Dilemma IV
De UGent is jarig! Dilemma IV is volledig gewijd aan 200 jaar UGent. Let op de tekstballonnetjes met het logo van de universiteit! Wij vieren de verjaardag met een extra dikke editie en een frisse update van onze huisstijl! Geniet van deze en de volgende edities!
FEESTEDITIE 200 JAAR UGENT
De preses (s)preekt In oktober 2012, de precieze dag waarop weet ik niet precies meer, kreeg ik voor het eerst kippenvel. De bewuste plaats was de Vooruit, de reden was VGK en Filologica’s Heropeningsfuif. Als kersverse student Taal- en Letterkunde werd ik overrompeld door de enormiteit van de Vooruit, de grote massa mensen en de vele plasjes kots hier en daar. Ik was verbaasd over het feit dat mijn studentenvereniging zo’n grote fuifzaal kon vullen en verwonderd omdat zowat drie vierde van de Blandijn die avond in de Vooruit te vinden was. Wanneer de lichten gedempt werden en de beat in één keer losbarstte, toen kreeg ik kippenvel. Mijn tweede kippenvelmoment speelde zich niet zo heel veel later af. In oktober deed ik mee aan de audities voor het toneel en in maart stonden we, na lange maanden repeteren, eindelijk op de planken. Ik was op dat moment doodziek, stond met 39 graden koorts op dat podium, maar genieten deed ik elke seconde. Wanneer op het einde van de avond de lichten aansprongen en we een overdonderend applaus inclusief staande ovatie mochten ontvangen, toen kreeg ik kippenvel. Kippenvel kreeg ik toen ik drie jaar geleden voor het eerst naar de Massacantus trok. Duizenden studenten van verschillende kringen en clubs verzamelden in de Expo te Gent om zich daar helemaal canard te drinken met Rodenbach en in goed gezelschap. Verbluft volstaat niet als adjectief om uit te drukken hoe ik me toen voelde. Wanneer alle aanwezigen een afgevaardigde naar voren stuurden om met hun vlag te wapperen en de openingsceremoniemuziek door de boxen galmde en ie-
dereen tegelijkertijd op de maat van de muziek met hun cantuspotten op tafel sloeg, toen kreeg ik kippenvel. Helemaal uit het lood geslagen was ik op het Galabal der Filologen afgelopen jaar. Als Feest was het toen mijn verantwoordelijkheid om de avond tot een goed einde te brengen en rustte er een grote last op mijn schouders. De praktische zaken regelen in de aanloop van het Galabal was een tijdrovende bedoening en bezorgde me veel stress. Maar boy, how it was worth it. Wanneer we iedereen mochten verwelkomen in kasteel Het Carelshof en er honderden – weliswaar lichtjes aangeschoten – studenten de voeten onder hun lijf stonden te dansen en ik nadien mocht vernemen dat we voor één keer geen verlies maar winst gedraaid hadden op ons Galabal, toen kreeg ik kippenvel. Wist ik toen veel dat het beste nog moest komen. Want kippenvel krijg ik tegenwoordig bijna wekelijks. Wanneer onze Tapas- en Dessertavond in een mum van tijd weer uitverkocht zijn. Wanneer ik elke cantus opnieuw mensen moet weigeren omdat hij overvol zit. Wanneer iedereen op diezelfde cantussen collectief de armen om elkaar heen slaat en al heen-en-weer wiegend “Trink, trink, Brüderlein trink” begint te zingen. Wanneer onze Cocktailavond of Jeneveravond of Heropeningsfuif weer zoveel volk trekken dat je amper nog binnen kan in de Amber of Twitch zodat het bijna onaangenaam wordt, maar niet heus. Wanneer wij, als Filologica, telkens weer overdonderd worden door jullie aanwezigheid, jullie complimenten en jullie lach. Dan krijg ik kippenvel.
Tina Hottinger Preses Filologica 2016-2017
200 JAAR UGENT
3
EESTEDITIE
FEESTEDITIE
200 JAAR UGENT
200 JAAR
Inhoudstafel INLEIDING 3
CULTURAMA
De preses (s)preekt 3 Inhoudstafel 4 Scriptoriaal 5 Colofon 5
ta:lkvnde 37 Een ode aan het Gents dialect 37 Nunc est scribendum 40 Bühne 44 2 Filo-schachten naar de Kunstbende 44
FOCUS 6
SPEAKER’S CORNER 48
Interview met rector Anne De Paepe Tekening van Marijke Op de koffie bij decaan Marc Boone De geschiedenis van de Blandijn: Deel I
Column 49 Laethemsche school 49 Opinie 50 Vrouwendag 50 Extra muros 53 Universiteit in de steigers 53
Activiteitenkalender 2de semester 31 Presidium aan het woord 33 Klimaatbos 33 Galabal 34 Creatief Schrijven 35 12urenloop 35
v
30
e
FILOLOGICA
7 14 16 24
36
EXTRA
54
Tabloid 55 Horoscoop 55 Puzzelen 57 Zoek de 10 verschillen 57 Satire 58 Nieuwe UGent-beleidsregels 58
16 4
DILEMMA IV
7
R UGENT
FEESTEDITIE
200 JAAR UGENT
FEESTEDIT
Scriptoriaal
COLOFON
Halokiedokie, mensjes van de Blandijn(her)berg!
V.U. Serafina Van Geertruyen Arne Wittevrongel Scriptoren Filologica Blandijnberg 2, 9000 Gent
Zoals jullie waarschijnlijk wel al zo’n 20.0 keer gehoord, gezien en geproefd hebben, blaast de UGent dit jaar 200 kaarsjes uit. Zo’n gelegenheid konden wij als hypernostalgische, aandachtsgeile schrijvers natuurlijk niet laten liggen om alles uit de kast te halen. We gingen op bezoek bij ons lichtend voorbeeld, onze mater familias, ons aller moeder: rector Anne De Paepe. Maar ook voor de decaan van onze eigen faculteit hebben we wel een boontje (vooral scriptor 1 dan). Marc Boone vertelde ons eveneens over de afgelopen 200 jaar alsof hij er zelf bij was. (Volgens de VGK is dat ook best goed mogelijk.) Marijke Van Hove heeft opnieuw haar best gedaan en maakte een tekening om deze verjaardag op gepaste wijze te kunnen vieren. Ruben Aleksandr doet voor ons het eerste deel van De geschiedenis van de Blandijn uit de doeken. Voor het vervolg op zijn verhaal zien we u graag terug in Dilemma V. Wie liever wat meer hoort over wat Filologica zoal uitspookt, vervullen de scriptoren zelf al uw verlangens. Arne levert verslag van het Gentse Klimaatbos en probeert u met zijn zoete woorden (en cava) naar het Galabal der Filologen te lokken. Serafina neemt dan weer de lezing over Creatief Schrijven op 20 april voor zich en poogt jullie daarnaast op te warmen om je de longen uit het lijf te lopen op de 12urenloop. Ook cultuur komt in deze Dilemma aan bod, en daarvoor haalden we proscriptor Marcel Fransaert van onder zijn steen om over het Gentse dialect te schrijven. De creatieve schrijfsels worden voorzien door Martini Zinnenhal, Youness Iken en Anne-Cathérine Neirinck. Milena Maenhaut en Joyce Goossens brengen dan weer aparte verslagen. Daarna vertellen twee van onze schachten over hun bezoek aan de Kunstbende. Speaker’s Corner zit ook weer goed gevuld, met de gewoonlijke scriptorcolumn, een opiniestuk over Vrouwendag, en een burgie die vertelt over zijn UGent in Extra muros. Voor wie dat allemaal veel te veel leeswerk is, hebben we ook weer een horoscoop en een puzzel die uw semester (en uw leven) volledig zullen veranderen. Daarna geven we u exclusief de nieuwe beleidsregels van de UGent mee. Knip die gerust uit en hang ze boven uw bed/bureau/foltertafel als herinnering. En jullie weten het, Boonerdeboonedeboone!
Hoofdredactie Serafina Van Geertruyen Arne Wittevrongel Cover Ruben Aleksandr © Stadsarchief Gent SCMS_FO_0504 Vormgeving Youness Iken Correctoren Ruben Aleksandr Youness Iken Paavo Van der Eecken Serafina Van Geertruyen Luna Van Rillaer Arne Wittevrongel Redactie Ruben Aleksandr Marcel Fransaert Joyce Goossens Tina Hottinger Youness Iken Ruben Janssens Milena Maenhaut Anne-Cathérine Neirinck Emiel T’Kindt Serafina Van Geertruyen Marijke van Hove Ilias Vierendeels Arne Wittevrongel Wij bedanken Marc Boone Anne De Paepe Willem Frederik, Prins van Oranje-Nassau Wij vervloeken (met veel plezier) De FK-servers Existentiële crisissen Sociale verplichtingen De inherente leegheid van het studentenbestaan en het schijnbaar gemak waarmee iedereen ermee lijkt om te gaan
200 JAAR UGENT
5
F 200 C U S
6
DURF DROMEN
Focus
Interview met rector Anne De Paepe
“We hebben een hele mooie, sterke universiteit met schitterende mensen, maar dat wordt soms te weinig beseft.”
Tekst door Serafina Van Geertruyen & Arne Wittevrongel | Foto’s door Joyce Goossens
200 JAAR UGENT
7
Focus
DURF DROMEN Interview met rector Anne De Paepe
T erwijl we ons afvragen of de constructie in de hoek van stok is, wachten we tot de secretaresse van de rector ons komt
de wachtzaal nu een kunstwerk of een kaphalen. Buiten schijnt de zon voor het eerst in maanden zo fel. Een goed voorteken. “De rector zal jullie nu ontvangen.” Het kantoor is prachtig ingericht. De vriendelijk lachende vrouw, die we tot nu toe enkel van naam en foto kenden, komt naar ons toe. Wat volgde was een uitermate aangenaam gesprek met rector Anne De Paepe over de Universiteit Gent: haar verleden, haar toekomst, maar toch vooral haar heden. DILEMMA: Om maar meteen met de deur in huis te vallen: hoe blikt u terug op uw jaren als rector? Anne De Paepe: “Tot hier toe blik ik daar met een overwegend positief gevoel op terug. Rector is een positie waar ik mij onmiddellijk vrij goed in heb gevoeld en die ik met hart en ziel heb opgenomen, ook al was mijn verkiezing misschien verrassend. De werkvreugde die ik had in deze positie overwoog tegenover de inspanning die gepaard gaat met het rectorschap, want het is natuurlijk een heel intensieve, doch verrijkende job. Rector zijn gaf me de gelegenheid om de ganse universiteit op een andere manier en van veel dichterbij te leren kennen. Ik heb mogen zien waar al die fantastische, gemotiveerde mensen, die in allerlei domeinen zo competent zijn, mee bezig zijn. Ik heb echter ook de andere kant van het verhaal gezien. Wij hebben een heel grote, gecompliceerde organisatie en ik heb in de afgelopen jaren geleerd dat het een logge tanker is om in beweging te zetten wanneer je zaken wil veranderen. Alles vraagt veel overleg, energie en inzet, en er zal altijd tegenstand zijn. Soms staan mensen niet open voor verandering en blijven ze liever in hun comfortzone. Maar goed, overwegend heb ik toch wel het gevoel dat ik de kans heb gehad om naar een meer open cultuur te proberen evolueren, op alle vlakken. Een universiteit mag niet enkel op zichzelf gericht zijn, maar moet haar grenzen openstellen, niet alleen op Belgisch niveau, maar ook naar de internationale gemeenschap toe. Ik geloof dat we erin geslaagd zijn om onze positie te versterken, zowel op onderwijs- als op onderzoeksniveau. We hebben bijvoorbeeld nog nooit zulke sterke rankings gehad, hoewel dat natuurlijk maar één parameter is. Toch voel ik, wanneer ik op internationale gremia ben, op welke positieve manier er naar de UGent wordt gekeken. We staan
8
DILEMMA IV
er écht als grote, Vlaamse universiteit en hebben onze positie de afgelopen jaren – in heel moeilijke budgettaire tijden – toch kunnen versterken. Ik heb ook echt de nadruk willen leggen op internationalisering en we hebben dan ook een expliciet beleidsplan op de agenda gezet en gestructureerd. Zo kunnen wij initiatieven stroomlijnen en ondersteunen, zowel financieel als logistiek. Daar zijn natuurlijk ook enorm veel mensen voor nodig die dat willen en kunnen coördineren. Er gebeurt heel veel in de verschillende faculteiten en mijn drijfveer is steeds geweest om iedereen te proberen samenbrengen. Rekening houden met elkaar en elkaar ondersteunen, is een win-winsituatie voor iedereen.
“We hebben de bestuursorganen genderevenwichtig gekregen, hoewel men mij zei dat dat nooit zou lukken.”
Waar we ook een enorme stap vooruit gezet hebben, is in het oplossen van enkele aanslepende probleemdossiers, zoals het pensioenplan. Die zaak heeft heel wat aarde aan de dijk gebracht, dat kan ik u verzekeren. Uiteindelijk ben ik toch heel gelukkig dat we alles tot een goed einde gebracht hebben, omdat dit dossier voor iedereen belangrijk is en daarom echt een mijlpaal in de geschiedenis van de UGent is. Mensen beseffen misschien niet wat zoiets betekent, maar voor het personeel zelf is het een cruciale realisatie. Verder hebben we ook de illegale contracten aan-
gepakt, waardoor de contracten van bepaalde duur, die steeds verlengd werden, nu grotendeels omgezet zijn naar contracten van onbepaalde duur. Ook hebben we ervoor gezorgd dat een nieuw kwaliteitszorgsysteem voor ons onderwijs werd ingevoerd. Dat was echt een project waar de hele universiteit aan heeft meegewerkt. We mogen echter niet denken dat we er al zijn, want dat is zeker niet zo.” Maar een eerste stap is dan toch al gezet. “Dat is waar, maar er zijn zeker nog zaken waarvan ik vind: daar staan we niet ver genoeg. Ik denk dat we nog niet gekomen zijn tot het uitbouwen van een moderne universiteit met moderne structuren. We hebben een belangrijke aanzet gegeven om het bestuursmodel van onze universiteit te updaten. We hebben slagkrachtige bestuursorganen nodig die snel en effectief naar een besluit over kunnen gaan, wat erg moeilijk blijkt. Ook is er nog werk aan de loopbaan van iedereen die aan de universiteit werkt. Dat moet dan ook verder uitgewerkt worden, zodat iedereen kan kiezen voor de carrière die voor hem of haar het meest geschikt is, waarbij alle inspanningen die men levert voor de universiteit zo juist mogelijk in rekening worden gebracht. Maar goed, om even op een ander domein te focussen: ik denk dat ik ook wel al een en ander op het spoor heb gezet rond de genderproblematiek, wat ook niet evident was in het begin. We hebben de bestuursorganen genderevenwichtig gekregen, hoewel men mij zei dat dat nooit zou lukken en er geen vrouwen geïnteresseerd zouden zijn om verantwoordelijke posities op te nemen. We hebben duidelijk gezien dat er in tegendeel veel interesse was bij de vrouwelijke collega’s om in bestuursorganen te zetelen. Toch blijft het werken aan een eerlijker aanwervingsbeleid voor
Focus
Zie je dit tekstballonnetje opduiken bij een artikel in deze editie? Dat betekent dat het te maken heeft met 200 jaar UGent!
vrouwelijke collega’s in ZAP-posities en meer ondersteuning voor vrouwen in welke positie dan ook. Het lijkt misschien evident, maar als vrouwelijke rector merk ik dat niet iedereen het met me eens is. Woorden naar daden omzetten op vlak van genderbeleid resulteert nogal vaak in commentaar zoals “positieve discriminatie”. Toch zal ik me zeker verder inzetten voor een gelijkekansenbeleid voor vrouwen én mannen.” Dat is zeker iets waar ook wij volledig achter staan. “Dat doet me goed. Specifiek naar
studenten toe wil ik toch ook zeggen: ik heb heel veel bewondering – en de studenten weten dat – voor studentenengagement en ik vind dat dat absoluut erkend moet worden. Ik heb al geprobeerd om maatregelen in te voeren die rekening houden met studenten die zich actief engageren voor het studentenleven of voor de universiteit zelf. Zij faciliteren eigenlijk het leven van hun medestudenten, zij het voor de studies of voor de ontspanning, en dat vind ik een belangrijk punt. Zo’n engagement is een essentiële medebepalende factor in wie je als mens wordt en welke waarden je meeneemt in je verdere leven. Je studie en je diploma zijn daar
uiteraard één onderdeel van, naast de kansen en stimulansen die je meekrijgt vanuit je omgeving. Maar ook de domeinen die buiten je strikte studie staan zijn belangrijk. Jullie zijn daar trouwens twee voorbeelden van. Jullie engageren je voor zaken die misschien geen onmiddellijk effect hebben op jullie studies, maar die jullie als mens zoveel rijker en sterker zullen maken om goed gewapend en goed gevormd in het leven te stappen. (Beide scriptoren blozen, nvdr.). Collega’s van jullie vertellen me dat ze het soms moeilijk hebben om nog voldoende mensen te vinden die dit engagement willen opnemen. Maar ik vind de rol van de studentenverenigingen
200 JAAR UGENT
9
Focus
DURF Interview met
heel belangrijk. Dit spoort trouwens ook met het maatschappelijk engagement van de universiteit. Verandering aan de universiteit is een moeilijk proces, want een tanker als de UGent kan je op drie jaar tijd natuurlijk geen 180° draaien. Toch hebben we een nieuwe koers ingezet, zo bijvoorbeeld ook in de aandacht voor een meer uitgesproken humanresourcesbeleid. Aan de universiteit moet men zich
ervan bewust zijn dat iedereen hier met respect behandeld wordt. Daarbij zou ik ook graag aanhalen dat ik mij heb proberen in te zetten voor de aanpak van grensoverschrijdend gedrag. Spijtig genoeg werd deze problematiek door een aantal collega’s meteen in het belachelijke getrokken. Ze haastten zich om goedbedoelde suggesties van een
externe expertencommissie uit hun context te halen. Dat we mensen in aquariums zouden stoppen bijvoorbeeld, of dat we een-op-eenvergaderingen zouden verbieden. Dit was natuurlijk volstrekte onzin; dat zijn we helemaal niet van plan. Maar ik heb helaas als rector moeten vaststellen dat er soms situaties van machtsmisbruik zijn aan de universiteit waarbij jonge mensen mentaal en psychologisch kapotgemaakt worden, en die jarenlang onopgemerkt of genegeerd worden in het huidige systeem. Sommigen zullen zeggen dat dit uitzonderingen zijn, maar het komt meer voor dan je zou (willen) denken. Er is hier zeker nog werk aan, maar we hebben het onderwerp wel bespreekbaar gemaakt en het pad naar sensibilisering van de universitaire gemeenschap geëffend. Tant pis voor degenen die zich daardoor als macho gekrenkt voelen, maar dat moeten we er maar bijnemen. Het belangrijkste is dat we preventief kunnen optreden in de toekomst en dat we dergelijke misbruiken sneller en efficiënter kunnen aanpakken. De juiste kanalen om dit aan te pakken zijn er wel, maar ze moeten transparanter gemaakt worden. En we moeten durven erkennen dat de kanalen, hoewel ze op zich functioneren, in sommige specifieke situaties falen. Het ligt blijkbaar heel gevoelig om zoiets luidop te zeggen, maar het is wel zo. Als iedereen overtuigd is dat we respectvol moeten omgaan met elkaar, van student tot rector, dan denk ik dat we enkel een betere werkomgeving creëren voor iedereen.” U bent natuurlijk onze eerste vrouwelijke rector. Hoe voelt dat nu om als eerste vrouw toch dat 200-jarig jubileum van de UGent – toch wel gedomineerd door mannen – te mogen vieren? “Ja. Hoe voelt dat? Dat creëert meerdere gevoelens bij mij, in de eerste plaats fierheid. Ik ben bijzonder fier op onze universiteit. We hebben een hele mooie, sterke universiteit met schitterende mensen, maar dat wordt soms te weinig beseft. De mensen mogen gerust wat positiever zijn daarover. In de eerste plaats ben ik natuurlijk blij dat we die 200ste verjaardag
10
DILEMMA IV
Focus
DROMEN
rector Anne De Paepe
kunnen vieren, maar uiteraard ben ik ook bijzonder fier dat ik dat als eerste vrouwelijke rector mag doen, dat geef ik grif toe. Hoe hoger je komt op de organisatorische ladder, hoe meer je merkt dat vrouwen het nog steeds moeilijker hebben in hun academische loopbaan. Ik heb dat zelf veel minder aangevoeld toen ik doctorandus, postdoc of zelfs prof was. Anno 2017 is men nog steeds niet vertrouwd met een vrouw aan het stuur, en sommige mannelijke collega’s hebben het daar moeilijk mee. Ik zeg zeker niet dat ze allemaal zo zijn, maar sommigen onder hen zien mijn verkiezing van drie jaar geleden nog steeds als een aberratie. Ik denk echter dat een combinatie van vrouwelijk en mannelijk leiderschap absoluut essentieel is om mee te werken aan het uitbouwen van een moderne universiteit. Anders krijgen we stilstand en blijven we in oude culturen van achterhoedegevechten en ons-kent-onssituaties. Vrouwelijk leiderschap staat vaker gelijk aan dingen opentrekken, dingen bespreekbaar maken en meer dialoog tot stand brengen. Ik besef dat dit tijd vraagt. Ik zie wel dat meer en meer mannelijke collega’s dit absoluut appreciëren en meewillen naar zo’n open, transparante cultuur, maar er is altijd een fractie die heel hard weerwerk biedt. Dat mag ons zeker niet tegenhouden: we moeten vooruit. Dit jaar hebben we volgens mij met ons allen de kans om onze universiteit op een heel positieve manier naar buiten te dragen. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat dit de teneur zal zijn en blijven van die 200-jarige viering, zelfs al hoor en zie ik dat sommigen dit niet doen. Maar onze universiteit verdient dat. Wij zijn een heel mooie organisatie en dat mag niet overschaduwd worden door de minder positieve aspecten die je in elke grote organisatie tegenkomt. Ik hoop dat het een aanmoediging kan zijn voor iedereen om die fierheid aan te wakkeren. “Ik ben UGent’er en ik ben er fier op om UGent’er te zijn.” ” U haalde het al even aan, maar u ziet de komende 200 jaar de UGent dus nog steeds haar voortrekkersrol vervullen?
“Absoluut, ja. De UGent heeft vaak een voortrekkersrol in het bepalen van standpunten en in het durven nemen van bepaalde initiatieven. Dat heb ik ook in de voorbije drie jaar ondervonden. Wanneer we kijken naar het onderwijs, waren wij vaak de eersten die het initiatief namen om, bijvoorbeeld, in te zetten op een betere oriëntering van de studenten of om het flexibiliseringssysteem bij te sturen. Nu willen we ook positief kunnen meewerken aan de rationalisering. Ook het eredoctoraat van Angela Merkel was een initiatief van de UGent waarmee we een duidelijk standpunt wilden innemen. We hebben dat dan samen met de KU Leuven uitgevoerd om het nog meer ampleur te geven in Vlaanderen. De positieve reactie van mevrouw Merkel en haar mooie
“Hoe hoger je komt op de organisatorische ladder, hoe meer je merkt dat vrouwen het nog steeds moeilijker hebben in hun academische loopbaan.”
boodschap hebben dat voor mij echt een hoogdag gemaakt: die positieve uitstraling voor onze universiteiten en de boodschap dat we ondanks rivaliteit ook kunnen samenwerken om te gaan voor een hoger doel. Vroeger zou dat zeker niet op zo’n manier gebeurd zijn. Het is niet voor niets dat die samenwerking zo sterk benadrukt is, want het is de eerste keer dat twee universiteiten dit samen doen. Wel, laat ons dat zien als een positief punt waar we allebei beter van worden en sneller vooruitgaan. Dat vond ik een belangrijk signaal, al hebben we gezien dat er opnieuw ook tegenkanting was, uiteraard. Als je nooit tegenkanting wil zien, moet je geen initiatieven nemen. Dat eredoctoraat was bovenal een belangrijk symbolisch moment.”
Om het nu toch even over de naderende verkiezingen te hebben (van de nieuwe rector en vicerector, nvdr.): wat verwacht u van het feit dat de studenten nu mogen meebeslissen? “Ik moet zeggen dat dit voor mij, en eigenlijk voor iedereen, heel moeilijk in te schatten is. Het systeem is nieuw, en dus een beetje een sprong in het diepe. Persoonlijk betreur ik dat er te weinig bereidheid was om verregaandere veranderingen te proberen realiseren in de governancestructuren van onze universiteit. Ook dit blijkt een moeizaam proces, maar is zeker noodzakelijk als we in de toekomst als universiteit slagkrachtig willen zijn en blijven. Ik hoop dat wie ook aan het roer van deze universiteit komt, eerst en vooral het lot van de universiteit voor ogen zal hebben en niet het eigenbelang, want onze universiteit is vooral gebaat met samenwerking. Dat betekent soms dat je je eigen belangen moet opzijzetten. Je kan niet altijd de twee met mekaar rijmen. Ik hoop op het beste: een mooie toekomst voor de universiteit, en liefst een evolutie in lijn met wat ik heb proberen op te starten. Voor de studenten is het zeer belangrijk dat zij de goede keuze maken. Het is hun toekomst en daarom moeten zij zich geëngageerd tonen. Ze moeten ook realistisch blijven en zich niet laten meeslepen in hypes, maar met voldoende afstand en objectiviteit oordelen over wat ze horen en zien. Dan ben ik ervan overtuigd dat zij de keuze zullen maken die goed voor hen is.” Wat denkt u over de positie van de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, die toch vaak in de publieke opinie als overbodig wordt ingeschat? Hoe denkt u dat die nog een plaats heeft in een steeds utilitaristischere maatschappij? “Ten eerste denk ik dat dat beeld totaal onterecht gecreëerd wordt. Voor een universiteit die echt een sterke universiteit wil zijn en blijven, is het essentieel dat niet alleen exacte, medische en biomedische, maar ook humane wetenschappen volledig aan hun trekken kunnen komen. Voor
200 JAAR UGENT
11
Focus
DURF Interview met
mij is de wisselwerking, de synergie tussen die verschillende disciplines essentieel om aan goede wetenschap te doen. Ik denk dat een universiteit waar de competenties en de kennis die vanuit een faculteit als Letteren en Wijsbegeerte komt niet meegenomen en gehonoreerd worden in de aanpak van de grote uitdagingen die er zijn in de wetenschap... Zo’n universiteit mist iets. Dan pakt men die problemen op een onvolwaardige, onvolledige manier aan. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat bij medische vraagstukken ook de ethische, filosofische dimensie meegenomen wordt. Ik heb als rector een aantal buitenlandse reizen gemaakt voor de universiteit om de samenwerking in het buitenland te versterken, akkoorden te smeden. Dat zijn stuk voor stuk bijzonder boeiende ervaringen geweest. Daar heb ik gezien dat collega’s uit de Letteren en Wijsbegeerte fantastische dingen doen in het buitenland, niet minder dan hun collega’s in de andere faculteiten. Voor mij zijn die competenties zeker evenwaardig en absoluut essentieel om een echte volwaardige universiteit te zijn. Ik doe helemaal niet mee aan die hype waarbij we enkel zouden moeten inzetten op disciplines die vanuit het perspectief van de markt interessant zijn omdat je met een bepaald diploma gemakkelijker aan een job geraakt. In heel veel domeinen, zoals de diplomatie en de politiek, zie je immers mensen met een diploma als geschiedenis, talen of wijsbegeerte. Weet je, het diploma is een eerste stap, een noodzakelijk ticket dat je moet hebben, maar er is zoveel meer nodig om het uiteindelijk waar te maken in een job. Ik denk dat iemand die graag doet wat hij of zij doet, dat goed doet. Die twee dingen gaan samen. Ik heb veel mensen gezien die het maken, zelfs in de bedrijfswereld, en niet uit de economie of exacte wetenschappen komen, maar uit die humane wetenschappen. Voor mij is dit dus absoluut niet bepalend. Ik kom uit de medische wetenschappen en werkte in het domein van de genetica, waar ik altijd heel nauw samengewerkt heb met ethici en juristen. Met hen kon ik die essentiële dimensies in mijn werkveld belichten. Dus ja, alle appreciatie daarvoor. Die richtingen moeten absoluut kunnen blijven bestaan.”
12
DILEMMA IV
“Voor mij zijn de competenties en de kennis die vanuit een faculteit als Letteren en Wijsbegeerte komen absoluut evenwaardig en absoluut essentieel om een echte volwaardige universiteit te zijn.”
Dat betekent veel voor ons. Heeft u misschien nog een leuke anekdote uit uw eigen studententijd om af te ronden? (glimlacht) “O. Goh. Een leuke anekdote uit mijn studententijd. Ik heb fantastische herinneringen aan mijn studententijd. Ik herinner mij een heel leuk moment – het zijn er meerdere – toen ik in mijn tweede of derde jaar geneeskunde zat, toen er enorme overstromingen geweest zijn. Toen zijn wij , studenten, aangesproken om als vrijwilligers te gaan meewerken op het veld om de oogsten te rooien. Wij zijn drie, vier dagen massaal in onze rubberen laarzen en onze werkkledij gaan helpen in boerderijen in Vlaanderen. We bleven daar ook slapen, dat was dan eigenlijk kamperen. Het was allemaal een beetje amateuristisch , maar er was op dat moment een noodsituatie was en ten einde raad riep men de studenten op om te helpen. Achteraf gezien was dat een fantastisch moment van solidariteit met de bevolking, maar ook van solidariteit onder de studenten. Een ander fantastisch moment is natuurlijk de studentenrevue waar ik ook twee keer heel actief aan heb meegewerkt. Dat is nu bijna niet meer mogelijk, maar in die tijd hadden we maar één keer examen en dat was op het einde van het jaar. Toen hadden we dus weken waarin we niet naar de les gingen, want we moesten de revue voorbereiden, de dansjes inoefenen, enzovoort. Dat zijn dingen die achteraf gezien je studentenleven enorm kleuren. Dan is er nog één ding. Ik heb het daar
Focus
DROMEN
rector Anne De Paepe
onlangs op het feest van het Home Konvent ook over gehad. Op een bepaald moment wilde ik, hoewel ik op vijf minuten van de universiteit woonde, het studentenleven absoluut ne keer meemaken op kot of op de home. Ik heb daar lang voor moeten zagen bij mijn ouders, want ja, ik kon dat natuurlijk niet echt verantwoorden. Ik zat al in mijn vijfde jaar en heb toen toch mijn ouders
kunnen overhalen. Op kot mocht ik dan wel niet echt, maar ik mocht wel op home gaan. Zo ben ik indertijd op home Fabiola gegaan. Het is voor mij een heel mooie tijd waar ik op terug kan blikken. Dat zijn voor mij de momenten die eruit springen, maar er zijn zoveel fantastische momenten geweest. Ik heb hier heel graag gestudeerd.�
Enorm bedankt dat we mochten komen en bedankt voor uw gedrevenheid en enthousiasme voor de universiteit door de jaren heen.
200 JAAR UGENT
13
Focus
© Marijke Van Hove
14
DILEMMA IV
advertentie
200 JAAR UGENT
15
Op de koffie bij “De behoefte aan het inzicht dat menswetenschappen kunnen opleveren, is groot. Ik heb de indruk dat het toch wel begint te dagen.”
INTERVIEW
decaan Marc Boone
Tekst en foto’s door Serafina Van Geertruyen & Arne Wittevrongel
16
Focus
Op de koffie bij decaan Marc Boone
E en grauwe woensdagochtend in februari. Terwijl de meeste studenten verwikkeld zijn in een diepe slaap of in een saaie les, vertoeven uw favoriete scriptoren in het kantoor van Marc Boone: decaan van onze faculteit, ook wel bekend als de professor van His-
torische Kritiek. Onder het genot van een kopje koffie vertelt hij over 200 jaar UGent, het leven als decaan en zijn studententijd. en algemene stukken. Ik ben wel van plan om meer onderzoek te doen zodra ik decaan af ben. Als historicus kan je naar het archief blijven gaan en gewoon verder doen. Ik zie aan mijn echtgenote, die ook een collega is, de enorme bevrijding die het pensioen in ons geval is. Ze fleurt op, want er zijn geen verplichtingen meer, dus ik zie het nogal rooskleurig in.”
DILEMMA: Dag, professor Boone. U bent nu al enkele jaren decaan. Bevalt het u nog altijd? Marc Boone: “Ja zeker, nog altijd. Natuurlijk ook omdat ik nu een einddatum zie. Dat zou 30 september 2018 zijn. Ik ben voor vier jaar verkozen en ik heb aangekondigd dat ik niet herverkiesbaar zal zijn. Dat zou boerenbedrog zijn. Er komt namelijk een wijziging in het beleid, in die zin dat de faculteiten een beleidsplan zullen uittekenen voor vier jaar. Bovendien ga ik binnenkort op rust, dus ik kan geen vier jaar meer rondmaken. Ik zou het onaanvaardbaar vinden om een beleidsplan uit te tekenen en halverwege weg te gaan zodat mijn opvolger het mag uitvoeren. Ik zal die persoon natuurlijk wel helpen om erin te komen; dat is altijd al de rol van de prodecanen geweest.” Nu u decaan bent, heeft u waarschijnlijk minder tijd voor onderzoek? “Ja, dat is de grootste frustratie. Ik probeer met mijn vakgebied bezig te blijven: ik begeleid nog altijd een aantal doctoraten en ik geef regelmatig voordrachten en waar vaak publicaties aan gebonden zijn. Écht onderzoek voor een historicus is echter naar het archief gaan en met bronnen werken. Dat lukt mij niet meer. Ik schrijf nog relatief veel, maar vooral syntheses
In uw nieuwjaarstoespraak had u het over de tweejarige master. Is er nog hoop? “Tja, optimism is a moral duty. Ik hoop echt dat dit ooit gerealiseerd kan worden, want de absurditeiten nemen maar toe. Neem bijvoorbeeld het debat tussen de universiteiten over de herstructurering van de Specifieke Lerarenopleiding. Men wil richtingen met een eenjarige master een SLO-opleiding van 90 studiepunten geven, tegenover 120 voor die met een tweejarige master. Drie van de vier faculteiten Letteren van Vlaanderen blijven ondertussen pleiten voor 120 studiepunten. Enkel Leuven is verdeeld over de kwestie. Het gevaar is namelijk dat een deel van die punten in de master zou worden ingebouwd, zodat masterstudenten in een stramien moeten stappen dat naar het onderwijs leidt. Dat is een heel concreet, bijna pervers afgeleid probleem van het feit dat wij nog altijd geen tweejarige master hebben. We hebben met de vier decanen van de faculteiten opnieuw een brief geschreven naar de minister, maar daar is
“Ik ben van plan meer onderzoek te doen zodra ik decaan af ben, dus ik zie het nogal rooskleurig in.”
nog geen antwoord op gekomen. Het is een complex probleem, maar we proberen er druk op te leggen.” Vindt u dat de regering te weinig appreciatie heeft voor menswetenschappen? “Dat is een oud verhaal. We bestaan, en dat is al zeer veel in de ogen van sommigen. Maar de échte groei zit voornamelijk in de meer utilitaire richtingen. Je ziet al in het middelbaar onderwijs dat mensen daarheen worden gedrongen. Toch vertegenwoordigen wij een enorm volume aan studenten. Ik ben dus niet zo pessimistisch, maar het kan en mag altijd beter.” De wereld is in de laatste jaren erg veranderd. Zou u zeggen dat die nieuwe tendensen het belang van menswetenschappen opnieuw wat onderstrepen? “Juist in die veranderende wereld is er nood aan degelijk onderzoek in de menswetenschappen. Precies vanuit onze disciplines leer je kritisch kijken naar al die zorgwekkende ontwikkelingen; zoals de effecten van populisme, de toestand in de Verenigde Staten met Trump en de verkiezingen die in Nederland en Frankrijk voor de deur staan. Maar goed, de wereld heeft nog andere crisissen meegemaakt. We mogen het niet weg relativeren, maar ook niet overdramatiseren. De behoefte aan het inzicht dat menswetenschappen kunnen opleveren, is groot. Alleen is dat nog niet bij iedereen doorgedrongen, zeker niet bij alle politieke verantwoordelijken. Toch heb ik de indruk dat het toch wel begint te dagen.” Op welke verwezenlijking van onze faculteit bent u het meest trots? “Dat zijn verschillende zaken. Er is de inkanteling van de hogeschoolopleiding
200 JAAR UGENT
17
Focus
Op de
bij decaan
Vertaler-Tolk (nu Toegepaste Taalkunde, nvdr.) die vrij goed verloopt, denk ik. We hebben ook veel onderzoeksmiddelen kunnen aantrekken en de centralisatie van de faculteitsbibliotheek zit op schema. Als u de vroegere toestand ooit gekend hebt: tientallen onderbezette en slecht beheerde seminariebibliotheekjes waartegen studenten jarenlang – terecht – protesteerden… Dat is nu toch allemaal mooi in zijn plooien aan het vallen. Ook het feit dat wij participeren in het project De Krook en de nieuwe bibliotheek van de stad, waarin ook een onderdeel van onze faculteit komt, is daar een bewijs van. Voor het overige zijn er vooral interne verschuivingen. Een opleiding die jarenlang zorgwekkend was, Afrikanistiek, is nu goed op de rails gezet – niet
“Er waren uiteraard ook crisismomenten. Vorig jaar nog de hele zaak rond grensoverschrijdend gedrag van een collega. Globaal genomen heeft de instelling toch wel positief gereageerd.” alleen door mijn verdienste natuurlijk. Hetzelfde hoop ik op gang te kunnen zetten met Arabistiek; ook zo’n terrein waar de maatschappij grote behoefte aan heeft. Al die discussies over extreme islam; daar kan je pas deftig ingrijpen als je mensen hebt die de taal kennen en teksten kunnen lezen, maar ook genoeg historische en actuele kennis hebben. Het is een belangrijke problematiek en alles wijst erop dat het geen eendagsvlieg is. De universiteit heeft de maatschappelijke plicht om daarop in te zetten, net als de plicht om de bestaande richtingen in stand te houden. Er waren uiteraard ook crisismomenten. Vorig jaar nog de hele zaak rond meldingen van grensoverschrijdend gedrag van een collega. Die zaak loopt nog, maar in
18
DILEMMA IV
het voorjaar zou er toch enige duidelijkheid moeten komen. Daar is ook veel om te doen geweest omdat men dat in de pers vernauwt, bijvoorbeeld met die aanbeveling om geen een-op-eengesprekken meer te houden achter gesloten deuren. Globaal genomen heeft de instelling toch wel positief gereageerd: een aantal commissies besteedt nu meer aandacht aan welzijn op het werk. Het is wel zo dat er veel druk op mensen wordt gelegd, maar de centrale diensten doen bijzonder veel om de zaken zo vlot mogelijk te laten verlopen. Vanuit mijn positie denk
ik dan ook dat het vrij goed gaat met onze instelling. Je weet natuurlijk nooit: er is altijd wel iets dat moet worden aangepakt. Het aanpakken van problemen gaat soms ook zeer traag, maar dat is de prijs die we betalen. Dat is het waard om zo’n grote instelling te besturen waar we verschillende faculteiten, opvattingen en culturen proberen te respecteren en terzelfdertijd samen tot iets te komen.” Hoe heeft u de faculteit zien evolueren doorheen uw carrière?
Focus
koffie
Marc Boone
“Midden de jaren 70 waren er in totaal 5.000 à 6.000 studenten. Nu hebben we 45.000 studenten; er heeft een enorme professionalisering en schaalvergroting plaatsgevonden.”
“Ik ben in de faculteitsraad gekomen als vertegenwoordiger van de assistenten , later ook een paar keer als hoofddocent. Dan werd ik hoogleraar en kreeg ik sowieso een zitje. Ik heb die raad natuurlijk sterk zien veranderen. Vroeger werden daar soms zeer emotionele discours afgestoken door proffen die zich als een soort feodale baron gedroegen in hun eigen vakgroep. Het was traditie dat een aantal hoogleraren rechtstond en een heel discours afstak over hoe slecht het allemaal was, hoe sterk men hen persoonlijk viseerde en dat ze nooit meer zouden
komen. Dan gingen ze weg, vaak met slaande deuren, roepend en tierend. En toch waren het net die mensen die op de volgende vergadering er als eerste zaten om andere zaken te bespreken. Dat grote vuur is er nu een beetje uit. De zaken zijn ook allemaal veel complexer geworden. Kijk, straks hebben we faculteitsraad en dit zijn de voorbereidende stukken (wijst naar een enorme stapel documenten). Er staat niet veel op de agenda, dus hopelijk zal het vlug gaan (lacht).” Het is best grappig. Als ik soms wat tijd
heb, blader ik in ingebonden faculteitsverslagen uit de jaren 60, 70 of ouder. Het invoeren van assistenten die wetenschappelijk ondersteunend werk doen, is bijvoorbeeld vrij recent. Je leest dan in zo’n verslag dat de decaan ergens begin de jaren 60 zegt: “We hebben een brief gekregen van het rectoraat. We kunnen zoveel assistenten extra aanwerven.” En veel proffen zeggen: “Oei, oei, oei, wat moeten we daar nu mee doen? Bespaar ons dat, nee nee, bedankt.” De dag van vandaag zouden sommigen bij wijze van spreken een moord doen om extra personeel binnen te halen. Dat is dus allemaal grondig veranderd. U moet niet vergeten: toen ik hier studeerde waren er in totaal 5.000 à 6.000 studenten. Het was een relatief stoffige universiteit die voortkabbelde zoals ze al decennialang aan het voortkabbelen was. Nu hebben we 45.000 studenten. Er hebben een enorme professionalisering en dito schaalvergroting plaatsgevonden. Toen had de decaan één medewerker; nu heb ik er alleen al in de centrale diensten een vijftal. Alles is dus veel complexer geworden. Een grote bureaucratische machine die alles beheersbaar moet houden.” Heeft u nog een leuke anekdote uit uw studententijd? “In de jaren 70, toen ik studeerde, had de Blandijn de reputatie – terecht – de meest linkse en rebelse faculteit te zijn. In 1969 waren er veel protesten en is auditorium E nog door de rijkswacht ontruimd. In mijn tijd ebde dat nog wat na. Er waren soms
200 JAAR UGENT
19
Focus
Op de
bij decaan
heftige confrontaties, bijvoorbeeld over het opvoeren van toneelstukken tegen extreemrechts. Toen ik na mijn studies begon als assistent, kregen we de volgende golf van protest: die tegen de 10.000. De regering had namelijk besloten om het inschrijvingsgeld naar 10.000 Belgische frank op te trekken. Dan zijn hier echt kleine veldslagen geleverd op de Blandijn. Ik herinner me – ik zat toen op de vierde verdieping – dat er traangasgranaten werden binnengeschoten. Er hing dagenlang een enorm vieze geur in de lokalen. Peter Vandermeersch, die nu carrière maakt in de media en de huidige hoofdredacteur van NRC Handelsblad is, is toen ook opgepakt. Zijn vader was rijkswachtscommandant van West-Vlaanderen en moet tegen zijn Gentse collega’s gezegd hebben: “Laat hem maar eens een nachtje in de gevangenis zitten. Het zal hem deugd doen”.Maar dat heeft niet verhinderd dat hij nu een van de spraakmakers in het medialandschap van ons taalgebied is. Vanuit die geest van de Blandijn komen dus wel interessante figuren naar boven. Een van de zaken die we trouwens gaan doen in het kader van 200 jaar UGent, is een lezingenreeks met oud-studenten die naam gemaakt hebben in de literaire wereld. Het is professor T’Sjoen die dat coördineert. We
U bent 2 jaar scriptor geweest bij de Vlaamse Geschiedkundige Kring, toen de studentenblaadjes nog politiek mochten zijn. Hoe was dat? “Wij kwamen uit een grote ‘revolutie’ en waren duidelijk geëngageerd; dat was allemaal geen probleem. Het milieu was ook vrij homogeen: er waren in de geschiedenis gelukkig één of twee medestudenten die uitgesproken rechtse opvattingen hadden. Dat was handig, want zo hadden we een vijand in eigen midden. Je kon die man dus constant aanvallen en dat gebeurde ook. Dat was natuurlijk vooral studentikoos gedrag, maar er zaten wel sterk politiek geïnspireerde opvattingen achter. Ik herinner mij mijn allereerste betoging op 11 september 1973, omdat dan in Chili de staatsgreep van Pinochet tegen Allende plaatsvond. De bewoners van de Blandijn vonden dat zij ook meteen de straat op moesten om tegen Pinochet te betogen. Ik heb daar ook aan deelgenomen; dat was geestig. Vandaag zou men daar heel anders op reageren. Je krijgt onmiddellijk een hoop artikels en petities in je mailbox. Wij hadden nog het geluk dat een van de beste Belgische journalisten ooit, Maurice De Wilde, toevallig in Santiago was voor een voetbalmatch. Hij heeft daar in het stadium – waar snel
“In 1969 waren er veel protesten en is auditorium E nog door de rijkswacht ontruimd. In mijn tijd ebde dat nog wat na.”
hebben toch een mooie lijst met namen – als ze allemaal toezeggen, hebben we onder andere Tom Lanoye, Herman Brusselmans, Stefan Hertmans en Miriam Van Hee. We vragen hen om te reflecteren over hoe hun studies aan deze faculteit invloed gehad hebben op hun literaire werk. In de eerste roman van Brusselmans, die hier kort na mij moet gezeten hebben, wordt bijvoorbeeld een professor Engelse Letterkunde vermoord waar nogal veel rond te doen was; heel herkenbaar. Daar zullen dus ook een hoop anekdotes en leuke verhalen naar boven komen.”
20
DILEMMA IV
politieke opposanten gevangen werden gezet – bijzonder aangrijpende beelden gemaakt. Dus ook al hadden we niet de veelheid aan informatie die we vandaag kennen, toch hadden we een vrij uniek inzicht in de situatie daar.” Was er vroeger ook al luchtige rivaliteit tussen de studentenkringen? “Wij wisten wel dat die andere mensen hier rondliepen, maar rivaliteit… niet echt. De kringen werkten vooral op zichzelf. Er was bijvoorbeeld geen lokaal waar
alle kringen samenzaten zoals nu. Wél waren in die tijd de filosofen erg aanwezig en politiek actief, omdat we toen een paar proffen hadden, zoals Jaap Kruithof en Leo Apostel, die geholpen hebben om Vlaanderen op een heel andere manier te laten kijken naar een aantal zaken. In Brugge vond men bijvoorbeeld dat men de ‘nefaste invloed’ van de Gentse filosofen moest inperken, inzake denken over seksualiteit enzovoort. Dat is een van de expliciete motieven geweest waarom Brugge zo sterk heeft aangedrongen om ook in West-Vlaanderen een campus voor menswetenschappen op te richten. Maar goed, uiteindelijk was de secularisering van Vlaanderen onafwendbaar. In die zin was onze faculteit, of toch een paar groepen daarin, nadrukkelijk aanwezig in het politieke maar vooral ook het maatschappelijke debat van Vlaanderen. Zulke figuren zijn er nog altijd – denk aan de lezingen van Johan Braeckman – maar het is allemaal technischer en minder flamboyant geworden.”
Bedankt voor dit interview. Wil u nog iets meegeven aan uw studenten? “Ik zou zeggen: doe voort. Blijf vanuit uw eigen vakgebied zaken naar buiten brengen, in een soort verontwaardiging over wat er in de wereld gaande is. De buitenwereld verwacht dat. En voor het overige: participeer massaal aan het beheer van uw instelling. Het bedroeft mij soms dat het zo moeilijk is om genoeg studentenvertegenwoordigers te vinden voor alle raden. Het zijn niet altijd opwindende discussies om naar te luisteren, maar de maatschappelijke betrokkenheid van studenten voor hun eigen instelling zou beter kunnen en mogen zijn. En dan weet ik nog dat het in de Letteren beter is dan in vele andere faculteiten, dat mag ook gezegd worden. Ik zou daarom willen mobiliseren om deel te nemen aan de verkiezing voor rector en vice-rector. Voor het eerst mogen alle studenten stemmen en niet enkel de verkozen studentenvertegenwoordigers, dus dat geeft ons een kans om eens samen na te denken over de toekomst.”
Focus
koffie
Marc Boone
“Blijf vanuit uw vakgebied zaken naar buiten brengen, verontwaardigd over wat er in de wereld gaande is.”
200 JAAR UGENT
21
advertentie
1295
ANNO
22
DILEMMA IV
advertentie
ALS EEN E T H C A N T E M L GA A K IES IJN P B RE N G E N ERIK SATIE ORMS W L E C R A M P E RS & K . SC H I P HTE R| |P IA N IS T &
D IC
DONDERDAG 2 3 M A A R T 2 0 17 2 0 UUR
Zefir Records
>> LOCATIE Cultuurkapel Sint-Vincent ai 10 a Sint-Antoniusk t n e 9000 G 2 / € 8 >> TOEGANG € 1 >> RESERVEREN via events@ m.be poeziecentru
Een organisatie van Poëziecentrum met de steun van de onderzoeksgroep Teksteditie Literatuur in Vlaanderen van de Universiteit Gent, de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.
200 JAAR UGENT
23
Focus
De gesch
van de B
DEEL
De Berg: van ab
ofte ‘How to lose all your p
door Ruben
24
DILEMMA IV
Focus
iedenis
Blandijn
L I:
bdij tot beluik
power in 11 centuries’
Aleksandr
200 JAAR UGENT
25
Focus
De geschiedenis DEEL I - De Berg
O ns klein heuveltje waarvan de naam a touch of megalomania suggereert, speelt al meer dan een millennium een hoofdrol in het leven van Gent en de Universiteit. Het is daarom niet meer dan logisch dat we even *kuch* 8 pagina’s *kuch* een blik terugwerpen op deze vierkante kilometer die ooit de grootste schaamte van Gent herbergde, maar ook de bron was voor menig revolutie, uitzicht bood op de explosie van de Citadel en zelfs de laatste rustplaats was voor 827 mensen (plus iedereen in de 23 knekelputten (massagraven)) – waaronder enkele Graven van Vlaanderen en de bril van rector emeritus Paul Van Cauwenberge.
© Universiteitsbibliotheek
Monte Blandinium Over de vroege geschiedenis van deze heuvel en de Blandiniumabdij – de huidige Sint-Pietersabdij – is weinig met zekerheid geweten. Rond de eerste millenniumwisseling waren de Sint-Pietersabdij en de
26
DILEMMA IV
Sint-Baafsabdij (toen nog Ganda) namelijk verzeild in een bitch fight vanjewelste waarbij ze alles uit de kast haalden om te kunnen bewijzen dat ze elk de oorspronkelijke abdij van Gent waren. De rage van het moment was dan ook het frauduleus herschrijven van de geschiedenis – een Clinton-Trump debat avant la lettre. Wat we wel weten is dat Sint Amandus en zijn gevolg rond de 7e eeuw de abdij oprichten op het hoogste punt van de stad om zo het Gentse volk te bekeren tot het katholicisme. Arnulf I – Graaf van Vlaanderen en grootvader van de helft van het Britse koninklijk hof – had een boontje voor de kerk en hielp met het uitbreiden en verrijken van het Blandiniumklooster tot het één van de machtigste van Vlaanderen was, met het rijke Sint-Pietersdorp,
een internationaal gerenommeerde bibliotheek en domeinen in Engeland als haar troeven. In 1540 trok Karel V de stad binnen met meer dan 800 ruiters en een arsenaal aan hellebaarden, kanonnen en boogschutters. Als boetedoening voor het weigeren de oorlogsbede te betalen, wordt de Gentse stadsmagistratuur vernederd: ze lopen blootvoets door de stad met een strop rond de hals, Klokke Roeland wordt uit het Belfort verwijderd en de Sint-Baafsabdij wordt grotendeels gesloopt om plaats te maken voor een dwangburcht. De macht van Gent wordt permanent ingeperkt. Nog geen dertig jaar later breekt de Beeldenstorm los en dan wordt ook de Sint-Pietersabdij geraakt: altaren, meubilair, kunstwerken en boeken worden geplunderd of vernietigd. De voormalige
Focus
van de Blandijn van abdij tot beluik Blandiniumabdij wordt gereduceerd tot een schim van haar vroegere zelf. Na een korte heropleving is het de afschaffing van de kloosterorden tijdens de Franse revolutie die de abdij op haar knieën dwingt. De monniken verlaten de abdij en het leeuwendeel van de gebouwen wordt verkocht of afgebroken. Karel van Hulthem – bestuurder, bibliofiel, eerste bibliothecaris van de Gentse stadsbibliotheek en medeverantwoordelijke voor de Universiteitsbibliotheek – was de persoon die de abdijkerk wist te redden door die in te richten als kunstmuseum en zo het Museum voor Schone Kunsten oprichtte. (Portus) Ganda: Naast de ham ook een Keltisch woord dat waarschijnlijk ‘samenvloeiing’ of ‘monding’ betekent. Het is de plaats waar de eerste nederzetting van Gent ontstond – toen nog een archipel van naar verluid 72 eilanden - die al snel uitgroeide tot het centrum van de Gentgouw. De inval van de Noormannen in de 9e eeuw dwong de Gandanaren (Gandanen?) 500 meter stroomopwaarts te verhuizen.
barrière’ als verdediging tegen Frankrijk. Een van de 21 vestigingen daarvan was de Citadel van Gent. Het was de Hertog van Wellington en latere Premier van het VK Arthur Wellesley die de bouw van deze mastodont overzag. De Citadel was nog maar amper gebouwd toen ze bij de Onafhankelijkheidsverklaring van België zich overbodig bewees in haar huidige functie. Bovendien waren de Gentenaren zelf weinig opgezet met dit bouwwerk, omdat het een grotere kans had militaire conflicten aan te trekken in plaats van hen hiervan te beschermen. Toch zou het duren tot halfweg de 19e eeuw voor de kazerne werd ontmanteld, en dat op een nogal volatiele manier. Vanaf hier laat ik het woord aan Het Vaderland (Nederlandse avondkrant, editie 13 mei 1900):
“In den morgen van den 29 Januari 1849 ontstond er eene vreeselijke ontploffing, die al de huizen van Gent op hunne grondvesten deed daveren. Het poermagazijn in de citadel was in de lucht gesprongen en een groot deel der vesting lag in puin. Een onder-luitenant-garde der artillerie, met name Bernard, was eenige minuten vroeger in het magazijn getreden en had het vuur aan het buskruit gestoken met het inzicht zich te zelfmoorden, daar hij weldra zou te verantwoorden hebben gehad over door hem gepleegde ontvreemdingen.” Het herstellen van de kazerne leek nogal duur en nutteloos, en bijgevolg besloot de stad deze zuidelijke uitloper van het Sint-Pietersdorp om te bouwen tot het Citadelpark.
© Stadsarchief Gent
Onze-Lieve-Vrouw-Sint-Pieters: De huidige Sint Pieterskerk dateert van 1629. Nadat in 1578-79 de kerk door de beeldenstorm vrijwel volledig was afgebroken, besloten ze de kerk uit de assen te laten herrijzen. Er zijn nog maar enkele muren van het originele bouwwerk over. Wat minder bekend is, is dat de Sint-Pietersabdij toen maar een van de twee kerken op het huidige Sint-Pietersplein was (zie afbeelding 1). Het zusje van de Sint-Pietersabdijkerk, de Onze-Lieve-Vrouwekerk, werd na de opheffing van monnikenorden in 1799 met de grond gelijkgemaakt en heeft het daglicht nooit meer mogen zien. Wel werden de namen gefuseerd waardoor de Sint-Pieterskerk tot vandaag eigenlijk nog steeds de dubbele naam “Onze-LieveVrouw-Sint-Pieters kerk” draagt. Citadel: De explosie van Wellington Aan de zuidelijke grens van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden bouwde men in de vroege 19e eeuw de ‘Wellington-
200 JAAR UGENT
27
Focus
De geschiedenis DEEL I - De Berg
De Universiteit en het beluik Op 9 oktober 1817 opende Willem I van Oranje-Nassau de Université de Gand. De Universiteit – die huisde in de Aula in de Voldersstraat – bestond uit de faculteiten Letteren, Rechten, Wetenschappen en Geneeskunde en onderwees 190 studenten met behulp van zestien professoren. Het stadsbestuur schonk de Botanische tuin en de stadsbibliotheek aan de Universiteit. Samen met de centrale ligging maakte dat de Universiteit meteen tot een toonaangevende bron van kennis en onderzoek. Dertien jaar later had de onafhankelijkheid van België ook voor de Universiteit vele repercussies. Frans verving het Latijn als voertaal, buitenlandse professoren werden ontslagen en na een korte sluiting van de Universiteit werd besloten de faculteiten Letteren en Wetenschappen af te schaffen. Er waren namelijk al langer mensen die opperden voor de centralisering van de universiteiten, en een van de opties was om universiteiten te specialiseren en aldus faculteiten af te schaffen. Dat was niet enkel een probleem voor de Wetenschappen en Letteren zelf, die ruim een decennia werk verloren zagen gaan, maar ook voor de Rechten en Geneeskunde die op hen steunden voor de algemene vakken. De Universiteit reageerde daarop door minder dan een jaar later (onder de wetgeving in verband met Vrijheid van Onderwijs) ‘vrije’ faculteiten op te richten. Vier jaar later, in 1835, zouden die weer officieel aan de Universiteit verbonden worden (omdat de staat zijn stupiditeit had erkend). Diezelfde eeuw, onder invloed van de industriële revolutie, ontstond er plaatsgebrek in heel Gent. Duizenden arbeiders hadden onderdak nodig en de fabriekseigenaars wouden hen het liefst zeer dichtbij hebben. Omdat die eigenaars ook veel politieke macht hadden, besloot het bestuur om te investeren in beluiken. Via een (vaak overdekte) gang kon je vanaf de straat een klein koertje of een ‘stegennetwerk’ betreden dat vol stond met huizen van twaalf tot twintig vierkante meter die elk onderdak boden aan vijf à zes personen. Van de Ho-
28
DILEMMA IV
veniersberg over de Bijloke tot de Brugse Poort, ze waren over heel Gent verspreid. Hoewel exacte cijfers moeilijk te bekomen zijn, spreekt men alleen al over de Brugse Poort bij het begin van de 20e eeuw van 100 beluiken. Midden de jaren twintig van de 19e eeuw werd zo ook het beruchte Bataviabeluik gebouwd (waar nu het Plateau-Roziercomplex staat).
Het universitaire zegel
© Universiteitsarchief
Het Bataviabeluik – en bij uitbreiding alle beluiken – waren broeihaarden van ziekten en criminaliteit. Door de lage stand van de bewoners en de belangen van industrieën, besteedde men daar weinig aandacht aan. Het was pas in 1843 dat dokters Heyman en Mareska het open-
baarden. Hun rapport was vernederend: 117 woningen van vier bij vijf meter vormden de woonplaats van vijf- tot zeshonderd arbeiders. De sanitaire voorzieningen bestonden uit zes latrines, twee waterpompen en een open riool dat door de straat liep. De geneeskunde stond machteloos tegen deze epidemieën en het risico op verspreiding was dan ook reëel. Het stadsbestuur besefte dat dit onhoudbaar was. Om de kerk in het midden te houden (‘de kerk’ in dit geval een bakbeest van een fabriek) besloten ze een modelbeluik te bouwen. Op de plaats van de huidige Boekentoren en de Blandijn bouwden ze rond 1848 het ‘De Vreesebeluik’. Naar beluik-maatstaven was die een substantiële verbetering: de straten waren breder, er waren faciliteiten zoals een kruidenierszaak en een bakkerij en ook de sanering was van hoogstaandere kwaliteit. Er was een duidelijke verbetering in de hygiëne en gezondheid van de bewoners, maar nog steeds vormden de beluiken in hun geheel een doorn in het oog van de stad, die bezorgd was om het algemeen welzijn. Gent duwde de meeste industrieën aan het eind van de 19e eeuw dan ook langzaamaan naar de noordelijke rand van de stad en men begon met het uittekenen van een constructief woningbeleid. Maar ook bij de Universiteit ontstond er rond 1870 een groot tekort aan ruimte. De polytechnische scholen hadden zich aan de faculteit Wetenschappen gebonden en het aantal studenten steeg tot ruim 500. Uitbreiding was dus noodzakelijk. De stad besloot – ruim dertig jaar na het rapport van Heyman en Mareska – om zich van de Bataviawijk te ontdoen en plaats te maken voor een nieuwe faculteit. Zo begon de bouw van het Plateau-Roziercomplex dat in 1889 in gebruik werd genomen. Bij het begin van de volgende eeuw zou er echter alweer een dreigend tekort zijn aan plaats, en in de jaren dertig wordt besloten het Technicum en de Boekentoren te bouwen. Voor het bouwen van de Boekentoren besluit men ook De Vreesewijk te slopen en de Blandijnberg voor eens en altijd te saneren. In 1957 zouden de twee grote poorten – te bewonderen op onze cover – worden vervangen door geglazuurde tegels en de befaamde Trabla.
Focus
van de Blandijn van abdij tot beluik Het modelbeluik De Vreese – open, hygiënisch(er), inhumaan.
© Universiteitsbibliotheek BIB.FOT.002113/05
Bronnen Boone, Marc, en Gita Deneckere. Gent : Stad Van Alle Tijden. Antwerpen: Mercatorfonds, 2010.
De volgende keer in Dilemma:
Van den Bremt, An, en Geert Vermeiren. Archeologisch Vooronderzoek Op Het Sint-Pietersplein En Aan De Tweekerkenstraat. S.l.: s.n., 2004.
DEEL II
Websites: www.stad.gent www.beeldbank.stad.gent www.visit.gent www.sintpietersabdij.stad.gent www.inventaris.onroerenderfgoed.be
De Blandijn en een toren in het midden van Cuba ofte ‘Hoe een rector zijn bril verloor’
200 JAAR UGENT
29
FILOLOGICA
30
Filologica
ACTIVITEITENKALENDER 2DE SEMESTER
Highlights
Cantussen
ZIE OMMEZIJDE
200 JAAR UGENT
31

Filologica
Presidium aan het woord Klimaatbos 18/02: Filologen den bos in Aan onze universiteit stond de eerste week van het nieuwe semester volledig in het teken van duurzaamheid. Op woensdag kon je in het UFO een debat over het klimaatakkoord bijwonen en op vrijdag trokken vrijwilligers naar Melle om een heus UGent-klimaatbos aan te planten. Daar kon Filologica toch niet ontbreken! Jan, Florine, Anne-Cathérine, Arne C. en Arne W. trokken eropuit om door de modder te huppelen en een handje toe te steken. Samen met mensen van allerlei organisaties, waaronder vakgroepen en andere studentenverenigingen van onze universiteit, hebben we ongeveer 5.000 jonge boompjes in de grond gestopt – goed voor 2,5 hectare bosgrond. Het initiatief gebeurde in het kader van TreeDivNet: een globaal netwerk van experimenten in verband met boomdiversiteit. In de toekomst zal in ons klimaatbos onderzocht worden of gemengde bossen een grotere hoeveelheid CO2 kunnen opslaan dan bossen bestaande uit één enkele boomsoort. Spannend.
Arne Wittevrongel
200 JAAR UGENT
33
Filologica
Presidium aa Galabal 31/03: Galabal der Filologen: Bubbels en Burgers!
Op vrijdag 31 maart is het weer zover! Filologica nodigt jullie uit voor hét evenement van het jaar: het Galabal der Filologen. Kleed je op je paasbest en kom samen met ons de paasvakantie inzetten op de enige juiste manier: met een knallend decadent feestje. Naar goeie gewoonte toveren onze feestpresessen het feeërieke Carelshof te Sint-Amandsberg om tot de place to be voor een dansje en een glas cava. We voorzien ook pendelbussen vanaf de Blandijn en terug, zodat jullie zorgeloos kunnen gaan én blijven gaan. Nog niet overtuigd? Op ons galabal waan je je een echt fotomodel in onze fotobooth, kan je leuke prijzen winnen in de tombola en geniet je van een streepje muziek van enkele dj’s. Als extraatje dit jaar, zijn er bovendien Bunch- en Bickyburgers van Buzzy Snacks voor wie een energieboost nodig heeft na zoveel plezier. Twijfel dus niet langer en daal zo snel mogelijk af naar onze kelder om jouw ticket te bemachtigen. Tot dan!
Arne Wittevrongel
Voor meer info: check de awesome poster op de achterkant van deze editie!
34
DILEMMA IV
Filologica
an het woord Creatief schrijven 20/04: Lezing creatief schrijven
12urenloop 26/04: 12urenloop 2017 Binnenkort is het weer zover: op 26 april trekken de Gentse studentenverenigingen naar het Sint-Pietersplein om hun sportieve eer op de 12urenloop te verdedigen. Nadat de Blandijnkringen vorig jaar voor het evenement pasten, zullen ze er dit jaar weer helemaal staan (of lopen, om precies te zijn). Wat houdt het concept precies in? Maak je alvast geen zorgen: je hoeft geen twaalf uur aan een stuk te lopen. Zoals voor de meeste sportevenementen slaat Blandinia voor de 12urenloop de handen in elkaar. Alle kringen zetten samen een tentje op op het Sint-Pietersplein waar je terecht kan voor een hapje, een drankje en – sportieve – coaching. Het thema van dit jaar is sprookjes, dus bij elke ronde beeld je je maar in dat de grote boze wolf je achtervolgt als een blondharige, rood gekapte jongedame (of een gillend biggetje). Elk jaar zijn er ook speciale rondes, zoals de beroemde draag-de-presesronde. Nog niet overtuigd? Er zullen verschillende acties zijn waarbij je voor een aantal rondes een drankje, een snack of zelfs een maaltijd krijgt. Je hoort het goed: gratis workout én gratis drank! Het evenement vindt plaats tussen 9u ’s morgens en 21u ’s avonds, dus tenzij je les hebt van 8u30 tot 20u15, heb je niet echt een excuus om je niet te komen amuseren en een paar rondjes te komen lopen.
Serafina van Geertruyen
200 JAAR UGENT
35
CULTURAMA
36
e
ta:lk nd
Culturama
v
Een ode aan het Gents dialect Scheetseloetsebollekezoetselievekeschatseboterkoekske
‘k Zie tegewuurdig overal en uuk ol in mijn stroase… mensen met truien en
T-shirts die met veel trots de postcode van de Arteveldestad tentoonspreiden. Je kan de Sint-Pietersnieuwstraat niet doorwandelen zonder een Ghentian tegen te komen of een ruwere knul uit de banlieue 9000. Nie neute, nie pleuje galmt door de straten van het Gentse wanneer de zatlappen in juli een excuus nodig hebben om nog meer te drinken, en men heeft er niet beter op gevonden om ook dat op T-shirts te laten drukken. Naast de handenwrijvende commerçant ziet de doorsnee bakfietsmoeder uit de Brugse puurte dat het Gentse chauvinisme behoorlijk trendy is. Maar hoe zit het met het dialect? Wordt er de dag van vandaag nog plat Gents gesproken? Ikzelf spreek het alleszins niet, en in het Gentse gedeelte van mijn vriendenkring hoor ik niet meer dan een zware Gentse tongval. Aangezien het Gents trendy is, kan de Blandijnstudent niet achterblijven. Na een korte uiteenzetting van het Gents en haar kenmerken, kan je een woordenlijst vinden met begrippen die je kan toepassen om toch net dat tikkeltje meer hipster te zijn. Graag gedaan.
Gèntsch Johan Taeldeman en Freek Neirynck zijn twee namen die je moet onthouden als het over de Gentse taalkunde gaat. Hoewel Jacques van Keymeulen ongetwijfeld de coolste dialectoloog is, heeft Neirynck een Gents Zakwoordenboek samengesteld en kan ik het (korte) artikel van Taeldeman over het Gents ten zeerste aanraden. Taeldeman spreekt over het “markante eilandkarakter” van het Gents. Hij heeft het dan niet over het chauvinisme in de Negeduusd. Gents is namelijk een dialect dat opvalt doordat er zo’n scherpe overgang is naar het Oost-Vlaams aan de rand van de stad, waarmee het Gents behoorlijk wat verschillen kent. Ten eerste is er het grote aantal Franse
Gents is een dialect dat opvalt doordat er zo’n scherpe overgang is naar het Oost-Vlaamse dialect aan de rand van de stad, waarmee het Gents behoorlijk wat verschillen kent.
woorden in het Gentse dialect. Dankzij de Franskieljons in Gent bestaat de Superdry-winkel in de Walpoortstraat nog, maar op het einde van negentiende eeuw was naar het schijnt zo’n 10 procent van de bevolking in neufmille Franstalig. Het Gents heeft op die manier een aantal woorden in haar vocabulaire die elders niet gebruikt worden; bijvoorbeeld abat-jour of schemerlamp. Dat laatste is tevens de naam van een gezellig café in het Patershol. Het Frans bleef (en blijft) echter de taal van de bourgeoisie en Gent is eigenlijk een rasechte arbeidersstad. Naast de havenindustrie en de restanten van de textielfabrieken getuigt ook het politieke klimaat van het arbeiderskarakter. Dat vertaalt zich in een zekere rauwheid van het stadsdialect. Als burger in een vurige arbeidersstad ga jij je mening ongezoutener en plastischer uitdrukken en daarnaast zal de paster minder te zeggen hebben dan bij Tante Nancy in Maldegem. Die rauwheid vertaalt zich in het aantal scheldwoorden en platte uitdrukkingen die weergalm(d)en achter de fabrieksschouwen. Andere kenmerken van het plat Gents zijn de langgerekte klinkers, de Franse [R] en het gebrek aan diftongering. Voor ik aan de universiteit begon, was ik mij zelfs niet bewust van tongverglijding bij woorden als duif en mouw (awkward). Gent zou echter Gent niet zijn als het chauvinisme niet hoorbaar was in het dialect. Hierin ligt ook deels de verklaring voor het eilandkarakter van Gent. De stad verzette zich tegen plat-
telandse invloeden en Gentenaren gingen hun taalgebruik aanpassen als ze merkten dat het overgenomen werd door de omliggende gebieden. Dit soort geografische verdeling van een dialect zie je nergens op die manier. Bovendien kent het Gents ook interne verschillen. Ik hoorde Eddy Levis, prezedent van de Gentsche Sosseteit, jaren geleden nog zeggen dat het Gents in het miljoenenkwartier van het Ledebirgs en het Gents in de brugse puurte verschilt. Een laatste nuance is nodig voor we naar de effectieve woordenlijst gaan die jij kan toepassen. Het gaat hierboven steeds om het plat Gents, een dialect dat toch vooral door de oudere bevolking gesproken wordt. Ikzelf neem wel mijn vélo naar de Dampuurte maar het écht Gents spreek ik niet meer. Voor literatuur en andere info over het echte dialect, verwijs ik graag naar de website van de Gentsche sosseteit (www.sosseteit.gent, behoorlijk nineties, maar ach ja) en de schrijfsels van Johan Taeldeman en andere dialectologen. Voor een realistisch sfeerbeeld kan ik iedereen aanraden om tijdens de Gentse Feesten eens middeleeuws te gaan ontbijten in het MIAT. Trappistses en goe voer ten elven ’s ochtens. De belangrijkste kenmerken om te onthouden blijven de verschillen met de omliggende gebieden op vlak van uitspraak. Daarin volgt de randstad van Gent haar moeder wel, maar zodra we buiten Ledeberg, de Brugse Poort en de Muide gaan, merk je toch verschillen in uitspraak (voornamelijk dus bij iedereen van 80+, maar bon).
200 JAAR UGENT
37
ta:lk nd v
Gebruiksoanwijzinge Hieronder staan een aantal woorden die jij als student in Gent eens uit je mouw kan schudden, als je op café de toffe peer wil uithangen. Alsde op u muile krijgt, ek doar niets mee te zien. Ik heb de vrijheid genomen om vooral scheldwoorden te bespreken, deels omdat die zeer talrijk aanwezig zijn en deels omdat ze getuigen van de creativiteit die de Gentenaar aan de dag kan leggen om zijn medemens te koejonere.
Verwensingen De bekendste heeft iets te maken met zeven dagen op het toilet zitten wegens een affichering aan de Dampoort. De andere voorbeelden zijn minstens even vunzig; Legd u een beetsen op uwwe ruggene, tons regent’ in uw gat / Ge keunt mijne zak opbloaze / Ge zij ne goeje kluut, moar ge moest onder nen ezel hange. Lieflijker zijn; Goa een beetse met u trottinette goan rije / Goa u bomma goan ambeteere. Die laatste gebruikt overigens nog steeds het klassieke kust mijn kluute of kust ze in mijn geval. Dat zijn echter uitdrukkingen waarvan je ook in andere dialecten varianten vindt. Veur een echte afroentoase (belediging, vernedering) laat je best je creativiteit de loop met de volgende begrippen. De mannen van Temptation Island zijn bijvoorbeeld allemaal bleutsuufden (blutshoofd, of dommerik) die zich laten doen door de avanses van die antreineuzes (verleidsters). Voor die laatste zijn de woorden sloense of bloare ook van toepassing. Sloense wordt ook liefkozend gebruikt. Al moet ik eerlijk zeggen dat ik in het verleden al veel Gentse scheldwoorden heb gehoord in liefkozend gebruik – ofwel ligt dat aan mijn omgeving. Een écht lieflijk woord voor een vrouwelijk lief is loetse. Scheetseloetsebollekezoetselievekeschatseboterkoekske illustreert dit net iets té volmondig als je het mij vraagt. Blutshoofd is misschien het meest van toepassing op Temptation Island-deelnemer Niels. De andere mannen kan je uitschelden voor dzjoel (nietsnut, lul) of gatluuper. Als je zelf te maken krijgt met iemand die u ambeteert, volstaat het in het Gents meestal om ergens gat- of dwoaze voor te plakken. Werk je liever met affixen, dan
38
DILEMMA IV
e
Culturama
raad ik je aan om bij mannen –kluut te plakken na een eventueel eerste morfeem, en voor de vrouwen is dat -koente. Volgens het Gents Zakwoordenboek wordt noenkel dan weer gebruikt voor lesbische vrouwen, maar pot dient dan weer voor een potstamper (den Buffalo durft oal ne keer spele lijk een bende potstampers) of potschijter. Geen idee wat er mis is met iemand die op de pot gaat zitten; misschien is dit te wijten aan boerse invloeden uit West-Vlaanderen. De scheldwoorden in het Gents zijn dus duidelijk zeer plastisch. De jeugd kan je met iets meer varjoase uitschelden. Een einzgenuutje is een jonge vrouw zonder ervaring; het mannelijke equivalent is nen bokkenboart. Verder ben ik vooral fan van friekandelle voor een ijdele vrouw, wiet(la)woaj voor een halve gare en kluutenschuurder voor een lui iemand.
De mannen van Temptation Island zijn bijvoorbeeld bleutsuufden die zich laten doen door de avances van die antreineuzes. Amuuzeleute Elk dialect heeft zo zijn merkwaardige woorden waar een geschiedenis aan vasthangt die je moeilijk kan achterhalen, of woorden die een zekere aandoenlijke schattigheid uitdrukken. In het geval van het Gents zijn er een aantal waar ik graag de nadruk op wil leggen, omdat ze grappig of speciaal zijn. Het eerste woord is er meteen een met een zekere triestesse in de betekenis. Moeders doorheen heel Gent hanteren mijn engelke als koosnaam voor hun kinderen – klein of groot. Een engelkesmisse geldt alleen voor de kleinste en is een uitvaartplechtigheid voor een gestorven kind. Het woord drukt eigenlijk perfect de sfeer uit van zo’n uitvaart en verwijst mooi naar de onschuld van kinderen. Kinderen zijn echter niet altijd zo onschuldig; ne
geweldegoart is zo’n wildebras en samen met zijn flewijn (schaamteloos meisje) haalt hij zich de haat van oude mensen op de hals. Die oude mensen ontsnappen gelukkig niet aan de dans en het zal je plezier doen dat het Gents ook een woord heeft voor een oude dame die (te) veel op de koffie komt. Delacre-koekjes of niet, die oude kafeeleute had je op zondag liever effectief op café zien gaan, in plaats van bij je tante. Ik wil bij deze graag alle oude wijven bedanken die koekjes op tafel zetten en Suske en Wiske-strips cadeau doen. Je moet alleen hopen dat de koffie te drinken is. Indien niet, zeg dan gerust tegen je tante, oma of buurvrouw het volgende: Mieljaarde wijf, wa veur noonepisse edde gij ier op tafel gezwiert? Slechte koffie werd zelden zo goed beschreven. Een minder goede beschrijving van slechte koffie is joodenzwiet, maar ook dat geldt dus. Als Joods Actueel hier de kriebels van krijgt dan zou ik zeggen dat het pas vreemd zou zijn moesten we die benaming gebruiken voor goede koffie. U ziet dat ik graag de leutegoart uithang. Iedereen is een beetje leutegoart als hij op café gaat. Een zwalpei ben je pas als het te leutig wordt en je dronken naar huist strompelt. Hopelijk heeft dit stuk tekst jou iets bijgeleerd over het Gents. Het is een dialect met veel platte woorden en uitdrukkingen, maar hierin ligt een deel van de charme. Er is iets aandoenlijk aan de oude meetsjes en peetsjes die des zondags op café echt Gènts tege mekoar klappe. In de realiteit komt daar minder gescheld bij, tenzij je hun koffie omstoot. Mieledzjuu zeg. Ik zou graag afsluiten met de opmerking dat dialecten ook volwaardige taalsystemen zijn. Dialecten hebben gewoon een ander bereik en zijn niet aangeraden in alle situaties. Dat laatste geldt overigens ook voor het Algemeen Nederlands. Gebruik dus gerust loezekaabaa voor een BH, of alvegast voor iemand die je irriteert. De Leute.
Voor deze bijdrage werd vooral het Gents Zakwoordenboek van Freek Neirynck gebruikt.
Marcel Fransaert
e
ta:lk nd
Culturama
v
advertentie
200 JAAR UGENT
39
Culturama
Nunc est scribendum
Boterverliefd Is het niet snel tijd om elkaars zielen droog te likken Om zo hevig te bewegen dat er geen lucht meer overblijft en we spoedig zullen stikken Je keel volledig dichtschroeien zodat die zich nooit meer in krachtlabiele macho’s kan verslikken Dan ziedend en woest binnendringen in uitschreeuwende bekken Je geweten van neerhalende gedachtekolken ontvlekken Als een losgeslagen stier je trillende lichaam snikkend en compleet bedekken Tot er niets overblijft dan puur gelukt En je tussen oneindige armen tot een donzen veertje samengedrukt eindelijk omzachting vindt
Martini Zinnenhal
Youness Iken
Eendracht maakt macht Een grijze lucht zwerft onder de zon, een koppel kust en geniet van de grijze lentebries, nee, de wind had enkel gefluisterd wat zou komen. des coups retentissent, ambulances en politie overmeesteren de straten, combien de victimes? huiverend en verward vluchtte het koppel weg; toch zou dit hen niet breken mijlen later komen ze thuis, alle nieuwssites open, alle berichten van hoop, kreten van vergeefse opiniemakers; toch zou dit hen niet weken met aanvankelijk, doch nutteloos verzet zakte de zon onder de stad: avond werd het zoals iedere dag. comfortabel legden ze zich op bed, een laatste zucht. het koppel kuste opnieuw; toch schilderde de nacht opnieuw met Liefdes penseelstreken. – Brussel, 22 maart 2016 –
40
DILEMMA IV
Gedi
Nunc est scribendum
ichten
Culturama
Anne-Cathérine Neirinck
Poging tot
Pennenvriend
Ik wil dat je me kust de vuile woorden van mijn lippen likt mijn bitterheid proeft en het lekker vindt
Ik zou je brieven willen schrijven de pieken en dalen in lopen de zeeën tranen van geluk of dat andere overvaren of zwemmen je willen tonen wat je doet naar me lachen, mopjes maken naar me kijken, proberen begrijpen ik zou je brieven willen schrijven om te tonen wat je met me doet wanneer woorden te veel of te weinig zijn en ik er gewoon ben, en dan jij
Leer me kennen in het donker hoor me praten en luister merk mijn woorden op zie me graag als ik dat even niet doe Kijk in mijn ogen en zie wat ze zeggen lees tussen de regels parafraseer wat je ziet zodat we samen mij kunnen begrijpen. Dan hebben we het toch geprobeerd
Sms-poëziewedstrijd UGent Ter gelegenheid van 200 jaar UGent werd een smspoëziewedstrijd gehouden. De winnende gedichten zijn onlangs uit de bus komen (en ze zijn wel te smaken).
Alle bekroonde gedichten vind je hier: www.ugent.be/nl/actueel/nieuws/winnaars-sms-poeziewedstrijd.htm
OF Download de publicatie hier rechtstreeks via deze QR-code:
200 JAAR UGENT
41
Culturama
Nunc est scribendum
Het verhaal van de tornelli of hoe de toegangspoortjes Bologna’s on- en offline studentenleven in greep houden.
Ireactionaire n de vorige editie schreef ik over het Bolognese studentenbe-
staan; nu krijg je een concrete betoging onder de neus. Eén dag nadat ik ‘de rode stad’ verliet, werden zowel Facebook als ik overspoeld door hallucinante filmpjes waarin bewapende politie slaags raakt met studenten. De bibliotheek werd het toneel van een heuse bezetting en dat in de straat waar ik 24 uur eerder nog m’n vliegtickets afdrukte. De oorzaak van de spanning is de faculteitsbibliotheek van de humane wetenschappen, Zamboni 36 of ‘il trentasei’. Daar waren net voordien toegangspoortjes (‘tornelli’) geplaatst, zodat je alleen met een universiteitskaart binnen kan. Men hoopt hiermee het ‘gespuis’ buiten te houden. In Via Zamboni huizen er naast studenten namelijk ook ‘punkabbestie’. Het scheldwoord, afgeleid van ‘pancabbestie’ (letterlijk ‘bankbeesten’), duidt op de zwervers die drank, drugs en gestolen fietsen verkopen maar vooral, zoals hun naam verklapt, op bankjes zitten met hun verzameling honden. In de winter verkiezen ze de iets warmere openbare ruimte van de bibliotheek. Dit niet zonder de toiletten ondersteboven te zetten, ‘huis’-dieren mee te nemen en het personeel en de studenten te bedreigen. Om hen buiten te houden, bedacht de Universiteit van Bologna een systeem van draaiende toegangspoortjes: de tornelli. Op 9 februari werd een hevig protest georganiseerd door het CUA (Collettivo Universitario Autonomo, of het Autonoom Universitair Collectief): de tornelli werden stukgeslagen on-
42
DILEMMA IV
der leuzes als ‘kennis voor iedereen’ en ‘tegen de privatisering van ons onderwijs’. De dag nadien bleef de bib gesloten en bezetten de studenten il trentasei. Naast Via Zamboni zelf werden ook de sociale netwerken het toneel van discussie. Petities voor en tegen de tornelli, voor en tegen de strategie van het CUA, voor en tegen het repressief optreden van de politie. In de talrijke debatten is iedere andere mening ‘fascistisch’ en wordt onze generatie een ‘verachtelijk kleinburgerlijk conservatisme’ verweten. Anderen lossen het ironisch op: Lord of the Rings, ‘Signore degli Anelli’, werd geparodieerd als ‘Signore dei Tornelli’ en de hashtag #jesuispasolini (een anti-conformistisch en marxistisch artiest) verblijdde het internet. Zo werd ook deze uitspraak met een heleboel likes onthaald op de facebookgroep van de faculteit: “Het schijnt dat Trump zich bedenkt over de muur en tornelli wil plaatsen [aan de Mexicaanse grens]”. De tornelli worden vergeleken met Trumps muur: beide moeten ze ongewenste bezoekers
buitenhouden en beide zijn ze zelf uiterst ongewenst. Deze online chaos, die alleen tot polarisering leidt en geen antwoorden biedt, wordt dan weer verworpen als ‘demonisering van het sociale netwerk’. Oplossingen bieden ze niet, maar de onen offline opstand roepen interessante vragen op. In hoeverre zijn open ruimtes voor iedereen? Zijn deze tornelli geen stap verwijderd van een muur? Hoe beschermen we, in tijden van besparing, het onderwijs van privatisering? En vooral: hoe vermijden we dat deze punkabbestie op straat komen te staan? Op nationaal politiek niveau staan de studenten machteloos. Ze kunnen alleen maar op een – al dan niet destructieve – manier het probleem aankaarten. En dat blijven ze doen. Tot op vandaag blijven de studiezalen van Zamboni 36 gesloten en kan je uitsluitend binnen met een studentenkaart.
© Mediaset TGCOM24
Milena Maenhaut
Nunc est scribendum
Culturama
Het dagboek van een carnavalist D e leukste periode van het jaar is helaas voorbij: Oiljst Carnaval. Velen vinden het een eerder marginale bedoening en – om eerlijk te zijn – dat is het ook. Drie dagen buiten in de kou lopen, pintjes uit blik drinken die na tien minuten al lauw zijn, bestrooid wor-
den met bloem en luchtverfrisser en zwart gespoten worden met haarlak. Na drie dagen ruikt je kostuum al even degoutant als de wc’s op festivals en moet je toch een beetje kokhalzen terwijl je het aantrekt. Wat kan er dan in godsnaam zo leuk zijn aan carnaval? Eerlijk gezegd, ik kan het niet uitleggen. Maar hoe gaan die droi zotte (of beter gezegd zwette) daugen er nu eigenlijk écht aan toe?
Zondag 26 februari
Maandag 27 februari
Dinsdag 28 februari
Rond 13u maak ik mij klaar om te vertrekken naar het pittoreske Oilsjt. Ik sta voor mijn kleerkast en haal er zoveel mogelijk kleren uit die ik over elkaar kan aandoen. Drie leggings, twee thermische truitjes, twee T-shirts en een fleeceken? Check. Een uur later sta ik mijn eerste pintje van de dag te nuttigen op onze keire op het Vredeplein en voel ik mijn marginaal kantje al naar boven komen. Opeens zien we een journalist met een cameraman voorbijwandelen en doen we wat iedereen zou doen: we bieden hem een pintje aan en nodigen hem uit op onze kar. Na een fijne babbel (lees: onverstaanbare dingen in de microfoon geroepen te hebben) vervolgen ze hun tocht en zingen wij weer verder met nummers zoals Wadejoan en ’t Was men Madam. Tegen de avond hangt er al drie kilo bloem in mijn haar en ruik ik naar goedkope parfum uit de Action. De geur van carnaval; how I missed this. De rest van mijn avond/ nacht bestaat nog uit drie activiteiten: drinken, zingen en bloem gooien. Rond zes uur ’s morgens zit de eerste dag erop en is het tijd om mijn roes uit te gaan slapen. Bij mijn thuiskomst word ik hartelijk ontvangen: “Amai gij stinkt.” Thanks mom.
Bij het opstaan word ik al even hartelijk ontvangen als bij mijn thuiskomst: “Amai gij ziet er slecht uit.” Again, thanks mom. Het is twee uur in de namiddag; nog vijf uur tijd om uit te kateren dus. Na enkele uren in mijn zetel vertoefd te hebben, is het tijd om de duizend lagen kleren weer aan te trekken. Tegen 20u ’s avonds sta ik terug op mijn vaste plaats tijdens carnaval: met een pintje in de hand op onze kar op het Vredeplein. It’s good to be home. De avond verloopt net zoals de vorige: pintjes, bloem, zingen, repeat. Ineens is het zeven uur ’s morgens en is het Vredeplein zo goed als leeg. Ik blijf over met een vriendin die, zoals wij het zeggen, grat van ’t padje is. Ik schakel een hulplijn in: taxi mama. Na een doldwaze autorit – zelf zwijgen en ervoor zorgen dat mijn zatte vriendin in de spotlight staat – kan ik in mijn bed kruipen, met het idee dat ik twaalf uur later alweer paraat zal staan.
Het is halftwee en ik doe mijn eerste poging om op te staan. Ik besluit dat ik er mentaal en fysiek nog niet klaar voor ben en blijf nog een uurtje liggen. Bij het opstaan zie ik datgene wat een carnavalist het minst graag ziet in deze periode: regen. En nog erger: mama heeft het ook gespot. Als ik haar vertel dat ik toch ga vertrekken naar carnaval is haar reactie – zoals altijd – de volgende: “Gij zijt zot zeker? Da’s goed om ou plaugen op te doen!” Hoewel dit een ijzersterk argument is, moet ik mama (alweer) teleurstellen en trek ik mijn kostuum voor de derde en laatste keer weer aan. Het is vastelauved, de laatste dag van Carnaval en tevens ook de popverbranding. Tijdens dit ritueel vloeien vele tranen (niet de mijne) en vele pinten (wel de mijne). Naast ons staat iemand met een vislijn met daaraan een vis van vermoedelijk drie dagen oud. Na enkele keren geraakt te worden door dit stinkend voorwerp besluiten we om ons te verplaatsen naar de pompiers: omgebouwde brandweerwagens die de hele avond muziek spelen. We worden er bekogeld met enkele kilo’s glitters, gele verf, bloem en luchtverfrisser. Rond vier uur besluit ik dat het tijd is om naar huis te gaan en carnaval hier af te sluiten.
Intussen zijn we weer twee weken verder en is de naam van onze Facebookgroep al veranderd van ‘Carnaval 2017’ naar ‘Carnaval 2018’. Het aftellen kan weer beginnen.
Joyce Goossens
200 JAAR UGENT
43
Culturama
Bühne
2 Filo-schachten wagen samen een kunstig gokje
O p 4 maart wendden 2 schachten van Filologica, waaronder ondergetekende,
zich tot de Noorderdokken in Gent om deel te nemen aan de voorronde van de Kunstbende. Dat is een wedstrijd waar jongeren van 13 tot 19 jaar zich het beste van zichzelf kunnen geven in meerdere categorieën (van muziek tot mode), zijdelings eer en roem kunnen opstrijken, maar vooral de kans krijgen om zich te ontplooien en een duwtje in de rug krijgen om de kunstenaarswereld in te duiken. We waren beiden ingeschreven in de categorie TXT en spendeerden de namiddag vooral met het aanhoren van de andere teksten en performances. De meeste daarvan trokken onze aandacht en sommigen waren zelfs bijna-afgewerkte pareltjes. Een kleine minderheid was… tja, je kent kids. De slotact was van Creatif Mindz, een jonge rockgroep met Gent als uitvalsbasis. Ze hebben de rockallures én het rocktalent. Daar gaan we nog van horen. Dan was het tijd voor de prijsuitreiking. Met 8 concurrenten in de categorie TXT
en 3 podiumplaatsen hadden we ergens vertrouwen in een gunst van de jury. (Dat een jurylid ons juist voor de uitreiking speciaal aansprak, was een zeer klein voorteken). En inderdaad, het tweede jurylid gaf ondergetekende een eervolle vermelding en… warempel! “De eerste plaats is voor een tekst waarbij ik echt van mijn sokken werd geblazen.” Mijn Filo-collega kreeg zomaar eventjes de 1ste plaats en meteen een plek in de finale! Zeer bescheiden stapte hij het podium op en af, zoals een nederige filoloog het betaamt. “We zien elkaar op het galabal van Filologica!”, begroetten we elkaar. (#shamelesspromo) Helaas ga ik nu op Kunstbendepensioen (want volgend jaar ouder dan 19) en helaas zijn de meeste lezers onder jullie die leeftijd ook al gepasseerd. Toch beveel ik degenen die volgend jaar nog kunnen meedoen de Kunstbende hard aan, want het is een prachtig concept met veel opportuniteiten. En of je nu al een oude rot bent of niet: Filologica represent op de finale!
Anonieme schacht
Wanneer: Zondag 14 mei 2017 Waar: DE Studio & Arenbergschouwburg, Antwerpen
44
DILEMMA IV
Heb jijRECENSIE ook een vlotte pen? Filologicatoneel Dadendrang Vervoeg dan ons redactieteam!
M arius: 1800 jaar geleden, in het hedendaagse Syrië werd Elagabalus, de 25
Ruim een eeuw later werd er in de Arabische wereld een naam bedacht voor zijn ‘type’ persoon: mukhannathun. Een man die zich niet identificeerde met zijn biologisch gender. In tegenstelling tot de intuïtieve aanname werden de mensen weldegelijk geaccepteerd – wel, het is te zeggen, dat werd geaccepteerd zolang ze gecastreerd waren.
seksuele bewustwording ontstaat, wordt homoseksualiteit en alle geaffilieerde daaraan illegaal verklaard. Natuurlijk, verboden fruit smaakt het zoetst en de eerste substantiële academische onderzoeken vonden plaats. Wetenschappers zoals Krafft-Ebbing en Hirschfield legden het grondwerk voor de seksuele ontwaking die gedurende de volgende 150 jaar zou plaatsvinden door de erkenning en onderscheiding van verschillende seksuele identiteiten. In die 150 jaar is er veel gebeurd – zo veel dat er bij benadering 16.89 Dilemma’s nodig zouden zijn om dat alles grondig uit te spitten, maar jammer genoeg zijn er ook onderdelen die niet veranderd zijn. Zo is het beeld van transgenders vaak nog steeds dat van iemand uit een disfunctioneel gezin met extravagante en sociaal onaanvaardbare gedragingen. De correcte onderscheiding van verschillende seksuele identiteiten is nog altijd geen algemeen aanvaarde kennis en sterilisatie is nog steeds verplicht voor elke transgender. Hoog tijd dus om dat allemaal even uit te diepen. Daar we zelf geen ervaringsdeskundigen zijn hebben we de hulp ingeroepen van Marius, die 23 jaar geleden werd geboren als vrouw en nu - na een lang proces - een mooie en toch wel iets jonger uitziende man is. Naast het academische aspect werpt hij een persoonlijke blik op de wereld van transseksualiteit en transgender. .
Spoel nu door naar medio 19de eeuw. Ongeveer op hetzelfde moment dat er een
satie’ van transgenders. Het taboe rond
ste
keizer van het Romeinse Rijk, op 18-jarige leeftijd door de Praetoriaanse Garde de handen afgehakt en door de stad gesleept. Dat was onder leiding van Julia Maesa, zijn grootmoeder. Ze had Elagabalus aan de hand van enkele subtiele leugens aan de macht geholpen om zo zelf vanuit de schaduw het Rijk te kunnen leiden. Waar ze geen rekening mee had gehouden was dat Elagabalus niet de gemiddelde tiener was. Hij verdeelde zijn tijd tussen het vereren van de zonnegod naar wie hij was vernoemd en het bezoeken van bordelen, verkleed als vrouw. Hij organiseerde decadente bacchanalen waar de zalen gevuld werden met rozenblaadjes, onderhield twee minnaars tijdens zijn drie huwelijken en beloofde naar verluidt het halve Rijk aan diegene die hem het vrouwelijke geslacht kon aanmeten. Denk Game of Thrones, maar dan decadenter.
dit thema moet gespiesd, gevild ende gevierendeeld worden. So, don’t be shy.”
We zijn steeds op zoek naar
getalenteerde schrijvers en journalisten in spe.
Mein Camp.
VERDICT
Je kan ons bereiken op dilemma@filologica.be of Op het niveau van studentenvoorstellingen is dit absoluut een geslaagde en volle voorstelling.16-17’. 4 sterren van de Yeun! in de Facebookgroep ‘Redactie Dilemma A rose by any other name …
Hopelijk tot snel!
200 JAAR UGENT
45
advertentie
46
DILEMMA IV
advertentie
200 JAAR UGENT
47
SPEAKER'S CORNER
48
Column
Speaker’s corner
Laethemsche school Kapitteldreef 45 05 maart 2017 door Serafina Van Geertruyen
Het deemstere gebladerte van de Reinaertdreef uitwandelend,
kom ik uit op een plek die ik goed ken. Beter dan de rest van Latem, alleszins. Eindelijk kan ik de winter achter me laten. Ik sla rechtsaf en open de poort naar het domein Gevaert-Minne. Tot mijn grote verbazing word ik voor het eerst in jaren begroet door schapen op de weide voor het huis. Nu ja, begroet. Aanvankelijk word ik nogal argwanend bekeken, met mijn starende blik en mijn nieuwsgierige handen die voorzichtig de schrikdraad proberen te ontwijken. Wanneer ze definitief besluiten dat ik toch niet helemaal te vertrouwen ben, kijk ik naar het huis. Toen ik mijn route voor deze column uitstippelde, besefte ik dat ik er nog nooit binnen was geweest. Maandenlang koesterde ik de steeds dichter naderende dag waarop ik over de drempel van het museum zou stappen, dat Edgar Gevaert en zijn vrouw Marie Minne thuis noemden. Ondertussen zijn twee wandelaars ook door de poort het domein opgewandeld. Zo goed als ik kan, probeer ik te doen alsof ik niet net met twee schapen aan het praten was over het weer, en ik wandel naar de voordeur van het museum. Ik staar naar het bord aan de ingang en lees het een viertal keer heel grondig door tot de wandelaars eindelijk weg zijn. Wanneer ik de deur open, begroet de man in het kantoortje me. “Moet ik m’n rugzak niet afgeven ofzo?” “Nee hoor. ‘k Zie dat het maar een kleintje is. Maar niets meepakken, zulle!” Ik zou niet durven. Ik zou zelfs niet kunnen als ik wel zou durven. De schilderijen in het museum zijn over het algemeen van aanzienlijke grootte en de beelden die er staan, zijn vast loodzwaar. Het interieur is gemoedelijk. Als er niet overal bordjes met uitleg hadden gehangen, en misschien net wat meer meubelen in de plaats, had ik er zo kunnen intrekken. Waarom weet ik niet, maar nog nooit in mijn leven had ik durven denken dat ik Latemse kunst zo zou appreciëren. De schilderijen vertellen een verhaal over Latem dat ik, noch mijn ouders, noch mijn grootouders gekend hebben. Ik zie een wereld door de ogen van Valerius De Sa-
deleer, Gustave van de Woestijne, en Frits Van den Berghe. Plots vangt iets in het atelier van Gevaert mijn blik. De gipsen Karel van de Woestijne, wiens bronzen tweeling in september al mijn verhaal inleidde. Ik zoek hoopvol naar een metafoor, maar kan enkel concluderen dat dit semester fragieler en kwetsbaarder zal worden. Misschien heb ik net datgene nodig dat ik niet wil. Verder in het atelier verlies ik mezelf in een landschap dat lijkt alsof ik erin zou kunnen reiken met mijn hand om de boeren van het land te plukken. Hoe lang ik er bleef staan, weet ik nog altijd niet. In wat vroeger de eetkamer geweest moet zijn, liggen artikels, brieven en edities van Parlement, het tijdschrift dat Edgar met een aantal van zijn kinderen uitgaf. Wanneer ik het fotoboek induik, leer ik dat Gevaert na zijn – korte – legerdienst pacifist werd. Hij verdiepte zich in gezonde voeding en na zijn dood huisde in het huidige museum een commune. Mannen met volle baarden en lange haren spelen er muziek naast vrouwen met loshangende haren die – onder toeziend oog van mater familias Marie Minne – aardappelen schillen. Hoe heb ik zo blind kunnen zijn? Jarenlang kende ik mijn eigen dorp – nu ja, soort van – enkel uit de (voor)oordelen van de buitenwereld. Hyperconservatieve, rijke oude mensen die op N-VA stemmen en niet houden van buitenstaanders. Mensen die roddelen over degenen die het financieel slechter hebben dan zijzelf in plaats van hen de hand te reiken. De werken van Georges Minne vervagen in een afterthought na het – toegegeven, vrij late – besef dat mijn dorp echt meer is dan “de hoogste levensverwachting” en “het hoogste inkomen”. In de kunstenaars van de Latemse scholen en hun opvolgers vind ik dingen waarvan ik in mijn arrogantie – wél typisch Latems – dacht dat ik de enige was die ze zag. Passie, maar ook rust en boven alles een onmetelijke bewondering voor alles om me heen. Een kwartier voor sluitingstijd neem ik afscheid van de man in het kantoortje en sluit Gevaert en Minnes voordeur achter me.
Alles komt goed.
200 JAAR UGENT
49
Speaker’s corner
Opinie
Vrouwendag De achtste van de derde maand van
het lopende jaar, ongeveer ergens omstreeks 22u03 op perron 5 van Gent-SintPieters. Mijn gsm trilt vijf keer kort na elkaar. Voorlopig nog steeds status quo, leid ik af uit vijf gelijkaardige berichten van verschillende afzenders. Met een licht verhoogde hartslag en een flinke dosis hoop haast ik me naar de ondergrondse fietsenstalling. Binnen de tien minuten kan ik aan de Coupure zijn. Dan kan ik nog een twintigtal minuten kijken. Als ik aan die ellendige rode lichten aan de Bijloke sta, trilt mijn gsm weer. Ik kijk niet, want als het licht op groen zou springen terwijl ik mijn berichten lees, dan verlies ik kostbare tijd. Uiteraard hoop ik wel op goed nieuws. Vijf minuten later zet ik mijn stalen ros op stal. In alle opwinding vergeet ik mijn berichten te lezen. Ik haast me naar de zetel en de tv. Wat later brengt Neymar de bal nog een laatste keer voor doel, krampachtig maar met veel gevoel. Sergi Roberto, ploegmaat van Neymar en rechtsachter van Barcelona, rekt elke vezel in zijn lichaam uit om bij voorzet te komen. Met succes. Het staat 6-1 en Barcelona is gekwalificeerd voor de kwartfinale van de Champions League. Die woensdag, 8 maart 2017, zal bijgevolg altijd de dag zijn van ‘la remontada’, van de ongeloof-
50
DILEMMA IV
lijke wederopstanding. Die woensdag, 8 maart 2017, zal altijd de dag zijn waarop FC Barcelona de wereld met verstomming sloeg, alle wetten van de logica balorig naast zich neerlegde en het onmogelijke waar maakte. Die woensdag, 8 maart 2017, was het ook Internationale Vrouwendag. Om dat te vieren stond Peter Van de Veire tijdens zijn grote ochtendshow de microfoon af aan Eva Daeleman en haar twee zussen. En dat de hele grote ochtend lang. Samen kwamen ze de gelijkheid tussen man en vrouw in de kijker zetten. Een mooi gebaar, want vrouwen en mannen moeten echt gelijk zijn aan elkaar. Onthoud dat. Donderdag nam Peter de ochtend weer zelf voor zijn rekening. Vrijdag ook. Niet meer dan logisch, want die twee dagen was het geen Internationale Vrouwendag meer. Diezelfde dag las ik op Knack.be een aankondiging die Trends twee dagen eerder had gedaan. In het artikel werden de Trends Bussiness Women Awards gepromoot, een volledige avond in het teken van de zakenvrouw. Het doel is, en ik citeer, “vrouwen in de economische pers in de kijker zetten”, want “op Vrouwendag merken we dat vrouwen in de zakenwereld nog te vaak in de schaduw staan”. Hier zie
je dus meteen het nut van een vrouwendag naar boven komen, want het is blijkbaar op zo’n dag dat we merken dat vrouwen soms nog achtergesteld worden. En uiteraard is het ook een grote stap vooruit om, met het oog op gendergelijkheid, een avond te organiseren in het teken van de vrouw, en van de vrouw alleen. Wees gerust, cynischer word ik vandaag niet. In de late namiddag keek ik, tijdens de treinrit naar de voetbaltraining, mee op de iPhone van het bruinharige meisje voor mij, bij gebrek aan nuttigere tijdsbesteding. Haar geswipe hield op bij een Instagramfoto van een kussend en betogend koppel: #equalityforusall. Ik vermoed dat het om een bevriend koppel van het meisje ging, want ze reageerde met ‘go 4 it’ en een obligate overdaad aan emoticons. Ze was zichtbaar trots. Ik ook. Op de vriendin van het meisje, omdat ze haar vriend meenam naar een betoging over vrouwenrechten. En op de jongen, omdat hij meeging naar die betoging. Want anders dan wat MNM en Trends deden, maakten zij van de Vrouwendag geen dag vóór en ván vrouwen, maar óver vrouwen, en mét mannen. Meer voorzetsels ken ik niet.
Ilias Vierendeels
advertentie
200 JAAR UGENT
51
ONTDEK OP DE
SCHRIJFDAG
Heb je schrijfplannen? Wil je jouw schrijftalent aanscherpen? Of wil je tips krijgen van ervaren auteurs? Van harte welkom op de tiende Schrijfdag 25 maart 2017, Felix Pakhuis, Antwerpen PROGRAMMA • Bekende auteurs aan het woord: Kristien Hemmerechts, Jeroen Olyslaegers, Gerda Dendooven • Schrijfworkshops met Jean-Paul Mulders, Loesje, David Troch • Infosessies over auteursrecht, debuteren en literaire games • Feedback op jouw tekst of manuscript • Onthulling: De zin van je leven Koop je tickets op schrijfdag.be De plaatsen zijn beperkt.
