoogden schreven dat de jongens weliswaar gezond, schoon en goed gekleed waren, maar dat van zeven jaar taalonderwijs in de Koloniën volgen, meer mocht worden verwacht. Het geconstateerde gebrek baarde de armenvoogden grote zorgen en zij hoopten met de brief een betere kwaliteit van onderwijs te bewerkstelligen. Lang niet alle Bolswarder paupers stonden overigens te trappelen om ‘opgestuurd’ te worden naar vreemde streken. De subcommissie constateert met een mengeling van verbazing en frustratie dat armlastigen ‘... begeren alzo liever dit ellendig leven voortesleepen dan hetzelve, als het ware voor eene werkzame overvloed te verruilen.’ Er was natuurlijk ook een zekere concurrentie tussen de Armvoogdij en de Maatschappij van Weldadigheid. De armvoogden stuurde bij voorkeur geen ‘oppassende en werkzame arbeiders’ naar Drenthe. Juist de luie lieden moesten worden overgehaald tot een heropvoeding in de Maatschappij. Omgekeerd zaten de koloniën niet te wachten op armen, die liever in afhankelijkheid van de armenkassen leefden dan door te werken in hun eigen behoeften te voorzien.
15
Bolsward 250 jaar geleden
De Leeuwarder Courant is een rijke bron van informatie en biedt ons een inkijkje in wat Bolsward 250 jaar geleden bezig hield.
✒ Door Jan Keuvelaar
H
et jaar begint met de mededeling dat de oud-burgemeesters J. Steensma en Gerard van Velsen ingaande 1 januari door “Haare Doorlugtigste Hoogheid, Mevrouw de Princesse Douairiëre van Orange en Nassau, etc., etc., etc. “ weer tot burgemeester zijn benoemd. De Fries was blijkbaar niet vies van een gokje, want bij o.a. J. Cramer te Bolsward
werden loten aangeboden in de eerste klasse van de 41e generaliteitsloterij. Een heel lot kostte 10 gulden en men kon ook loten huren. Wat men zich daarbij ook moet voorstellen. De trekking van de loterij was in Den Haag op 24 maart. Op 14 april werd de lezer verteld dat de dag ervoor in Leeuwarden was binnen gemarcheerd het Eskadron Carabiniers Orange Friesland uit Bolsward. Het ruiteronderdeel had daar in garnizoen gelegen. Na Leeuwarden vertrokken de militairen naar Kampen en Deventer om “aldaar Guarnisoen te neemen”. In de krant van 15 april las men dat gekocht konden worden fraaie “Thuin Cieraden”, vervaardigd door “Jan Meelis, Kley-bakker te Bolsward”.
16
Twee maanden later kon de koopman terecht op het “Hinxte pad”, waar op 15 juni om 11 uur precies zes bejaarde paarden, “bekwaam tot alle dienste” te koop werden aangeboden. Op 11 juli hield men boelgoed. Er werd een fraaie partij hoeden aangeboden, “waar onder eenige zeer fijn van stof zijn”. Ook werden verschillende sieraden en vier curieuze snuifdozen te
koop aangeboden. Wie er “gading naar maakt” kon terecht in het sterfhuis van wijlen Folkert van der Burg, die zoals uit de advertentie blijkt ook als zilversmid werkzaam was. Op 1 augustus werden namelijk zilversmeden en anderen weer in het sterfhuis verwacht om daar per stuk en uit de hand de winkelvoorraad en het gereedschap te kopen. Verderop lezen we over de jaarlijkse paardenmarkt die werd gehouden op donderdag 27 augustus en de magistraat belooft een premie in de vorm van een zilveren zweep voor de snelste harddraver, “mits koopmans waar”. Op 20 november is er weer een boelgoed. J. Lantinga, boelgoedschrijver heeft de nagelaten goederen van wijlen de heer
ritmeester Pieter J. Bronsdorf in de aanbieding. Het gaat onder andere om: kostelijke zilveren gegalonneerde (met gouden zilverboordsel belegde) chabrakken; een mooi jong paard; een degen met een zilveren gevest; een fraai zilveren zakhorloge en mooie hoeden met zilveren galonnen. De trekschippers die op Leeuwarden varen, laten weten dat zij in december en
januari met maar één schip varen. Vertrek 9 uur ’s ochtends uit Bolsward en 4 uur ’s middags uit Leeuwarden. De rest van het jaar (bij open water) vaart er twee keer een schip om 4 en 9 uur uit Bolsward en om 1 en 4 uur terug uit Leeuwarden. Het laatste bericht sluit weer aan bij het eerste. Het betreft de voordracht aan de stadhouder-voogdes voor de benoeming van magistraatsleden per 1 januari 1762. De voorgedragen kandidaten zijn: de oud- burgemeesters Ate Agema en Regnerus F. Fockens en de vroedschapsleden Frans Tichelaar en Harmanus Folkersma.
