Andersom - augustus 2011

Page 1

ANDERSOM MAGAZINE VAN OIKOCREDIT NEDERLAND augustus 2011

Goed goud! Macht Kracht Kapitaal Rabobank Foundation

Kansen in de landbouwsector


Colofon Het kwartaalblad Andersom is een uitgave van Oikocredit Neder­land en geeft nieuws en achtergrondinformatie over het werk van Oikocredit en Oikocredit Nederland. Overname van artikelen is toegestaan na toestemming van de redactie. Redactie Ronald Everts (hoofdredacteur) Dee Timmermans (bureauredacteur) Martien Versteegh (eindredacteur) Serana Stockmann Walter van Teeffelen Column Kees van der Maas Illustratie Age Visser Foto’s Oikocredit, Leonard Faustle, Royal Press Coverfoto Gertjan Becx Vormgeving Xplore, Hoevelaken Opmaak Donkigotte Druk De Groot Drukkerij BV, Goudriaan Andersom is gedrukt op kringlooppapier

Andersom augustus 2011

INHOUD

De macht en kracht van kapitaal Grote kansen in de landbouwsector

3

Markten kunnen werken voor de armen Goed goud is goed op weg

6

De Rabobankfoundation en solidariteit ‘We doen het met ons hart’

8

4

7

9

Verenigingsnieuws: Actie ‘Op zoek naar 1000 nieuwe microfinanciers’ groot succes Evaluatie Oikocreditcampagne ‘Geloven in het kleine’

10

Nieuwe directeur Oikocredit

10

Day for change en Oikocredit samen sterk

11

Klantbeschermingsprincipes

12

10

ISSN 1566-368X; oplage: 13.200 exemplaren

Oikocredit Nederland Postbus 85015 3508 AA Utrecht

Sociaal jaarverslag 2010 Column Kees van der Maas

12 12

Bezoekadres: Herculesplein 207a Utrecht T: 030 234 10 69 E: nederland@oikocredit.org I: www.oikocredit.org

Wat doet Oikocredit? Oikocredit, wereldwijd vooroplopend financier van de microkredietsector, is ervan overtuigd dat arme mensen in ontwikkelingslanden zelf in staat zijn een beter bestaan op te bouwen. Als ze maar een lening kunnen krijgen. Met (micro)krediet kunnen mensen voor hun eigen inkomen zorgen, bijvoorbeeld door een bedrijfje of marktkraam op te zetten. Oikocredit gaat de strijd aan tegen armoede door leningen en investeringskapitaal te verstrekken aan microkredietinstel­lingen, coöperaties en midden- en kleinbedrijf. Het kapitaal daarvoor trekt Oikocredit wereldwijd aan door de uitgifte van aandelen. Oikocredit Nederland, een vereniging met ruim achtduizend leden en donateurs en ruim honderd vrijwilligers, geeft bekendheid aan Oikocredit en verzorgt de administratie van het Oikocredit Nederland Fonds (ONF), een erkend sociaalethisch beleggingsfonds. De Stichting Beheer Oikocredit Nederland Fonds is als beheerder van het ONF opgenomen in het register van de AFM.

2


DE MACHT EN KRACHT VAN KAPITAAL

Frank van Beuningen en Margaret McGovern

Frank van Beuningen is sociaal investeerder van het eerste uur. Hij is tevens medeoprichter van SOCAP (social capital) Europe. Andersom sprak met hem in zijn kantoor aan de Amstel. Zijn echtgenote en zakenpartner Margaret McGovern vulde het gesprek aan.

Tekst: Ronald Everts

de afgelopen drie jaar is er, ondanks de crisis, geen faillissement meer geweest.’ Van Beuningen: ‘We hebben acht van de bedrijven die in het fonds zaten verkocht, waarvan drie met flinke winst. Er zitten nog vijftien bedrijven in portefeuille. Dat reflecteert onze lange termijn commitment. Ja, we zijn tevreden, zowel over het financiële als het maatschappelijke rendement!’

Wanneer werd u als sociaal investeerder actief? Van Beuningen: ‘Ongeveer zeventien jaar geleden ontstond het idee: ga investeren in plaats van doneren, want winst kun je opnieuw investeren. Ik was enthousiast, maar in Nederland was er weinig om in te investeren. Ik heb toen ons fonds PYMWYMIC (put your money where your mouth is company), opgericht. We hebben geïnvesteerd in dertig bedrijven met maatschappelijke meerwaarde: bijvoorbeeld omdat ze zich bezighouden met zonne-energie of het recyclen van plastic. De eerste bedrijven waren Amerikaans, soms haalden we die ook naar Europa. Later kwamen daar van oorsprong Europese bedrijven bij.’

U bent van 1999 tot 2007 lid van het bestuur van Oikocredit geweest. Hoe heeft u deze jaren beleefd? Van Beuningen: ‘Ik bewonder de professionalisering van Oikocredit en heb er een goede bijdrage aan kunnen leveren. Wat mij betreft is het een van de beste investeerders in kleine bedrijven in ontwikkelingslanden. Ik was dan ook verheugd met de aanwezigheid van Oikocredit op SOCAP/Europe.’ McGovern: ‘Ik was al jaren actief in sociaal investeren, maar had nog nooit van Oikocredit gehoord. En dat terwijl het zoveel invloed op microfinanciering heeft en al sinds 1973 bestaat. Typisch Nederlands, weet ik nu; weinig ophef maken, maar wel effectief goede dingen doen.’

