3 minute read

Verdwenen fabrieken

Next Article
Utrecht volgens

Utrecht volgens

VERDWENEN FABRIEKEN IN UTRECHT Machinefabriek Frans Smulders aan de Croeselaan

De bekendste verdwenen fabrieken van Utrecht zijn Demka en Werkspoor. Maar in deze nieuwe serie over verdwenen industrie zullen de meer vergeten fabrieken aan bod komen. Demka maakte staal en Werkspoor bruggen en spoorwegmaterieel, maar zij waren niet de eersten. Al in de 19e eeuw kende Utrecht staalindustrie. Uit de ijzergieterijen van de Brabantse familie Smulders ontstond de Machinefabriek Frans Smulders aan de Croeselaan, ter plekke van het huidige Rabobank-hoofdkantoor.

Advertisement

Tekst: Arjan den Boer / Fotogra e: Het Utrechts Archief

Voordat het bedrijf aan de Croeselaan terecht kwam, was er al een jarenlange voorgeschiedenis aan de Bemuurde Weerd en Leidseweg. Maar het begin lag eigenlijk in Tilburg, waar Willem Smulders (1815-1883) in 1838 een machinefabriekje oprichtte, een van de eerste in het land. Zijn zoons August, Charles, Louis en Frans werkten vanaf hun twaalfde in het bedrijf. Onder leiding van August begonnen zij een fabriek met ijzergieterij en scheepswerf aan de Zuid-Willemsvaart in Den Bosch. Toen daar geen ruimte meer was voor uitbreiding, namen ze in 1872 de Utrechtsche IJzergieterij over.

De Utrechtse gieterij lag op het terrein tussen de Bemuurde Weerd Oostzijde en de Gruttersdijk (nu toepasselijk Gietershof geheten) en was sinds 1827 een van de eerste moderne ijzergieterijen in Nederland. Het bedrijf kwam in 1860 in handen van de familie Van den Wall Bake, een familie van industrielen en spoorwegingenieurs. Met de levering van spoorbruggen en draaischijven droeg de Utrechtsche IJzergieterij veel bij aan de ontwikkeling van het Nederlandse spoorwegnet. De fabriek maakte ook de ijzeren Weerdbrug die nog altijd de Oudegracht verbindt met de Bemuurde Weerd. De Utrechtsche IJzergieterij kwam echter in de problemen door hevige internationale concurrentie. Een te lage inschrijving voor de spoorbrug bij Hedel werd de IJzergieterij fataal; de gebroeders Smulders grepen toen hun kans. muurde Weerd te klein en verplaatste August Smulders de ijzergieterij naar de Hoogelanden Oostzijde (Lauwerecht). Daar werden grote machines geproduceerd. August leverde niet alleen 'excavateurs' voor de aanleg van het Merwedekanaal, maar ook voor het Panamakanaal! Zijn broers Louis en Frans waren in 1880 echter voor zichzelf begonnen bij de villa Soeracarta aan het begin van de Vleutenseweg, handig gelegen aan de spoorlijn en de Leidsche Vaart. Weer een decennium later kregen de twee broers waarschijnlijk onenigheid, want Louis vertrok naar de voormalige buitenplaats Jaffa, verderop aan de Vleutenseweg — het begin van de Machinefabriek Jaffa. Zijn broer richtte in 1890 de Machinefabriek Frans Smulders op en bleef daarmee op Soeracarta, totdat hij in 1902 moest wijken voor de aanleg van het Buurtstation. Frans liet toen een nieuwe fabriek bouwen op het terrein tussen de Croeselaan en de Kruisvaart, waar het bedrijf tot 1962 gevestigd zou blijven.

De fabriek — met maar liefst 436 werknemers in 1914 — maakte stoommachines en stoomketels en hydraulische pers- en snijwerktuigen. Zo leverde Smulders snijders aan de Rijksmunt en produceerde dommekrachten, briketpersen, veekoekpersen en oliewringers. Die laatste gingen onder andere naar de palmolieindustrie in Nederlands-Indië, waar Smulders ook briketeermachines voor de zoutwinning afzette. Een aparte afdeling was gespecialiseerd in wissels en draaischijven voor spoor- en tramwegen. Spoorbruggen werden er ook geconstrueerd, zoals in 1929 heel dicht bij huis twee hefbruggen voor de spooraftakking naar de Veilinghaven. Die rails zijn later verdwenen, maar de hefbrug over de Kruisvaart is als monument bewaard in Dichterswijk. Machinefabriek Frans Smulders leverde ook vijftig gelaste sluisdeuren voor de Afsluitdijk.

Gouden jubileum en einde

Na zijn overlijden was Frans Smulders (18511915) opgevolgd door twee zoons, Ludovicus en Wilhelmus. Zij lieten een nieuwe stelplaats, wissel- en constructiewerkplaats en ketelmakerij bouwen. Na een uitslaande brand in 1929 moest het magazijn nieuw worden opgetrokken. Het jaar daarop vierde de fabriek het 50-jarig jubileum in aanwezigheid van burgemeester Fockema Andreae. 'De werkplaatsen had men door sparregroen, palmen, vlaggedoek en talrijke bloemstukken een feestelijk aanzien gegeven. Het muziekcorps bestaande uit personeel van de fabriek, bracht, voordat de plechtigheid aanving, eenige muziekstukken ten gehoore', schreef het Utrechtsch Nieuwsblad. In de constructiewerkplaats werd, met al het personeel erbij, een krans gelegd voor het marmeren borstbeeld van Frans Smulders. Andries En briek die er al ruim 40 jaar werkte, kreeg een koninklijke onderscheiding opgespeld.

Na de Tweede Wereldoorlog leed de machinefabriek steeds meer verlies. In 1961, toen er nog 325 man werkte, werd Frans Smulders overgenomen door de Verenigde Machine Fabrieken (VMF). Die sloot al na een Na jarenlange leegstand werden de laatste gebouwen in 1974 afgebroken. Op het terrein verrees als eerste het NS-computercentrum CVI (Centrum voor Informatieverwerking) en in 1980 begon de bouw van het Rabo-hoofdkantoor.

This article is from: