Grote Archipel for piano
Daan Manneke
Grote Archipel for piano 2017
Daan Manneke
Duration: c. 45’
D 17000 Copyright Š 2017 by Stichting Donemus Beheer, Rijswijk Printed in the Netherlands All rights reserved No part of this publication may be reproduced in any form by any electronic or mechanical means (including photocopying, recording or information storage and retrieval) without permission in writing from the publisher: Stichting Donemus Beheer, Rijswijk, The Netherlands www.donemus.nl
De intentie een substantieel pianowerk te schrijven is min of meer ingegeven en aangereikt door de zes eminente musici aan wie elk een deel is opgedragen. Ik ken hen vele jaren en koester een grote bewondering voor ieders eigen manier van musiceren. Hun uitstraling en hartverwarmende vriendschap zijn voor mij steeds een bron van verdieping en inspiratie geweest. In de loop der tijd heb ik een componeer-concept ontworpen dat me al vele jaren boeit en inspireert. Archipel-concept: dicht bij elkaar gelegen ‘eilanden’ met elk zijn eigen manier van bestaan. Door uitwisselingen en verbindingen kunnen ze hun eigenheid min of meer verliezen. Deze wederzijdse beïnvloeding, een soort osmose, kan op zijn beurt nieuwe gestalten en dynamieken genereren. Maar omgekeerd kan een eiland in zichzelf keren, soms vereenzamen, vervallen of zelfs totaal verdwijnen. Ik ben geboren op Zuid-Beveland, één van de zes eilanden van de Zeeuwse archipel. De tragiek van zo’n eilandengroep was - en is - het gevaar van overstroming. De watersnoodramp van 1953 is er een recent voorbeeld van. Het aantal verdronken steden en dorpen in Zeeland bedraagt ongeveer 125. Het bekendst zijn het verdronken land van Reimerswaal [Rommerswael] en Saeftinghe. Sommige van die vergane eilanden/steden leven voort in de volkscultuur omgeven door een romantischpoëtisch heimwee. ‘Grote Archipel’ voor piano wil geen illustratie/decoratie/sfeer-tekening zijn van eiland- eigenschappen. Het is een abstract klankstuk gebaseerd op mijn archipel- concept. Belangrijke metaforen zijn bijvoorbeeld ontstaan-groei, osmose, isoleren, rudiment, uiteenvallen, vertoeven, naderen-verdwijnen en altijd weer het luiden van klokken. Mijn levensmotto is r u i m t e. De verschillende delen zijn afzonderlijk uitvoerbaar. Ook fragmenten van delen zijn zelfstandig uit te voeren. De vijf interludia maken gebruik van een koraal-achtige melodie die ik schreef voor het werk Three Times [1974] [...] Door zijn hele oeuvre komen we constanten tegen: de zin voor sterke, directe contrasten, signaalachtige motieven en complexen. Voor sensuele, bijna tastbare klankkleuren en plastische gebaren, alsof de componist voor een denkbeeldig theater schrijft. [...] (Ton de Leeuw over Daan Manneke) Booklet CD Archipel, 1992. Grote Archipel is een HOMMAGE aan de Provincie Zeeland: LUCTOR ET EMERGO! Dank voor de hartverwarmende en hoogst-waardevolle support van de musici Daniël, Geoffrey, Jelena, Kelvin, Hannes en Ralph. Dank aan mijn Belgische collega de componist-pianist Piet Swerts voor zijn constructieve adviezen en daadwerkelijke hulp met betrekking tot aspecten als pianistiek, sonoriteit en ruimtelijkheid. Dank aan mijn collega Theo Bles voor zijn aandachtige vragen en opmerkingen met betrekking tot de gebruikte ‘taal en tekens’. Dank aan de meester-notenzetter Tobias de Haas voor zijn creatief meedenkende houding, resulterend in een even praktische als prachtige lay-out van de partituur. Gedanken zu Bach: een groot gloria! aan het absolute genie: Johann Sebastian Bach, 1685 - 1750.
Daan Manneke, 2018
bœ œ b œ œœ œœ œœ œ œ = œ œœ j j j j j j j j j 2 & b 4 œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œJ œ Ö беÖ - рёÖ - заê сто - я - ла, во по - ле œ кудœœ - œœœ ˙˙˙˙ ˙˙˙˙ Во по - ле Ü œ œ œ œ ˙ ˙˙ = ˙ j j j j j j j & b œ œ œ œ Deœcompositie œ œ vanœ het ‘middelste pedaal,’ het zogenoemde sostenuto-pedaal. œ gebruik . soms œ œmaakt Het wordt op de volgende manier aangegeven: ря - ва - я сто - я - ла Лю - ли, лю - ли, сто ‚‚ & ‚j j j &b œ œ œ œ œ œ œ. œ œ я - ла.
Лю Het - betreffende ли, лю -akkoord ли, стоwordt - я ‘stom’ - ла...ingedrukt.
i ·· I·
Op plaatsen waar het akkoord moet doorklinken is de volgende notatie gebruikt:
Bij het beëindigen van het accoord wordt dit teken gebruikt: Score
Bij afwezigheid van dit pedaal is het denkbaar de ‘sostenuto’-akkoorden op die plaatsen bijvoorbeeld pp/una corda te spelen. Voor het overbinden, legatissimo en dergelijke zijn deze notaties gebruikt:
bœ œ œ œ Ü
=
Ö Ö Ö
b œ œœ œœ œœ œ œœ ê
˙
=
œ œ œœ œ œ œœ œœ
˙˙˙˙ ˙
˙˙˙˙ ˙˙
Daarnaast is er uiteraard het legato-gereedschap bij uitstek: het rechter pedaal. Er zijn verschillende cesuur-tekens gebruikt:
: zeer korte pauze
: adempauze
: relatief lange pauze, ook gebruikt als deelafsluiting
: lange pauze, steeds gebruikt als afsluiting na elk interludium
sm
: senza misura
De verschillende intenties met betrekking tot tempi, speelmanieren, articulatie, pedaalgebruik, cesuur etc. dienen globaal en met fantasie te worden geïnterpreteerd. N.B. In de passages waar het ‘rechter pedaal’ niet wordt voorgeschreven kan de uitvoerder naar eigen inzicht en smaak handelen. In feite is de gehele cyclus één grote fantasia! De toegevoegde citaten en motto’s zijn gekozen uit het werk van Ida Gerhardt, te weten het gedicht ‘Clara Haskil’. Van Gerrit Achterberg het gedicht ‘Reimerswaal’ en van J.C. van Schagen de korte haiku-achtige gedichten ‘ruimten van ruimten’ en ‘je stond op een duin’. Het laatste deel [VI] is een soort “symfonisch” gedicht: Canto alla Ballata. Het motto [...] en zingend over de heuvelen kwamen de zonen van Usnach [...] is ontleend aan de novelle Deirdre en de zonen van Usnach van A. Roland Holst.
Clara Haskil
Reimerswaal
Mozart Pianoconcert in A-Dur
Een, die zichzelf niet meer bezit, is aan de mist geschonken. klokken zijn mee verdronken en luiden dit Score ononderbroken. Maar niemand weet of ziet de plaats, b œ œ waarb œalles œœ œœ ligt œœ gezonken.
Gebracht langs donkervlietende rivieren, langs ravijnen van brokkelig gesteente naar de eindelijke weiden van de rust. De beek spreekt in zichzelve, gentianen dragen de droppels op het ernstig blauw, varens zijn nog gefronst. En steeds het prevelen, prevelen van water. -Zijt gij daar, die op aarde naast mij was? O liefste, liefste, hoe aanzie ik thans uw eigen staat, en weet ik wie ik zelve mag zijn.- Herken het tekenschrift der vlinders en der purperen honingmerken: strofen op aarde onontraadselbaar. Dit is het, wat wij nimmer uit te spreken vermochten, wat thans op de lippen ligt van zelve. Hoor, hoe het water vraagt dat wij nog zwijgen, want de wind heft aan, vlagen van snaren, ruisend, en daarachter een donker stromen, waar de oorsprong verholen is.
œ œ
œ œœ
=
Gerrit Achterberg, Ö Ö ê 1905-1962œ Ö
Ü
˙
œ œœ œ œ œœ œœ
=
˙˙˙˙ ˙
˙˙˙˙ ˙˙
‚‚ & ‚
Russische volkslied (vroeg 18e eeuw) j j j j & b 24 œ œ œ œ œ
j j œ œ œ œ
Во по - ле бе - рё - за сто - я - ла,
j j & b œ œ œj œj œ &b
œ
ря - ва - я сто - я - ла
œ
œ
я - ла.
œ.
Лю
-
j œ œ
œ.
j j j œ œ œJ œ
во по - ле куд -
j œ œ
j j œ œ
j j œ œ œ
œ
Лю - ли, лю - ли, сто -
ли, лю - ли, сто - я - ла...
Er stond een berk in het veld Er stond een gekrulde berk in het veld loeli loeli, er stond, loeli loeli, er stond…
Ida Gerhardt, 1905-1997
ruimten van ruimten ruimten van ruime tijden laat ons ver en langzaam zijn je stond op een duin ergens in diep water luiden van klokken J. C. van Schagen, 1891-1985
Niet lang daarna zag zij de zonen van Usnach. Zij kwamen zingende over de heuvelen, laat in den middag. En er was een witte opvlucht van wolken, en een roepen van groote stemmen ging door de eenzaamheden. Toen verwoei het schuim, en het werd stil. fragment uit de novelle Deirdre en de zonen van Usnach. A. Roland Holst, 1881-1976
De zes delen zijn opgedragen aan de volgende musici:
I.
Quasi una Fantasia: Ralph van Raat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Interludium I
II. Verloop van tijd: Geoffrey Madge. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Interludium II
III. Nachtmuziek: Kelvin Grout
in memoriam Jacques Maassen, beiaardier [1947-2013] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Interludium III
IV. PrĂŠlude, Berceuse et Sarabande: Hannes Minnaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Interludium IV
V. Evokation BWV 611: Jelena Bazova . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Interludium V
VI. Canto alla Ballata: DaniĂŤl Kramer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Postludium
Gebracht langs donkervlietende rivieren, langs ravijnen van brokkelig gesteente naar de eindelijke weiden van de rust.
Quasi una Fantasia [I] voor Ralph van Raat
Lontano e dolce
(ek±60)
(e.=e±60)
, . . . . œ œ b œœœ œœœ œœœ œœœ & œ œ œ œ œ bœ π, flessibile π 2 2 2 ≈ & s œ œ. œ. œ. ˙˙˙ .. 2 . œ. 3. 2 2 3Œ . ‰ 4 2
2
œœ. b & œ
π
œœ. œ
œœ. œ
5
œœ. œ
2
œœ. œ
& b œœœ .. œœœ .. . . ‰ œS œ œ 2 p 2
Daan Manneke
Sostenuto
5 5 5 5 œœ. œœ. œ. 3. œœ. œ. œ œœ œ œœ œ œ
œœœ .. œ. . ,
œœ. œ
œœ. b œœ. œœ. œœ. œ œ œ œ
œœ. œ
œœ. œ
2
p œS
2
5
5 5 5 œœ. œ. 3. œœ. 3. . . œ œ œœ œœ œœ œœ
n ˙˙˙
,B
2
. b œœœ
œœ. œ
œœ. œ
œœ. œ
œœ. œ
œœ. œ
s œœ œ
ß
?