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
allerlei
Allerlei / Vers geperst
Jubileumjaar 2012 2012 wordt het jaar waarin diverse organisaties een jubileum vieren. Het Bolswards Nieuwsblad verscheen op 3 april 1862. In 1912 werd de eerste Elfstedentocht op de fiets verreden. De Stichting Bolswards Historie (SBH) wordt 60 en de Fotoclub d’Ontspanner 50 jaar. In een gezamenlijk project zullen zij op diverse plaatsen in de binnenstad grote fotopanelen plaatsen. Het betreft locaties die in de loop der jaren drastisch zijn veranderd. Een werkgroep van de SBH levert de “oude” foto’s terwijl de fotoclub zich uitleeft in een artistieke impressie van de nieuwe situatie.
Te zijner tijd is er een routebeschrijving verkrijgbaar. De borden, met een afmeting van 1,25 bij 0,80 meter zijn te bezichtigen vanaf 1 april 2012. Historisch Festival In samenwerking met het Netwerk Streekarchief Zuidwest Friesland (NSZF) organiseert de Stichting Bolswards Historie (mede in het kader van haar 60-jarig bestaan) op zaterdag 22 september 2012 een Historisch Festival. Diverse organisaties die zich op de een of andere manier bezig houden met de “Historie” (in welke vorm dan ook) worden uitgenodigd zich in de Broerekerk aan het publiek te presenteren. Daarnaast zullen diverse sprekers in Ons Gebouw het woord voeren.
Vers geperst In deze rubriek wordt aandacht besteed aan kort geleden, dus vers van de pers gekomen boeken en brochures die Bolsward als onderwerp hebben of waarin Bolsward een rol speelt. Recentelijk rolden deze boeken van de pers.
S ierlijk
bouwen
Jugendstil en Amsterdamse School in Friesland 19001940. Auteur: Peter Karstkarel.
Naast de in de titel genoemde stijlen passeren ook Art Nouveau, Vernieuwingsstijl en Expressionisme de revue. De opbouw is dat na een inleiding op de stijlen, de hoogtepunten in de provincie worden belicht. In Bolsward worden diverse panden in de verschillende stijlen afgebeeld en benoemd. Voor ieder met oog en hart voor architecteur een aanrader.
Uitgave: in opdracht van Gemeente Súdwest-Fryslân 2011 door de Friese Pers Boekerij bv.; Paperback, 176 pagina’s. Relatiegeschenk gemeente. Niet in de boekhandel verkrijgbaar.
O erfeart : H istoarise
famyljeroman Auteur: Aggie van der Meer
In 2006 verscheen deze roman. De schrijfster laat haar familiegeschiedenis tot leven komen in gesprekken met twee van haar voorouders. De plaats waar zich dit afspeelt is de tafel in het huis waar haar betovergrootvader, haar grootmoeder en zijzelf gewoond hebben.
Uitgever: Friese Pers Boekerij bv. , 2011; Gebonden, 224 pagina’s; prijs € 22,50.
69
x
S údwest -F ryslân
Auteur: Peter Karstkarel. Deze speciale uitgave kwam tot stand in opdracht van de gemeente Súdwest-Fryslân. De inhoud werd overgenomen uit het boek 419 x Friesland.
