Meer kleur in de stad! achtergrond
De Nederlandse steden worden steeds grauwer omdat er onder architecten een taboe lijkt te rusten op het gebruik van kleur, stelt de invloedrijke architect Ben van Berkel. Hij wil dat zijn vakgenoten meer met kleur gaan werken. Wat vinden de professionals die nauw betrokken zijn bij de vormgeving van de Nederlandse steden? Te k s t : Pe t e r B o o r s m a F o t o’s : Pe t v a n d e L u i j t g a a r d e n Architecten moeten wat meer durf tonen als het gaat om het gebruik van kleur bij hun ontwerpen. Soms lijkt het er op dat er onder architecten een taboe rust op het gebruik van kleur in façades van gebouwen. Dat stelt de bekende Nederlandse architect Ben van Berkel in de studie Urban Color, een studie in opdracht van het AkzoNobel Aesthetic Center.
Volgens Van Berkel waren de steden vroeger veel kleurrijker. Welke kleuren werden gebruikt was grotendeels afhankelijk van de grondstoffen die ter plaatse beschikbaar waren. De industriële revolutie en later de globalisering zorgden ervoor dat overal ter wereld dezelfde materialen en expertise beschikbaar kwamen. Regionale verschillen dreigen hierdoor te verdwijnen,
Het AkzoNobel Aesthetic Center Ben van Berkel verrichtte zijn studie naar kleurgebruik in de moderne stedelijke architectuur in opdracht van verffabrikant AkzoNobel. Om precies te zijn in samenwerking met Aesthetic Center van de multinational. Deze afdeling is opgezet om expertise op het gebied van kleur te creëren en bij elkaar te brengen, met als doel innovatief te blijven. Het AkzoNobel Aesthetic Center doet al veel langer onderzoek naar kleurgebruik in de architectuur. Zo zijn er voor het merk Sikkens speciale kleurenwaaiers ontwikkeld met historische kleuren van steden als Dordrecht en Barcelona. Het bedrijf is ook betrokken geweest bij restauraties van beroemde gebouwen zoals het Rijksmuseum en de Scala in Milaan. “Daar zie je dat er in het verleden wel veel kleur werd toegepast”, zegt Anne van der Zwaag, die de leiding heeft over het Aethetic Center. “Wij vonden het frappant dat er zo weinig kleur wordt gebruikt
22
in de moderne architectuur. Hoe komt dat?, vroegen we ons af. We zijn zelf onderzoek gaan doen en stuitten toen op Ben van Berkel. We hebben hem gevraagd te onderzoeker wat nu de drivers zijn om wel of niet kleur toe te passen. Voor een deel lijkt dit bij de architecten te liggen, voor een deel bij overheden en andere belanghebbenden.“ Van der Zwaag en haar collega’s doen ook onderzoek naar kleurpsychologie, de effecten van kleur op je geest en gevoel. Momenteel worden ook de mogelijkheden om kleur te gebruiken in routing onderzocht. “Kun je kleur gebruiken om je weg door een stad te vinden. Hoe kom je bijvoorbeeld bij het ziekenhuis of hoe vind je het treinstation? Letters moeten gelezen worden maar kleur kun je universeel inzetten. Daarnaast willen nagaan wat je als stadsbestuur of architect kunt doen om meer kleur in de stad aan te brengen. Dat gaan we nu in een aantal case studies onderzoeken. “
aldus Van Berkel. Dat wordt nog eens versterkt door de grote invloed van het modernisme in de architectuur. Zo had de beroemde architect Le Corbusier een sterke voorliefde voor witte gebouwen. Dat heeft volgens Van Berkel geleid tot een situatie waarin moderne ontwerpen heel expressief zijn in vorm, maar door het gebruik van beton, staal of glas zeer vlak van kleur. En dat is jammer, vindt de architect die naam heeft gemaakt met onder meer de babyblauwe Erasmusbrug in Rotterdam en het oranje Agora Theater in Lelystad. Hij roept zijn vakgenoten op het taboe op het gebruik van kleur te doorbreken. Intelligent kleurgebruik kan volgens Van Berkel identiteit en dynamiek verlenen aan een buurt of een stad of van nut zijn bij oriëntatie. Hij wil allereerst de architecten oproepen meer durf aan de dag te leggen als het gaat om kleurgebruik in de steden. “Maar”, voegt hij er aan toe, “ook alle andere partijen hebben een rol om steden een sterkere identiteit te geven door goed en intelligent kleurgebruik.” Hoe landt dit pleidooi voor meer kleur in de architectuur bij de mensen die nauw betrokken zijn bij de vormgeving van steden? Zijn de Nederlandse steden inderdaad te grauw? Projectontwikkeling ING Real Estate, één van de grootste onroerendgoedmaatschappijen ter wereld, ontwikkelt jaarlijks voor
Ben van Berkel: ‘Alle partijen hebben een rol om steden een sterkere identiteit te geven door goed en intelligent kleurgebruik’
achtergrond
Gert-Joost Peek (ING RealEstate): ‘Als projectontwikkelaar wil je kleuren waar men niet te snel op uitgekeken is’
Botine Koopmans (Zoetermeer): “Bij de urban villas in Rokkeveen zie je dat kleurgebruik voor de bewoners tot herkenning leidt”.
honderden miljoenen euro’s aan projecten. Vinden zij dat er in de moderne architectuur te weinig kleur wordt gebruikt? “Kleur krijgt evenveel aandacht als vorm en materiaalkeuze”, preciseert Gert-Joost Peek, manager research & concepts Development bij ING Real Estate. Het klopt volgens hem wel dat je in de moderne architectuur weinig uitbundig kleurgebruik ziet, om verschillende goede redenen. “Onze gebouwde omgeving heeft een verwachte levensduur van ongeveer vijftig jaar. Als projectontwikkelaar wil je daarom kleuren waar men niet te snel op uitgekeken is”, aldus Peek. Peek wijst er verder op dat er veel natuurlijke materialen worden gebruikt en architecten veel met de natuurlijke structuur, textuur en kleur van die materialen werken. “Daarin zie je trouwens wel heel veel variatie.” De laatste reden is praktisch van aard. “Harmonisch aansluiten bij de bestaande omgeving valt beter in de overwegend behoudende smaak van vastgoedbeleg-
verf&inkt 04 - 2009
gers dan sterke contrasten en dat geldt zowel voor vorm, materiaal als kleur.” Gebroken wit “Het is inderdaad zo dat er in Zoetermeer veel grijs- en wittinten en baksteen worden gebruikt”, erkent Botine Koopmans, beleidsadviseur monumenten en secretaris van de welstandscommissie van Zoetermeer. “En de monumenten worden standaard in groen en gebroken wit geschilderd. Daar is overigens niets mis mee.” Een deel van de verklaring moet volgens Koopmans inderdaad gezocht worden in de grote invloed die het modernisme heeft gehad op de architectuur. Met uitzondering van De Stijl is er nooit veel kleur gebruikt. Maar het zit ook de traditie van baksteenarchitectuur. Gepleisterde gevels worden sneller van een kleurtje voorzien. Zoetermeer is een stad met 120.000 inwoners die in 1962 is aangewezen als groeikern van Den Haag. Ook
al gaat de geschiedenis van het dorp Zoetermeer zeker duizend jaar terug, het overgrote deel van de bebouwing dateert dan ook van de afgelopen veertig jaar. Hoewel Zoetermeer niet veel uitgesproken kleuren kent, zijn er wel uitzonderingen. Zo is er in de jaren zeventig voor de wijk Seghwaert een heel kleurenplan gemaakt door de Rotterdamse kunstenares Claartje Boekhorst. Koopmans: “Dat waren aardkleuren in allerlei schakeringen. Niet zulke felle kleuren dus, maar dat paste ook in de trend van die tijd.” U r b a n v i l l a’s “Gelukkig gebeurt er sinds de jaren negentig weer wat meer, dan alleen een kleuraccent”, aldus Koopmans. Een voorbeeld zijn de vier grote appartementsgebouwen – urban villas - in felle primaire kleuren aan de Woudlaan in de wijk Rokkeveen, een ontwerp van Klunder Architecten uit Rotterdam. De kleuren worden nog eens versterkt door de zwarte kozijnen. Ook in de nieuwste wijk van Zoetermeer, Oosterheem, is een complex uit 2007 – een ‘welzijnscluster’ - van architecte Jeanne Dekkers uit 2007 dat bewust is opgetrokken uit feloranje baksteen. Maar het blijven volgens Koopmans incidenten. Dat kleuren kunnen helpen bij identificatie en plaatsbepaling, zoals Van Berkel stelt, kan Koopmans zich goed voorstellen. “Bij de urban villas in Rokkeveen zie je dat kleurgebruik voor de bewoners tot herkenning leidt. Ze leggen aan bezoekers uit dat ze bijvoorbeeld in het blauwe gebouw wonen.”
4 23
achtergrond
Stadsarchitect van Amersfoort Arnoud de Vreeze houd van moderne architectuur op plaatsen waar het kan. Bijvoorbeeld de grote rode kubus in de wijk Kattenbroek past daar volgens hem prima.
Duidelijk is verder dat als er met kleur gewerkt wordt, iedereen het er over heeft. Koopmans: “Zo is er in Zoetermeer ook een buurt met koopwoningen met fel oranje koepels op het trappenhuis. Iedereen in Zoetermeer kent die wijk, als de wijk van de huizen met de oranje koepels.” Groeistad Amersfoort viert dit jaar dat het precies 750 jaar geleden stadsrechten kreeg. Amersfoort heeft een oude binnenstad, waar het oorspronkelijk middeleeuwse stratenplan vrijwel volledig in tact is gebleven. Dertig jaar geleden werd Amersfoort uitgeroepen tot groeistad en sindsdien is het aantal inwoners verdubbeld tot 140.000. Een van de nieuwe wijken – uit de jaren tachtig - is Kattenbroek, dat door zijn bijzondere ontwerp en zijn bijzondere architectuur zelfs internationaal de aandacht heeft getrokken. Arnoud de Vreeze is sinds een half jaar stadarchitect van Amersfoort en staat daarmee in een traditie die bijna 400 jaar teruggaat. De Vreeze wil wel enkele kanttekeningen plaatsen bij de oproep van Van Berkel om in de steden meer kleur toe te passen. “Ik ben het helemaal met Van Berkel eens dat het kleurgebruik in het verleden sterk regionaal bepaald was. Denk maar eens aan het Waterlands groen en blauw. Iedere regio in Europa had zo zijn eigen kleurenschema. Maar dat betekent ook dat je zorgvuldig
verf&inkt 04 - 2009
Arnoud de Vreeze (Amersfoort): ‘Je moet zorgvuldig met de tradities van de Europese steden moet omgaan’ met de tradities van de Europese steden moet omgaan. Je moet moderniseren maar die modernisering tegelijkertijd hechten aan de regio.” Volgens De Vreeze is het de taak van de gemeenten om regisserend op te treden om te voorkomen dat de stad heel chaotisch wordt. “De stad is als een decor: de personages mogen veranderen, met de decorstukken mag geschoven worden, maar de regisseur moet er voor zorgen dat het toch één geheel blijft.”
dan moet de gemeente de regie blijven houden. “Het aantal mogelijke kleuren is oneindig en juist daarom is er samenhang – regie – nodig. Het kan helemaal ontsporen. Je moet er toch niet aan denken dat je buurman zijn huis lichtpaars schildert?” Zelfs als het juist de bedoeling is een kleurige wijk te maken, zoals in de Regenboogwijk in Almere, gaat dat niet vanzelf en moet dat geregisseerd worden, stelt De Vreeze. “Picadilly Circus oogt misschien chaotisch, maar het is wel bedacht. Sla een zijstraatje in en je staat weer in een historisch straatje. Is er sprake van harmonie, dan zie je dat terug in de waarde van het onroerend goed.” “In zekere zin ben ik een traditionalist”, bekent De Vreeze. “Ik houd van moderne architectuur, maar wel op plaatsen waar het kan. En daar hoort dan kleur ook bij. Neem nu de wijk Kattenbroek. Daar staat een groot rood blok, midden in de wijk. Dat past daar. Omdat het een kubusvorm is, waarbij de felle kleur niet detoneert én omdat helemaal vrij staat.” •
Samenhang In nieuwe buurten en wijken kan er natuurlijk meer dan in de oude binnensteden, vindt De Vreeze, maar ook
25