12 minute read
Eén uitgang en relatief kaal deel plein: wat betekent dit voor loopstromen?
from DUIC Krant NR 234 - 28 juli
by DUIC
Het is al weer zo’n vijf jaar geleden dat het eerste deel van het nieuwe verhoogde stationsplein vol trots door de toenmalige wethouder Everhardt werd geopend. Eén van de belangrijkste onderdelen van de nieuwe inrichting is dat de stationshal aan de binnenstadzijde slechts één in- en uitgang kent die zich, van binnenuit gezien, ook nog eens aan de uiterst linkse zijde bevindt. Het deel van het Stationsplein dat op deze uitgang aansluit, het deel dat overdekt is door het bollendak, maakt een levendige indruk door de stromen mensen vanuit en naar Hoog Catharijne alsmede door de ruimschootse aanwezigheid van horeca aldaar. Er komen jaarlijks miljoenen mensen, dus het belang van de loopstromen is niet te overschatten.
Recht vóór de hal bevindt zich echter een bijna even groot deel van het Stationsplein. Dit ligt er echter al die jaren na de oplevering relatief kaal en doods bij. Hier geen bollendak, nauwelijks horeca en een stuk minder mensen. De drukbezette tafeltjes die ooit in de eerste artist impression stonden ingetekend zijn in elk geval niet te bekennen. Toch bevinden we ons hier recht voor het drukste station van Nederland. Niet zo vreemd misschien want dit deel van het plein is niet rechtstreeks vanuit de hal te bereiken. De hal wordt hier van het plein gescheiden door een lichtschacht die het onderliggende busstation nog van enig licht moet voorzien. Was er vroeger nog een snelle uitgang vanuit het station via het toenmalige busstation richting Moreelsepark, Mariaplaats en de Dom, en gold de Mariaplaats als de ‘poort van de Utrechtse binnenstad’ voor treinreizigers, nu is deze ‘klassieke’ route naar rechts door uitsluitend de uiterst linkse uitgang een stuk minder gemakkelijk te nemen en daarmee mogelijk een minder logische keuze. Hetzelfde geldt voor de route door Hoog Catharijne in dezelfde richting via het Godebaldkwartier, vroeger een snel en droog alternatief voor de route buitenom, nu een omslachtiger alternatief voor de al minder aantrekkelijk geworden buitenomroute
Advertisement
Ook binnen Hoog Catharijne zijn de winkels in het Godebaldkwartier, zeker die aan het uiteinde, geïsoleerder komen te liggen van de hoofdstromen door het winkelcentrum tussen station en het Vredenburgplein. Deze vleugel wacht ook nog steeds op de grote facelift die het centrale deel van HC al veel eerder heeft ondergaan. Intussen komt ook de herontwikkeling van de buitenomgeving van het rechter deel van de stationsomgeving maar traag op gang. De Moreelsehoek en de zijgevel van HC aan het Moreelsepark zijn nog maar ten dele of nog bijna niet aangepakt.
Wat betekent dit alles voor de loopstromen in het stationsgebied en in het verlengde daarvan naar en vanuit het centrum. Weten de mensen de route richting Mariaplaats, Zadelstraat en Dom, de klassieke entree van de Utrechtse binnenstad, nog wel even gemakkelijk te vinden? En is er met de alleen uiterst linkse uitgang van de stationshal en het relatief kale deel van het stationsplein aan de rechterkant en de omslachtigere route door het Godebaldkwartier geen sprake van een structurele weeffout in de inrichting van het stationsgebied? En liggen hier misschien afspraken met Hoog Catharijne-eigenaar Klépierre aan ten grondslag?
De plannenmakers: gemeente Utrecht en ProRail Laten we eerst eens kijken hoe de plannenmakers, de gemeente Utrecht en stationseigenaar ProRail het allemaal bedoeld hebben. Volgens de ProRail-woordvoerder heeft de zogenaamde ‘interwijkverbinding’, de poortjesloze looproute buiten de hal om tussen de Centrum- en Jaarbeurszijde van het station, het uitgangspunt gevormd. “Het idee was om de uitgangen daarop te laten aansluiten.”
Dit ‘past’ volgens hem ‘goed’ als het gaat om de loopstromen en het aantal te verwerken mensen. En op de plek waar je het station uit komt aan de centrumkant kun je behalve naar HC ook ‘naar links en naar rechts’: “ik denk dat de afstanden ongeveer even groot zijn”. Dat je als je vanuit de hal naar rechts wil eerst helemaal naar links moet lopen voor een uitgang om vervolgens buitenom hetzelfde stuk weer terug te lopen naar rechts, ziet hij niet als een groot bezwaar. “We hebben het over een omloopstukje van niet meer dan 30 seconden, volgens mij een te overzien stukje”. Er is ook gekeken naar de wens van de stakeholders in het gebied, en er is gekeken naar loopstromen en veiligheid: “daar voldoet het mooi aan en het is zo naar wens van iedereen”. Voor de veiligheid is het volgens hem beter ‘als veel loopstromen bij elkaar komen' op één punt, dat is bij veel stations het uitgangspunt, en in dit geval was de plek onder het bollendak de meest logische plek voor een ‘voorpleingevoel’. Technisch gezien zouden er misschien meerdere uitgangen mogelijk zijn, maar dan is er veel minder een centraal punt, en bovendien wil men ‘kruisende loopstromen’, met name in de hal, zoveel mogelijk vermijden. En bij één uitgang aan de kopzijde van de hal zouden HC-bezoekers uitgang aan de voorkant van de hal is volgens hem geen behoefte en dit wordt dan ook niet overwogen. Met de huidige enige uitgang aan de bollendakzijde is er volgens hem een ‘stationsplein zoals de gemeente dat wilde’ en ‘een directe overdekte overgang van HC naar de stationshal zoals gewenst door Klépierre’, Bovendien zijn ‘de routes langs het Smakkelaarsveld en de Moreelsehoek door de gemeente bedacht als aantrekkelijk alternatief voor de routes door Hoog Catharijne.’’ Daarnaast ziet hij de voor de toekomst geplande trappen tussen de perrons en Moreelsebrug als ‘een goed alternatief om het station aan de zuidkant te verlaten.
En dan één van de hamvragen. Zijn er misschien ook afspraken gemaakt met Klépierre over die ene ten opzichte van de entree van Hoog Catharijne gunstig liggende stationsuitgang, zoals dat ook is gebeurd over de trappen van de Moreelsebrug naar het perron, die er van Klépierre niet mochten weer in het nadeel zijn. Alle belangen zijn zo het best afgewogen, lijkt Wienen.
Ook de gemeentewoordvoerder ziet geen problemen en wil zeker niet spreken van een weeffout. “We zien in passantentellingen dat de route naar de Mariaplaats via het stationsplein en Moreelsehoek zeer goed gebruikt wordt.” Maar de route is nog niet af, benadrukt hij. De gemeente verwacht veel van de herinrichting van de omgeving die deels al in gang is gezet. “De route richting Mariaplaats wordt nog aantrekkelijker door het vernieuwen van de plinten en ‘programmering’ met onder andere horeca door Klépierre, de herinrichting van de openbare ruimte, en de geplande herinrichting van het Moreelsepark en de Laan van Puntenburg. Daarnaast werken we aan de knip Catharijnesingel, waarmee het stoplicht bij de oversteek van het Moreelsepark naar de Mariaplaats kan verdwijnen. Hiermee heeft de voetganger straks een levendige en groene route zonder barrières richting de binnenstad.” Aan een extra komen. Hierop antwoordt de woordvoerder van de gemeente in de tweede vragenronde uiteindelijk bevestigend. “Er zijn indertijd afspraken gemaakt met Klépierre dat er na het loskoppelen van Hoog Catharijne en het station via één uitgang aan de stadszijde van de OV terminal een droge, gelijkvloerse overloop zou komen naar Hoog Catharijne”, zegt hij. Deze afspraken zijn vastgelegd in een Bilaterale Ontwikkel Overeenkomst (BOO) en dat is dezelfde die ook de perrontrappen steeds heeft tegengehouden. Overleg hierover is in principe nog wel mogelijk, aldus de woordvoerder maar dat is niet het uitgangspunt. “Als we afspraken maken, dan is het gewoon een afspraak, dus hou je je eraan”. Zoals al gezegd ziet de gemeente op dit moment ook geen aanleiding de afspraken op dit punt ter discussie te stellen, dit in tegenstelling tot de kwestie van de perrontrappen. Voor deze trappen bestaan inmiddels concrete plannen. Loopstromen toch veranderd? Ja, aldus blije Broese. Wordt de uitgang richting Mariaplaats volgens de gemeente weliswaar ‘zeer goed gebruikt’, de vraag blijft of er toch geen verandering in de loopstromen heeft plaatsgevonden ten opzichte van de oude inrichting van het station. Eén van de eersten die een verandering constateerde is Erik van Doorn, met zijn vrouw Sandra eigenaar van boekhandel Broese. Naar aanleiding van de verhuizing van zijn zaak naar de Neude merkte hij in 2020 in een interview in Boekblad al op dat de nieuwe plek ook goed aansloot op een veranderde situatie. “De toegang naar het centrum vanaf het station en Hoog Catharijne loopt steeds vaker via Lange Viestraat en De Bijenkorf, dus naar ons. Alle veranderingen creëren een natuurlijke trek die kant op, mede door de komst van nieuwe winkels als een grote Zara op het Vredenburg”, zei hij toen. Dit is volgens hem nog steeds het geval. Dat de loopstromen zijn veranderd ‘is absoluut zo’, zegt hij. Met de komst van House Modernes, het ‘glazen torentje’, de opgeknapte Bijenkorf, de Decathlon, en ‘gestuurd door de twee HC-uitgangen bij TivoliVredenburg, kom je al snel deze kant op’. De uitgang richting Mariaplaats wordt volgens hem ‘nauwelijks gebruikt’. Dat heeft volgens hem zeker ook te maken met de manier waarop een en ander is ingericht en dat mensen nog niet vanaf de perrons de Moreelsebrug op kunnen. Maar, zei hij enige maanden terug al, ‘zolang wij er geen nadeel van hebben’, zul je er van hem ‘niets vervelends’ over horen. Dat is althans zijn redenering vanuit zakelijke optiek. Hij wil daar later echter nog wel een persoonlijke opmerking aan toevoegen: “Persoonlijk vind ik het een vreemde gang van zaken dat een eigenaar van een winkelcentrum loopstromen kan afdwingen in hun voordeel”. Immers, zo stelt hij ook vast, ‘bijna iedereen wordt min of meer gedwongen via Hoog Catharijne richting Vredenburg te lopen’.
Taxi’s klagen wel over nieuwe situatie Waar Broese handig heeft kunnen inspelen op de nieuwe situatie, anderen kunnen dat niet. De taxi’s bijvoorbeeld. Die staan aan de uiterst rechterzijde van de stationshal, beneden op de Moreelsehoek. Dan is het misschien niet zo handig als hun klanten, in veel gevallen bepakt en bezakt met een fink gewicht de stationshal uitgerekend alleen ui- terst links kunnen verlaten. “We staan erg ver van onze clientèle”, zegt Rob Tweehuijzen, woordvoerder van het Taxiplatform Regio Utrecht (TRU), “bij mooi weer en klanten die goed ter been zijn en weten waar we staan is dat niet zo erg, maar door mensen die slecht ter been zijn en/of veel bagage hebben en bij slecht weer wordt het als heel erg ver ervaren”. Het rechterdeel van het stationsplein is volgens hem ‘een beetje de blindedarm van Hoog Catharijne, niet overdekt, dus men valt er ten prooi aan de elementen’. Naar HC is volgens hem in elk geval beter geluisterd dan naar de taxi’s, met wie zijns inziens geen rekening’ is gehouden. “Er is geen enkel station in Nederland waar de taxistandplaats zo ver weg is van de uitgang van de hal”. Maar ja, “het is zoals het is, ze zullen geen stuk van het stationsplein afzagen”. En dat de ‘winkeltjes’ in het stationsgebied loopstromen nodig hebben, begrijpt hij op zich.
Centrummanagement: meeste mensen lopen naar links
Maar kan er meer gezegd worden over die loopstromen? Iemand die daar antwoord op zou kunnen geven is centrummanager Jeroen Roose-van Leijden. Volgens hem hebben de meeste mensen die de stationshal verlaten een duidelijke voorkeur om hun route in de linker richting te vervolgen en wordt de route naar rechts ‘minder gebruikt’. “Ik heb geen metingen gedaan, het is boerenverstand, maar als je er loopt, zie je het gewoon gebeuren: een grotere groep gaat linksaf”. Dit zie je volgens hem op alle drie de plekken, waar een keuze gemaakt kan worden. Allereerst gaat het om de keuze of je rechtsaf via het Stationsplein naar de Mariaplaats loopt. “Waarom zou je daar naar beneden lopen, want daar zijn nog niet veel functies?”. De panden in de plint beneden en op plein zijn nog lang niet allemaal ingevuld, dus ‘er is weinig wat je doet besluiten om die kant op te lopen, verder zie je daar vooral kantoorgebouwen’. En ‘Je loopt al links, de oriëntatie is al links, en de ingang van HC ligt links: die lonkt, met een aantrekkelijk entreegebouw met bewegend scherm erboven, dan is het bijna tegennatuurlijk om een andere richting op te lopen’. De volgende gelegenheid voor een route naar rechts is om binnen Hoog Catharijne voor de Godebald- passage te kiezen. Maar ook ‘het Godebaldkwartier is nog niet klaar, de kwaliteit die ze hebben toegevoegd in het andere deel, meer ruimte, meer hoogte, die is daar nog niet gereed’. En ‘als je in de fow loopt, is dat niet eens een keuze, je loopt er niet recht op af, dan moet je afwijken’. Dus de Godebaldvleugel wint de strijd om de passant ook niet. Dan resteert er nog de keuze tussen de twee passages richting Vredenburgplein. Daar is de rechterpassage al wel volledig gereed, maar desondanks zie je ook daar volgens Roose dat een meerderheid voor de het eerst opgeleverde linkerpassage kiest. Geen grote gevolgen voor binnenstad, wel roep om op spoedige aanpak Moreelse-as Betekent dit ook dat winkeliers in het rechterdeel van het centrum, waaronder de omgeving van de Mariaplaats, zich zorgen moeten maken? Dat valt juist weer mee, aldus Roose. “Het is niet dat het ertoe leidt dat mensen het centrum niet meer weten te vinden. De Mariaplaats en Zadelstraat lopen goed. Dat is ook omdat de Mariaplaats is aangepakt. Het is een gebied dat sowieso wel trekt met veel groen en terrassen”. Wel zag hij eerder een terugval in de aanloop op de Steenweg vergeleken met vroeger, wat volgens hem deels aan de nieuwe inrichting kan worden toegeschreven, maar waarbij ook toenemende leegstand aldaar en het vertrek van enkele ketens een rol kan hebben gespeeld. Van ondernemers uit de omgeving Mariaplaats heeft hij ook geen klachten gehoord over de uitgangen van het station en de inrichting van het Stationsplein. “Wel over versterking van de as vanaf de Moreelsebrug als belangrijke aansluiting op de Merwedekanaalzone. De brug is klaar, de Mariaplaats is klaar, het is alleen het stuk ertussen dat nog moet worden opgeknapt”. Als dat deel is aangepakt, zullen ook meer mensen vanaf het station die kant op lopen, denkt Roose. “Als iemand nu op het stationsplein staat en naar beneden kijkt, dan ziet hij een gebied dat niet klaar is, maar als hij een groene oase ziet, is dat wel anders”. Zeker als de omgeving van het Smakkelaarsveld straks aantrekkelijker is met de komst van water, vraagt de zijde van het Moreelsepark om extra aandacht om het aantrekkelijker te maken. Meer huurders in de plinten op deze as en in deze omgeving kunnen volgens Roose ook verschil maken, maar is de route minder aantrekkelijk omdat er minder huurders zitten of zitten er minder huurders omdat het voor mensen weinig aantrekkelijk is om die kant op te lopen? Dat is een klassieke kip-ei-kwestie, volgens Roose, maar wel een die met aanpak kan worden doorbroken, suggereert hij. Al met al verwacht Centrummanagent dat als de as is aangepakt dit ook weer een aantrekkelijke entree naar het centrum zal worden. “Ik heb niet de indruk dat een extra stationsuitgang veel verschil zal maken”.