Bent u tevreden met het resultaat? McGovern: ‘Van de dertig bedrijven die in het fonds hebben gezeten, hebben we er tussen 1997 en 2000 zeven moeten afschrijven. De bedrijven waren nog klein, dus de schade bleef beperkt. Onze portefeuille bevat nu robuuste bedrijven;

SOCAP is van Amerikaanse herkomst. Waarom heeft u het naar Nederland gehaald? Van Beuningen: ‘Het besef dat kapitaal dicht bij mens en maatschappij moet staan, groeit. Niet alleen uit sociale motieven, maar ook om op lange termijn

succes te hebben. Dat bewustwordingsproces heeft de wind nu in de rug. Internet stelt beginnende sociale ondernemers beter in staat om ideeën op te doen én uit te dragen. We weten dat onze economie het klimaat aantast. En de financiële crisis heeft de gevaren van winstbejag op korte termijn aangetoond. Die bewustwording willen we met SOCAP/Europe verder versterken.’ McGovern: ‘We laten zien hoe breed de horizon van sociaal investeren is geworden. Dat het gaat om bedrijven die betaalbare huizen, gezondheidszorg en mobiele telefonie voor de armen leveren. En dat de sociale impact van de bedrijven ook te meten is.’ Waarom heeft u de Beurs van Berlage als locatie gekozen? Van Beuningen zegt lachend: ‘Hier zijn begin 1600 de financiële markten ontstaan, met het verhandelen van aandelen van de V.O.C. Nu zijn de financiële markten aan een fundamentele verandering toe, willen we op die manier zeggen.’ McGovern: ‘En institutionele investeerders kunnen vaststellen dat de sociale markten ook voor hen geschikt zijn.’ Van Beuningen: ‘Met SOCAP/Europe moet de macht en kracht van het kapitaal een sociaal gezicht krijgen.’ SOCAP vond plaats van 31 mei tot en met 1 juni.

3


GROTE KANSEN IN DE LANDBOUW marketing en imago. Een goed voorbeeld van een vooruitstrevend bedrijf in dat opzicht is Unilever, dat in haar doelen heeft vastgesteld meer dan een half miljoen boeren te betrekken bij het inkoopproces. Hoe bedrijven hun grondstoffen inkopen is van groot belang voor de stabiliteit van het systeem en de ruimte die de boer heeft om eigen beslissingen te nemen. In India koopt Unilever bijvoorbeeld een deel van haar augurken van zeer kleine boeren. Er zijn afspraken met de boeren dat zij een deel van hun oogst aan deze fabriek leveren. Agronomen ondersteunen de boeren van begin tot eind. Zij helpen onder andere met het irrigatiesysteem en met het aanschaffen van pesticiden. En tijdens het groeiseizoen zorgen ze ervoor dat de augurken iedere dag worden opgehaald.’

Prof. Rudy Rabbinge is hoogleraar duurzame ontwikkeling aan de universiteit van Wageningen. Hij was lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en is adviseur en lid van talrijke commissies op het gebied van landbouw en ecologie.

Oikocredit wil een groter deel van het investeringskapitaal bestemmen voor projecten in de landbouw. Scheidend directeur Tor Gull onderstreepte het belang hiervan nog eens in de vorige Andersom. We vroegen twee deskundigen van de landbouwuniversiteit Wageningen (WUR), Gertjan Becx en professor Rudy Rabbinge om commentaar.

demografische en dieetveranderingen zal een grote vraag ontstaan naar granen, groenten en vooral ook dierlijke producten. Naar zeer grote waarschijnlijkheid zal dit de prijzen doen stijgen en de beweging in de aandelenkoersen doen vergroten; de positie van de boer kan hierdoor sterker worden. Een belangrijke voorwaarde is wel dat de individuele kleine boeren toegang krijgen tot markten en benodigdheden. Bijvoorbeeld via coöperaties.’

Tekst: Walter van Teeffelen

Unilever in India ‘Het is belangrijk om kleine boeren in waardeketens te betrekken. Op diverse manieren kunnen verbindingen gelegd worden tussen kleine boeren en grote multinationals. Veel bedrijven zetten nu steeds meer in op inkoop bij kleine boeren en duurzame landbouw. Het feit dat men van levering door de traditionele leveranciers niet altijd zeker was en de prijs zich hierdoor minder goed liet voorspellen, speelt hierin ook een rol. Evenals overwegingen op het gebied van

Becx acht het huidige tijdstip gunstig voor grotere investeringen in de landbouw. ‘Mede door de groene revolutie zijn de prijzen van landbouwproducten de laatste veertig jaar gezakt. Door het gebruik van nieuwe soorten en het verstandig toedienen van kunstmest, water en bestrijdingsmiddelen is de maximale productie per hectare in sommige gevallen meer dan vervijfvoudigd. Maar aan die trend lijkt een eind te komen. Door 4

‘Livelihood’ en ‘mindset’ Becx ziet nogal eens investeringen in de landbouw, die geen goede afloop hebben. ‘Er worden naar mijn mening in grote lijn twee fouten gemaakt. Ten eerste wordt er vaak te weinig rekening gehouden met het bedrijfsmodel van de boeren, de producentenorganisaties of de coöperaties die de investering nodig hebben. Geld moet er op het juiste moment en in de juiste hoeveelheid zijn. Een vertraging kan het vertrouwen schaden en totale bedrijfsplannen en organisaties ten gronde richten. Daarnaast wordt te weinig rekening gehouden met de ‘livelihood’ en de ‘mindset’ van de kleine boer. Zijn productiesysteem is geïntegreerd met familie, omgeving en klimaat. Door schade en schande wijs geworden, kiezen kleine boeren vaak voor zekerheid, voldoende voedsel in de schuur, boven de kansen op een hogere omzet van een marktgewas. Ze zijn vaak risicomijdend en in onze ogen niet ondernemend bezig. Door een investering te doen in coöperaties die, naast gewassen voor de markt, aandacht besteden aan voedselzekerheid zou Oikocredit grote kans hebben dat die investering wordt verwelkomd en dat productieplannen worden uitgevoerd.’ Investeren in werkkapitaal coöperaties ‘Oikocredit moet erop letten dat de boeren


WSECTOR meegaan, maar ook de coöperaties. Het hele bedrijfsmodel moet worden doorlopen. Een goede risico-analyse is van belang. Wat kan het klimaat, of wat kunnen schimmels en plagen uitrichten? Hoe kunnen pesticiden worden ingezet? Specifiek zou geïnvesteerd moeten worden in het werkkapitaal van coöperaties. Daarbij zou Oikocredit zich moeten focussen op goede kandidaten onder de coöperaties en grootschaliger projecten moeten mijden, tenzij deze fair trade principes hanteren. Samenwerken met een gespecialiseerde organisatie als bijvoorbeeld Agriterra, die veel partners in het Zuiden heeft, is van belang. Daarnaast moeten goede contacten aangeknoopt worden met andere banken. Controlemechanismen dienen uitgewerkt te worden. Het is van belang een lik-op-stuk beleid te formuleren: het moet duidelijk zijn wat er gebeurt als er geen terugbetaling komt. Dat beleid moet, hoe hard ook, nageleefd worden. In Mozambique heeft een lokale bank na een late betaling en waarschuwing tegen aanzienlijke kosten de opslagschuur van de coöperatie leeggehaald. Sindsdien zijn alle terugbetalingen op tijd en in orde en zijn er meerdere hernieuwde kredieten afgesloten.’ Al met al ziet Becx grote kansen. ‘Op het platteland bevinden zich 900 miljoen mensen die arm zijn, maar tegelijkertijd een grote potentie hebben. Vooral in Afrika zijn de opbrengsten in de landbouw nog relatief laag. Dat kan met behulp van technologie en goede keuze van projecten enorm omhoog. Je vangt twee vliegen in één klap: je verhoogt de productie waardoor je de prijs-fluctuatie dempt en de armoede bestrijdt. In de betreffende landen zelf kunnen de steden beter voorzien worden van producten. Kleine boeren hebben de kans om voor langere tijd een hoger inkomen te verwerven en hiermee hun familie, streek en land duurzaam vooruit te helpen,’ aldus Becx. AGRA Professor Rabbinge wijst in dit verband op het belang gebruik te maken van de ervaringen van de Alliance for a Green Revolution in Africa (AGRA) op het gebied

Foto: Kuyichi

van agro-denken. ‘AGRA is vier jaar geleden opgericht. Het levert een wezenlijke bijdrage in de versterking van de primaire sector en de andere delen van de voedselwaardeketen in Afrika. AGRA stelt goede basismaterialen voor de landbouw beschikbaar, zoals goed zaaizaad. Ze houdt zich ook intensief bezig met zaadveredelingsprogramma’s. Heel belangrijk is dat AGRA ook een goed toegankelijk agrodealernetwerk ter beschikking kan stellen door bestaande netwerken De Wageningse landbouwingenieur Gertjan Becx is zowel te versterken en door wetenschappelijk als bedrijfsmatig actief op dit terrein. Hij financiële risico’s af te schrijft een proefschrift over handelsmodellen: hoe die dekken. Dit geschiedt deels modellen kunnen zorgen voor een verbinding tussen de door AGRA zelf, deels door kleine boeren en de multinationals en de gevolgen van die een combinatie van AGRA modellen voor de productie. Eerder was hij actief in met commerciële banken, landbouwprojecten in een aantal ontwikkelingslanden met zijn bedrijf Resilience BV. Het bedrijf legt zich toe op zoals de Nationale Bank het beheer van natuurlijke hulpbronnen en van Nigeria. De marktontwikkeling voor landbouw-producten. investeringen vinden ook plaats in het primaire proces. Vervolgens werkt AGRA aan het verbeteren het bestuur actief: de presidenten van de van de bodemvruchtbaarheid; heel vaak Gates Foundation en de Rockefeller hebben we nu te maken met kale, karige Foundation en professor Rabbinge als grond. Een belangrijke bijdrage hieraan wetenschappers. Rabbinge: ‘Oikocredit wordt geleverd door het Catalyst zou eens moeten bezien op welke basis er programma waarin Farmer field schools - een verbintenis met AGRA kan worden gebruik makend van een vouchersysteem aangegaan. Het feit dat voor het eerst - een grote rol spelen.’ Afrikanen de verantwoordelijkheid hebben genomen maakt AGRA tot een krachtige AGRA werkt aan het versterken van speler, waarvan we nog het nodige zullen instituties die vrijwel verdwenen waren: vernemen.’ boerenorganisaties, agrodealers, toeleveranciers en afnemers. AGRA werkt ook aan het creëren van een political enabling environment door het beleggen van bijeenkomsten en conferenties met betrokkenen uit heel Afrika.’ Bijzonder is dat AGRA vrijwel geheel door Afrikanen zelf wordt gedragen onder leiding van voormalig VN-chef Kofi Annan en bekende personen als Mo Ibrahim, Moise Mensah en Monty Jones. Op vrijwillige basis zijn enkele niet-Afrikanen in 5


MARKTEN KUNNEN WERKEN VOOR DE ARMEN De huidige discussies over de effecten van ontwikkelingssamenwerking roepen de vraag op of de overheid zich minder zou moeten bemoeien met ontwikkelingsamenwerking. Solidaridad werkt veel samen met marktpartijen. Aan directeur Nico Roozen de vraag hoe hij aankijkt tegen een terugtredende overheid.

Tekst: Serana Stockmann Foto: Leonard Faustle Hoe kijkt Solidaridad naar ‘de markt’? ‘Solidaridad ontwikkelde zich de afgelopen jaren tot een organisatie met een specialisme: die van duurzame ketenontwikkeling. Wij proberen grote internationale handelsstromen te verduurzamen op economisch, sociaal en ecologisch gebied. Dat doen we in de veronderstelling, en op basis van ervaring, dat dit bijdraagt aan ontwikkeling. We hebben het idee losgelaten dat ontwikkelingsorganisaties zelf belangrijke change agents zijn: de krachten voor verandering. Veranderingsprocessen en ontwikkeling kunnen het beste gedragen worden door de markt. Wij proberen ervoor te zorgen dat marktprocessen een maatschappelijk gewenste uitkomst hebben. Die uitkomst is sociale ontwikkeling binnen ecologische randvoorwaarden. Kijkend naar ‘de markt’ kiest Solidaridad ervoor transitiemanager te zijn: bedrijven begeleiden in hun veranderingsproces van niet-duurzame naar duurzame productie en de maatschappelijke omgeving zo organiseren dat bedrijven gestimuleerd worden om voor duurzaming t­e gaan. Dat alles in de wetenschap dat de echte veranderingen plaatsvinden in de markt.’ Kan de overheid zich terugtrekken van de markt? ‘Ik ben tegen het concept van een terugtredende overheid. Het is naïef te verwachten dat de markt zelf duurzame ontwikkeling genereert. Goed overheidsbeleid is absoluut noodzakelijk om de kaders te scheppen voor duurzame

6

Nico Roozen, directeur van Solidaridad

ontwikkeling. Het huidige proces van certificering en definiëring van standaarden waarbij Solidaridad betrokken is, is geïnitieerd door ngo’s en bedrijven. Dit noemen wij voluntary standards. Ik denk dat de markt die standaarden in de komende jaren meer en meer gaat accepteren. Maar er zijn altijd bedrijven die zich er niets aan gelegen laten liggen. Dan is de vraag, als die standaarden door een groot gedeelte van de markt zijn geaccepteerd, moet de overheid die standaarden dan niet doorvertalen naar algemeen verbindende regelgeving voor de totale markt? Want als nog steeds een deel van de markt zich niets aantrekt van duurzaamheid, dan is er een gat in het systeem. De overheid heeft allerlei aanvullende instrumenten die buiten het machtsbereik van bedrijven liggen. Ik ben tegen een overheid die zich terugtrekt en alles op zijn beloop laat. We hebben nog maar veertig jaar de tijd om de wereld te redden. Letterlijk. Als dit proces niet goed georganiseerd wordt, gaat het echt totaal fout.’ Heeft de consument niet liever een goedkoop T-shirt dan duurzaamheid? Het idee dat duurzaamheid altijd hogere prijzen oplevert, is onjuist. De kostprijs voor het maken van een product is over het algemeen minder dan 10 procent van

de consumentenprijs. Vooral bij hoogwaardige producten. De kostprijs van Nike sportschoenen waar sommigen graag € 140,- voor betalen, is nog geen 5 procent daarvan, veel lager dan de marketingkosten. De prijsopbouw in de keten kunnen we herzien. Bovendien betekent duurzaamheid in veel gevallen een efficiënter gebruik van de middelen – minder water, energie of kunstmest – en dat zijn juist kostenreducties. Duurzame chocolade hoeft niet duurder te worden als we de cacaoproductie beter organiseren en de verduurzaming parallel laten lopen met een optimale productie. Dat noemt Solidaridad ‘meer met minder’. Heeft het klassieke ontwikkelingswerk nog wel bestaansrecht? Nee. We worden geteisterd door goede bedoelingen en boeken te weinig resultaten. Een van de redenen waarom ontwikkelingsorganisaties zo slecht innoveren is hun ideologische verstardheid. Het gaat er niet om dat we marktgerichter worden, het gaat om het veranderen van de markt. Bedrijven die een probleem zijn, zijn in potentie ook een deel van de oplossing. De vraag is: zijn bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties bereid een transformatieproces in te gaan?’


GOED GOUD IS GOED OP WEG Om het gezegde ‘het is niet al goud wat er blinkt’ aan te halen bij goudwinning, lijkt misschien wat flauw, maar voor gouddelvers is er niets flauws aan hun werkomstandigheden. Die omstandigheden en de desastreuze gevolgen voor het milieu steken schril af tegen de blinkende kant van goud. Om die situatie te verbeteren werkt Solidaridad sinds 2006 aan duurzame goudmijnbouw. Oktober 2010 werd het startschot gegeven voor de Op Weg naar Goed Goud campagne.

Tekst: Serana Stockmann Zo mooi als bewerkt goud kan zijn, zo lelijk zijn de omstandigheden waarin de kleinschalige gouddelvers werken. 15 miljoen mijnbouwers zijn verantwoordelijk voor 20 procent van de goudwinning. Dagelijks staan zij bloot aan de giftige dampen van kwik dat onlosmakelijk is verbonden met goudwinning. Goud wordt gewonnen uit gemalen erts. Toegevoegd kwik scheidt het goud van het ertsgruis. ‘Het kwik hecht zich aan het goud. Om uiteindelijk alleen goud over te houden moet kwik verhit worden’, aldus Irene Bosman, campagnemedewerker Op weg naar Goed Goud. ‘De dampen die daarbij vrij komen, zijn ontzettend gevaarlijk.’ Het gebruikte kwik wordt daarna weggegooid en zo lijden zowel de mens als het milieu schade door goudwinning. De weg van Solidaridad De Colombiaanse mijnbouwgemeenschap Oro Verde (groen goud) werkt al jaren duurzaam. Wijs geworden door de slechte ervaringen die hun ouders met kwik hadden, nam de volgende generatie mijnbouwers het initiatief om goud te delven zonder kwik. Hun werkwijze vormde de inspiratie voor het opzetten van een internationale duurzame standaard voor de 15 miljoen mijnbouwers. Irene Bosman: ‘Samen met Oro Verde, de Fairtrade Labeling Organisation (FLO) en de Association for Responsible Mining (ARM) hebben we de Fairtrade-Fairmined (FT-FM) standaard geïntroduceerd. Een mondiale standaard maakt het makkelijker duurzaam goud erkend te krijgen en te importeren.’ Het Chocogebied waar Oro Verde goud wint, maakt het mogelijk om goud te delven zonder kwik te gebruiken.

7

In dat gebied zit het goud niet verankerd in het erts waardoor het ook zonder kwik gedolven kan worden. Om de laatste restjes goud van de modder te scheiden, gebruiken ze de sappen van een plantje uit het oerwoud; helemaal natuurlijk dus. In andere gebieden waar toevoeging van kwik of cyanide de enige mogelijkheid is om goud los te krijgen van erts, worden

weg vinden naar de consument. Ook daar zet Solidaridad zich voor in. In Nederland werkt de organisatie onder andere samen met de Federatie voor Goud en Zilver. Richting consumenten zocht Solidaridad samenwerking met de ontwerpster Bibi van der Velden. Speciaal voor deze campagne ontwierp zij een armbandje met messing ring. ‘Ondanks dat ik al jaren met goud werk, was ik me niet bewust van de negatieve gevolgen die het heeft voor mens en milieu. Om de mijnbouwers te steunen heb ik dit armbandje ontworpen.’ Dat de consument duurzaam goud een warm hart toedraagt, blijkt wel uit de inmiddels 7.000 verkochte armbandjes. De opbrengst van die verkoop vormt een bijdrage in de kosten van de trainingen. Irene Bosman is blij met zulke aantallen.

Americo Mosquera (53) wint al negen jaar goud op een milieuvriendelijke manier in Colombia.

de mijnbouwers getraind om veilig met deze middelen om te gaan. ‘Inmiddels is een aantal mijnbouwgemeenschappen gecerticificeerd. Onlangs zijn mijnbouworganisaties uit Peru, Bolivia en Colombia bij elkaar gebracht om van elkaar te leren hoe de trainingen voor deze werkwijze het meest efficient en effectief gegeven kunnen worden.’ Goed goud op weg naar de consument Duurzaam gedolven goud moet ook zijn

‘Het laat zien dat mensen de verduurzaming van goud belangrijk vinden. Het is nu van belang dat zoveel mogelijk mijnbouwers getraind worden. Het eerste Fairtrade-Fairmined goud komt hopelijk eind dit jaar op de Nederlandse markt. Dat wordt een belangrijk moment.’ www.solidaridad.nl www.opwegnaargoedgoud.nl


DE RABOBANK FOUNDATION EN SOLIDARITEIT ‘De wereldbevolking groeit tot negen miljard mensen in 2050. Negen miljard monden die gevoed moeten worden. En de Rabobank Foundation is in voedsel en landbouw gespecialiseerd.’ Michael de Groot (47), regiomanager Latijns-Amerika van de Rabobank Foundation, praat over solidariteit en microfinanciering.

Tekst: Ronald E. Everts Waarom heeft de Rabobank microfinanciering ondergebracht in een aparte stichting? ‘De bank wil haar commerciële activiteiten scheiden van microfinanciering. De Foundation is ontwikkelingspartner voor microfinancieringsinstellingen (MFI’s) en producenten organisaties. We investeren in landelijke gebieden, in risicovolle landen, over lange periodes. Maar in de opstartfase van een bedrijf doneert de Foundation ook geld. Dat alles past niet bij het risico en rendementsprofiel van de commerciële bank, vandaar die scheiding. Dat geeft duidelijkheid aan de klanten van de bank. Overigens zijn klanten geen lid van de Foundation, maar ze kunnen via het Rabo klantenfonds wel doneren.’ De ontwikkelingsamenwerking van de Nederlandse overheid wordt scherp bekritiseerd. Neemt de solidariteit met de ontwikkelingslanden af? ‘Nee, dat denk ik niet, maar om die solidariteit te behouden is wel een duidelijke aanpak vereist. Dat betekent dat activiteiten en resultaten zichtbaar en herkenbaar moeten zijn voor de mensen die geld geven. Ik vind de kritiek op ontwikkelingssamenwerking sterk ongenuanceerd, maar aan deze twee elementen ontbreekt het. De Rabobank Foundation wordt gefinancierd door donaties uit de winst van de 143 lokale Rabobanken. Opvallend is dat in de afgelopen jaren van financiële crisis die donaties niet zijn verminderd, terwijl de winst soms sterk onder druk stond. Het werk van de Foundation staat dan ook dicht bij de oorsprong van de Rabobank. De bank – voorheen de RaiffeisenBoerenleenbanken – is een in voedsel en landbouw gespecialiseerde coöperatie.

8

De Foundation helpt en financiert landbouwcoöperaties in ontwikkelingslanden. Als die herkenbaarheid voor de donateurs er is en er worden concrete resultaten geboekt, dan blijkt de solidariteit met de armen springlevend!’ Hoe zal de microfinancieringssector zich ontwikkelen? ‘Ik pleit voor herbezinning, waarbij het ‘ontwikkelingmodel’ weer centraal komt te staan: MFI’s duurzame toegang tot financiering geven. De sector is gelaagd. Er zijn driehonderd banken en MFI’s die commercieel succesvol zijn. In die driehonderd wilde iedereen in de afgelopen jaren investeren. Daarnaast zijn er ongeveer 1800 Michael de Groot, regiomanager Latijns-Amerika van de MFI’s die succesvol Rabobank Foundation kunnen worden. Maar teerder. We delen een coöperatieve achde tienduizend daaronder hebben weinig toegang tot kapitaal. tergrond en een lange termijn visie voor Commerciële fondsen zullen daarin niet investeringen. Dit soort samenwerking, investeren. Instituten als de Wereldbank onze samenwerking, zal ook in de toeen de Oost Europa bank – maar ook pri- komst succes hebben.’ vate organisaties als de Rabobank Foundation en Oikocredit – zouden zich op deze 10.000 moeten richten. Daarvoor zal veel samenwerking nodig zijn.’ Er wordt toch al veel samengewerkt? ‘Maar niet als het aankomt op essentiële zaken, zoals informatie over debiteuren met een kredietrisico of deelnemen aan co-financieringen. Dat verbeteren is belangrijk voor het beheersen en delen van risico’s. Dat het kan, bewijst onze veelvuldige samenwerking met Oikocredit. Ik noem de Foundation wel eens het broertje van Oikocredit. Onze activiteiten sluiten goed op elkaar aan. De Foundation doet veel aan capacity building. Is dat succesvol, dan is Oikocredit vaak de eerste inves-

Cijfertjes De Rabobank Foundation is opgericht in 1973 en is actief in 25 landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Voor deze landen is jaarlijks 21 miljoen euro beschikbaar, waarvan 50 procent wordt uitgezet in leningen, 30 procent wordt gedoneerd. Van het overige geld worden Technische Assistenties betaald, om zo kennis over te dragen.


‘WE DOEN HET MET ONS HART’ SOCAP – ofwel Social Capital - staat op het kruispunt van geld en betekenis. In Amsterdam vond van 30 mei tot en met 1 juni de eerste SOCAP/Europe bijeenkomst plaats, met Oikocredit als een van de sponsors. In Amerika is drie keer eerder een SOCAP conferentie georganiseerd. Prinses Máxima opende de conferentie in een uitverkochte Beurs van Berlage met participanten uit 50 landen. Frank van Beuningen, mede-organisator van SOCAP/Europe en lange tijd actief in het Oikocreditbestuur, mocht haar aankondigen.

