Dilemma III - Jaargang 2013-2014

Page 1

BLAD VOOR EN DOOR STUDENTEN TAAL- EN LETTERKUNDE - GENT - DECEMBER 2013 - EDITIE 3

De Comedyeditie De teddybeer in Jeroom Wie zijn de tien gekste komieken?

DILEMMA-EDITIE 3 -JAARGANG 10 -V.U. JAN BOGAERT EN MARCEL FRANSAERT, BLANDIJNBERG 2, 9000 GENT


Gezocht: echte helden die willen vliegen! Geef twee keer bloed en maak kans op je droomreis.

www.kbc.be/vliegendehelden


De preses maakt een mop Dag lezers van het beste tijdschrift aller tijden,

“Ja, maar, anders gooi ik je de kast uit.” De man koopt opnieuw de voetbalschoenen. Je kunt het vast al raden: de volgende dag gebeurt weer hetzelfde. “’t Is hier donker hé.” - “Ja, ’t is hier donker.” “Weet je, ik heb nog een mooie voetbal liggen, voor 500 euro mag je hem hebben.” - “Maar 500 euro, dat vind ik wel een beetje veel.” “Ja, maar, anders gooi ik je de kast uit.”

Hebben jullie dat ook soms, dat je geen inspiratie hebt? Maar echt, totaal geen inspiratie? Wel, beste lezers, zo begin ik ook aan deze ‘preses spreekt’. Met echt geen inspiratie. Ik kan jullie natuurlijk vertellen wat ik vanochtend gegeten heb, hoe goed ik geslapen heb, waarover ik heb gedroomd… Maar ik neem aan dat dit alles jullie helemaal niet zo interessant lijkt. (voor degenen die het toch willen weten: het was yoghurt met muesli, goed tot heel goed, en ik heb geen idee meer over wat ik gedroomd heb). Er is nog zo’n typisch aspect van het sociale leven, waar ik ook nooit inspiratie voor heb en waar ik bijgevolg echt in suck. Ik ben echt ongelofelijk slecht in moppen vertellen. En met ongelofelijk slecht bedoel ik, dat ik maar welgeteld één mop ken. En ik vind die zelf zo grappig dat niemand anders ooit lacht als ik hem vertel. Misschien kan ik jullie wel aan het lachen brengen als ik hem neerschrijf? Ja, zouden jullie dat willen? Zeker? (Ik sta niet in voor de gevolgen van te harde buikkrampen na een lachsalvo. By the way, degenen aan wie ik de mop al verteld heb, moeten hem maar even overslaan) Hier komt de mop: (Ja, het is zo’n mop. Maar volgens Artikel 61 van de studentencodex hebben we geen recht tot censuur n.v.d.r.)

‘bezig zijn’. Opeens komt zijn vader ook thuis. Moeder duwt vlug en onwetend de andere man bij Jantje in de kast. Jantje zegt tegen de andere man: “ ’t Is hier donker hé.” De man antwoordt: “ Ja, ’t is hier donker.” “Weet je, ik heb nog een mooie fiets staan, voor 1000 euro mag je hem hebben.” - “Hmm, maar 1000 euro, dat vind ik een beetje veel.” “Ja maar, anders gooi ik je wel de kast uit.” - “Oke, oke.”

Jantje is op een gegeven moment alleen thuis. Hij weet dat hij van zijn ouders niet in hun kamer mag komen, maar hij is te nieuwsgierig en hij gaat toch een kijkje nemen. Hij is al een tijdje aan het rommelen in de lades van zijn ouders en hoort plots een deur dichtslaan. Hij ziet zijn moeder met een andere man binnenkomen, en Jantje kan niet veel anders doen dan zich in de kast van zijn ouders te verstoppen. Hij laat de deur op een kiertje staan en hij ziet hoe zijn moeder en die andere man

De man koopt de fiets. Toevallig zit Jantje weer in die kast als zijn moeder en dezelfde man opnieuw ‘bezig’ zijn. Jantjes vader komt weer thuis en moeder duwt de man weer in de kast bij Jantje. “’t Is hier donker hé,” zegt Jantje opnieuw. - “Ja, ’t is hier donker.” “Weet je, ik heb nog mooie voetbalschoenen liggen, voor 500 euro mag je ze hebben” - “Maar 500 euro, dat vind ik wel een beetje veel.”

De man koopt uiteindelijk ook de voetbal. De volgende dag zegt vader tegen Jantje; “Kom Jantje, we gaan voetballen op het pleintje verderop, pak je fiets en je voetbalspullen maar!”, waarop Jantje zegt: “Dat zal niet lukken vader, want ik heb alles voor 2000 euro verkocht.” Vader is nogal kwaad dat hij iemand er zo hard heeft opgelegd.Vader gebiedt dat Jantje moet gaan biechten bij meneer pastoor. Jantje komt de kerk binnen en gaat in het biechthokje zitten, en zegt tegen de pastoor: “’t Is hier donker, hé.” - “Godverdomme! Ben jij het weer!” Einde Met het neerschrijven van deze mop lig ik zelf alweer in een deuk. Als je hem goed vindt, mag je hem altijd gebruiken om de familie te entertainen tijdens de feestdagen en familiefeesten. Vind je hem niet goed, tjah, dan verzeker ik je dat de rest van deze Dilemma je wel zal bekoren. Om af te sluiten, wil ik jullie allemaal heel veel succes wensen met de blok, de examens, de saaie familiefeestjes en ik zie jullie allemaal heel graag terug in het tweede semester. Adios amigos! Jullie trouwe vriendin, Madelon

DILEMMA • 3


Inhoudstafel

De preses maakt een mop 3 Scriptoriaal 5 Colofon 5 >>FOCUS Tien gekke mannetjes 7 De teddybeer in Jeroom 12 Een analyse van round characters in F.C. De Kampioenen 17 >>ESSENTIE George Carlin 18 >>INTERVIEW Steven Mahieu 20 Dilemma’s impressies van Improcessies 24 >>NEGENDUUST De Caférub...burb: Herman Bachermans spreekt dubbel

29

>>FILOLOGICA InterFacultairToernooi 32 Fotologica 33 >>ERASMICI Op bezoek bij onze erasmici Huelva 34 Leiden 36 Boedapest 37 >>TAALKUNDE Waarom jij altijd grappig bent 41 >>LETTERKUNDE Portret van een antieke stand-upcomedian: Marcus Valerius Martialis 43 Gust Gils 44 Meelezen 46 >>CULTURAMA >>SCHRIFTUUR Blurb 48 >>NOISE Bestofte platenhoezen: Closing Time van Tom Waits 49 Recensie: Nils Frahm 51 >>CINEMATIEK Recensie: La Vie d’Adele 52 Recensie: Team America 53

DILEMMA • 4

>>BÜHNE Recensie: Alex Agnew, the legend ends

54

>>EXTRA Ceci n’est pas une fiction: Howard Schultz

55


Scriptoriaal

Colofon Dilemma - Onafhankelijk tijdschrift voor studenten twee talen aan de Ugent - Jaargang 10, nummer 3 VERANTWOORDELIJKE UITGEVERS Scriptoren van Filologica Jan Bogaert Marcel Fransaert Blandijnberg 2, 9000 Gent HOOFDREDACTIE Jan Bogaert Marcel Fransaert VORMGEVING Laurens DeBlock

Beste jongens en meisjes “Jullie zijn allemaal nieuw op deze school en jullie zijn aan het puberen. Zonder condoom ben je op deze school helemaal nergens. Dus daarom moeten jullie op deze school allemaal veilig neu… euh… de liefde bedrijven. Dus gebruik allemaal een condoom.” Ja, dit citaat, dat zonder context echt nergens op slaat, zal velen wel bekend in de oren klinken. Anderen kennen het helemaal niet, en hebben wellicht Dilemma nu al bij zich neergelegd, of zichzelf met het dichtstbijzijnde scherpe voorwerp neergestoken. Dat kan; maar liever niet. Deze laatste Dilemma van dit semester draait geheel rond comedy. Een breed begrip waarvan onze redactie getracht heeft om het zoveel mogelijk te duiden. In onze ‘Focus’ vind je daarom een opsomming van tien komieken waarom je echt wel eens moet gelachen hebben. En ze zijn hilarisch, dat is zeker. Verder hebben we ook de bekende cartoonist Jeroom (uitgesproken zoals in ‘jeeroom’). Verder wijden wij in onze rubriek ‘Essentie’ graag aandacht aan een oude rot in het vak. Als het om comedy gaat vonden wij het zeer belangrijk om het over George Carlin te hebben. We benaderen zijn humor vanuit een maatschappijkritische en taalkundige invalshoek. De man is hoegenaamd geniaal. Maar als het op interviews aankomt hebben wij nog veel, ja veel, meer in petto (ik haat die uitspraak zo hard). Met Steven Mahieu, de bekende West-Vlaamse stand-upcomedian hebben wij gezellig een cappuccino gedronken in Het Salon. En ook zijn wij een training van het Gentse Improvisatiegezelschap Improcessie gaan bijwonen. Wil je eens wat bijleren over het vak stand-up of improv, dan is het zeker de moeite om hen eens uit te checken (maar dan gewoon op z’n Engels, we zitten hier niet op Foursquare, ha-ha-ha). Genoeg gelachen; even serieus, want we gaan het hebben over taal en cultuur. Onder de rubriek ‘Letterkunde’ wordt humor in literatuur even uit de doeken gedaan. Bovendien wordt in ‘Taalkunde’ geanalyseerd hoe en waarom een bepaalde tekst als grappig gepercipieerd kan worden en soms ook niet. Boeiende materie, want dit is zoals reeds aangekondigd weer een epische editie van Dilemma.

CORRECTOREN Madelon Bakx Jan Bogaert Laurens DeBlock Marcel Fransaert Charlotte Vercruysse

ONZE OPRECHTE DANK AAN John Bogaert Lucas De Corte Jeroom Steven Mahieu De lolbroeken van Improcessie George Carlin Paul en Merijn van Mastermovies Brugse belegen kaasblokjes en lauwe Carapils Aaike, Eva en Ann-Sophie van de KHK Deadlines

COVER Jeroom FOTOGRAFIE Fotonaat Google afbeeldingen MEDEWERKERS Kimberley Anseeuw Herman Bachermans Madelon Bakx Jan Bogaert Ward Boone Daan Borloo Cynthia Criel Lana Crois Laurens DeBlock Florian Deroo Ben De Smet Alexander De Soete Marcel Fransaert David Ginsberg Mathias Mergan Sam Ooghe Sarah Vandoorne Arno Van Vlierberghe Charlotte Vercruysse Gert-Jan Wijnant Hendrik Wittock

Jullie scriptoren Jean’ke en de Meurs

DILEMMA • 5


Focus

DILEMMA • 6


D

Focus

Tien van de gekste komieken De redactie heeft samengezeten en besloten. Dit zijn tien komieken die je zeker eens moet gezien hebben. We hebben gekozen uit enkele klassiekers, enkele standaarden, en enkele waar we gewoon niet omheen konden. We hebben er ook veel niet kunnen opsommen, maar we denken dat we toch een gevarieerde bende hebben samengesteld. En als het u niet aanstaat, bol het dan af, jong!

Bill Hicks “Bill Hicks, another dead hero” staat geschreven op het cd-boekje van Aenima, het tweede album van Tool, dat verscheen in 1996. Het zegt iets over de bekendheid die Hicks had verworven binnen artistieke en intellectuele middens (cfr. het Dilemmapubliek). Die populariteit dankt hij niet in het minst aan zijn geëngageerde anti-conservatieve standpunten en de daarmee gepaard gaande controverse, bijvoorbeeld zijn ijver voor de legalisering van drugs. Het grootste deel van zijn shows draait om deze progressieve thema’s, die hij op intelligente wijze grappig weet voor te stellen. Voor het overige gaat hij de typische, goedlachse, domme Amerikaan met cynisme te lijf. Zijn misantroop gedrag uit zich verder in een bevreemdende stijl, waardoor hij op het eerste gezicht (en ook op het tweede) ronduit geschift lijkt. Plots schreeuwen, rare geluiden maken, brabbelen tegen zichzelf … “I don’t mean to sound cold or cruel or vicious, but I am, so that’s the way it comes out”. Nagenoeg alle shows van Hicks zijn door hemzelf gefilmd. (Nee, niet letterlijk door hemzelf; op zijn bevel) In de jaren 90 verschenen, vooral postuum, verschillende bootlegs van zijn shows, die zijn cultstatus in de hand werkten. Ook bracht hij cd’s uit, waarop hij eigen muziek vermengde met fragmenten uit zijn shows. In het gezegende jaar 1994 stierf Hicks op 32-jarige leeftijd aan pancreaskanker.

Dave Chappelle Als zoon van twee professoren zou je denken dat Dave Chappelle voorbestemd was om het ellendige leven van een geleerde te leiden. Gelukkig werd hij één van de beroemdste zwarte komieken ooit. Nadat hij in het stand-upcomedycircuit van New York enige bekendheid verwierf, maakte hij kleine verschijningen in films en series tot hij in 2003 zijn eigen Chappelle’s Show kreeg op Comedy Central. Deze sketch comedy show parodieerde alles van MTV Cribs tot blanke suprematie en werd razend populair in de VS. Hoewel de dvd van het eerste seizoen toen de meest verkochte tv-reeks ooit was, vertrok Chappelle tijdens de productie van het derde seizoen naar Zuid-Afrika. Blijkbaar was hij ontevreden geworden over de serie en besloot hij zich weer te focussen op zijn eerste en grootste liefde: stand-upcomedy. Hoe hij in zijn twee legendarische shows, Killin’ Them Softly en For What It’s Worth, de klassieke thema’s van genderverhoudingen en etnische stereotypen vernieuwend brengt, bewijst dat Chappelle ook op het podium een genie is. Zijn scherpe satire van de Amerikaanse maatschappij wisselt hij af met hilarische anekdotes over ritjes door de getto of ejaculaties in viskommen. En ook al heb je net een hoopje dode puppy’s gezien, zijn ‘generic white guy’ stemimitatie zal je ongetwijfeld doen grinniken.

DILEMMA • 7


D

Focus

Russell Peters Son, today we become Canadian. Gevleugelde woorden als deze lijken niet al te hilarisch, maar wacht maar tot je ze met een Indisch accent hoort. Russell Peters is een Canadese komiek die dankzij zijn roots pijnlijke en minder pijnlijke interculturele verkeersknooppunten benadrukt. Raciale stereotypen zijn nooit veilig in zijn buurt@ en over immigratie heeft hij steevast een ongezouten mening. In zijn debuutshow Outsourced, bijvoorbeeld, kaart hij niet enkel zijn eigen achtergrond aan, maar stelt hij (onder meer) alle Aziaten, Latino’s en white folks in de zaal te kijk. Vooral Aziaten moeten er aan geloven. Chinezen praten Engels alsof ze groenten in stukken hakken, Vietnamezen op de weg zijn het Aziatische equivalent van ‘don’t try this at home’ en niet enkel aan Indiërs hangt er een geurtje. Maar Peters doet meer dan enkel elke mogelijke huidskleur aan de kaak stellen. Iedere show gebruikt hij zijn eigen levenservaring om culturen door middel van humor dichter bij elkaar te brengen. En wees er maar zeker van dat hij glansrijk in zijn opzet slaagt.

Ricky Gervais Ricky Gervais [dʒərveɪs] (52) is vooral maar ook veel meer dan de briljante David Brent. De brit begon zijn carrière als stand-upcomedian eind jaren 90, maar kwam pas van de grond in 2001 met The Office, een sitcom die excelleert in ongemakkelijkheid, absurdisme en tomeloze eigenliefde. Voor de grote doorbraak was Gervais zanger bij de New Wave band Seona Dancing – best te pruimen en vreemd genoeg larger than life in de Filippijnen – en brein achter menig radiowerk. Na The Office kwamen Extras en Life’s Too Short, waarin heel wat schoon volk, van David Bowie tot Johnny Depp, zichzelf gewillig en enigszins subversief op de rooster kwam leggen. Naast tv-werk waren er ook vier echte comedy-shows: Animals, Politics, Fame en Science. Geen Stephen Fry, maar toch intelligent genoeg om een discours over Hitler niet in clichés te laten wegkwijnen en er pakweg Friedrich Nietzsche bij te halen. De humor van Gervais mag dan vaak op het randje balanceren, ze vervalt nooit in vulgariteit. Dat hij niet te beschroomd is om wie dan ook te schofferen blijkt ook uit zijn optredens als gastheer voor de Golden Globes. Het brave klootjesvolk uit Hollywood leek bij momenten werkelijk ontdaan, alsof Mel Gibsons drankprobleem iets is waar men slechts onder tafel over fluistert. Het laatste nieuwtje uit Gervaisland dan: badkuipfoto’s. Niet à la Marilyn Monroe maar in zekere zin even spectaculair. Mocht u een teer zieltje hebben, laat het dan even na om ‘Ricky Gervais bathtub pictures’ als zoekterm in te geven in Google. Als uw nieuwsgierigheid het wint; de redactie onthoudt zich bij deze van elke verantwoordelijkheid omtrent directe gevolgen.

Doug Stanhope

Hoe omschrijf je Doug Stanhope in twee kleuren? Simpel: Black ’n Blue baby, Black ‘n Blue… Het zijn de twee genres waar hij in uitblinkt: black comedy en blue comedy. Black comedy kennen wij als zwarte humor, blue comedy gaat vooral over seks en andere profane thema’s, wat voor sommigen letterlijk te bont is. Zijn onderwerpen zijn: druggebruik, seks, recente gebeurtenissen, de Amerikaanse cultuur … en zijn hobby’s zijn kritiek leveren op de maatschappij en alcohol drinken en roken tijdens de show, wat leidt tot een climax van de show. Tijdens een show van Stanhope kan je je vooral verwachten aan kritiek op alles en iedereen, niets is meer veilig voor deze stand-upcomedian. Van het imiteren van een tienermeisje tot het aflekken van een bierflesje dat ‘klaarkomt’, deze man doet er alles aan om zijn publiek te vermaken, zelfs als hij daarvoor zichzelf moet uitmaken voor een wrak of een 40-jarige loser.

