Actuele moties en preadviezen PvdA Congres Utrecht 18 januari
51. Vrije artsenkeuze Amsterdam Zuid (contactpersoon: Opdam, Lies, L.) Dongeradeel, Borger-Odoorn, Rhenen, Oss/Maasdonk/Lith, Dordrecht, Utrecht, Krimpen aan den Ijssel, Edam-Volendam/Zeevang, Ridderkerk, Leiden, Ouderen Netwerk PvdA, Amsterdam West, Den Bosch, Naarden, Alphen aan den Rijn Ingediend op: 11-01-2015 De Partij van de Arbeid, in congres bijeen op 17 en 18 januari 2015 te Utrecht. Constaterende dat: - inkomensafhankelijke verschillen in toegang tot de gezondheidszorg voor de PvdA onacceptabel waren en zijn; - door de marktwerking het aanbod van ziektekostenverzekeringspolissen zo ingewikkeld is geworden dat een weloverwogen keuze voor velen niet meer mogelijk is; - het wetsvoorstel waarin artikel 13 Zvw wordt gewijzigd de vrije artsenkeuze in zeer grote mate beperkt en de vrije artsenkeuze de facto inkomensafhankelijk maakt; - de Eerste Kamer het genoemde wetsvoorstel om de vrije artsenkeuze verder te beperken heeft verworpen; - dat het kabinet heeft aangekondigd opnieuw een wetsvoorstel in te dienen. Spreekt uit dat: - een herzien wetsvoorstel voor de PvdA alleen acceptabel is als de vrije artsenkeuze, ongeacht de aard van de polis, volledig, als wettelijk recht, is gegarandeerd; - "volledig" niet mag worden opgevat als 'voldoende artsen om uit te kunnen kiezen' Toelichting: Deze interpretatie van de term “vrije artsenkeuze” is in het debat met de Tweede Kamer over de brief van het kabinet van 18 december 2014 door de minister van VWS gegeven. Vrije artsenkeuze mag ons inziens niet worden teruggebracht tot “vrije verzekeraarskeuze” of "vrije poliskeuze". Vrije artsenkeuze betekent in onze visie geen carte blanche. Zij dient begrensd door wet- en regelgeving van de democratisch gecontroleerde Rijksoverheid. Die moet weer verantwoordelijk worden voor de erkenning van beoefenaren van en instellingen in de gezondheidszorg, en voor het vaststellen van (maximum)tarieven. Een publieke taak die weer terug moet naar waar zij hoort. Preadvies: afwijzen Toelichting: Wat de Partij van de Arbeid wil, is goede zorg voor iedereen. Daarom stellen we hoge eisen aan kwaliteit, toegankelijkheid, betaalbaarheid en keuzevrijheid in de zorg. Vandaar dat wij in ons verkiezingsprogramma kozen voor publieke verzekeraars die kunnen zorgen voor kwaliteit, die de doorgeslagen concurrentie van aanbieders kunnen bedwingen, die de gelijke toegankelijkheid voor iedereen garanderen en voldoende keuzevrijheid voor patiënten waarborgen. Helaas is hier met uitzondering van PvdA en SP geen enkele partij voorstander van. We zullen onze idealen dus zo veel mogelijk binnen het huidige stelsel moeten verwezenlijken. Daarbij is cruciaal dat verzekeraars wel ruimte hebben om kwaliteit te bevorderen en de zorg 8
betaalbaar te houden, maar dat de macht van verzekeraars ten opzichte van verzekerden niet te groot mag worden. Er moet een balans zijn. Deze motie is sympathiek bedoeld, maar schiet zijn doel voorbij. De motie vraagt allereerst aan de Tweede Kamerfractie iets dat feitelijk onmogelijk is. In de huidige Zorgverzekeringswet is al opgenomen dat zorgverzekeraars niet-gecontracteerde zorg niet volledig hoeven te vergoeden als de verzekerde een naturapolis heeft. Zeker 70% van de Nederlanders heeft zo'n polis en heeft dus geen volledig vrije artsenkeuze. Dat is de kern van het bestaande bestel aangezien inkoopmacht bij zorgverzekeraars is neergelegd om te kunnen sturen op kwaliteit en betaalbaarheid. Een wetswijziging van het kabinet zal de huidige praktijk zeker niet ongedaan maken aangezien daarmee het hele zorgstelsel overhoop wordt gehaald. De motie vraagt feitelijk van de Kamerfractie om ongeacht de inhoud van het te verwachten wetsvoorstel altijd tegen te stemmen. Een verzoek dat de Kamerfractie onmogelijk kan inwilligen. Het partijbestuur deelt deze mening van de fractie. Een meer sturende rol van verzekeraars om te sturen op kwaliteit en betaalbaarheid was ook onderdeel van ons verkiezingsprogramma. Wel onder gelijktijdige beschikbaarheid van goede zorg voor iedereen, dus ook voor mensen met minder financiële armslag. Daarnaast hecht het Partijbestuur eraan te onderstrepen dat een volledige vrije artsenkeuze aantrekkelijker klinkt dan het is. In de zorg zijn diverse ondernemers actief die trachten geld te verdienen en dat niet allemaal even ethisch doen. Wij