4 minute read

Verdwenen horeca

Next Article
DUIC in beeld

DUIC in beeld

VERDWENEN HORECA IN UTRECHT

IJssalon Milaan aan de Amsterdamsestraatweg

Advertisement

Tekst: Arjan den Boer / Fotogra e: Het Utrechts Archief

Utrecht kent een rijke ijstraditie. Verschillende Italianen kwamen in de loop van de 20e eeuw naar de Domstad om ijssalons te openen. Pionier was de familie De Lorenzo van Venezia. Zij werden al snel gevolgd door de familie Bindi van de ijssalon Milaan en de familie Pravisani van ijssalon Roma (oorspronkelijk Aroma geheten) in Zuilen.

Guido de Lorenzo, afkomstig uit de Noord-Italiaanse regio Cadore, vestigde zich in 1928 in Utrecht. Eerst was zijn ijssalon aan de Voorstraat 80, vervolgens aan het Janskerkhof en sinds 1943 aan de Voorstraat 8. Terwijl zoon Carlo daar de zaak voortzette, begon diens broer Italo (tevens bobsleekampioen) in 1971 een vestiging aan de Oudegracht. Tegenwoordig is daar alleen nog de ijskiosk van Italo's dochter Romana, terwijl de ijssalon in de Voorstraat in 2011 werd gesloten. Maar via Carlina de Lorenzo en haar man Roberto Coletti wordt de traditie voortgezet aan de Poortstraat, met internationaal succes. Het oude interieur van de Voorstraat is inmiddels opgebouwd in het Openluchtmuseum in Arnhem, te zien zodra de musea opengaan. En op 6 en 13 juni a.s. vertoont RTV Utrecht de documentaire 'La famiglia De Lorenzo, drie generaties ijsmakers'.

Familie Bindi

Guido de Lorenzo was maar kort de enige Italiaanse ijsmaker in Utrecht. In 1934 vestigde Ottavio Bindi zijn ijsmakerij aan het einde van de Gruttersdijk. Daar was op het terrein van Zeepfabriek 't Scheprad net een rij pakhuizen met bovenwoningen gerealiseerd door architect Peter van der Wart (1901-1985). Bindi was afkomstig uit Bagni di Lucca in Toscane, een andere regio waarvandaan ijsmakers naar Nederland kwamen, zoals ook de familie Tofani van de Amsterdamse ijssalons. In 1935 trouwde de 27-jarige Ottavio Bindi met Ger van der Steeg. Een bijzonder huwelijk, aangezien de eerste generatie Italianen hun vrouw meestal uit Italië 'haalde'. Samen runden Ottavio en Ger de ijszaak, in eerste instantie vooral via venters met ijscowagentjes.

Tot 1935 mochten Italianen zich vrij vestigen in Nederland, maar dat veranderde tijdens de economische crisis. Italiaanse werknemers van ijssalons werden teruggestuurd en de ondernemers moesten Nederlanders in dienst nemen. Hollandse ijsventers sjoemelden vaak met het geld of de kwaliteit, reden voor concurrent De Lorenzo om alleen nog maar vanuit hun ijssalon te verkopen. Bindi beschikte echter nog niet over een echte salon en vroeg in advertenties nadrukkelijk om 'nette ijsventers'.

In 1946 begonnen Ottavio en Ger Bindi hun eigen ijssalon aan de Amsterdamsestraatweg 201, een voormalige behangwinkel. Klanten konden er niet alleen een ijsje afhalen, maar ook van een coupe genieten in een interieur met Italiaanse ambiance (volgens sommigen kil, volgens anderen stijlvol). De ijssalon heette oorspronkelijk La Milaan, een vernederlandsing zoals die ook in de familie had plaatsgevonden en zelfs in het ijs, waaraan meer melk werd toegevoegd dan in de Italiaanse recepten. Het was geen gemakkelijke tijd om zo'n salon te beginnen: direct na de oorlog golden alle Italianen als onderdanen van een vijandige mogendheid en werden hun ondernemingen onder toezicht gesteld. Maar naleving hing van lokale beheerders af en de familie Bindi had goodwill in Utrecht.

Nieuwe generatie

In de jaren zestig kwam er een nieuwe groep Italianen: gastarbeiders voor de industrie, zoals Demka en Werkspoor. Zij kwamen uit het armoedige zuiden en veel Noord-Italiaanse ijssalonhouders hadden liever niet dat deze gastarbeiders te lang in hun zaak bleven hangen, als ze een espresso kwamen drinken. Dat zou maar Nederlandse klanten afschrikken. Maar het verliep anders in de salon aan de Amsterdamsestraatweg. Mario Mascali Zeo was in 1965 vanuit Nicosia op Sicilië naar Utrecht gekomen om te werken bij de Nederlandse Aluminium Maatschappij (nu Nedal Aluminium). In IJssalon Milaan veroverde hij 'met zijn donkere ogen' het hart van Gijsbertha Bindi, die in de zaak van haar ouders werkte. In 1969 stopte hij bij de aluminiumfabriek om in de 'ijsfabriek' van zijn schoonvader aan de Gruttersdijk te beginnen. Drie jaar later namen Mario en Gijsbertha de ijssalon over, kort voordat Ottavio in 1974 overleed. Het 50-jarig jubileum konden zij in 1984 vieren, waarbij een glazen plaquette werd gemaakt met de namen van de twee generaties en een afbeelding van de Dom van Milaan.

Toen Mario en Gijsbertha in 2001 de pensioenleeftijd naderden, waren er geen kinderen die de ijssalon wilden voortzetten. Met pijn in het hart zetten ze de zaak aan de Amsterdamsestraatweg te koop. 'Klanten bedankt', hing er in grote letters voor het raam. Mario bleef wel op kleine schaal ijs maken aan de Gruttersdijk. Daar vond in 2005 een drama plaats: (schoon)moeder Ger Bindi werd op 93-jarige leeftijd vermoord, een geruchtmakende zaak die nog altijd niet is opgelost. In de berichten over 'oma Bindi' werd haar sociale inborst geroemd, zo zou zij 'arme kinderen' vaak gratis een ijsje hebben gegeven. a

This article is from: