Db 13(3)1991

Page 1


~utch

Birding

Postadres Dutch Birding, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Nederland Faxadres Dutch Birding, p/a IVN (Paul Böhre), Amsterdam, Nederland, 020-6266091 Redactiesecretariaat Gerald Oreel (020-67307 10) Redactie Arnoud van den Berg, Tom van der Have, Graham Holloway, André van Loon, Gera ld Oreel, Frank Rozendaal en Hans Schekkerman ; DB Actuee l: Max Berlijn, Ruud van Dongen en Jaap Eerdmans Fotografische redactie René Pop, Floris Burgwal 54, 2907 PH Capell e aan den Ijssel, Nederl and (010-4508879) Productie en lay-out André van Loon (020-6997585) en René van Rossum Advertenties Roy de H aas (03240-62819) Redactiemedewerkers Klaas Eigenhuis, Ted Hoogendoorn, Edward van IJzen doorn, Karel Mauer en Hans van der Meulen Abonnementen 1991: NLG 45 (Nederland) of BEF 900 (België); NLG 50 (overige landen binnen Europa) en NLG 55 (landen buiten Europa). Girorekening (Nede rl and) 41 48 343; girorekenin g (België) 000 159246819; bankrekening 54 93 32 065 van Algemene Bank Nederland (Amsterdam). Rekeningen tnv Dutch Birding Association , Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Nederland. Voor abonnementen, inlichtingen en adreswijzigingen kan men zich richten tot: Dutch Birding, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Nederland. Dutch Birding is een tweemaandelijks tijdschrift met nummers in februari, apri l, juni, augustus, oktober en december. Het publiceert artikelen en mededelingen over de morfologie, systematiek, voo rkomen en verspre iding van voge ls in Nederland en Europa en elders in het Palearctische gebied. Het publiceert tevens bijdragen over voge ls in het Aziatisch-Pacifische gebied. Manuscripten behoren te worden uitgevoerd in machineschrift met een dubbele regelafstand en een ruime marge aan beide zi jden. Een lij st met tarieven voor de betaling van auteu rs, fotografen en tekenaars is verkrijgbaar bij het redactiesecretariaat.

Dutch 8irding Association Adres Dutch Birding Association, Postbus 75611 , 1070 AP Amsterdam, Nederland Bestuur Paul KnolIe (voorz itter), Enno Ebels (secretaris), Arno ld Veen (penn in gmeester), Paul Böhre (pub lic relations), Arnoud van den Berg, Roy de Haas, Peter Meijer, Gerald Oreel en Frank Rozendaal Bestuursmedewerkers Eugène van der Burg, Ron van den Enden, Leo Heemskerk, Ferry Ossendorp, Wim van der Schot, Kees Tiemstra, Dieuwke van der Veen en Peter van der Wolf Travel-report service Dirk de Moes, Dartheideweg 2, 3956 NN Leersum, Nederland (03430-171 15) Telefoonlijnen 06-320 321 28 (vogellijn 50 cpm); 01720-38100 (inspreeklijn)

~--------------~--

Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna Adres CDNA, Postbus 45, 2080 AA Santpoort-Zuid, Nederland leden Arnoud va n den Berg (voorzitter), Pieter Bison (secretaris 020-6715783), Rolf de By (a rchivaris), Klaas Eigenhuis, Gerald Oreel, Cock Reijnders, Kees Roselaar en Gerard Steinhaus; SOVON-vertegenwoordiger: Ruud van Dongen

© 1991 Stichting Dutch Birding Association. Het copy ri ght van de foto's en tekeningen blijft bij de fotografen en tekenaars. ISSN 0167-2878. Drukkerij Albédon/Klop BV, Postbus 3211, 2220 CE Katwijk, Nederland


Wie op zoek is naar de beste ziektekostenverzekering moet zijn ogen goed openhouden. Want ook op dit gebied heb je bijzondere en minder bijzondere "soorten". Zo mag de Zeker Beter Polis van Nuts bijzonder genoemd worden. Omdat het een zeldzaam goede ziektekostenverzekering is voor een bescheiden premie (al vanaf f26,- per persoon per maand!). Ontwikkeld door Nuts, specialist in

ziektekosten met meer dan 35 jaar ervaring. En niet te vergeten met een uitzonderlijke visie. Want Nuts werkt zonder winstoogmerk en uitsluitend in het belang van de verzekerde. Het is dan ook in uw belang om uwassurantie-adviseur binnenkort eens naar de Zeker Beter Polis van Nuts te vragen. Of, dat kan ook, bij Nuts de gratis brochure "Een betere kijk op ziektekosten ." aan te vragen.

~

NUTS

ZIEKTEKOSTEN VERZEKERING

~

NUTS ZIEKTEKOSTENVERZEKERING N~ VERZEKEREN IS VOORUITZIEN Stadhoudersplantsoen 214, 2517 SK 's-Gravenhage. Telefoon 070-3100614 .


RATUUR & BCEIG specialist voor bioloog en natuurliefhebber

Een Witgatje is niet in de eerste plaats een kl ein beest, eerder een beest dat zich kenmerkt door een wit gatje, een witte stuit, een wit achterwerk. Waar een Witgat aan doet denken, laat zich raden : onder de tafel hou je stil, daar zat juffrouw Dikkebil; Dikkebil zo hiet ze - enzovoort, u kent het versje. Een Goudhaan doet denken aan een goudfazant of aan Guus Geluk en het woord Goudhaantje geeft gedachtenassociaties van subtieler niveau; inderdaad ook aan een mooie jongen met veel geld en veel geluk. Als vogel naam één van de zinvol gebruikte verkleinwoorden in onze taal : laat het ook nog een kl ein vogeltje wezen! BLADKONING is onze aankond iging van vogelboeken. We mogen hopen dat ons gebruik van een megalomaan woord niet heeft ge leid tot 't streven alle vogelnamen zonder verk leinend ac htervoegsel ingang te doen vinden . We mogen trouwens hopen dat onze vogelboeken vaak zu ll en helpen een Bladkoninkje te vinden en herkennen. De BLADKONING kent u nog niet? Die komt op verzoek. NATUUR en BOEK

Bankastraat 10 NL

2585 EN Den Haag

ZWARE TOCHT '"-' LICHTE UITRUSTING Om he.t. heJe jaar te kunnen kamperen, klimmen,

~wC1nde.len,

k?n~, fi~n; om ''0 winter..:. te kunnen ~kiën hèefc u Ultru~l:mg nodig. Bever /E.5. heef!;; alle::. in hUIs voor elke

Een greep uit ons enorme ·Iiclitgewlcht tenten

een ~e

I:oc.ttc.

assortiment:

• slaapwkken, hoge donsk\\.OIH;e~l;, synthetisch

• rugzakken, de grooc,5t;e, kollektie van N~1. • kleding, vent.ilerende regenkleding, ski kleding, • donsjacks, warm\;e. ondergoe.ct fiberpe\si;ruien berg (wande\)smoenen • ski's skischoenen; ook verhuur • kaarten, reisgidsen, boeken, etc. Kom snet eens bU ons kÜken of vraag de zomer- of winwkatalogus:01o·38831oo

I!

aEVER ZWEIIFSI'OIT

Den HClÇlq

Calandple.in ~

252.1A'"

~ Boek I<oart ld . oro-38/15B39 Ro~dam Aclm de Ruyw-weg 33

Utrecht:;

BClIUelClCln 12

EROM L).N SCHMIDT

Utrechtsestr. 5 Arnhem WilhelmlnClstr. 22 Breda Apeldoorn BrinkloCln "5

Hparlem

ZUlweq 63

Hilversum 'sGmvelöndsweq ZIl HOogeveen Weberstr",


For all that's best in birding

BIRDING

WORLD

ldentification papers. Photo essays. Conservation news. Birdwatching hoIidays. All the latest sightings. Rarity reports.

ANNUAL SUBSCRIPTION (12 ISSUES): t26

D. or t45 airmail D

To: BIS, Stonerunner, Coast Road, Cley next the Sea, Holt, Norfolk, England NR25 7RZ

chequ~ (E sterling only,

D

Giro (account no. 2102102), orD Bank

D

Credit card. Type . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Expiry Date .. . . . . .. .. . . . . . . . . .. .

cheques to BIS)

Card No ... . . . . . . .... . . . .. ... . .. . . . . . . . .. . . . . .. Signature ... . . ... . . . . . Name .. . . . .. . . . . . .. ...... . . . .. . ....... . . .. .. . .... . . ... . .. .. . . ... . . . . . .. . Address .. . . ... . . .. . . . . ... . .. ... . . . . . . ... ... .. .. . .. ... . . .. . . ... .. . . . . . .. .

AANBIEDING Kowa T5N- 1 45 ' + 20-60x zoom, Kowa T5N-3 45 ' + 20-60x zoom, Kowa T5 601 45' + 20-60x zoom,

! 1295,! 1995,! 825,-

archltectura.natura internationaal booksellers Leliegracht 44 - 1015 DH Amsterdam-C Telefoon 020-2361 86 Holland

Nieuw van Kowa!! !

Lupinus 8x42 BGA Rubbe r met tas,! Lupinus 10x42 BGA Rubbe r met tas,!

695,795,-

Optolyth Toering lOx40 BGA Rubber met tas,! 11 75,Toe ring 7x42 BGA Rubbe r met tas, ! 11 95,Prijzen incl. BTW

• The Handbaak of Australian New Zealand and Antartic 8irds Steven Marchant and Peter Higgins illustrated by Jeff Davies f 467.50

• Guide to the 8irds of Madagascar Olivier Langrand illustrated by Vincent Bretagnolle f 110,-

• Vogeldeterminatie: Handboek voor het identificeren van vogels Harris, Tucker, Vinicombe bewerkt door Arnoud B. van den Berg f 52,50


NIEUW! ZEER lAAGGEPRIJSD NIEUW! BAUSCH & lOMB ELITE LEVENSLANGE GARANTIE 10 x 42 (rubber) lederen etui 8 x 42 (rubber) lederen etui

BEL VOOR PRijSOPGAVE BEL VOOR PRijSOPGAVE

ZEISS WEST 30 JAAR GARANT IE 10 x 40 BGAT (rubber) + speciale tas 7 x 42 BGAT (rubber) 8 x 56 BGAT (rubber) 15 x 60 BGAT (rubber) kompleet 10 x 25 B + spec iale tas 8 x 20 B

BEL BEL BEL BEL BEL BEL

NLG

VOOR VOOR VOOR VOOR VOOR VOOR

PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIjSOPGA VE PRijSOPGAVE PRijSOPGAVE

OPTOl YTH 30 JAAR GARANTIE Alpin 10 x 40 (rubber) + speciaal etui Alpin 10 x 50 (rubber) + etui Alpin 12 x 50 (rubber) + etui A lpin 8 x 40 (rubber) + spec ial e tas To uring 10 x 40 BGA (rubber) + spec iale tas Touring 7 x 42 BGA (rubber) + spec ial e tas Royal 9 x 63 (rubber) Telescoop TBS 80 (groe n rubber) + 20 x WA lens Telescoop TBS 80 (groen rubber) + 30 x lens 40 x lens voor TBS 80

755 825 895 745 1595 1325 1495 1848 1690 220

OPTICRON 5 j aa r garantie (Japans) 10 x 40 ZWC F (rubber) WA 10 x 50 ZWCF (rubber) WA 8 x 42 ZCF Dioptron WA 10 x 42 ZCF Dioptron WA 10 x 50 ZC F Dioptron WA Telescoop (45 0 , 60 mm) + 20-60 x zoomlens

355 365 595 595 625 1045

JAPANSE / RUSSISCHE VERREKIJKERS 8 x 30 Tento USSR + etui 20 x 70 ZCF + etu i 7 -1 5 x 35 ZCF zoom + kompas 8 x 21 mini (rubber) + kompas STATIEVEN Slik SL 67 505 Q F (3,800 gr.) SI ik SEC 16 (met pistoolgreep, 2800 gram) Autoraamstatief Informatie: Roy de Haas Telefoon: 03240 - 62819

110 625 335 3 15 495 538 415 135 Prijzen m iv. BTW en porto Wijzigingen voo rbehouden

Bovenstaande artikelen kunnen besteld worden door het vereiste bedrag over te maken op giro 4148343 tnv Dutch Birding Association, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Nederland, ovv het/de gewenste artikel(en). De bestelling wordt binnen drie weken goed verpakt per post thuisbezorgd.


Jufferkraanvogels bij Asten in augustus-september 1989 Max Berlijn

O

P 10 september 1989 werd via de D utch Bird ing-in spreeklijn gemeld dat er twee j uffe rkraa nvoge ls A nthropoides virgo aanwez ig wa ren langs de Ve luwsedij k bi j Aste n, Noordbraba nt. Di eze lfde dag konden vele voge laa rs de voge ls bekijken. O m 18 :00 v logen de voge ls weg in noordwestelijke ri chting, ve rmoedelij k naa r een slaappl aats op de Strabrechtse Heide, een bekende slaap- en p leisterplaats voor Kraa nvoge ls Grusgrus. De vo lgende dag keerd en de voge ls om 7:00 teru g op hetze lfde ve ld als waar z ij de vo ri ge dag verbl eve n. D e voge ls foe rageerd en op mais en andere granen waa rm ee de akker bezaa id was . Vo lgens de boerdie dit veld beheerdewa ren de jufferkraanvogels al sinds 17 augustu s aa nwez ig en vloge n iedere avond in noord westelijke ri chting weg o m 's oc htends weer teru g te keren. Naderh and bleek dat ze reeds op 25 juli bij Sc haijk, Noordbrabant, wa ren

gefotografeerd (cf va n de n Berg et al 199 1). Ze werd en voor het laatst waa rge nomen op 12 september o m 12 :00 te rw ijl ze hoog opc irke lden en in zuidwestelijke ri c hting wegvloge n. Deze gegevens worden bevestigd doo r C va n Segge len, T va n Segge len en j Timmerm ans (in litt aan CD NA). O p 4 oktober 1989 werd en twee juffe rkraa nvoge ls waa rge nomen bij Bleiburg, Kärn ten, Oostenrijk (cf Limi co la 4: 45, 1990). Ook deze voge ls foe ragee rde n op een maisa kke r. De moge lij kheid dat het hier deze lfde voge ls betrof is ni et gehee l denkbee ldi g.

Beschrijving GROOTTE & BOUW Kleine kraa nvoge l. Eén voge l iets kl einer dan andere. KOP Zwa rt met sc herp afgescheid en grij ze krui n we lke in punt op achte rh oofd uitlope nd. Lange w itte oo r-

88 Jufferkraa nvoge ls A nthropo ides virgo, Asten, Noordbrabant, september 1989 (Hans Cebuis)

[Dutch Birding 73: 81·82, juni 1991]

81


jufferkraanvogels bij Asten in augustus-september 1989 pluimen, van achterkop in nek hangend . BOVEN D ELEN Nek grij s, overgaa nd in grij ze mantel en v leugeldekvere n. Kl ein ere voge l met bruin e zweem over grij ze bove nd elen . ONDERDELEN Kee l en borst zwa rt met lange zwa rte bo rsts iervere n (b ij k lein ere voge l korter) . Bui k en anaa lstree k grij s. VLEUGE L Arm- en hand penn en zwa rt. Bij éé n exemp laa r twee arm pe nnen va n rechter vleuge l ontbrekend. STAART Zwart met lange naar be neden hangende sierve ren . GE DRAG Erg op lettend, voo ral sc hrikke nd va n ove rvli ege nde roofvoge ls. Steeds één voge l op lettend o mgevin g afspeurend.

Verspreiding en voorkomen De jufferkraa nvoge l broedt in Oost-Turkije en over ee n small e stroo k vanaf de noordkust va n de Zwa rte Zee tot in Ma ntsjoerij e. Tevens is er moge lijk nog een zeer kl ein e broedpopul ati e in de Hoge Atl as in M arokko (C ramp & Simmo ns 1979) . D e voge l broedt in steppes, op ri vieroevers en in landbouwgebi eden. De naj aarstrek vindt pl aats va n midden-augustu s tot eind september. O p Cyprus worden de grootste aantall en trekkende jufferkraanvoge ls waa rgeno men tu ssen eind augustu s en begi n september (Flint & Stewa rt 1983). De ove rw interin gsgebi eden bevinden z ich voornamelijk in Indi a en Paki sta n en in Noordoost-Afrika. De voo rjaa rstrek is va n de tweede helft va n maa rt tot midden april. Al s dwaa lgast is de jufferkraa nvoge l in ve le landen vastgesteld . Er z ijn sinds 196 8 zeve n geva ll en (6 1 exempl aren) in Hongarij e w aa rva n drie in augustu s-september (Sterbetz 1987) . In Frankrijk is de soort enkele malen waa rgenomen in groepen Kraa nvogels in o ktober en november (Dubo is & Yésou 1986) . In Zweden zijn de meeste waa rn e-

mingen in ap ril-juni (zes); er z ijn twee naj aarsgeva ll en in juli-augustus (B reife et al 1990) . De juffe rkraa nvoge l is ee n vee l gehouden soort in parken en d ierentuinen. Het ged rag, het gave uite rlijk en de afwez igheid va n rin gen hebben de CDNA ec hter doen bes luiten deze waarn emin g te aa nvaa rd en als het eerste geva l voor Nederl and . Summary D EMO IS EL LE C RAN ES

NE AR A STEN

IN

A UGUS T-SEPT EMB ER

1989 From 17 A ugust to 12 Septem ber 1989, two Demoi se ll e Cra nes Anthropoides virgo we re p rese nt nea r Asten, Noordbrabant. Durin g daytime, the b irds fo raged o n a maize fie ld. Every eve ni ng they fl ew off to their roost, pres um abl y o n the Strabrechtse Heid e, a we ll-kn own stop-over site fo r Cranes Crus grus. Later, it appeared th at th ey we re already present o n 25 Jul y nea r Sc haij k, Noordbrabant. Because of the alert and ca uti ous behav io ur, th e undamaged appea rance of th e plum age and the absence of rin gs, thi s obse rvat io n was accepted by the Du tc h rarit ies co mmittee as th e first reco rd fo r the Netherl and s. It is suggested that th e obse rvat io n of two Demo ise ll e Cranes in Kärn te n, Austri a, on 4 Octo ber 1989 (cf Limi co la 4: 4 5, 1990) mi ght refer to th e sa me bird s.

Verwijzingen va n den Berg, A B, de By, R A & C D NA 199 1. Rare b irds in the Neth erl and s in 1989. Du tc h Birdin g 13: 41-57 . Breife, B, Hirsc hfe ld, E, Kjell én, N & UII man, M 1990. Sä ll sy nta fag lar i Sveri ge. Stoc kh o lm. Cramp, S & Simm o ns, K E L 1979. Th e birds of th e W estern Palea rcti c 2 . Oxford . D ubo is, P J & Yéso u, P 1986 . Inve ntaire des espèces d' o isea ux occas io nell es en France . Parij s. Flint, P R & Stewa rt, P F 1983. The birds of Cypru s. Lo nd en. Sterbetz, I 1987. The Demo ise ll e Cranes (Anthropoides virgo L. 1758) in Hungary. Aquil a 93 -94: 25-29.

Max Berlijn, Etna 9, 11 86 CM Amstelveen, Nederland

82


Grijze Strandloper in Oostvaarderspiassen in juni 1989 Lammert van der Veen

O

P 12 juni 1989 zag ik om 15:15 in de Oostvaardersplassen, Flevoland, een afwijkende kleine strandloper. De vogel bevond zich langs de Oostvaardersdijkter hoogte van kilometerpaal 23.5 en was in gezelschap van Bontbekplevieren Charadrius hiaticula, Strandplevieren C alexandrinus, Kleine Strandlopers Calidris minuta en Bonte Strandlopers C alpina. De afstand bedroeg c 150 m en het licht was uitstekend . De bovendelen van de vogel waren duidelijk licht geschubd zonder een spoor van bruin , de onderdelen waren wit met uitzondering van de grijze zijborst. Behalve het feit dat de vogel iets groter en dikker was dan de vier aanwezige Kleine Strandlopers, viel vooral de trage en plevierachtige wijze van foerageren op. Na vruchteloze pogi ngen de vogel (zonder de hu lp van vogelgidsen) te determineren, besloot ik de assistentie van Klaas Eigenhuis in te roepen. Terwijl ik op hem zat te wachten, meende ik herhaaldelijk te zien dat de tenen aan de basis dikker waren. Hoewel de omstandigheden identiek waren, slaagde ik er niet in om een dergelijke verdikking aan de teenbasis bij de Kleine Strandlopers waarte nemen . Ik begon daarom het vermoeden te krijgen dat de

tenen zwemvliezen hadden en ging voorzichtig denken aan de mogelijkheid van een Grijze Strandloper C pusil/a. KE bleek gelukkig enkele handboeken bij zich te hebben. Met behulp hiervan kon de voorlopige determinatie worden bevestigd. Op grond van onder andere de kleur van het verenkleed, de tekening van de bovendelen en het gedrag determineerden we de vogel als een Grijze Strandloper in zomerkleed. Een vraagteken bleef bestaan omtrent de ongestreepte borst en flanken . Later op de dag kon de strandloper door vele toegesnelde vogelaars nog goed worden bekeken waarbij velen de dikke teenbasis waarnamen. Tijdens urenlange observaties werden uitgebreide beschrijvingen gemaakt die later werden uitgewerkt en samengevoegd. Vroeg in de ochtend van 13 juni werd de Grijze Strandloper voor het laatst gezien. Voor een uitgebreid verslag van de gebeurtenissen op 12 juni zij verwezen naar van der Veen (1989).

Beschrijving GROOTTE & BOUW lets groter en vooral boller dan Kleine Strandloper. lets langere tibia, daardoor wat hoger

FIGUUR 1 Grijze Strandloper Calidris pusilla, Oostvaardersplassen, Flevoland, 12 juni 1989 (Enno B Ebe/sJ

IOuteh Birding 13: 83路85, juni 19911

83


Grijze Strandloper in Oostvaardersplassen in juni 7989 op poten dan Kleine Strand loper. Bij heen en weer lopen tenen aan basis d ik, als zwart v lekje, ook we l als 'klompvoetje' omsc hreven; dit bij Kleine Strand loper niet zichtbaar en waarsc hijnlijk veroorzaakt door zwemvl iesjes aan teen bases, mogelijk geaccentueerd door 'meegesc hepte' modder. Snavel recht en dik met hoge basis en stompe punt, lengte als van Kleine Strandloper. V leugelpunt voo rbij tertials stekend, samenva ll end met staarteinde. KOP Kruin bruin met fijne donkere streepjes (en ig opva ll end bruin aan vogel, als bruin 'petje' afstekend tegen overige w itte en grij ze kopdelen). Wenkbra uwstreep w it en opva ll end, zeer sma l doorlopend over voorhoofd tot snavel, naar achter sterk uitwaaierend. Oogstreep donkergrijs. Oor- en wangstreek grij s tot li ch tgrij s (met vaag bruin waas). Keel w it. Ac hterhoofd li chtg rij s, ongestreept of zeer f i j n gestreept. BOVEN DELEN Mantel en achternek gri j s, fijn donker gestreept, zonder lic hte V-strepen. Onderste twee rijen scho uderveren breed en opva llend, met donkere ce ntra en brede lic htcrème zome n. Bovenste rijen sc houderveren grij zer. Dekveren egaa l grij s, co ntrasterend met onderste rij sc houderve ren. Tertials grij s met sma ll e lichte zomen. Bovenstaartdekveren met donkere centrale band. ONDERDE LEN Zij borst li chtgri j s door zeer fijne streepjes op wi tte onderg rond, doorlopend als vage en nauwelijks zichtbare borstband. Flank, buik en onderstuit zu iver w it. Duidelijk w it 'broekje' aan poten. VLEUGEL Hand- en armpennen overwegend donker. Sma lle lichte vleuge lstreep, minder opva llend dan bij Kleine Strand loper. Ondervleugel w it. STAART Middelste ve ren donker, overige veren li chtgrij s. NAAKTE DELEN Oog donker. Snavel zwart. Poot donker. KLEED A ll e veren vers. Geen rui. We l een losse w itte veer afhangend vanuit anaa lstreek. GELU ID Niet gehoord. GEDRAG Traag en behoedzaam foeragerend in natte modder of ond iep water; voora l later (vanaf c 19:00) uitsluitend op droge modder en zand. Doorgaans so litair en lan gd uri g op één p lek . Eenmaal in ondiep water trappe lend, hierbij naar poten kijke nd . Zowe l van oppervlakte pikkend als borend. Houding en gedrag bij pikken 'geconce ntree rd ' en door poten gezakt als Oeverloper Actitis hypoleucos. Vaak st il staand als plevier (iets voorover sc hu in naar grond kijkend), voora l dan tibia lang lijkend; hierdoor en in comb in atie met lichte onderde len frontaa l gez ien sterk op Strandplevier lijkend. Snave l zowe l recht als sc huin in bodem borend, al dan niet met wr ikke nde beweging. Snel rennend na agress ieve benadering door Kleine Strandl oper; ze lf niet agress ief. Poetsen en rusten, in tegenstelling tot Kleine Strand loper, voora l in vegetatie of nabij ander obstake l.

Determinatie De grootte, het plompe postuur op hoge donkere poten, de markante sc ho uderveren en het grij ze voorkomen leiden, in comb in atie met de korte relatief dikke snave l en de suggesti e van partieel 84

gewebde tenen, tot de determinatie van een Grijze Strandloper in zome rkl eed. De nauwe lijks ontwikkelde borstband en de ongestreepteflank w ij zen op een vogel in vers zomerkl eed. Onderzoek aa n ba lgen in het Zoö log isch Museum te Amsterdam, Noordholland, heeft een grote indi vidue le var iatie va n de onderd elen aa ngetoo nd , vari ëre nd van een on gestreepte borst en flank tot zwaar gestreepte onderdelen. Volgens Odd ie & Marr (198 1) is het trage foerageren kenmerkend voor de soort. Tijdens waarnemingen in Ontar io, Ca nada, in mei 1990 (pers obs, Pieter Bison, Arnold Meijer en Arnold Veen pers med) en Florida, USA, in september 1990 (Max Berlijn pers med) was d it zeer opva ll end en het afw ijkende foerageergedrag ('p lover-like feeding') wordt door A merikaanse voge laa rs gebru ikt om i n gemengde groepe n Grijze Strandlopers te ondersc heiden van A laskastra ndlopers C mauri; ook de kleine zwemvliesjes aa n de tenen bleken zond er uitzonderin g daadwerkelijk zichtbaar tot c 25 m, daar voorbij altijd als een ve rdikkin g aa n de teenbases. Van de zeven 'stints' hebben naast de Gr ij ze Strandloper nog drie soorten donkere poten, nameI ijk Kleine Strandloper, Rood kee lstrandl oper C ruficollis en Alaskastrandloper(de Lepelbekstrandloper Eurynorhynchus pygmeus behoeft hi er gee n bespreking). Een Klei ne Strandloper i n zomerkl eed heeft meer of minder roodbruin op de kop, borst en bovendelen en strokl eurige randen aa n buitenste mantelveren die een vaak duidelijke Vop de mantel vorm en. In w interkl eed (in juni onwaarsc hijnlijk) mi st deze soort de zwarte sc houderveren met brede lichte zomen (Grant & j onsson 1984, H ayman et al 1986). Bovendien waren bij directe vergelijking het postuur en ged rag van Kleine Strandl opers versch ill end. Een Roodkeelstrandloper in zomerk leed heeft ook grij ze tertia ls en dekveren maar de kop, keel, borst en bovendelen zijn overwegend roodbruin. In w interk leed mist deze soort, evenals de Kleine Strandloper, de markante sc houd erveren (G rant & j onsson 198 4, H ayma n et al 1986). Gedrag en postuur komen vri jwe l overeen met dat van Kleine Strandloper (van Ommen & va n Ijzendoorn 1988). De Alaskastrandloper heeft eve neens kleine zwemv li ezen tussen de tenen. De snavell engte, hoewe l variabe l, is ec hter ze lden zo kort als die va n een G rij ze Strandloper. De schouderveren en de kop verto nen in zomerkleed altijd roodbruin ; de onderde len z ijn ook in vers zomerkl eed zwaard er gestreept dan bij G rij ze Strand loper. In w interk leed ontbreken de markante schouderveren (Gra nt & j o nsson 1984, H ayma n et al 1986).


Grijze Strandloper in Oostvaa rdersplassen in juni 7989 Een Temminc ks Strandl oper C temminckii kan bij uitzo nderin g donkere poten hebben (C ramp & Simmons 1983) maa r heeft in ve rge lijking met Grij ze Strandl oper een vee l slankere en punti gere snave l. De staa rtz ijden z ijn w it, ni et I ichtgrij s als bij Grij ze Strandlo per. In zo merkl eed is het donkere Oeverl oper- achti ge slabbetj e een o pva ll end kenmerk. In w interkleed zijn de bove ndelen bij zond er egaa l (G rant & j o nsson 1984, H ay man et al 1986; cf Dutch Birding 9 : plaat 26, 1987) . Zowe l Taigastrandl oper C subminuta als Kl einste Strandloper C minutilla hebben li chte poten, ee n slanke snave l en ee n li chte V-tekeningop de mantel (G rant & jo nsson 198 4, Hayman et al 1986) . Verspreiding en voorkomen De Grij ze Strandloper broedt in de Noordamerikaa nse toe ndra in dri e min of meer gesc heiden popul ati es in Al aska, Centraa l-Ca nada en O ostCa nada. De broedpo pul ati es trekken via aparte rou tes weg maa r vermengen z ich o nderweg of in de overw interin gsgebi eden langs de ku sten va n Zuidamerika, z uidw aarts tot Peru en Uruguay, en in klein ere aantallen in het Ca raïbi sc he gebi ed. Vee l voge ls va n de O ostca nadese popul ati e trekken va naf de Go lf van St Lawrence rechtstreeks over zee naa r het Caraïbi sc he gebi ed (cf Cramp & Simmo ns 1983) . Dit is het ee rste geva l va n de G rij ze Strandloper voor Nederl and en teve ns de ee rste juni-w aarnemin g in het W estpalearctische gebied . In GrootBrittanni ë en Ierl and is de soo rt va naf 1980 j aa rlijks waargenomen; tot en met 1989 zijn er 58 geva llen , de meeste in het naj aa r (september). Verd er is de Grijze Strandloper vastgeste ld in Frankrijk (september 1930), Noorwegen (augustu s 1987) en de Azoren (c 10) (Dubo is & Yésou 1986, Dymo nd et al 1989, Roge rs & Rariti es Committee 1990). Dankzegging Ik da nk M ax Berlijn , Eu gène va n der Burg, Ruud va n Do ngen, Enn o Ebe ls, j aa p Eerdm ans, Kl aas Eigenhui s, Tom va n der Have, Albert Noo rl ander, Kees Rose laa r (ZMA), Ed w in Ru sser, Gerard Steinhaus en Aart V ink voor het toezenden va n besc hrijvinge n en/of mondelinge mededelingen.

Summary SEMIPALMATED SA N DPIPER I N OOSTVAARDER SPLA SSEN IN JU N E

1989 O n 12 June 1989, a Semi pa lm ated Sandpipe r Ca lidris p usilla in summer p lumage was observed in the Oostvaa rderspl asse n, Fl evo land . Th e bird stayed until th e ea rl y mo rning of 13 June. It was di scovered by its slow and pl ove r-like feedin g acti ons, unli ke th e accompanyin g Li ttle Stin ts C m inuta. Th e bi rd was obse rved at a di stance of c 150 m. Important features were: 1 sli ghtl y larger than Li tt le Stint and w ith lo nger t ibi a; 2 dark legs; webbed toes not see n d irectl y but presence of webs indi cated by th e appa rent thi ckenin g at th e bases of the toes; 3 strai ght, thi ck, hi gh-based b ill , narrow ing to blunt tip ; 4 greyish appea rance, w ith som e browni sh o nl y on th e crow n; 5 grey manti e, finely strea ked bl ack ish, w ith o ut pale V patte rn ; 6 lowe r sca pul ars w ith dark centres and broad pa le crea m edges; uppe r sca pul ars greyer; 7 pl ain grey w ing-cove rts, co ntrastin g w ith lower scap ulars; grey terti als w ith narrow pa le frin ges; 8 side of breast ve ry f in ely streaked fo rmin g poo rl y v isib le greyish breast-band ; remainder of und erparts w hi te; 9 slow, pl over-li ke feeding behav io ur. Thi s is th e first record of Semipalm ated Sandpiper for th e Nether land s and the first Jun e reco rd fo r th e Western Palea rcti c. Other WP record s (up to 1989) have been in Britain and Ire land (58), France (1), Norway (1) and the Azo res (c 10) .

Verwijzingen Cramp, S & Simm o ns, K E L 1983 . Th e b ird s of the Western Palearcti c 3. Oxfo rd. Dubo is, P J & Yéso u, P 1986 . In ve ntaire des espèces d' oi sea ux occas io nell es en France. Parij s. Dymo nd, J N, Frase r, P A & Gantl ett, S J M 1989 . Rare bi rds in Britain and Ireland. Calton . G rant, P J & Jo nsso n, L 1984. Identifi cat io n of stin ts and peeps. Br Bird s 77 : 293-315. Hayman, P, Marchant, J & Prater, T 19 86 . Sho rebi rds: an id entifica ti o n gui de to th e wa ders of th e wo rld. Lo nden. O ddi e, W E & Marr, B A E 198 1. Ident ifi cati o n of Semipalm ated Sa ndpi pers and Li tt le Stin ts in autumn . Br Bird s 74: 396-398. va n O mmen, E G C & va n Ijzendoo rn , E J 1988 . Rood kee l strand lope r in Lauwersmee r in mei 1987 . Dutch Birdin g 10: 178-1 82. Roge rs, M J & Rar iti es Co mmittee 1990. Report o n rare bird s in Great Bri ta in in 1989 . Br Birds 83 : 439-496 . va n der Veen, L 1989 . Kl eine Grij ze Strand loper bij paa l 23 .5 . D B N ieuwsbr 1: 99-1 02 .

Lammert va n der Veen, Burgemeester H ogguerstraat 755, 7064 CL Amsterdam, Nederland

85


Spotlijster op Schiermonnikoog in oktober 1988

Enno B Ebels

O

P 16 oktober 1988 werd door deel nemers aan het jaarlijkse herfstkamp van de ACjN ee n hen onbekende vogel ontdekt in de Kobbeduinen op Schiermonnikoog, Fri es land . De vogel had qua grootte, postuur en tekening het meeste weg van een Klapekster Lanius excubitor. Vooral door de afw ijkende kop, zonder zwart masker en met een opva ll ende li c hte iri s en ee n lan ge, dunne snavel, werd echter sne l duidelijk dat het geen klauwi er was. Uiteindelijk werd de voge l gedeterm ineerd als Spotl ij ster Mimus polyglottos, een Nearctische soort. Toen de voge l de volge nde dag nog aanwez ig bl eek, werd het nieuws versp reid . Op 18 oktober om 11 :3 0 vonden 12 va n Texe l (DBA-week) en twee van de vaste wa l gekomen vogelaars na 2 uur zoeken de voge l terug. De combinatie va n grijze bovendelen , witte onderdelen, w itte v leugeltekenin g, slanke snavel, li chtbru ine tot donker okerge le iri s en lange staart bevestigde vrijwel d irect de determinatie als Spotlij ster. D e voge l liet zich goed bekijken en kon ditmaa l uitvoeri g worden beschreven en gefotografeerd. De voge l was vrij sc hu wen vloog rege lmati g over afstanden van enige 1aa-en m. Va ak zatde Spotlijster als ee n klauwier boven in

86

ee n struik maar op and ere momenten bleef hij langdurig verborgen in het dichte struikgewas. Tot en met de ochte nd va n 22 oktober werd de vogel dagelijks door in totaal c 150 voge laa rs gez ien in hetze lfde rui g begroe ide duingebied van enkele 100-en m breed en c 1 km lang. In de middag van 22 oktober werd de voge l plotseling aangetroffen bij de Berkenplas, enkele kilometers naar het westen en was daar ook de vo lgende dag nog aanwez ig. Na 23 oktober werd de Spotlij ster niet meer waarge nomen.

Beschrijving De beschrijving is gebaseerd op ve ldn otities van EBE en Hans Schekkerman. Houding en postuur herinn erend aan Klapekster, grootte ongeveer gel ijk, maa r slanker en met kl einere kop. Lange afgeronde staart, ongeveer zo lang als lichaam. Snavel lang, dun en lij sterachtig maar re latief langer, ondersn avel recht, bovensnave l gekrom d, voora l naar punt. KOP Grijs, als bovendelen. Kin en kee l hee l licht met (a ll een recht va n vo ren zichtbaar) twee zeer vage, li chtgrijze, v lekkeri ge baardstrepen. Donkere teugel zee r vaag doorlopend als oogstreep en ombuigend als vage

GROOTTE & BOUW

[Outeh Birding 13: 86路89, juni 1991 [


Spotlijster op Schiermonnikoog in oktober 7988 donkere omranding va n oorstreek. Smalle li chte onderbroken oogri ng. Wange n li cht gev lekt, iets li chter dan bovenkop, aan voo rzij de va n on deren begrensd door smalle donke rgrijze snorstreep. Tu ssen grij ze boven kop en donke re teugel sma ll e lichte wen kbrauwstreep, niet of nauwe lij ks doorl ope nd achter oog. BOVEN D ELEN Ma ntel, ru g en stui t lichtg rij s, ongeveer als bij W itte Kw ikstaa rt Motacilla a/ba, doo rl ope nd tot achterh als en boven kop. OND ERDE LEN Borst en bui k tot en met on derstaartdekveren heel licht met lichtgrij s waas ove r borst. Geen spoo r va n vlekj es of streepjes . VLEUGE L Zeer donke r grij s, alle ve ren met duidelijke grij zige tot v uil wi tte randen. Toppe n va n hand pen nen met smalle zui ve r w itte randjes. Twee opva llende vuilw itte v leuge lstrepen, bovenste (aa n mi ddelste dekveren) ove r gehele lengte even smal, onderste (aa n grij sgerande en w itgetopte grote dekveren) opva llender en va n b innen naar bui te n breder wo rdend, ui tlopend in grote en opva llende w itte handpenvlek. Terti als met grij ze zomen. Gesloten v leugel doo r vele li chte veerra nden 'drukke' indruk makend . Geen rui co ntrast zichtbaar op grote dekve ren. In vlucht v leugel donker met zowe l op onder als bove nzijde grote w itte co ntrasterende v lek op handpen bases . STAAR T Zwa rt met w itte tekenin g op buitenste pennen. Buitenste sta artpen (t6) met w itte top en bui te nv lag; aa n bui tenz ijde va n middelste deel va n w itte buitenv lag dunne zwarte baa n, ongeveer helft tot een derde va n breedte buitenvlag. T5 all een w it op di stale dee l va n buitenv lag. Overi ge staartpennen geheel zwa rt. Toppen va n staartpennen afgerond (Paul Kn o lle pers med). NAAKTE D ELEN Snave l gehee l zwa rt. Iri s v uil lic htbruin tot donker okergeel. Poot onbestemd b ruin grij s, afh ankelijk va n belic hting zowe l donker als li cht lijkend . GED RAG Foe ragerend op bessen in grote, dic hte struiken. Na ve rstor in g of na een bessenmaa l echter als kl auw ier bovenin hoge struiken z ittend, na eni ge tijd vaa k wee r dieper in strui k kruipend, vaak na een porti e p itten te hebben uitgebraakt. In z it staart regelm ati g z ijdelin gs heen en wee r bewegend . In v lucht staa rt eni gsz in s spreidend. V rij sc huw maar af en toe te benaderen tot c 30 m. GE LU ID Eénm aa l tijdens opv liegen een hoog trrrrt gehoo rd Uan va n Laar pe rs med). SLEET Ve renkleed zee r vers lijkend, zo nder en ig spoor va n sleet aan vleugel- en staa rtveren.

Determinatie De combi nati e van Klapekster-grootte, lange staa rt, kl eine kop, sober verenkl eed en slanke rechte snave l duidt op éé n va n de c 30 soorten spotl ij sters Mimus of Toxostoma. Sl ec hts twee soo rten zijn overwege nd grij s en on gestreept, namelijk de Spotl ijster en de Tropi sc he Spotlij ster M gilvus. Het o ntbreken va n w itte toppen aa n de bi nne nste staartpennen, de korte en alleen vóór het oog opva llende we nkbrauw streep en de hoeveelheid w it in de vleugel sluiten de laatste soort uit (Bo nd 1985, Cox 1988) . De leeftijd va n spotlij sters is meestal moe i-

lij k vast te stell en . Juveniele vogels o nderscheiden zic h door streepjes op kee l en borst maa r eerstew interkleed voge ls zijn na september ni et of nauwe lij ks va n adul ten te onderscheiden (Nationa l Geographic Soc iety 1983, Pyle et al 1987) . Bij jo nge vogels is de iris vaa k grij sg roen en de hoeveelheid w it in de vleuge l ge rin ge r dan bij adulten maa r beide kenmerken z ijn ni et betro uwbaa r voo r een definiti eve leeftijdsbepaling (pyle et al 1987). De vorm van de toppen van de staa rtpennen (geleidel ijk ve rsmall end naa r afgerond e top bij jonge voge ls, breed afge kn ot b ij adulten, cf Pyle et al 1987) was zowel in het ve ld als o p foto's moeilijk vast te ste llen, alh oewe l de opmerkin g in de besc hrijving moge l ij k op een eerste-w inter voge l du idt. Verspreiding en voorkomen De Spotlij ster is een va n de meest algemene b roedvoge ls va n Noord ameri ka. Het verspreid i ngsgebi ed reikt va n Q uébec, Ca nada, tot di ep in M ex ico. De soort heeft zich gedurende de laatste decenni a gestaag in noordoostelij ke ri chting uitgebreid . In het grootste deel va n het verspreidin gsgebied is de Spotlij ster een standvoge l maa r vogels uit Québec trekken in het naj aa r merendee ls weg (D av id et al 1990). Het trekgedrag en de I igg ing van het broedgebi ed va n de meest noordoostelijk broedende Spotlij sters, alsmede de talrijkheid langs de Atl antische ku st maken dat de soort al s moge lijke transAtlanti sc he dwaa lgast beschouwd kan w orden (cf Robbin s 1980, Do ughty 1988). Kenn eth Abl e (in litt) noemt de Spotlij ster een moge lijke maa r niet erg waa rschijnlijke dwaa lgast naa r Europa. Hij wij st erop dat de soort zich heeft uitgebreid tot aa n het Gaspé schiereil and in Q uébec, wat relati ef gunsti g ge lege n is als vertrekpunt voo r een o nvoorziene trans-Atl anti sche overstee k. In G root- Brittannië is de Spotlij ster v ier keer vastgeste ld (N orfo lk 22 augustu s 197 1, West-G lamo rga n 24 j uli tot 11 augustu s 1978, Co rn wa ll 30 augustu s 1982 en Essex 17 tot 23 mei 1988; Michae l Rogers in litt, Cox 1988). De waa rn emin ge n in No rfo lk en Co rn wa ll zijn summi er gedoc umentee rd en all e geva ll en zijn nog in behandelin g bij de Britse dwaa lgastencommi ss ie (Mi chae l Rogers in I itt). De soo rt is derh alve (nog) ni et op de Britse Alij st gepl aatst. De datum s zijn ni et kenmerkend voor Nea rcti sc he za ngvoge ls di e meestal in september en oktober in Groot-Brittan ni ë ve rsc hijnen. De waa rn emin g in Co rn wa ll viel evenwe l in dezelfde week als geva ll en va n een Zwa rtwi tte Zange r Mniotilta varia in Corn wa ll, een Zwa rtsnavel koekoek Coccyzus eryth rophthalmus op de Sc ill y-eil anden en ee n Tennesseeza nger Vermivora peregrina op de O rkn ey-eil anden. De laatste jaren z ijn in Groot-

87


Spotlijster op Schiermonnikoog in oktober 7988

89 Spotlij ster M imus po lyglottos, Sc hi ermon ni koog,

90 Spotlij ster M imus polyglottos, Schiermo nnikoog,

Fries land, oktober 1988 (Sander va n de Water)

Fries land, oktober 1988 (Arnou d B va n den Berg)

Brittanni ë enkele soorten vastgesteld di e door Robbin s (1980), in z ijn lij st va n pote ntiële Nea rctische dwaa lgasten naa r Eu ro pa, als minder waa rsc hijnlijke dwaa lgasten we rden ge rangsc hikt of ze lfs niet in de lij st we rd en genoemd , zoa ls Gee lv leugelza nger Vermivora chrysopteraen Rosse Boomklever Sitta canadensis (Do herty 1989, H atto n & Va rn ey 1989, Rogers & Rariti es Committee 199 0).

den w ordt ingevoerd. W el maakte hij meld in g va n het eerste succesvoll e broedgeva l in gevangenschap, in 199 0 te 's- H ee renberg, Ge lderl and ; de dri e jo ngen z ijn ger ingd . Gerard va n Aalst (pers med) heeft, als control eur-Voge lwet, gedurende 7 j aa r wekelij kse co ntro les nooi t ee n Spotl ij ster in gevange nsc hap gez ien en oo k noo it va n een meldin g ge hoo rd. Het schuwe ged rag, het o nbesc had igde verenkleed en de in goede staat verkerende snave l en poten va n devoge l va n Schi erm o nnikoog maken het minder waarschijnlijk dat deze uit geva ngensc hap afkomsti g was en pleiten moge lijk ook tege n een langduri g verblijf aan boord va n ee n sc hi p. De meerd erh eid va n de Nea rcti sche dwaa lgaste n in Frankrijk, Groot-Brittanni ë en Ierl and arri vee rt tussen half septembe r en eind oktober met ee n piek ro nd half oktobe r. Op Helgo land, BR D, va ll en de waa rn emin ge n va n Nea rctisc he za ngvoge ls evenee ns voornamelijk in oktober (Vauk 1972). De waa rn eming va n de Spotlij ster past goed in dit beeld en sluit bovendien aa n bij een du idelijke afn ame va n het aa ntal aa nwez ige voge ls in de broedgebi eden va n Q uébec (Dav id et al 1990). Ook de combin atie va n peri ode en plaats va n de waarn eming o ndersteunen een moge lij ke w ilde herko mst.

Status in Nederland De waa rn emin g op Schi ermo nnikoog betreft het ee rste geva l van de Spotlij ster voo r Nederl and. O mdat deze soort offi ciee l nog ni et in Europa was vastgesteld en vanwege de verm eende status als ni et-trekvogel in het Am erikaa nse broedgebied, ontsto nd di sc uss ie over de vraag of het een wi lde voge l kon z ijn. O p gro nd van het bove nstaa nde ka n dit niet w orden ui tges loten. De kans datd e vogel uit geva ngensc hap afkomstig is, is gerin g. Volge ns Versloot (1978) is de Spotlij ster een we inig algemene koo ivoge l d ie moe ilijk te houden en te kweke n is. Sind sd ien is de soo rt in geva ngensc hap alleen maar sc haa rser geworden en buiten A merika vrijwel onbekend (M artin 1980). Ook van Berkel (1990) noemde de soort een moe ilij ke koo ivogel d ie ze l88


Spotlijster op Sch iermonnikoog in oktober 7988 In het najaar van 1988 werden naast de Spotlijster nog enke le opval lende Nearctische zangvoge ls in Europa waargenomen: Amerikaanse Klipzwa luw Hirundo pyrrhonota, Noordelijke Waterlijster Seiurus noveboracensis en, nog te beoordelen, Indi gogors Passerina cyanea (a ll e aan de Engelse oostkust; Rogers & Rarities Committee 1989) en een Roodborstkardinaal Pheucticus ludovicianus in Zweden (Hirschfe ld 1989). Deze aanvu ll ende factoren ondersteunen eveneens een w il de herkomst van de Spotlijster op Schiermonn ikoog. De waarnem in g is door de CDNA (in litt) geaccepteerd als eerste geval voor Nederland en is daarmee ook formeel het eerste aanvaarde geval voor het Westpalearctische gebied. Dankzegging Met dank aan Paul Knolle en René Pop voor het uitlenen van diamateriaal en aan Marc van der Aa, Kenneth Able, Michael Rogers, Gerard Steinhaus en Remco Westervoor hun hulp bi j het verzame len van gegevens. Summary NOR THERN MOCKI NGBIRD ON SCHIERMONN IKOOG IN OCT OBER 1988 From 16 to 23 October 1988, a Northern Mocki ngbird Mimus polyglottos was present on Sch iermonnikoog, Friesland. The age of the bird could not be determined w ith certainty but the rou nd ed tips of the rectrices may indicate a first-winter bird. This record was accepted by the Dutch rariti es comm ittee as the first record for the Netherl ands. Four British records are current ly under rev iew by the Briti sh rarities comm ittee. A lthough the species is predominantly sedentary with in its North-American breeding range, north-eastern b ird s (which have colon ized parts of Québec, Canada, in recent decades) appear to be migratory. As it is also abundant along the Atlantic coasts, the species shou ld be

considered as a possible, though not very likely, transAt lantic vagrant. The Northern Mockin gbird is rarely held in captivity in the Netherlands. Both the condition of its plum age and its behaviour suggested th at the bird was not derived from captivity and that its passage to the Netherlands had not been human-assisted. Also, the timing and place were cons istent w ith genuine vagrancy.

Verwijzingen van Berkel, C E 1990. Amer ikaanse Spotli jster Mimus polyglottos. Onze Voge ls 51 : 200-205. Bond, J 1985. Birds of the West Indies. Vijfde druk. Londen. Cox, S 1988. Northern Mockingbird in Essex. Birding World 1 : 233-234 . David , N, Gosseli n, M & Seutin, G 1990. Pattern of co lon ization by the Northern Mockingbird in Quebec. J Field Orn itho l 61: 1-8. Doherty, P 1989. Golden-winged Warb ier in Kent. A new Western Palearctic bird. Birding World 2: 48-52. Doughty, RW 1988. The Mockingbird. Austin. Hatton, D & Varney, P 1989. Red-breasted Nuthatch in Norfolk - a new British bi rd. Birding World 2: 354356. Hirschfeld, E 1989. [Ra re birds in Sweden in 1988.] Va r Fagelvärld 48: 447-463. [In Swed ish; Engli sh summary.] Martin, R M 1980. Cage and aviary birds. Londen. Nationa l Geographi c Soc iety 1983. Field gu id e to the birds of North America. Wash in gton. Pyle, P, Howell, S N G, Yun ick, R P & DeSante, D F 1987. Identification guide to North American passerines. Bolinas. Robbins, CS 1980. Predictions of future Nearctic landbird vagrants to Europe. Br Birds 73 : 448-457. Rogers, M J & Rarities Committee 1989-90. Rare birds in Great Britain in 1988-89. Br Birds 82: 505-563,83: 439-496. Vauk, G 1972. Die Vägel Helgolands. Hamburg. Vers loot, J 1978. Spotl ij sters. Onze Vogels 39: 27.

Enno B Ebels, Lessinglaan 7-2, 3533 AM Utrecht, Nederland

89


Mededelingen _ _ _ _ _ _ _ __ Distinguishing Demoiselle Crane from Crane Under good co nditions, distinguishing Demoiselle Crane Anthropoides virgo from Crane Grus grus is straightforwa rd . Differences in th e head and neck patterns are obvious (figure 1). Under less favourabie co nditi ons, eg great distances and limited vis ibility due to haze or viewin g aga in st li ght, identification can be quite difficult. Under these ci rc umsta nces, Demoiselle Cra ne ca n be distinguished by the black o n the breast, the elongated breastfeath ers (whi ch occasionally do not show very we il ) and sleek appea rance of th e elon gated terti als, as weil as th e relative ly short bill w hi ch is shorterth an the head, unlike in Crane (figures 2 and

3). Crane is c 20% bigger th an Demoiselle Crane. Thi s d ifference is on ly useful w hen both spec ies are see n together. The size of a si ngle bird can not be judged . The legs of Demoiselle Cra ne are paler than th ose of Crane but thi s is onl y apparent at quite close range. The paler grey, less brownish upperparts of Demoiselle Cra ne is also an important character but thi s may be d iffjcult to see w h en th e bird is viewed aga in st stro ng li ght. Moreover, the subspec ies G g lilfordi from Turkey, Armeni ya, Transcaucasia and Siberia is usua ll y paler th an the European subspec ies G g grus. In flight, the head pattern may be impossib le to di scern . The best di stingui shing feature is the black breast in Demoiselle Crane, reac hing roughly to

FIGURE 1 Demoiselle Crane Anthropoides virgo (Ieft) and Crane Crus grus. Demoiselle is distin gui shed by w hite tuft on hindneck, blackish breast-feathers, pa le crow n and short bill. Crane has pa le breast, red patch on crown and long bill (Magnus UI/man)

90

IDutch Birding 13: 90路102, juni 1991]


Mededel ingen

Demoiselle Crane Anthropoides virgo. Wh en head pattern difficult to see, following characters important: black on centre of breast, elon gated breast-feathers (not necessarily hangi ng down like th is), sleek tertials and short bill (Magnus UI/man) FIGURE 2

FIGURE 3 Crane Crus grus. Aga in st li ght, bird may look co nfu sin gly pale above and dark on breast. Note loose, 'untid y' tertials and long bill (Magnus UI/man)

FIGURE 4 Demoiselle Crane Anthropoides virgo (lef!) and Crane Crus grus. White pattern of head may resembie th at of Crane. 81ack pattern of breast reaches roughly as far as ce ntre of w in gbase and is diagnostic. Shorter legs and neck than in Crane are unrel iable characters. Note that w in g is sli ghtl y shorter and innerwing sli ghtl y broader than in Crane . Short tail. Head is rounder than in Crane and looks proportionately larger (Magnus UI/man)

91


Mededel i ngen

91 Demo ise lle Crane Anthropoides virgo, Tse linograd, USSR, May 1989. Note proportions of w ing, short tail and how far down bl ack breast reaches (Magnus UI/man) 92 Crane Grus grus, sine loco, sine dato. W in g usuall y has more even w idth th an in Demoise ll e Crane (b ut va ri ation s occ ur). Regul arly, w ing narrows near body (jens 8 8ruun) 93 Cranes Grus grus, V채sterv ik, Sweden, May 1973 . Note difficulty in assessing how far black of neck extend s (Axel van Arbin)

92


Mededelingen opposite the centre ofthe wingbase (figure 4, plates

91 and 94). Quite often , however, it is very difficult to assess this pattern properly (cf plate 93). Sometimes, the legs and the neck are relatively shorter in the smaller Demoiselle Crane. The wings of Demoiselle Crane are slightly shorter and, perhaps more importantly, slightly broader at the base than in Crane. The tail is shorter and the head may look larger. On one occasion, when 1saw the two species in fl ight together, the wi ng-beats of Demoiselle Crane were slower, which is perhaps a bit surprising. The Demoiselle Crane moved all of its wing, whilst the Crane moved only the outer part of the wing in shallower wing-beats. The Demoiselle Crane held its wings slightly more curved downward. The origina l Swedish version of this note was published in Var Fagelvärld 49: 305-308, 1990.

94 Demoiselle Crane Anthropoides virgo, Kurgaldzjino, USSR, May 1989. Sometimes white pattern of head differs marked ly from th at of Crane. Note how narrow and diffjcult to see black breast-band may be w hen seen from the side. Note also broad base to wing, short tail and pale upper surface to wing (Magnus UI/man)

Magnus UI/man, lIiongränd K:104, 223 77 Lund, Sweden

Blue-winged Teal in Egypt in March 1990 Between December 1989 and late May 1990, an extensive orn itholog ica l project was carried out in the wetlands of Egypt. Hunting and marketin g of waterb irds is a we ll-known phenomenon in the Nile Delta, with an estimated 261 000-375 000 waterb irds taken annually (Mullié & M ei nin ger 1983, Goodman & Meininger 1989) . The two main markets (Damietta and Port Said) were visited regularl y in the winter of 89/90 and spring of 1990 to obtain additional information, specimen material and rings. On 11 March 1990, while checking the market at Port Said, we found , among a number of other waterbirds offered for sale, four Garganey Anas querquedula (two males and two fema les) and an odd duck. According to the merchant, these b irds had been shot during the previous week at Lake Burullus (c 31 :30 N , 30:50 E). The followin g characters made it elear that the odd bird was a male Blue-winged Teal A discors in summer plumage : a white vertical crescent atthe base of the bill , yellow legs, a greyish head, black undertail-coverts, large

brownish spots on the breast and flank, strikingly blue wing-coverts, and a speculum bordered by a white line in front (wh ite tips to greater coverts) but not at the rear (no white tips to secondaries). The bird was purchased , photographed, measured and skinned. The following measurements were taken: wing (flattened and fully stretched) 198 mm, bill (exposed culmen) 41.5 mm, total head 89.5 mm, tarsus 30.5 mm and tarsus plus toe 75 .0 mmo The weight was 445 g and the bird was rather fat. The skin was deposited at the Giza Zoological Museum, Cairo, Egypt. This specimen represents the first record of Bluewinged Teal for Egypt (cf Goodman & Meininger 1989). No exotic waterfowl collections are known from the Ni le Delta and it is unlikely that the bird reported here had escaped from captivity. The species breeds across North America and winters in the southern part of North America, in the Caribbean and in Mexico south into the Neotropics (Cramp & Simmons 1977). It is a somewhat regular vagrant to Europe, mainly to Great Britain and Ireland (Dejonghe 1981 , Dennis 1986). Prev ious records from Africa i nel ude at least three from Senegal (Roux et al 1976, Dejonghe 1981), one

93


Medede/ ingen

95 Blue-winged Teal Anas discors, shot at Lake Bu rullu s, Egypt, March 1990 (Frank E de Roder)

from Algeria (Dejon ghe 1981) and seven from Morocco (M ic hel Thévenot in litt), includin g the recovery in October 1970 of a bird rin ged at Prince Edward Isl and, Canada (Dejonghe 1981 ). It ispossible that the Blue-winged Teal found in Egypt joined a flock of Garganey somewhere in weste rn Africa durin g the wi nter and subsequentl y reached Egypt during sp rin g migration. The Egyptian Wetland Project 1990 was organised by the International Waterfowl and Wetlands Research Bureau, the Fo und ation for Orn ithologica l Research in Egypt and the Egyptian Wildlife Serv ice. The spring part of the project was included in the Eastern Mediterranean Wader Project 1990, o rgan ised by the Foundation Working Group for Internationa l Wader and Waterfowl Research. The project was financed by the National Geographic Society, th e Swiss 'Office Fédéral de l'Environnement, des Forêts et du Paysage' through the Ramsar Bureau, and the Foundation Tour du Valat. Our

co ll eagues of th e Egyptian Wildlife Service were instrumenta l in the success of the project. Peter L Meininger ass isted in preparing this note. References Cramp, S & Simmons, K E L 1977. The birds of the Western Pa learctic 1. Oxford. Dejonghe, J F 1981. Ana lyse des observations d' Anas discors, Anas rubripes et Calidris minutilla dans I'ancien mond e. A lauda 49: 250-27 1. Dennis, J V 1986. European encounters of birds ringed in North Ame ri ca. Dutch Birding 8: 41 -44. Goodman, S & Meininger, P L 1989. The birds of Egypt. Oxford . Mu lli é, W C & Meininger, P L 1983. Waterbird trapping and hunting in Lake Manza la, Egypt, wi th an outli ne of its econom ic sign ifi cance. Bio l Conserv 27 : 23-43. Roux, F, Jarry, G, Mahéo, R & Tamisier, A 1976. Importance, structure et or igine des popu lations d'anatides hivernant dans Ie delta du Sénéga l. O iseau Rev Fr Ornithol 46: 299-336.

Cerhard Niko /aus, Bosenbütte/4, 2859 Spieka, FRC Rob van Westrienen, Roomtuintjes 97, 7093 SV Amsterdam, Nether/ands

94


Medede/ ingen

Pectoral Sandpiper in Egypt in May 1990 On 14 May 1990, at 15 :00, while counting birds at Lake Zagam, Wadi el Natrun, c 100 km north-west of Cairo, Egypt (30:15 N, 30:20 E), we observed a Pectoral Sandpiper Calidris me/anotos. The bird was feeding in a freshwater marsh, accompanied by several Kittl itz' 5 Sand Plovers Charadrius pecuarius, Kentish Plovers C a/exandrinus, Little Stints C minuta and Wood Sandpipers Tringa g/areo/a. The bird was watched through telescopes at distances down to c 50 m. Some photographs were taken but these are unsuitable for publication. After it was flushed for the first time, the bird became restless and more difficult to observe. The identification was confirmed later by reference to Cramp & Simmons (1983) and Hayman et al (1986). The next dav it could not be relocated . This sighting constitutes the fi rst record of Pectora I Sand p i per for Egypt (cf Goodman & Meininger 1989). SIZE & SHAPE Appearance typically Calidris-like, size slightly larger than nearby feeding Kittlitz's Sand Plover. Leg rather long, bill relatively short (Iength between th at of Little Stint and Dunlin C alpinal and slightly decurved. HEAD Supercilium clear white. Broad dark crown-stripe, dark lore and eye-stripe. UPPERPARTS Mantle-feathers, back-feathers and scapulars dark brown with whitish fringes, forming obvious pale V on back. In flight, no remarkable difference in colour and pattern of rump and uppertail. UNDERPARTS Breast streaked greyish-brown, sharply demarcated from unmarked white belly and undertailcoverts. Colour and pattern of flanks not noted. WING Faint wing-bar visible in flight. BARE PARTS Bill brownish w ith reddish base and black tip. Leg ye ll ow.

In the Middle East and Africa, Pectoral Sandpipers have been recorded in Botswana (th ree times), Israel (two), Ivory Coast (two), Kenya (two), Libya, Morocco (four), Namibia, Saudi Arabia (at least six), South Africa (10), Zambia (two) and Zimbabwe (th ree) (Urban et a11986, Hove11987, Bundy et al 1989, Demey & Fishpool 1991). Records are from all months between September and May. There is also an unpublished record from Senegal

(Olivier Pineau pers comm). The large number of Middle East and (mostly southern and eastern) African records suggests th at the birds concerned were of Eastern Palearctic rather than Nearctic origin (Hayman et al 1986, Lewis & Pomeroy 1989). However, it is possible that North American migrants, after having been drifted to western Europe by Atlantic depressions, conti nue flyi ng south to Africa, and may use the Eastern Mediterranean or even East African flyway in spring (cf Cramp & Simmons 1983, Hayman et al 1986). After all, th e Pectoral Sandpiper is the most numerous transatlantic vagrant wader in western Europe (Hayman et al 1986). It can be concluded that the bird in Egypt may have originated from eastern as weil as from western populations. The Egyptian Wetland Project 1990 was organised by the International Waterfowl and Wetlands Research Bureau, the Foundation for Ornithological Research in Egypt and the Egyptian Wildlife Service. The spring part of the project was included in the Eastern Mediterranean Wader Project 1990, organised by the Foundation Working Group for International Wader and Waterfowl Research. The project was financed by the National Geographic Society, the Swiss 'Office Fédéral de l' Environnement, des Forêts et du Paysage' through the Ramsar Bureau, and the Foundation Tour du Valat. Peter L Meininger helped in checking the literature for records of Pectoral Sandpiper. References Bundy, G, Connor, R J & Harrison, C J 0 1989. Birds of the Eastern Province of Saudi Arabia. London. Cramp, 5 & Simmons, K E L 1983. The birds of the Western Pal ea rctic 3. Oxford. Demey, R & Fishpool, L D C 1991. Additions and annotations to the avifauna of Cate d'lvoire. Malimbus 12: 61-86. Hayman, P, Marchant, J & Prater, T 1986. Shorebirds. London. Hovel , H 1987. Check-list of the birds of Israel. Tel Aviv. Goodman, 5 & Meininger, P L 1989. The birds of Egypt. Oxford. Lewis, A & Pomeroy, D 1989. A bird atlas of Kenya. Rotterdam. Urban, E K, Fry, C H & Keith 5 1986. The birds of Africa 2. London.

Frans Schepers, Ophoven 56, 6133 XW Sittard, Nether/ands O/ivier Pineau, Station Bi%gique de /a Tour du Va/at, Le Sambuc, 13200 Ar/es, France Rienk Geene, Roomtuintjes 91, 1093 SV Amsterdam, Nether/ands Abde/aziz I Abde/samad, Egyptian Wi/d/ife Service, Giza Zo%gica/ Gardens, Cairo, Egypt

95


Medede /i ngen

Vondst van coracoid van Reuzenalk op Maasvlakte in april 1981 op Voorn e, Z uidho ll and, is in de peri ode 195 1-75 ee n ui tgestrekt ind ustri ete rre in aa nge legd. Hiervoo r is 23 0 milj oen m 3 za nd opgezoge n uit het Bee rkanaa l, Ca landkanaa l, Oostvoo rn se M eer en de 5e en 7e Petro leu mh aven. De max im ale zui gd iepte bedroeg 40 m. In 1986 werd bego nnen met de aa nl eg va n de Slufter. D it te rrein li gt gedee ltelij k op de 'oude' Maasv lakte en gedeeltelijk ten westen ervan. Voorditterrein werd za nd opgezogen uit het gebied ze lf, tot een diepte van max imaa l 35 m. Hierd oor is een v rij breed strand o ntstaan, het zogenaamde 'S lufte rstrand ' . In het opgespoten zand z ijn en worden nog steeds (sub)foss iele resten va n d ieren gevonden. Hoofdza kelij k bestaa n deze uit resten va n zoogd ie ren (bv bever en mammoet) uit het Pl eistoceen (W eichse lien en Bave li en) en het Hol ocee n. Minder bekend (e n o nderzocht) zijn de (sub)foss iele resten va n reptielen (bv moerasschildpad) en voge ls (bv Roodkee lduiker Ca via steIIata, pe l i kaa n Pe /eca nus, di verse eenden, Zeea rend Ha/iaeetus a/bicilla en Zeekoet Uria aa /ge). In april 198 1 we rd op het strand va n de Maasv lakte, een coracoid of ravebeksbeen va n een Reuze nalk Pinguinus impennis gevonden. Dit was de tweede maa l dat ove rblijfse len van deze ui tgestorve n soort in Nederl and werd en aangetroffen. H et coraco id verbindt het borstbee n met de sc houdergordel. H et arti culee rt aa n het proximale gedee lte met het bo rstbeen en aan het di stale gedee lte met het sc ho uderbl ad, opperarmbeen en vorkbeen. A lken bez itten, in tege nstelling tot veel andere voge lfa mili es, een karakteri sti ek coraco id. Dit w ordt gekenmerkt doo r een geperforee rd , ste rk gecomprim eerd uitsteekse l aa n de ac hterkant va n het di sta le gedee lte. Een derge lijk gevorm d uitsteekse l komt voor bij vrij we l all e Westpa learctisc he alkesoorten (p laten 96-97). Een uitzo nderin g hi erop vo rmt de Klein e A lk A lle alle. Het uitsteekse l gaat over in het arti cul ati evlak voor het sc houderbl ad. De perfo rati e in het uitsteekse l dient als doorgang va n de arte ria pecto ralis. Owen (1866) ve rge leek het coraco id va n A lk A /ca torda en Reuzenalk en vo nd bij beiden de voor alken karakteri stieke perforati e. Deze onderzoeker wees er tevens op dat alken verder grote overee nko msten verto nen wat betreft hun ske letbo uw. Op de foto van het coraco id va n ee n in Velsen, Noordh oll and , gevo nden in com pl eet skelet is de perfo rati e in het uitsteekse l ook goed te zien (va n W ijn gaardenBakker 1978). Sinds juni 1844 is de Reuzenalk uitgestorven. De grootste, ni et-v i iegende vertegenwoord iger va n de 96

alken was in de 18e eeuw nog een algemene standvoge l in de noord elijke Atl antisc he Oceaa n. Hij broedde op de kusten va n Groenl and, Ij sland (o nder andere op het bekende El dey), Z u id-Sca nd inav iĂŤ, Groot- Bri tta nni ĂŤ en waa rsc hijnlij k Frankrijk (Bl as iu s 1884). In weste lijke ri chting liep het ve rsp reidingsgeb ied va n Newfoundl and (Funk Island), Canada, tot Flo rid a, VS (Hay 1902). D e Reuze nalk broedde op lage, in zee ge legen rotspl atea u's. Di t in tegensteil in g tot de overige (v i iegende) alkesoorte n die meestal op smalle ri chels va n steil e rotsku ste n broeden. Na het uitsterven va n de Reuze nalk in 1844 zijn d ive rse skeletvo ndsten gep ubli ceerd (Owen 1866, H ay 1902, Bisse ling 1938, van Wijn gaa rden- Ba kker 1978). De gevonden beenderen zi jn o nder meer afkomsti g va n Funk Island , Newfo undl and,

FIGUUR 1

Reuzena lk Pingu inus impenn is (Leo Man in '( Veld)


Mededelingen

96 Coracoiden van Europese alkesoorten : 1 Reuzenalk Pinguinus impennis, 2 Zeekoet Uria aa /ge, 3 Alk Alca torda is/andica, 4 Papegaaiduiker Fratercu/a arctica grabae (Rob 't Hart) 97 Coraco iden van Europese alkesoorten. Bij elk been is voor alken karakteristieke perforatie te zien (numme rin g als in plaat 96) (Rob't Hart)

97


Mededelingen waar z ich grote broedkolonies van de Reuzenalk bevonden, en van archeo logische opgrav ingen. In Zweden z ijn skeletde len gevonden in sc helpenhopen (W im an & Hess land 1942). In Nederland kwam de Reuzena lk waarschijnlijk als wi ntergast voor. Een aanw ij z ing hi ervoor werd tot nu toe alleen gevormd door de vondst van de al gememoreerde 42 skeletde len tus sen de resten van ee n Romeinse nederzetting te Velsen, in het voorjaar van 1977 (van Wijngaarden-Bakker 1978). Het betrof waarschijnlijk een op het stra nd gevonden of bemachtigde vogel. Op de Maasvlakte zi jn voorwerpen gevonden die sterk w ijze n op de prehistorische aa nwezigheid va n de mens in dit geb ied, zoa ls menselijke beenderen, bewerkte botten, pijlpunten en potscherven. Mogelijk is het coraco id uit een nederzetti ng afkomstig. In elk geva l is het afkomstig va n een gestrand exemp laa r. Een zwe mmende Reuzenalk moet namelijk een moeilijk te va ngen prooi zijn geweest; het was, net als andere alken, een uitstekend duiker. Wat betreft de geo log ische o uderdom van het gevonden coraco id , kan opgemerkt worden dat het been nog nauwe lijks gefoss ili seerd is. Op grond hiervan mag worden aangenomen dat het been afkomstig is uit het Holocee n. Er zijn van de Reuzenalk 78 opgezette voge ls en balgen, vier co mplete skeletten en 68 eieren in mu sea bewaard geb leve n (H ahn 1965). In Nederl and bevinden z ich twee opgezette dieren en twee eieren (Natio naa l Natuurhistorisch Museum in Leiden, Zuidholland, en ZoĂś log isc h Museum in

Amsterdam, Noordholland). Het Velser ske let is ondergebracht in de co ll ectie va n het A lbert Egges van G iffen In stitu ut voor Prae- en Protohistorie in Amsterd am. Het coraco id van de Maasvlakte is opgenomen in de collectie van Niek C Kerkhoff in Schiedam, Zu idholl and. Summary FIND O F CO RA C O ID O F GR EA T A U K O N MAA SV LA KTE IN APRI L

1981 In Apri l 1981, a coracoid of a Great Auk Pinguinus impenn is was found on the beac h of the Maasvlakte, Z uidh o ll and. This constituted the second find of remains of this extin ct spec ies for the Netherl ands. The first time was during the excavation of a Roman settlement at Ve lsen, Noordholl and, in the sp ring of 1977.

Verwijzingen Bisse ling, GA L 1938. Vondsten van beenderen van de Reuzenalk (A /ca impennis L.) op Funk Island. Nat Mensch 12: 265 -269. Blasius, W 1884. Zur Gesch ichte der Ăœberreste von A /ca impennis L. J Ornithol 4: 58- 176. Hahn, P 1965 . Where is that van ished bird? Royal Ontario Museum. The Great Auk, pp 210-235. H ay, 0 P 1902. On the finding of the bones of the Great Auk (P/autus impennis) in Florida. Auk 19 : 255 -258. Owen, R 1866. Description of the ske leton of the Great Auk, or Garfowl (A /ca impennis L.). Trans Zoo l Soc London 5: 3 17-335. van Wijngaarden-Bakker, L H 1978. A subfoss il Great Auk - Pinguinus impennis (L.) from the Netherlands . Ardea 66: 57-6 1. W iman, C & Hess land, I 1942. On the Garfowl, A /ca impennis L. and the sternum of birds. Nova Acta Regiae Soc Sc i Ups 13: 1-28.

ErwinJ 0 Kompanje & N iek C Kerkhoff, p/a Natuurmuseum Rotterdam, Postbus 23452, 3001 KL Rotterdam, Nederland

Brown-throated Sand Martins in Egypt in April 1990 O n 20 April 1990, Eric Marteijn, Hans Schekkerman, Ed Stikvoort and Rob va n Westrienen were watc hin g raptor migration from the gard en of the youth hoste l at Suez, Egypt. At 11 :00 two sma ll hirundines appeared overhead, circl ing ove r the ga rd en at a height of 30-40 m. They were approximately the size of a Ho use Martin Oe/ichon urbica and simil arl y built. Howeve r, they showed a darkish throat and upperbreast, earth-brown upperparts and lacked a wh ite rump. As we cou ld not immed iate ly identify the bi rd s, th ey were watc hed carefulIy during the short time before they d isappeared 98

beh ind some hi gh buildings; HS made a quick sketch and short description. After referring to Willi ams & Arlott (1980), Jonsson (1982) and Ho ll om et al (1988), they were identif ied as Brown-throated Sand Martins Riparia paludicola. This observati on co nstitutes the f irst documented record of Brownthro ated Sand Martin for Egypt (cf Goodman & Me ininger 1989). 51ZE & 5TRUCTURE Approx imately size of House Martin or somewhat sma ll er and similarly built; rather sho rt, only sl ightl y forked tail and fa irl y broad -based w in gs. Compared w ith Sand Martin Riparia riparia (not present), tail sli ghtly shorter and w in gs broader, giving compact impression. UPPERPART5 Earth-brown as in Sand Mart in or sli ghtly


Mededelingen paler. In stron g sunli ght, neck and rump seem in g sli ghtl y paler than rest of uniforml y co lo ured upperparts, in cludi ng w in gs and tail. Area around eye and lore darkest part of face. UNDERPARTS Chi n and throat brownish-grey, fad in g away on breast and flank, contrastin g somew hat w ith darker lo re. Lowe rbreast becom in g in creas in gly pale towards almost w hite belly and ven t. W hiti sh undertail cove rts contrastin g w ith darker, grey-brown und ertail. Underwing uniformly greyish-b rown. BE HAVIOUR Forag ing over head w ith rather fast flight, cons isting of rap id wing-beats and circling glid es o n stretched w in gs.

Brown-throated Sand Martin is easily separated from Sand Martin by its brow nish throat and lack of dark breast-band . It is more simil ar to Rock Martin Ptyonoprogne rupestris or African Rock Martin P fuligula (including Pale Crag Martin P f obsoleta) but these are large r, have a pale throat (speckl ed darker in Roc k Martin) and underparts that gradu alIy become darker towards the tail, instead of pa ler. P f obsoleta is also paler grey above . Both spec ies show white spots on th e rectri ces, w hi c h are lac king in Brown-throated Sand M artin , but these may be hard to see under less than idea l condition s. Brown -throated Sand Martin has a di sjunct breeding distribution in Africa and so uthern As ia. Th e only W este rn Pa learctic breed ing ground s are in Morocco but furth er south it is w idespread in the Sahel zone from Senegal to Eth iopia, and in eastern and southern Africa (Turner & Ro se 1989). The breed in g areas clo sest to Egypt are in Sudan where it is regular along the Ni le north to Wadi Halfa (N ikol aus 1987). The species is considered loca ll v or partly mi grato ry but its movements are essentially unknown. Vagrants have been recorded in th e Middle East at Eilat, Israe l, an d Tabuk, northwestern Saudia A rab ia in February, at Abqaiq, eastern Saudi Arabia in May and in Oman in September-October (Ga ll agher & Woodcock 1980, Jennings 198 1, Cramp 1988). Possibly, the Suez bird s had been ca ught up in astrong northwa rd movement of Swallows Hirundo rustica, House Martins and Sand Martins along the African Red Sea coast which occ urred in late April, w ith many hundreds per dav passi ng Hurghada between 25 and 28 April. The Egyptian W etland Project 1990 was organ ised by th e Internation al WaterfowI and Wetlands Resea rc h Bureau, th e Foundation for Orni thologica l Researc h in Egypt and the Egypti an

FIGURE 1 Brown-throated San d Martin Riparia paludicola, Suez, Egypt, Apr il 1990 (after field sketch, Hans Schekkerman)

Wi ldlife Service. Th e sp rin g part of the project was included in the Eastern Mediterranean Wader Project 1990, organised bythe Foundation Working Group for International W ader and Waterfowl Research. The project was fin anced by the National Geographi c Society, the Swiss 'Office Fédéral de l' Env ironnement, des Forêts et du Paysage' through the Ramsar Burea u, and the Foundation Tour du Valat. References Cramp, 5 1988 . The birds of the Weste rn Palearctic 5. Oxford. Gallagher, M & Woodcock, M W 1980 . The birds of Oman. London. Good man, 5 & Meininger, P L 1989. The birds of Egypt. Oxford. Ho ll o m, PAD, Porter, R F, Christense n, 5 & Willis, I 1988. Birds of the M idd le East and North Africa. Calton. Jen nin gs, M C 1981. Th e birds of Saudi Arabia: a checkli st. Whittlesford. Jon sso n, L 1982. Birds of the Med iterranea n and A lps. London . N iko laus, G 1987. Oistribution atl as of Sud an ' s birds w ith notes on distribution and status. Bon n Zoo l Monogr 25. Turner, A & Rose, C 1989 . A handbook to the swa ll ows and martins of the world . Londo n. Williams, J G & A r/ ott, N 1980 . A field guid e to the birds of East Afri ca . London.

Hans Schekkerman, Mr Ludwigstraat 7, 790 7 PS Castricum, Netherlands Rob van Westrienen, Roomtuintjes 97, 7093 SV Amsterdam, Netherlands 99


Mededel i ngen

Sexual dimorphism in Graceful Warbier in Egypt There has been some debate over the nature of the variation in bill colour in Graceful Warbier Prinia gracilis, especially in Egypt, in the recent literature. Simmons (1954, 1990) and Paz (1987) have stated that only males of this species acquire a black bill during the breeding season in the Suez Canal Zone of Egypt and in Israel, respectively, whilst females have apaier brownish bill. In contrast, Goodman (1984), in I ine with older sources such as Meinertzhagen (1930) and Ali & Ripley (1973 ), stated that the species is sexually isomorphic and th at ' in all the Egyptian populations that I have looked at, breeding adult males and females have black bilis' . During an ornithological project carried out in Egypt in the spring of 1990, I had the opportunity to pay some attention to this problem. A small number of Graceful Warblers were trapped and ringed in an area of reeds Phragmites and rushes juncus at Suez. Ageing presented no problems, the juvenile birds havi ng fresh pi umage and du 11 ol ive-brown to olive-grey iris colour, th e adults being obviously worn with brighter, pale ochre to orange-brown

irides . Of three adults captured in late April and early May, two had a black bill, but in th e third th e bi II was pale pi nkish with a dark horn cul men (pl ate 100). Another such bird in Saudi Arabia in May, is depicted in Gale & McMinn (1989: plate 52). In the northern Nile Delta, Graceful Warbier is an extremely common breeding bird in salt marshes, where densities of up to 10singing males per ha were observed in dense stands of Salicornia fruticosa. As in Suez, only some of the adult birds observed in this habitat during April and May 1990 had black bilis. On 20 May, in a salt marsh c 10 km south of Port Said, I observed at close range two Graceful WarbIers delivering food at a nest hidden in the lower part of dense vegetation. Both birds were adults and they formed a pai r, givi ng alarm cal Is as I approached. Only one of th e birds sang during my 15 min presence and this individual had a completely black bill and interior mouth . The billof the other bird was dark horn with a pale proximal half of the lower mandible. Besides the difference in bill colour, the singing bird (assumed to be a male) had an unmarked greyish-white breast and belly and rather bri ght straw-yellow (or slightly orangy) legs

98-99 Graceful Warbier Prinia gracilis, juvenil e show in g fres h plumage and dull iri s co lour, Suez, Egypt, April 1990 (Hans Schekkerman)

100


Mededel i ngen

100 Graceful Warbier Prinia gracilis, ad ult, presumably female, show ing bright iris co lour and pale bill , Suez, Egypt, Ap ril 1990 (Hans Schekkerman) 101 G raceful Warbier Prinia gracilis, adult male showin g bl ack bill , Hula, Israe l, March 1990 (RenĂŠ Pop)

101


Mededel ingen w hile th e presumed femal e showed fa int grey streaks on th e (s ides of th e) breast and less bright, pale straw-co loured legs. These observations seem to corroborate the views of Simmons (1954, 1990) and Paz (1987) th at there is sex ual dimorphism in bill co lour in Graceful Warbier, and show that Goodman's (198 4) statement that all Egyptian adu lt breeding Graceful Warblers have black bills is incorrect. Furthermore, my obse rvatio ns suggest that there might be a sli ght sex ual dimorphi sm in the plumage as we il. The o rnith o log ica l project in Egypt in the spring of 1990 was o rgan ised by the Internatio nal Waterfowl and Wetlands Research Bureau, the Foundation for Ornithological Research in Egypt and the Egypti an Wildlife Service, in cooperatio n with th e Foundation Workin g Group on Internation al Wader and Waterfowl Resea rch. It was fi nanced by the National Geographi c Society, the Swiss 'Office

Fédéral de l' Environnement, des Forêts et du Paysage' through the Ramsar Bureau, and the Foundation Tou r du Valat. References A li , S & Ripl ey, S D 1973. H an dbook of the b irds of Ind ia and Paki stan 8. Oxford . Ga le, S W & MeMi nn, S D 1989. Identifieation of Graeeful and Serub Wa rbl ers. Br Bird s 82: 78-79. Goodman, S M 1984. Th e va li di ty and re lationsh ips of Prinia gracilis natronensis (Aves: Sylviid ae). Proe Biol SoeWash 97: 1-11. Me in ertzhage n, R 1930. N ico ll 's bird s of Egypt 1. London. Paz, U 1987. Th e bird s of Israe l. London. Simm ons, K E L 1954 . Th e behaviour and general bio logy of the G raeefu l Warb ier Prinia gracilis. Ibi s 96: 262292. Simmons, K E L 1990. Bill eo lou r of Graeeful Warb ier. Br Birds 83: 125 -126.

Hans Schekkerman, Mr Ludwigstraat 1, 1901 PS Castricum, Netherlands

8rieven _ _____ ___ ____ Western border of non-breeding range of Brown-headed Culi Hazevoet (1987) pointed out that the breeding range of Brown-headed G ull Larus brunnicephalus does not extend further west than eastern Tad zhik SSR, USSR, c 1600 km east of th e western border of the breeding range give n in the spec ies' distribution map in Harrison (1983), v iz the eastern shore of the Caspian Sea. In the distribution map of Brownheaded Gull in Harri son (1985), the breed in g range was partly corrected (H azevoet 1987) but the nonbreeding range remained unaltered. The same map was published in Harrison (1987). However, also the non -breed ing range was inco rrectly mapped by H arri son (1983, 1985, 1987) sin ce the spec ies neither occu rs in the regions ofthe Ara l and Casp ian Seas, nor is known to w inter in the A rabia n Gulf, the Gulf of O man or o n th e southern coast ofthe Arabian peninsuia. This is ev ident from studi es of the regional av ifau nas (Meinertz hagen 1954, Bai ley 1966, Tu ck 1974, Bundy & W arr 1980, Gal lagher & Woodcock 1980, Jen nin gs 198 1, Bundy 1986, II ' ich ev & Zubak in 1988, Bundy et al 1989) . In the USSR, th ere is not a sin gle record west of th e breeding ran ge (Victor Zubakin in litt). The 102

spec ies is reported tei be a vag rant to extreme eastern Iran, w ith two w inter observations at Chah Bahar o n the eastern Makran coast, Baluchistan and one autumn observation at Gams had, near Takhte-Shah at the southern end of the Hamoun-i Puzak, Se ista n (Ticehu rst 1926-27, Scottet a11983, Melville 1988, Derek A Scott in litt). Relevant descriptions have not been published. Statements about w interin g west to Aden (eg, Dwight 1925, Alexa nd er 1954) must be regard ed as erroneous. Barnes (1 89 3) reported the occurrence of Brown-headed Gu ll at Ad en and , possibly, thi s was th e source of later confus ion, although Barnes's report was consi dered doubtful by Meinertzhage n (1954). Recentl y, Bourne (1988abc, 1989) reported havi ng observed fi rst-wi nter Brownheaded Gulls four ti mes in the southern Arab ian Gulf and Gulf of Oman region in the 198 7/88 w inter. These observations were sum mari zed by Bourne & Bundy (1990). Richardson (1990) adopted the reports in Bourne (1988b) (Co lin Richardson in litt). However, the published descriptions in Bou rn e (1988ab) and Bourne & Bundy (1990) lack convincing deta il and co nfus ion with first-winter Grey-headed Gull L cirrocephalus can not be excluded. Also unconvincing is the claim by Bourne & Bundy (1990) that a gull observed in eastern

[Duteh Birding 13: 702-106, juni 79911


Brieven Saud i Arab ia in 198 1 and o ri gin all y reported by Bundy (1986) as Grey-headed Gu ll , more likely wasa Brown-headed Gu ll orpossiblyeven a Brownheaded x Grey-headed Gu ll hybrid. Neverthe less, it seems possible that vagrant Brown-headed Gui is, particularly first-years , could occur in th e region. A record from Eilat, Israel (Shirihai et al 1987) is im properl y documented (Hoogendoorn 1991 ). A record of Brown-headed Gu ll from Tanzania (van der Lee 1971 , Britton & Brown 1974), considered to be the first record of th e species for East Africa (Back hurstetaI1973), is notfully established (O reel 1976). The species was not treated by Britton (1986) but the record was sti ll mentioned by II 'ichev & Zubakin (1988). It is likely that Brown-headed Gu ll does not regularly winter further west than Pak istan (cf van der Ven 1988, Scott & Rose 1989); Roberts et al (si ne dato, after 1986) li st it as common near Karachi . The species might occasiona ll y occur west of Pakistan but this has vet to be proven. I am grateful to Bill Bourne, Co lin Ri c hardson, Derek Scott and Victor Zubakin for supplying inform ation or reports on the occurrence of Brownheaded Gull in the USSR, Iran and off eastern Arabia. Gerald O ree l, Frank Rozendaal and Gerard Steinhau s provided references . References A lexa nder, W B 1954. Birds of th e ocea n. Second edition. New Vork. Back hurst, G C, Britton, P L & Mann, C F 1973 . The less common Palaea rcti c mi grant birds of Kenya and Tanza ni a. J East Afr Nat Hi st Soc Natl Mus 140: 1-38. Bail ey, R 1966. Th e sea bird s of the so utheast coast of Arab ia. Ibis 108: 22 4-264. Barn es, H E 1893 . On th e birds of Aden. Ibi s 6 (5) : 57-83, 165 -1 81. Bourn e, W R P 1988a. Gu ll s in the central Gu lf, November 1987. Bahra in Nat Hi st Soc Newsl 7: 3-4. Bourne, W R P 1988b . Th e statu s of deep-sea birds off th e Emirates. Gazell e 3 (4): 7-8. Bourne, W R P 1988c. Ornitho log ical observations at sea around Arab ia. Ornithol Soc Midd le East Bu ll 20: 711. Bourne, W R P 1989. Indi an Black-h eaded Gu ll. In : Foster, D, Reports of new and rare bird s, O man Bird News 6: 15. Bourne, W R P & Bundy, G 1990. Records of Brownheaded Gu ll Larus brunnicepha lus and Grey-headed Gu ll L. cirrocephalus around Arabia . Sand grouse 12 : 37 -4 2. Britton, P L 1986. Famil y Larid ae : gull s. In : Urban, E K, Fry, C H & Ke ith, S (ed ito rs), Th e birds of Africa 2, Lo ndon, pp 340- 374.

Britton, P L & Brown, L H 1974. The statu s and breeding behaviour of East Afri ca n lari. Ostrich 45: 63 -82. Bundy, G 1986. Notes on seab ird s in so uth-eastern A rab ia. Sandgrouse 7: 29 -42. Bundy, G, Co nn o r, R J & Harrison, C JO 1989. Bi rds of the Eastern Prov in ce of Sa udi A rab ia. London . Bundy, G & Warr, F E 1980. A check-li st of the bird s of the Arab ian Gulf States . Sandgrouse 1 : 4-4 3, 46-49. Dwight, J 1925 . The gull s (Laridae) of the world: th eir plumages, mou lts, va ri ati ons, re latio nships and distribut ion. Bull Am Mus Nat Hist 52: 63 -408. Ga ll agher, M & Woodcock, M W 1980 . The b irds of Oman. Londo n. Harri so n, P 1983. Seabirds: an identifi cati o n guid e. Beckenham. H arrison, P 1985. Seabirds: an identificatio n guide. Second ed iti on. London. Harri so n, P 1987 . Seabi rd s of the wo rld: a photograp hi c guide. Lo ndo n. Hazevoet, C J 1987. Breeding ran ge of Brown-headed Gull. Dutch Birding 9: 176-1 77. Hoogendoo rn , W 199 1. Reco rd of Brown-headed Gu ll in Israel in May 1985. Dutch Birdin g 13: 104-106. II ' ichev, V D & Zubakin, V A (editors) 1988. Ptitsy SSSR: Cha ikovye. Moscow. Jennings, M C 1981. The birds of Saudi Arab ia: a c heckli st. Ca m brid ge. va n der Lee, H F 1971. Brown-headed Gu ll, Larus brunnicephalus a new species for Tanza nia. Ardea 59 : 60-61. Meinertzhagen, R 195 4. Birds of Arab ia. Edinburgh. Melv ille, D S 1988 . Brown-headed Gu ll, Larus brunnicephalus in Iraq - a correction. J Bombay Nat Hist Soc 85: 617-618. Oree l, G J 1976. O n the all eged occurrence of the Brown-headed Gu ll Larus brunnicephalus in Tanzania. Ardea 64: 80. Richardson , C 1990 . The birds of th e United Ara b Emirates . Warrington. Roberts, T J, Passburg, R & va n Zal in ge, N P sin e dato, after 1986. The birds of Karachi and Lower Sind (Pakistan): a check li st. Scott, D A, Hamadan i, H M & M irhosseyni, A A 1983 . [Th e bird s of Iran.] Second edition. Tehran. [In Persian; Engli sh summary.] Scott, D A & Rose, P M 1989. As ian waterfow l ce nsus 1989 : mid-winter waterfo w l co unts in southern and eastern As ia, Janu ary 1989. IWRB Report. Sl imbridge . Shirih ai, H , Jon sso n, A & Sebba, N 1987. Brow n-h eaded Gu ll in Israe l in May 1985. Dutch Birding 9: 120-122 . Ti ce hurst, C B 1926-27 . The birds of British Baluchistan. J Bombay Nat H ist Soc 31 : 687-711, 862-881 ; 32 : 6497. Tu ck, G S 1974. Seabirds of the Persian Gulf (the Gul h and Gu lf of Oman: a survey (1958-1 973). Sea Swa ll ow 23: 7-2 1. van der Ven, J 1988. As ian waterfow l 1988: midw inter bird observatio ns in mostAs ian co untries. IWRB Report. Slimbridge.

W (Ted) Hoogendoom, Notengaard 32, 3941 LW Doorn, Netherlands 103


Brieven

Record of 8rown-headed Gull in Israel in May 1985 The first-sum mer Brown-headed Gull Larus brunnicephalus at Eil at, Israe l, on 12 May 1985 was desc ri bed as show ing the fo ll owing characters: 7 not as long-I egged as Slender- bill ed Gull L genei; 2 prominent go nys; 3 mantie, scapu lars and bac k pa le grey, sli ghtly paler than Blac k-h eaded Gu ll L rid ibundus, very close in tone to th ose of Slenderbilled Gull ; 4 thin bl ack ish subtermin al ta il-ba nd ; 5 iri s da rk (S hir ih ai et al 1987). Howeve r, thro ugh fi eld stud ies at Ba ngpoo, Sa mut Prakan, Thail and, in mid-Febru ary and ea rl y Ma rch 1990, fro m the study of sk ins and fro m the lite rature, I fo und th at, stri ctly spea kin g, none of th ese cha racters fit f irstyear Brown-h eaded Gull : 7 measurements given by Dw ight (1925) show that Brown-headed G ull has on average a longe r ta rsus than Slender- bill ed G ull. A ltho ugh flat bell y and ve nt featheri ng of Slender-b ill ed G ull (Watson 1983) mi ght give the impress ion of very long legs and the 'g iraffe-like' neck w hen alert can give them a very tal I appea rance (G rant 1986), th e legs sho uld not appea r longer than in th e larger Brown-headed Gull ; in fact, the

latter of ten looks f lat-be lli ed and lo ng-Iegged as weil (pe rs obs) and it is unli kely th at a Brow nheaded Gull wo uld appea r to be shorte r-I egged than Slender-bill ed Gu ll. 2 In Brown-headed Gull th e gonys is on Iy 51ightl y more pronounced than in Black-headed and Slender- bi ll ed G uii s, and I woul d ce rtainl y not qualify it as promin ent. 3 In both immature and adult plum ages th e uppe rparts are slightly, but consistently, darker than in Blackheaded Gu ll ; thi s was estab li shed thro ugh direct compari so n of at least 10 Black-h eaded Gull s w ith many Brown-headed Guii s, invo lvin g imm atures and adults of both spec ies under va ri o us con di tions. Direct compari son of adult w inter Brow nheaded and Black-headed G ull s and adul t Slenderb ill ed Gull at Starlin g Inlet, Ho ng Kong, on 25 February 1990, confi rm ed th at th e uppe rpa rts of Brown-headed Gull are sli ghtly darker than Blackheaded Gull , w ith Slender-b ill ed Gull being th e palest of the three spec ies (Peter Kenn erl ey in litt, pers obs). Photograph s of an adult Slender-bill ed Gu ll among Brown-headed Gull s taken by Killi an Mu ll arn ey at Bangpoo in Janu ary 1984 cl ea rl y show th e pa ler grey upperpa rts of th e fo rm er (eg, plate 102).4 The ta il -ba nd (if present or pa rti all y

102 Slender-bill ed G ull Larus genei, adul t, among Brown-headed G ull s L brunn icephalus, showing pa ler grey upperparts of former, Bangpoo, Samu t Praka n, Th ai land, Jan uary 1984 (Killian Mu llarn ey)

104


Brieven present, cf va n den Be rg et al 199 1) is quite broad and obviousl y broader than in average first-year Black-headed Culi and about as broad as in firstyear Mediterranean Culi L melanocephalus (cf Dwight 1925). 5 The iris colourof all c 30 first-year Brown-headed Culls studied at di stances closer than c 25 m was yellowish- to medium brown (cf Dwight 1925, plate 103), never 'da rk ' . In many photographs of first-year Brown-headed Culls, the iri s seems to be dark but it must be borne in mind th at in general iri s co lours often appea r darker in photographs than in the field. It is poss ible that a vagra nt Brown-headed Culi in Israel mi ght have originated from a population which differs in some respects from the birds I have studied but to date no geograph ica l variation is known to occur in Brown-headed Culi (cf Dwight 1925, Ali & Ripley 1983). It is not cl ear how some subtie identifi cat io n features could be judged as different from Mediterranean Culi, eg, th e less distin ctly masked look and the slightly longe r bill, while that species was not mentioned to be present for a direct co mparison . I did not notice anything like a masked look in any Brown-headed Culi at Bangpoo and th e headpatterns of Brown-headed and Black-headed Culls are virtu all y indi stinguish able, in all plumages. Also, I wonder how it could be concluded th at th e shape of the head was c loser to that of Slenderbilled Culi. The head-shape as sketched in figure 1 of Shirihai et al (1987) does not remind me of Slender-billed Culi. Moreover, it was found rece ntl y th at before Apri I most first-year Brown-headed Culls at Bangpoo replace some or nea rl y all ju ven i Ie seco ndaries, the tertials, most coverts of th e innerwin g and often the whole tailor at least several pairs of rectrices for ad ult-type feathers (va n den Berg et al 1991 ). This leads me to question the validity of th e statement in Shirihai et al (1987) that 'photographs, sketches and descriptions of Brown-headed Culls in the same plumage and atthesame timeofthe yea rfro m th e Far East showed the same features as th e bird at Eilat' and th at 'most of them had the distinctive wing pattern of comp lete ly black remi ges' as thi s is certa inl y not the case for most first-year Brownheaded Cu ll s at Bangpoo from mid-February onwa rd s. It mu st be concluded th at the documentatio n from the Far East referred to by Shirihai et al (1987) pertained to birds at a different time of the yea r than th e bird record ed at Eilat. Th e breeding range of Brown-headed C uli does not extend further west than eastern Tadz hik SSR, USSR, and it is I ikely th at th e spec ies does not regul arl y w inter further west .than Pakistan (Hoo-

103 Brown-headed Culi Larus brunnicephalus, firstyea r, showin g ye ll ow ish iris, Bangpoo, Samut Prakan, Thai land, March 1990 (Ted Hoogendoorn)

ge ndoorn 1991). This is 3000-4000 km east of Israel and co nsiderab ly farther away than the eastern shore of the Caspian Sea, the Arabian Culf and th e southern coast of the Arabian peninsuia, w here Shirihai et al (1987) - referrin g to Harri son (1983) - assumed th e western borders of the species' range to beo Therefore, I cons id er th e appearance of a Brown-headed Culi in Israe l not as likely as suggested by Shirihai et al (1987). Although some important points mentio ned by Sh i rih ai et al (198 7) are correct forfi rst-year Brownheaded Culi (but also for first-year C rey-headed Cu li L cirrocephalus), eg, the solid black of th e outer primaries co ntinuing as a broad band across the tips ofthe inner primaries and the black seco ndari es, and the pale patch on the carpal area, several equa ll y important points are not. It mi ght be argued that points 2 and 4 mentioned above are merely subtie inco nsistencies, w hi ch neith er suppo rt the record , nor ca use its downfall. More significantly, several conclusi ve points (1, 3 and 5 mentioned above) are decidedly incorrect for Brown -headed C uli and th erefo re I concl ude that there is no firm basis for identifi cation of the Eilat bird as that spec ies. As a side matter, the reta ined ju venil e 105


Brieven inn erw in g, particularly th e median and lowe r lesser coverts, which are probably moulted before April in all indi v idu als (va n den Berg et al 1991), and tail does not make th e record more probable . Unfortunately, the record has already ga ined accepta nce (Ho l lom et al 1988, Barthel & Hili 1988, Bourne & Bundy 1990, Birding World 199 1). I am gratefu I to Arnoud va n den Berg and Ki II ian Mullarney fo r their comments o n drafts of this letter and for providing photographs of Brown-headed Guiis. Peter va n Scheepen supplied a reference. Peter Kennerley, Paul Leade r and Mike Turnbull gave adv ice during observations in Hong Kong and provided subsequent additional com ments. References Al i, 5 & Ripley, 5 D 1983 . Handbook of the birds of India and Pakistan. Compact edition. Delhi. Barthel , P H & Hili , A 1988. Die Limicola-Liste der VÜge l der Westpaläarktis. Limicola 2, Sonderheft: 12-36. va n den Berg, A B, Hooge nd oorn, W & Mu ll arney, K 1991. W ing and tail moult in first-year Brown-

headed Gu ll s w interin g in Thailand. Dutch Birding 13 : 58-6 3. Bird in g World 1991. Birding World comp lete check li st of the birds of the Western Palearctic. Holt. Bourn e, W R P & Bundy, G 1990. Records of Brownheaded Gu ll Larus brunnicephalus and Grey-headed Gull L. cirrocepha lus aro und Arab ia. Sand grouse 12: 37 -42 . Dwi ght, J 1925. The gu ll s (Laridae) of the wo rl d; their plum ages, moults, va ri ations, relations hi ps and d istribution. Bull Am Mus Nat Hist 52: 63-408. Grant, P J 1986. Gu ii s: a gui de to id en tif icat ion. Second ed iti o n. Ca lto n . H arri so n, P 1983 . Seabi rd s: an identifi cat ion gui de. First ed iti on. Beckenh am. Ho ll om, PAD et al 1988. Bird s of th e M iddl e East and North Afri ca. Ca lton. Hoogen doorn, W 199 1. Western border of non-breed ing range of Brown-headed Gu ll. Dutch Birding 13: 102103. Shirih ai, H , Jo nsso n, A & Sebba, N 1987. Brown-headed Gull in Israe l in May 1985. Dutch Birding 9 : 120-1 22. Watson, F J 1983 . Head-shapes and postures of Slenderbill ed and Black-headed Gu ii s. Br Birds 76: 137-138.

W (Ted) Hoogendoom, Notengaard 32, 394 1 LW Doorn, Netherlands

Mystery photographs _ _ _ _ __ 40

At first glance, the following characters of last issue's mystery bird suggest it being a Pomarine Skua Stercorarius pomarinus: 1 a thi ck neck and heavy body (however, some Arctic Skuas 5 parasiticus may appear ve ry bulky as we il ); 2 a rath er sharp border of dark c row n (Arctic 's dark crown usuall y becomes grad uall y paler toward base of bill, espec iall y in the mal ar reg ion ); and 3 th e two-co loured bill (the billof adult Arctic is usuall y all-d ark). On closer in spectio n, however, the bird shows a number of features that identify it as an Arctic: 1 a rather narrow bill (pomarine usua ll y has a thi cke r bill with a more obv ious gonydea l angle o n lower mandible); 2 mu ch w hite at the base of the lower mand ibl e (i n Pomarine, the blac k exte nd s further down the chin to the malar point); 3 w hite feathers on the forehead at the base of the upper mandible (rare in Poma rin e); 4 a rather evenl y co lou red broad breast-band w ithout obv ious w h itish bars (Pomari ne' s breast-band usualIy shows narrow w hite barring); and 5 brown 106

104 Arctic Skua Stercorarius parasiticus, Maasvlakte, Zui d ho ll and, A ugust 198 1 (A rnoud 8 van den 8erg)

IOutch Birding 73: 106-108, juni 19911


Mystery photographs

105 Arctic Skua Stercorarius parasiticus, Maasv lakte, Zu idho ll and, August 1981 (Arnoud B van den Berg)

106 Arct ic Skua Stercorarius parasiticus, Maasvlakte, Zu idho ll and, August 1981 (RenĂŠ Pop)

107


Mystery photographs plumage with slightly co ntrastin g blackish secondari es (Pomarine's plum age often appears darker with hardly any contrast to blackish second aries). In flight, four white prim ary shafts were visibl e on the upperwing. Arctic sho uld show three to six white shafts and Pomarine five or more, but it is often hard to see whether the primary shafts are actually white, or merely reflecting sun li ght. This may explain why some photographs seem to show six or seven white prim ary shafts. Besides, the rather broad-based wings and the dark coloration on flank and undertail-coverts may be more reminiscent of Pomarin e th an of Arctic although the

shape of th e elongated central rectri ces was typical of Arctic. Thi s Arctic Skua showed several sig ns of immaturity, such as the two-coloured bill indi cative for a third calendar-year and th e barred underwing-feathers suggesting a fourth cรก lend ar-yea r bi rd. It was photographed on the Maasvlakte, Z u idholland , on 22 August 1981 . The photograp h was shown during the Dutch Birding mystery-bird competition of 19 October 1990 on Texe l, Noordholland, where it appea red one of th e most difficult to identify: 63 of the 69 contenders identifi ed the bird as aPomarine Skua.

Arnoud B van den Berg, Duinlustparkweg 98, 2082 EG Santpoort-Zuid, Netherlands

Mystery photograph 41. Solution in next iss ue

Corrigendum _ _ _ _ _ _ _ __ In het onderschrift va n plaat 50 (Du tch Birding 13: 45, 199 1) is abu sievelijk een ve rkee rde fotograaf vermeld ;

108

~

deze moet luiden Hans Cebuis. O nze excuses voor deze verg iss ing. REDACTIE


Recensies ________________________ SARDIN, J-p 199 1. Les oisea ux de Charente. CharenteNature, Angou lême. 192 pp. ISBN 2-9505548 . FRF 120.00. De Franse broedvoge latlas van Laurent Yeatman (1976) heeft het startsein gegeven voor het ontstaan va n een langzaam maar gestaag groeiende ser ie Franse reg ionale avifauna's en verspreidin gsatl assen, waa rva n het boekj e va n Jean-Pierre Sardin de laatste in rij is. Het behandelt de voge ls va n het departement Charente, gelegen tussen het Massif Central en de Atlanti sc he Oceaan, ten noordoosten va n Bord ea ux . Na een inl eidend hoofdstuk ove r de aa nwez ige biotopen en hun geolog isc he en hyd rolog isc he achtergro nd, vo lgen achtereenvolgens aparte besprekingen va n de soorten die uitsluitend doortrekken (inc lu sief een overzicht va n res ultaten va n rin gonderzoek en een aparte lij st va n ze ldzamere soorten), de w intergasten en de broedvoge ls. Deze laatsten wo rden geïllu streerd met pentekenin gen en de bekende stippenkaarten. Het geheel wo rdt geprese nteerd in een eenvo udi ge stijl die nog wat ouderwets aandoet maar we l past in de omz ichti ge benaderin g va n het te bereiken Franse leken publ iek waa r tradit ionele opvattin gen over natuur en jachtrechten nog een zee r voo rnam e rol spelen, zeker in de regional e en loka le po li tiek.

Van de regelmatige wintergasten is de Rotskruiper

Tichodroma muraria vermeldenswaard. Deze soort was alti jd ze ldzaa m in de Charente, hoewe l slechts op 200 km va n A lpen en Pyre neeën, maar wordt thans (s ind s 1980) j aarlijks waargenomen op kleine rotswandjes en op muren van kerken en kaste len: dat za l ve le Nederland se voge laars bekend voo rkome n! De Charente herbergt ook nog op Franse en Europese sc haal niet onbelangrijke broedpopulaties va n bv Kleine Trap Tetrax tetrax en Griel Burhinus oedicnemus. Van deze soo rten zi jn in het najaar oo k een aa ntal pleiste rIaatsen aanwezig waa r be langrij ke aa nta ll en z ich verzamelen alvorens weg te trekken. De laatste 10 jaar z ij n de aantallen echter sterk afgenomen. Tevens z ijn er nog wat med iterrane en montane inv loede n merkbaar met soorten als Slangearend Circaetusgallicus, Dwe rgooruil Otus scops en Rotsmus Petronia petronia. Ook de Bergflui ter Ph ylloscopus bonelli is er algemeen. A ls toegift wo rd en tot slot nog een achttal wa ndelroutes door avifaunistisc h interessante geb ieden beschre-

ve n. Een aa rdi g boekje, uiteraard voora l bestemd voor de 'Charentais' en an dere Fran sen maa r we llic ht ook bruikbaar voor toe ri sten die een comb in atie va n het Franse goede leven èn leuk en eenvo udig voge len wete n te waa rd eren. ANDRÉ J VAN LOON

Aankondigingen _ _ _ _ _ _ __ Club voor Natuurgeluiden Registratie De Clu b voo r Natuu rgeluiden Registratie (CN R) is een vere ni ging voor iedereen die is geïnteressee rd in het opnemen va n gelui den in de vrij e natuur. De CNR stelt zich tot doel om alle geïnteresseerden verder te hel pen met het u itoefenen va n deze hobby en daardoor de belangstel Iin g voor de natu u r te vergroten. Naast het stimul eren v.a n inform ele onderlin ge co ntacten en informatieuitwisselin g organ isee rt de ve renigin g oa officiële bijeenkom sten (twee maal per jaar), lez ingen en excursies, verza melt, vertaa lt en ve rsp reidt interessante artikelen, onderhoudt co ntacten met leveranci ers van apparatuur en bemiddelt bij de aanschaf daarvan . Daarnaast wo rdt een eigen bibliotheek va n boeken en tijdschriften opgebouwd alsmede een au diotheek va n natuurgeluiden. Hierin aanwez ig materiaa l kan ter beschikking worden gesteld voor educati eve doe leinden bij sc holen, uni vers iteiten, rad io- en telev isieprogramm a's, cursussen en lez in gen . Voo r meer informati e over en het li dmaatsc hap van de CNR kunt u sc hrij ven naa r: Club voo r Natuurgelui den Reg istrati e, p/a Wim Rougoor, Klavermeen 39, 3844 PS Harderw ij k, Nederl and .

[Outeh 8irding 73: 109-170, juni 19911

Ornithological Society of Egypt The Ornitholog ica l Society of Egypt (OSE), keen on the grow in g in te rest of European birders to v isit Egypt as this seems an importan t part of nature conservat ion strategy, showing the importance of nature and birds and th eir econom ie va lue (w ithout havin g to shoot them!), supp li es ass ista nce and in fo rm ation on birding in Egypt. The OSE annua ll y publ ishes the jou rn aI Courser (the third iss ue being due ea rl y in 199 1). Membership costs USD 10.00 per yea r and is open to all interested. Members w ill receive the Courser as we il as an OSE sti cker. For more informati on, p lease co ntact the sec reta ry of the OSE, Sherif Baha EI Din, Executive Bus iness Services, Ca iro Ma rri ott Hote l, PO Box 33, Za malek, Ca iro, Egypt, telephone +2023440953. Tiende veldornithologisch jaarboek van Noord-WestVlaanderen Begin april 1991 versc heen het Tiende

veldornithologisch jaarboek van Noord- West- Vlaanderen. H et bespreekt het voorkomen van 215 voge lsoorten in de betrokken regio in de periode van juli 1988 tot juni 1989. 25 auteurs ve rzo rgden de teksten va n dit meer dan 250

109


Aankondigingen pp te ll ende boek, gebaseerd op 23 600 voge lwaarnemingen. Het boek bevat zes grote hoofdstukken ove r respectievel ijk wa tervoge ls, grote waadvoge ls, dagroofvoge ls, steltlopers , nachtroofvoge ls en za ngvogels. In het hoofd stuk over de dagroofvogels wordt voo ral in gegaa n op de spectaculaire trekgo lf in mei 1989, alsmede op het st ij gend aa ntal broedgeva llen van enkele soorten. Dankzij uitgebreid telwerk op de stranden, in de Voo r- en Achterhaven va n Zeebrugge en in het Zw in vo rmt het steltl operhoofdstu k de parel va n het boek! De teloo rga ng va n de Achterhaven, de (tijdelijke?) spectacu laire opmars va n de Voo rh aven en het langzame herstel va n het Zwin z ijn de voo rnaamste resu ltaten. Voor het ee rst sind s eni ge jaren is ook weer een artikel opgenome n over de zeetrek langs de V laa mse kust. U itgebreide aand acht

DBA-nieuws

-------------------------------------------------------

DBA pelagic trips 1991 Wij maken u erop attent dat de beide in Dutc h Birding 13: 30, 199 1, aangekondigde 'pelagic trips' va nuit Ijmuiden, Noordholl and, in september 199 1 vo lledi g z ijn vo lgeboekt. Va nwege het grote aa ntal overboek ingen is in aller ijl een derde tocht georgani see rd op 22 september 199 1 maar oo k deze tocht is inmiddels vo lgeboekt. Dit betekent dat het geen z in meer heeft om geld over te maken. Vo lgend jaa r za l de DBA wederom een aanta l zeetochten organiseren; w ij raden u derh alve aan deze rubri ek nauwlettend in de gaten te houden. Meer nieuws over de 'Euro Bird Week' De in Dutch Birdin g 13: 29 -30, 1991 (en andere voge ltijd sc hriften), aangekondi gde 'Euro Bird Week' op Texel, Noord holl and, in oktober 199 1, gesponso rd door Nuts Zie ktekostenverzekering belooft een groot succes te worden. De 'grote meetin g' (ee n uitgebreide ve rsie va n de traditionele DBA-vogelweek aangevu ld met bu iten land se voge laars) za l, naa r het z ich laat aanzien , door 10-tallen bu iten landse voge laars bezocht wo rd en, waa ronder voge laars uit België, de BRD, Letl and, Noorwegen en Schotland. Van zaterd ag 12 tot en met vrijd ag 18 oktober 1991 zu ll en er elke avond lezingen worden gehouden voo r alle voge laars op Texel, in de zaa l va n het N IOZ, bij de haven 't Horntje. Het prog ramma voo r deze lez ingen is nog ni et vo ll ed ig bekend. Kenn Kaufman za l een lezi ng houden over prob lemen rond de herkennin g va n de Thayers Meeuw Larus (glauco ides/kumlieni) thayeri, Lasse Laine presenteert een 'mystery b ird' com petitie en AIgird as Knystautas (o nder andere bekend va n de schitterende dia's op de laatste DB A-dag) geeft een lezing met vee l voge ldi a's over de USSR. Ook de ove ri ge avonden zullen een geva ri ee rd programma bi eden. In het augustu snummer va n Dutch Birding za l het vo lledi ge programma voo r de avond lezi ngen worden gegeven. Va nwege het intern ation ale karakter va n de week zull en alle lez in gen in het Engels z ijn . Omdat het NIOZ vrij ve r weg

110

gaat verder na ar de uni eke meeuwen- en sternko lon ie in de Voo rh aven. Dit unieke en prac htig geïllu streerde boek kan besteld wo rden door storting va n BEF 350. 00 (i nclu sief BEF 50.00 portokosten) op giroreken in g 478-9010781-16 tnv Ve ld ornithologisch Jaarboek, Ro nse larestraat 105, 8380 Bru gge (Be lgië); of va n N LG 20.00 op girorekenin g 473327 tn v Danubi a Belgium, Den Haag (Nede rl and); ve rm eld in beide geva llen 'Jaarboek 88-89'. Ook de vo ri ge negen jaarboeken z ijn nog steeds verkrij gbaar door storting va n, res pectieve lijk, BEF 300.00 of N LG 17.50 (inclu sief portokosten) op bovenstaande rekeningnummers, onde r duidelijke verm eldin g va n het gewenste jaa rboek.

li gt va n De Cocksdorp, waar doorgaa ns de meeste vogela ars ve rblij ve n, za l de orga ni sati e busvervoer in de avond uren regelen va n en naar het NIOZ. Eve nals v orig ja ar zull en er portofoons van Staatsbosbeheer besc hikbaar zijn en komen er in formatieborden. Accommodatie moeten voge laa rs nog altijd zelf regelen (v ia VVV Texe l, Groeneplaats 9, 1791 CC Den Burg, Nederl and, telefoon 02220-14741). Op de uitnodiging voo r de 'kleine meeting' - tijd ens we lke leden va n voo rn amelijk Westeuropese en Amerikaa nse dwaa lgastencommissi es praten over de behandelin g va n ze ld zaa mh eden en determinatiev raagstukken hebben alle uitgenodigde landen enthous iast gereagee rd en de komst va n één of meer deelnemers toegezegd. Deze voge laars zu llen gedurende halve dagen met elkaar discussiëren en de rest va n de dag voge len. Zi j verblij ve n b ij elka ar in jeugdherberg ' Panorama' bij Den Burg. De vo lgende perso nen hebben hun komst reeds toegezegd : Kenn Kaufman, Paul Lehman, Don Robe rso n en Claudia Wi ld s (VS), Ki lli an Mu ll arney (Ierl and), Dick Forsman en Lasse Laine (Finland ), Per A lström, Urban O lsso n en Dan Zetterström (Zweden), Bob Hume (GrootBrittanni ë), Peter Barthel (BRD), Philippe Duboi s (Frankrij k) en leden van de Belgische, Deense, Letse, Lu xemburgse, Noorse, Oostenrijkse, Pool se, Ijslandse, Zwitserse en, natuurlijk, Nederlandse dwaa lgastencommissies. Deze ' kleine meeting' begint op vrij dag 11 oktober en duurt de hele vo lgende wee k. More news about the ' Euro Bird Week' As announced in Dutch Birding 13: 30, 199 1 (a nd va riou s other journa ls), an international meetin g for b irders, the first Euro Bird Week, w ill take place o n th e Dutch island of Texel, Noordho ll and, fro m 12 to 20 October 1991. Th e Euro Bird Week w ill co nsist of a publi c meeting for birders from all over Europe and of a rariti es commi ttees meetin g for a num ber of in vited birders. The publ ic meeting w ill be attended by at least 150

[Duteh 8irding 73: 110-111 , juni 1991[


08A-nieuws Dutch birders and a few dozens foreigners have shown interest to join them. Th ese bird ers w ill be birdwatching during daytime and ca n attend lectures during all evenings of 12-18 October. The evening lectures w ill be held at the co nference roo m of the NIOZ, near th e so uthern tip of the island . Th e programme is not yet comp letely known butwill include a lecture by Kenn Kaufman on the identification of the Th ayer's Gull Larus (glaucoides/ kumlieni) thayeri, a mystery-b ird compet ition by Lasse Laine and a lecture about Soviet bird s by th e famous Lithu anian photographer Aigirdas Knystautas. Th e other lectures w ill be presented by other birders attendin g the co mmittees meetin g and w ill focus on current identification topic s (eg, Cro ss bill s Loxia, Hume's Yellow-browed Warbier Phylloscopus humei, orange-b illed tern s Sterna

bengalensis/elegans/maxima) . For the committees meetin g, members of rariti es co mmittees of several European co untries and the USA have been in vited . Th e reaction s sofar are very encouraging. The fo ll owing perso ns w ill attend th is meeting: Paul Lehman, Don Roberso n and Claudia W ild s (USA), Killi an Mu ll arn ey (Ire land), Di ck Forsm an and Lasse Lain e (Finland ), Per Aiström, Urban O lsson and Dan Zetterström (Sweden), Bob Hume (G reat Britain),

Peter Barthel (BRD), Philippe Dubois (Frankrijk), as we il as members of th e A ustrian, Belgian, Danish, leelandi c, Latvian, Lu xe mburg, Norwegian, Po li sh, Swiss and, of course, Dutch committees. Th ese people w ill stay togeth er at the yo uth hostel ' Panorama' near Den Burg, w here th ey w ill have half-d ay talks on techn ica l aspects of the wo rk of rarities co mmittees and on identification top ics . Th e rest of the day w ill be spe nt birdin g. Thi s meeting starts on 11 October. During the Euro Bird Week, th ere w ill be wa lki etalkies and information boards to spread all b ird news as quickly as possible. Birders interested to join thi s major ornithol og ica l event ca n arrange their accommodation on Texel by co ntactin g VVV Texel, Groeneplaats 9,1791 CC Den Burg, Netherlands, te lephone +31-2220 14741. Th ere are ca mp sites on the island and all kind s of hotels, holid ay homes and bed -and-breakfast type accommoda tions are ava il abl e. For more information on th e Euro Bird W eek and birding on Texel yo u ca n w rite to: Dutc h Birding, Postbu s 756 11 , 1070 AP Amsterdam, Neth erlands. More in formation w ill follow in th e next issue of Dutch Birding.

Verzoeken ______________________ Atlas of the breeding birds of Greece For th e preparation of an atlas of the breeding birds of Greece, Hartmut Heckenroth and co-wo rkers are interested in receiv ing from foreign bird ers all kinds of information on breeding birds of Greece. After inclusion in the Greek atlas, th ese data also w ill be used by th e European Orn itholog ica l Atlas Committee of th e ICBP. Resu lt of censuses are we lcomed as we il as single observations during holida ys. Observations of mi grating White Sorks Ciconia ciconia in Greece, es peciall y from the so uthern part and the Greek islands are also of great interest. Pl ease send in yo ur data on spec ial record fo rm s. If yo u do this as soon as possibl e, th ey ca n still be in serted on the d istribution maps already made. The reco rd forms ca n be obtained from H artmut Heckenroth, Hoppegartenring 90, 3012 Langenhagen 1, FRG. Identification of nightjars For a paper on the identification of ni ghtj ars Caprimulgus in the Western Palearctic (to be publi shed in Dutch Birding), N igel Cleere (25 Bedford Close, Newbury, Berkshire RG14 6SU, UK)

[Outeh Birding 73: 111, juni 1991]

needs at-rest and fli ght photograph s of Nub ian C nubicus, Golden C eximius and Egypti an Nightjars C aegyptius for research and for possible se lection for publ ication. Pl ease indi cate w hether the photograph s shou ld be returned or not (a nd if so w hen). A ll contributors w ill be acknow ledged. Vogelfoto's Göksu delta In het kader van een natuurbeschermin gsproj ect w il de Zuidturkse provinci e lçe l een permanente tentoon stelling inri chten over de fl o ra en fa un a in de Göksu delta, Turkij e. Voor dit doel is de Turkse 'Soc iety for th e Protecti on of Nature' op zoek naar fotografen die be langeloos fraaie foto's (kl eur en zwa rtw it) va n Turkse voge lsoorten ter beschikkin g w ill en stel len voo r reproductie op poster-form aat (met verme lding van de fotograaf). De foto's moeten gemaa kt z ijn in Turkije, bij voo rkeur in de Göksu delta. Di a's (of kopi eën daarva n) en/of negatieven kunnen wo rden opgestuurd naar: Tom M va n der Have, Furkabaa n 674, 352 4 ZL Utrecht, Nederland

111


Recent WP reports_ _ _ _ __ _ This review of recent reports of rare and i nteresting birds in the Western Palearctic refers mainly to January and February 1991. The reco rds are largely unchecked, not authenticated. A liule Shearwater Puffinus assimi/is was found dead in Landes, France, in mid-December 1990. For the third successive winter, four Pygmy Cormorants Pha/acracorax pygmeus stayed on the Donau, Tullner Feld, Niederösterreich, Austr ia. From at least 24 january, an American BiUern Bataurus /entiginasus was at Marton Mere near Blackpool, Lancas hire, enjoyin g many British birders (for more details, see Birding World 4: 49-51 , 1991).27 Glossy Ibises P/egadis fa/cinellus were counted at Larac he, Morocco, on 7 January (cf Dutch Birdin g 13: 31, 1991 ). The first CoUon Teal Nettapus coromande/ianus for Saudi Arabia was at AI Hair, Central Province, in February. This duck is w idespread throughout south-eastern Asia (includin g the Indi an subcontinent). It accurs almost an nu al ly in Bahrain and Oman, with most records from November to May. The male Lesser Scaup Aythya affinis of Oxford Island, Armagh, Ireland, changed to Lurgan Park, also Armagh , on 24 january, before moving on to Hillborough Lough, Down, from 26 january to at least 24 February. Th e Mi Iton Loc h, Dumfries and Galloway, Britain, male Lesser Scaup remained on nearby Auchenreoch Lach from 11 to 25 january (for more details, see Birding World 4: 29,199 1). On 30 December 1990, a fine male Steller's Eider Po/ysticta stelleri was found at Sahlenburg near Cuxhaven, Niedersachsen, FRG. An immatu re female Harlequin Duck Histrionicus histrionicus frequented the river and bay at Wiek, Highland, from 6 February, constituting the 10th British record of this mainl y Eastern Pal ea rctic and Nearctic species (for more details, see Birding World 4: 47-48, 1991 ). A subadu lt Steppe Eagle Aqui/a nipa/ensis found at Fyledalen, Skäne, on 3 November 1990 remained until at least 17 March (there are c 20 previous records for Sweden). After records in October 1895 and December 1951 , France produced its thi rd Allen's Gallinule Porphyru/a alleni: from 18 to 23 january (w hen found dead), an imm ature stayed at Marais d'Olonne, Vendée. Saudi Arabia's first Pheasant-tailed Jaçana Hydrophasianus ch irurgus rema in ed at Riyadh in December 1990. This extraordinary jaçana (the only one with seasona l plumage changes and mi gratory habits) is a regul ar w inter visitor (fro m the Indian subcontinent) ta Oman where it occasionally aversummers; it is a vagrant to Vemen. A Killdeer Charadrius vociferus was at Ballycotton, Cork, Ire land, from 7 j anuary to at least 21 February. On 14 january, a first-winter Kittlitz's Sand Plover C pecuarius was di scovered at Lake Merzouga, Morocco. The three Slender-billed Curlews Numenius tenuirostris remained at Merja Zerga, Morocco, until at least 4 February . Interestin gly, there was a report of a Slender-billed Curlew at Lake Ichkeul, Tunisia, in November 1990. A Greyheaded Gull Larus cirrocepha/us seen at Wi Istone Reser-

112

vo ir, Tring, Hertfordshire, on 10 February and at Brogborough Lake, Bedfordshire, on 17 and 19-21 February is general ly believed to be an escape by the British birding fraternity (for more details, see Birding World 4: 45-47, 1991 ). A first-year American Herring Gull L argentatus smithsonianus was identified at Galway, Ga lway, Ireland, on 9 january, w ith another on 27 january, and th ey we re later joined by a second-year on 19 February. A first-winter leeland Gull L g/aucoides remaining at H elsinki from 29 December to 5 February was only the fifth record for Finland. At least nine Kumlien's Gulls L g /aucoideslkum/ieni kum/ieni were noted in Britain and Ireland. Interestingl y, two of them showed c haracters associated with Thayer's Gull L g/k thayeri, ie, a first-year at Galway, Ireland, from 12 to 27 january and another first- yea r at Ayr, Strathclyde, Britain, from 1 February ta at least 30 March (for more details of the latter bird, see Birding World 4: 82-83, 1991). For an excellent review articl e on the ' rise and fa ll ' of the Thayer's Gull , see Birding 22: 197-300, 1990. From 6 to 13 january, a fine Ross's Gull Rhodostethia rosea gave acte de présence at Ga lway, Ireland. A Lesser Crested Tern Sterna benga lensis was located at the Sous estuary, Morocco, on 1 january. In Ireland, an adu lt Forster's Tern S forsteri was at Strangford Lou gh, Down , on 6 january; probably the same stayed at Millisle, also Down, from 12 j anuary to at least 8 March. The sight record of a (winter-plumaged) Brünnich's Guillemot Uria lam via off Sule Skerry, c 35 miles west of Orkney, Britain, on 25 january, might be an indication th at thi s (sub)arctic species occurs more regularl y in British and Iri sh waters than general ly assumed (cf Ir Birding News 1: 105- 112, 1991). The Rufous Turtle Dove Streptapelia orientalis reappeared at Mörbylänga, Öl and, Sweden, on 7 February for its 7th yea r. The firstyea r male Snowy Owl Nyctea scandiaca at Wainfleet, Lin co ln sh ire, Britain, stayed there until 18 March (cf Birdin g World 4: 30-31, 1991); thereafter, it was seen at var ious places in Norfolk (23 -25 March) and Humberside (30 March). There was also a report of a Snowy Owl in Bel gium: from 27 December 1990 to 11 February, a bird (probably also a first-year male) was present at Boezin ge and Pervij ze, W estvlaanderen. A long-stay ing Hawk Owl Surnia u/uia rem ained at Farum, K0benhavn, Sjaelland , Denmark, until at least 3 March. The report of a Pied Kingfisher Cery/e rudis at Arès NR, Gironde, France, from 29 December 1990 to at least 7 january is intri guing. Wintering Olive-backed Pipits Anthus hodgsoniwere observed in the Netherlands (two at Noordwijkerhout, Zu id holland, from 12 j anuary to 8 Bebruary) and Ireland (one at Cobh, Cork, on 23-24 january) . An Eversmann's Redstart Phoenicuruserythronotuswas found at Riyadh, Saudi Arabia, in january. Black-throated Thrushes Turdus ruficollis atrogularis were reported at Pontlevoy, Loir-et-Ch er, France, on 1 january and at Helsinki , Finland, on 2 j anuary. Ireland's first Marsh Tit Pa rus palustriswas seen at Bray, Wicklow, on 17 December 1990. The female Wallcreeper Tichodroma muraria

IOuteh Birding 73: 112-1 15, juni 19911


Recent WP repo rts

107 Amer iea n Bittern Botaurus lentiginosus, Marton Mere, Blaekpool , Laneashire, Britain, February 1991

108 Harl eq uin Duek Histrionicus histrionicus, Wiek, Hi ghl and, Britain, February 199 1 (David Tipling)

(David M Cottridge) 109-110 Slender-billed Cu rl ew Numenius tenu irostris, Merj a Zerga, Moroeeo, Janu ary 1991 (Hans Cebuis)

113


Recent WP reports

111 Kittlitz's Sand Plover Charadrius pecuarius, Lake Merzouga, Morocco, Janua ry 1991 (Hans Gebuis)

112 Hawk Ow l Surnia u/u/a, Farum, K0benhavn, Sjaelland, Denmark, February 1991 (Arno /d Meijer)

113 Thayer's Gull Larus g/aucoideslkum/ien i cf thayeri, Galway, Galway, Ireland, January 1991 Uack Ma/ins)

114


Recent WP reports at Amsterd am, Noordholl and, the Netherl and s, stayed until 5 April. A female Yellow-throated Bunting Emberiza e/eganswas at Hildes heim, N iedersac hse n, FRG, from m id-j anu ary. It is wo rth po intin g out that a record of a ma le of thi s Eastern Palea rcti c species at Overveen, Noordho ll and, the Netherl ands, from 8 to 23 August

1989 has not been accepted by th e Dutch ra riti es committee (as bein g considered an escape) . 1w ish to th ank A rn oud va n den Berg, Hans Gebui s, jack M alin s, A rnold Me ijer, A ri e O uwe rkerk and Peter 5ymens fo r their help in co mpilin g thi s rev iew.

