![](https://assets.isu.pub/document-structure/201022090914-6a266d42ad1d95f48e612ce220983008/v1/34345faf779dfcb09c08b5d4d4e700e4.jpg?width=720&quality=85%2C50)
8 minute read
open compute project ‘disruptive’ in het datacenter
Belangrijke oplossingen maar ook nieuwe problemen
Advertisement
het open compute project (ocp) kan op steeds meer aanhangers rekenen. naast de bekende ‘internet-scale’ datacenters van facebook of google, maakt ook de financiële sector op steeds grotere schaal gebruik van apparatuur die is ontworpen op basis van de ‘ocp-richtlijnen’. dat bleek tijdens de open compute project summit die in maart van dit jaar plaatsvond in het amerikaanse san josé. organisaties die met ocp aan de slag gaan, zullen echter merken dat de ‘disruptieve technologieën’ die voortkomen uit het project ook weer nieuwe problemen introduceren in het datacenter.
Na een ‘her-design’ van zijn datacenter in Prineville (Oregon) besloot Facebook in april 2011 om de ontwerpen van de hier toegepaste datacenter-producten openbaar te maken. Facebook hoopte dat dit net zo
zou gaan werken als in de open-source softwarewereld gebruikelijk is: door het basisontwerp (de ‘source’) te delen, kunnen andere datacenter-ontwerpers het concept verder verbeteren. Een verdere aanscherping hiervan moet het uiteindelijk mogelijk maken om de meest efficiënte datacenter-infrastructuur met de grootste operationele kostenbesparingen te bouwen.
Inmiddels is het Open Compute Project een initiatief geworden dat breed wordt gedragen. Initiatiefnemer Facebook heeft binnen het project de steun gekregen van bedrijven als Microsoft en Apple die hun eigen datacenter-ontwerpen hebben ingebracht. Hardware-fabrikanten zoals Juniper Networks en Cisco helpen het project vooruit met hardware-ontwerpen die zijn gebaseerd op de richtlijnen van het Open Compute Project (OCP). Daarnaast zien we dat met name Aziatische
hardware-fabrikanten inmiddels speciale OCP-apparatuur op de markt brengen.
financiële sector omarmt ocp Ook aan de kant van de ‘afnemers’ kan OCP op grote bijval rekenen. Het Open Compute Project wordt bijvoorbeeld omarmd door enkele grote organisaties uit de financiële sector, zo bleek tijdens de laatste Open Compute Project Summit in San José. Een goed voorbeeld daarvan is Goldman Sachs: van alle servers die deze internationaal opererende investeringsbank vandaag de dag aanschaft, is tachtig procent gebaseerd op OCP-richtlijnen. Andere voorbeelden van organisaties binnen de financiële sector die OCP-technologieën toepassen binnen hun datacenters zijn JP Morgan, Bloomberg, Fidelity Investments en Capitol One.
Na de Amerikaanse financiële instellingen zullen de financiële instanties uit het Verenigd Koninkrijk snel volgen met de adoptie van OCPtechnologieën, op de voet gevolgd door de rest van Europa en Azië. Dat is geen lukrake voorspelling, maar een inschatting gebaseerd op eerdere ervaringen. Vanaf het IBM-mainframe veertig jaar geleden hebben nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ICT zich altijd volgens dit vaste patroon meester gemaakt van de wereldwijde financiële sector.
disruptieve technologieën Deze financiële instellingen krijgen met de introductie van OCP in hun datacenters echter ook te maken met ‘disruptieve technologieën’ die we enkele jaren nog niet voor mogelijk hielden, maar die het ontwerp van het datacenter wel degelijk kunnen verstoren. Die ‘verstoring’ ondervind ik zelf ook aan den lijve tijdens mijn ontwerpwerkzaamheden voor enkele banken in Turkije. Voordat gebruik wordt gemaakt van OCP-technologieën, is het dan ook goed om eerst in kaart te brengen welke problemen OCP in het datacenter kan introduceren.
Probleem 1: Wat moet ik doen met mijn huidige 19-inch racks die niet conform de OCP best practices zijn? Het Open Compute Project is een voorstander van 21-inch racks zoals die ook binnen telcoomgevingen worden toegepast. Om OCP-storage en -servers toch in een 19-inch rack geplaatst te krijgen, kan gebruik worden gemaakt van zogeheten Open Bridge Racks zoals Fidelity Investments in al zijn datacenters heeft toegepast. Maar wat als de 19-inch racks niet geschikt kunnen worden gemaakt voor de 21-inch OCP-apparatuur? Goldman Sachs heeft dit probleem opgelost door 19-inch versies van de OCP-servers te ontwikkelen, met als grote nadeel dat die aangepaste servers meer rack-ruimte in beslag nemen.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/201022090914-6a266d42ad1d95f48e612ce220983008/v1/2eeb9f95ca94137dd70d92f89612c487.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Probleem 2: Hoe verplaats ik alle stroom- en netwerkaansluitingen van de achterzijde naar de voorzijde van het rack? Dit is ingewikkelder dan het in eerste instantie lijkt. Afhankelijk van hoe de communicatie- en voedingskabels lopen, kan dit mogelijk alleen door de verbindingen één voor één te verbreken, te her-routeren en opnieuw te verbinden en te testen.
Probleem 3: Zal mijn gestructureerde bekabeling 10GBaseT ondersteunen? Als glasvezel breed is uitgerold binnen het datacenter, dan zou het kunnen zijn dat de beoogde OCP-servers niet kunnen worden ingepast binnen het enterprise datacenter. Wie nog gebruikmaakt van Cat5e zal nieuwe bekabeling moeten aanleggen. Dat is een kostbare aanpassing. Als gebruik wordt gemaakt van Cat6 Unshielded Twisted Pair-bekabeling is er hoop: het vervangen van de 26AWG stranded conductor patch door 23AWG solid conductor bonded pair cords kan al volstaan.
Probleem 4: Hoe kan bij het gebruik van zogeheten OCP Ambient Servers de energie-efficiëntie worden geoptimaliseerd? OCP Ambient Servers kunnen met een hoge temperatuur tot wel 40 graden Celsius worden gekoeld waardoor een flinke energiebesparing op de koeling kan worden gerealiseerd. Maar dan moet het binnen het
![](https://assets.isu.pub/document-structure/201022090914-6a266d42ad1d95f48e612ce220983008/v1/29660a498d3b3d303062aa624264e478.jpg?width=720&quality=85%2C50)
datacenter wel mogelijk zijn om de opgewarmde lucht die door de servers wordt uitgestoten goed af te voeren. Als die warme afvoerlucht niet afgesloten wordt afgevoerd, kan dat schade veroorzaken aan bedrijfskritische apparatuur zoals de UPS’en en de Static Transfer Switches.
Probleem 5: Hoe gaan we om met redundantie? Om downtime te voorkomen, worden servers traditioneel voorzien van twee voedingen, wat niet de meest energie-efficiënte oplossing is. Het is alsof je een auto uitrust met een benzine slurpende ‘stand-by motor’, puur voor het geval dat de primaire motor uitvalt. Bij OCP-designs worden voedingen dan ook binnen het rack gedeeld waardoor we voor veertig servers geen tachtig voedingen meer nodig hebben, maar bijvoorbeeld zes grote voedingen. Dan moet echter wel goed worden nagedacht over het ontwerp voor een N+1- of N+2-configuratie.
voorbereiden op ocp
Wie vandaag met OCP aan de slag wil gaan, doet er goed aan om zich eerst te verdiepen in de problemen die mogelijk in het datacenter worden geïntroduceerd. Dat zijn er meer dan de vijf die we hierboven hebben behandeld. Een goed startpunt voor de voorbereiding is mogelijk het bekijken van de video’s die zijn gemaakt van de presentaties en engineering workshops tijdens de Open Compute Project Summit in maart van dit jaar. Ook een bezoek aan www.opencompute.org kan geen kwaad. ■
john laban mission critical facilities consultant
Datacentermanagers, stap uit uw comfortzone
veel datacenterbeheerders denken dat ze stevig in het zadel zitten. de dagelijkse operatie gaat gesmeerd en een mogelijk capaciteitstekort komen ze wel te boven met huidige groeimiddelen, zo is de gedachte. een gevaarlijke instelling: de spelregels gaan volledig om en grote veranderingen komen er aan. groeien met de huidige middelen is vragen om problemen. managers moeten dringend uit hun comfortzone stappen.
De cijfers liegen niet: 87 procent van de datacenters kampt met een capaciteitsprobleem. Dat is geen zaak die morgen is opgelost: trends als Internet of Things en cloud leggen een enorme druk op rekencentra. IDC becijferde dat in 2016 het aantal intelligente apparaten is verdubbeld. Die apparaten genereren data en dat zal ergens opgeslagen en verwerkt moeten worden. Die groeicijfers gelden ook voor de cloudinfrastructuur. In 2017 zal het aantal cloudapps vertienvoudigd zijn. 75 tot 80 procent van die apps is 'big data-intensief'. Dat zorgt voor een enorme datadruk.
extended enterprises Er is nog een andere ontwikkeling gaande die een traditionele groeistrategie onhoudbaar maakt: de opkomst van de 'extented enterprises'. Bedrijven werken steeds vaker in ketens samen en maken daarbij gebruik van gemeenschappelijke IT-infrastructuren op basis van IaaS, PaaS en SaaS. Die opzet vraagt een grote mate van flexibiliteit en om een radicaal andere benadering en opzet van het datacenter.
ongekend tempo Die ontwikkelingen zijn nu al aan de gang. Groei is niet meer lineair, en strategie voor groei is dus ook geen kwestie van regelmatige uitbreidingen meer. Datacenters zullen flink moeten meegroeien, op een voorheen ongekend tempo. Conventionele groeimethoden zijn daarbij absoluut niet toereikend meer. Zonder een goed overzicht op beschikbare resources is het maken van een groeiplan tasten in het duister. Het gevaar van gestrande capaciteit ligt bij ongecontroleerde groei al snel op de loer. En zaken als uptime en PUE-doelstellingen mogen niet het kind van de rekening worden.
nieuwe strategie De recente en in de toekomst sterk toenemende datadruk en vraag naar flexibiliteit vereist een nieuwe beheerstrategie voor datacenters. Het vraagt om een zeer gedetailleerd en tegelijkertijd holistisch beeld van de beschikbare IT-assets. Want die assets zijn door alle ontwikkelingen continu in beweging, zeker bij groei. Servers worden verplaatst, toegevoegd, bijgeschakeld of uitgeschakeld. Ondertussen vereist het management een zo hoog mogelijke beschikbaarheid en zo laag mogelijke energierekening. Het is vrijwel ondoenlijk om zonder fatsoenlijke tools voor inzicht en management de infrastructuur en IT fijnmazig op elkaar af te stemmen en die ook tijdens een groeifase continu te optimaliseren. Laat staan dat een dergelijke situatie strategische groei mogelijk maakt. Het vraagt om een systeem dat antwoord geeft op het 'hoe, wanneer en waar' van de resources. Alleen dan kan het aansluiten bij de huidige en toekomstige ontwikkelingen en verantwoord meegroeien. DCIM maakt die benadering mogelijk. Hoewel voor sommige datacenterbeheerders dit als een brug te ver of overbodige luxe wordt gezien, is dat absoluut niet het geval. DCIM maakt een fijnmazig capaciteitsbeheer mogelijk, dankzij een effectieve afstemming van factoren als koeling, connectiviteit, stroom en rackruimte.
conclusie
De conclusie is helder: voor een gecontroleerde groei die ongetwijfeld gaat plaatsvinden is DCIM onontbeerlijk. DCIM verschaft u een geavanceerde 'cockpit' van waaruit u processen veel beter overziet en beheert. Het voorkomt verloren capaciteit, verlaagt PUE en energiekosten en maakt efficiënter onderhoudsplanning mogelijk. Doormodderen met oude methoden is vragen om problemen. Wel is enige haast geboden: de data-explosie is geen kwestie van jaren meer. Nu handelen is noodzakelijk. ■p
rogier den boer dcim sales manager europe at commscope
![](https://assets.isu.pub/document-structure/201022090914-6a266d42ad1d95f48e612ce220983008/v1/73d9d91707cc8b420f215b5464d9b42f.jpg?width=720&quality=85%2C50)