De literaire hoogdag voor en door schrijvers. Zaterdag 25 maart in het Felix Pakhuis, Antwerpen.
advertentie
52
DILEMMA IV
Een initiatief van Creatief Schrijven vzw i.s.m. Provincie Antwerpen, Stad Antwerpen
Extra muros
Speaker’s corner
Universiteit in de steigers door Ruben Janssens
mijn laatste jaar middelbaar en dus start de lange tocht naar een studiekeuze. Ik besluit enkele open lessen te volgen en spoor voor de eerste keer naar Gent, op een druilerige en vooral veel te vroege ochtend. Eenmaal aangekomen, ga ik op zoek naar mijn les. Onderweg passeer ik het Sint-Pietersplein, wat me eigenlijk een verbazingwekkend groot en leeg plein leek, en zie ik de Boekentoren. Daar was ik eigenlijk wel benieuwd naar: hét symbool van de universiteit en ook een beetje van de stad. Het staat echter in de steigers. Niet veel Boekentoren te zien. Vervolgens zoek ik mijn weg naar het Plateau-Roziergebouw. Monumentaal en gitzwart van de luchtvervuiling uit de voorbije eeuwen torent het bovenop de Blandijnberg. Ik stap binnen en probeer ongemakkelijk tussen de studentenmassa auditorium A te vinden. De les gaat over functies, afgeleiden en integralen. Met een verdwaasde blik en stomgeslagen geest sta ik op het einde recht en kijk ik eens naar de eerstejaars naast me. “Maak je geen zorgen. Wij snappen er ook niks van,” stelt ze me halfslachtig gerust. Zo begon mijn avontuur aan de UGent. In de jaren die volgden, werden de Plateau en de Brug mijn tweede thuis en leerde ik onze universiteit en haar mensen kennen. Als Antwerpenaar was vooral de enorme taaldiversiteit – of misschien het gebrek daaraan – een ware revelatie: ik had echt nog nooit zoveel West-Vlaams gehoord. Gelukkig gaat dat ondertussen wat beter. Ik heb mensen ontmoet die ik dacht nooit te zullen ontmoeten: zowel mensen met erg gelijkaardige interesses als mensen die
© Fotoc.be
Herfstvakantie, 2014. Het begin van
compleet andere dingen doen dan ik. Dat is een van de enorm interessante aspecten van het leven aan een universiteit. Mensen komen van overal en ontmoeten mekaar om van elkaar te leren. Dit gebeurt hier in Gent ondertussen al 200 jaar, en daar zijn we – meer dan terecht – ongelofelijk trots op. Als studentenvertegenwoordiger kon ik dit jaar ook een blik achter de schermen van onze universiteit werpen. Niet alleen kijken, maar ook mee beslissen: je merkt wel degelijk dat er naar studenten geluisterd wordt. Om het samenwerken van al die mensen min of meer in goede banen te leiden, zit er een hele organisatie achter. Daarin zitten mensen die enorm veel respect verdienen, maar je ontdekt er ook machtsspelletjes, uitdagingen en problemen, zoals de onderfinanciering van het onderwijs, die stilaan schrijnend wordt.
Net als de Boekentoren staat ook onze samenleving vandaag in de steigers. Niemand weet waar we terecht gaan komen en er hangt angst en onzekerheid in de lucht. Onze universiteit staat hier echter al 200 jaar. Doorheen die jaren heeft ze vele gezichten gehad: van instituut voor de (blanke, mannelijke) elite tot democratische instelling waar veel jongeren zich klaarmaken voor de volwassenheid en waar ook een beetje onderzoek wordt gedaan. Die overgangen verliepen niet altijd even vlot, en de revolutie werd vaak – al dan niet succesvol – uitgeroepen aan de trappen van de Blandijn. Ook vandaag staan er dus veranderingen op til en ook vandaag mag de universiteit daaraan deelnemen en de samenleving hierin proberen te gidsen. Ze moet echter ook naar zichzelf kijken: hoe moeten wij mee veranderen? Onze wereld wordt steeds sneller, globaler en diverser. Dat zijn slechts enkele van de uitdagingen waar we vandaag over na moeten denken. Toch heb ik er vertrouwen in dat we dit kunnen. Het is mij ten slotte ook gelukt om die ene les in auditorium A een jaar later opnieuw te volgen en toch een klein beetje meer te begrijpen. Laat ons feesten met deze 200-jarige verjaardag en vooruit kijken naar nog eens 200 jaar!
200 JAAR UGENT
53
Extra
Tabloid
EXTRA
54
DILEMMA IV
Tabloid
Extra
Horoscoop a Ram a
b Stier b
Goh, wat kunnen we zeggen? De lente maakt je misselijk vanbinnen, en elke zonnestraal doet je weer denken aan die ene persoon. We willen je graag opbeuren, maar we moeten het zeggen zoals het is: dit semester gaat het niet maken voor je, liefste Ram.
Het leven is geen kremkeire, zegt men weleens, maar daar heb jij geen last van, beste X! Jouw toekomst brengt heel wat ijsjes – en andere plakkerige witte lekkernijen – met zich mee. Als vanille niet zo je ding is, heb je dubbel geluk!
De kelder lijkt met momenten je tweede thuis. Laat dat echter geen metafoor voor je leven worden: Er is een bovengrondse wereld die jouw aandacht vereist, dus neem de trap omhoog, en ga het leven proeven!
De bloemetjes en de bijtjes zijn er weer als de kippen bij om de lente op pad te helpen, dus waar wacht je nog op, X? Het leven is geen spel van afwachten. Neem zelf initiatief om te krijgen wie/wat je wil in het leven.
Trash dove voor dit semester:
Trash dove voor dit semester:
c Tweeling c
d Kreeft d
Je zit te veel met je hoofd in het verleden, X. Je ziel heeft geen nood aan een zoveelste High School Musical-marathon, of een uitgebreid onderzoek naar filmpjes van de Ketnetkroket. Denk aan je toekomst, leef in het heden.
Je ziet er fantastisch uit, X! Een mooie toekomst lacht je toe en dat zal de wereld geweten hebben. Je smeedt nieuwe vriendschapsbanden en al je schoolwerk raakt zowaar op tijd afgewerkt!
Die ene persoon waarvan je tot een stuk in de nacht niet kan slapen? Geef het toch op, X. Je weet dat het op dit moment gewoonweg niet mogelijk is om samen te zijn. Stop met romcoms te bingewatchen op Netflix en ga eens een wandeling maken (maar niet ’s nachts).
Neen, urenlang zitten muilen op de Trabla is niet classy! Zelfs niet als het al 5 uur ’s morgens is. Waar is je waardigheid? Op deze manier bouw je geen stabiele relatie op, X. Maar goed, het blijft natuurlijk best opwindend, dus ga gerust verder (gewoon niet op de Trabla).
Trash dove voor dit semester:
Trash dove voor dit semester:
e Leeuw e
f Maagd f
Diep vanbinnen besef je dat horoscopen pure zever zijn, maar toch check je de jouwe nu in Dilemma. Lichtjes hypocriet, X. Denk niet al te veel aan de toekomst en leef in het heden, want die paper/taak die binnenkort af moet, schrijft zichzelf niet!
Loop toch niet steeds met je hoofd in de wolken, X. Het is niet omdat je aan de unief studeert, dat de rest van de wereld jou moet dienen! (Of misschien een klein beetje dan.) Toon respect aan je medemens en je zal beloond worden.
Hoewel je normaal gesproken niet zo happig bent op alle romantische elementen die met de lente gepaard gaan, is er toch iemand die je het hoofd op hol zal brengen, X. We raden je aan om vanaf nu de ingang in de Plateaustraat te nemen wanneer je les hebt in de Rozier.
Dat lieve snoetje uit de les ziet jou stiekem ook wel zitten. Neem gerust een risico en ga er eens naast zitten! Let wel op: er is een reële kans dat deze persoon een duister verleden heeft. Ga daarom niet te snel ergens alleen naartoe.
Trash dove voor dit semester:
Trash dove voor dit semester:
200 JAAR UGENT
55
Extra
Tabloid g Weegschaal g
h Schorpioen h
Je hebt de laatste tijd al heel wat discussies gehad met mensen over wat je nu precies studeert. Aanvaard dat niemand je ooit zal begrijpen en leer leven met de stupiditeit van de massa. De tijd van de “me, an intellectual”-memes is voorbij, lieve X.
Het gaat je al een tijdlang voor de wind, beste X. We zijn dan ook enorm blij voor je, maar hou er rekening mee dat er na zonneschijn ook altijd terug regen komt. Wees zeker voorbereid op lentebuien als je buitenkomt, en neem een paraplu mee.
Al die vlinders in je tuin maakten je gek, dus verorberde je ze maar gewoon? Zever, gezever, X. Geef jezelf maar gewoon over aan die – hopelijk figuurlijke – vlinders in je buik en vraag die ene persoon die je altijd in de Japanse Tuin ziet chillen mee op date!
Het kan echt niet zo verder, X. Die crush op je prof gaat nooit iets worden, hoeveel (on)subtiele hints je ook geeft. Kijk liever naar die ene praktijkassistent die zulke fantastische ogen heeft. Die ziet je wel zitten (no pun intended).
Trash dove voor dit semester:
Trash dove voor dit semester:
i Boogschutter i
j Steenbok j
Het zijn duistere tijden voor jou geweest. Vooral X’en die op Erasmus geweest zijn, moeten oppassen dat het verleden hen niet inhaalt. Zorg ervoor dat het leven je niet overvalt en neem je lot in eigen handen. You are a strong, independent woman who don’t need no man. Er zijn een aantal zaken gebeurd die je niet had verwacht, met mensen waarvan je het nooit had gedacht. Probeer jezelf bijeen te rapen en neem afstand zodat je alles kan overzien. Sluit je zeker niet af van alle vrienden om je heen, want je hebt ze nodig.
Ah, de lente. Het seizoen waarin de vogels hun nest maken. Helaas ben jij de rotkat die de boom in klimt en het nest van de tak duwt. Karma is a bitch, X. Zo’n gedrag tolereert je (toekomstige) partner vast en zeker niet. Gerapporteerd!
Trash dove voor dit semester:
Trash dove voor dit semester:
k Waterman k
l Vissen l
Jezus Christus, wat ziet jouw leven er vreselijk uit op dit moment. Gelukkig komt er binnenkort iemand nieuw op je pad die je hele wereld door elkaar zal schudden. Volg gewoon de flow van het moment, en maak je geen zorgen! (Of net wel?) Skip dit semester zeker niet te veel lessen, X, want je komt er waarschijnlijk de liefde van je leven tegen! Let zeker goed op mensen met felgekleurd haar, want hun lenteachtige flair is net wat je nodig hebt op dit moment. Trash dove voor dit semester:
56
De lentezon laat alles nieuw aanvoelen voor je: dit semester gaat alles goedkomen, denk je dan. Toch moet je oppassen, beste X. April nadert met rasse schreden, en kan verregaande gevolgen hebben voor je carrière.
DILEMMA IV
Er liggen heel wat hindernissen op je weg, maar laat je daardoor niet ontmoedigen! Er is altijd hoop op een betere toekomst, en wie weet: misschien is parkour wel je ding! You won’t know until you’ve tried it. Je leven is op dit moment enorm vreemde sprongen aan het maken, maar laat je het hoofd niet op hol brengen, X! Wer die Wahl hat, hat die Quahl, maar je zal toch keuzes moeten maken als je wil dat je liefdesleven op z’n pootjes terechtkomt. Trash dove voor dit semester:
Puzzelen
Extra
Zoek de 200-190 verschillen
200 JAAR UGENT
57
Extra
Satire
NIEuwe beleidsregels ugent Een greep uit de 200 nieuwe UGent-beleidsregels die per 24/03/2017 worden opgelegd en zichtbaar zijn op de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte:
Artikel 1
Roken toegestaan op alle faculteiten.
Artikel 1.1
Artikel 1 geldt niet voor de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte.
Artikel 1.1.1
Algemeen rookverbod trabla.
Artikel 1.1.2
Gedoogbeleid Japanse tuin wordt momenteel uitgewerkt in UGent-visie 2020.
Artikel 33
In het kader van milieuvriendelijke maatregelen wordt de verwarming van de gebouwen verminderd met 15% en stijgt het budget voor watervoorziening met 5%.
Artikel 33.2
Artikel 33 geldt niet voor Campus Boekentoren waar de verwarming roekeloos zal blijven draaien en kapotte waterleidingen worden behouden.
58
DILEMMA IV
Satire
Extra
Artikel 54
Vegetarische broodjes zijn enkel te verkrijgen tussen 13:00 en 13:02.
Artikel 66
Bij gebrek aan “200 jaar UGent�-lied wordt bij aanvatting elke les de Vlaamse Leeuw gezongen.
Artikel 66.2
(Buitenlandse) studenten die het Nederlands in dit lied niet machtig zijn, worden geschorst.
Artikel 66.6
Artikel 66 heeft uitdrukkelijk niets te maken met het getal 666.
Artikel 172.1.5
Indienstneming Marc Janssens aka Ruimteman bij de afdeling Internationalisering op de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte.
Artikel 172.1.5.1
Erasmusreizen naar de Maan zijn voortaan mogelijk. De bestemming Mars wordt momenteel uitgewerkt in UGent-visie 2020.
Artikel 200
De dab wordt 1 jaar de formele begroetingswijze tussen studenten, professoren en alle andere personeelsleden.
Laten we hopen dat ze de volgende keer wat radicaler zijn. Deze maatregelen zijn Toch veel te flauw...
Een extreemrechtse, niet-rokende, vleesetende dab-blandino
200 JAAR UGENT
59
FILOLOGICA Dankt haar ereleden Prosenioren Freek Braeckman 98-99 (Germania) Katrijn D’Herdt 02-03 (Germania) Koen Goossens 02-03 (Romania) Elisabeth Ghysels 03-04 (Romania) Bart Peeters 03-04 (Germania) Anne Bosman 04-05 Jeroen Meuleman 05-06 Benoît Lagae 06-07 Robin Van Cleemput 07-08 Aäron Maes 08-09 Tom Van Steendam 09-10 Stephanie Lannoo 10-11 Edouard De Prez 11-12 Maxim Mommerency 12-13 Madelon Bakx 13-14 Joachim Schol 14-15 Jan Bogaert 15-16
Steunende leden Saar Emmanueel Rosanne Moreels Relinde Van Vlaenderen
Bevriende kringen Babylon KHK KK KMF Lingua OAK Slavia Veto VGK
Ereleden Charlotte Binnemans Lana Crois Elodie Deceuninck Guinevere De Raymaeker Lisa Deelen Jelle De Groote Jan Willem De Jode Lynn Dessomviele Elke Dirkx David Ginsberg Thijs Goethals Saar Himpe Sander Laridon
Astrid Leuridan Tim Piens Lucas Rabaey Annelien Siau Arnaud Thaler Ben Van Eck Tom Vandevelde Matthias Van de Velde Arno Van Vlierberghe Karel Van Ooteghem Laurien Vereecken Timo Verhulst Michiel Verplancke
Academisch personeel Lars Bernaerts Benjamin Biebuyck Marc Boone Gert Buelens Timothy Colleman Kristoffel Demoen Renata Enghels Anne-Sophie Ghyselen Ilse Logie Gunther Martens Ward Peeters Mara Santi Yves T’Sjoen Anne-Laure Van Bruaene Jacques Van Keymeulen Wim Verbaal
Peter Jelle De Groote
© Boekentoren Bouwblog
61
© Boekentor
ren Bouwblog
Galabal der
Filologen
31 maart | 22u Carelshof
Double Trouble
FOCVS
Pendelbus vanaf 21:45 @Blandijn
VVK: €12 (lid) / €15 (niet-lid) ADK: €15 (lid) / €18 (niet-lid)
Bunch- en Bickyburgers door de enige echte
Buzzy