, œœ. , 2 2 b œ2 œ œ œ œ œœœœ A
b ˙˙œ . n œœœ b œœœ ≈ s œ. œ. œœ œ p 5. 3 2 5 5 , 3 2 œœ. œ. . œœ œ œœ œ œœ œ. œ.œ œœ. gg œœ. œœ. œœ. œœ. gg 2 ggg π p g ˙ . 2 RH 2 ? ggg ˙˙ . 2 g . 5 œœœ œœœ œœœ . LH 2
œœœ œœœ œœœ .. . ˙.
b œœœ ... œœœ œœœ ...
œœ. œ
2
(pesante)
œ >œ ◊
2
˙. ˙.
2
2
b œ. œ . 2
LH 2 5 RH
s
œœ œœ œœ .ß .
s œ #œ
1 4
ß
LH 2 5 RH
5 4 i s œ œ œ œ œ œœ œœ œœ œ œ œœœ œœœ œœœ œœœ œœ # œœ œœ œœœ . . . . . . ‰‰‰ . . . .ß . π i s ? 2 2 2 2 s œœœœ œ œ b œœ. œ œ.œ œœ œœ.œ 3 b œœ œœ œœ œœ œœ 2 4 . . ß . ß s ∑ ‰‰‰ œ ˙. I . œ ˙ ◊ 2 LH 5 5 3 4 4 5 5 RH , i s N œ. œ5. œ. œœ. œ. 3. 1 œ œ œ œ œœ œœœ N œ œœ œœœ œœœ œœœ œœ œœ œœ & œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œ œ œœ œœ œœœ2 œœœ . . . . . . . . . . . ‰‰‰‰ . . . . . . . ß p s œ. œ œ. œ œ œ œœœ œœ œœœ œœœ œœœ #N œœœ œœœ b œœ œœ .. ? # œœ .. n œœ œœ .. # œœ œœ œ œ œ œ & S I ß 2 2 2 ß 2 2 s ? ‰ œ œ. œ œ. C Ardito (e=96) ◊ Percussivo, martellato (q±74) (e±148) >œ œsœ i œ 4 2 2 2 1 3 œ œ ? œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œ b œ œ œ œ œ œ 1 & œ œœœ π 5" 5" f Ï s s s s ? b œœ 2 ‰ . œœ ‰ . œœ ‰ . & ≈ s œ œ. b œœœ I . n œœ # œ bœ œ œ 4 2 > > > œ5. 3. dim. # œ . a Sœ 5 2
LH 2 5
s
& œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œ œ œ œ œ . . . .ß . . [π] ˙˙ œœ #b œœœ ? & ≈ sœ œ 2 1 œ. 3. 2. 3 4 5 ? ∑ ∑ 2
2
© Copyright 2017 by Stichting Donemus Beheer, Rijswijk
bœ œ œ œ 2 1 3
4 3 2
D 17000
? œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ ? ? ? ?
s b œœ ‰ . bœ >
& ?
& & ? ? 2
œœ œ
s‰ n œ ## œœ >
bœ œ œ b œœ œœ œœ
ƒ s b œœ ‰ . bœ >
s ##n œœœ ‰ >
3:4
œ œ œ œœ œœ œœ
4 3 2
bœ b œœ
œœ œ
5 4 >œ4 œ>œ5 œ>œœ œœ>œœ ? œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ & œ œ œ œ ‰‰‰‰ ƒ F ‰‰‰ ƒ Ï > > 3 3 > >œ b œ b œ s s. s œœ . b œœ œœ œœ œœ œœ œœ n œ b œœ ‰ . œœ ‰ . œ. bœ œ œ œ œ œ bœ œ > > >
œœœ4 œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ
5 œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ
, 5 4 5 4 5 œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ& œ œ œ
F ? n œs ‰ ## œœ > D
œ œœ
3:4
> >œ >œ œ œœœ œœ œœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœ œœœ œœœ œœœ
s œœ ‰ œ >
Distinto (e±104)
ƒ 3 F 3 3 s s≈ œœ b œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ # œœ .. œ bœ œ œ œ œ œ œ œ œ #œ. > >
Nœ Nœ
bœ bœ ,
> œœ œœ ≈S
Poco più mosso agitato
Distinto (e±104)
œœ¯ .. œ œ œœ .. , œ œ b œ S bœ
Pesante
>œ4 œ>œ5 œ>œœ b œ>œœœ bœ œ œ œb œ ƒ Ï F f F > > œ œ # œ œ N œ ? >œ >œ b œ N œ ≈ s s œ & # œ #œ œ . #œ 3 5 2 #œ œ . Distinto (e±104) > < bœ œ bœ œ œ Agitato, accel. bœ œ bœ œ œ b œ4 > > > > ? œ œœ œœœ œœœœ bœ P ‰‰‰‰ f œ œ #œ œ œ œ ? bœ bœ œ bœ œ #œ œ # œ 2 œ b œ # œ #>œ #>œ > F > 4
Nœ
N œ2
4 œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ 5
ƒ
s ##n œœœ ‰ >
s œœ ≈ œ >
s œœ ‰ œ >
s b œœ ‰ . bœ >
‰
‰
F
longa >œ4 œ>œ5 œ>œœ œœ>œœ wwww i œ œ œœ œ w I ƒ > >œ b>œ b œ>œ I www i œ I wI
œ œœ > quasi attacca!
Agitato, più mosso
> >œ4 œ>œ5 œ>œœ b œœœœ bœ œ œ œ
f œ œ > > b>œN œ>œ œœ œ œ œ & œ
Percussivo (q±74)
œœœ4 œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœœ
ƒ s b œœ ‰ . bœ >
Agitato
&
ƒ
s b œœ # n œœ bœ #œ > >
s œœ ‰ . œ >
senza misura
ca. 5"
F
E
Quasi D. Scarlatti (ek±60) Elegante
(x=x)
œ œ œ œ œ œ œ # œ œ œ œ œ b œ œ œ œ œ F P P 1 2 1 fœ ? œ œ œ œ œ œ œ # œ œœ œ œ b œ œ œ œ œœ œ œ # œ œ œ œ œS . œ 3 2 3 œœ 5 3 2 1 œ 3 œ œœœ œ œ œ # œ n œ # œ # œ œ œœ ## œœ ‰ & œ œ œ s œ # œ œ œ œ œ F œ #œ œ nœ œ œ œ #œ 2 2 ? œ œ œ œ œ #œ œ œ #œ nœ œ œ œ 1 œ œ # œ œ # œ n œ œ œ œ #œ > #œ œ œ #œ 2 œ 2 1 œ &
œ
N œ œ2 # œ3 ## œœ ‰ & Nœ ? Nœ #œ Nœ #œ &
>œ œœ 3
ƒ œ & œœ 2 >
>œ #>œ œœ 3 # œœ 2
‰ b>œœ bœ
œœ # œœ N œœ œ 3 œ 2 N>œ > >
œ
2
4
1
œ œ , nn œœ 2 œ 3 œœœ 2 œœ32 œ œ œ b œ n œœ 3 œœœ 3 b œœ .. 2 N œ œ œ b œ œœ 3 œœœ 3 b œœ 2 # œœ- 2 N œ œ œ œ œ bœ . Nœ bœ œ Nœ n œ œœ s f poco marcato P œœ . œ œ œœs s 3 s œœ . œ .. œœ œœ œœ œ œs & œœ œœ œœ .. . œ N . œœ . œ. œ œ œ. œ œ- 2 œ- œ œ . > > > Energico (ek±76) s œ œœ œœ . >œs. œ œ œ b œ4 ... , Hn œœ .. 4 œ œ œ œ œ b œ n œ œ b œ 4 œ œ # œœ ® nœ #œ œ œ #œ œ œ œ œ bœ œœœ ... œ œ œ œ #œ œ #œ Sœ . œœ œ # œ œ œ œ # œ œ œ œœ >œœ .. ? ƒ œ œ œ bb œœ œ œ œ # œ œ œ . œ b œ bn œœ . ≈ œ #œ œ œ # œœœ œ œ œ œ # œ œœ œœ œ # œ œ œ # œ œ œ > > S 4 4 œ œ #œ 4 f F Poco più mosso
G Soave, fresco, meno mosso (ek±60) >4 s √ √ œ # œœ 4 #œ #œ œ , b œ n œ # œ Nœ œ nœ œ #œ œ b œ œ œ loco n n œœ ? n œ œ 2 1 3 2 3 œ œ n œ # œ # œœ œ # œ œ œ bœ # œ œ œ ≈œ ≈ & n œœS n œ œ & # œ œ œ # œ # œ œS f ƒ π dolce e rubato ƒ n œ # œ œ 2 s œ 2 . #œ ? . ≈ œ œ # œ œ œœ # œ ## œœ œ œ n œ # œ & nœœœ ... # œœ .. b œ s Nœ ? . H œ œ œ œ # œ . S œ œ œ #œ œ H œœ œ. 4 ## œœ . œ œœ œ p cantando rall. √ N œ5 , #œ #œ œ #œ œ nœ #œ #œ #œ #œ loco n œ # œ n œ 5 œ œ # œ 2 œ # œ2 #œ nœ # œœ #œ œ œ œ œ œ # # œ # œ #œ & 2 2 [π] ∏ .. # œ œ œ a œ # œœ # œœ œ 2 H œ œ œ ? œ. # œ œ. ? œ. œ #œ œ & œ # œ S # œ . S S œ #œ nœ #œ nœ #œ 2 œS # œ S π Daan Manneke / Grote Archipel
3
>4 s H Ardito (ek±60) >œ >œ nœ # œœ .. b œ b œ n œ œ œ œ . b œ œœ N œ # œ œœ œ œ b œ n œœœ. .. œ œ bb œœ nn œœ œ œ b œ n œ ≈ œ n œ œ œ œ œ œ œ & n œœS .. n œ œ œ œ œ #œ #œ . b œ N œ œ œ œ œ œ #œ nœ ƒ f f F œ bœ œ b œ œœ œ œ . œ œ b œ n œ # œ œ ? œ bœ nœ œ œ bœ œ œ> # œ> ≈ œ bœ œ Nœ œ œ œ . œ œ #œ œ œ bœ Nœ #œ œ œ œ œ >œ œ œ œ #œ œ œ œ > > U I Lontano e dolce (e±60) >œ >œ >œ #>œ U œœ- ## œœœœ œ œœ # œ b œœ n œ œs . œœ .. U loco œ >œ # œ >œ œ œ . œ #œ n œ b œœ œœ.. . . b œœ. œœ. œœ. œœ. œœ. œœ. œœœ. œœœ. œœœ. b œœ. œœ. œœ. œ œ œ œœ & ≈ b œœ œœ .. œœ .. œœœœœœ Ï > π b>œœ .. N œœ .. 2 2 ? œ œ n œ> & œœ œ œœ # œ ? N œ . b œ . N œ . & œœœ .. œœœ .. œœœs œœœ .. œœœ .. œ œœ œ ## œœ œœ .. œ>œ>œ b . ß . . > > > > π .> œ >œ œ . > F ? œ ‰ œS ‰ S ‰ S 2 2p 2 5 3 LH RH LH RH 5 2 2 , 5 3 5 5 2 5 2 5 .œ œ2. 23 œœ. 23 , s s œœ. œ5. 2. œ œœ. œ. 3. œœ. 32. 5 œ & œ œ œœ œ œœ N œœ œœ œœ œ œœ b œœ. œœ œ.œ œ œ œœ. œœ œœ. œœ œœ œœ œ.œ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ ßœœ œœœ œœ œœ I . . . . . . . . . #œ . . . . . ß s 1 œ ˙˙p . 2 RH œœ # œœ œœ . œœ 2 4 #œ g ? gg ˙ . S ‰ # œS & & b œœœ .. œœœ œœœ .. g . œœœ b œœœ .. œœœ .. n œœs œœ œœ œœ .. LH . . . . œ œ œ œ. ß 2 2 4 ß >œ œ ß > . œ œ ? Œ ‰ S ∑ ‰ S œ ˙. 2 2 p >œ ˙ . ◊ 5 LH 3 5 (e=e.) (e.=e) 2 2 2 RH 2 5 , J 2 3 2 2 2 s œ œ 2 œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ ‰ b œ b œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ & œ œœœ œ. œ. œ œ. N œ œ. œ. œ. œ. N œ œ. œ. œ. œ. œ. œ. . . ß s ‰ ‰ ‰ ‰ P π p π œœ .. œœ œœ .. œ œ œ 2 œœ œœœ 2 œœ œ . . n ? œ # œ œ œ # ‰ & ≈ s œ œ. œ. œ. œœœ .. œœ .. b œ 2 . . 2 œ. 3. 2 ß ß ? ∑ ‰ œS ∑ ∑ œ ˙ 2 p œ> ˙ ◊ rall. 5 5 3 2 , 2 bœ sm 2 1 œ œ œ 2 œ S œœ œ œ œ œ œ i ( ∑ ) œ œ . . . b œ ≈ ‰ ‰ ‰ ∑ œ & . œ œ œ œ œ I œ œœœ 4 . . . . . π- π silenzio ca. 7" œœ œœ œœ ..i 2 2 2 ? œ # œ œ .I (∑) ≈ s œ œ. œ œ œ ∑ & s≈‰. ‰. ‰. œ œ . . 1 2 œ. 3. 2 2 œ attacca Interludium ? ‰ ‰ ‰ ‰ 2 s œ ˙. œ ˙. > p
4
Interludium I Lontano e misterioso (ek=69)
& ˙. ˙. π & Œ. Œ.
2
2
œ. œ. œ. œ. œ. œ. œ œ. œ. œ. p π
una corda
&
˙.
˙.
b˙ .
˙.
bœ . œ .
b˙ .
Œ.
‰.
œ . bœ . 2
N˙ .
˙.
& Nœ œ œ œ œ œ œ œ œ ‰ . bœ œ œ œ œ œ œ ‰ . ‰ . œ . bœ . . . . . . . . . . . . . . . p π p π 2
2
2
2
2
œ. œ. œ. œ. œ. œ. œ. p π
˙.
˙.
b˙ .
2
Œ.
‰. ‰. ‰. ‰. ‰. ‰.
& ˙. [π]
˙.
˙.
˙.
& ‰ . b œ œ œ œ œ œ œ œ b œ œ ≈ œs œ œ . . . . . . . . . . . . p 2
2
2
2
2
2
2
& ˙. p
˙.
˙.
˙.
& œ œ ≈ œs œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ . . . . . . . . . . . . . . p 2
2
Daan Manneke / Grote Archipel
b˙ .
‰. ‰.
‰ . Nœ . œ. œ. b œ. œ. œ. œ. n œ. œ. π [p]
‰. ‰.
˙.
,
1 œ b œS . œ œ œ œ bœ ‰. ‰. ‰. œ œœœœ ∏ p 2 2 2 2 ≈ s 2 œ. œ œ œ ‰. ‰. ‰. ? œ. œ. œ. œ. œ. œ. 2 3. 1. . œ. œ. π 5 2
2
2
5
ruimten van ruimten ruimten van ruime tijden laat ons ver en langzaam zijn
Verloop van tijd [II] voor Geoffrey Madge
Vivace, negligente (q±108)
‚‚
&
? #‚ # ‚‚
sostenuto pedal
iI ··
senza misura
& œ œ bœ œ œ œ #œ œ œ bœ œ œ œ #œ œ œ bœ œ œ œ #œ œ bœ œ œ #œ ca. 7" [π] π ? i #· œ œ b œ œ œ œ # œ œ œ b œ œ œ œ # œ œ œ b œ œ œ œ # œ I # ·· œ b œ œ œ # œ ◊ ◊
Ii ·· & œ œ bœ œ #œ œ œ bœ œ œ #œ œ œ bœ œ #œ œ P ca. 5" ? i #· œ œ b œ œ # œ œ œ b œ œ œ # œ œ œ b œ œ # œ œ I # ·· (◊)
sm
œ œ bœ œ . œ nœ bœ œ œ bœ Nœ #œ π
œ œ bœ œ . œ nœ bœ œ œ bœ Nœ #œ ◊
iI ·· #œ œ bœ œ #œ & œ bœ œ œ #œ œ œ œ bœ œ bœ œ œ œ #œ bœ Nœ #œ œ œ #œ œ F ca. 4" [F] ? #œ œ bœ œ #œ i #· œ b œ œ œ # œ œ œ œ b œ œ b œ œ œ œ # œ b œ N œ # œ I # ·· œ œ # œ œ ◊ (◊) Ii ··
sm
& œ œ #œ #œ œ bœ œ œ #œ p ca. 3" ? #œ œ bœ # œ œ # œ Ii # ··· œ œ #œ (◊)
sm
œ bœ œ bœ œ . œ #œ #œ œ œ #œ œ #œ nœ #œ bœ œ bœ œ #œ [p] #œ bœ œ bœ œ bœ œ bœ œ . œ #œ #œ œ œ # œ n œ œ œ 2 1 #œ #œ 2 3 ◊ 1
5
2
1
, , œ œ œ> . œ œ & œ œ œ #œ œ nœ œ #œ #œ #œ nœ œ # œ n œ œ #œ f #œ #œ f π >œ . œ ? œ œ # œ n œ #œ #œ œ œ # œ n œ œ œ œ # œ œ n œ œ # œ4 # œ œ 3 #œ 1 1 4 (◊) [ ,] b œ #œ bœ œ bœ œ œ bœ œ bœ œ . œ #œ #œ œ œ & œ œ œ #œ #œ œ bœ # œ n œ œ # œ #œ π ? œ œ œ #œ bœ œ bœ bœ # œ œ3 b œ œ 2 œ . œ # œ # œ œ œ # œ œ # œ n œ # œ b œ2 œ b œ œ 2 #œ 5 1 3 2 3 5 1 5 2 (◊) 2
6
4
2
5
3
4
œ
1
#œ œ œ #œ #œ >> #œ œ œ œ #œ #œ 1
4
,
œ œ œ #œ œ nœ œ #œ œ œ1 œ # œ œ n œ œ1 # œ4 5
>œ œ œ œ # œ # œ n œ , œ œ œ # œ n œ # œ . œ # œ # œ œ œ # œ # œ #>œ , œ œ œ # œ # œ œ & F f > >œ . œ #œ œ œ #œ #œ #œ œ œ œ œ #œ ? #œ nœ œ œ #œ #œ 2 3 1 œ œ œ #œ nœ # œ œ3 4 #œ 3 5 1 (◊) √ >œ b>œ > > œ 1 # œ n œ 1 œœ 2 1 4 2 1 3 2 œ œ # œ2 # œ œ œ # œ n œ œ œ b œ œ ? # œ2 # œ œ # œ # œ n œ œ # œ # œ & #œ #œ œ œ #œ #œ œ P ƒ F Ï 2 2 2 œ 1 œ œ 4 #œ 2 œ 2 4 > > >œ >œ œ œ œ #œ ? œ œ & #œ œ œ œ #œ œ # œ œ œ 2 2 2 2 loco 4 2
& ‚‚ ‚ ? ‚ #‚
5
?
bœ bœ
Ii OO
sm
U s s œ ≈ ≈ œ œ ‰ œ œ œ œ œ bœ œ ‰ # œ . œ œ b œ œ œ # œ œ œ n>œ >œ # œ œ œ b œ œ # œ œ œ # œ œ œ œ F s ? ≈ œ b œ œ # œ œ œ ≈ # œœ œœ ≈ œ b œ œ # œ œ # œ œ œ ≈ # œ ≈ œ b œ œ # œ #œ . #œ #œ #œ #œ #œ #œ > > #œ (◊) ?
U
œ bœ #œ œ œ œ #œ œ œ #œ œ œ ≈ œ œ #œ ≈ #œ #œ œ #œ nœ œœ œ œ > #œ 2 œ œ œ ‰ # œsn œ b œ # œ œ ≈ ≈ # œ œ œ # œ ≈ œ # œ ‰ # œ # œs ‰ œœ œ #œ œ #œ #œ > > > ∑
,
œ œ bœ 2 #œ 2 œ #œ & œ œ ## œœ œ ## œœ b œ œ # œ œ œ œ # œ œ œ # œ # œ f œ œ œ bœ œ #œ œ œ #œ #œ ? œ œ #œ #œ bœ œ œ # œ #œ œ #œ #œ 3 (◊) 2
Daan Manneke / Grote Archipel
œ 2 #œ œ œ #œ #œ œ #œ œ œ3 # œ # œ
,
&
ca. 5"
i## OO I O
œœ œ 2 , s s ? œ œ œ ‰ œ b œ œ œ # œ# œ œ # œ # œ S œ > > # œ œœ œ b œ b œ n œ . n œ œ # œ œ œœ f poco marcato 2 ? ‰ s #œ #œ . ‰ ≈ œ # œ œ b œ œ # œ# œ n œœ n œœ # œs ≈ œ b œ b œ n œ . # œ . œ # œ œ b œ #œ #œ bœ >> ◊
sost. ped.
? #œ œ #œ œ (◊)
f
Con brio (ek±94)
?
?
b œ b œ [ ,]
s œ # œ œ œœ b œ œ œ œ #œ œ ≈ bœ œ œ
œ œ #œ #œ œ œ #œ bœ œ œ #œ F œ œ œ # œ b œ œœ œ # œ #œ 3 2
>œ >œ œ œ œU 3 œ ## œœ n œ # œ4 œ # œ ## œœ œœ n œ # œ œ #œ 2 ƒ > > œ ## œœ n œ # œ œ # œ ## œœ œ n œ N œœ œœ 1 2
2
7
bœ œ œ œ bœ ≈ œ bœ œ ‰ ≈ ≈ ≈ bœ œ #œ œ & œ œ bœ œ œ œ #œ œ bœ œ #œ œ œ bœ œ bœ œ bœ œ F œ œ œ œ œ ? œ œ bœ œ œ œ #œ œ œ œ bœ œ œ bœ œ #œ œ bœ œ œ #œ œ œ œ bœ œ bœ œ Poco meno mosso ma energico
loco
4
2
1
3
4
œ œ # œ œ œ bb œœ , œ bœ œ œ bb œœ œ œ œ # œ œ œ œ bb œœ œ œ bb œœ œ # œ œ œ # œ ≈ ≈ œ b œ & œ œ œ #œ œ œ œ œ œ #œ œ œ œ œ œ œ #œ œ œ œ œ œ # œ œ b œ ƒs s. œ œ ? œ œ bœ bœ œ #œ œ œ bœ œ . œ ‰ #œ . #œ . œ œ œ . #œ œ . 3 #◊œ pesante il basso ƒ marcato √ œ œ œ #œ œ œ bœ U b œ b œ b œ b œ œ œ œ b œ œ œ # œ œ œ œ # œ œ œ œ œ bœ œ bœ i OO & œ bœ œ œ #œ œ œ œ bœ œ bœ œ œ œ bœ bœ œ #œ œ œ bœ œ œ œ #œ œ œ IO Ï ca. 5" # œ s # œ . ? #œ . œ. #œ . #œ i# OO ‰. #œ . #œ . . œ . # œ # œ . . œ # œ # œ . . . I #œ #œ #œ œ. (◊ ) 2
5 œ5 b œ3 bb œœ
Molto cantando e legatissimo (q±58)
‚ & ‚‚ ? ‚‚
Ÿ~~~~~~~~~ Nœ œ œ aœ & ˙. ¬ #œ œ p Ÿ~~~~~~~~~ & ˙. l s œ. œ #œ œ π
&
sost. ped.
Ÿ~~~~~~ Nœ œ œ aœ & œ ¬ #œ œ Ÿ~~~~~~ & œl œ œ
& 8
œ
œ
œ #œ
˙.
œ
˙. ? g N ˙˙ .. ggg # ˙ .
U
˙˙
œ #œ #œ
s bœ nœ . #œ . nœ # ˙.
s œ œ
& œ #œ #œ Nœ bœ
,
˙
#œ
œ œ
,
œ #œ #œ #œ
N˙ .
œ
˙. œ . #œ .
nœ œ
œ œ œ œ s œ
œ- œ œ- œ œ # œ œ œ # œ # œ . . bœ œ #œ nœ œ . œ . œ œ S
,
,
œ œ #œ #œ .
Nœ
œ. œ.
i OO IO i 5"O IO
sm
U
,
& œ #œ #œ œ nœ #œ . m˙ Ò œ. œ ? S
,
, œ œ œ. œ œ #œ #œ nœ # œ œ a œœ œ . # œœœ ... œ # œ # œ œ b œ œ # œs P œ œ œ œ ˙˙ . œ #œ œ œ #œ œ # œ n œ . #œ s #œ #œ U
œ & b œ # œ # œ b œ œ œ œ œœ .. Nœ œ œ œ ˙ œ. ? # œœ ..
, Nœ œ œ Nœ bœ #œ œ œ aœ ˙ œ bœ œ œ #œ bœ œ œ œœ π morendo p quasi eco N œ nœ œ #œ Nœ œ Nœ œ œ œ bœ œ œ œ # œœ œ n œ gg œœ gg # œ
i OO IO
ca. 7"
i I OO
Intermezzo Flessibile, quasi improvisando (ek±92)
‚‚ ‚ & ‚
&
‚ ? # ‚‚
&
œ œ #œ Nœ œ
π
#œ œ œ #œ
tre corde , œ i ·· œ nœ bœ œ n œ I ·· & sost. ped.
[ ,] œ nœ œ nœ bœ #œ
œ #œ #œ
p
ca. 5"
π
i ·· # · #œ œ œ #œ I , œ # œ œ Ii ··· ·
&
4
œ #œ œ
5
& #œ œ œ &
œ #œ œ
& #œ Nœ Nœ &
œ #œ œ
Daan Manneke / Grote Archipel
π
ca. 5"
[π]
œ œ #œ Nœ Nœ
i ·· # · # œ # œ œ # œ I œ ·· , i œ bœ I ·· P
ca. 5"
p
i ·· # · #œ œ œ #œ I
[π]
#œ œ œ #œ 5 [ ,] œ œ œ #œ
5
œ œ #œ œ œ
œ œ #œ Nœ œ
œ œ #œ œ œ
p
œ œœœ œ #œ
œ œ
[p] #œ œ œ #œ
œœ
[π]
#œ #œ œ œ œ #œ œœ
œ #œ #œ
#œ #œ œ #œ
#œ
4 U œ # œ œ Ii ··· ·
∏
ca. 7"
i ·· #· I
9
Pensando a BWV 801
Elegante, flessibile (ek±50)
s , œ. œ. œ œ œ œ œ œ œ œ . œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ S & #œ S p œ. œ #œ #œ œ nœ . œ #œ . #œ . œ œ ? s. ‰ . S œ œ. > P dolce œ œ œ œ œ #œ nœ œ œ œ œ œ. , œ œ œ # œ œ N œ œœ œ œ œ œ œ œ œ & œ œ œ œ S œ
? #œ
œ
œ
#œ
&
&
? &
? &
#œ
s . œ œ H œœ ...
&
œ œ œ œ. & œ œ œœœ ... œ œ œS œ œ . ? ‰ ‰ œs œ >
10
œœ
œ œ H œœ œ œ œ œ œ
s , œ œ œœ œ œœ œœœ œœ œœœ œœ # œœœ n œœœ œ œ œ S œœ œ
, , œ- . œ- . œ œ œ œ œ œ œ œ œ S.
œœ .. œœœ ... œœ .. œ œ œ œ- . œ- . œS . œS œ œœ œ . ‰ ‰ œs œ > a tempo œ œ œ œ œs . œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ #œ œ œ œœ S π œ. œ #œ #œ œ nœ . s . ‰ S œ. œ. >p dolce œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ. , œ œ œ œ œ œ œ S œ œ œ œ œ œ
? #œ
&
œ œ . œ œ #œ œ . œ #œ Nœ S , œ œ
œ œ œ œ. & œ œ œ.
œ
s œœœ ... œ.
œ œ . œ œ # œ œS . œ # œ œ , œ œ s . œ œ H œœ ...
œœ
œ œ œ H œœ œ œ œ œ s œœœ ... œ.
s œ œ œœ S œœ œ
œ- .
œ. œœ . œ œ œœ .. S
,
poco rit.
? # œœ . œ œ œ œ œ œœ .œ œ S
œ .œ œ , œ . œ S œ œ œ
œ #œ . #œ .
œ
#œ nœ œ #œ œ
œ
œ
œœ
œ œœ œœœ œœ œœœ œœ # œœœ n œœœ œ œ œ
œ- . ,
, œ œ œ œ œ œ œ œ œ. S poco rit.
œœœ .. œ- .. # œœ . œ œ œ œ œ œœS . œ œ
# œœ & œ π & # œ-
n œœœ .. N œœ .. œ .. œœ .. S s # œn œ . 1 # œœ .. 2 œ- . œ- . 2 2 ? ‰ œs ‰ ‰ œs ‰ . ‰ œ œ œ œ > p
n œœ œ S s nœ 1 œ-
# œœ œ
>œœ .. , œ œœ .. œ S p P s # œœ . œ n œ œ
, œ œ #œ Nœ œ . œ œ œ œ œ # œ œ œ π 2 œ œ . œ œœ œœ œ œœœ .. œs N œ œ œ œ œ œS œS . 1 3 2 4 ∑ ∑ ‰. ‰ œ ∑ œ > >œœ .. , # œœ n œ œ œ # œ . œ # œ œ # œ œœ œœ . œœ. œ œ œœœ œ œ œ œ œ œ # œ . œ œ # œ œ œœ œœ & #œ œ 2 P π 2 2 2 2 & œ œ œ œœ # œœ œ N œ N œ œ œœ. # œ œ # œ œ N œœ .. # œœ n œœ œœ œœœ ## œœ œœ .. œ . œœ œ œ. œ. œ. œ. S . S > ? ‰œ ∑ ∑ ∑ œ Negligente, improvisando > , œ. œ. œ. œ œ. œœ . , bœ œ œ œ bœ œ œœ . , œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œœœ œœ nœ & œ œœ [π] 2 P s. 2 2 2 œ #œ #œ œ œœ & ( œ ) œ #œ œ 2 œS . œS . œ . œ œ œ œS œ œ œ œ 4 3 2 œ √ nœ Nœ 1 4 1 œ œ # œ œ # œ sm U bœ œ œ 2 œ 1 4 1 3 1 œ œ#œ œ 1 4 # œ # œ b œ œ b œ n œ œ œ & #œ œ #œ œ bœ rall. P ∏ ca. 7" π 2 3 4 b œ 3 4 b œ2 3:2 5 œ1 b œ œ œ # œ ? # œ nœ & œ œ #œ #œ œ & # # œœ # œ œ 3 S œ 2 5 3 Pesante
##
5
Interludium II
Molto grave e sostenuto (q=48)
&
?
‚‚‚ ‚‚ ‚
sost. ped.
œ ? ## œ
œ œ
? ## œ œ œ œ (◊)
œ ? ## œ œœ π ? ## œ œ œ œ p ◊ œ nœ #œ œ nœ #œ œ œ
Daan Manneke / Grote Archipel
nœ nœ
#œ #œ
œ œ œ œ
nœ nœ nœ nœ
œ nœ nœ œ nœ nœ œ nœ nœ œ nœ nœ œ œ œ œ
œ œ œ œ
œ Uœ œ œ œ œ
Uœ nn œœ œ ∏ nœ #œ œ nœ #œ πœ #œ #œ
œ œ
œ œ œ œ
œ œ œ œ
œ nœ œ nœ œ nœ œ nœ
œ œ œ œ
œ œ œ œ
nœ nœ
#œ #œ
nœ nœ
#œ #œ
œ œ œ œ
&
œ œ œ œ sm
Ii i I
··· ·· ·
U
11
Een, die zichzelf niet meer bezit, is aan de mist geschonken. klokken zijn mee verdronken en luiden dit ononderbroken. Maar niemand weet of ziet de plaats, waar alles ligt gezonken.