Tekst: Walter van Teeffelen Foto: Royal Press Máxima was een beetje hees. ‘U merkt wel dat ik mijn veertigste verjaardag goed gevierd heb. Ik werd veertig, maar ik voel me honderd,’ zei ze en de sfeer zat er meteen goed in. Maar er moest natuurlijk over serieuze onderwerpen worden gesproken. ‘Sociaal kapitaal is geen ‘silver bullet’, geen ‘haarlemmerolie’, waarmee je allerlei zinvolle economische initiatieven meteen goed van de grond krijgt,’ aldus de prinses. ‘Het is hard nodig om op een creatieve manier partners te vinden. Maar kijk even om u heen, er zijn vele goede kandidaten!’ Ze gaf - als speciale vertegenwoordiger van de VN voor inclusive finance for development - de deelnemers drie punten mee: 1. ‘Focus je op financiële toegankelijkheid. Dat kan door een variëteit van financiële diensten aan te bieden. Denk er tegelijk aan financiële toegankelijkheid op langere termijn zeker te stellen.’ 2. ‘Zorg voor technische assistentie. In Rwanda heb ik pas een biogasinstallatie mogen openen. Twee koeien produceren voldoende mest voor de installatie, waarop een gaspit en een lamp kunnen branden. Een fantastisch project. De mensen hoeven ook minder hout te kappen. Maar er waren goede technici nodig om het te bouwen en uit te leggen.’ 3. ‘Maak het duurzaam. Dat betekent dat je zorgt voor een goed functionerende overheid, voor een financiële consument die het product helemaal snapt, voor goede regels waar de bedrijven zich aan moeten houden en voor sterke instituties. Geheel

Openingsspeech door HKH prinses Máxima

volgens de VN-regels voor duurzame investeringen.’ Ze sloot haar bijdrage af met de woorden: ‘We hebben een holistische benadering, een totaalaanpak, nodig. Want twee miljard mensen hebben nog geen toegang tot financiële dienstverlening.’ Onder leiding van Margaret McGovern, eega van Van Beuningen en mede-eigenaar van PYMWYMIC, (put your money where your mouth is community) liet een panel zijn licht hierover schijnen. Kevin Jones, oprichter van SOCAP: ‘De nieuwe, sociale entrepreneurs ondersteunen elkaar. Ik noem het wel eens het Sociale Dorpsmodel. Ik begon ermee toen Lehmann Bank failliet ging, drie jaar geleden. Er is veel belangstelling, elk jaar sluiten zich meer entrepreneurs aan. Het is een bruisende club.’ De club wordt ook steeds minder met een scheef oog bekeken. Jonathan Jenkins, directeur van ventures bij UnLtd: ‘De sociale investeerders worden steeds meer geaccepteerd in kringen van de traditionele investeerders. The ground is shifting’. Maar de gevolgen van de economische ineenstorting zijn nog wel merkbaar. Klaus Tischhauser van

responsAbility uit Zwitserland: ‘Er is – als gevolg van die financiële ineenstorting – een muur van regels gekomen. We moeten daar doorheen en tegelijk proberen die muur dunner te maken.’ Wat wilde Klaus Tischhauser vooral op deze conferentie bereiken, vroeg gastvrouw McGovern hem. ‘Op deze SOCAP/Europe wil ik mensen ontmoeten en succespatronen ontdekken.’ Marilou van Golstein Brouwers van Triodos – met ABN-AMRO en de Zweedse regio Skane hoofdsponsor van de conferentie, besluit: ‘We hebben als panelleden gemeen dat we op een andere manier naar zakendoen kijken. We gaan uit van sociale insluiting van iedereen, we letten op de planeet. Maar bovenal: we doen het met ons hart.’

9


Verenigingsnieuws Actie ‘Op zoek naar 1000 nieuwe microfinanciers’ groot succes In een bijlage voor leden bij de laatste Andersom hebben we opgeroepen om adressen door te geven van bekenden die we een informatiepakketje over Oikocredit mochten toesturen. Het is duidelijk dat u Oikocredit een warm hart toedraagt. Al snel ontvingen we de eerste namen en adressen op antwoordkaart en via e-mail. Op dit moment hebben we meer dan 1200 namen en adressen ontvangen. We zijn verrast door deze ontzettend hoge

respons en zijn weken bezig geweest om iedereen informatie toe te sturen. Er zijn inmiddels twintig fairtrade pakketjes verloot onder de inzenders die voor 1 juni gereageerd hebben. De eerste nieuwe leden zijn al binnen. Heel hartelijk dank voor uw medewerking!

Nieuw bestuurslid Ruth Peetoom is per direct uit het bestuur van ON teruggetreden, nadat ze tot voorzitter van het CDA was gekozen. Haar drukke nieuwe taak zou een toegewijde medewerking in ons bestuur niet mogelijk hebben gemaakt. We danken Ruth voor haar bijdrage aan ons werk. Petra Kamphuis is als haar vervanger gekozen. Petra is bankier bij SNS Bank en al geruime tijd betrokken bij ons werk. Ze heeft eerder geholpen bij het ontwikkelen van ons MKB-netwerk MindTheirBusiness.

Evaluatie Oikocreditcampagne ‘Geloven in het kleine’ In meer dan tweehonderd kerken is enthousiast meegedaan aan de Oikocreditcampagne ‘Geloven in het kleine’. En nog steeds zijn er kerkelijke gemeenten of parochies die in de komende tijd aandacht besteden aan de Oikocreditcampagne. Duizenden mensen zijn op deze manier op de werking van microkrediet en het werk van Oikocredit geattendeerd. Hierbij een paar resultaten uit de evaluatie die onder de bestellers van het actiepakket is gehouden. Het materiaal van het actiepakket werd hoog gewaardeerd en er is goed gebruik van gemaakt. De helft van de kerken gebruikte meer dan vijf van de

Nieuwe directeur Oikocredit Per 1 juli heeft de Britse Rosalind Copisarow de taken van algemeen directeur Tor Gull overgenomen. Copisarow brengt een unieke mix aan ervaringen mee naar Oikocredit. Ze begon als bankier bij gerenommeerde investeringsbanken, daarna heeft ze dertien jaar lang diverse microfinancieringsinstellingen in verschillende landen opgezet en geleid. Ten slotte heeft ze drie jaar maatschappelijke ondernemingen in Engeland geleid. Een van de microfinancieringsinstellingen die ze heeft opgezet is Fundusz Mikro in Polen. Deze organisatie heeft intussen 35.000 klanten. De capaciteiten en inzet van Copisarow staan garant voor de continuïteit van de sociale missie van Oikocredit en de unieke wijze waarop in mensen wordt geïnvesteerd.