Dit jaar ontving Aggie van der Meer de Piter Jelles Priis van de gemeente Leeuwarden, met name voor dit boek. Ter gelegenheid daarvan verscheen een herdruk. Zie ook het interview met de schrijfster in dit blad. Uitgever: Utjouwerij Frysk en Frij / Uitgeverij Elikser, 2011; Paperback, 247 pagina’s; prijs € 20,00.
De 6 steden en 63 dorpen die samen de gemeente vormen passeren de revue.
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
17
Interview
Aggie van der Meer ontvangt de Piter Jellespriis ✒ Door Dicky Bosma-Faber
I
n het Historisch Centrum te Leeuwarden kreeg Aggie van der Meer op 15 juli jl de Piter Jellespriis uitgereikt. Deze vierjaarlijkse prijs van de gemeente Leeuwarden werd aan haar toegekend voor haar hele werk uit de periode 2005-2009, maar in het bijzonder voor de historische familieroman ‘de Oerfeart’.
Je gaat achter de pc zitten en de verhalen komen vanzelf, of maak je eerst een schema. ‘In het algemeen ga ik nooit uit van een vooropgezet plan. Maar in het geval van ‘De Oerfeart’ was veel brononderzoek nodig. Hierbij werd ik geholpen door o.a. Jan Keuvelaar die veel research deed. Zo werd de officiële koopakte uit 1860 gevonden, waarin het pand Grote Dijlakker 13 door de Raad van het R.K.-armenbestuur aan betovergrootvader Pieter Michiel verkocht wordt. Toch bijzonder, een R.K. instelling verkoopt een huis aan een halve Jood, zoon van een ongehuwde moeder.’
Hoofdpersonen in het boek zijn naast de ik-figuur, haar half-joodse betovergrootvader en haar Duitse grootmoeder die de schrijfster ‘over’ haalt uit het schimmenrijk. Tevens laat ze haar geboortehuis ‘Beth’ ( Grote Dijlakker 13) aan het woord . Pratend met deze drie ‘personen’ vertelt Aggie de boeiende geschiedenis van haar familie. Mensen die een ander land verlieten om hier in Nederland een veilig heenkomen te zoeken. In de 18e, 19e en 20ste eeuw, de tijd waarin de roman zich afspeelt, vonden er op politiek en maatschappelijk gebied in Europa veel veranderingen plaats. Op speelse wijze vlecht de schrijfster deze gebeurtenissen door haar familiehistorie en laat zien hoe de mensen er op reageren. In haar woning aan de Nieuwmarkt vroeg ik haar het volgende: Piter Jellespriis, genoemd naar Piter Jelles Troelstra, Fries dichter en schrijver, maar vooral actief politicus. Voel je verwantschap met hem? ‘Jazeker, in mijn dankwoord bij de prijsuitreiking heb ik gezegd dat ik blij was dat de prijs naar Piter Jelles is genoemd. Het zou goed zijn dat de invloed van zijn revolutionaire geest in de huidige tijd te bespeuren was. Ikzelf was in de jaren ’70 actief in de vredesbeweging. Tegenwoordig sta ik niet meer op de barricaden, maar ik schrijf wel commentaren naar de krant. Ik houd de maatschappij en de politiek via de media goed bij.’ Hoe ontstond het idee voor dit boek? ‘Jim komme fan de Joaden’, werd vaak tegen ons gezegd. Vaag 18
was ons iets bekend over een Joodse overgrootvader, maar het juiste wisten we niet. Een achternicht Van der Klei was bezig met stamboomonderzoek, wat veel opheldering bracht. Dit was voor mij de aanleiding om een familieroman te schrijven.