In memoriam Jacques Maassen, beiaardier, 1947-2013
Nachtmuziek [III] voor Kelvin Grout
Profundo, grave (e±46)
&
4 # #8
? ##
∑
∑ RH
∑
? ## œ . ◊| œ . p ? ## ∑ | ◊ una corda LH
# & # œ œ ? ##
? ## ◊| ? ## ◊| 4 # #8 &
˙ ˙
ìëê p> s s œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ
∑
˙˙˙
LH
‰ œs œ œ œ LH
s œœ œœ .. œ.
? # # LH˙˙ ˙˙ ? ## ∑ ◊| ? ## œ . œ. ◊|
œ œ . œœœœ ...
12
. œœœ ..
RH
˙˙˙ ... >
œœ œœ œœ œœ
LH
∑
s œ ˙ œ ˙
Pesante e andante (q±66)
>˙ . ˙>˙˙ ... ? # # # ˙˙ .. ˙. loco! P > ? ### ˙ œ ˙˙˙ .. œ ˙ loco! > tre corde
B
s s œœ œœœ œœœ œœ œ œ œ œ > LH RH ˙˙ œœ œœ œœœ ∑ œ LH ˙ ∑ ∑ ˙ LH LH LH s œœ œœ . ˙˙ œ ˙ . œ ˙ > 68 48 RH RH s œœ .. œœœ œœœ ... œœœœ .... ˙˙˙˙ œ.
s œœ œœ .. œ
LH
www> ww œ S
˙˙ . . >
> œ ˙ ˙.
‰ ‰
RH
A
RH
œœ œ
∑
ìëê LH s s œ. œ œ œ. œ. œ œ œ .LH LH ‰ œs œ œ œœ œ œ œ >p ∑
∑
RH
LH
∑
LH
∑
é è œœ . .
∑
œœœ p
∑
s œœ œ
ß
. œœœœ ... ˙˙˙
LH
s œœ
ß
s œœœ
œœ ..
˙˙
∑
s œœ ∑ ∑
s œ ê œ ë LH
RH
. œœœœ ...
s œœœ œœ .. RH ˙˙˙
RH
68
. œœœ .. œœ .. n˙ n˙ > P œ. œ.
LH
∑
Œ
48
LH s LH œœ œ œœ . . . . œ 6 , # # ß 8 # s œœœ œœœ œœœœ ˙˙˙˙ ... œ œ œ ˙ .. > > LH LH s s ∑ œœ œœ œœ œœ œœ # # # œœ ˙˙ œ œ œ ß LH LH n˙ ### ∑ ˙ ∑ ∑ n˙ ˙ >p P> LH LH s LH ### s œœ œ œ œ . œ œ œ. œ ˙. . œ. œ > œ ˙. quasi attacca > , ˙˙ ˙˙˙ ˙˙ .. ˙ œ œ ˙˙ , ˙˙ ˙˙ . ˙ ˙ . S œ. œ H˙ ˙ ˙ ˙ S g > > > > gg - - - - - œ - > > ggg œ œ œ ˙ œ ˙ ˙ œ ˙ œ g œ œ œ œ ˙ ˙˙ ggg ˙˙ ˙ ˙ ˙ Œ ˙ - -̇
˙ ? ### ˙
C Semplice e molto espressivo -
˙ ˙˙˙>˙˙ ... , -̇ H ˙ ˙˙-̇ ˙-̇ # ˙˙˙. ˙ ˙ π 3 ˙˙ ˙˙ ˙. w œ˙ œ œ ˙˙˙ ˙. w >
>˙ . ˙˙ . .
˙˙ ˙
> > ? ### - œ œ ˙œ œ œ . œ . ˙ œ - - - -̇
D
& & E
&
Lontanono (q±63)
### ˙ ###
π
˙ ˙
˙ ˙˙ ˙
˙˙ ˙ una corda ˙
,
˙.
nœ .
œ.
œœœ .. .
œ. œ.
#˙ .
,
˙.
?
#˙ .
# ˙>˙˙ ... ˙.
F >> œœ ˙˙ ˙.œ ˙.œ
# œœ .
∏ œœœ ..
H ˙˙˙ ... #˙ . ggg gg P ggg ggg . ggg # ˙˙ . g ˙.
œs
œ.
œs
œœœ ... # œ .
,
& &
U n nn
œ.
nnn
Parlando, aggressivo, improvisando (q±104), senza misura
Ó
RH , Ÿ~~~~~ œ b œ œ b œ œ œ œ ‰ #œ œ œ œ bœ œ œ #œ ? ‰ #œ œ œ œ œ W Ò œ œ œ œ œ œ œ œ #œ #œ ß ß LH ß F LH LH tre corde
&
?
s f œ #œ
RH
*)
œ #œ #œ œ œ œ ‰ œ œ œ RH
LH
LH
RH
s œ
ß
RH
bœ bœ œ
RH
œœœœ LH
f
Ó
RH
s bœ œ Nœ œ œ œ œ œ Nœ bœ nœ #œ œ œ aœ œ œ œ #œ #œ œ LH
RH
RH
LH
RH
LH
ß LH
q=76 24 43 RH Ó i bœ œ bœ œ ∑ & œ RH Nœ I RH RH RH 2 1 F LH Nœœ œ N œ1 b œ i ? Nœ œ œ ‰ œ ∑ œ œ # œ œ bœ œ œ œ œ #œ œ #œ œ #œ #œ œ #œ I LH 4 P LH
(e=e) 9 - -4 RH 8 RH [ ,] œ œ b œ- b œ ˙˙ .. U b b œ b œ i œ œ œ ˙ i ∑ b œ œ I b ˙˙ & œ œ œ bœ œœ œ ˙ . b b I œ ˙ Nœ #œ RH RH F LH f œ bœ bœ P b œ #œ nœ œ π 2 2 ? œ œ 2 Œ . b b ˙˙˙ ... b b b b ∑ ∑ œ & b œ œ b˙ . œ œ bœ b œ LH π con amore P F P f2 > ? b œ ˙ . bb b *) b bœ ˙. bœ ˙ quasi . attacca
68 (e=e)
Daan Manneke / Grote Archipel
F Subito cantando, dolce 2
13
Delicato (e±63)
G
b & b bb
H œœ
π
H œœ œ œ œ
œ- . œ.
œ- .
m bb b & b œ œ œ œ œœ .. œ. p cantando, legatissimo
œœ .. œ.
l
una corda œ
H
b & b bb œ b & b bb
, œœ
m œ œ œ. l
œ œ˙ œ œœ œ œ œ
Meno mosso
œ œ œ œ œœ b b &bb ∏ b & b b b œ œ œ œœ œ . π
& ? &
(una corda) πœ
&
? bœ LH P 14
bœ
œ
É p
(RH)
N LH œ
p
Ñ bœ LH
U
s IIi bb œœœ
RH
RH
œ -
s œœ .. œ. S-
> œœœ .. . -
s œ œ
ß
œœ œ œœ œ œœœ .œ œ . œS ..
œ œ
œ. œ.
œ. -
‰ ‰ ‰
?
,
&
â. à. > [P]
sm U n www> i wI n nn ritardando al niente π ca. 7" nn ? œœ œ œ œœ œœ œ œ œœ œœ œ œ œ b œ œ œ œ & n n œ S ‰ œ ‰ Wi œ S WI p ∏ π
bÉ
bÑ
LH Ñ p
œœ œ œ œ œ
I Espirando (e±60)
bœ
π
&
‰
œ œ œ [p] Ó
œ œ œ , œ œ œ
œ œ
Interludium III
Lontano, "presque rien" (e±30)
bœ
œ. œ œœ .. œ ? bb b b œ. œ. > P > œœ œœ œœ œœ .. œ œ - œ œ œ œœ œ œ œ œ
m U ‰ ‰ l . œ s ‰ œ .œ
œ , œœ œ œ œ œœœ ‰ ‰ ‰ [π]
, œœ œœ m œ. l
œ H œœ
U
œs œœ
∑
π
∑
RH
bœ
∑ ∑
bœ
π
LH
bœ π
bœ
œ π
Ö RH p
bœ
œ
LH
bÜ LH
s Ii œœ
Ö
Ñ LH p
bœ
U
œ
RH
sm
U
s iI b œœ
∑ ∑
∑ ∑
De beek spreekt in zichzelve, gentianen dragen de droppels op het ernstig blauw, varens zijn nog gefronst. En steeds het prevelen, prevelen van water.
Prélude, Berceuse et Sarabande [IV] Prélude
&
####
? #### ####
voor Hannes Minnaar
Dolce e cantando (ek±56)
A
s œœ œœ œœ œ œ œœ .. ‰ . #œ œ. œ œ œ #œ œ œ nœ œ n œ œS œ. œœ π il canto di basso œ. œ. œ œ. œ . Nœ . œ œ # s . . ‰ œ œ œ œ. œ. œ œ. œ . œ. Nœ . #œ . œ œ p œ. tre corde
œ & œ œ. S ? #### œ . œ.
s œœ . œS .. œ. œ.
- # # # # nn œœ .. œ . & œ . œœ .. ‰ P ? #### œ . nœ . ‰ œ . nœ .
####
1
Daan Manneke / Grote Archipel
œ. œ.
œ. œ.
œ. œ.
s. , œ œ œ œ œ œ œ œœ . œ œ n œ # œ n œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ S. S. œ œ p 2 , œ. œ. œ. œ . bœ . œ . œ. œ œ. œ . #œ . œ. S œ . œ œ bœ . . œ . #œ . - 1 2 nœ nn œœ .. œ . ‰ . œ œ œ œ œ ‰ œ . œ œ n œ œ œ œ œ. œ. œ œ œ # œ œS . n œ œ œ œ n œ P p p 2 œ # œ2 n œ1 œ s œ 4 ‰ œ œ œœ .. # œ . ‰ . œ œ œœ .. # œ ‹ œ œ 2 2 œ œ #œ . œ œ . #œ . 1 2
œ œœ .. œ œ œ nœ œ œ. > F 2 ? #### œ œ s œ œ œœ .. #œ . #œ . > &
2
œ œ œ œ œ œ # œ n œS œ
œ
B >. ggg œœ .. N>œœ ... >œ .. ‰ . ‰ . n œ . & nn œœ .. œœ .. nbn œœœ .. ‰ . g œ # œœ . œœ . . œ. p F f pesante nœ . ? #### . . ‰. œ . # œ . . ‰ ‰ b œ . n œ . bN œœ .. b œ . n œ. . œ . # œ . œœ . # # & # # œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ s œ. ? #### œ . œ #œ . # n œ . . œ. . œ. œ . . #œ . # œ n œ œ.
####
2
‰.
Soave
#œ π ‰. œ S
œ œ #œ œ œ
s œ
œ œ œ #œ . œ. œ.
œ. œ.
œ œ œ œ œ œ œ œ œ #œ nœ #œ p. œ œ. œ. œ. œ. œ . œ. œ. P rall. U œ œ œœ .. Œ . n # # # œ œ œ œ œ œ g œ œ œ œ œ n œ n œ gg N œ . œ œ œ nœ œ œ œ g > π P π 2 œ. Œ . n ### œ. œ. # œ œ. œ. œ. œ. œ. # œ ## œœ œ. œ.
15
Berceuse C
&
###
? ###
Ÿ~~~~~~~ , , Ÿ~~ Ÿ~~~~~~~~~~ . œ œ œ sl œ . œ œ œ œ œ ˙˙ .. l œ œ œ œ œ œ ˙. l œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ ˙. œ S S œ œ S & S 2 2 2
Dolce, quasi cullare (qk±44)
Ÿ~~ s œlœ œ œ S
œ π œ una corda
# # # œ œ œ œ œ œ œ- . & [π] ### sœ s & œ œ œ œ œ œ œ œœœ œ œ ˙˙˙ ... œ œ ˙ . .. & œ. œ. P nœ . œ œ œ . . œ œ œ g . . ? # # # ggg œ . ggg œ . œ œS ###
> œ. œœœœœœ s œs œ. œœ œ. œ œ- . œ œ œœœ œ œ p π sub. 2 œ œ œ œS . œ ˙ œ ? œ œ S nœ œ œ œ œ . Œ œ. 2 2 > œ œ. œ œ [ ,] Ÿ~~ Ÿ~~ œœœœœ œ œ œ n œ œ a œs l œ œs l ∏ Ÿ~~l œ Ÿ~~l œœ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ ggg œœ S S
poco rit. sm 1 3 # # # >˙ . œœ œ œ œ œ œ œ œ œ & œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ # œœœ œœœ œœœ ∏ morendo π œ n œœ œœ œœ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ ? ### œ
2
2
2
2
2
2
2
wwww i I www iI
laisser vibrer
Sarabande D
&
###
Cantando, molto legato (h±60)
˙˙ π ? # # # ˙˙ p
˙˙ .. ˙.
# # ˙ w & # ˙˙ ww ? # # # ˙˙ www 16
œœ ˙˙ www œœ ˙˙ ( ww ) w
˙˙ ..
,
H www ... ggg π ggg ˙ . g˙. p
˙˙ ..
˙˙ ..
œœ œœ œœ œœ œœœ œ œ
˙˙
ww w
˙˙ ww w
œ˙ œ œ œ œ œœ œ œ -̇ -̇ -̇ œœ ˙œ œ ˙ ww œ œ œ ˙
w www ˙˙ w( ww ) w ˙˙
˙˙ ˙˙
˙. ˙˙ .. ˙˙ ..
œœ œ œœ
√ , ˙˙ ˙˙ ˙˙˙ œ Œ ˙ ˙ œ œ œ œ˙ -̇ -̇ π w ˙˙ ww ˙. & ˙ œ ˙ ˙. œ p espr.
(√) ˙ # # # ˙˙ www & ### ˙˙ ( ww) & w # # # ggg ˙˙ g˙ & π ? # # # ˙˙œ œ &
˙˙ ˙
loco
˙˙ ..
###
œ π -̇
˙˙ ˙
˙˙ ˙
˙˙ ˙˙ œ œ œ œ
˙˙ .. ˙.
˙˙ ˙
Poco meno mosso (h±52)
E
F
˙ ˙˙
&
[π] œ H œœœ œœ ˙˙˙ ww œ œ w [p] N œœ œ
˙˙ . . ( ˙ .)
˙˙ .. ˙.
ggg ˙˙˙ ... g ˙.
˙ .. ˙˙ .
˙˙ ww w
˙˙ ˙˙
nœ Nœ Nœ œ bœ nœ œ œ œ œ œ . œ N œ[,] n œ œ œ nœ œ 3
>˙ √ ˙˙ b w> nb ww
F >˙ ˙ ˙˙ œ n œ ˙b œ a œ # œ ? ˙ œ nœ
# ˙˙œ
3
3
,
P œœ # œœœ n n www aw œ
>˙ ˙˙
˙˙ ˙
n www na w
>˙ b>˙ . ˙˙ n ˙ . b˙ . œ œ
œ
3
œ
?
wẇ .. #w
(loco)
,
[P] [p] ß # ww .. # w. a œ ˙ . # >˙ . aœ ˙ . #˙ . > œ Nœ œ #œ #œ 3
3
P π sub. P π -̇ cantando 3 N˙ 3 3 œ ? # # # œ #œ œ œ œ œœ ? b ˙œ N œ ˙ ˙ # ˙ & n˙ n ˙ œ N œ b œ ˙ # ˙ œ ˙ œ . b œ nœ œ p p G Pesante, grave (molto legato) # œ # œ > , > # # # œ œ œ ˙ œ œ œ œ œ #œ nœ nœ œ œ œ ˙ ˙ & I ˙˙ # œ ˙œ œ œ > ? # # # ˙˙˙
3
3
3
3
3
### ˙˙˙
# ˙˙˙
P
&
> ### ˙ & # ˙˙ ? # # # # ˙˙˙
3
√ # # # ˙ #˙ . ˙ #˙ & . ? # # # ˙ #˙ . ˙ #˙ . loco
>w œ wœ ˙ ### www
˙
3
3
> , n˙ n˙
loco
3
3
3
morendo
&
ossia:
3
œ
è
œ # œ
#œ
3
nœ
#Ü në
>w . w . #œ w œ
# ww .. w˙ . . ˙.
> #˙ . #˙ .
H Lontano, dolce
3
nœ
œ
nÑ ë ,
œ
n˙ n˙ πP n˙ n˙
É
3
Adagio
π
˙ ˙ ˙ ˙
?
3 ggg en dehors #gg ˙˙ ## ˙˙ gg ˙
n˙ n˙ n˙ n˙
, > W w> ?π W W #œ œ W œ œ œ œ W #˙ . ˙ œ ˙ œ W w . #˙ 3 3 pP p (en3 dehors) 3 rit. n˙ #˙ . n˙ w ˙ œ œ ˙ œ œ W œ œ ˙ W . π #˙ œ w W
Daan Manneke / Grote Archipel
[]
n>˙ . n˙ . F n˙ . n˙ .
3
w. w.
,
w. w. ◊
Un n# # # & n # &
silenzio!
nnn ####
17
Interludium IV Commodo (e±84)
œ Ÿ~~~ # # # # œ- œ- œ- Ÿ~~~~~~ œ Ò n œ n œ œ œ œ # œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ Ÿ~~~~~ l Ò œ nœ œ œ œ œ # œ & p #### ∑ ∑ ∑ œ- œ # œ- œ œ n œ œ œ œ œ œ œ n œ œ & p -
&
#### œ
œ-
œ-
Ÿ~~~~~~~~ œl n œn œ œ œ œ œ
P # # # # œ œ nœ œ œ œ œœ œ œ œ œ œ & ‰ S ‰
Ÿ~~~~~~~~~ n œ Ÿ~~~~~~~ nœ l œ # ## # œ œ ¬ nœ &
œ œ œ œ # œ œ œ n œ œ œ œ œ œ- œ n œ P - -
# # ? & # # œ nœ nœ œ œ #œ #œ œ œ œ nœ
&
####
? ####
18
œœ œ
œ
# œ#œ
œœ
nœ nœ œ #œ œ œ
œœ œœ œ n œ œ œ Nœ œ œ #œ œ œ nœ œ π
œ œ œ n œ œ Ÿ~~~~~~ # œ aœ #œ œl nœ œ œ œ œ œ p Ÿ~~~~ œœœœœœ œ- œ n œ œ Ò nœ œ œ œ [P] Poco meno mosso
œ- # œ- # œ- [,] œ nœ œ œ œ #œ #œ œ œ œœ œœ .. nœ œ œ œ œœ .. > p œ œ œ œ œ œ œ #œ œ œ œ œ œ œ œ #œ œ . œ œ H œœ .. p poco rit.
– Herken het tekenschrift der vlinders en der purperen honingmerken: strofen op aarde onontraadselbaar.
Evokation BWV 611 [V] voor Jelena Bazarova
‚ & ‚‚ ‚‚‚ ?
&
Vivace, negligente (ek±116)
π
& œœœœ 2
sost. ped.
U b œ4 œ œ b œ3 bœ œ & P &
œœœœ
b œ4 œ œ b œ3 bœ œ & &
œ bœ œ
& &
&
œ #œ œ
& & &
P
œœœ
œœœ
bœ
2
œ œ œ œ [ ,] n œ3 # œ œ
p
œ œ bœ
œ œ œ œ œ #œ œ- œ œ
# œ2 œ œ b œ œ b œ
& Daan Manneke / Grote Archipel
œœœ
œ #œ œ b œ2 œ
# œœ [ ,]
œœœ
π
œ
œ
nœ
œ
œ [ ,]
œœ
œ4 n œ b œ
b œ œ œ b œ œ œ b œ3 b œ œ 4
œ4 b œ œ œ
œ n œ- # œ œ
œ n œ- # œ œ
œœœ
œ bœ
#œ
bœ œ œ
5
#œ #œ nœ œ
Nœ
nœ
œ œ nœ bœ
bœ nœ #œ #œ -
œ œ nœ bœ
n œ-
bœ œ œ
œ œ nœ bœ
nœ bœ
bœ œ
œ bœ
nœ #œ bœ œ #œ #œ -
œ œ bœ bœ nœ #œ
# œ-
n œ-
nœ
#œ
nœ
2
p
œ #œ bœ œ #œ œ
œœœ
#œ
œ œ œ #œ œ
b œ œ5 # œsœ œœ œ
œ œ bœ bœ nœ #œ
4
œœœ
œœœ
œ œ #œ œ bœ œ bœ
bœ œ #œ œ
œ
œ #œ œ œ œ 2
œ4 œ b œ
& œ œ œ #œ &
œ œ #œ œ œ œ bœ
œœœ
œœœ
5 , œ œ œ # œ œ n œ3 # œ œ1 œ4 œ b œ[ ]
œ
œœ œ
#œ
3
&
5
#œ
œ œ #œ œ œ œ bœ
,
#œ œ
[]
π
œœœœ
œ
#œ œ
œ œ œ #œ œ
œ
Nœ œ bœ #œ œ
P
œœœ
œ œ bœ œ #œ œ œ œ œ œ œ # œ n œ œ œ œ œ œ #œ œ #œ œ œ œ #œ œ 2
?
œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ p 2
2
2
2
2
2
19
b œ œ5 # œs œ œœ œ œ œ &
œ
Nœ
œ bœ œ nœ œ #œ œ œ #œ œ œ œ p œ. œ. œ œ œ œ ? ? s . ‰ b œ b œ œ & # œ œ. 2 2 >œ . P 3 2 3 4 1 3 5 2 1 bœ œ œ # œ4 œ œ œ5 2 1 3 1 œ & Nœ œ bœ œ œ œ RH RH RH œ LH s LH s œ LH s œ b œ œ # œ œ # œ œ # œ ? œs œ- # œ œ- œ bœ & œ . œS . œS . œS . œS . ‰. ‰. ‰. >œ . 2 1 3 4 1 œ œ œ œ œœ œ œ œ b œ œ œ & œ # œ n œ œœ [p] bœ bœ œ & œ #œ #œ œ œœœ œ œ# œ- 2 -4 2 4 4 4 3 2 5 œ b œ U œ 4 œ b œ ∑ œ #œ œ nœ 3 2 1 3 2 & œ œ œ œœ œ œ F π # œ & œ œ œ œ œ œ #œ #œ œ 4 3 œ œ #œ œ
nœ
œ nœ bœ
,
[]
3
3
5
s œ
,
[]
œ œ #œ nœ œ bœ œ œ œ œ 2
œ
2
nœ
#œ
œ bœ
nœ
bœ œ b œ œ n œ2 œ
œ #œ œ #œ #œ œ1
œ2 œ
,
[]
œ 3 bœ œ œ œ œ œ œ œ # œ b œ b œ œ b œ b œ # œ œ œ & œ #œ œ #œ œ œ œ œ #œ Nœ p œ œ œ œ œ œ s ? œ œ & œ œ . ‰ . & œ #œ œ œ bœ 2 2 2 2 >œ . œ œ bœ œ œ œ œœ œ œ œ 1 œ 2 œ œ1 œ œ2 œ œ œ œ œ œœ œ œ œ œ œ œ œ & œ œ p œœ œ- œ- œ- œ œ & œ œ œ œ œ œœ œ œ & & & & 20
œ œ bœ œ œ œ-œœ 2 œ œœ œ œœ œ œœ œœ œœ œ œ œ œ- œ œ œ- œ œ œ œ œ œ œ P œ œ œ œ ? œ œ œ bœ œ nœ & 2 2 2 2 P sm œ œ œ œ œ œ œ œ œ i œ œ œ œ œ ·· œ œ œ œ œ œ œœ œœœ œ œ œ œ b œ œ œ n œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œœ œ œ I · S . œ œ œ. œ. π ica.··5" 2 2 2 2 ? I · 2 2 œ. œ. œ. œ. œ. œ. œ œ œ œ œœ œ
œ œœ
œœœœ
œ
œ
& ‚‚‚ ? ‚
&
b œ 2 œ n œ b œ œ 1 œ œ2 œ œ œ bœ œ bœ œ b œ œ œ œ #œ π œ b œ œ #œ ? œb œœœœœ œ-
sost. ped.
&
? œ-
bœ bœ 3
Stretto, volante e nebuloso (ek±120)
n œ-
œ #œ 4
U
π œ œ œ-
œ œ œ &
# œ-
4 2 3 œ5 # œ3 œ b œ b œ œ #œ
#œ Nœ œ bœ 2
#œ
bœ nœ
2
œ.
œ.
#œ .
1
2
nœ .
P 4 bœ U bœ bœ œ bœ œ œ b œ N œ 1 œ #œ œ 2 5 œ œ œ bœ bœ œ œ œ œ ≈œ œ ≈ œ & œœœ œ3 œ œ œ F π œ œ . Nœ . bb œœ .. b œœ .. & bœ . œ. œ œ #œ , b œ b œ œ4 b œ œ n œ œ , œ œ2 œ œ3 œ b œ œ œ œ2 œ œ A œ œœœ œ œ & p œ bœ œ- œ Nœ œ œ œ œœ- œ œ & œ 3 4 , 1 #œ œ 3 4 1 2 œ # œ œ #œ œ bœ œ œ #œ œ œ œ & œ œ œ œ #œ œ œ œ œ f π n œ#œ # œœ# œ ? # œ œ & œ # œ œ œ œ5 œ œ œ œ œ œ 2 3 , , bœ bœ œ bœ œ œ œN œ œA œ œ œ œ œ œ œ œ œ b œ b œ œ - œ œ b œ œ b œ œ- œ b œ œ n œ œ œ œ œ œ & F2 œ 2 œ œ œ œ 2 œ œ 2 œ œ. ? œ œ œ œ œ œ ‰. s œ. œ . ‰. & во по - ле куд - ря - ва - я сто - я - ла 2 2 2 œ. > 1 1 œ3 œ1 # œ4 2 bœ #œ œ œ œ , # œ œ œ œ # œ œ œ œ bœ nœ œ & œ œ œ œ bœ nœ fP π 4 # œ n œ b œ # œ œ œ œ # œ ? œ # œœ œ & -œ œ & 2 2 2 5 1 œ # œ œ # œ 4 s sm , , , 1 4 b œ n œ1 n œ œ œ œ 1 4 b œ œ # œ œ œ # œ œ œ b œ œœ .. Ÿ~~~¬ œ œ i · œ œ œ . S œ. . ˙ . ·· & I S S ∏ ∏ p 2 Ÿ~~~ ? i ca.· 7" 2 2 1 2 3 3 2 œ œ # œ b œœ . & œ 2 œ #œ œ œ œ œ œ œ bœ œ l ˙ . . 1 4 1 2 Nœ . 3 2 5 4 1 3 1
Daan Manneke / Grote Archipel
21
Christum wir sollen loben schon – J.S. Bach Orgelbüchlein BWV 611 (fragment)
& ‚‚‚ ? ‚
sost. ped.
Adagio (x±72)
π ≈ bœ œ œ œ œ œ #œ œ nœ bœ œ œ œ & œ œ œ. œ œ p en dehors ‰ πs bœ ? œ œ œ œ œ œ œœ œ œœ œœ b œœ # œœ ˙ œ ˙ π >
m b œœ œ œ œ # œ˙ œ œ œ œ œ œ n œ a œ œ œ œ œ
œ œ œ œ œ i ·· U œ œ œ I· ca. 5"
œ #œ nœ œ bœ œ œœ i · œœ œ œ œ œœ œœ # œœ œ œ œœ œœ n œœ œœ # œ œœœ œœ œ
a
& ‚‚‚ ? ‚ sost. ped.
x±84
x±80
[π] ≈œœ œœ œ œ œœ & ˙ œ [p] [π]œ œœ œ œ œœ ≈ œ œ œœ œ ? s œ œ œ œœœœ [π] œ >
Œ œ & œ .b.œ œ œ œ œ œ œ œ . S
œœ œœ b œ œœ œœ œ œ œ œœ .. œ œœœœœœ œ œœ œœœ œ œ œ œ œ S ≈œœ œ œœ . bœ œ
œ œ bœ œ ? œ #œ œ bœ œ œ œ œ œ œ. œ œ. œ
π U ≈ bœ œ œ œ œ œ œ œ œ#œ iI ··· b œ œ . œ b n œœ œœ œ œ. œ ca. 5" p π œ œœœ œœ b œœ œ œ i œ œ œ · œ . bœ œ œ œ œ œœœ ˙ ˙ π> B
A
C
œ œ œ bœ . A œ œœ œ œ. S
œ Aœ œ œ œ bœ œ œ œ.
H
œœœ œ œ œ œ. œ # œœ N œ œ
œ œ #œ œ . œ œ œ œ #œ œ œ œ œ œ #œ nœ œ œ œ
,
[]
œœ œ # œ œ œ œ nœ œ œ œ œ œœ
poco rit. quasi attacca
22
Tombeau
-s >s , ä N œœœ œœ -s œœ .. ˙˙˙˙ ... œ . # œ n œœ œœ . -f - pœ .# œ ˙˙ .. œœœœ # œœ œœ œ œ œ . #˙ . Sœ œ œS S P ‰ s‰ s ‰ . ‰ #œ œ œ œ ∑ nœ œ #œ œ œ œ n>œ œ sim. > ◊ * In this section until one bar before the Adagio all sustained chords might sound in combination with the sustain pedal, so that in the bass the accentuated octaves might be articulated more precisely. , , > œ œœ ˙˙ œœ œœ ˙˙ .. & œœœ ... œœœœ œ œ ˙ . ˙ œ . π- sub. F p ˙. œœœ # œœ ˙˙-̇ œœ# œœ? œœ ... # ˙˙ .. œ œ œ œ F p s p ? ‰ ‰ s ‰ #œ ‰ ‰ # œs ‰ n œs ‰ # œ œ œ nœ œ # œ œ œ œ #œ nœ œ #œ nœ #œ œ œ # œ œ œ œ ◊ ◊ loco > -s - * ˙ & œœœ œœœ ˙˙˙ œ œ P ? # >œœ # œœ- N ˙˙œ Sœ ˙ F ? ∑ ‰ œ # œœ #œ œ œ >>>
Grave et pesante (e±60)
œœœ œ
œœœ #œ œœœ
(Adagio) x±92 (e±46)
ä , œœœ .. ˙˙ œœ ... ˙˙
œ. # œœ ..
Calmo (ek±60)
# ˙˙˙
# ˙˙˙
F s ‰œœœ ‰ #œ œ œœœ #œ œ ◊ loco loco ä , > , ˙ . N ˙ œœœ ... ˙ .. # ˙ . œ . π œœ- .. ˙˙-̇ .. . œ. π U s ‰ ‰ ‰ œ nœ # œ œ œ ## œœ œ nœ una #œ œ œ > corda loco ‰ œ # œ #œ œ
œ œœ œ œ œaœ œ œ & œw œ # œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ # œ˙ œ œ œ π œ œ œ œœœ œ œ. œ #œ œ œ œ œ œ œ . ? ‰ πs ? œ #œ #œ ˙ œ œ œ œ œ w> œ œ > œ œ œ œ S ‰ Œ œ œ œ œ S π>
Interludium V
˙˙˙ ˙
U
U œ œ œ œ #œ œ œ. ˙ œ œœœ œ # œ # œ Uœ &
œ œ
œ œ
silenzio
2 œ œ 2 œ œ œ - 2 3 2 2 3 Nœ 1 œ œ bœ œ 2 œ # œ œ œ œ œ œ œ & œ #œ Nœ œ œ œ œ œ- # œ- N œ œ 4 ∏ 2 2 2 2 2 2 2 2 2 & ≈ s œ # œ. œ. œ. # œ. œ. œ. N œ # œ œ ≈ s œ # œ. œ. œ. œ œ 2 . 2 2 œ. 3. 2 2 œ. . œ. 4. 2 2 4 2 tre corde 4 5 π5 œU˙ . œ1 œ œ b œ 3 2 œ œ œœ œœœ .. sm œ 2 2 œ ˙ .. œ œ ˙ N œ . œ #œ œ œ ˙ . . œ œ ˙ . . ≈ S S & 4 2 rall. 2 U 2 2 s 2 # œ œ. œ. N œ # œ œ œœ œœ . ˙˙ .. & 2 œ. œ4. œ4. . œœ œœ ... ˙. 2 p U ? ∑ ∑ œ. œ. ˙. laisser vibrer 'al niente' œ. œ. ˙. S S > Daan Manneke / Grote Archipel 23 2
2
2
Niet lang daarna zag zij de zonen van Usnach. Zij kwamen zingende over de heuvelen, laat in den middag.