Iets gelijksoortigs geldt ook voor het te een beurt. Hagenouw vertelt dat het Godebaldkwartier van binnen qua vloeren, verlichting en daken er net zo uit komt te zien als het Gildenkwartier. Verder komt er een lift, een extra pand en een buitengevel zoals die aan het Smakkelaarsveld. De overkapping boven de roltrap krijgt een vergelijkbare uitstraling als het schelpenmotief bij de hoofdentree.
Godebaldkwartier dat ook nog niet af is en daardoor minder aantrekkelijk voor zowel huurders als passanten. Ook hier moet zowel aan de openbare ruimte als aan het aantrekken van nieuwe huurders worden gewerkt. Ondanks de geconstateerde verschoven looproutes naar links en de finke opgaven voor de opknapping van de omgeving van de routes rechtsom wil de centrummanager niet spreken over een structurele weeffout in het ontwerp. “Dat is zo in elk geval in ons bestuur nooit besproken”.
Hagenouw: wachten op huurders, winkels bepalen aantrekkelijkheid Inmiddels is duidelijk dat de vernieuwing van het Godebaldkwartier zeker in 2024 zal plaatsvinden, zo meldt Klépierre-woordvoerder Bryanne van de Kant, maar volgens de in deze vleugel gevestigde horeca-eigenaar Jan Hagenouw is het de bedoeling dit najaar al te starten. De vleugel moet hoe dan ook in 2024 gereed zijn, ‘maar dat kan ook december zijn’, zegt Hagenouw. Daarna krijgt de buitenruim-
Hoe ziet Hagenouw de positie van zijn HC-vleugel in de nieuwe situatie? Een half jaar geleden weet hij een mogelijk afgenomen aantal passanten vooral aan de vele leegstaande panden en niet zozeer aan een extra geïsoleerde ligging. “Zolang die niet verhuurd zijn, verschuiven de loopstromen”. Inmiddels is de situatie wel wat verbeterd, zegt hij, “er zijn meer winkels open, waaronder een kapper en een restaurant, en er komen ook openbare toiletten”. Maar veel potentiële huurders wachten nog even af tot het gebied klaar is, stelt hij. Hoe dan ook speelt hierbij volgens hem dat ‘het hele verbouwingsplan voor HC bedacht is in een tijd dat er veel behoefte was aan extra winkelruimte: inmiddels zijn er vele crises geweest, waardoor mensen op de rem zijn gaan staan en online zijn gaan winkelen’. De Godebaldvleugel ligt op zich nu niet veel geïsoleerder dan vroeger, vindt hij. “De entree van het winkelcentrum is iets verschoven, maar dat valt wel mee, de gang van Godebald is maar 30 tot 45 meter langer. Dat is niet bepalend om een gang in te lopen.” HC vindt hij op zichzelf wel verbeterd, niet meer ‘laag en donker, met slingerende straatjes’, maar ‘hoog en licht, met rechte gangen’. Maar ‘een winkelcentrum kan nog zo mooi zijn, de winkels bepalen de aantrekkelijkheid’, zegt hij, en daar is het wachten op. “Als het snel gevuld is met leuke winkels, dan wordt het aantrekkelijk voor het publiek om het gebied te bezoeken, en dan komen ze bij mij misschien een broodje eten of een kopje koffe drinken.” Dat het mooi wordt, daar heeft hij wel vertrouwen in, of de panden snel verhuurd zullen zijn, daar kan hij alleen op hopen. Overigens is Hagenouw niet zo zeer geïnteresseerd in snelle doorstekers op weg naar het station. “Die hoeven we ook niet te hebben in HC”. Iemand die de trein moet halen, blijft niet een kopje koffe drinken, zo redeneert hij. a
Advertentie