Ben je bezig aan een nieuwe roman? ‘Momenteel ben ik bezig met een nieuwe dichtbundel over de 52 zondagen van het jaar. Verder liggen er twee manuscripten bij de uitgeverij: ‘In moaie dei yn’e hjerst’ en ‘It geheime libben fan Cesilia Tan’. Waarom schrijf je in het Fries? ‘Dat gebeurde bij toeval. Halverwege de jaren ‘90 gaf Tsjebbe Hettinga een cursus Fries. Ik deed mee en werd gegrepen door de woordenrijkdom van het Fries. Ik schreef een paar gedichten, die geplaatst werden in de literaire tijdschriften ‘Hjir’ en ‘Tzum’. Hettinga spoorde me aan om door te gaan met schrijven. ’ Aggie schreef door, met succesvol resultaat. Bijna al haar boeken zijn uitverkocht. Van ‘De Oerfeart’ is nu een tweede druk uitgekomen. Eén van haar romans is in het Nederlands vertaald. Misschien dat dit ooit nog met ‘De Oerfeart’ gebeurt? Het prachtig geschreven boek is het zeker waard.
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
Uit de Oudheidkamer
Het verhaal achter………
V
oorwerpen die verzameld en tentoongesteld worden in de Oudheidkamer Bolsward hebben een geschiedenis. Wanneer die geschiedenis tot leven kan worden gebracht dan is zo’n voorwerp extra interessant. In maart 1995 kreeg de gemeente Bolsward een schenking voor de collectie Oudheidkamer. Een echtpaar uit Harderwijk was in het bezit van een bijzondere prullenmand, althans het voorwerp werd daarvoor gebruikt. Het betrof een zogenaamde butte uit de 1e helft van de 19e eeuw. De schenker wilde er vanaf omdat parket was aangeschaft en de ijzeren band aan de onderzijde voor beschadigingen zou kunnen zorgen. Op het deksel van de butte stond een naam en de plaatsen Bolsward en Leeuwarden. Men schonk het voorwerp liever aan het kleinschalige Bolsward met zijn kleine museum dan aan het provinciale museum in Leeuwarden. De butte was een erfstuk, verkregen via een tante.
Mevrouw Weidema Het idee voor dit artikeltje ontstond bij de voorbereiding van het item “Twee honderd jaar burgerlijke stand”. Het tweede huwelijk dat voor de ambtenaar van de burgerlijke stand werd gesloten bleek dat tussen Anna Weidema en Petrus Gosliga te zijn. Voor zowel Antje als Petrus was dit het tweede huwelijk. Antje was begin 1810 weduwe geworden door het overlijden van haar man notaris Nicolaas Elgersma. Zij woonden aan de Grote Dijlakker in wat wij nu het Elgersmahuis noemen. Het huis met de kamer met het beschilderde plafond, waarin de Stichting Bolsward Historie haar vergaderingen houdt. Op 19 april 1811 werd om elf uur het huwelijk gesloten tussen: “de WelEdele Gestrenge Heer, Heer & Meester Petrus Gosliga, vice president van het tribunaal ter eerster instantie residerende te Leeuwarden en aldaar woonagtig, oud negen en veertig Jaren” en “Mejuffrouw Anna Weidema oud vier en veertig Jaaren te Bolswaard”. Het echtpaar vestigde zich in Leeuwarden maar de woning in Bolsward hield men
✒ Door Jan Keuvelaar De but of butte e bekende taalkundige Joost Halbertsma (1789-1869), die ook een aantal jaren in Bolsward woonde, hij was leraar van de Doopsgezinde Gemeente in Bolsward, omschrijft de butte als volgt: “Dit is een groot formaat Hindelooper koffer, waar men op reis zijne benoodigheden in pakte, tot de versnaperingen toe, zoo als appel, brood, kaas, een tinnen toegeschroefden boterpot, enz.”. De schenker noemde het een waskoffertje en hij zou het wel eens bij het juiste eind gehad kunnen hebben. Het “koffertje” was eigendom van A(ntje) Weidema. Haar naam staat op het deksel van de koffer. Aan de ene zijde staat in sierlijke zwarte letters op het deksel “Aan Mevrouw A. Weidema wed Gosliga te Leeuwarden.”, aan de andere kant lezen wij: “….vrouw A. Weidema ..d. Gosliga te Bolsward”. De door de puntjes aangegeven letters zijn weg gevallen omdat op het deksel waarschijnlijk een soort zegel heeft gezeten.