Canto alla Ballata [VI] voor Daniël Kramer
Solenne, quasi vocalise (Q±52)
Ö
É É ? ### É ∏ legatissimo I ? ### œ œ œ œ œ ◊| œ π ? ### É ? ### œ ◊| œ
? # # # n˙ I ? # # # n˙ ◊| n˙
É
É
œ œ
œ œ Ö
œI œI œ œœ œ
i é ? ### ë œ p ˙ ? ### ˙ œœ ˙ ◊| ˙ π &
###
É œ œ
é
œ œ
˙ ˙
â.
ô
œ. œ.
ô ò
24
É
É
Ö
é
ê è
∑
œ œ
œ œ
œ œ
˙ ˙
É
nÉ
nâ .
U ∑ ∑
Ö #œ i #ê œ #œ œ #œ
#˙ #˙
Ö
œ œ
ò
œ œs n ˙ . œ œs n ˙ . œ œ n˙ .
œœ
œ œ
#œ #œ U ∑ ∑
ò
œi Ö
ô
œ œ
U ∑
ô ò
∑
U ∑
œ œ
˙i œ œi I
∑
ó ö É
Ö #É
˙ ˙
& ?
(loco)
∑
#ó #ö
œ œ ˙
œ ˙ nœ nœ #œ . ˙ . œ . œ œ #œ p œ ˙ nœ œ # œ œ nœ #œ . ˙ . œ.
œ #œ ˙
#œ .
#œ œ .
œ #œ #œ . œ #œ #œ #œ . #œ
Nö Nò Nó Nö
U ∑
#ò
œ #œ œ #œ
œ œ œ œ
Poco più mosso, flessibile
œ œ ? ## # œœœ œ ◊
œ œ
Ö
ô ò
nœ . nœ .
nœ nœ
œ œ
œ nœ œ nœ
#œ œ n˙ n˙ . #œ œ n˙ n˙ .
nœ #œ #œ œ
Ü nœ I #Ü
# É œI n é n ï .
? # # # œ œ nœ #œ #œ œ œ œœ n œ # œ # œ œ œ
ê
U ∑
,
U ∑ ∑ ∑
&
###
Elegante, poco più mosso (q±74)
,
s œ
,
s œ
œ œ œ œ œ œ œ œ œ œœ œ œ œ œ œ œ œ II p ? ### œ œ ˙ œ œ œ œ œ œ œ œ œœ œ œœ œ œ ˙ œ œ ˙ œ loco! œ ˙ œ ˙ œ œ ˙ P cantando > , > , ### œœ œ œ œ & n œ œ n œ b œœ ˙˙ .. œ œ œ # ˙˙˙˙ ... œ œ . a œœ ˙˙ .. F P n œ œ œ œ ˙ . œ œ nœ ? ### œ ˙ œ œ œ œ n œ œ . . œ ˙ . œœ œ n œ ˙. ˙ œ œ. nœ . ˙. ˙. > > ### œ œ œ œ œ œ œ œ œ & #œ #œ œ œ , œ [ ,] œ œ œ œ œ # œ œ # œ œ n œœ œ [ ] œ n œ œ ? # # # n˙ œ œ œ #œ œ œ œ #œ nœ n˙ œ nœ
œœœœ˙ w w œ œ œ œ œ œ œ œ œ
œ œ œ #œ œ #œ œ
U Grave, pesante (q=56) & œ œ œ œ œ ˙ # œ œ n ˙ .œ . n œ . #œ #œ œ œ nœ œ œ #œ ˙ p # œs [F] œ π œ # œ œ œ œ œ œ œ œ ? ## ˙ #œ œ n˙ . œ œ œ #œ #˙ n˙ ˙ œ #œ #˙ n˙ . ˙ # œ œ n œ . nn œœ . ? ## # œ ˙ œ ˙ #œ ◊ œ nœ . ˙ ∏ Hoor, hoe het water vraagt ###
rall.
dat wij nog zwijgen, want de wind heft aan, vlagen van snaren, ruisend, en daarachter een donker stromen, waar de oorsprong verholen is.
Giocoso, andante flessibile (q±84)
œ
˙˙ .. ˙.
U
˙. ˙. ˙.
m œ œ ml ml œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ l œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œœ œœ œ œ œ & P F˙ . 2 III ... ... œ ˙ œ ˙ ˙ œ ˙ ˙ . . œ ˙ ˙ g ˙ ˙ g . . g ˙ ˙ œ ˙ ˙ g H g g # . . . . g ? ## gg ˙ . gg ˙ . ˙ gg ˙ . gg œ . ###
portato
(loco)
&
###
œœ œœ œœ œ
˙˙ ? # # # ggg ˙˙
Daan Manneke / Grote Archipel
œ n œœ
gg n ˙˙˙˙ gg
œ 2
œ
œ nœ
m> m œ œ œ œ œ œ œ œl ˙ .œ # œ œ œ l œœ œ œ œ œ œ n ˙f˙˙˙ gg ## ˙˙˙˙ .... g gg ˙˙˙˙ .... œ gg ˙ ? g g &S 3
25
œ œ œ nœ œ œ œ n˙ Ò , # # # nœ nœ œ œ œ œ œ # œ # œ n œ # œ œ œ œ œ ˙ & œ œ Ÿ~~ . ˙ ˙ # # œ ggg # ˙˙˙ ggg # ˙˙˙ ... Nœ ? # # # ggg n œœœ ? S œ œ œ #œ & 3 œ nœ #œ œ
[ ,] m œ œ œ œ œ œ œ œs œ œ œ œ œ œ œ . ggg œœœœœ .... ggg ˙˙˙˙ .... g
[ ,] m m œ œœœœ œœœœœœœ œœœœ
Ÿ~~~~~~ , Ÿ~~~~~~~~~~~ œ œ œ œ œ nœ œ œ nœ œ œ # œ # œ #œ ˙ Ò œ œ œ nœ aœ ˙ Ò & œ f Ÿ~~~~~~ œ nœ œ œ œ ? # # # œ ‰ œ ‰ œ ‰ Ÿ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ # œ œ # œ l #œ ¬ aœ H ˙œ ‰ œ œ œ H nn ˙œ ‰ Œ Œ > > > S S ###
IV
&
###
Giocoso, double (q±84)
√
œœœœœœœœ
π sub. leggiero ˙ ? # # # H˙˙˙ ###
(√)
œ œ œœœ œœœ & ˙˙˙ ? # # # ˙˙
M œœ œ l œœœœœ
ggg ˙˙˙˙
œ œ œ nœ œ œ œ
ggg n ˙˙˙˙ g
nœ
ggg ˙˙˙˙ .... g ˙.
ggg œœœœœ g
œœ œœœ œ œ œ œ # œ œ œ œ- œ- œ- p œ ggg ## ˙˙˙˙ .... ggg n ˙˙˙˙˙ œ
œ
œ
(√) m œ œ œ nœ œ œ œ œ ### œ œ œ œ > nœ œ œ œ œ #œ # œ n œ n œ # œ œ œ œ œ & œ lœ œ œ œ œ P ˙ .. œ ## ˙˙˙˙ ... ˙ n œ g N ˙ œ œ g g # gg . ? gg œ ? # # gg ˙ .. œ œ œ œ &S & S œ #œ n œ # œ 3 œ 3
(√) [ ,] , [ ,] œ œ œ Ÿ~~~~~~~~ Ÿ~~~~~ # ## n ˙˙ Ò œ œ nœ œ œ nœ œ œ # œ #œ #œ ˙. Ò œœœ œ œ œ nœ aœ œ Ò & Ÿ~~~ P f nœ œ œ nœ œ # ˙ F # ˙ Ÿ~~~~~ ˙ œ œ g œ œ nœ #œ nœ œ œ #œ #œ ? # # # gg ˙ #œ ¬ a œ ˙ H nn ˙œ ‰. Œ Œ S >˙
26
Con fuoco (e±152)
√
n œ œœ n œ # œ œ4 n œ3 œ œ œ # œ2 # œ4 n œ3 1 n œ2 # œ3 œ1 # œ3 # œ5 n œ4 œ œ œ n œ œ œœœ œ œ œ œ œ & œœœ œ œ œœ f V f ? ### œœ œœ œ n œ œœ s œ œœœ œ œ œ œ # œœœ œ œ n œ œ nœ . #œ . œ. #œ . nœ #œ . œ. > > > ƒ U> [√] ˙˙ .. # œ ˙ n bœ nœ œ œ 2 4 œ 5 3 4 œ œ 1 3 # œ a ˙ .. œ # œ2 n œ1 n œ 1 1 nœ #œ nœ 1 ### # œ œ œ œ # œ œ nœ bœ œ œ nœ œ & nœ #œ nœ #œ œ nœ #œ . œ nœ œ œ Ï nU>˙ . F n# ˙˙ .. s ? ? ### œ œ œ & b œ b . œ œ œ n œ # n œ nœ œ bœ œ œœ œ bœ b œ œ œ n œ # œ . n œ > > > > >œ b>œ n>œ > > > > U ? ## # s œ ˙. œ ˙. je stond op een duin ###
œœ
œ
œœ
œœ œœ œ
&
###
Lontano e adagio molto ["laat ons ver en langzaam zijn"] (e±56) loco
œ. π ? ### ‰ ? ###
&
###
? ### ? ###
ß
Postludium
ergens in diep water luiden van klokken
˙. ˙. > p
Poco meno mosso (e±50)
œ.
œ œs œ œ # œ œ œ.
[π] ‰
2
Sœ p
˙. ˙. p>
Daan Manneke / Grote Archipel
œ.
2
s s œ œ
œ
œ.
œ
2
U
# ˙˙˙ ... ˙.
œ 2
n˙ . n˙ . >
s œ œ
ß
˙. ˙.
2
œ 2
nœ .
œ
œ.
nœ . nœ . >
œ. œ. >
n ˙˙˙˙ ... # ˙ ..
#œ #œ nœ nœ . Nœ œ.
œ nœ œ nœ Œ . #œ #œ œ nœ . #œ #œ œ . œ nœ . nœ . œ œ œ ‰ S S 2 2 2 2 P
œ
.. s œS œœ œ # œ œ œœ. œ œ # œ œ .œ œ œ 2
œ.
œ
œ.
˙˙ .. >
2
œ
œ >
2
œ >œ
˙˙ ..
˙. ˙. ˙. >
En er was een witte opvlucht van wolken, en een roepen van groote stemmen ging door de eenzaamheden. Toen verwoei het schuim, en het werd stil. 27