Steps 1 Methode voor akoestisch gitaa
Speelhouding
voor klassiek gitaar en steelstring
het bespelen van klassieke een klassieke wevan de houding orVoor het bespelen van een gitaargitaar gaan gaan we uit uit van de houding van voorbeeld 1. We maken van voorbeeld 1. We maken dan gebruik van een voetenbankje. dan je gebruik vansteelstring, een voetenbankje. Speel je op Speel op een dan komt de gitaar op je een steelstring, dan kun je de gitaar op je rechter rechter bovenbeen (voorbeeld 2). bovenbeen zetten (voorbeeld 2). In grote lijnen zijn bij de speelhouding van belang: In grote lijnen zijn bij de speelhouding van belang: Rechter elleboog
Je legt je rechter elleboog tegen de rand van de gitaar. Als je je linkerhand los laat, dan moet de gitaar blijven staan. De linkerhand gebruik je niet om de gitaar op zijn plaats te houden, maar alleen om de snaren in te drukken. Leg bij het spelen van melodieën de duim van je rechterhand voorlopig maar op de dikste snaar.
Rechte rug vb. 1
De rug is zo recht mogelijk. Dit houdt ook verband met de hoogte waarop je je voetenbankje hebt afgesteld. Jouw stoel mag geen leuning hebben en heeft liefst een vlak zitvlak. Voetenbankje
Ben je rechtshandig, dan komt het voetenbankje onder jouw linkervoet. Ben je linkshandig, dan is ’t uiteraard andersom.
Voeten op de grond
vb. 2
2
Zit je op een hoge stoel, ga dan op het puntje van je stoel zitten, zodat de andere voet op de grond staat.
Steps deel 1 – methode voor akoestisch gitaar
Techniek
: hoe gebruik je je vingers? a
m
i
Techniek betekent op ons instrument: wat je Techniek opteons instrument: wat je vingers doen betekent om muziek maken. vingers doen om muziek te maken. p
De rechterhand De rechterhand Aanslaan met de vingers (I): tirando Aanslaan met de vingers (I): tirando
Je duim staat op de dikste snaar (vb. 8), een Je duim diksteWanneer snaar (vb.je5), een beetje linksstaat van op de de vingers. een beetje links van de vingers. Wanneer je een melodie speelt slaan jouw wijsvinger en de melodie speelt jouwdewijsvinger de7). middelvinger om slaan de beurt snaar aanen(vb. middelvinger om de beurt de snaar aan (vb. 6). Dit is de z.g.n. wisselslag. We slaan met ronde Dit is aan. de z.g.n. wisselslag. slaan met ronde vingers De vingers zijn alWe lichtjes gebogen, en vingers aan. De vingers zijn al lichtjes gebogen, worden door het aanslaan nog gebogener. Dit en worden door het aanslaan nog gebogener. Dit heet tirando. heet tirando.
vb. 4: De vingers van je rechterhand worden aangeduid met de eerste letter van hun Spaanse namen. p (pulgar) = duim i (indice) = wijsvinger m (medio) = middelvinger a (anular) = ringvinger
sla de dunste snaar maar eens een aantal keren aan en wissel deze twee Oefening vingers af. 1: sla de dunste snaar maar eens een aantal keren aan en wissel deze twee vingers af. Oefening 2: doe dit zelfde ook maar eens 2: doe opOefening snaar 2 en laterdit opzelfde snaar ook 3. maar eens op snaar 2 en later op snaar 3 Oefening 1:
vb. 5: duim op de dikste snaar
vb. 6: tirando
Steps deel 1 – methode voor akoestisch gitaar
3
Spelen met plectrum Spelen met plectrum
Je duim bedekt bijna het hele oppervlak van Je duim bedektzodat bijnaerhet hele het plectrum, nog eenoppervlak klein van het plectrum, zodat nogiseen klein driehoekje overblijft. De er duim gestrekt. driehoekje overblijft. Dealle duim is gestrekt. De wijsvinger is juist bij kootjes gebogen Dede wijsvinger is juist bijvan allejekootjes en linkerbovenkant vingertopje gebogen en het de linkerbovenkant van je 8). drukt tegen plectrum aan (vb. 7 en vingertopje drukt tegen het plectrum aan (vb. 7 en 8).
vb. 7: de duim is min of meer gestrekt.