10

aangeboden materialen. Er is ook veel publiciteit geweest rond de campagne op landelijk niveau en lokaal via honderden kerkbladen. De campagne heeft flink bijgedragen aan de naamsbekendheid van Oikocredit. Een kort overzicht van de resultaten tot eind mei 2011: 100 nieuwe leden, 62 nieuwe kerkelijke relaties en 130 nieuwe particuliere investeerders. Met elkaar heeft u ervoor gezorgd dat de campagne een groot succes is geworden. Heel erg bedankt voor uw enthousiaste inzet voor de campagne.

ALV en participantenvergadering De ALV en participantenvergadering van het fonds verliepen in een constructieve sfeer. De jaarrekeningen over 2010, van zowel de vereniging als het fonds, werden goedgekeurd. Wel werden er enkele vragen gesteld over de gerealiseerde plannen in 2010 en over de plannen voor 2011. De een wilde meer focus, de ander wilde meer aandacht voor de breedte van de distributie, vooral via banken.


Day for Change en Oikocredit samen sterk Oikocredit en stichting Day for Change gaan beide de strijd aan tegen armoede. Day for Change doet dat door educatie één van haar kernactiviteiten - over microkrediet aan Nederlandse kinderen en jongeren. Educatie van Nederlandse kinderen en jongeren wordt ook door Oikocredit Nederland aangeboden. Al sinds 2006 geven Oikocredit-vrijwilligers gastlessen over microkrediet. Op basisscholen en op middelbare scholen in heel Ne-

derland. De kennis en expertise van Oikocredit komt daarbij goed van pas. Day for Change investeert een deel van het geld dat de leerlingen met de Klasse!Actie opbrengen in microkrediet projecten van Oikocredit wereldwijd. Bruggen bouwen tussen arm en rijk Day for Change en Oikocredit Nederland willen zoveel mogelijk mensen voorlichten over de positieve uitwerking die mi-

crokrediet heeft op mensen in ontwikkelingslanden. Het is belangrijk dat de toekomstige generatie dit bewustzijn ontwikkelt. Door in Nederland een groter draagvlak voor microkrediet te creëren, kunnen in de toekomst meer leningen worden verstrekt aan mensen in ontwikkelingslanden, zodat zij een beter bestaan kunnen opbouwen.

Bruggenbouwer Guus Rood Meer dan 225 klassen hebben de Oikocredit-vrijwilligers – in het kader van de Klasse!Actie - ingeleid in de Cambodjaanse, Oegandese en Indiase levens met microkrediet daarin als spil. Met hun presentatie Bruggen bouwen tussen arm en rijk stelden zij op een interactieve manier het verschil tussen arm en rijk aan de orde. Aangevuld met filmpjes, vragen, oefeningen en discussies over microkrediet bleven de leerlingen bij de les. Guus Rood – vrijwilliger in de regio Gelderland – heeft al zo’n dertig gastlessen op zijn naam. Gastles ‘Day for change’ Guus Rood vertelt: ‘Het was een bijzondere ervaring om na ruim vijftig jaar weer eens in de klas te komen op een basisschool. Ditmaal met een presentatie over microkrediet.’ Guus legt uit hoe een gastles zoal tot stand komt: ‘De lijst van scholen die een gastles aanvragen komt in mijn mailbox. Een datum per e-mail vastleggen blijkt lastig. Er wordt niet gereageerd. Dus maar eens bellen. De betreffende juf of meester geeft die dag geen les. De volgende dag is

het hele team ‘op de hei’. De dag erna heeft de juf pleinwacht, een dag later is ze onvindbaar. Maar dan lukt het en wordt een afspraak gemaakt.

Met mijn USB-stick vol fraaie plaatjes, met folders, evaluatieformulier en kadobon ga ik op pad. De school is lastig te vinden in de nieuwbouwwijk. De hoofdingang is niet te zien en de receptie is altijd onbemensd. Een aardig kind in de gang brengt mij niettemin naar groep 8. De kinderen zitten in groepjes aan tafels en zijn vol belangstelling. Mijn ‘w-vragen’, zoals ‘wie van jullie..’, houden de aandacht vast. Als ik het ver-

schil uitleg tussen ‘krijgen’ en ‘lenen’ en vraag wie er wel eens geleend heeft van opa of ouders, hoor ik regelmatig: ‘Mijn mama leent van mij!’ Grote hilariteit. Als laatste sheet heb ik de foto van prinses Máxima. Ik laat hem nog niet zien, maar eindig met: ‘Veel belangrijke mensen vinden microkredieten zo belangrijk dat ze er op de hele wereld voor pleiten, zoals Bill Clinton. In Nederland doet een dame dat. Ze wordt wel de aardigste vrouw van heel het land genoemd. Wie is het?’ Ook dan steekt vaak een jongen of meisje de hand op en antwoordt vol trots: ‘Mijn moeder!’ Maar die telt niet mee en na ‘de koningin’ komt dan steevast: Máxima. Elke les eindigt met applaus en vol enthousiasme gaan de leerlingen aan de slag om geld te verdienen. Ik ben vol vertrouwen in het resultaat en vond het een fantastische ervaring om de kinderen te mogen vertellen over microkrediet.’

Geslaagd met vakantie! Tal van bedrijfjes zijn opgezet door de betrokken jongeren. Met een kleine lening van € 20,- per klas, verstrekt door Day for Change, konden zij hun creativiteit en hun in de (gast)les opgedane ondernemersvaardigheden kwijt. Bewust gemaakt van de armoede in de wereld, voelden de Nederlandse leerlingen zich verwant met de ondernemende leningnemers in ontwikkelingslanden.

Zo startte groep 8 van O.B.S De Jint in het Friese Stiens een restaurant in het kader van de Klasse!Actie. Met behulp van een aantal sponsoren uit de omgeving, een bakkerij, een keurslager, een groenteen fruitbedrijf en zelfs Albert Heijn, stelden zij een driegangenmenu samen. Leerlingen van de Berglarenschool in Gemert hebben met een markt veel bezoekers getrokken en basisschool de Ark in

Schagen trok de aandacht met een ware fancy fair. Alle inspanningen bleken erg succesvol. De klassen hebben flinke bedragen verdiend met hun bedrijfjes. En op sommige scholen kwam zelfs de burgemeester of de pers naar de feestelijke afsluiting van het project.

11


KLANTBESCHERMINGSPRINCIPES In mei en juni is een aantal zeer kritische en deels ongenuanceerde artikelen en rapportages over de microkredietsector verschenen in kranten, op websites en op tv. Daarbij worden de misstanden bij sommige microkredietinstellingen (hoge rentes, overkreditering) terecht aan de orde gesteld. Wat vaak ontbreekt is enige vorm van differentiatie. Er wordt al snel over ‘de microfinanciers’ gepraat en niet over ‘sommige microfinanciers’. Oikocredit strijdt al jaren tegen de wanpraktijken en is een voorstander van de zogenaamde client protection principles (klantbeschermingsprincipes) waarvan Oikocredit hoopt dat deze bindend worden verklaard voor de hele sector. Door het ontbreken van nuancering in de pers kan echter de indruk ontstaan dat iedereen in de sector, dus ook wij, ons schuldig maken aan deze praktijken. Dat is beslist niet zo, maar het schaadt wel de reputatie van de hele sector. Voor Oikocredit is deze publiciteit extra reden om haar sociale missie (armoedebestrijding) en het behalen van sociale effecten nog meer te onderbouwen via onder andere haar sociaal jaarverslag over 2010.

SOCIAAL JAARVERSLAG OIKOCREDIT 2010 Tijdens de Algemene Jaarvergadering in Tanzania presenteerde Oikocredit op 16 juni jongstleden haar Sociaal Jaarverslag over 2010. Met als opvallendste resultaat dat 86% van alle leningnemers die Oikocredit via haar microfinancieringspartners (MFI’s) wist te bereiken (ruim 28 miljoen) vrouwen in plattelandsgebieden zijn. Een ander interessant gegeven is dat dit jaar 90% van Oikocredits microfinancieringspartners sociale gegevens bekend maakten. Daaruit blijkt dat verslaglegging van maatschappelijke resultaten een grotere prioriteit heeft gekregen. De digitale versie van het Sociaal Jaarverslag 2010 is te downloaden op www.oikocredit.org/socialperformanceverslag.

AGENDA 29 oktober

Afrikadag 2011 in Den Haag. Evenement over Afrika en internationale samenwerking met workshops, debatten, lezingen en optredens. Zie www.afrikadag.nl.

30 november

Nationaal Sustainability Congres 2011 in ’s Hertogenbosch. Congres met exposities, debatten en diverse themasessies over duurzaamheid. Zie www.sustainability-congres.nl.

19 november Ledenvergadering Oikocredit Nederland in Amersfoort. 12

COLUMN

Kees van der Maas

De bonusnijd van Oscar ‘Je bent geen doorsnee-klant van de bank als je je niet mateloos ergert aan de bonuscultuur die daar heerst’, moppert Oscar uit Eindhoven vaak voor zich uit. Telkens als hij in de krant een bericht tegenkomt over een topmanager van een grote bank die een paar miljoen euro naar huis mee krijgt, voelt hij zich ongemakkelijk. Wil hij er zelf iets tegen ondernemen. Maar wat? Opstappen als klant en bij een ‘bonusvrije’ bank een rekening openen? Aandeelhouder van de bank worden en dan naar de jaarvergadering gaan om persoonlijk te protesteren? Allemaal gedoe. Wat bereik je nou met zo’n eenmansactie? Het enige wat taxichauffeur Oscar kan bedenken is: zijn bonusnijd spuien tegenover iedereen die het van hem horen wil. En dan maar hopen dat je tijdens de rit medestanders vindt voor je standpunt. Dat lucht op.... Oscar drijft een eigen taxionderneming. Hij probeert dat duurzaam te doen. Kort geleden heeft hij een hybride personenauto voor het vervoer van zijn passagiers gekocht. ‘Als zzp’er kun je zo’n besluit op eigen houtje nemen’, zegt hij. ‘Je bent niet afhankelijk van wat je bazen, het managementteam of de ondernemingsraad ervan vinden. Je voert een bedrijfsbeleid – om die term maar eens te gebruiken – naar ideeën en opvattingen waar je zelf aan hecht. Dat heeft zo zijn voordelen. Natuurlijk moet ik opboksen tegen de grote jongens in de taxibranche. Aan de andere kant: klanten zijn verrast als ze in mijn hybride taxi stappen. Zo kan ik een stukje bewustwording over milieuzorg overbrengen. Dat geeft een goed gevoel.’ Laatst, op een langere taxirit naar Schiphol raakte Oscar met een reiziger aan de praat over sociaalethisch bankieren en beleggen. Over hoe je al met een kleine inleg kunt investeren in een betere toekomst voor bijvoorbeeld een branchegenoot aan de andere kant van de aardbol. Het gesprek kwam erop dat je met een simpele, praktische benadering van idealen die je in je eigen wereld voorstaat, meer kunt bereiken dan je soms denkt. De klant in zijn taxi was op weg naar Zambia, waar hij deelnemers in een landbouwcoöperatie helpt bij de opbouw van hun organisatie. Om een bedrijfje te starten hebben de kleine boeren daar geld nodig. Oscar weet er alles van, hoe lastig dat kan zijn. Zelf is hij ook met weinig begonnen. Het werd een interessante discussie, op weg naar de luchthaven. Zijn ‘bonusnijd’ over de grote banken ebt nog niet weg. Maar in zijn gekeuvel met taxiklanten geeft hij tegenwoordig een tip mee. Dat hij inspirerende manieren heeft ontdekt om met je geld om te gaan. En daar een goed gevoel aan over te houden.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.