10 minute read

itsm en dcim: een perfecte combinatie

binnen de meeste organisaties zijn it service management (itsm) en data center infrastructure management (dcim) twee op zichzelf staande werelden. een gemiste kans. wie de twee werelden combineert, zal zien dat de efficiëntie en betrouwbaarheid van zowel het datacenter als het it-beheer omhoog gaan.

Op weg naar integraal datacenter management ITSM + DCIM = perfecte combinatie

Soms zit het tegen en kan het gebeuren dat het serverpark wordt getroffen door twee verschillende storingen. ‘Storing 1’ haalt de servers onderuit die intern worden gebruikt om files te uploaden naar een gedeelde schijf, terwijl ‘storing 2’ de server treft die wordt gebruikt voor de dienstverlening aan de belangrijkste klanten. En om de rampspoed compleet te maken, kan de door reorganisaties en een griepepidemie getroffen IT-afdeling maar één storing tegelijkertijd verhelpen. Het spreekt voor zich dat de dienstverlening als eerste weer in de lucht moet zijn, maar dan moet het voor de beheerder wel snel inzichtelijk zijn dat die cruciale dienst wordt getroffen door ‘storing 2’... Op dat fatale moment mag de getroffen organisatie van geluk spreken als er gebruik wordt gemaakt van een

gecombineerde ITSM/DCIM-oplossing, zo schetst DCIM-specialist Raritan in een recente whitepaper met als titel ‘DCIM Software and IT Service Management – Perfect Together’. “Met de informatie verkregen uit een gecombineerde ITSM/DCIM-oplossing kunnen datacenterprofessionals een betere inschatting maken van de impact die de storingen hebben en prioriteit geven aan het herstellen van de dienstverlening aan de belangrijkste klanten omdat dat de meest positieve invloed heeft op de business.”

dcim subset van itsm Zoals het voorbeeld hiernaast al duidelijk maakt, gelooft Raritan in de ‘operationele efficiëntie’ die een organisatie kan realiseren als Data Center Infrastructure Management wordt geïntegreerd met IT Service Management. In de visie van Raritan is het ook niet meer dan logisch om DCIM- en ITSM-software gecombineerd te gebruiken, aangezien de twee disciplines grote overeenkomsten vertonen en uiteindelijk dezelfde ‘business’ dienen. ITSM door ervoor te zorgen dat IT-diensten de behoeften van de business optimaal invullen, en DCIM door te zorgen voor een optimale performance van het datacenter dat het hart vormt van de IT-dienstverlening. “Deze gemeenschappelijkheid geeft aan dat er voordelen zijn te behalen met integratie”, zo stelt de auteur van de whitepaper. In zekere zin kan DCIM worden gezien als een ‘subset’ van ITSM. IT Service Managementsoftware van bijvoorbeeld BMC Software, HP of CA wordt al sinds jaar en dag gebruikt voor het ‘aansturen van het IT-beheer’ op basis van richtlijnen en standaarden zoals ITIL en ISO 20.000. Een belangrijke component binnen een ITSMoplossing is de Configuration Management Database (CMDB). In deze centrale ‘repository’ wordt alle informatie opgeslagen over de componenten binnen een netwerk die nodig zijn voor het aanbieden van een IT-dienst, met als doel om relaties tussen die componenten snel inzichtelijk te maken. Daarnaast biedt ITSM onder andere processen voor beheer, een ‘ticke-

tingproces’ voor het aanvragen en implementeren van wijzigingen en een ‘workflow engine’ voor het controleren van wijzigingen. Bijna dezelfde componenten treffen we ook aan in een DCIM-pakket dat wordt gebruikt voor het ‘aansturen van het datacenter’ door middel van het verzamelen en beheren van de informatie over de datacenter-assets, het gebruik van resources en de operationele status. Zo treffen we bij DCIM eveneens processen voor beheer en monitoring aan, een ticketingproces van het aanvragen van fysieke wijzigingen in het datacenter en workflowmanagement om de status meer weten over de kracht van dcim in combinatie met itsm?

Dit artikel is gebaseerd op een whitepaper van Raritan met als titel ‘DCIM: The Physical Heart of

ITSM. DCIM Software and IT Service Management - Perfect Together’.

Deze whitepaper kan na registratie worden gedownload via www.raritan.com/landing/itsmwhite-paper. van een ‘move, add of change’ te kunnen volgen. En net zoals ITSM-software biedt ook DCIM en centrale database, in dit geval voor de opslag van de informatie over alle fysieke en virtuele ‘datacenterassets’. Sterker nog: een deel van de informatie die wordt opgeslagen in een CMDB treffen we ook aan in een DCIM-database.

De componenten waaruit een DCIM-oplossing is opgebouwd.

DCIM-database worden geraadpleegd. Maar het beheer van zowel de IT-omgeving als het datacenter is alleen te optimaliseren als alle informatie op één centrale plaats beschikbaar is zodat onderlinge afhankelijkheden ook sneller inzichtelijk zijn. Het aanbrengen van een koppeling tussen het IT-data waardoor de informatie over de middelen die binnen de IT-omgeving en in het datacenter worden ingezet een stuk accurater wordt. Alle geautoriseerde gebruikers hebben immers dezelfde, identieke bron tot hun beschikking. ‘Moves, adds en changes’ in het datacenter ko-

Raritans DCIM-software verbindt naadloos met IT Service Management-software.

voordelen van integratie Ondanks de grote overlap tussen DCIM en ITSM zijn het in de praktijk toch nog vaak strikt gescheiden disciplines. Deze scheiding gaat ten koste van de operationele efficiëntie van zowel het IT-beheer als van het datacenter in zijn geheel. Zonder een koppeling biedt de CMDB bijvoorbeeld alleen de documentatie over de huidige staat van alle IT-middelen zoals servers, software en licenties en de processen en tools die worden ingezet voor het beheer en het doorvoeren van wijzigingen. Voor real-time en historische informatie over bijvoorbeeld het gebruik van ruimte, power en koeling en over de fysieke verbindingen in het datacenter moet de ITSM- en het DCIM-systeem levert dan ook aanzienlijke operationele voordelen op: – Het IT-personeel kan efficiënter zijn werk doen. ITSM wordt de primaire ‘engine’ voor zaken als het indienen van wijzigingsverzoeken en het afhandelen van tickets waar al het ITpersoneel – inclusief het datacenterpersoneel – gebruik van kan maken. Als een gebruiker een wijzigingsverzoek indient waarvoor ook een wijziging in het datacenter nodig is, komt er automatisch een ticket in DCIM terecht. Als wijzigingen in het datacenter zijn doorgevoerd, wordt er automatisch een update teruggekoppeld naar het ITSM-systeem. – De CMDB wordt de centrale bron voor alle

men via het DCIM-systeem automatisch terecht in de CMDB, die ook wordt verrijkt met real-time en historische informatie over bijvoorbeeld het gebruik van koeling, power en ruimte.

sneller reageren op calamiteiten

In het geval van Raritans DCIM-oplossing kan de tooling voor het beheer van de datacenterinfrastructuur via een application programming interface (API) worden geïntegreerd met een ITSM-systeem naar keuze. Dankzij een dergelijke koppeling kan de data uit het ITSMsysteem worden gecorreleerd met DCIM data waardoor direct inzichtelijk is wat de impact op de business is als een server in een van de datacenters onderuit gaat en kan er sneller actie worden ondernomen door bijvoorbeeld een IT-load te verplaatsen naar een ander datacenter.

■p

ferry waterkamp

Emerson Network Power lanceert Liebert EFC 300 met indirecte vrij koeling door verdamping

emerson network power, onderdeel van emerson, introduceert liebert efc 300. het nieuwe systeem levert indirecte vrije koeling door verdamping en levert een extra capaciteit en koelvermogen tot 350 kw in één enkele unit.

Dankzij deze toegenomen capaciteit kunnen middelgrote tot grote datacenters hun bedrijfspand efficiënt koelen met behulp van een minimaal aantal units, wat leidt tot verdere besparingen in bedrijfskosten, ruimte en energieverbruik. De Liebert EFC is uitgerust met geavanceerde industriële technologie en omvat een koeltechnologie met indirecte lucht-lucht-warmtewisseling en verdampingskoeling. Door het waterverdampingsproces kan deze technologie een pPUE (partial Power Usage Effectiveness) van 1,03 bereiken. Dit staat gelijk aan een jaarlijkse besparing op de energiekosten van ongeveer € 280.000 in vergelijking met een pPUE-niveau van 1,3 voor een datacenter van 1 MW.

onderhoud Emerson kan het onderhoud van Liebert EFC 300 grotendeels uit handen nemen van klanten. De LIFE-service van Emerson Network Power maakt diagnose en preventieve bewaking op afstand mogelijk. Vanuit dedicated LIFE-centra analyseren experts van Emerson Network Power apparatuurgegevens en -trends voor proactief onderhoud en adviseren zij maatregelen om de beste operationele prestaties te garanderen. Het bedrijf beschikt over een testruimte voor verdampingskoeling, de Evaporative Cooling Validation Area, in het Thermal Management Customer Experience Center in Padua, Italië. Hier kunnen klanten met eigen ogen de prestaties van de unit aanschouwen onder uiteenlopende omstandigheden. Deze testinstallatie simuleert IT-belastingen tot 400 kW, met luchtstroomwaarden tot 100.000 m3 per uur en bootst piekbelastingen na die gebruikelijk zijn in de EMEA-regio. Hierbij wordt een meetnauwkeurigheid van ongeveer vijf procent gerealiseerd.

voldoen aan luchtstroombehoeften De Liebert EFC-units kunnen de interne luchtstroomvolumes en -temperaturen op basis van de specifieke serververeisten optimaliseren. Hierdoor wordt nauwkeurig voldaan aan de luchtstroombehoeften van de server, zonder energie te verspillen. Daarnaast analyseert de iCOM-besturing de meest efficiënte balans tussen water en elektriciteit, waardoor de kosten beter kunnen worden beheerst. De Liebert EFC-units zijn ontworpen om in verschillende omgevingsomstandigheden te werken en passen zich aan op zowel de omgeving buiten als de door het datacenter vereiste koeling. ■

Datacenter facility managers versus ICT’ers

in de datacenters van vandaag de dag kennen we twee ‘bloedgroepen’, datacenter facility management (fm) en de datacenter ict-ers (ict-ers). de datacenter fm’ers zijn de mannen (en heel soms vrouwen) die alles weten over de ondersteunende installaties binnen een datacenter, zoals de koeling en stroomvoorziening. de ict-ers zijn de mannen (en iets vaker vrouwen) die alles weten van de ict-omgeving, zeg maar de hardware en software in een datacenter.

Het bijzondere aan deze twee bloedgroepen is dat zij elkaar in de basis totaal niet begrijpen, terwijl ze wel inhoudelijk samenwerken. De FM mannen denken dat zij het voor het zeggen hebben, want zonder koeling en stroom is er geen operationeel datacenter, terwijl de ICT-ers vinden dat zij het voor het zeggen hebben, want zonder ICT-omgeving is er per slot van rekening geen datacenter. Zoals altijd ligt de waarheid waarschijnlijk ergens in het midden. Zonder stroom en koeling kan er geen ICT-apparatuur draaien en zonder hard- en software worden er geen diensten geleverd. Ik heb de laatste jaren vele audits en onderzoeken binnen datacenters uitgevoerd. Daarbij heb ik altijd te maken gehad met deze twee bloedgroepen. Ik ervaar dat er twee werelden zijn die compleet langs elkaar leven. Dat bedoel ik niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk. Dit wordt, naar mijn mening, hoofdzakelijk veroorzaakt doordat de twee werelden volstrekt verschillend zijn. Dat vind je terug in de persoonlijkheid van de mensen en vaak ook in hun achtergrond. Een ICT-er begrijpt vaak niet waarom het zo kostbaar moet zijn om aan hun KPI-eisen te voldoen, lees; de juiste gekoelde luchttemperatuur aanleveren en altijd voldoende stroom leveren. Er staat per slot van rekening altijd genoeg stroom en koeling in hun datacenter opgesteld wat per definitie teveel geld kost. Deze verschillen komen ook naar voren als ik, bijvoorbeeld, een TIER assessment uitvoer. Veel datacenters in Nederland worden op dit moment getoetst op hun TIER compliance, want continuïteit is vandaag de dag een ‘hot’ item. Als ik dan bijvoorbeeld uitleg dat een TIER III installatie conform het Uptime Institute nooit 100% continuïteit garandeert, maar ‘slechts’ 99,98%, dan begrijpen de ICT-ers dat niet. Hun omgeving moet per slot van rekening WEL 100% van de tijd ‘in de lucht’ zijn. Als ik dat vertaal naar concrete beschikbare uren en ook nog eens durf te zeggen dat, bijvoorbeeld, een TIER III installatie in een datacenter circa 1,6 uur per jaar mag uitvallen, dan wordt men al knap zenuwachtig. Maar als ik dan ook nog vertel dat het datacenter niet 1 x 1,6 uur per jaar mag uitvallen, maar ook 10 x 0,16 uur per jaar, dan word ik bijna uit het datacenter gegooid…. Het mag duidelijk zijn dat dit slecht één voorbeeld is van vele en dat een dergelijk voorbeeld ook andersom gesteld kan worden. FM’ers hebben ook zo hun eigen opvattingen over ICTvraagstukken. Samenvattend kun je stellen dat er in de basis weinig kennis van elkaars werkgebied is en daardoor weinig begrip voor elkaars opvattingen, standpunten en problemen. Door tijd te investeren om elkaars werkgebied beter te leren kennen en hierdoor meer begrip voor elkaar te krijgen, wordt een eerste stap in de goede richting gezet. Tijd in elkaar investeren is de basis voor een betere samenwerking. Er gaat dan voor beide bloedgroepen een wereld open, wat per definitie de kwaliteit van de dienst ten goede komt. ■p

marco wenzkowski consultant mission critical facilities, buildings

This article is from: