ZO WORDT JE TWEEWIELER JE BESTE VRIEND
Je fiets als kompaan 1. VIND DE BESTE MATCH Heb je al een fiets waar je dolgelukkig van wordt? Sla deze stap dan over. In elk ander geval: maak werk van een nieuwe vriend op twee wielen. Hoe vaak, hoe ver, hoe snel wil je fietsen? Wat wil je vervoeren en hoe ziet je parcours eruit? Is stijl en kleur van belang? Moeten er kinderen mee op de fiets? Zoek uit welke fietsen aan je wensen kunnen beantwoorden. Vraag het aan vrienden of collega’s die al fietsen en doorzoek het web of fietsfolders. Neem je verlanglijstje mee naar een degelijke fietsenwinkel. De meeste fietsenverkopers weten ontzettend veel over fietsen, maar heel weinig over jou. Hoe meer je een fietsenverkoper over jezelf kan vertellen, hoe beter hij of zij jou kan adviseren. Het belangrijkste wat ik heb geleerd tijdens mijn zoektocht naar een nieuwe fiets is: durf geld uit te geven. Vergeet niet dat je de fiets misschien dagelijks zal gebruiken, en dat betrouwbaarheid, snelheid en comfort – die tot op zekere hoogte in verhouding staan tot de kostprijs van de fiets – zullen bepalen hoe graag je zal (blijven) fietsen.
2. ZET JE BANDEN HARD Een van de grootste ergernissen van fietsers is een tweewieler die niet ‘bolt’. Heb je het gevoel dat je moet ‘stoempen’ zonder een poot vooruit te komen? Voel aan je banden, vermoedelijk staan ze te zacht. Met stevig opgeblazen banden ga je zonder extra inspanning zomaar vijf kilometer per uur sneller. De druk waarbij banden op hun best zijn, staat op de zijkant van de band vermeld. Er is een onder- en bovengrens. Pomp altijd het maximum, want dan ondervind je de minste rolweerstand. Je hoeft enkel iets minder hard te pompen als er veel kasseien op je weg liggen, want dan worden afremmende schokken beter geabsorbeerd. Omdat de meeste stadsfietsen meer gewicht op het achterwiel dan op het voorwiel dragen, is het beter om de achterband iets harder op te pompen dan de voorband, tien procent meer.
Je hebt zopas beslist om de wagen thuis te laten en voortaan met de fiets naar het werk te rijden. Help! Wat nu? Geen schrik. In het begin is het een beetje zoeken, maar met de juiste voorbereiding en wat grinta maak je van je fiets een trouwe reisgenoot. Tekst: Kim Verhaeghe
22