hebben het altijd onwenselijk gevonden dat premiegeld verdwijnt in de zakken van privéklinieken die matige kwaliteit bieden, en in zakken van commerciële aanbieders in de GGZ en verslavingszorg die publiek geld verspillen of in zakken van specialisten die omwille van het opkrikken van hun eigen inkomen net wat meer behandelingen uitvoeren dan strikt noodzakelijk. Het zou zeer onwenselijk zijn als dergelijke aanbieders altijd alles vergoed moeten krijgen. Als aanbieders die vooral rijk willen worden of die onvoldoende kwaliteit bieden niet hoeven te worden vergoed, is er geen volledig vrije keuze voor verzekerden. Het Partijbestuur vindt dat terecht. Hoe bereiken we dan binnen het huidige stelsel onze idealen? Het wezenlijke onderscheid tussen het model dat wij voor ogen hadden en het huidige stelsel is dat wij van de zorgverzekeraars publieke instellingen wilden maken. Dan weten we zeker dat de verzekeraar het publieke motief heeft om kwaliteit te vergroten en kosten te beperken in het belang van de patiënt/verzekerde en niet een financieel motief voor de eigen organisatie. Ook is het volstrekt onwenselijk dat verzekeraars aan verkapte risicoselectie doen door oneigenlijke marketing over polissen. Binnen het huidige bestel dwingen we dat waar we kunnen af. Dus zetten we in op garanties en waarborgen om zeker te stellen dat verzekeraars patiënten geen goede en noodzakelijke zorg onthouden. We willen de positie van verzekerden ten opzichte van de verzekeraars versterken en het nastreven van publieke belangen door zorgverzekeraars bevorderen. We kunnen ons vinden in tal van aanbevelingen die de afgelopen periode door de Eerste Kamerfractie en partij zijn aangereikt om dit te bevorderen. De garanties en waarborgen die wenselijk zijn bij aanpassing van de zorgverzekeringswet zoals geformuleerd in motie 74 delen wij. Het is daarom dat wij adviseren deze onuitvoerbare motie niet aan te nemen, het debat te voeren over de garanties en de waarborgen die we wensen om de zorg naar onze idealen in te richten, en motie 74 aan te nemen.
9
59. Geen inperking vrije artsenkeuze bij AMvB Den Haag (contactpersoon: Poppe, Frank, F.) Naarden, Amsterdam Zuid, Amsterdam West, Dronten, Ouderen Netwerk PvdA, Ridderkerk, Dordrecht, Oss/Maasdonk/Lith, Edam-Volendam/Zeevang, Rhenen, Borger-Odoorn, Alphen aan den Rijn Ingediend op: 14-01-2015 het partijcongres van de Partij van de Arbeid, op 17 en 18 januari 2015 bijeen in Utrecht Constaterende dat - Het wetsvoorstel strekkende tot de inperking van de vrije artsenkeuze door de Eerste Kamer volgens de democratische en grondwettelijke besluitvorming werd verworpen; - De democratie ĂŠĂŠn van de beginselen van de sociaaldemocratie vormt, zoals neergelegd in het Beginselmanifest van de PvdA;' - De inperking van de vrije artsen keuze door middel van een Algemeen Maatregel van Bestuur (AMvB) een ontoelaatbaare stap is gelet op de democratische en grondwettelijke regels. Roept de politiek leider en de Tweede Kamerfractie op - Om zich ten volle in te spannen om te voorkomen dat de inperking van de vrije artsenkeuze op een wijze tot stand komt die strijdig is met regels van de parlementaire democratie en de Grondwet. Toelichting: Voor de inperking van de vrije artsenkeuze moest artikel 13 van de Zorgverzekeringswet worden gewijzigd. Doordat de Eerste Kamer het gewijzigde artikel 13 verwierp, is de vrije artsenkeuze grondwettelijk gezien (artikel 81 Grondwet) van de baan. Het kabinet gaf aan te komen met een aangepast voorstel. Mocht dat voorstel worden verworpen, zal het kabinet de inperking van vrije artsenkeuze alsnog regelen via een AMvB. Voor het maken van een AMvB is een wettelijke basis vereist. Maar die basis ontbreekt nu artikel 13 van de Zorgverzekeringswet is verworpen. Het is dus tegen de regels van de parlementaire democratie en de Grondwet, indien het kabinet de inperking van de vrije artsenkeuze zonder een wettelijke basis doordrukt via een AMvB. We moeten de democratie en de Grondwet respecteren. Bovendien worden bij een AMvB nadere regels gesteld; bijvoorbeeld over de uitvoering van een wettelijke regeling. De inperking van de vrije artsenkeuze is zelf een wettelijke regeling en moet om die reden op het niveau van een wet in formele zin worden geregeld. Dit kan dus niet op het niveau van een AMvB. Ook dit betreft een bezwaar, waaraan het kabinet niet voorbij mag gaan.