D
▲ Per trekschuit Leeuwarden-Bolsward vice versa
▲ Parket zonder krassen Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
aan. Precies een maand nadat het echtpaar 12,5 jaar gehuwd was overleed Petrus op 18 november 1824 op 62-jarige leeftijd. Hij woonde in het huis gemerkt “wijk letter C, nr. 4” te Leeuwarden. Zijn functie was ongewijzigd, maar het tribunaal heette nu “de rechtbank in eerste aanleg”. Anna overleefde haar man ruim 25 jaar en overleed te Leeuwarden op 6 februari 1850. Van Leeuwarden naar Bolsward visa versa De butte zal na 1823 zijn gemaakt en per trekschuit heen en weer gereisd tussen Leeuwarden naar Bolsward. In het pand in Bolsward woonde een zuster van mevrouw Weidema en een dienstbode. Hoe vaak de zusters bij elkaar op bezoek zijn geweest is gissen. Dat bij die bezoeken of naar aanleiding daarvan de butte een rol heeft gespeeld is zonneklaar.
19
Excursie SBH
Impressie excursie Stichting Bolswards Historie naar Harlingen Zaterdag 24 september 2011 ca. 13 uur, is het zo ver, dat een groep SBH-vrienden en -vriendinnen met een bus van ICT-Bolsward, vanaf Plein 1455, op weg gaat naar Harlingen, de grootste havenstad van Friesland (16.000 inwoners), om daar te genieten van een door de excursiecom missie georganiseerd bezoek. Chauffeur Sjollema blijkt een getogen Harlinger te zijn en daarbij een smeuïge prater, dus we komen in zeer goede stemming aan op de Zuiderhaven in Harlingen, alwaar de ligplaats van de rondvaartboot is.
✒ Door Auke Vlagsma ▲ Doorkijkje Zoutsloot RONDVAART ondvaartboot “Singel Prinses“ ligt al klaar voor een rondvaart van ca. 1½ uur. De stuurman loodst de boot kundig vanaf de Zuiderhaven, door de Noorderhaven naar de binnensluis aldaar. Toen door de Zuidoostersingel (zeevaartschool), Noordoostersingel en Noordergrachtswal. We passeren prachtige huizen en gebouwen. Langs de jachthaven van de Harlinger watersportvereniging komen we bij het Van Harinxmakanaal, dat we opvaren. Hier zijn de Tjerk Hiddes sluizen uit 1959. Jaarlijks passeren 20.000 schepen deze sluizen. We passeren een schelpenzuiger en komen bij het Verbindingskanaal dat we ingaan. We varen voorbij het mooie opleidingsschip “Prinses Maximà”, passeren scheepswerf Intervak en een terrein waarop zich twee kamelen van een hobbyist bevinden. Zo komen we via de binnensluis en de Noorderhaven terug naar de Zuiderhaven, waar de schipper de boot weer aanlegt. Een mooie vaartocht is ten einde met dank aan de schipper.
R
RONDWANDELING Deze duurt ca. 2 uren en brengt ons langs vele interessante bezienswaardigheden. 20
Harlingen is vanouds een vestingstad, met vestingmuren en bastions. Helaas is hier nagenoeg niets meer van over. De eerste centrale bestuurder in Friesland, zetelde vanaf ca. 1500 in Harlingen en later ook de Admiraliteit van Friesland. De Spaanse landvoogd Casper de Robles vertoefde tijdens de 80-jarige oorlog vaak in Harlingen en hij is degene die bevel gaf voor de aanleg van een veiliger zeewering. De ‘Stenen Man’ herinnert hier nog aan. Eerst gaat de gids met ons naar een kunstwerk bij de haven. Dit beeld stelt een man voor, die in een tobbe rond waadt: een zogenaamde ‘tobbedanser’, die model staat voor de bijnaam van de Harlingers nl. ‘tobbedansers’. Het tafereel geeft weer hoe in het verleden lakenstof in een voorbewerkingsta dium werd bewerkt in een zoutoplossing (het vollen van de stof). Laken wordt gemaakt van wol. Dit werk werd veel gedaan door Wederdopers, Doopsgezinden of Mennonieten uit Vlaanderen (en ook Duitsland), die naar het Noorden waren gevlucht wegens vervolgingen in het Zuiden van Europa. We vervolgen onze weg langs de Noorderhaven. Zowel de Noorder- als de Zuiderhaven zijn in de 16e eeuw oorspron
kelijk gegraven als zeehaven en stonden in open verbinding met de zee (verval 1,80 m). Nu kan de weg naar zee afgesloten worden door een enorme sluis in de pas voltooide keermuur, die in geval van (te) hoog water wordt gesloten teneinde te voldoen aan de eisen van de Deltawet ter beveiliging tegen overstromingen. Ook treinrails en station zijn nu binnen de keermuur gelegen. Aan de Noorderhaven worden we bij nr. 29 attent gemaakt op het huis van ‘de blikken domi nee’: Johan Barger, die (in 1894) door ziekelijke jaloezie gedreven, zijn catechisante Cato Mirande dood schoot. Het volksliedje ‘tararaboemdiejee, de blikken dominee...enz.’ herinnert hier ook aan. Voor geïnteresseerden: Zie het recent hierover uitgekomen boek van Simon Vuyk. Via de Bildtstraat komen we op de Zoutsloot. De naam herinnert aan de zoutwinning die al van oudsher hier plaatsvond. Deze straat met in het midden een grachtje is de trots van de Harlingers en in het bijzonder van de ‘Hein Buisman Stichting’. De Leeuwarder boterfabrikant Hein Buisman woonde in Harlingen en stelde in 1964 10.000 gulden beschik baar voor het restaureren van vervallen
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
Excursie SBH panden in de Harlinger binnenstad. Met dit beginkapitaal werd de ‘Hein Buisman Stichting’ opgericht en een krot aangekocht. Met behulp van subsidies (toen nog mogelijk) en veel vrijwilligers werd een algehele restauratie doorgevoerd en kwam een keurig pand ter beschikking voor verkoop. De opbrengst van de verkoop opende de mogelijkheid voor een volgende restauratie, enz., enz. (Ook in Bolsward heeft SBH deze werkwijze, o.l.v. de heer Rinze Stellingwerf, meermalen uitgevoerd.) In totaal zijn in Harlingen op deze wijze 103 panden opgeknapt, wat een prachtige prestatie is! Aan de Zoutsloot zie je bijna huis aan huis aan de gevel van karakteristieke pandjes een plaatje met ‘Hein Buisman Stichting plus jaartal’, maar ook elders in de stad wemelt het van deze plaatjes aan gevels van gerestaureerde panden. PM: Er is een sfeervolle “Zoutsloter Kerstmarkt” op 10 dec 2011 van 15-21u. We vervolgen onze tocht langs het Herenwaltje. Op de hoek met de Hoogstraat is een biologische winkel, die ‘De Roode Ploeg’ heet. Een mooie muurreclame maakt hier gewag van. Harlingen heeft veel muurreclames in ere hersteld en dat geeft een fraaie indruk. (Ook iets voor Bolsward?) Via een brugje bij de sluis aan de Noorderhaven komen we op de Noordijs. Aan de overkant van de stadsgracht passeren we het ‘Sien van Hulsthuis’. Sien (18681930) was een Harlinger verpleeg ster, die eerst in Harlingen en later landelijk bij het Groene Kruis, zich heeft ingezet voor een opleiding tot wijkverpleegster. Zij was de dochter van een Doopsgezinde dominee en een bevlogen, bijzonder mens. Op de Voorstraat komen we voorbij een aardewerkwinkel met een etalage vol aardewerk. De gids vertelt dat er vroeger een grote tegelindustrie bestond in Harlingen. 80% van alle oude beschilderde tegels in Nederland komen uit Harlingen. Dan gaan we linksaf de Kleine Kerkstraat in. Weer een prachtig voorbeeld van stadsherstel. Alle huizen aan de linkerkant van het straatje zijn door de “Hein Buisman Stichting” in 2003 omgetoverd tot prachtige wooneenheden waar het geriefelijk wonen is. Er is veel animo om daar te wonen. Door de Lanen (hier zijn elk jaar kaatswedstrijden) en een smal steegje van nauwelijks een meter breed, komen we op de Zuiderhaven voor een bezoek aan de RK-kerk: de Sint Michaëlkerk (1881). Aartsengel Michaël is de schutspatroon van Harlingen. De gids wijst ons al van verre op de prachtige glas-in-loodramen
▲ Moord in Harlingen van de kerk, die door de oud-Bolswarder kunstenaar Jan Murk de Vries zijn ontworpen en gemaakt. Vanwege tijdgebrek is het helaas een kort bezoek, maar toch zeer de moeite waard. Een andere keer meer! Op het Zuiderplein staat het standbeeld van de Harlinger kaatser Hotze Schuil (1924-2005), die wordt gerekend tot de beste kaatsers van Europa ooit. Men noemde hem “De Keizer onder de kaatskoningen” en hij werd in 2000 tot kaatser van de 20e eeuw gekozen. Via een hofje komen we aan de Kruisstraat voor een bezoek aan de Grote Kerk. Van oorsprong was dit een RKkerk, maar na de Reformatie was de kerk toe aan restauratie en werd – behalve de toren uit de 12e eeuw - afgebroken om vervolgens als Nederduits Gereformeerde kerk te worden herbouwd. Evenals in onze Martinikerk bevindt zich ook in deze kerk een Hinszorgel, gebouwd in 1776. Een van de rondleiders vertelt een verhaal over de laatste opknapbeurt van kerk en orgel, waardoor alles er nu weer keurig bij staat. Het orgelfront is van een grote schoonheid en het orgel wordt geroemd om zijn prachtige klank. De kerk is een prachtig imposant gebouw en nu eigendom van de Protestantse Kerk in Harlingen.
onze enthousiaste rondleiders en strijken vervolgens neer in de gelagkamer waar een heerlijke kop koffie met oranjekoek wordt geserveerd. We zijn er echt aan toe na de wandeltocht en genieten volop. Omstreeks 18.00 uur staat de bus klaar en chauffeur Sjollema rijdt ons Harlingen uit richting Kimswerd en vertelt onderweg allerlei weetjes over Kimswerd en Arum. Ook komen sterke verhalen aan de orde en dat geeft veel plezier. Met in de verte Bolsward al in zicht, neemt SBH-voorzitter Hans Berkhemer het woord en bedankt de excursiecommissie voor haar zeer gewaardeerde inspanning en speciaal Klaas Wijnia, die de organisatie in Harlingen op zich nam. Ook chauffeur Sjollema neemt afscheid en wordt met een warm applaus bedankt voor zijn inzet en verhalen. We stappen weer uit bij Plein 1455 en keren huiswaarts. Het is een interessante waardevolle middag geweest. Het weer was buitengewoon mooi en de sfeer gezellig en goed. Hulde!
‘T HEERENLOGEMENT Hier, bij dit hotel-restaurant aan het Franekereind, eindigt onze interessante tocht. We nemen met een hartelijk applaus en een dankwoord afscheid van
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie
21
Fotoinformatie gevraagd
Foto-informatie gevraagd De werkgroep Archieven van de SBH verzamelt materiaal over Bolsward, waaronder foto's. Op deze pagina staat een aantal afgedrukt. De werkgroep wil graag weten, wie er op deze foto's staan en waar en wanneer ze genomen zijn. Heeft u informatie over een of meerdere foto's neem dan contact op met de Werkgroep Archieven. U kunt ons bereiken op zaterdagochtend van 10.00 tot 12.00 uur in de oude kapel van het Martinihuis (refter). E-mail: archieven@stichtingbolswardshistorie.
22
Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie