6 minute read
Vragen over
Vier vragen over de plannen voor Utrechtse tram- en metrolijnen
Of Utrecht verder moet groeien is al langere tijd een punt van discussie, maar de gemeente zet er in ieder geval nog altijd vol op in. Vorige week kwam er dan ook een oproep van zowel de gemeente als de regio Utrecht. 4 tot 5 miljard euro is er nodig voor noodzakelijke investeringen in het openbaar vervoer. De gemeente wil het geld onder meer gebruiken voor een metrolijn. Zonder investeringen in het ov kunnen de tienduizenden nieuwe woningen die in de stad gepland zijn er niet komen. Een belangrijk onderwerp, dus. Het college komt deze week met een raadsvoorstel over de eerste stappen van deze zogenoemde ‘Schaalsprong ov’. Daarom deze week: vijf vragen over de plannen voor twee tramlijnen en de ‘Merwedemetro’.
Advertisement
Tekst: Ilana Noot
1Hoe ziet het plan er precies uit? Eigenlijk draait alles in de plannen om het
Wiel met Spaken, een netwerk van bus-, tram- en treinverbindingen. De spaken van het wiel verbinden de regio rondom Utrecht met onder meer
Utrecht Centraal en het centrum van de stad. Daarnaast zijn er frequente ‘wielverbindingen’ tussen de regio, P+R-parkeerplaatsen en economische kerngebieden. Utrecht Centraal is de as van het wiel en belangrijke knooppunten in het netwerk liggen op de kruisingen van de spaken met het wiel.
Een van de punten die op de kruising van een spaak en het wiel liggen, moet het nieuwe combistation
Lunetten-Koningsweg worden. Ov-verbindingen lopen vanuit stations en P+R-parkeerplaatsen in de regio over de spaken naar het dichtstbijzijnde knooppunt op het wiel, naar de bestemming aan het wiel zelf of naar Utrecht Centraal. De drie tramverbindingen die de gemeente gepland heeft, de
Merwedelijn, de Papendorplijn en de Waterlinielijn, gaan zulke spaakverbindingen vormen.
De eerste stap in het plan bestaat uit de aanleg van de Merwedelijn en de Papendorplijn, gevolgd door de Waterlinielijn en station Lunetten-Koningsweg.
Een ondergrondse lijn in de binnenstad kan daar volgens de gemeente direct op volgen. Die lijn moet uiteindelijk onder de huidige busbaan komen te liggen, op de route van Vredenburg naar Janskerkhof en de Biltstraat.
2Waarom is dit volgens de gemeente allemaal nodig?
De gemeente maakt de plannen natuurlijk vooral met het oog op de toekomst. Als er op nieuwe plekken woningen gebouwd worden, zoals in Beurskwartier, de Merwedekanaalzone en Papendorp, is op die plekken ook een goed netwerk met openbaar vervoer nodig. De nieuwe tramlijnen moeten de capaciteit op een aantal plekken in het netwerk vergroten. Het gaat dan om plekken waar nu al knelpunten zijn of plekken waar die in de toekomst gaan ontstaan, zoals Utrecht Centraal, de binnenstad en de Uithofijn. De aanleg van de tramlijnen moet verder een ‘positieve impuls’ zijn voor het hele ov-netwerk en bijdragen aan de mobiliteitstransitie; het inruilen van de auto voor het openbaar vervoer en de fets. is de urgentie hoog en moet er zo snel mogelijk begonnen worden. “De Merwedelijn had er eigenlijk al moeten zijn”, zei de wethouder bij de presentatie van het raadsvoorstel. “We redden het niet meer met bussen. Er is veel meer nodig om Utrecht bereikbaar te houden en de woningen te kunnen bouwen waar in deze populaire regio zo’n behoefte aan is. We kunnen een grote bijdrage leveren aan het oplossen van het landelijke woningtekort, maar dan is er wel steun van het Rijk nodig om deze woningen bereikbaar te maken. De regio kan dit niet volledig zelf fnancieren”, aldus Van Hooijdonk.
Niet alleen voor de toekomst van de stad Utrecht, maar ook voor de regio zijn investeringen in het openbaar vervoer van belang, “De Merwedelijn is een eerste stap van de ov-schaalsprong waarmee we nieuwe geplande woningbouw in gebieden als de Merwedekanaalzone, A12-zone en het centrum van Nieuwegein op een duurzame manier bereikbaar maken”, zei gedeputeerde Arne Schaddelee daarover. “Maar er is veel meer nodig aan ov in de metropoolregio Utrecht. Voor een gezondere leefomgeving is een mobiliteitstransitie nodig naar schoon vervoer dat weinig ruimte inneemt, zoals ov. Dat vraagt om een forse investering om het ov-netwerk te verbeteren en uit te breiden.”
3Waar moeten de tram- en metrolijnen komen?
Merwedelijn
De Merwedelijn moet de nieuwbouwlocatie City in Nieuwegein verbinden met de A12-zone, de Merwedekanaalzone en het Beurskwartier. De lijn begint bij de halte Westraven en loopt vervolgens via de Merwedekanaalzone tot Utrecht Centraal, maar onderzoek moet nog uitwijzen waar de haltes op deze lijn precies komen. Wel is duidelijk dat de tram deels ondergronds gaat lopen en moet aansluiten op een mogelijke metro door de binnenstad. Die metrolijn moet onder de huidige busbaan door de binnenstad (Vredenburg - Janskerkhof - Biltstraat) door gaan lopen. De gemeente denkt dat de Merwedelijn dagelijks zo’n 50.000 reizigers gaat trekken; twee keer zoveel als de Uithofijn en de tramlijn tussen Utrecht en Nieuwegein en IJsselstein samen. Het ondergrondse traject van de tram ligt tussen P+R Westraven en Utrecht Centraal. Dat biedt ruimte aan voetgangers, fetsers en autoverkeer en zorgt er volgens de gemeente ook voor dat de overlast voor omwonenden beperkt blijft. Ook niet onbelangrijk voor een tramlijn: door de ondergrondse aanleg wordt de reistijd korter. Trams kunnen straks elke twee tot drie minuten rijden (20 tot 24 trams per uur) en de verbinding tussen centrum Nieuwegein en Utrecht Centraal wordt acht minuten sneller dan de huidige tramlijn.
Papendorplijn
De Papendorplijn wordt in feite een vertakking van de bestaande tramlijn die door Kanaleneiland naar Nieuwegein loopt. De lijn loopt van Utrecht Centraal via het 5 Meiplein in Kanaleneiland naar P+R Papendorp. Deze lijn zou mogelijk in de toekomst doorgetrokken kunnen worden naar Rijnenburg. De gemeente verwacht 9.000 tot 15.000 reizigers per dag op de Papendorplijn. Het moet daarmee een tramlijn worden die in combinatie met de Merwedelijn een gunstige verbinding is voor de nieuwe bewoners van onder meer Welgelegen en Beurskwartier.
Waterlinielijn
De Waterlinielijn wordt de verbinding tussen de A12-zone, Lunetten-Koningsweg en Utrecht Science Park. De gemeente verwacht dat het op het noordelijke deel van deze lijn, van Lunetten-Koningsweg naar Utrecht Science Park, drukker wordt dan op het zuidelijke deel richting Westraven. Op het noordelijke deel verwacht de gemeente 18.000 tot 25.000 reizigers per dag en op het zuidelijke deel 5.000 tot 15.000 reizigers.
4Hoeveel geld is er nodig? Utrecht vroeg in januari 2,1 miljard euro aan bij het Nationaal Groeifonds. Het geld uit dat Groeifonds zou gebruikt worden voor de aanleg van het station Lunetten-Koningsweg, de Merwedelijn en de Waterlinielijn, maar de aanvraag werd afgewezen. De hoop is nu gevestigd op het nieuwe kabinet, omdat zonder de investering in het openbaar vervoer de plannen voor 73.000 woningen en 50.000 arbeidsplaatsen op de tocht komen te staan. Volgens de commissie die de aanvraag afwees, is de zogenoemde maatschappelijke kosten-batenanalyse overschat. Ook zou niet aangetoond zijn dat het plan de meest sobere en doelmatige oplossing is. Verder vond de commissie dat het plan eigenlijk te omvangrijk is voor het Nationaal Groeifonds. De gemeente en regio Utrecht vragen nu opnieuw minimaal 4 à 5 miljard euro van het Rijk om de aanpassingen aan het netwerk uit te kunnen voeren. a