Preadvies: overnemen Toelichting: het Partijbestuur kan het dictum, het verzoek, van deze motie overnemen. Vanzelfsprekend dient de Tweede Kamerfractie te handelen op basis van onze democratische spelregels en de Grondwet. In zowel de derde overweging als de toelichting staan echter foutieve veronderstellingen waar het partijbestuur afstand van neemt. Daarin is de vrees verwoord van de indieners dat het kabinet met een AMvB iets kan regelen dat ze eerder met wetswijziging heeft geprobeerd. Die is ongegrond. Een AMvB is een uitwerking 17
van de bestaande wetgeving en moet dus passen binnen de bestaande wettelijke waarborgen en kan daar niet vanaf wijken. Het kabinet heeft zelf ook niet over de mogelijkheid van een AMvB gesproken maar heeft aangegeven dat ze met de Tweede Kamer in overleg zal treden over de wijze waarop het Hoofdlijnenakkoord Zorg tussen patiĂŤnten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars kan worden gerealiseerd indien het niet lukt om de Zorgverzekeringswet te wijzigen. De mogelijkheden die het kabinet dan heeft zijn gebonden aan bestaande wettelijke kaders en een gekozen oplossing dient dan ook te voldoen aan democratische spelregels en de Grondwet zoals de indiener voorstelt. Daarom adviseert het Partijbestuur het congres met deze kanttekening de motie over te nemen.
18
74. Actuele motie: Artikel 13 Eindhoven (contactpersoon: Welling, Gerben, G.P.) Ingediend op: 16-01-2015 Motie: Constaterende dat: 1. Wij sociaaldemocraten hoge eisen stellen aan de kwaliteit, toegankelijkheid, en betaalbaarheid van de zorg voor iedere Nederlander; 2. Keuzevrijheid een groot maatschappelijk goed is. 3. De PvdA in haar programma kiest voor een publiek bestel van zorg en zorgverzekeraars 4. Er naast de Partij van de Arbeid slechts ĂŠĂŠn partij in Nederland is die hetzelfde ideaal deelt, te weten de SP, en voorts hier geen enkele meerderheid voor is; 5. Dat binnen het huidige stelsel de sturende rol in de zorg om kwaliteit en betaalbaarheid te garanderen dus van de huidige private zorgverzekeraars zal moeten komen; 6. Dat dit nimmer kan zonder voldoende waarborgen voor zowel toegankelijkheid als keuzevrijheid; 7. Het onderwerp van de vrije artsenkeuze daarom terecht bijzonder leeft onder de leden van de Partij van de Arbeid; Spreekt uit dat een herzien wetsvoorstel ter aanpassing van artikel 13 voor de Partij van de Arbeid alleen acceptabel is als; iedereen in Nederland zonder enige beperking kan kiezen voor een aanbieder van eerstelijnszorg; acute en academische zorg zonder enige beperking voor iedereen beschikbaar zijn indien daar een medische aanleiding voor is; verzekerden altijd de keus moeten hebben uit een ruim en divers aanbod zowel landelijk als in de eigen regio; verzekerden altijd recht hebben op een second opinion; de positie van verzekerden binnen zorgverzekeringsmaatschappijen aanzienlijk wordt versterkt zodat verzekerden meer invloed krijgen op het beleid; de verzekeraar zich moet verantwoorden over de zorginkoop en de Nederlandse zorgautoriteit streng toeziet op kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid; de vrije artsenkeuze is een belangrijke waarde, keuzevrijheid als primaire voorwaarde en betaalbaarheid als een secundaire; En gaat over tot de orde van dag, Preadvies: overnemen. Toelichting: in ons ideale model zouden publieke zorgverzekeraars zorg inkopen om zo te sturen op kwaliteit en kosten in het algemeen belang. Zoals de indiener terecht opmerkt is er absoluut geen meerderheid voor een publiek stelsel van zorgverzekeringen. Alleen wij en de SP willen dat. Daarom verwacht het Partijbestuur van de Tweede Kamerfractie dat ze binnen het bestaande stelsel streeft naar waarborgen en garanties waardoorhet algemeen belang en het belang van de verzekerde bij de zorginkoop sterker wordt verankerd. De indiener heeft daarvoor een aantal eisen geformuleerd die daarbij passen en die het partijbestuur dan ook wil overnemen. Daarmee blijft er balans tussen de macht voor zorgverzekeraars en de macht voor verzekerden/patiĂŤnten. 41