DILEMMA • 8


D

Focus

Bill Burr “I love my dog. I hate bankers. I have issues with women. In my head, I’m a great guy.” Bill Burr, dames en heren! Zijn naam allitereert even lekker als Stijn Stijnen, maar in tegenstelling tot laatstgenoemde is hij grappig omdat hij het zo bedoelt. Hij is een Amerikaan en naast comedian is hij ook een acteur (The Heat, 2013, met o.a. Sandra Bullock) . Dat toont zich ook in zijn shows, waar hij dialogen kan simuleren door gewoonweg zijn stem te verschroeven. Neem daarbij zijn hilarische mimiek en je hebt een komisch genie. De man maakte tot nu toe al vier lange zaalshows, waar hij telkens een aantal jaar aan werkte. Dit leverde hem al lof op van zowat elke grote naam in de comedy scene. Vooral voor zijn derde show, ‘Let It Go’ (2010), waren de commentaren lovend. Eén van zijn sterktes is dat Burr zich niet mengt in de politiek. Hoewel hij een duidelijke antiracist is, distantieert hij zich telkens van politiek correct links, waardoor we het gissen naar hebben naar zijn politieke voorkeur. Het maakt zijn shows er veel toegankelijker en vermakelijker op. Quotes als ”Eating a donut is easiest way to tell the world you don’t give a fuck” en het analyseren van een ruzie met zijn partner, zijn zo universeel dat ze voor eender welke persoon vermakelijk zijn. Zijn shows verschijnen dus maar elke twee à drie jaar, maar dat betekent niet dat zijn fans al die tijd enkel hoeven te teren op negentig minuten materiaal, want elke maandag kan je naar Bill’s Monday Morning Podcast luisteren. Kort is dit eigenlijk gewoon Bill die in zijn eigen huis (we horen zijn hond en vriendin vaak respectievelijk gillen en blaffen) over de voorbije week vertelt, met de meest geschifte anekdotes en gedachtegangen. En die verhalen zijn zo geweldig, enkel en alleen omdat hij zichzelf een eikel vindt. Citaat, maestro! “A good story is always you doing something wrong, you know? That’s why nice people are so damn boring. I mean, they’re nice, but their stories suck.”

Patton Oswalt Patton Oswalt is niet vies om over de basisbehoeften van de mens te spreken. Geslachtsdelen en -gemeenschap, uitwerpselen en overgeven zijn zaken waar iedereen dagelijks mee ‘geconfronteerd’ wordt, maar waarover niemand zich durft uit te spreken. Oswalt doorbreekt dat taboe en brengt de mensheid back to basics. De inhoud van zijn grappen zijn zo herkenbaar dat ze het hele publiek – met al dan niet beschaamde rode kaken – doen lachen. Hij maakt ook plaats voor een aardige portie zelfironie. Vaak verwijt hij zichzelf dat hij te mollig is en dat hij moet afvallen. Maar in dezelfde lijn klaagt de comedian ook het overgewicht van de gemiddelde Amerikaan aan. Hetgeen Oswalt echt kenmerkt is zijn duidelijk standpunt tegenover religie. Zelf is hij atheïst en heel erg rationalistisch. Hij heeft geen respect voor andermans domme hersenkronkels en vindt elk geloof “fucking stupid”. God vergelijkt hij met een grote anus. Vaak herhaalt hij zijn moppen, soms twee of drie keer na elkaar. Die herhaling maakt het nog een stuk grappiger, vooral omdat je dan zelf begint na te denken over de absurde dingen die we allemaal meemaken in ons. Oswalts stuntelige lichaamstaal benadrukt die absurditeit en doet je dubbel liggen van het lachen van begin tot einde.

DILEMMA • 9


D

Focus

Mitch Hedberg

“I used to do drugs. I still do, but I used to do, too” Hedberg, een werkelijk briljante komiek van een kaliber dat je vandaag niet rap meer zult tegen komen. Bij zijn verschijning alleen al, en zijn manier van spreken doen je vaak al grijnzen, maar als je dan de manier hoort van hoe hij zijn lijnen staat te verkondigen, dan krijg je het gevoel dat hij toch serieus wat schroeven in z’n hoofd heeft los zitten of dat hij zodanig geïntoxiceerd is dat hij in een andere realiteit leeft. Maar los van zijn drank en druggebruik is de man toch een van de meest legendarische komieken die ooit heeft rondgelopen. In zijn shows geeft hij meestal een opsomming van korte pseudo-anekdotes waarin hij de werkelijkheid, die we als vanzelfsprekend beschouwen, een absurde, surrealistische draai geeft. Helaas is hij nu al ongeveer negen jaar overleden aan een overdosis cocaïne en heroïne, maar zijn weinig gedocumenteerde werken kun je nog steeds op Youtube bezichtigen. Ik heb enkele leuke citaten hieronder weergegeven. Keep in mind dat timing in comedy van essentieel belang is, dus of zijn grap uitgeschreven even grappig zal zijn als op Youtube weet ik niet. Wellicht niet, maar ik kan er niet meer over oordelen aangezien ik het niet meer kan lezen zonder het met zijn stem in mijn hoofd te doen. Enjoy! I got a kingsize bed. I don’t know any kings, but if one came over I guess he’d be comfortable. – “Aah, so you’re a king you say. You won’t believe what I have in store for you. It’s to your exact specifications.” When I was a boy I laid in my twin size bed and wondered where my brother was. I was at a restaurant and I ordered a chicken sandwich, but I don’t think the waitress understood me, because she said: “how’d you like your eggs?” I tried to answer her anyhow. I said: “Incubated, and then raised, and then beheaded, and then plucked, and then cutt-up, and then put onto a grill, and then put onto a bun. Damn, this could take a while. I don’t have time. Scrambled!”

Chris Rock Je kent hem misschien als de stem van Osmosis Jones, Marty uit Madagascar of de vertelstem van Everybody Hates Chris. Chris Rock is geen onbekende voor de filmwereld maar ook als stand-up komiek is hij erin geslaagd om zijn stempel te drukken op de Amerikaanse scene. Het feit dat hij in 2005 de Oscars gehost heeft is daar een mooie illustratie van. Typisch voor Chris Rock zijn de sketches waarin hij de Afro-Amerikaanse gemeenschap op de korrel neemt. Op een originele en grappige manier bekritiseert hij diezelfde gemeenschap maar kaart tegelijk ook de problemen aan waarmee AfroAmerikanen geconfronteerd worden. De Sketch Black People Vs. Niggaz zorgt dan ook voor veel schatergelach, zowel bij het zwarte als blanke publiek. Die laatste zijn overigens ook niet veilig voor Rocks kritische blik. Zijn shows zijn doorspekt met subtiele of gewoonweg directe maatschappijkritiek. Naast humor rond discriminatie heeft de man zich ook gespecialiseerd in komedie rond een totaal ander onderwerp; relaties en de liefde. Rock lacht meesterlijk met de miserie in huwelijken en de verschillen tussen man en vrouw. Het lijkt eerst negatief maar je voelt de levenservaring er van afdruipen en zijn moppen krijgen al te vaak de lach van bevestiging. “If you haven’t contemplated murder, you ain’t been in love”. You said it Chris.

DILEMMA • 10


D

Focus

Patrice O’Neal “Like chloroform and women, that’s a white guy crime” Een van de meest besproken komieken in ons lijstje is ongetwijfeld Patrice O’Neil. Als tijdgenoot en vriend van Bill Burr betrad de New Yorker in ‘92 het podium, om er uit te blinken in raciaal getinte vuilpraterij en politieke incorrectheid: “I’m 40. That’s young in everyone-else years, but in black years — high blood pressure, diabetes. If you do the black-to-white life ratio, I’m 177 years old.” De door suikerziekte gekwelde comedian overleed in 2011, maar oversteeg zijn eigen status en werd na zijn dood larger than life. Als 17-jarige zat hij twee maand in de cel na de vermeende verkrachting van een meisje van vijftien, waar hij naar eigen zeggen zijn voorliefde brutale eerlijkheid en bitsig mysogenistische uithalen opdeed. O’Neal schrok voor niets terug, ook niet als het bijvoorbeeld om de tsunami in Japan ging: “You ever have trouble giving a fuck about, like, shit that you supposed to give a fuck about?” Balanceren op het randje van vulgariteit leverde de pimp onder de Amerikaanse comedians ook heel wat vijanden op. Zo was hij niet te beroerd om toeschouwers te betalen om weg te gaan als ze hem niet aanstonden. Om te eindigen met een klepper van formaat: “Ladies, how would you keep your man if you lost your vagina?” waarop het antwoord luidde: “Orale en anale seks”. Woord vraagt wederwoord: “See, I gave you the chance to talk and you qualified yourself as a series of holes.”

Werkten mee aan dit artikel: Ben De Smet, Florian Deroo, Kimberley Anseeuw, Laurens DeBlock, Matthias Mergan, Sam Ooghe, Sarah Vandoorne, Marcel Fransaert, Jan Bogaert ADVERTENTIE

goed en goedkoop drukwerk

DILEMMA • 11


D

Interview

DILEMMA • 12


De verlegen teddybeer in

jeroom Iedereen die wel eens een Humo bij de hand neemt en doorbladert, weet dat Jeroom niet vies is van een mopje. Of van een quasi eigen rubriek, sinds in 2006 met Het Gat van de Wereld werd gestart. Iedereen die in oktober eens naar tv heeft gekeken of een krant heeft gelezen, weet dat Jeroom ook een doortocht in De Slimste Mens Ter Wereld maakte, waar hij er na slechts drie keer genadeloos werd uitgespeeld door pletwals Prem en in de finale nog eens definitief door Jelle. Dilemma kon een (exclusief) interview regelen voor haar trouwe lezers, waarin we het tussen appelsienen en kiwi’s – de man vecht tegen de griep – met Jeroom (uit te spreken op z’n Vlaams) hebben over zijn cartoons, zijn humor en zijn haar. Jerooms carrière als huiscartoonist bij Humo begon nadat zijn toenmalige mentor en ondertussen goede vriend Ever Meulen (Eddy voor de vrienden) stiekem zijn werk opstuurde naar oppersnor en toenmalig hoofdredacteur Guy Mortier. Daarvoor studeerde Jeroom enthousiast grafische vormgeving aan Sint-Lucas. “Ik wilde eigenlijk iets doen met lay-out of vormgeving, maar ik was daar niet zo goed in. In het laatste jaar werd ik richting illustratie gepusht, omdat ik wel kon tekenen en creatief was, en zo ben ik bij Eddy terechtgekomen.” Zoals het elke goede student betaamt, bleef hij daarna in en rond Gent plakken. Onlangs verhuisde hij toch naar Leuven. “Mijn probleem met Gent is eigenlijk dat het zo klein is. In vergelijking met Antwerpen (waar hij vandaan komt, n.v.d.r.) heeft Gent toch wat de boerenmentaliteit. (lacht) In Gent ken ik iedereen van mijn generatie en we hebben allemaal lieven gedeeld. Als je ergens binnenkomt, zie je steeds dezelfde gezichten en dat was ik een beetje beu.” Gelukkig voor zijn reputatie bij de Gentse taal- en letterkundestudenten leest Jeroom wel af en toe een boek. “Voor ik vertrek op vakantie, vraag ik lijstjes aan vrienden en dan vertrek ik met een gigantische stapel. In het jaar heb ik eigenlijk geen tijd om te

lezen.” Het laatste boek dat hij las, kan hij zich evenwel niet meer herinneren. “Goh, wat was dat nu weer? (denkt na) Het was in elk geval een roman. Het boek daarvoor, dat weet ik wel nog, was een klepper over geopolitiek. Aan het zwembad waren ze mij aan het uitlachen, maar zoiets interesseert me wel.” Veel leest de man niet, want veel op vakantie gaan, zit er niet in. “Afgelopen jaar zijn we welgeteld een week weggeweest – en Elodie (Ouedraogo, zijn verloofde, n.v.d.r.) moest dan nog vroeger terugkomen. Het is gewoon niet zo praktisch: we moeten een moment vinden dat ons allebei past. Ik kan wel gemakkelijk vakantie nemen, maar dan moet ik op voorhand cartoons maken zodat Humo twee weken zonder mij kan. Ik vertrek dan met zulke wallen dat ik er al geen zin meer in heb.” Op vakantie gaan is blijkbaar ook niet alleen maar vakantie: Jeroom koos namelijk Cannes uit als bestemming op het moment dat daar het Cannes Lions Internation Festival of Creativity plaatsvond. “Guy was daar ook en voor ik het wist, zat ik tussen allerlei reclameboys over het werk te praten. Het is moeilijk om daaraan te ontsnappen, want er is altijd wel een mail die je moet beantwoorden of een project dat je moet opvolgen.” Meer nood aan vakantie heeft Jeroom eigenlijk niet, zeker sinds hij zijn

weekends vrijhoudt en zichzelf dagelijkse filestress bespaart door pas te vertrekken na de spits. Toch handig, zo’n flexibele werkgever. Donderdag Turbodag “Eigenlijk wil ik mezelf geen cartoonist of tekenaar noemen. Ik schaam me dan tegenover echte cartoonisten: op de Boekenbeurs zit ik naast mannen die een serieuze tekening maken, terwijl ik daar maar zit te prutsen. Ik ben gewoon een creatief achter de schermen bij Humo.” Cartoons tekenen – of creatief zijn – is ook minder romantisch dan het lijkt: na dertien jaar ervaring als grappenmaker weet Jeroom meteen of een grap zal werken of niet en of hij er een hele pagina mee kan vullen. “Het is echt vakwerk. Dat merk ik ook met het Knuffelbos: de zomer kwam eraan en we hadden een kapstok nodig voor de festivals. Vroeger hadden we Reetman, Cowboy Henk, Jos het Debiele Ei en Kabouter Wesley, maar toen hadden we niets meer. Dan begin je te denken, verzin je iets waar je een slogan aan kan hangen (“Dansen! Dansen!”) en waar je viraal mee kan gaan (de filmpjes op vrijdag). Nu krijg ik daar wel kritiek op, dat ik er al twee jaar mee bezig ben. Vroeger stopte ik ermee op het moment dat het populair werd, dan

DILEMMA • 13


D

Focus

was de uitdaging eraf. Nu heb ik mezelf een nieuwe uitdaging gesteld: ermee blijven doorgaan. Ik wil iets dat in het achterhoofd van de mensen blijft, zoals The Simpsons, South Park of zelfs Cowboy Henk. Maar voor hetzelfde geld begin ik volgende week aan iets anders. Ik vind het leuker om nieuwe dingen te verzinnen en te kijken of het iets wordt, dan om zoiets effectief vol te houden en telkens nieuwe invalshoeken te verzinnen. Hoeveel moppen kan je ook maken over dieren in een bos?” Veel, blijkbaar, want het Knuffelbos is ondertussen ook al twee jaar oud en blijft populair. Natuurpunt plantte eind november zelfs, onder toeziend oog van peter Bartel Van Riet, een echt knuffelbos in Lier. Creatief achter de schermen dus. Omdat Humo op vrijdag afsluit maar pas op dinsdag in de winkels ligt, is het moeilijk om actueel te blijven. Jeroom begon daarom met losse cartoons, zoals het Knuffelbos of de strip van Wouter Beke (samen met Jonas Geirnaert). “Dat is gewoon iets grappigs verzinnen. In Het Gat kan ik me dan weer helemaal uitleven met satire en mensen tegen hun schenen schoppen. (lacht) Ik doe alles en dat vind ik ook heel tof. Ik zou gek worden als ik gewoon een cartoonist was die elke dag zijn vakje in de krant moet vullen. Ik lees toch niet, dus ik lig dan ’s avonds in bed te denken over wat ik nog kan doen.” Die ideeën werkt hij dan bijvoorbeeld uit met zijn kompanen van Het Gat van de Wereld (met name Koen De Poorter, Hugo Matthysen, Jan Dircksens, Koen Braeckman en Jonas Geirnaert). “Op donderdag komen we samen om Het Gat te verzinnen en dat gaat

DILEMMA • 14

Dubbele bingo

“De Nachtwacht in Amsterdam, da ’s gewoon pure rock-’nroll”

gepaard met liters Redbull. Ik heb dat lang alleen moeten doen, af en toe met Hugo. Toen kwam Jonas erbij, maar toen die voor een jaar op reis vertrok (naar NieuwZeeland, n.v.d.r.), heb ik gezegd dat het alleen niet meer zou lukken. Mijn hoofd zou ontploffen. Toen hebben we ervoor gezorgd dat we met een groepje samen zitten en sindsdien is het donderdag turbodag. Er is geen paniek meer, we leunen gewoon achterover en bekijken waar een mop zou werken of niet. Soms is er vrijdag wat stress als we nog een gat moeten vullen, maar eigenlijk gaat dat vrij vlot.” De rest van de week houdt hij zich meer bezig met promotie en ander werk achter de schermen van Humo. “Mensen denken dat ik alleen cartoons teken, maar dat is enkel twee uurtjes op vrijdagavond, voor mijn eigen cartoons. Voor de rest ben ik hier fulltime bezig.”

Zijn deelname aan De Slimste Mens ter Wereld is aan vrouwelijk Vlaanderen niet onopgemerkt voorbijgegaan – helaas voor Jeroom. “Na één dag op De Slimste Mens zijn de fans op mijn Facebookpagina exponentieel gestegen. Vroeger liep die ook wel goed, maar dat waren mensen die mijn werk kennen. Ik merk dat ook op de Boekenbeurs: vroeger moest ik gewoon signeren, nu moest ik met vrouwen op de foto. Dat is eigenlijk niet mijn ding om herkend te worden: ik kruip liever gewoon terug mijn grot in.” Hij heeft geen spijt van zijn deelname, al moest Erik Van Looy een paar jaar proberen om hem te krijgen. Nu ook zijn verloofde in de redactie van het programma werkt en Jeroom haar collega’s dus kent, kon hij niet meer weigeren. “Ik wou ook wel eens zien of ik het kon. Maar één van die eerste dagen heb ik de fout gemaakt om op de Meir te wandelen. Samen met Elodie, dus het was al dubbele bingo. Er liepen daar scoutsmeisjes rond die haar zagen en meteen keken of ze mij ook zagen. En dan roepen, hé. (doet hysterische tienermeisjes na: “Jerooooooom!”) Absurd gewoon. Ik ben toen snel de Fnac binnengestapt, maar op de tv’s daar speelde toen net de finale tegen Prem. Ik ben dan maar in een hoekje naar de keukenrobotten gaan kijken met mijn kap op, tot het voorbij was.” Dat Jeroom zichzelf liever niet op tv ziet, bleek ook uit de foto die Elodie de wijde wereld in tweette, waarop Jeroom zich (niet zo) moedig achter een deur verstopte en vanuit een kiertje keek naar zijn deelname. “Ik ben eigenlijk gewoon een verlegen teddybeer.”


D

Focus

“Verder heb ik er eigenlijk geen negatieve zaken aan over gehouden. Wel mensen die mij nu ‘die arrogante’ vinden, maar ik ben gewoon heel verlegen. Ik ben niet iemand die zomaar een kamer binnenloopt en meteen iedereen begroet. De mensen denken, door mijn cartoons, ook dat ik hele dagen vuile praat verkoop, maar dat is niet zo. Ik ben iemand die effectief boeken over de geopolitiek leest, over geschiedenis, en ik kijk naar de meest saaie programma’s op tv, over wereldpolitiek. Dat boeit mij.” Zulke kritiek krijgen is natuurlijk nooit leuk. Jeroom had dat wel al gezien bij Elodie en zei haar toen steevast dat ze zich daar niets van mocht aantrekken. “Maar als dat dan over jezelf gaat, is dat wel even anders! (lacht)” Verder krijgt hij niet zoveel verwensingen naar zijn hoofd geslingerd. “Af en toe gebeurt dat meer, bijvoorbeeld als een stukje uit Het Gat vooraan in Humo staat of toen die pandaposter bij Humo zat.” Naar aanleiding van de (bijna communautaire) kwestie waarbij panda’s naar Pairi Daiza in Bergen werden gebracht in plaats van de Zoo van Antwerpen, zat er in Humo een poster met daarop ‘Waals geboefte, de maat is vol! Poten af van onze panda’s!’. Dat was uiteraard bedoeld als mop, maar niet iedereen had dat meteen door. “We hebben toen wel vijf brieven gehad en ook mensen die hun posters terugstuurden, omdat ze niet doorhadden dat het was om te lachen met de mensen die er effectief zo over denken. Ik heb toen iedereen vriendelijk uitgelegd wat de bedoeling was en mij geëxcuseerd. Af en toe krijg ik dan reactie terug van mensen die het uiteindelijk dan wel grappig vinden. Het viel wel op dat het allemaal handgeschreven brieven waren, van mensen die tijd hadden en nog van de oude stempel waren.” Huwelijksaanzoeken krijgt Jeroom dan weer niet (“Dat viel wel tegen, eigenlijk! (lacht)”), maar interviewaanvragen des te meer. Zeker sinds hij samen is met Elodie, eveneens een publiekstrekker. Voor Humo maakte hij indertijd een uitzondering (‘Het eerste en laatste dubbelinterview’), maar sindsdien weigert hij de (meeste) aanvragen. “Ik heb eigenlijk niets interessants te vertellen. Meestal zijn dat ook dezelfde vragen, en als je die ant-

woorden dan vijftig keer moet herhalen… Voor je het weet zit je ook in dat wereldje. Ik kom het nu al tegen, dat ze opeens een interview uit hun duim zuigen. Laat de andere mensen maar in de populaire pers komen, ik zit hier goed. De aanvragen zullen ook wel minderen, tot ik weer iets anders spectaculairs doe. Met Elodie is dat anders: zij doet dat graag en heeft ook effectief iets te vertellen. Ze heeft de hele wereld gezien, ik ben ocharme van Gent naar Leuven verhuisd.”

ven doen: “Ik vond dat altijd tof om in het bloed van het systeem te komen, zodat je meer verantwoordelijkheden krijgt. Ik merk dat bij collega’s: zij zitten nog steeds op dezelfde plaats als vijf jaar geleden, maar die gaat meer en meer naar achteren tot ze eruit liggen. Bij mij is dat omgekeerd: ik krijg net meer en meer job. Bij Humo is de humor en het creatieve even belangrijk als de journalisten, daarmee heb ik veel geluk gehad. Maar een eigen parking lukt nog steeds niet. (lacht)”

Rock-‘n’-roll

Als zijn hobby zijn werk is, zijn er dan nog hobby’s naast zijn werk? Dat valt tegen, zo blijkt. “Er is wel iets waarnaar ik uitkijk deze winter. Ik heb Tom Boonen leren kennen op het circuit en hij heeft een auto gekocht enkel om ermee op het circuit te rijden. In de winter staat die stil en mag ik hem helemaal ontwerpen en bekleden. Daarin komen mijn werk, hobby en vriendschap samen, wat het vergaderen veel leuker maakt.” Een art car van

De miserie van werk zoeken die ons uiteindelijk allemaal te beurt valt, heeft Jeroom nooit gekend, aangezien die stiekemerd van een Eddy voor hem solliciteerde bij Guy. “Alles overkomt mij gewoon.” Van je hobby je werk maken en het elke dag graag doen, is natuurlijk een droom voor velen. Jeroom heeft wel een eigen tactiek om ervoor te zorgen dat hij dat mag blij-

DILEMMA • 15


D

Focus

“Mensen denken dat ik alleen cartoons teken, maar dat is enkel twee uurtjes op vrijdagavond”

Jeroom, zoals sinds 1975 al met auto’s van BMW gebeurt, klinkt als iets om naar uit te kijken. “Om de zoveel jaar kiezen die een kunstenaar die een auto van hen mag beschilderen, zoals Roy Liechtenstein en Jeff Koons, en daar zitten geweldige auto’s bij. Dat wilde ik graag doen en nu gebeurt dat zomaar.” Jeff Koons is een favoriet van onze cartoonist. “Alles wat die doet, vind ik toch wel redelijk fantastisch. Zijn werk sluit nauw aan bij het mijne, met veel humor en het spelen met verschillende codes.” Bewust een tentoonstelling gaan opzoeken van Koons doet Jeroom niet. “Als kind ben ik elk museum en elke kerk in Frankrijk binnengejaagd, ik heb er een beetje een degout van gekregen. Je wordt er moe van, je krijgt dorst, je mag niet luid babbelen en ’t is altijd te veel. Wat wel een openbaring was, was ‘De Nachtwacht’ in Amsterdam. Ik liep zomaar even binnen, maar achteraf

DILEMMA • 16

ben ik toch een koffiemok gaan kopen met het schilderij erop. Da’s gewoon pure rock-‘n’-roll, wat daar allemaal achter zit en hoe dat werkt met licht. Je moet natuurlijk wel eerst door vier stomme zalen om er te geraken. (lacht)” Dichter bij huis zijn het mensen als Kamagurka – met wie hij ooit een atelier deelde – Guy Mortier, Hugo Matthysen en natuurlijk Ever Meulen zelf, waarnaar Jeroom opkijkt. Of opkeek, liever, want “door samen te werken met die mensen, toch grote helden, word je bevriend met de mens achter de publieke figuur. Bij Guy was dat in het begin ongelooflijk, het geluid van mijn knieschijven die tegen elkaar sloegen. Dat zijn allemaal grote kleppers, ik hoop later zoveel bereikt te hebben als zij.” Een overzichtstentoonstelling staat nog niet in de steigers. “Ze hebben dat al vaak gevraagd, maar eigenlijk vind ik dat nogal stom. Het zijn geen originelen maar

slechts prints, want ik maak mijn werk digitaal. Cartoons zijn daar ook niet voor gemaakt: je bladert door Humo, je leest die cartoons en dan sla je de bladzijde om. Als ze mij mailen, mogen ze de cartoon hebben en kunnen ze hem zelf uitprinten. (lacht) Ik onderteken mijn werk zelfs nooit, ik vergeet dat gewoon en vind dat ook niet zo belangrijk.” Zijn cartoons worden nochtans over de hele wereld gelezen, vandaar de samenwerking met de website Memecenter. “Ze zagen mijn werk overal opduiken en dan kon ik het maar beter bij hen doen, officieel en met een link naar de website erbij.” Zo bleek dat een cartoon (iets met een mug) maar liefst in 1,2 miljoen verschillende versies bestond op het wereldwijde web, helaas wel vaak met vertalingen die de mop niet helemaal vatten. Het interview komt tot een einde, maar we kunnen het niet laten toch iets te vragen over zijn indrukwekkende bos haar. “Ik moest vanochtend naar de kapper, maar er stond te veel volk dus ben ik maar teruggekeerd. Mijn haar staat gewoon vanzelf zo recht. Het probleem is eigenlijk dat ik heel dik haar heb en vanaf dat het groeit, wordt dat een bol. Kort knippen is geen optie, dat mag ik niet van Elodie. Onze kinderen worden interessante experimenten: haar kroeshaar en mijn dikke haar, haar gevoel voor humor en mijn atletische vermogen. Dat worden freaks! (lacht)” Charlotte Vercruysse


D

Focus

Een analyse van round characters in

F.C. De Kampioenen

Error 404 – Page not found

DILEMMA • 17


D

Essentie

Essentie

George Carlin “Shit, piss, fuck, cunt, cocksucker, motherfucker, and tits” Als je de vorige essenties gelezen hebt in Dilemma dan weet je dat we het elke keer hebben over een invloedrijke figuur of echte legend binnen het thema. Dit keer gaat het over komedie, dus liefhebbers zullen maar al te goed begrijpen waarom we George Carlin gekozen hebben. Carlin was een oude rot binnen het vak die al sinds 1959 bezig was met Comedy en zelfs de eerste Saturday Night Live Show gehost heeft. Toen hij in 2008 naar een hemel vertrok waarin hij niet geloofde, rouwde de komediewereld. Ze hadden een legende verloren. Er is één sleutelwoord dat toepasselijk is bij de stand-up van George Carlin; maatschappijkritiek. Geen enkel facet van die maatschappij laat hij onaangeroerd; seksualiteit, geloof, inmenging van de overheid, materialisme en dergelijke moeten er allemaal aan geloven. Vooral de religieuze instanties en de overheid hebben veel gescheld en spot van hem moeten verdragen. U hoort het al, Carlin is een rasechte atheïst met linkse sympathieën. Hij heeft ook een hekel aan menselijke stupiditeit en arrogantie. “Here’s another question I have. How come when it’s us, it’s an abortion, and when it’s a chicken, it’s an omelet? Are we so much better than chickens all of a sudden? When did this happen; that we passed chickens in goodness? Name six ways we’re better than chickens... See, nobody can do it! You know why? ‘Cause chickens are decent people. You don’t see chickens hanging around in drug gangs, do you? No. You don’t see a chicken strapping some guy to a chair and hooking up his nuts to a car battery, do you? When’s the last chicken you heard about came home from work and beat the shit out of his hen, huh? Doesn’t happen... ‘cause chickens are decent people.“

DILEMMA • 18

Dit citaat is een mooie illustratie van Carlins humor, aan de hand van een de belachelijke vergelijking met een kip met een mens toont hij dat we lang niet zo beschaafd zijn als we zelf willen geloven terwijl hij tevens problemen als huiselijk geweld, foltering en drugsbendes aanklaagt. Als we even kijken naar zijn eerder werk, dan zien we al dat dit een constante is. “Seven dirty words”, ongetwijfeld één van zijn meer bekende stukken, gaat over de sociale normen rond vloekwoorden en hoe vreemd de gepastheid van een vloekwoord soms is. “There are four hundred thousand words in the English language, and there are seven you can’t say on television. What a ratio that is: 399,993 to 7. They must really be bad; they’d have to be outrageous to be separated from a group that large! “All of you over here, you seven? BAD WORDS.” That’s what they told us they were, remember? “That’s a bad word!” ...No bad words; bad thoughts, bad intentions...and words. You know the seven, don’t you, that you can’t say on television? Shit, piss, fuck, cunt, cocksucker, motherfucker, and tits. Those are the heavy seven. Those are the ones that will infect your soul, curve your spine, and

keep the country from winning the war.” Het mooie aan zijn humor is eigenlijk dat het een filosofisch kantje heeft. Het is zodanig geschreven dat het grappig blijft als je het leest en Carlin verkondigt vaak meerdere waarheden in zijn show. Hij is een criticus, iemand die alledaagse zaken en concepten in vraag stelt. “Think for a moment about the concept of the flamethrower. Okay? The flamethrower. Because we have them. Well, *we* don’t have them, the army has them. That’s right. We don’t have any flamethrowers. I’d say we’re fucked if we have to go up against the army, wouldn’t you? But we have flamethrowers. And what this indicates to me, it means that at some point, some person said to himself, “Gee, I sure would like to set those people on fire over there. But I’m way too far away to get the job done. If only I had something that would throw flame on them.” Well, it might have ended right there, but he mentioned it to his friend. His friend who was good with tools. And about a month later, he was back. “Hey, quite a concept!” WHHOOOOOOOOSSHHH! And of course the army heard about it, and they came around. “We’d like to buy about


D

Esse ntie

five hundred-thousand of them please. We have some people we’d like to throw flame on. Give us five hundred thousand and paint them dark brown. We don’t want anyone to see them. Als u nu nog niet hardop aan het lachen bent, dan is mijn naam Eugène. Ook voor de studenten Taal- en Letterkunde is George Carlin een interessant persoon. Hij speelt niet alleen met taal maar stelt het ook in vraag. Als een echte taalkundige analyseert (en ridiculiseert) hij idiomatische uitdrukkingen, eufemismen en propagandataalgebruik. Ook hier past hij zijn kritische blik toe en laat hij het publiek beseffen wat voor een invloed taalgebruik heeft. De schrijver van dit artikel ruikt een thesisonderwerp. Ik kan enkel maar het advies geven Carlins shows te bekijken. Toegegeven, het zijn er veel maar het mooie daaraan is dat je de evolutie kan zien van een jonge, energieke komiek naar een oude cynische man. Het

klinkt wat triestig maar Carlin heeft gedurende dat hele traject zijn gevoel voor humor en taal niet verloren. Integendeel, zijn typische stijl trekt zich door naar onderwerpen die meer passen bij zijn latere leeftijd en hij bewijst dat alhoewel zijn

lichaam minder goed meekan, zijn brein nog steeds scherp genoeg is om de draak te steken met alles wat hij als onrechtvaardig beschouwt. Marcel Fransaert

ADVERTENTIE

DILEMMA • 19


D

Interview

DILEMMA • 20


D

Interview

Steven Mahieu u Een gesprek dat Oost-Vlaanderen niet met West-Vlaanderen afmeet Het is dinsdagochtend half elf en ondergetekende ontmoet Steven Mahieu in tearoom Het Salon, nabij de Blandijn. We bestellen allebei een cappuccino en wanneer ik mijn opnameapparatuur en vragenlijstje bovenhaal, word ik tegengehouden. “We gaan dat azo toch niet doen,” zegt Steven al lachend. De microfoon wordt tussen ons in op de tafel gelegd, en al snel wijk ik van mijn voorbereide vraagjes af. Het interview evalueert in een boeiend gesprek de kracht van humor, antidepressiva en glijmiddel. “Eindelijk geen vragen over het feit dat ik uit West-Vlaanderen kom en in Gent bent blijven plakken,” klinkt het tot slot. Je carrière heeft een vlugge start gekend. In 2011 neem je met succes deel aan Comedy Casino en in hetzelfde jaar win je het Humorologie Concours. Hoe heb je dat ervaren? Steven Mahieu: “Het is inderdaad allemaal heel erg snel gegaan. In 2011 ging ik in première in “De Vieze Gasten” hier in Gent, en datzelfde weekend vond de finale van het Humorologie Concours plaats. Ik heb die wedstrijd gewonnen, en meteen de dag erna las ik de recensies over mijn eerste voorstelling, en die waren eigenlijk unaniem lovend. Ik herinner me nog dat ik effectief op mijn knieën aan mijn brievenbus de kranten zat te lezen. Het was alsof sinterklaas was binnengestapt. Ja, dat was echt een enorm zotte ervaring. Dat moment was zowat de eerste grote bevestiging. Ander blijf je maar in de vijver met heel veel vissen, bij wijze van spreken. Er zijn heel veel comedians en ik zat een beetje in die meute van ‘jua, ça va goed,

maar we zien wel’ en op dat moment werd ik daar toch zo een beetje uitgesmeten en kreeg ik meteen de kans om een mooie tournee te doen.” Je hebt een diploma van maatschappelijk assistent. Wanneer heb je gemerkt dat je het talent bezat om mensen aan het lachen te brengen? Mahieu: “Ik denk dat een goeie maatschappelijk werker over een gezonde dosis humor moet beschikken. Je komt vaak met situaties in aanraking die helemaal niet zo gemakkelijk zijn om zo ad hoc een oplossing voor te bedenken of te vinden. Als begeleider probeerde ik toch af en toe humor te gebruiken. Je merkt soms dat eersterjaarstudenten met een enorme sérieux aan de opleiding beginnen, en geneigd zijn om alle vormen van relativering te bannen. Terwijl je vaak merkt dat heel wat patiënten net nood hebben aan humor. Humor is denk ik echt noodzakelijk,

zeker in de wereld waarin we nu leven. Mensen zonder humor zijn dooie mensen. Soms kom je mensen tegen waarvan je onmiddellijk denkt: daar wil ik geen vijf minuten mee praten. Zelfrelativering is zo belangrijk.“ Probeer je je publiek van iets te overtuigen? Mahieu: “Ja (denkt na), ja ik denk dat wel eigenlijk. De tweede show waaraan ik momenteel bezig ben, wordt echt vanuit een bepaalde overtuiging geschreven. In die voorstelling zit bijvoorbeeld een stuk over de nuance tussen normaal en abnormaal, over de manier waarop we omgaan met mensen die zich niet goed in hun vel voelen, over het begrip geluk ook bijvoorbeeld, over hoe mensen wroeten om grip te krijgen op dat vage concept ‘geluk’. Ik heb wel degelijk een bepaalde overtuiging maar die wil ik onder de comedy leggen, niet erboven, anders krijg je zo die Hol

DILEMMA • 21


D

Interview

landse Cabaretstijl waarin iemand een uur lang met het vingertje staat te wijzen. Zo zit ik niet in elkaar. Ik haak net af wanneer mensen te veel duwen op mijn moraal, zeg maar. Voor mij is die overtuiging eerder een tweede laag, ze is niet meteen zichtbaar. We mogen ook niet vergeten dat we binnen het genre comedy bezig zijn. Mensen komen met een bepaalde verwachting naar je show, en die verwachting is lachen, mensen willen lachen. Ze leggen twaalf euro en hopen om een uur lang te kunnen lachen, ze hebben als het ware geïnvesteerd in de lach, dat is toch iets absurds? Nu, die lach is natuurlijk wel nodig, de lach is een beetje het glijmiddel van de comedy, ze is absoluut nodig, anders kan echt wel zeer doen.” Wanneer is een grap geslaagd? Mahieu: “Ik denk eigenlijk niet zo zeer in grappen, eerder in voorstellingen. Een voorstelling is geslaagd wanneer je voelt dat de zaal mee is. Als dat het geval is kun je heel veel kanten uit. Eigenlijk moeten mensen die naar comedy komen kijken je vertrouwen, en dan kun je alles met hen doen. Als de voorstelling dan gedaan is, en mensen hebben zo een gevoel van ‘wow, wat was dat’, dan ben ik in mijn opzet geslaagd. Je moet ze meepakken in een soort draaikolk van absurditeiten waarin er toch heel wat relevante materie zit. Een goeie show mag ook een klein beetje confronterend zijn. Ik las vorige week een interview met Raf Walschaerts van Kommil Foo en die zei dat heel veel comedy als fastfood is, en ik ben daar eigenlijk echt wel mee akkoord. Heel veel mensen die aan comedy doen, die schrijven puur op de lach. Ze vertellen een grap, dan lacht dat publiek maar vijf minuten later weet dat publiek niet meer waarmee ze vijf minuten eerder aan het lachen waren en is er niets blijven hangen. Dat is een niet geslaagde voorstelling. Comedy is veel meer dan gewoon lachen met grappen.” Een tijdje geleden zei je in een interview: “Comedians worden op televisie heel vaak opgevoerd. In een zinnetje moeten ze grappig zijn, maar comedy is meer dan de grapdwang” Mahieu: “Ja, absoluut. Ik denk dat ik dat talent ook niet heb, om met een zinnetje te scoren. Iemand als Philippe Geubels kan dat perfect, die is daar super goed in,