Vb. 4 vb. 7
doe voorgaande 2 oefeningen, maar nu met plectrum. Sla bij snaar 2 en 3 steeds ‘vallend’ aan. Je slaat de snaar aan, valt tegen de snaar aan die erboven ligt (qua klank: dus de snaar die dunner is) en je laat het plectrum daar even een fractie van een seconde op liggen alvorens verder te gaan. Oefening 3:
Spelen met plectrum
vb. 8: de wijsvinger is gebogen.
De linkerhand Je duim staat achter de hals, min of meer rechtop (zie vb. 9). Je vingers krijgen allemaal een eigen vakje. Wanneer je een snaar indrukt is die vinger zo veel mogelijk gebogen (zie vb. 10). De hals van een steelstring is smaller, wat maakt dat de duim er soms bovenuit steekt.
vb. 9
4
Steps deel 1 – methode voor akoestisch gitaar
CD1
Feeling fine
Als er óp de tel een noot aangeslagen wordt, hoef je deze niet te tellen.
x
Akkoorden Akkoorden
(2 3 4)
x x x
D7
G
__ de kleine
X X X
Je kunt de melodie ook begeleiden met 2 akkoorden. Je kunt dat Jedoen kunt d.m.v. de melodie ook begeleiden met 2 akkoorden. Je kunt dat aanslagpatroontjes. Je slaat dan met één aanslag d.m.v. aanslagpatroontjes. Je slaat dan met één aanslag verschillende snaren tegelijkertijd aan. Je kunt ook begeleiden verschillende snaren tegelijkertijd kunt ook met tokkelpatroontjes, maaraan. daarJekomen we begeleiden later op terug. tokkelpatroontjes, maar daar komen we later op terug. Akkoorden (C, F, G en G7) voor gevorderden staan op blz. 62. Akkoorden (C, F, G en G7) voor gevorderden staan op blz. 52.
E.M.
X X
3
doen met
2 1 3
kruisje = niet aanslaan CD1
dunste snaar, 3e vakje dunste snaar, 3e vakje
➌0 ➌0 ➋3 ➋3 ➋1 ➋1 ➋1 ➋1 ➋1 ➋1 ➋1 ➋0 ➋0 ➋1 ➋1 ➋1
op regel 2 van ‘Vader Jacob’ staat een noot die langer klinkt. Zet daar een streepje onder. Doe dat ook voor regel 4. Oefening 10:
op de 3e regel van ‘Vader Jacob’ staan 4 noten die sneller gaan dan de rest. Waar zitten ze? Zet midden onder deze noten maar een stokje, en maak ze aan elkaar vast. Oefening 11:
Steps deel 1 – methode voor akoestisch gitaar
5
Opdracht: schrijf de kruisjes en de telling op de stippellijntjes.
44 CC
CD1
%
E.M. ---------------------
----------------------------------------------------------------------
-----------------------------------------------------------------------
2x
D.S. = herhalen vanaf het
D.S.
% -tekentje.
Improvisatie
met de pentatonische toonladder
Improvisatie betekent dat je iets speelt wat je ter plekke bedenkt. Op track 37 en 38 hoor je een begeleiding. Je kunt de noten van de zgn. ‘pentatonische’ toonladder (‘penta’ = vijf), die erbij staat gebruiken.
6
Steps deel 1 – methode voor akoestisch gitaar
Chinese gardens
CD1
Gebruik deze tonen om mee te improviseren:
*
: je hoort 2 maten voor het einde een belletje op de cd. *: de akkoorden van track 37 en 38 zijn voor de docent.
Het ontstaan van de popmuziek (I) Volksmuziek en de Blues Wanneer je een liedje speelt op de 5 zwarte toetsen van de piano, dan gebruik je eigenlijk de 5 tonen van de pentatonische toonladder. Je gebruikte deze bij ‘Chinese gardens’. Deze toonladder werd o.a. in China eeuwenlang gebruikt in hun volksmuziek. Speel je deze 5 tonen op gitaar en druk je één van die tonen een beetje op, dan ontstaat er als het ware een extra toon. Het klinkt dan ook al gauw een beetje ‘blues’-achtig. Bij track 38 leer je improviseren met zo’n ‘blues-toonladder’. Heel eenvoudig samengevat zou je de blues kunnen zien als de oorsprong van de popmuziek. Deze blues werd aanvankelijk gezongen door de Afro-Amerikanen, nakomelingen van de slaven die al sinds de 17e eeuw vanuit Afrika naar Amerika werden gebracht, om daar bijv. op de plantages te werken.
latere stijlen
Boogie woogie
Blues (vanaf eind 19e eeuw)
(vanaf eind 19e eeuw)
Rock ‘n’ roll (vanaf de 50’s)
bij een bluestoonladder ontstaat bijv. een 6 e toon doordat je een snaar opdrukt
Volksmuziek
de pentatonische toonladder heeft 5 tonen
Steps deel 1 – methode voor akoestisch gitaar
7
Noten lezen : snaar 4 ten lezen: snaar 2
d 0 e 2 f
Op de cd (track 20 van CD2) staat alleen de begeleiding. CD2
8
Snaar 4:1
Steps deel 1 – methode voor akoestisch gitaar
3
Nieuw akkoord
Chords only Op track 39 (CD2) kun je ‘Sweet home Chicago’ begeleiden met akkoorden. Je kunt 2 keer per maat een akkoord aanslaan van elk 2 tellen, of met je docent een aanslagpatroontje maken. Het dempen van akkoorden op regel 3 en 7 doe je met de achterkant van je duim. Geef een accent vóór het dempen.
E
_ 2
Sweet home Chicago
CD2
Moderato
7
1
Robert Johnson (1911-1938)
(2 maten rust)
Steps deel 1 – methode voor akoestisch gitaar
9
S peelstukjes
10
: alle speelstukjes uit dit boek op een rijtje
bladzijde
track
speelstukjes
speciale leergebieden
invoegpunten
9 11 12 12 13 13 14 15 16 17 18 19 19 20 21 21 22 23 24 25 26 27 28 28 29 30 31 33 34 35 36 37 38 40 41 42 43 43 44 45 46 47 47 48 49 50
1_7-8
Kortjakje Mieke hou je vast Feeling fine Vader Jacob Straight ahead Mieke heeft een lammetje Au clair de la lune Lang zal ze leven Snaar 2:1 Snaar 2:2 Oh, when the Saints 1, 2, 3, 4 Listen to the music Snaar 1:1 Snaar 1:2 Rosen fra fun 44 CC Chinese gardens 12-bar blues Home on the range One o’ clock rock Old Mc Donald Red river valley CC-rider Turn around London bridge First rock Cielito lindo I’ve got ramblin’ Aura Lee Rockin’ boogie Faja sitong Buena vista! Irish ballad Swing along Snaar 4:1 Snaar 4:2 Doemla Hey, ho, nobody home? Freighttrain Nobody’s jig Just a little bit Riddle song Moody Ballad Sevillanas Cakewalk
auditief
S1_1
1_10-11 1_12-13 1_14
1_15-16 1_17-18 1_19 1_21 1_22 1_23
1_25-26 1_28-29 1_30-31 1_32 1_33 1_34 1_35-36 1_37 1_38 1_40
1_41-42 1_43-44 1_46 1_47
1_49-50 2_1
2_5-6 2_8 2_9
2_10 2_11-12 2_14 2_15 2_16
2_17-18 2_20 2_21 2_22 2_23 2_24 2_26 2_27 2_28 2_29 2_31 2_33
auditief S1_2 auditief
S1_3
S1_4 improvisatie improvisatie
S1_5
S1_6 chords only S1_7
chords only S1_8 chords only S1_9
improvisatie
S1_10
chords only
Steps deel 1 – methode voor akoestisch gitaar
S1_11
Bij invoegpunt S1_11 zou je bijv. ‘Imagine’ van John Lennon kunnen gaan spelen. Voor meer boeken, popliedjes en hun invoegpunten: kijk op www.petruccimusicpublications.com.
bladzijde
track
speelstukjes
51 52 53 54 54 55 56 57 58
2_34-35
Sansa Kroma Samba Lele Sweet home Chicago 11 november is de dag Sint Maarten Sinterklaasje bonne bonne Zie de maan schijnt De herdertjes lagen Komt allen tesamen
2_37-38 2_39
speciale leergebieden
invoegpunten
chords only
S1_12 S1_13 S1_14
Steps deel 1 – methode voor akoestisch gitaar
11