DILEMMA • 22

“De lach is een beetje het glijmiddel van de comedy, ze is absoluut nodig, anders kan echt wel zeer doen” maar ik niet. Comedy op televisie is zo iets vluchtigs. Televisie is een goeie representatie van hoe mensen leven, hoe sneller de maatschappij gaat, hoe sneller die tv draait en hoe minder tijd er is om nog iets nuttigs te zeggen. Ik vind dat heel veel tv-makers die fout maken. Als je comedy op televisie wilt brengen, dat moet je daar ruimte voor creëren, in Engeland en Amerika staan ze op dat vlak al veel verder bijvoorbeeld. Hier wil televisiemakers het publiek veel te snel pleasen. In de plaats daarvan zouden ze het publiek gewoon iets moeten geven en als moeten zeggen van ‘kijk, doe het hier maar mee’. Kijkcijfers, dat is het belangrijkste, als de kijkcijfers tegenvallen dan vliegt het programma eruit. Aan de ene kant is dat natuurlijk wel logisch maar je voelt ook dat dat ergens de verkeerde manier is om artistiek bezig te zijn. Je voelt dat zulke programma’s geforceerd zijn en dat ze vooral veel geld moeten opbrengen.” Wil je daarvan wegblijven? Mahieu: “Nee, ik ga daar niet hypocriet in zijn. Als ze mij zouden vragen, dan zou ik dat ook overwegen, maar ik wil wel alleen maar dingen doen waarvan ik het gevoel heb dat ik er goed in ben, en niet gewoon ça va. Het is absoluut niet mijn doel om gewoon met mijn kop op het scherm te komen. Wij hebben echt die bv-cultuur hier. Nederlanders hebben dat veel minder. Ze gaan een avondje naar comedy gaan kijken en ze weten soms niet wie er komt. Bij ons is het omgekeerd. “Ken je dien? Nee? Ja dan ga ‘k niet.” Je kunt bijna

niet anders dan daar een stukje in meegaan, of je dat nu wilt of niet. Anders sta je uiteindelijk misschien principieel te prediken voor een lege zaal. Het is een beetje Use the Force hé, maak er gebruik van, maar ga niet te ver.” Je bent nu je tweede voorstelling aan het schrijven. Hoe lang duurt zo’n voorbereiding? Mahieu: “Bij mij duurt dat eigenlijk redelijk lang. Ik heb niet zo’n hoog tempo. Ik denk dat ik in totaal twee jaar en een half geschreven ga hebben. Maar dat gebeurt heel organisch, ieder optreden iets bij. Ik ben niet iemand die, bij wijze van spreken, op een berg in het Zuiden van Frankrijk gaat zitten en een maand later met een afgewerkt product thuiskomt. Ik wil mijn werk constant toetsen. Ik ben ook super kritisch ten opzichte van mezelf. Dat is nog een beetje een evolutie waar ik door moet, durven schrijven zonder telkens opnieuw in twijfel te trekken wat ik schrijf. Over het uiteindelijke resultaat ben ik dan ook wel echt tevreden, maar is soms echt een processie van Echternach.” Zie je Comedy dan als iets therapeutisch? Mahieu: “Ja, voor heel veel comedians wel, en ik denk eigenlijk voor mij ook. Niet dat ik nu hele dagen huilend in een hoekje zit, maar ik ben iemand die heel makkelijk spanning opkropt. Comedy kan wel een uitlaatklep zijn. Maar het is wel iets dat in twee richtingen werkt. Doordat ik met comedy bezig ben, zie ik ook con-


D

Interview

tant situaties om me heen die me kunnen inspireren. Ik kijk altijd met een bril naar mensen, een observatiemodus zeg maar. Op reis kan ik dat bijvoorbeeld heel moeilijk van me afzetten, dat kan soms zelfs drie à vier dagen duren. Een man die als job met een kraan rondrijdt, ziet op reis geen kranen maar ik zie eigenlijk constant bruikbaar materiaal om me heen.” Dus je probeert eerder de mens in de maatschappij te observeren? Mahieu: “Ik ben niet iemand die politieke grappen of stukken maakt. Ik probeer eigenlijk altijd zo ver mogelijk van het concrete weg te blijven. Dat politieke interesseert me eigenlijk niet. Ik lees natuurlijk wel de krant, maar als ik iets lees

nen, en daar dan een absurde twist aan te geven. Ik ben niet iemand die schenen blauw schopt en er daarna geen plakkertje op legt. Maar ik vind een confrontatie heel interessant omdat ik vind dat we in een tijd leven waarin dat wel nodig is, die reflectie. Hoe we tegenwoordig omgaan met elkaar, dat is niet OK. Mensen willen op alles grip krijgen, dat is ergens normaal, maar soms, in de pogingen die men onderneemt om dingen te vatten, valt alle fijngevoeligheid weg. Wij proberen angstvallig iedereen terug op het juiste pad te krijgen, maar dat gebeurt dan vaak op een manier die totaal los van essentie is. Als de bedoeling goed is, mag er geen commentaar meer gegeven worden. Mensen willen voor alles een finale oplossing vinden,

niets is voelen, zelfs voelen is weten. Kijk bijvoorbeeld naar de manier waarop we omgaan met depressieve mensen, we proberen daar iets voor te vinden, een pilletje “kijk, pakt dat, ’t ga wel opgelost raken”, maar zo werkt het niet. Bij het voorbereiden van mijn volgende show, waarin dit thema uitvoerig aan bod zal komen, las ik een artikel: “Zelfmoord kost de Belgische staat ieder jaar miljoenen euro’s”. Dat was de kop van dat artikel, dat is toch absurd? Als je die zin even analyseert: zelfmoord kost de staat zoveel. We moeten er iets aan doen, want het kost veel geld? Eigenlijk zou het omgekeerd moeten zijn. Het is door de manier waarop we nu leven, dat er zo veel zelfmoorden zijn. We zouden meer denkers nodig hebben, geen politici

maar die is er vaak niet. Iets niet weten, dat hoor je niet vaak in de politiek. Met een slogan als ‘wij weten het niet’, zal een partij niet veel stemmen halen. Terwijl dat dat soms een goed punt is om te beginnen nadenken.”

maar denkers. Volgens mij is dat het falen van politiek en daarom komt dat onderwerp ook niet voor in mijn shows, anders ga je al snel over tot zwartmakerij. Die politieker doet da en die politieker doet da. Terwijl we uiteindelijk allemaal wel ergens fout zijn. Ik probeer tot de essentie te raken zonder met het vingertje te wijzen. Ik probeer humor te vinden in de absurditeit om ons heen. Ik blijf nu eenmaal een comedian en het is niet mijn bedoeling om een filosofisch essay voor te dragen. Een heel groot deel van mijn publiek gaat na de voorstelling gewoon een aantal pinten gaan drinken, en dat is voor mij ook OK.

“Ik ben niet iemand die schenen blauw schopt en er daarna geen plakkertje op legt”

over een bepaalde politicus dan probeer ik eerder die onderste lagen vast te krijgen en dieper te graven, meer naar de essentie. Michael van Peel bijvoorbeeld, die maakt fantastische eindejaarstukken, waarin die onderste laag ook zit, maar het jaar nadien zijn die voorstellingen niet mee geldig. Met mijn nieuwe show ga ik twee seizoenen lang touren, dus ik wil toch iets maken dat over twee jaar nog relevant is.” Hoe confronterend zijn je voorstellingen? Mahieu: “De confrontatie is voor mij absoluut de bedoeling, maar ik probeer ook altijd een kader aan te reiken waardoor je niet alleen bruuskeert maar ook oplost, zeg maar. Ik vind het heel interessant om na te denken over hoe het wel zou kun-

Misschien durven mensen zich niet zo kwetsbaar op te stellen? Mahieu: “Ja, ik denk dat dat inderdaad iets is dat mensen niet durven. Je onvermogen iets te weten, toegeven. We worden allemaal opgevoed om zo veel mogelijk te weten. dat is de maatschappij waarin we leven. Terwijl ik denk dat het niet weten ook heel interessant kan zijn, iemand die “ik weet het niet” of “het interesseert me niet” durft zeggen. We zitten in een ‘weten’ manier van leven, alles is weten en

Lana Crois

DILEMMA • 23


D

Interview

Dilemma’s impressies van improcessies (sorry) De redacteurs van uw geliefde lijfblad doen hun best om voor originele interviews te zorgen. Daarom kwamen wij in contact met Improcessie, het Gents gezelschap dat improvisiatie komedie dat naar eigen zeggen bestaat uit blinde scherpschutters mikkend op een lach. Wij werden uitgenodigd op hun wekelijkse training in een zaaltje aan de Dampoortstraat. Voor ons zaten vier grapjassen die bereid waren eens te babbelen voor hun training van start ging.

V.l.n.r.: Erlend Timmermans, Katrijn Govaert, Domien Vloeberghs en Domien Desmyter

Over de kunst van het spontane Welke namen binnen de Gentse improvisatiescene moeten onze lezers zeker kennen? Katrijn Govaert: “Naast Improcessie zijn er ook nog de Lunatics, Caque en Amai. Er was ook nog de Spelen met uw Leven met Mark Uytterhoeven, maar hij was heel controlerend en door het scheve podium zijn daar ook wat ongelukken gebeurd. Voor de rest is improvisatietheater in Vlaanderen nooit volledig van de grond geraakt. Maar er is wel een publiek, zeker onder de studenten. Bij ons en bij de Lunatics zit het toch altijd vol. Het is niet zo populair als stand-up comedy. Bij de Lunatics doen ze die combinatie en dat werkt echt wel. Ze doen 45 minuten impro, een pauze en dan 45 minuten stand-up.”

DILEMMA • 24

Hebben jullie veel contact met stand-up comedy/komieken? Domien Vloeberghs: “Niet via impro zelf maar via Katrijn wel en ik ben MC op comedy-avonden en doe ook zelf stand-up comedy.” Victor Hugaert: “Erlend (Timmermans) heeft dat ook nog gedaan eh?” Vloeberghs: “We hebben Katrijn ook kunnen overtuigen om zich daar eens aan te wagen. Het was goed hoor, ik vond dat grappig.” Govaert: “Ik heb dat ook twee keer gedaan. Ik denk dat dat misschien had kunnen werken maar het is mijn ding niet. Ik vind theater veel fijner. Ik deed het niet graag.” Vloeberghs: “Erlend moesten we hard pushen. Ik wil nog altijd het materiaal dat hij toen geschreven heeft gebruiken. Ik

heb het hem al een paar keer gezegd, ofwel begin je terug ofwel pak ik al uw materiaal af (lacht). We gaan dat gewoon eens doen, in plaats van impro gewoon allemaal vijf minuten stand-up.” Hugaert: “Dat is een mop, neem maar vijftig minuten.” Govaert: “Zoals met die Fransen. Ik heb een reclamespot gedaan voor de Gouden Gids; 24 uur impro aan één stuk. Mensen konden bellen met om het even welke vraag en wij moesten daar een antwoord op geven improstyle, maar we waren met een Nederlandstalige groep en een Franstalige.” Vloeberghs: “Dat is wel origineel.” Govaert: “Dat begon ons na verloop van tijd zo hard te irriteren, want het was zo pokkesaai, dat mijn collega gewoon de scene opgelopen is en de telefoon heeft afgelegd (lacht). Dan was de scene natuurlijk gedaan.” Vloeberghs: “Leuke sfeer!” Govaert: “Na een tijdje begonnen wij dat dan allemaal te doen.” Vloeberghs: “En hoe reageerden die dan?” Govaert: “Eén keer werden ze zo wat kwaad en hadden ze iets van “allez kom”. Maar we hebben zo ook heel veel uit de nood geholpen omdat ze gewoon vastzaten in een scene.” Met hoeveel zijn jullie? Vloeberghs: “Als we alle leden meetellen, ook de ‘slapende’ leden dan zijn we met een vijftiental. Dan tel ik Geert mee die ook MC is, dan tel ik uw pa mee (wijst naar redactielid, Sam Ooghe) die af en toe meespeelt.”


D

Interview

lossing.”

Victor Hugaert:

“Te kennen geven dat het niet gaat, dat is het slechtste wat je kan doen”

En hoe steekt zo’n training in elkaar? Vloeberghs: “Het is impro, maar het zou leuk zijn mocht het altijd iets of wat kwalitatief blijven (lacht). We doen vooral opwarmingen. Het hangt er ook van af waar we spelen. Als we in de Jan van Gent trainen en optreden werken we met Steve, onze pianist. Zondag (toen 24 November) treden we op in Het Spijker. Ik heb een aantal spelletjes die we ofwel nog niet gedaan hebben ofwel lang geleden en die we moeten opfrissen. Ze zeggen altijd het is theatersport en we noemen het training, geen repetitie. Je oefent op samenspelen. Je oefent op technieken en dan heb je de ‘match’ zelf waarin alles eigenlijk opnieuw van nul moet ontstaan. Je merkt wel hoe meer je samen traint hoe meer het vlot tijdens een voorstelling.” Wat onderscheid jullie van de Belgische Improvisatie Liga, die ook hun eigen improsessies hebben? Govaert: “De BIL speelt op een andere manier. Zij spelen iets langere scenes met een thema en spelen echt een match. Wij doen dat niet omdat we dat een beetje raar vinden aangezien ze tegen elkaar spelen en niet met. Het is een beetje valse competitie.” Hebben jullie dat vroeger niet gedaan tijdens de Gentse Feesten? Govaert: “We hebben dat ook eens gedaan, zelfs met een scheidsrechter en boksring.” Vloeberghs: “Dat is een concept van

Keith Johnson, dat is een Canadees en zo wat grondlegger van de moderne improvisatiekomedie. De legende zegt dat het begonnen is op een ijshockeypiste, ze waren zich aan het vervelen tijdens een time-out en sprongen op het veld. Toen vroegen ze aan het publiek om iets te roepen en begonnen ze te spelen. Dat is wat de BIL eigenlijk doet en zij zijn de enige in België die daar een licentie voor hebben. Ik vind het zelf ook niet het meest boeiende format.” Van waar komt de naam Improcessie? Vloeberghs: “Dat komt van processie, in het begin hadden wij het idee om op te komen met penitentie, Gregoriaans gezang. We hadden ons echt al voorbereid. Eigenlijk is alleen de naam blijven hangen. We zijn toen drie, vier keer gaan trainen maar dan had Geert (Willems, oprichter van de groep) het veel te druk en niemand van ons voelde zich toen capabel om aan de kar te gaan trekken. Dan heeft het een heel tijdje geduurd tot wanneer Paul (Ooghe, voorzitter) en Geert dan gevraagd hebben om voor de Gentse Feesten een soort kleine teaserkes te maken voor de grotere voorstelling. En zo zijn wij erop gekomen” Govaert: “Wij moesten een vol avondprogramma hebben om subsidies te kunnen krijgen voor hun toneelstuk.” Vloeberghs: “Wij zijn eigenlijk ontstaan als een excuus om subsidies te krijgen (lacht).” Erlend Timmermans: “Ik zat er toen nog niet bij, ik ben er bijgekomen als noodop-

Is podiumvrees iets waar jullie veel last van hebben? Timmermans: “Minder omdat we elkaar al wat beter kennen, je bent op elkaar ingespeeld en weet wat je ervan kan verwachten.” Vloeberghs: “In het begin is dat altijd wat meer, soms bij nieuwe spelletjes en ik vooral bij het zingen. De zangspelletjes zijn doodgaan voor mij.” Hugaert: “Spelletjes die je niet kent zijn ook al wat moeilijker.” Wat moet je doen als je volledig de mist ingaat? Hugaert: “Dan moet je het vooral zelf grappig vinden.” Timmermans: “Volledig de mist ingaan, dan moet je er echt gewoon overgaan.” Hugaert: “Het laatste wat je moet doen is terugtrekken of tonen dat je de mist ingaat. Niet aarzelen of bevriezen. Dat is het slechtste wat je kan doen, te kennen geven dat het niet gaat.” Hadden jullie dat vaak in het begin? Hugaert: “In het begin is dat meer dan anders maar dat overkomt iedereen eens. Timmermans: Wij zijn ook op elkaar ingespeeld dus dan kan je elkaar wat uit de brand helpen.” Hugaert: “Het is een teamspel, je hebt mensen die soms meer voor hun rekening nemen maar de essentie is dat we goed samen kunnen spelen en elkaar redden als het nodig is. Meestal heb je wel iets klaar in uw achterhoofd, maar dikwijls gaat de scène een andere richting uit en kan je dat niet doen. Dan mag je dat ook niet doen.” Vloeberghs: “Kill your darlings.” Hugaert: “Als je ziet dat een scène stil aan het vallen is of een slechte richting uitgaat dan kan je dat gebruiken.” Het is toch moeilijk om op bevel grappig te zijn? Hugaert: “De situaties die we creëren zijn op zich vaak al grappig. Door de absurditeit ofzo.” Vloeberghs: “Af en toe bedenken we wel eens een variant op een spel of oefening. We hebben nooit van scratch zelf een spel uitgevonden.” Hugaert: “Eigen varianten hoogstens.”

DILEMMA • 25


D

Interview

Aanvaarden, associëren en afgaan Lukt het om jullie dagelijkse leven te combineren met Improcessie? Hugaert: “Voor mij wel. Ik ben nog student ook.” Govaert: “Het is ook maar één keer per week training. Hugaert: “Je plant dat gewoon in je kalender in .” Wat is jullie doel? Willen jullie het improvisatietheater promootten of is het gewoon een uitlaatklep? Hugaert: “Goh, ik vind het gewoon leuk. Ik heb er voorlopig geen grote ambities mee. Het is wijs om mensen uit te nodigen als je optreedt.” Govaert: “Af en toe krijg je dan eens opdrachten en dat is dan mooi meegenomen.” Wat soort opdrachten dan? Govaert: “Op verjaardagsfeesten bijvoorbeeld, of zoals die reclamespot voor de Gouden Gids. Of ook gewoon als ze acteurs zoeken voor iets en je kan zeggen dat je improvisatie-ervaring hebt dan telt dat wel mee. Als dan bijvoorbeeld bij een theaterstuk je medespeler zijn tekst vergeet en je hebt ervaring met improvisatie dan kan je daar makkelijker een draai aan geven zodat het niet teveel opvalt.” Merken jullie dat jullie bekender worden? Govaert: “We merken wel dat we al de voorstellingen vol krijgen, wat drie jaar geleden zeker niet zo was.” Hugaert: “We hebben al eens gehad dat studentenvereniging ’t Stropke (Streekkring voor studenten uit Gent en haar randgemeenten) als activiteit naar ons kwam. Toen zat de zaal ook heel vol en zijn er mensen weggegaan omdat ze niet meer binnen konden.” Govaert: “Het zit nu eigenlijk altijd vol dus we moeten oppassen dat we niet ‘teveel’ volk aantrekken.” Jullie geven ook workshops, werkt dat? Hoe krijgen jullie die participanten uit hun schelp? Govaert: “We doen het met opwarmingsspelletjes die iedereen kan, zoals een personage bedenken, decors opzetten. Maar er zijn inderdaad altijd wel mensen die

DILEMMA • 26

Domien Vloeberghs:

“Wij zijn eigenlijk ontstaan als een excuus om subsidies te krijgen”

blokkeren.” Vloeberghs: “Dat gebeurt. Er is zo een eenmalige workshop en dan moet je heel snel de boel energiek krijgen, beetje de groep smeden en dan kan je snel leuke dingen doen. Bij zo’n cursus kan je natuurlijk meer opbouwen. Bij de workshops en cursussen die we organiseren hebben de mensen zich wel zelf ingeschreven terwijl we soms worden geboekt door een school en dan zitten die gasten daar wel echt niet op te wachten. En dat is soms moeilijk. Over het algemeen vind ik dat dat vrij goed gaat, we krijgen de meeste wel los.” Govaert: “Er zijn sommige van waar je denkt; “oei, wat moeten we hier nu mee doen”. Soms voelt die dat dan zelf aan en stopt die na een tijdje en soms heeft die dat totaal niet door, dat is wel wat lastiger.” Zijn er standaardtechnieken of regels voor improvisatiekomedie? Vloeberghs: “Accepteren is één van de belangrijkste regels, heel goed associëren is geen regel maar wel belangrijk. En durven afgaan. Dat is altijd mijn eerste les; de drie A’s. Accepteren, associëren en afgaan.” Govaert: “Iets doen, maakt niet uit wat, maar doe gewoon iets.” Vloeberghs: “En dan zijn er per spel nog regels die je kan leren, als je een bepaald niveau bereikt kan je die regels overboord gooien maar je moet een basis hebben.” Moesten jullie elkaar niet kennen en plots samen een improvisatiesessie moeten doen, zou dat dan even goed gaan?

Vloeberghs: “Even goed dat weet ik niet. Maar het gaat. Verschillende van ons hebben al eens met andere mensen samengespeeld, dat gaat wel maar je merkt dat het vertrouwen helpt om te weten welke richting de andere persoon uitgaat. En ja, op je gemak zijn bij elkaar. Govaert: “Hetgeen er bij Improcessie bijkomt omdat je met zo’n grote groep zit is dat je elkaar begint te ‘pesten’ tijdens de voorstelling. Het publiek is dan ook mee en vindt dat dan vaak leuk, dat gebeurt totaal niet als je speelt met mensen die je niet kent.” Zijn jullie vertrokken vanuit theater, hoe zijn jullie er allemaal in beland? Govaert: “Via een cursus bij Geert Willems, daar zaten wij twee (wijs naar Domien Vloeberghs) in en nog iemand die nu minder vaak komt. Dan heeft Geert daaruit een groepje gesmeed en dan is daar Erlend bijgesmeten (lacht).” Vloeberghs: “Katrijn heeft ook altijd theater gespeeld.” Hugaert: “Ik heb een cursus gedaan maar kon wegens overlapping met tennis niet meer volgen en toen hebben zij mij opgebeld en gevraagd of ik niet mee wou doen. Ik heb geen auditie gedaan maar wel de cursus.” Wat zijn de grootste verschillen tussen improvisatiekomedie en stand-up comedy? Govaert: “Het is niet voorbereid (lacht).” Hugaert: “Stand-up comedy is meestal


D

Interview

met grappen die helemaal en diep uitgeschreven zijn. Zij weten dat ze van die grap naar deze grap gaan, ze zitten allemaal al klaar.” Govaert: “Een stand-up comedian die gaat een mop vertellen en daar dan iets grappigs mee doen of over zeggen terwijl wij de situatie uitvoeren. En we zijn met meer.” Vloeberghs: “Dat klinkt heel stom om te zeggen maar dat is inderdaad een wezenlijk verschil; wij zijn met meer (lacht).” Hugaert: “Ik vind soms dat het qua speelstijl heel erg op elkaar kan trekken, als een komiek een verhaal vertelt vind ik wel dat dat iets improachtig heeft.” Vloeberghs: “Als stand-up comedian krijg je wel minder krediet. Bij improvisatiekomedie weten de mensen dat het ter plekke wordt bedacht en een mop die daar enorm kan werken, gewoon door de snelheid van gedachten, zal bij stand-up minder goed gaan. Wat niet wil zeggen dat die mop minder goed is.” Govaert: “Die past ook binnen die situatie eh, als je iets grappigs navertelt eerder gebeurd is dan is dat vaak minder grappig dan op het moment zelf.” Improcessie in één zin?

Katrijn Govaert (l.) en Erlend Timmermans (r.) Hugaert: “Niet nadenken, als je puur je instinct volgt kom je vaak op de beste dingen.” Vloeberghs: “Wat is onze slogan eigenlijk?” Govaert: “Blinde scherpschutters mikkend op een lach.” Vloeberghs: “Aja just, ik was die al verge-

ten maar ik heb die zelf bedacht (lacht).” En met dat mooie eindrijm sluiten we af, bedankt voor het interview. Marcel Fransaert en Sam Ooghe

ADVERTENTIE

DILEMMA • 27


Negenduust

DILEMMA • 28


D

Negenduust

De Caféru…burb

Herman Bachermans spreekt dubbel Aan alle muilers, rolders en boemelaars Het was miljaardedju al veel te lang geleden dat ik naar de Trollenkelder was geweest. Ik denk dat cafébaas Hugo me ondertussen als een van z’n vaste klanten beschouwt, ik heb er dan ook al praktisch de hele bierkaart naar binnen gegoten. Het deed deugd om nog eens met een verduisterde blik te vertoeven in die middeleeuwse bierkelder. De laatste keer dat ik hier was, heb ik Hugo’s madam eens tegen alle donkere hoekskes van de kelder geplakt en sindsdien leek het me niet zo slim om meteen terug te komen. Bij het binnenkomen had ik het gevoel dat Hugo me wat vreemd aankeek. Ik denk niet dat ze het hem heeft verteld, maar het kan altijd zijn dat hij vermoedt dat er iets aan de hand is. Zijn madam kan namelijk wel eens luidruchtig zijn, en in allerijl wel eens de verkeerde naam in de mond te nemen. Hoe dan ook, op risico van een vergiftigde pint ging ik nog eens naar den Trollenkelder aan de Vlasmarkt om het biertje (lees: twee biertjes, n.v.d.r.) van de maand te proeven en te bespreken. Of ze nu vergiftigd zouden zijn of vers getapt, Filologica zou ze me toch rembourseren en bier blijft bier, en voor bier op kosten van een ander waag ik gerust mijn leven. Mochten er nog eens dikke tetten aan te pas komen, dan had ik me geen schonere dood kunnen inbeelden.

ander vast te klampen. Op onze eigen benen konden we niet meer staan, maar met al onze benen samen slaagden we erin om een relatieve stabiliteit te bewaren. Met dat in het achterhoofd was ik van plan om niet al te veel Augustijn te zuipen; maar ja, van het bier van de maand krijg je er altijd twee voor de prijs van een. En ik heb een zwak voor zulke koopjes, dus in die valstrik ben ik lekker getuimeld en niet veel later zat ik weer aan de grond. Ik was desondanks blij dat het weer Augustijn was. ’t Is misschien geen klassebiertje, maar het smaakt goed en het kan elke ongemakkelijke stilte in een muilpartij omtoveren. Ik moet er minstens zes hebben binnengekapt en nog wat anderen brol alvorens het licht in mijn hoofd uitging. Ik ga dan ook gewoon eerlijk zijn met jullie. Ik herinner me er niet al te veel meer van. Het relaas dat ik als volgt hier zal neerpennen is dan ook niet meer dan verzameling van verhalen die ik heb horen waaien en enkele obscure foto’s en berichten die ik de volgende dag op mijn gsm vond.

Het begon allemaal met een Bicky. Ik stapte de Trollenkelder binnen met een Bicky Cheese uit de frituur ernaast. Ik begroette Hugo vluchtig en ging dan de trap af om te zitten op mijn vaste stek. Op twee koppeltjes na, zat ik er alleen. Na onze vorige dronken avontuur denk ik dat Jan en Marcel bewust andere plannen hadden die avond. Ik kan het hen moeilijk kwalijk nemen. It ain’t easy rolling with the boss; want ik ben een baas, zoveel is zeker. Maar genoeg gelachen met die hipsters, want de Herman heeft geen kompanen nodig om een epische avond te beleven. Ik zat daar en dronk Augustijn. Tussen het wachten op een batssletje door kon ik niet anders dan de gesprekken van andere trollen meevolgen. Ik wou dat ik het niet kon, want de bucht die uit hun muilen kwam, deed de hele kelder stinken naar etter en maagzuur. Niemand bijzonder kwam in aanmerking om mijn avond een interessante draai te geven. En met ‘een draai geven’ heb ik het, natuurlijk, over mijn penis, of Edelbrecht, zoals ik hem soms wel eens durf te noemen. Hij had al een

Den dood door Augustijn Ik was misschien niet letterlijk dood, maar figuurlijk wel. Gelukkig ben ik reeds uitgekaterd en kan ik er dus met een zekere neutraliteit over schrijven. Het biertje van de maand was in november Augustijn. Ik heb niets liever dan een simpel biertje van Vlaamse bodem om me mee in de wereld der vertroebelingen te loodsen. Maar dit biertje, dat eigenlijk geen hoogschieter is, is toch geen normaal biertje. Ik herinner me nog een cantus op Augustijn in den tijd waarbij iedereen zich op weg naar huis kon rechthouden door zich aan de

DILEMMA • 29


D

Negenduust

tijdje niet meer in de warme krocht van een Ginaatje gelogeerd. ’t Is een feit dat iedere man wel kan beamen dat er niets fantastischer is dan het doppen van je bonzende eikel in een vochtige en net iets te warme foef. En met die gedachte gleed mijn derde Augustijn gemakkelijk naar binnen. Edelbrecht prangde en het werd tijd dat ik eens wat actie ondernam, want hoe graag je soms ook wil dat de Ginaatjes zich spontaan aanbieden, niets kan tippen aan de voldoening na een succesvolle foefenjacht. Voor zover ik me herinner bleef de Trollenkelder zeer rustig die avond. Ik herinner me nog dat ik er ongeveer tegen middernacht weg ging en niet veel later plotseling op een privéfeestje was beland, dat zich ook in een kelder afspeelde. Er liep daar heel wat doenbaar materiaal rond, en er waren ook lauwe pinten aan nen euro. Ik stelde daar genoegen mee. Niemand sprak er Vlaams. Ik ging naar een groepje kippetjes toe en vroeg hen: “Why does nobody speaks Flemish?”. Ik kan me niet meer herinneren wat zij daarop precies gezegd hadden, want ik had ADVERTENTIE

DILEMMA • 30

een serieus stuk in mijn kloten en ik kon mijn aandacht niet van die ene haar tetten afhouden. Een meter zestig met golvend bruin haar dat gekanaliseerd over haar linkerschouder liep tot over haar linkerborst, een hipsterbril, en een kont waarvan ik meteen begon daveren. Een katjen die ik graag mee naar huis wou nemen. Of ik het met haar al dan niet heb gedaan, blijft me nog vraag, maar vanochtend kreeg ik een bericht van een zekere persoon die in mijn gsm staat onder de naam: ‘Bqenda gooo crazy’. “Hey Herman, it was a really crazy night. I’m staying in Belgium until twenty December. Will we meet again?”. Na wat onderzoek zag ik dan ook dat ik een selfpic had genomen met die chick en een bebaarde man in ontbloot bovenlijf in een duistere kamer. Ik kon het allemaal niet zo goed plaatsen. ’t Zit zo dat ik bij het zien van dergelijke foto’s me meteen zorgen begin te maken over de toestand van mijn kringspier. Ik stuurde daarom maar terug naar dat meisje dat vermoedelijk Brenda heette. Zij wist me te vertellen dat zij allemaal Erasmusstudenten waren en we hadden besloten om een kotfeestje te houden op het kot van een rus, Vlad. Het

feit dat hij in ontbloot bovenlijf met mij en Brenda op de foto staat, doet me vermoeden dat Vlads kotfeestje in een orgie is geëindigd. Wat me niks zou verbazen, want Edelbrecht staat wel bekend om zijn opdringerigheid. Hoe dan ook, meer weet ik er zelf ook niet van. Ik werd wakker onder de stadshal met mijn fiets tussen m’n benen. Toen ik op mijn kot aankwam merkte ik dat ik mijn trui omgekeerd aanhad en geen onderbroek droeg. Bovendien rook Edelbrecht nog naar latex en voelde hij nog redelijk zompig aan. Gelukkig heeft hij toch wat actie gehad, al is het natuurlijk wel spijtig dat ik er me niks meer van kan herinneren. Het feit dat ze me stuurde na afloop, betekent volgens mij toch wel dat Vlaanderen goed op de kaart heb gezet. Maar ze moet niet denken dat ik nog eens met haar ga afspreken. Ik ben op dat vlak nog van de oude stempel en laat onenight-stands dan ook liever bij een nacht. Herman Bachermans


Filologica

DILEMMA • 31


D

Filo logica

InterFacultairTornooi

28 oktober 2013

9u17: Na menig keer de snoozeknop geteisterd te hebben was het onvermijdelijk: ik moest uit mijn bed. Het was een welgekomen moment, hoewel de nadorst veroorzaakt door de nacht ervoor zijn werk aan het doen was. Gulzig slokte ik anderhalf glas water binnen en ik was klaar voor de drukke dag die zou komen. Tussen al de ‘gelukkige verjaardag!’-sms’en zocht ik berichten van Timo met nieuws over de laatste praktische regelingen. Zoals u ongetwijfeld wist (en dit in het ander geval net ontdekt heeft) was het die dag ook mijn verjaardag (gelukwensen en cadeaus zijn trouwens nog steeds welkom). Alles bleek ongeveer in orde te zijn, dringend tijd dus om nog een beetje verder te slapen! De eerste discipline van de dag was veldlopen. Ondanks het barre weer verdedigden zes filologen dapper onze eer, met een 13de plaats bij de vrouwen en een 8ste plaats bij de mannen als gevolg (ploegenklassement). Het IFT was dus goed begonnen! De volgende opdracht was de basketters en volleybalsters op tijd en stond op het veld te krijgen. De basketters zaten in een, op papier althans, haalbare poule. De eerste match tegen onze Blandijnbroeders VGK werd met 30-8 gewonnen. De tweede wedstrijd was een heruitgave van de onvergetelijke halve finale van het IFK vorig jaar: Filo-Wina. Wina was duidelijk niet uit op revanche, de match werd gewonnen met 30-17. Door deze winst waren we zeker van een plaats in de kwartfinales! Desondanks stond de eer op het spel in de 3de wedstrijd tegen de chemica. Ook deze werd gewonnen met 25-21. Dankzij die overwinning kwam Filo in de kwartfinales uit tegen de VGK (geneeskunde). De zenuwen waren gespannen, want de VGK was meer dan een waardige tegenstander. Onze boys & girls waren vanaf de eerste seconde geconcentreerd en wonnen de match met 32-20. Weer een stapje dichter

DILEMMA • 32

bij de gedroomde finale. In de halve finale gingen we onderuit tegen het VEK met 22-15, maar de wedstrijd om de 3de plaats werd gewonnen met (opnieuw) 25-21 cijfers tegen de Chemica. Een dikke proficiat aan onze basketters! Onderussen speelden onze volleybalsters in hun poule tegen Politea, VBK, VEK en HILOK. Onze meisjes verkochten met veel overgave en enthousiasme hun vel duur, maar de tegenstanders maakten hun verwachtingen waar. Filo ging eervol onderuit en eindigde 5de in hun poule. Ook het presidium moest aan de bak tijdens het presidiumkamp. Zij eindigden op een mooie 14de plaats. Ten slotte was er nog de zwemmarathon. Filo eindigde op een 13de plaats, ook aan de zwemmers een dikke proficiat! In de eindstand eindigde Filologica op een heel mooie 12de plaats! Ik wil alle sporters hartelijk bedanken voor hun inzet en prestaties, ik heb een ongelooflijke dag beleefd! GO FILOO!!!!!!! Uw trotse sportpreses, David Ginsberg

Komende activiteiten 25/12: IFK volleybal heren 27/12: IFK minivoetbal dames 2/12: IFK minivoetbal heren 9/12: IFK basketbal (Tegen de VGK (geschiedenis)!) 11/12: IFK veldvoetbal Heb je zin om mee te doen? Aarzel niet en contacteer ons via sport@filologica.be of spreek ons aan! GO FILO!


D

Foto logica

DILEMMA • 33


D

Erasmici

Op bezoek bij de Erasmici Beste jongens en meisjes, het is tijd om de traditie die we in deze rubriek gestart hebben even op zijn kop te zetten. Het zit namelijk zo dat in dit eerste semester de redactie al brieven heeft ontvangen van onder andere pro-sport Michiel Verplancke, oprechte commilito Johan Bollaert, pro-cultuur James Sweetlove, en van al drie jaar trouw redactielid Daan Borloo. En wat zij schreven leek allemaal wel goed en wel, maar wij, als kritische lezers stellen ons daarbij natuurlijk de volgende vragen: Is wat zij schreven eigenlijk wel waar? Wat is er eigenlijk niet door de kluwen der censuur geraakt? En hoe vreselijk is het daar eigenlijk echt?!’ Dus deze rubriek, waarbij Erasmusstudenten de gelegenheid kregen om even de Blandijn op de hoogte te houden van hun avonturen, zal in deze editie de ware feiten beschrijven in trend van diepe maatschappelijke kritiek. Ditmaal komt het thuisfront aan het woord en beschrijven wij onze bevindingen van onder andere het winterwarme zuiden, het niet-zo-communistische Oostblok en het immer mottige Holland.

Op Erasmusbezoek in Huelva

Vrijdag 8 november was het eindelijk zover, ik vertrok voor een lange vakantie naar het warme Huelva om mijn lief James te bezoeken. Ik was een paar weken eerder al eens op bezoek geweest, maar dat was enkel voor vier dagen en ik had gemerkt dat die vier dagen eigenlijk veel te kort waren. Daardoor keek ik natuurlijk des te meer uit naar deze (lange) week. Het was al een hele drukke week geweest voor mij, na de doopcantus en Woorden en Daden had ik echt nood aan een beetje rust. Jammer genoeg had een vriend van James het idee opgevat om het eerste weekend te gaan kamperen in de natuur. Dat betekende dus niet uitslapen, maar om 8 uur op zaterdagochtend opstaan. Ik was ook helemaal niet voorbereid op kamperen, dus moest ik nog bij de Spaanse buurmeisjes sportschoenen gaan lenen (gelukkig heb ik een excellente vertaler). We hebben

DILEMMA • 34

eerst een non-actieve mijn bezocht in Rio Tinto (bekend van de rode aarde), iets wat ik nog nooit in het echt gezien had. Na een paar uur rondgestruind te hebben, reden we verder op zoek naar middageten. Stefan stelde daarna voor om een ‘wandeling’ te maken (lees: een berg te beklimmen). Die berg was enorm steil en door het feit dat ik eigenlijk heel erg vermoeid was, was de klim toch lastig voor mij. Uiteindelijk hebben we de top wel bereikt, maar we moesten aan de andere kant van de berg afdalen, omdat het zo steil was. Toen we eindelijk in het dal waren aangekomen, belandden we in een veld waar er enorm veel kastanjes lagen, waarvan we er uiteraard een heel deel meegenomen hebben. We hadden niet door dat dat privéterrein was, dat kregen we pas door nadat er een aantal keffertjes hun keel opentrokken. Gelukkig zijn we zonder boete het

terrein af kunnen gaan. We sliepen op een camping in the middle of nowhere en na heel veel problemen met de tent op te zetten, konden we eindelijk iets eten en onze flessen wijn opentrekken. Het werd een heel gezellige avond (zeker na die drie flessen wijn). De volgende dag gingen we weer de natuur in, waar we veel wilde herten hebben gezien. Na een lange wandeling zat het avontuur erop en gingen we weer naar huis. Diezelfde avond ben ik nog meegegaan naar de salsales die James altijd volgt - wat veel meer mijn ding is dan bergen beklimmen – en heb ik de overige vrienden van James ontmoet. Het zijn echt allemaal ongelooflijk toffe gasten. De rest van de week heb ik voornamelijk op het strand in mijn bikini doorgebracht, aangezien het gemiddeld 26 graden was. Ook in Huelva zelf hebben we nog wat rondgelopen, >>>


D

Erasmici

maar veel valt daar niet echt te zien. James is namelijk ook niet naar Huelva op Erasmus gegaan voor de stad, maar voornamelijk omdat er daar veel gelegenheid is om te gaan surfen en omdat er veel mooie natuur in de omgeving is. Tijdens mijn vakantie heb ik ook nog voor alle vrienden van James (16 man in totaal) mijn beruchte lasagne gemaakt. Dat was ook een heel erg gezellige avond (zeker na alle wijn). Op mijn laatste dag in Huelva ben ik nog mee uitgeweest naar de ‘Overpoort’ van de stad. Iedereen staat daar ook, zoals in

de Overpoort, gewoon midden op straat. James en ik gingen iets vroeger naar huis, omdat we de volgende dag vroeg naar Sevilla vertrokken. Dat betekende dat ik van iedereen afscheid moest nemen, wat me wel zwaar viel. In Sevilla hebben we de stad bezichtigd door in alle kleine straatjes te lopen en hebben we heel lekkere tapas gegeten. We sliepen nog een laatste avond samen in een hostel, en de dag erna was het moment van het afscheid gekomen. Na nog een paar uurtjes de stad bekeken te hebben, was het tijd voor de laatste knuffel. Ja, ik heb natuurlijk weer wat traan-

tjes gelaten. Maar ik moet eerlijk zijn, ik heb een enorm leuke vakantie achter de rug gehad. James en ik zijn nog sterker naar elkaar toegegroeid, en ik kijk enorm uit naar de feestdagen als hij naar België komt. Deze vakantie is ook voor mijzelf verrijkend geweest; ik heb ontdekt dat ik meer van de wereld wil zien, en mijn horizon wil verruimen, voor ik een werkende mens wordt. Vandaar is ons plan geboren om samen de wereld te zien. Maar laat James eerst maar terug naar België komen! Madelon Bakx

ADVERTENTIE

DILEMMA • 35


D

Erasmici

Op bezoek bij Daan Borloo in Leiden En de wonderlijke ontdekking van het kapsalon

In tegenstelling tot Marcel of Madelon is Leiden wel ietsje te dichtbij om er met het vliegtuig heen te gaan. Roadtrip! Samen met Ward Boone sprongen we vrijdagmiddag in de VW Caddy die mijn ouders me voor de gelegenheid wel wilden uitlenen en we vertrokken richting de studentenstad Leiden. Omdat ik nog aan het batsen was, zijn we niet om twaalf uur kunnen vertrekken, maar waren we pas tegen half twee op de snelweg. De luidsprekers bonsden non-stahp AM en …Like Clockwork en wij vroegen ons voortdurend af: ‘who the fuck gaat er nu in op Erasmus te Leiden?’ Maar als je Daan kent, dan ja… (Je moet maar eens zijn rubriek ‘Ceci est une fiction’ lezen). Een dikke twee uur later reden we de stadspoorten van Leiden binnen met de notie dat wij plotseling ‘die twee belgen’ waren, een soort identiteitstoekenning waar ik voordien nooit bij had stilgestaan, en me wat vreemd aanvoelde. Anyway, deze rubriek laat geen plaats aan identiteitscrisissen. We reden Leiden binnen en werden (#classicholland) begroet door goedkope karakterloze flatgebouwen en regen die op een of andere manier altijd aanwezig blijft, maar dan in verschillende gedaantes. Wat een fijne plek, dachten we.

twee uitgangsdagen, woensdag en vrijdag. Mensen met een kamer (lees: kot) gaan ’s weekends ook niet naar huis. Misschien is het meest frappante wel dat uitgaan hier begint rond 9u, en vaak tegen half twaalf eindigt. Bovendien mag je na twaalf uur geen enkel café meer binnen, maar als je al binnen bent mag je wel blijven tot de cafébaas last-call blaast.

De gps leidde ons via die typische donkerrood betegelde wegen naar onze destinatie, de Smaragdlaan, gelegen in de buitenwijken van Leiden; een getto van flats en sociale woningen. Onze goede vriend woonde (wij dachten eerst dat we verkeerd waren gereden) in een gebouw waarvan je zou denken dat het met lego ontworpen is door een achtjarige. Het was een blij wederzien vol met knuffels, een cadeautjesuitwisseling, een kussengevecht en niet te vergeten enkele broodjes bapao gevolgd door een gezamenlijke indigestie. Eens alles was uitgekakt besloten we Leiden te verkennen. Wij dachten natuurlijk dat we in een bruisende studentenstad zouden terechtkomen zoals we dat in Gent gewend zijn, maar niks is minder waar. Leiden heeft namelijk maar een danscafé, Next, en heeft ook maar

Wij wisten niet waar we terecht waren gekomen. Vanaf de zon de horizon had verlaten, leek de stad wel doods (en het was vrijdag). Wij liepen van de buitenwijk naar het historisch centrum en kwamen amper iemand tegen. Af en toe eens een passant of een fietser. Het was bijna angstaanjagend. Wat ons wel opviel is dat er, net als hier, enorm veel kebabzaken zijn, waarvan Daan ons het Kapsalon aanraadde. Wij vonden dat wat een rare benaming voor een kebabzaak, maar hé, ’t is Holland eh. Wij gingen naar een cocktailparty die speciaal bestemd was voor internationale studenten (eigenlijk hebben we niet veel Leidse studenten gezien). We dronken Schultenbräu (fuck me right?) want zelfs die cocktails waren niet te zuipen, maar tegen tien uur was alles op, en om half elf werden we allemaal de straat gezet. In

DILEMMA • 36

de ijzige kou en miezerige regen hoorden we iets waaien over een kotfeestje op de Herengracht. In een gebouw genaamd ‘Het Oudeliedenhuis’ kwamen we terecht op een kotfeestje dat plaatsvond in de gemeenschappelijke kamer en de keuken. Het rook er naar alcohol en wiet (je denkt toch niet dat die internationale studenten daar komen studeren voor gerenommeerde leerstoelen?). Na afloop en heel wat absurde aanvaringen met geïntoxiceerde Engelsmannen en Grieken besloten we naar dat befaamde Kapsalon te gaan. Here comes the good part! Dat kapsalon is blijkbaar niet eens een zaak, maar een gerecht, en oh boy, echt de meest heerlijke midnightsnack die je je kunt voorstellen. Het wordt bereid in een soort lasagneschaaltje met vanonder frieten met satékruiden, daarbovenop kebab (of kip), daarbovenop een sneetje Gouda (of toch zoiets) en dan groenten (sla, tomaat, the usual). Dit wordt nog even in de oven gestopt tot de kaas voldoende gesmolten is en met een vorkje geserveerd. En daarom houd ik nu van Holland. Jan Bogaert


D

Erasmici

Op Erasmusbezoek in Boedapest Er zijn zo van die dagen, beste lezertjes, waarop je plots eindigt in Bratislava terwijl je in Boedapest moet zijn. U raadt het al, de penning en scriptor van Filologica zijn gestrand in de idyllische luchthaven van Slowakije nadat Ryanair hen daar gedumpt had en gezworen had dat er een bus zou komen. Ik hoor ze nog zo zeggen “There will be a bus”. Die was er ook, maar pas nadat ze ons zeven uur hadden laten zitten zonder nieuws om vervolgens te melden dat de bus drie uur later kwam. Feest! Maar wij zijn sociaal geweest en hebben tegelijk ook eens kunnen merken wat een omgeleide vlucht met mensen doet. Na tien uur chillen met twee Spanjaarden en een Belg (shout out to my homies Isidoros, Vicente and Killian) zaten we eindelijk rustig te tukken op de bus terwijl die kalm knorde op weg naar Boedapest. Eenmaal aangekomen, en lichtjes groggy van de voorbije nacht, begaven uw twee favoriete avonturiers zich naar Brodi Shandor Utca voor een prettig weerzien met Birgit. Wij zijn namelijk niet zomaar

naar Boedapest vertrokken, wij gingen er een vriendin bezoeken om vervolgens de stad cultureel en alcoholisch te bezoeken. Na even chillen en bekomen van een oncomfortabele nacht trokken wij erop uit om de stad zelf te verkennen. Verkennen als in de gezelligste (lees: meest random) pub in Boedapest gaan bezetten om er ons tegoed te doen aan palinka (lokaal alcoholisch brouwsel). Die pub heet overigens Szimpla Kert en is één van de bekendste pubs ter wereld. Het concept is een beetje vreemd maar wel leuk: zoveel mogelijk random shit proppen in een café en er iets gezellig mee maken. Wij zagen een zombie die reageerde op een telefoon, televisies die licht gaven op commando en iets te joviale barvrouwen. Na meerdere halve liters vonden we dat allemaal niet zo raar meer. Twaalf uur en een lichte kater later werden wij wakker in de zetels op het appartement van onze gastvrouw. We besloten toch iets cultureel te doen. Na wat kuieren en de omgeving bezichtigen kwamen wij aan de Sint-Stefanusbasiliek. De basiliek

is een apart geval want het spel van licht en duisternis is veel prominenter dan bij andere religieuze gebouwen. Je kan ook de trap nemen tot boven aan de basiliek en de stad bezichtigen, dit is zeker een aanrader want zo krijg je een idee van de structuur van de stad en de prachtige architectuur. Onder andere het parlement is een aanrader. Des avonds besloten wij dat het tijd was voor chilling times. Chillers onder u, het Vissersbastion biedt niet enkel zicht op de stad (ojo, zotte lichten ’s nachts gast) maar is ook aangenaam om te zitten, al dan niet met tabak en wijn. Ook deze avond hebben wij ons geplaceerd in één van de vele ruïnepubs (zoals Szimpla Kert) en te goed gedaan aan goedkoop bier. Alhoewel we culturele jongens zijn, moet er natuurlijk nog bijgepraat worden. Na drinken, bezichtigen, chillen en weer drinken hadden wij het gevoel dat we misschien wel eens een museum moesten bezoeken. Robert Capa is een bekende oorlogsfotograaf wiens werken ook al in de Sint-Pietersabdij tentoongesteld zijn. De tentoonstelling in Boedapest was beduidend groter en meer verzorgd dus we

DILEMMA • 37


D

Erasmici

zijn niet tevergeefs gegaan. Scriptoren en penningmeesters eten al eens graag en we hadden de lokale keuken nog niet geprobeerd dus het was tijd om ons eens te verdiepen in de wereld van goulash en worst. Hopelijk zijn jullie erin geslaagd een deftige indruk van Boedapest uit dit artikel te halen. Drinken, chillen, cultureel zijn en eten is anders een goede samenvatting van wat wij in Boedapest hebben gedaan. De stad is alleszins een aanrader en we vonden het jammer dat we slechts drie dagen zijn kunnen gaan. Marcel Fransaert

ADVERTENTIE

DILEMMA • 38



D

Erasmici

Op jouw lijf geschreven

MARIAKERKE EVERGEM DESTELBERGEN

Brugsesteenweg 528 Kwadeweg 84 Dendermondesteenweg 488

Tel. 09/226 25 49 Tel. 09/335 50 03 Tel. 09/228 30 98

Open van dinsdag tot zaterdag van 9.30 - 12.00 uur / 13.30 - 18.00 uur. Gesloten op zondag en maandag.

DILEMMA • 40

Als jij er beter uit ziet, ziet alles er beter uit.

www.vijgeblad.be


D

Taal kunde

Waarom jij altijd grappig bent Ik vroeg me af hoe het komt dat wanneer een man een grap vertelt en vrouwen niet lachen, we te horen krijgen dat we geen gevoel voor humor hebben, maar wanneer een vrouw een grap vertelt en mannen niet lachen, we te horen krijgen dat we niet grappig zijn. – M. Jenkins Hoe zit dat eigenlijk? Zijn vrouwen werkelijk minder grappig dan mannen, laat staan niet grappig ,of is dat allemaal maar antifeministische prietpraat? Om hier achter te komen stellen we ons een aantal andere vragen: Wat is ‘humor’ en wat betekent ‘grappig’?

Gegeven dat humor een zeer abstract begrip is, want probeer jij maar eens in een zin te zeggen wat je humor vindt zonder voorbeelden te gebruiken, moeten we er bedacht op zijn dat onderzoeksresultaten nogal afhangen van de gebruikte definitie voor het begrip. Wat we zeker weten is dat humor een sociaal gebeuren is. De impact van een bepaalde humoristische poging hangt af van de reactie van het publiek. Een publiek vindt iets ‘grappig’ als het een poging tot humor herkent als humoristisch en positief onthaalt. Het is dit verschil tussen ‘humor hebben’ en ‘grappig zijn’ dat Jenkins in het citaat aanhaalt. De twee mogen niet met elkaar verward worden. Verder is humor een uiting van een sociale reflex, een soort instinctieve handeling. We gebruiken humor in situaties om directe communicatie uit de weg te gaan. Een gesprek zonder humor kan snel mislopen, omdat we geen trucjes meer hebben om bepaalde dingen te omzeilen, die mogelijk nefast zijn voor het verdere aangename verloop van een gesprek. Volgens Freud geven mensen via humor uiting aan onderdrukte gevoelens. Vrouwen zouden minder last hebben van hun

onderdrukte verlangens en daarom minder humor gebruiken. Of zoals Freud het zei: geen humor hebben. Lakoff stelt dan weer dat vrouwen geen 'moppen kunnen tappen' omdat ze de clue te vroeg verklappen en dit om de luisteraar een beetje tegemoet te komen. Recentere, vrouwvriendelijkere(?), onderzoekers klagen de kortzichtigheid van Freud en Lakoff aan. Er wordt te eng gefocust op grappen, zo klinkt het, een genre dat vooral door mannen gebruikt wordt. Humor is veel wijder dan vooraf bedachte mopjes. Spontane humor die inspeelt op een gesprekssituatie is onvoldoende bestudeerd en daardoor krijgen we een vertekend beeld. Een belangrijke doorbraak in het onderzoek naar humor is het besef dat vrouwen misschien gewoon andere vormen van humor gebruiken en grappig vinden dan mannen. Als je een bepaalde vorm van humor niet grappig vindt, waarom zou je die dan gebruiken? Er zijn verschillende manieren om humoristisch te zijn: de parodie, de satire, stijlfiguren, hyperbolen (of overstatements), parabolen (of understatements), oxymorons (combinaties van twee elkaar

DILEMMA • 41


D

Taalkunde

tegengestelde begrippen bv. 'oud nieuws'), ironie, sarcasme en spot. Naast de aloude grap zijn de meest gebruikte vormen in conversaties woordspelingen, sarcasme en anekdotes. Al deze verschillende manieren worden gebruikt voor de presentatie van een eigen persoonlijkheid in gesprekken. Elke poging om grappig te zijn (dat wil dus zeggen 'een geslaagde humoristische handeling uit te voeren') kan het beeld dat je gesprekspartners van je hebben schade toebrengen. Mensen zijn dus voorzichtig wat humor betreft. Humor kan drie mogelijke uitkomsten hebben waarvan de eerste twee nauw samenhangen maar subtiel verschillen: je gesprekspartners en jij bevestigen jullie band, versterken die band of verbreken die band. Het zijn die verschillende doelen die er toe leiden dat mannen en vrouwen een ander idee hebben van wat 'grappig' is.

Mannen en vrouwen gebruiken humor voor verschillende doelen. Over het algemeen zullen mannen humor meer gebruiken om een groepsband te bevestigen of versterken en dit vaak ten koste van mensen die niet tot die groep behoren. Hun humor is daardoor agressiever - of op zijn minst assertiever. Concreet lachen mannen sneller met humor ten koste van anderen en met moppen over seksualiteit. Verder benadrukken ze vaak hun superioriteit tegenover vrouwen via humor. Dat laatste delen vrouwen wel met mannen, maar uiteraard in de omgekeerde richting. Vrouwen willen enerzijds hun eigen positie binnen een groep verzekeren en anderzijds de groepsband bevestigen. Langs de ene kant delen ze persoonlijke informatie via humoristische anekdotes, langs de andere kant proberen ze problematische situaties in een gesprek met humor op te

lossen. Het resultaat van deze verschillende strategieën is dat mannen veel vaker humoristische uitingen produceren terwijl vrouwen proberen humor uit een bepaalde probleemsituatie af te leiden, waardoor die plots 'grappig' wordt. Verder zullen mannen eerder (onpersoonlijke) grappen vertellen en vrouwen hun toevlucht zoeken tot (persoonlijke, humoristische) anekdotes. ... gelukkig weet ik nu dat ik altijd grappig ben, maar misschien gewoon niet voor iedereen. Bron: T. Kuitenbrouwer “Humor en toch leuk? Master thesis over sekseverschillen met betrekking tot humor in conversaties” Hendrik Wittock

Ik vroeg me af hoe het komt dat wanneer ik een grap vertelde aan een vrouw en die niet lachte, ik flauw deed, maar wanneer een vrouw mij een grap vertelde en ik die niet grappig vond, ik plots zo’n typische vent was. – H. Wittock

ADVERTENTIE

DILEMMA • 42


D

Letter kunde

Portret van een Antieke Stand-upcomedian

Marcus Valerius Martialis

Voor liefhebbers van klassieke poëzie: hoera. Voor liefhebbers van scabreuze poëzie: hoera! Marcus Valerius Martialis was hoogstwaarschijnlijk Romes grootste literaire sloeber. Hij was werkzaam tijdens de eerste eeuw na Christus, wanneer smeerlapperij in de Romeinse elite schering en inslag was – voorbeelden hiervan verderop. Zijn epigrammen, die voor het grootste deel satirisch van aard waren, kenden al in zijn eigen tijd een groot succes en werden ook later enthousiast herlezen en becommentarieerd. Zo komt Martialis tot een algemene cultureel-sociologische schets van de Romeinse elite, wat het werk – naast hilarisch – ook waardevol maakt. Lang niet al Martialis’ werk is satirisch, maar gezien de ophefmakende inhoud geniet hij voor zijn satires wel de meeste bekendheid. Zijn succes in zijn eigen tijd is in grote mate te danken aan zijn algemene sociale spot tegenover gefingeerde personages. Kritiek hierop staat immers gelijk aan een bekentenis. Zijn epigrammen hebben een invloed gehad op onder meer Erasmus, Spinoza, Swift en Goethe. Martialis werd omstreeks 40 na Christus geboren in Spanje, een Romeinse kolonie in die tijd. Hij was van rijke komaf en genoot dus een deftige opvoeding, waar in zijn epigrammen niets van te merken is. In 64 trekt hij, ondanks zijn patriottische Spaanse inborst, naar Rome om er carrière te maken. Daar komt hij meteen in contact met grote Romeinse namen zoals Seneca en Lucanus, die allebei door Nero gedwongen werden tot zelfmoord, een goede indicatie voor de amorele tijdgeest. Van Nero wordt verder verteld dat hij zijn vrouw verbande, vervolgens zijn zwangere minnares doodschopte en ten slotte zijn mannelijke slaaf Sporus liet castreren om haar plaats in te nemen. Dit soort absurde decadentie en egocentrisme zullen door Martialis op de korrel worden genomen. Als dé stand-upcomedian van zijn tijd (in die tijd werden gedichten niet zelden gereciteerd) zadelde hij de toehoorder op met een ongemakkelijk gevoel; iedereen herkende zich immers in enkele van zijn epigrammen. De namen, gebruikt in de epigrammen, zijn grotendeels gefingeerd.

Een korte bloemlezing Uit de enorme veelheid aan epigrammen (meer dan 1000), volgt hier een korte selectie, ter inleiding. Zo kan je vanaf nu je vrienden uitschelden op een antieke en erudiete (maar toch ook vunzige) wijze. In de hoogdagen van het Romeinse Rijk was er een overdaad aan overspel, pederastie, prostitutie, incest en dergelijke. Het inspireert Martialis tot enkele fijne gedichtjes. * Je vraagt me, Fabullus, waarom Themison geen vrouw heeft? / Hij heeft een zus. * Om jonge slaafjes te kunnen kopen, verkocht Labienus zijn tuinen. / Nu heeft hij alleen nog een vijgenboomgaard… (In tegenstelling tot onze connotatie van vijgen is hier de gelijkenis met een mànnelijk achterwerk van belang.) Zowel in overspel als in het huwelijk was de schoonheid van de vrouw een belangrijk punt. Lelijke vrouwen krijgen het bij Martialis hard te verduren.

* Quintus houdt van Thaïs / -Welke Thaïs? / Thaïs met één oog. / -Thaïs mist één oog, hij mist er twee * Jij wil met Priscus trouwen, Paula. Ik ben niet verbaasd; jij hebt goede smaak. / Priscus wil niet met jou trouwen, Paula. Ook hij heeft goede smaak. * Ik kan er vier aan in één nacht, maar ik mag sterven / als ik het in vier jaar één keer met jou kan, Thessalia Voorts moest een Romeinse man te allen tijde zijn eergevoel bewaren. Mentaal onderdanig zijn was bon-ton, fysiek ‘onder’danig zijn is echter voor watjes. Vrouwen (van lichte zeden) doen dit daarentegen met volle overtuiging. * Dat hyperactieve lid van Linus, bekend bij vele meisjes, is gestopt met recht te komen. / Tong, let op! * De dronken fluitspeelster breekt onze oren open met haar opgeblazen wangen soms bespeelt ze twee fluiten tegelijk, soms slechts één. (Het was toen niet uitzonderlijk om een rechtshandige en linkshandige fluit tegelijk te hanteren – letterlijk dan.) Voor lichamelijke geneugten was het huwelijk dus lang niet de enige bron. Om gemakkelijk geld te verdienen is het wél de aangewezen plaats. * Paula wil met me trouwen. Ik wil haar niet trouwen: ze is oud. / Ik zou wel willen, als ze nog ouder was. Ben De Smet

DILEMMA • 43


D

Letterkunde

Gust Gils

Absurd, ironisch en vooral tegendraads vernuft

No worries! Dat de naam Gust Gils, double G voor de vrienden, waarschijnlijk niet meteen een belletje doet rinkelen, is niet meer dan normaal. Nederlandstalige poëzie blijft – helaas – voor velen een vrij onbekend terrein en Gils bekleedt daarenboven een vrij marginale positie binnen het landschap. Niet zozeer omdat zijn werk van een mindere kwaliteit zou zijn, helemaal niet, maar omdat hij doorgaans vrij moeilijk te plaatsen valt. Een ‘eilandloze Robinson’, de titel van een gedicht uit zijn bundel Manuskript gevonden tijdens achtervolging, is een term die hem misschien wel het best omschrijft. Maar wat doet die gast, of beter Gust, nu in hemelsnaam in een Dilemma die in het teken staat van de lach? I’ll tell you why. Het poëtisch werk van Gust Gils wordt doorheen de veelvuldige chaos gekleurd door de nodige humor en ironie. Een aanvankelijk vrij logische realiteit wordt dikwijls geheel onderuit gehaald en op zijn kop gezet door middel van absurde taferelen en tegendraadse redeneringen. Vervreemding en de occasionele ‘euh’ zijn dan ook logische gevolgen van die wacko hersenspinsels. Wie bij Gils’ poëzie categorie ‘bulderlachen, schateren, gieren’ verwacht, is dan ook aan het verkeerde adres. Want laat het nu net dat zijn waar het bij hem helemaal niet om gaat. Waar Gust met zijn poëzie op aast, is namelijk van een subliemer, vernuftiger aard. Niet luidop lachen, maar kortstondig even die mondhoek optrekken, een volwaardige smirk en hup weer verder. Dáár draait het ‘em allemaal om! Nu, ik mag zeggen/schrijven wat ik wil, om dat scherpzinnige van Gils’ werk te begrijpen, wie weet te appreciëren, is het natuurlijk nog altijd beter er gewoon zelf even in te duiken. Bundels als Afschuwelijke roze yogurtman, Een handvol ingewanden en Onzachte landing bevatten elk hun juweeltjes – al is het maar om die awesome titels gewoon eens even aan te halen. Nood aan het nodige plezier en vernuft (en natuurlijk ook een diepere betekenis, maar dat is een ander verhaal) in je verdere stappen door de Nederlandstalige poëzie? Gils is your man!

DILEMMA • 44


D

Letter kunde

Nachttafereel met postzegelautomaat zoekt u iemand die ik ken? vroeg ik het meisje die in het holst van mijn nacht te morrelen stond aan een ingeslapen postzegelautomaat maar in werkelijkheid vroeg ik haar niets ik zei alleen bij mezelve nee ik ken hem niet Afschuwelijke roze yogurtman (1972)

Onhandige rekruut Roze psichopaat ach ik ben zo zachtgetatoeëerd ik ben een klein fluwelen gebouw dat straffeloos rondwandelt en bij elke straathoek zijn roze kartonnen kop verliest. maar dat ik von röntgenheim zou heten is gelogen! getekend: von röntgenheim

van het geweer dat te zwaar was voor zijn schouder brak de riem en het viel en de kolf verpletterde zijn voet en het schot ging af en verbrijzelde zijn schedel en zijn lijk kreeg kamerarrest en zijn nabestaanden de rekening voor beschadiging van legermateriaal Onzachte landing (1979)

Afschuwelijke roze yogurtman (1972)

ADVERTENTIE

DILEMMA • 45


D

Letterkunde

Meelezen AURORE dan is de toekomst alleen maar huidschilfers die in de slijper bleven steken en in cirkels vallen dwarrelen zich neervlijen tegen het oppervlak en erin verdwijnen is zij alleen maar lange lokken die sluiks om haar sproeten vallen in haar gezicht heeft een oorlog gewoed en vijlen vlekken haar nachtelijk verleden alsof ze te lang te hard en te onstuimig tegen haar oogballen heeft gedrukt om wat ze had gezien genadeloos weg te vegen een wisknop, die als een wilg omhoog zou krullen in haar hoofd dat brandde vluchten wilde maar als aan de grond genageld bestond dan is het nu alleen maar huidschilfers die zachtjes in haar handen glijden en de hemel ziltig kleuren met het penseel dat elke dag dient uitgewassen schone lei uitgeklede griffel door een meedogenloze passer geprikt Daan Borloo

DILEMMA • 46

jou oë as koëls deur my kop die gebergte wat my kop verberg, my liggaam verbind en in verband bring wat eintlik al vergeet moes wees die pomelo wat my daagliks aanstaar met oë as rood vrugvlees maar nie vars nie want jy is bedorwe Madelon Bakx


Culturama

DILEMMA • 47


D

Cultu rama Schrif tuur

Wat is er de laatste paar maand weer gebeurd in de incestueuze wereld van literatuur? Veel. Niets. Maar omdat u toch niets beters te doen hebt en u van zichzelf denkt dat een brokje cultuur je maaltijd in De Brug net iets beter zal laten verteren. Je denkt misschien zelfs dat je nu iemand gaat worden, dat je op de hoogte gaat zijn en daar genoeg kracht uit kan putten om je lief vanavond te vertellen dat je dromen hebt en dat de wereld gemaakt is om die dromen te laten uitkomen. Niets is minder waar natuurlijk, wij zijn allen even zwart onder de aarde. Wij zijn van voorbijgaande aard. Maar dat geheel terzijde. Hier is wat literatuurnieuws.

Het is een ondankbare taak over de doden te moeten schrijven. Aangezien de conventionele mediakanalen echter zelden voldoende aandacht besteden aan het overlijden van belangrijke auteurs (huh, iemand die zo wat woordjes op papier neerzet belangrijk?), rust de taak op de brede, welgevormde schouders van deze redactie. Dus, hier gaan we dan. We beginnen bij Hermine de Graaf, overleden eind november. Naast het feit dat de jeugdfoto’s van Hermine de Graaf een van mijn vroegste seksuele prikkels waren, was ze een gevierd schrijver. We herinneren haar vooral om haar korte verhalen en de novelle De regels van het huis. Ook van Gerrit Krol hebben we helaas afscheid moeten nemen. De Nederlandse veelschrijver bezweek aan de ziekte van Parkinson. Van hem raad ik vooral De chauffeur verveelt zich (1973) en Wat mooi is is moeilijk (1991) aan. Tot slot is er uiteraard nog Doris Lessing, de oudste vrouw die ooit een Nobelprijs voor Literatuur kreeg. Het is onbegonnen werk om in deze korte rubriek het belang van Lessings oeuvre samen te vatten. Lessing werd omwille van haar anti-Stalinistisch boek The Golden Notebook gretig door feministen omarmd (iets waar Lessing zelf niet al te tevreden over was). Look it up. Ik dacht dat het al vaker was gebeurd, maar blijkbaar is het een nogal bijzondere gebeurtenis wanneer er drie nieuwe verhalen van J.D. Salinger worden gelekt. De drie verhalen (‘Birthday Boy’, ‘Paula’ en ‘The Ocean Full of Bowling Balls’) werden na een mysterieuze eBay-veiling illegaal op het internet gepubliceerd. Voorheen waren ze enkel voor een select groepje on-

DILEMMA • 48

J.D. Salinger derzoekers beschikbaar gemaakt. Tough shit. ‘The Ocean Full of Bowling Balls’ wordt nu al getipt als Salingers beste ongepubliceerde verhaal. Het verhaal dient blijkbaar als korte prequel op onze teerbeminde The Catcher in the Rye te worden gelezen. Spannend! De PDF’s met deze verhalen vind je online. Zowat overal momenteel. We proberen iets nieuws: zoveel mogelijk lullige informatie in vijf regels. Here we go! Saaie nominaties voor VSB-poëzieprijs, lelijke reorganisatie binnen WPG maar geen paniek er wordt niemand ontslaan huehuehuehueh, WFH-bibliografie is uit en er zijn mensen die het goed vinden en mensen die het niet goed vinden, Problemski hotel van Verhulst wordt verfilmd en daarvoor komt ie wel af uit Zweden hoor, Nelson Mandela citeerde ooit eens een gedicht van Ingrid Jonker, ‘Napolitaanse bibliotheekbaas blijkt spin in web van boekendieven’. Oef, dat lucht op. Sinds 2003 organiseert Stiching Perdu in

Amsterdam ‘Vers van het mes’, een podium voor aanstormende, ongedebuteerde dichters. Op zo’n avond krijgen 1 Vlaamse en 1 Nederlandse jonge dichter het woord, bijgestaan door een derde, reeds van literaire lof voorziene schrijver. Recentelijk hebben ze in Amsterdam de wijze beslissing gemaakt dat niemand minder dan ikzelf de Vlaamse dichter van de eerste editie van 2014 zal worden. Ik feliciteer hen met dit besluit. De Amsterdamse kroegen laten weten dat ze al reikhalzend uitkijken naar het neerstrijken van ik en de mijnen op 14 februari. Oh ja, en Arnon Grunberg plakt 28 elektroden op zijn hoofd om zijn schrijverschap te ontmythologiseren. Het meest hilarische aan dit alles is dat Grunbergs New York-appartement door The New York Times wordt omschreven als “shoebox apartment in Midtown Manhattan”. Doet een beetje deugd. Arno Van Vlierberghe


D

Culturama Noise

Bestofte Platenhoezen Closing Time Tom Waits “'Cause it's been forty years or more, now Martha please recall/ Meet me out for coffee, where we'll talk about it all”. Het zou vandaag kunnen zijn, de dag waarop Tom Waits zijn verloren geliefde eindelijk terugbelt in het alombekende “Martha”. Het was immers in 1973 dat zijn voortreffelijke debuut Closing Time het daglicht (of beter: het schemerduister) zag om de wereld laten kennis te maken met één van de meest getalenteerde singer-songwriters. Een schets van die ‘days of roses, of poetry and prose’. Downtown Los Angeles, de prille jaren zeventig van de vorige eeuw. Terwijl voor het gros van zijn generatie het besef begint op te doemen dat ze weldra bruusk zullen moeten ontwaken uit de naïeve dromen van de sixties, haalt een jongeman uit California de schouders op. Veel heeft hij er nooit mee gehad, dat flowerpowervolkje. Nee, levenswijsheid haalde je bij beat poets als Kerouac of Ginsberg, en échte muziek, dat was de swingende jazz van Frank Sinatra, of de rythm and blues van Ray Charles. Zijn vaste bestemming waren de stripclubs en bruine kroegen, waar hij in de avond als bordenwasser en uitsmijter werkte, in de vroege uren kroop hij achter de piano om zijn ziel bloot te geven aan achterbuurten van de desolate grootstad. Tom Waits in zijn vroegste vorm: de bohemien, de romantische vagebond. Maar het debuut dat Waits vervolgens op de wereld zou loslaten, het tijdloze Closing Time, is meer dan de nachtelijke toogplaat waarvoor ze maar al te vaak versleten. Ze laat het openingsakkoord horen van de enigmatische artiest die doorheen de daaropvolgende jaren zou uitgroeien tot zijn eigen unieke genre, dat alles beslaat van ingetogen treurliederen en grauwe gospel tot avant-garde en carnavaleske bombast. Maar die muzikale metamor-

fose was nog steeds veraf in 1973, toen de bezopen Randy Newman nog geen bulderende Captain Beefheart was geworden. Want voor wie enkel Waits’ latere werk kent, is zijn eerste telg verbazend vlot verteerbaar en conventioneel. Sobere, jazzy pianoballades, zorgvuldig ingekleurd met folkgitaar, bas, strijkers en een occasionele trompet. De rokerige bariton van een weemoedig ballroom balladeer, hier nog niet omgevormd tot een menselijke rasp, croonend op het randje van zelfmedelijden. Een opbeurend streepje muziek valt Closing Time dan ook bezwaarlijk te noemen, met haar centrale bitterzoete romantiek die zij op de pechstrook van het leven veelal een schouder moet bieden om op uit te huilen. Alle stadia van de liefde komen immers aan bod: de vroege aanhef, zoals de smachtende verklaringen van het countryachtige “Rosie” of de geen klein beetje seksueel geladen verleiding in het opmerkelijk upbeat “Ice-Cream Man” (I’ve got a big stick momma that will blow your mind). Maar ook hier loeren de blues al om de hoek, in de universeel herkenbare confrontatie in “I Hope That I Don’t Fall In Love With You”. De protagonist aan de toog gluurt de hele avond naar een naburige deerne, die als hij zichzelf eindelijk de moed heeft in-

gedronken haar aan te spreken, natuurlijk spoorloos blijkt te zijn. ‘And I think I just fell in love with you’. Snik. We aanschouwen de verliefdheid in haar volle glorie in het zeemzoete “Little Trip To Heaven (On The Wings Of Your Love)” en de euforie van een postcoïtale ochtendrit huiswaarts in opener “Ol’ 55”. En daarmee komen we tot wat Waits’ grootste inspiratie lijkt te zijn: het gebroken hart. Het verscheurende afscheid van “Old Shoes (& picture postcards)”, de onvermijdelijke pijn in het aartsdonkere “Lonely”, het doelloze ronddolen op “Virginia Avenue”. En dat die perikelen jarenlang kunnen aanslepen, bewijst het onsterfelijke “Martha”. Of het nu de wrange regels als ‘How’s your husband/How’s your kids/ You know that I got married too’, de spaarzame pianotoetsen of de perfect georkestreerde strijkers die invallen bij het refrein zijn, Martha is het type nummer waarbij het amper mogelijk is om onberoerd te blijven, hoe makkelijk het ook in theorie als melig zou kunnen worden afgedaan. Meer dan eender waar dan ook op Closing Time, klinkt Waits klinkt hier als de grijsaard die het allemaal al gezien heeft in plaats van de twintiger die hij destijds was.

DILEMMA • 49


D

Culturama Noise

En dat is net hetgeen wat bijdraagt tot de legende van Closing Time: in retrospect lijkt het wel of Waits een omgekeerde evolutie heeft doorgemaakt. Hoe de jeugdige barpianist, tot over zijn middel vastgeroest in de tradities van jazz en blues, zich met ouder worden ontwikkelde tot muzikaal schenenschopper. Aanvankelijk ging dat zeer geleidelijk, The Heart Of Saturday Night en Nighthawks At The Diner waren rechtstreekse verderzettingen van Closing Time; op Small Change of Foreign Affairs hoorden we Waits’ croon verzwaren tot zijn karakteristieke grafstem. Maar ook niet meer dan dat. En de boterham raakte langzaamaan uitgesmeerd. Als één van de trieste figuren uit de onderbuik van de sa-

menleving die zo veel van zijn nummers bevolkten, was hij op weg om een karikatuur van zichzelf te worden. Zover is het gelukkig nooit gekomen, want ineens was daar het surrealistische Swordfishtrombones in 1983, waarmee Waits zichzelf een compleet nieuwe muzikale identiteit aanmat die de basis zou vormen voor de rest van zijn carrière. Maar laat één ding duidelijk zijn: deze bruuske stijlbreuk mag dan misschien wel de voornaamste reden waarom er na veertig jaar nog steeds zoveel over Closing Time gepraat wordt, de plaat blijft op zich een melancholisch meesterwerk.

ADVERTENTIE

1295

ANNO DILEMMA • 50

Een goed excuus dus om dit prachtige debuut van Tom Waits nog eens van onder het stof te halen, zij het als archiefmateriaal, zij het als perfecte middernachtplaat. Gert-Jan Wijnant


D

Culturama Noise

Nils Frahm/Spaces Bildung

Nils Frahm, als kind leerling van Nahum Brodski, op zijn beurt de laatste protegé van Tchaikovsky, reeg in het verleden probleemloos positieve recensies aan elkaar, maar blaast met Spaces alle superlatieven genadeloos omver. Spaces is een Künstlerroman, een portret van de artiest als jonge man als het ware. Het album vat als geen ander de evolutie van Frahm als componist in elf nummers samen. Spaces is een live-plaat, maar gedraagt zich als volleerd studio-album, als industrieus samenspel tussen oud en nieuw.

De jonge Duitse componist Nils Frahm (31) excelleert in tederheid, ivoren sérieux en speelt met bijster veel branie, zo is het eerder verschenen ‘Said and Done’ van een kleinood van drie minuten naar een nederig epos geëvolueerd. Negen minuten vederlichte zwaarmoedigheid, opgebouwd rond één noot. Ook ‘Over There It’s Raining’ verscheen in 2008 al op The Bells, maar verliest live niets van zijn tristesse. Frahm bootst met poëtische bravoure het vallen van regen onder dicht bewolkte hemel na. De pianist daalt gedwee de wit -en ebbenhouten treden af, om daarna ook de stilte haar werk te laten doen. Mocht Paul Verlaines Chanson d’automne ooit een soundtrack verlangen, ‘Je suis venu te dire que je m’en vais’ van Serge Gainsbourg niet te na gekeken, dan is die bij deze geschreven. Nieuw is onder meer ‘Hammers’, nog

steeds akoestisch maar in tegenstelling tot voorgenoemde nummers vrij van melancholie. In het nummer paradeert Frahm even met zijn technisch vernuft door elke seconde met zowat tien klavierslagen te vervullen. Met de golvende rusteloosheid van Chopins Etude Op. 25 No. 12 ‘Ocean’, vormt ‘Hammers’ een stijlbreuk, maar ook aangename afwisseling met de somberheid van ‘Went Missing’ en ‘UnterTristana-Ambre’. Daarin onderscheidt hij zich van tijdgenoten als de tevens briljante Dustin O’Halloran, wiens werk uniform het schemerdonker benadert. ‘Says’ en ‘For-Peter-Toilet Brushes-More’ zijn dan weer het kind van elektronica en zetten Frahms eclecticisme in de verf. En zoals ‘Over There It’s Raining’ een onomatopee is voor vers gevallen neerslag, staat ‘Says’ voor een wervelstorm die eerst stapvoets en dan furieus over de grond raast.

De gestage opbouw, structurele experimenteringsdrang en talmende apotheose zijn zonder enige twijfel ingenieus en bieden een antwoord op de vergankelijkheid waar onze popmuziek tegenwoordig onderhevig aan is. Spaces is een plaat om te koesteren, een lofdicht aan ons muzikaal erfdeel. Een continu variërend schouwspel tussen klassiek en ambient. Bildung van artiest en luisteraar. Het aloude argument dat kunst en literatuur de mens een ‘beter’ individu maakt, heeft nog altijd evenveel tegenstanders als voorstanders. Maar het moment discrimineert niet, en als u na een luisterbeurt dan toch vijf seconden langer sprakeloos blijft, heeft Spaces zijn doel bereikt. Laurens DeBlock

DILEMMA • 51


D

Culturama Cinematiek

Een van de meest besproken films van dit jaar was ongetwijfeld La vie d’Adèle van de Frans-Tunesische regisseur Adbellatif Kechiche. Het aandoenlijke lesbische liefdesdrama wist op het Filmfestival van Cannes de Gouden Palm in de wacht te slepen. Toch rees er naast de talloze loftuitingen ook veel kritiek, vooral op de minutenlang durende stomende seksscène. Ondergetekende trok op een loze maandagavond richting Sphinx Cinema om zelf een oordeel te vellen.

La vie d’Adèle is een coming of age-verhaal dat losjes gebaseerd is op de graphic novel Le Bleu est une couleur chaude van de Française Julie Maroh. Aan het begin van de film – die zich integraal afspeelt in het Noord-Franse Lille – leren we het titelpersonage Adèle (Adèle Exarchopoulos) kennen, een 15-jarige scholiere die zich gedraagt zoals haar leeftijdsgenoten. Ze gaat uit met jongens en papt aan met een zekere Thomas, waarmee ze ook naar bed gaat. Dit gebeurt onder luide aanmoediging van haar hitsige schoolvriendinnen en vooral omdat ze denkt dat het zo hoort. Later leert ze de flamboyante, oudere kunststudente Emma (Léa Seydoux) kennen en de twee beginnen een passionele romance. De rest van de film is het fragmentarische relaas van hun verhouding: het prille begin, obligate etentjes bij de ouders, feesten, maar ook de eerste barsten in de relatie en het liefdesverdriet dat daarop volgt. Het uitgangspunt van de film mag dan wel niet erg vernieuwend zijn en ietwat banaal aandoen, de uitwerking ervan is dat gelukkig helemaal niet. Integendeel,

DILEMMA • 52

regisseur Kechiche gaat voor een erg natuurlijke en allesbehalve sentimentele aanpak waardoor de film op geen enkel moment in clichés vervalt. Toch zijn het vooral de meesterlijke vertolkingen van beide hoofdactrices die alle lof verdienen. Zij geven met een opmerkelijke naturel gestalte aan hun personages en dragen zo bij tot de grootse en meeslepende sfeer. Zo zet Exarchopoulos schijnbaar moeiteloos haar personage neer als een zoekend en gelaagd individu. De camera volgt voortdurend beide meisjes waardoor alles enorm echt en natuurlijk aanvoelt.

Naast alle lof die de film oogstte, ontstond er ook een hele hoop controverse over de lang uitgesponnen seksscènes. Schrijfster Julie Maroh bestempelde de adaptatie van haar novelle op het witte doek als pornografisch. Toegegeven, de vrijscènes zijn behoorlijk lang en expliciet, maar wel functioneel. Ze fungeren in het kader van de ‘seksuele ontwaking’ en zelfontdekking van Adèle en hebben vooral als doel om de intensiteit van haar relatie met Emma in de verf te zetten. Het verwijt dat het ‘pornografisch’ zou zijn, is dus zeker ongegrond.

Het uiterst gevarieerde scala aan emoties dat La vie d’Adèle ons toont, bestrijkt zo’n drie uur. Dat lijkt misschien heel lang, maar het voelt evenwel nooit langdradig aan. De drie uur muziek, dans, eten, feesten en liefde, vooral veel liefde, vervelen niet en vliegen dan ook zo voorbij. Het is bovendien ook de tijd die nodig is om de hele volwassenwording van Adèle geloofwaardig in beeld te brengen, een soort rite de passage die haar overgang van adolescente tot jonge volwassen vrouw weergeeft.

Zoveel hartstocht, de prachtige belichting, de poëtische toon die af en toe wordt aangeslagen en vooral de schijnbaar moeiteloze echtheid waarmee Exarchopoulos en Seydoux hun rol neerzetten, lieten ook juryvoorzitter Steven Spielberg duidelijk niet onberoerd en leverden La vie d’Adèle geheel terecht de Gouden Palm op.

Cynthia Criel


D

Culturama Cinematiek

Team America World Police

“See, there’s three kinds of people: dicks, pussies, and assholes.” Het is maar één van de vele levenswijsheden die de kijker van Team America: World Police opdoet. Deze kaskraker, het product van een samenwerking tussen comedymeesters Matt Stone, Trey Parker en Pam Brady, geeft op het eerste gezicht de indruk een banale aaneenschakeling te zijn van racistische moppen, actiescènes, liefdesperikelen en vele, al dan niet ironische, momenten van vaderlandsliefde. Maar er zit echter meer achter.

Het verhaal loopt grotendeels gelijk met dat van een typische Hollywoodfilm. We leren het hoofdpersonage Gary Johnston, een Broadwayacteur, kennen in zijn natuurlijke omgeving, waarna zijn leven door een plotselinge gebeurtenis overhoop gegooid wordt. Hij wordt door Spottswoode, hoofd van de paramilitaire antiterreureenheid Team America, gerekruteerd voor een gewichtige missie: het stoppen van de verspreiding en het gebruik van massavernietigingswapens. Alle karakteristieke kenmerken van een commericiële film zijn vertegenwoordigd: Gary wordt verliefd, stelt het publiek halverwege de film kortstondig teleur, om daarna terug te keren en, zoals het een held betaamt, zijn vijand te overwinnen en de status quo te herstellen. In Team America is de invulling van deze eigenschappen echter behoorlijk uniek: om de liefde van zijn knappe deerne te winnen, maakt hij loze beloftes (“I promise, I will never die”), zijn lapsus zien we duidelijk weergegeven in een minutenlange kotsscène en zijn antagonist is niemand minder dan Kim Jong Il, het staatshoofd van Noord-Korea en, zoals later in de film blijkt, een alien. Opvallend is het gebruik van marionetten om de personages te vertolken. Hierin werden Parker en Stone, onder meer bekend van de populaire animatieserie South Park, geïnspireerd door de Britse Super

Mario Nation-serie Thunderbirds, een sciencefictionserie die in de jaren 60 vrij in trek was, maar waar Parker en Stone naar eigen zeggen geen fan van zijn. In Team America hebben de marionetten, naast hun zonderlinge uiterlijk, een komisch effect: zo is er een seksscène waarbij twee poppen in alle mogelijke posities met hun geslachtsorgaanloze liezen tegen elkaar hameren.

onaal adviserend politiek orgaan dat voor wereldvrede moet zorgen. Kort samengevat is Team America een film voor een breed publiek. Of je nu van platte humor houdt of op zoek bent naar een onderliggende politieke opinie, bij dit comedysucces uit 2004 kan je zeker terecht.

Bovenal is Team America: World Police een satire waarin de scenaristen met iedereen de draak steken. Ten eerste wordt spot gedreven met enkele bekende patronen uit Hollywoodfilms, zoals het gebruik van een montage om de training van het primaire personage weer te geven en de destructie die de held achterlaat als hij één van zijn heldendaden verricht. Vervolgens lacht men met de bekende regisseur Jerry Bruckheimer, vanwege de film Pearl Harbor en met Michael Moore, omwille van zijn vele documentaires en politieke acties. Bovendien beschimpen de filmmakers de patriottistische houding die vaak aan de Amerikaanse Republikeinen wordt toegeschreven en de entertainment industrie die een (te) grote politieke functie uitvoert. Dit laatste uit zich in het verhaal door de vereniging van enkele beroemde acteurs en actrices (zoals George Clooney, Samuel L. Jackson, Alec Baldwin, Matt Damon, Liv Tyler en Martin Sheen) in de Film Actors Guild (of FAG), een internati-

In Team America: World Police zijn enkele easter eggs verborgen. Zo is er de scène waarbij Gary Johnston zich undercover tussen de terroristen waagt, in een bar in Caïro. Dit is een verwijzing naar de bekende cantina-scène uit de succesfilm Star Wars episode IV: A New Hope uit 1977. Later in het verhaal maakt Gary gebruik van een zogenaamde ‘jedi mind trick’. Als de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong Il op het einde op een helm gespietst wordt, slaakt hij een kreet, waarvoor de Wilhelm Scream gebruikt werd. Dit is een bekend geluidsfragment, dat in 1951 werd opgenomen en sindsdien regelmatig gebruikt werd in een grote verscheidenheid aan films, zoals verschillende Star Warsepisodes en Indiana Jones-films, The Lord of The Rings-trilogie, Batman Returns en Die Hard 3.

Tips voor de oplettende kijker!

Alexander De Soete

DILEMMA • 53


D

Culturama Büh ne

The legend ends Alex Agnew neemt afscheid Gezien op 27/10, in het Sportpaleis En of the legend ends. Het begin van zijn show was by far de meest indrukwekkende die we al zagen. Na een metalliedje als opwarmer (vermoedelijk sluikreclame voor zijn nieuwe hoofdproject Diablo Blvd) sprongen er vonken uit het plafond, weerklonken de tonen van ‘The 2nd Law: Unsustainable’ van Muse en werd de zaal lekker verwarmd door vuurspuwende machines. Alex was in da house en ownde het podium meteen, wat hij even later duidelijk maakte door zijn Sportpaleis op slot (“tuut”) te doen. “Anders stelen ze dat hier toch, in deze buurt.”

Agnew was alvast in topvorm. Hij vloog er meteen in door onze huidige televisiegewoontes onder de loep te nemen: programma’s over koken gevolgd door programma’s over diëten. Om geen programma bij naam te noemen (iedereen weet zo wel over welk het gaat), dat ene programma vond hij toch beter met de zogenaamd intelligente commentaar van ene Peter V.A. We kunnen hem geen ongelijk geven, van in de tijd dat wij nog keken. Waar blijven ze die mensen eigenlijk halen? Alvast niet uit het publiek bij Alex en dat zijn er nu met vier Sportpaleizen toch behoorlijk wat. In het begin van zijn tournee heeft de komiek overigens een soort van enquête afgenomen bij zijn publiek, om te weten te komen welke superkracht de doorsnee Vlaming graag zou hebben. Persoonlijk denk ik dat teleporteren wel handig zou zijn (orben voor de mede-Charmedkijkers, maar dan iets onopvallender). Zeg nu zelf: letterlijk vijf minuten voor de les uit je bed rollen, een kop koffie grijpen en hup, je zit in de les. Droog. Nog warm

DILEMMA • 54

van thuis. Ook handig om af en toe te ontspannen op een strand, in de schaduw van een palmboom of twee met een cocktail in de hand, zonder eerst uren onderweg te zijn. Je kan er zelfs een dagje uit van maken! Met als extra pluspunt dat je geen CO2 uitstoot. Verder uitte hij nog wat rechtse kritiek op te linkse personen (denk bakfietsmensen in een zonderhaatstraat), terwijl op het scherm achter hem lustig stadsbeelden uit allerlei doemscenario’s opdoken, met telkens het logo van Superheld Alex die de aarde dus blijkbaar niet heeft kunnen redden. Hij kan nog iets leren van the Avengers. Op één van die beelden dook in de verte een supermoskee op, naar aanleiding van de plannen waarmee de stad Antwerpen twee jaar geleden op de proppen kwam. Helaas geen Supermoskee inclusief cape, maar gewoon een heel grote moskee. Bij Agnew kan je er zeker van zijn dat hij over alle godsdiensten minstens één mop zal maken, al was het maar omdat de mensen het van hem verwachten. Maar die zijn geen gratuit humor: er zit wel de-

gelijk een kern van waarheid in, waarna je jezelf afvraagt waarom jij daar niet eerder op wasgekomen. Zo’n avond comedy kan duidelijk nog leerrijk zijn ook. Hier en daar kwam zijn dochtertje Amy in de show al ter sprake, maar we kregen pas de volle lading in de bisronde. (Een bisronde bij comedy? Check.) Om even stereotypisch uit de hoek te komen: uit zijn verhalen over zijn dochter lijkt hij eigenlijk wel een lieve papa, die door dochterlief al helemaal rond haar kleine vingertjes is gedraaid, ook al gaat hij vanaf nu op stap met zijn heavy-metalkompanen en ziet hij er niet uit als de doorsnee lieve papa. De groep in kwestie, Diablo Blvd, is momenteel overigens bezig aan nieuwe liedjes en zal vanaf volgend jaar volop gaan toeren. Dat was immers de reden waarom den Alex (tijdelijk) stopt met comedy. Wie hem toch nog eens aan het grappige werk wil zien, moet zich maar behelpen met YouTubefilmpjes of de dvd van deze show, die half december uitkomt. Charlotte Vercruysse


D

Extra

Ceci est une fiction Howard Schultz “Weet je wat het grote probleem is? Zal ik je dat eens vertellen, balorige bloedzuiger? Mensen hebben *********** overal een $$$$$$$ mening over die ze dan als ordinaire ^^^^^^^^^^^^^^^ te pas en te onpas gaan uitschreeuwen en de volgende dag ook nog eens in de krant kunnen lezen omdat die @@@@@@@ persmuskieten zo vatbaar zijn voor praatjes en achterklap als Hollandse ###### voor een dikke §§§§§!!” Maakt u kennis met de bevallige Howard Schultz, belangrijkste pief van het al even bevallige Starbucks, maar verder ook liefhebbende echtgenoot en toegewijde vader van twee gezonde kinderen. Dat hij een trotse Amerikaan is, was u dan wellicht al duidelijk. Maar waarom hij zo van leer trekt dat zijn tikker spontaan de Star-Spangled Banner gaat slaan, vraagt misschien om wat toelichting.

We treffen de heer Schultz immers op de trappen van het Europese Hof van Justitie in Brussel, alwaar hij zich zonet met hand, tand en ongetwijfeld nog enkele lichaamsdelen heeft verzet tegen de aantijgingen aan zijn adres. Of eerder aan dat van heel wat Europese Starbucksfilialen die ervan beticht worden hun koffie te maken met slootwater uit de spoelbakken van de heren-wc’s. Larie, kletskoek en ongetwijfeld nog enkele van die zoetsappige woorden volgens Schultz, die enkel de rechter van zijn gelijk had te overtuigen. “En wat een geluk dat ik hem kon overtuigen! Toch nog iemand die oog, oor en de hele santenkraam heeft voor redelijke argumenten”, klinkt het enkele uren na zijn ietwat minder Blijde Intrede. “Toch nog iemand die zich (daar gaan we weer)

*********** niet laat meeslepen door misselijkmakend gejank van emotionele geiten. Ik wil nogmaals, en ik ga nu echt van de gelegenheid gebruik maken, benadrukken… Ik herhaal: benadrukken …” Schultz heeft intussen de benen, armen en allicht ook … (nee, hier stopt het!) wijd gespreid en kijkt de perskudde nu doordringend aan. Eén enkele zweetdruppel

baant zich een weg naar zijn stropdas.

“… Dat zoiets zeker niet op wekelijkse basis gebeurd en dat onze gediplomeerde toiletbediendes met uiterste zorg toezien op de hygiëne van eender welke sanitaire voorziening. Dan hoop ik nu uit de grond van mijn hart dat die roddels eindelijk ophouden. Ik dank u.” Daan Borloo

ADVERTENTIE

DILEMMA • 55


Filologica DANKT HAAR

Prosenioren Freek Braeckman 98-99 (Germania) Katrijn D’Herdt 02-03 (Germania) Koen Goossens 02-03 (Romania) Elisabeth Ghysels 03-04 (Romania) Bart Peeters 03-04 (Germania) Anne Bosman 04-05 Jeroen Meuleman 05-06 Benoît Lagae 06-07 Robin Van Cleemput 07-08 Aäron Maes 08-09 Tom Van Steendam 09-10 Stephanie Lannoo 10-11 Edouard De Prez 11-12 Maxim Mommerency 12-13

Sander Laridon Dorien Leunens Bert Merveillie Inneke Plasschaert Nele Scheerlinck Annelien Siau Arnaud Thaler Henri Van Bost Julie Vandamme Tom Vandevelde Sarah Vandoorne Lennart Van Durme Ben van Eck Arno Van Vlierberghe

Ereleden

Steunende leden

Tim Piens Lore Aertsen Harald Berings Thomas Buyse Elodie Deceuninck Tom De Nauw Lien Desopper Jasmien Dieltiens Elke Dirkx Fiorina Di Rosa Koen François Thijs Goethals Sofie Hoogerwerf Melanie Houthoofd Elke Janssens

Laurens DeBlock Eva Debruyne Nick Delafontaine Relinde Van Vlaenderen

Academisch personeel Benjamin Biebuyck Philippe Codde Timothy Colleman Steven Delarue Youri Desplenter Renata Enghels Stavros Kerepoulis Clara Vanderschueren Susan Verhulst

ERELEDEN

Bevriende kringen BABYLON KHK KK KMF OAK SLAVIA VGK

Peter Tim Quintyn Sara Quintyn


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.