GeraldJ Oreel, Postbus 5 7273, 7007 EG Amsterdam, Netherlands

Recente meldingen _ _ _ _ _ __ Dit ove rz icht va n recente meldi ngen va n ze ld za me en interessante vogels in Nederl and bes laat voo rn amelijk de maa nden maart en april 1991. De ve rmelde geva llen z ijn merend eels niet geverifi eerd en het ove rz icht is niet vo lledi g. A lle voge laars die de moeite namen om hun waa rn emingen aan ons doo r te geven wo rd en hartelijk bedankt. W aa rnemers va n soorten die worden beoo rd eeld doo r de Com m iss ie Dwaa lgasten Nederl and se Av ifaun a wo rdt verzoc ht hun waa rn emin gen zo spoedig moge lijk toe te ze nden aa n: CDNA, Postbus 45, 2080 AA Santpoo rtZuid, Nederl and . Hi ertoe gelieve men gebruik te maken va n CD NA-waa rn emin gsformuli eren die eveneens verkrij gbaar zijn bij bovenstaand adres . AALSCHOLVE RS TOT VA LKEN Een Kuifaalscholver Pha/acrocorax aristote /is ve rbl eef tot tenmin ste 15 april te Ijmuiden Nh. O p 25 maart zo uden er daar ze lfs twee gez ien z ijn. Op 3 april v loog een Kwak Nycticorax nycticorax ove r Rotterd am-West Zh. Bij N ieuwerke rk aan den Ijsse l Zh ve rbleef va n 10 tot 16 maart een Grote Zilverreiger Egretta a/ba. Va naf c 15 maart wa ren tenmin ste twee exempl aren aa nwez ig in Zuidelijk Fl evoland FI. Overvliegende Zwarte Ooievaars Ciconia nigra wa ren er te Maasslui s Zh op 2 1 maart, te Dod ewaard G ld en Rh enen U op 14 april, bij Bres kens Z op 24 april en in Utrecht-Overvec ht U en H oeve lake n G ld op 25 april. O p de Strabrec htse Heide N b brac ht een exempl aa r de nacht va n 11 op 12 april door. c 40 (meest ove rtrekkende) Ooievaars C ciconiawerd en in deze pe ri ode gesignaleerd. Dwergganzen A nser eryth ropus werd en nog opgemerkt b ij het j aap Deensgat in de Lauwersmeer G r op 17 maa rt (een) en op 20 april (twee). Tevens ve rb leven daar maximaa l drie Sneeuwganzen A caeru /escens. Een andere Sneeuwga ns zat samen met een Ross' Gans A rossii op de Pl aat va n Scheelhoek bij Stellendam Zh. Witbuikrotganzen Branta bernicla hrota wa ren er op A meland Fr va n 2 tot 8 maa rt (zeven), bij Goedereede Zh op 3 maart en op Texel N h op 17 maa rt (twee) . Op A meland we rd op 3 en 6 maart een Zwarte Rotgans B b nigrica ns geobse rvee rd. Een andere Zwa rte Rotga ns zat va n 10 tot 20 maa rt op Texel waa r op 28 april ook een eerstejaars exem plaar va n deze ondersoort gez ien werd. Behalve de 'Rotjes ' had A meland op 6 maart nog een Roodhalsgans B rufico llis

[Outeh 8irding 73: 775-77 9, juni 7997 1

in petto . Tu ssen Eist U en Ingen G ld liet z ich va n 24 tot 31 maa rt een mannetje Amerikaanse Smient Anas america na fraa i bekijken. Een Amerikaanse Wintertaling A crecca caro /in ensis zat op 29 april langs de Oostvaardersdij k FI. Een hyb ride tu sse n A c crecca en A c caro/inensis we rd op 24 april in Ijmuiden gez ien. Krooneenden Netta ru fina wa ren er tot 7 maart in Utrec ht, op 2 en 16 maart in Amsterdam N h, op 7 maa rt in de HW duinen Zh (v ij f), op 9 maart te Wee rse lo 0, va n 14 tot 24 maa rt te Den Bosc h Nb (twee), op 30 en 3 1 maa rt op de O uderkerkerplas N h, op 14 april langs de Oostvaa rdersdijk en op 20 april in V inkeveen U. Een Witoogeend 114 A merikaa nse Smi ent A nas americana, Ei st, Utrec ht, maa rt 199 1 Uaap va n 't Hof)

11 5


Recente meldingen Aythya nyroca was op 29 maart en 14 apri l aanwezig in de buurt van Haaksbergen O. De Koningseider Soma teria spectabilis van Hoek van Holland Zh hield daar weer audiĂŤntie van 28 tot 31 maart en op 14 en 15 april. Een mannetje BrilzeeĂŤend Me/anitta perspicillata werd geclaimd op 2 mijl ten noorden van Terschelling Fr op 22 apri l. In deze maanden werden 32 Zwarte Wouwen Mi /vus m igrans en 56 Rode Wouwen M mi/vus gemeld. De Zwarte Wouwen werden voorname lijk in april waargenomen. Een Zeearend Ha/iaeetus albicilla werd op 20 maart geme ld te Veen hoop Fr. Een exemp laar zat op 29 maart en 1 apri I op de Dintelse Gorzen Nb. Vanaf 12 apri l trokken de eerste Grauwe Kiekendieven Circus pygargus alweer het land in. V ier exemplaren werden gez ien. Een Steenarend Aqui/a chrysaetos werd geclaimd in Ve lp G ld op 11 maart. AI op 14 maart vloog een Visarend Pandion haliaetus over Rotterdam. Vanaf 24 maart we rden c 30 exemp laren gezien waarvan somm igen enke le dagen op een p lek verb leven. Roodpootvalken Fa/co vespertinus vlogen voo rbij de Knardi jk Flop 11 april , ove r G roni ngen Gr op 14 apri l, langs Breskens op 25 apri I (twee) en over Lexkesveer bij Wageninge n G ld op 27 apri l. Tot begin april waren op diverse lokat ies nog c 20 Slechtvalken F peregrinus aa nwez ig. Een doortrekker v loog op 28 apri l over de Ooijpolder Gld. KRAANVOGELS TOT ZEEKOETEN Massa le doortrek van Kraanvogels Crus grus vond plaats tu ssen 2 en 17 maart

115 Kuifduikers Podiceps auritus, Ijmuiden, Noord holland, apri l 1991 (Piet Munsterman) 116 Ijseenden Clangu/a hyema/is, Ijmuiden, Noordholl and, april 199 1 (Piet Munsterman)

116


Recente meldingen

117 Kuifkoekoek Clama tor glandarius, Lelystad, Flevoland, april 199 1 (A llen Liosi)

118 Zwa rtkopmeeuw Laru s melanocephalus, Maasvlakte, Z uidholl and, april 199 1 (RenĂŠ van Rossum)

11 7


Recente meldingen

119 Draaiha ls jynx torquilla, Maasvlakte, Zu idholl and, april 1991 (Hans Gebuis)

120 Pestvogel Bombycilla garru lus, Almere, Flevoland, apri l 1991 (Hans Gebuis)

118


Recente meldingen maartot ver in april werden enkelingen of kleine groepjes gez ien. Steltkluten Himantopus himantopus verschenen te Vlissingen Z op 24 en 25 april en op de Molenplaat Nb op 28 april. Aan de Ibi sweg FI werd op 24 april al een Morinelplevier Charadrius morinellus opgemerkt. Het 30-ta l meldingen van Zwartkopmeeuwen Larus melanocepha lus is waarsc hijnlijk maar een klein deel van het aantal dat werke lijk in ons land rondhangt. Geelpootmeeuwen L cach innans waren er bij de Braakman Z op 26 maart, bij Amste lveen Nh op 31 maart en bij Erlecom G ld op 13 april. Op drie mijl ten westen van Den Helder Nh werd op 3 maart een adulte Grote Burgemeester L hyperboreus gemeld. Dit kan niet het exemp laar van de Brouwersdam Zh geweest z ijn want die werd daar op dezelfde datum nog gez ien. Andere exemplaren wa ren er in Ijmuiden op 12 april en langsvliegend bij Parnassia in de Kennemerduinen Nh op 13 apri l. Een Reuzenstern Sterna caspia passeerde Breskens op 26 apri l. Langs de Zuidpie r va n Ijmuiden zou op 17 februari en op 3 maart een Zwarte Zeekoet Cepph us grylle gezeten hebben. KOEKOEKEN TOT GORZEN Een typisch geva l van 'jammer' was de Kuifkoekoek Clamator glandarius die op 4 apri l dood werd aangetroffen in Lelystad FI. Er werden aard ig wat Hoppen Upupa epops vastgeste ld. AI op 17 maart zat er een exempla ar in De Meern U. Andere Hoppen waren er in Denekamp 0 op 12 april , in Zoetermee r Zh op 13 april , in de AW-duinen N h op 15 april , in Wierden 0 op 27 en 28 april en in Scheveningen Zh op 29 april. Draaihalzen lynx torquilla versc henen op de H aa rl erberg 0 op 14 april, bij het Oostvoornse Meer Zh op 27 april , in Doetinchem Gld op 28 apri l en in Geldrop Nb op 29 april. Bij Breskens werd weer eens een 'doos' Roodstuitzwaluwen Hirundo daurica opengetrokken. Exemplaren werde n gemeld op 11 , 13,24 en 27 april. Een interessante waarnem ing is die van een Grote Pieper Anthus richardi die op 28 april overvloog bij Castri cum Nh. Vanaf 11 april werden alll doortrekkende Duinpiepers A campestris gez ien . Op 16 en 17 maart zou z ich in Lelystad- Haven FI een Roodkeelpieper A cervinus hebben bevonden. Andere meldingen waren er op 13 april op Schiermonnikoog Fr en op 24 april te Breskens. Een mannetje Citroen kwikstaart Motacilla ci-

treola fleurde op 29 april korte tijd dedijk bij Breskens op . Pestvogels Bombycilla garru lu s verb leven in AlmereStad FI van 4 maart tot 5 apri l (max imaa l zes), in Groningen op 7 maart (zeven), in Wageningen op 8 ma art, in Elburg Gld van 16 tot 18 maart (maximaa l 23), in Assen o van 12 tot 27 maart (20), in Oldenbroek G ld van 21 tot 29 maart (max im aa l 22) en in 't Harde Gld op 7 en 8 april (15). Zes exemp laren die van 22 tot 24 april in Ze ist U zaten waren waarsc hijnlijk dezelfde zes die op 16 april in De Bilt U werde n gez ien. De Waterspreeuw Cinc/us cinc/us van de AW-duinen werd daar op 6 maart nog gezien. In de Eemshaven Gr werd op 12 apri l een mannetje Blonde Tapuit Oenanthe hispanica geclaimd. De Rotskruiper Tichodroma muraria was aanwez ig op het terrein van de Vrije Universiteit in Amsterdam Buitenveldert tot 26 maart en verhui sde daarna naar de Augustinusparochie in Amstelveen va n 29 tot 31 maart. De laatste waarnem in g van de vogel was op 5 april maar nu weer op het VU-complex. Gelet op de voo rl opige berichten met betrekking tot de aanta ll en territoria van Buidelmezen Remiz pendulinuslijkt het erop dat dit jaar bijzonder goed gaat worden. Tot begin april werde n op ve le heiden en andere geschikte terreinen Klapeksters Lanius excubitor gez ien. Op 15 april zat er nog een exemp laar in de AW-duinen. c 35 Europese Kanaries Serinus serinus werde n gemeld vanaf 24 maart waa rvan al leen al 22 exemplaren bij Breskens . Van 15 tot 21 april verb leef een paartje Witbandkruisbekken Loxia leuCQptera bij Beekbergen Gld. Met betrekking tot Grote Kruisbekken Loxia pytyopsittacus kan verme ld wo rden dat op enkele plekken in Nederland broedpogingen worden ondernomen. AI op 2 1 apri l zong er een Roodmus Carpodacus erythrinus aan de Knardijk. Ortolanen Emberiza hortulana vlogen langs Breskens op 25 en 29 april en langs Parnassia in de Kennemerduinen op 27 april. Op 27 april zo ng een exemp laar in de Kil van Hurwene n Gld. Een opmerkelijke vo nd st was het zingend mannetje Bosgors E rustica bij Breda Nb. Helaas was de voge l later op die dag alweer verdwenen. Een mogelijke Dwerggors E pusilla vloog over bij Dordrecht Zh op 29 maart. Tussen 13 maart en 27 april werd en 10 Grauwe Gorzen Miliaria ca landra gez ien bij Breskens. Op 20 april zaten er vier bij Ophemert Gld.

Eugène van der Burg, Vliestroom 747,240 7 VD Alphen aan den Rijn, Nederland Ruud M van Dongen, Albertusstraat 4, 5267 AD Vught, Nederland Peter WW de Rouw, Warande 23, 3705 ZB Zeist, Nederland

DB Actueel _ _ _ _ _ _ __ __ Oehoe bij Arnhem In maart 1990 werd Burgers' Dierenpark bi j Arn hem Gld plotseling een Oehoe Bubo bubo rijker. Het gi ng echter niet om een kooivogel maar om een ongeringde w ilde Oehoe die z ich zeer aangetrokken voe lde tot de luid roepende dierentuin-Oehoes.

[Dutch Birding 13: 119-120, juni 1991[

Het vrouwtje nestelde tegen het hek va n de kooi en legde tweemaa l twee onbevruchte eieren. In beide gevallen werden de eieren kapot gepikt door Eksters Pica pica. Na deze mislukte 'broedpoging' verd ween de Oehoe niet. Integend eel. Toen de kooivogels jongen kregen , bego d

119


OB Actueel ze fa natiek voedse l aan te slepe n. Ook in de zomer bl eef ze in en nabij het park rondhangen. Dit bleek voora l uit de ve le prooi resten die rond de uilenkooi we rden aangetroffen , voora l van ege ls Erinaceus europaeus; men vond ze lfs een f lam in go-poot. Ook verdwenen er opva ll end vee l fe l gekleurde mannetjes eenden uit de parkvijvers . In maart 199 1 ve rsc heen de Oehoe opn ieuw in het parken legde twee, wederom onbevru chte, eieren. Voordat de Eksters de eieren kapot ko nden p ikken we rd en z ij vei li g gesteld. Het legsel is opge nomen in de co llectie van het Nationaa l Natuurhi storisc h Museum te Leiden Zh. Vervo lgens werd besloten het park ditmaal te besc hermen tegen deze ongenode 'gast aan tafel ', en de Oehoe werd gevangen. Ze werd overgebracht naar Zu idLimburg in de hoop dat zi j daar met een mannelijke soortgenoot in contact kan komen. Orpheusspotvogel op Schiermonnikoog In de ochtend van 31 mei 1991 we rd lands het Kronkelpad op Schiermonnikoog Fr een halve seconde lang de za ng gehoord van een ' hippocep halu s', die door één va n de waa rnemers, nadat hij eerst van zijn fiets was geva llen, direct gedeterm ineerd werd als een Orpheusspotvogel HippoIais polyglotta. Een half uur stilte daarna zaa ide toch wee r eni ge twijfel en deed de waarnemers weer vertrekken. Bij terugkeer in de middag zo ng de voge l iets frequenter, vo ld oende om de boud e aa nva nkelijke determ in atie te bevestigen. De za ng kon uitgebreid op de band wo rden vastge legd. Hoewel slechts af en toe een glimp van de kortvleugel ige spotvoge l kon worde n opgeva ngen, verborgen als deze zat in de toppen va n meidoorns en steeds op weg naar een andere top, sloot ve rgelijking met andere bandopnames iedere verg iss ing uit. De vo lgende oc htend zo ng de voge l uitbundi g en liet z ich vo ld oe nde zien om de waa rnemin g met een beschrij vin g te comp leteren . Het betreft (i nd ien aanvaard) het negende en meest noordelij ke geva l voo r Nederl and en het eerste voo r Schiermonnikoog. Bijeneters te Kreileroord Op donderdag 23 mei 1991 ontdekte Laurens va n der Vaart om 9:30 vanuit zij n sc hool te Kreileroord Nh een groep van negen Bijeneters Merops apiaster terwijl deze foe rageerden boven het plaatselijke voetbal ve ld. Gelukki g bleven de voge ls een aanta l dagen in het dorp rondhangen zodat een groot aa ntal vogelaars ervan kon gen ieten . De Bijeneters waren aanwez ig tot dinsdag 28 mei; op deze dag werden ze na 17:30 niet meer waa rgenomen. Tijd ens hun verb l ij f overnachtten de voge ls meesta l langs de Oosterterpweg, in de hoge bomen achter hui snummer 34. In de tuin va n dit hui s bevonden z ich een aantal bijenkasten waarva n de Bijeneters in de vroege oc htend hun ontbijt genoten. Het was n iet de eerste keer dat een zo grote groep Bijeneters in Nederland we rd waargenomen. Er z ijn waarnem in gen va n meerdere overtrekkende voge ls zoa ls een groep van 15 op 27 juli 1987 in Fl evo land en een groep van 14 te Huizen Nh op 17 mei 1989. Bijeneters zijn in Nederland meerdere malen tot broerfen gekomen. De laatste kee r was op Texel Nh in 1983

121 Bijeneters Merops ap iaster, Kreileroord, Noord holland, mei 199 1 (Laurens van der Vaart)

toen van de v ijf uitgebroede jongen er helaas maar één is groot geword en (cf Dutch Birding 6: 58 -61, 1984). Succesvolle 'big-daV' Op zo ndag 19 mei 1991 hi elden Max Berlijn, To m Kompier, Teus Luijendijk en Arno ld Meijer een 'big-day'. Z ij w isten in 24 uur 158 voge lsoorten binnen de Nederl andse grenzen waar te nemen. Hiermee bereikten z ij de tweede plaats op de lij st van in Nederland gehouden 'big-days'. Het record staat nog steeds op naam van Bert Pieterson, Jowi de Roever en W im van der Schot. Zi j w isten op 15 mei 1989 160 soorten te zien of te horen. Ditzelfde team, aangevu ld met Martin van den Berg, bezette tot nu toe ook de tweede plaats op de lij st, met 157 soorten op 14 mei 1988, maar is nu dus naar de derde plaats verwezen. Het houde n van een succesvoll e 'big-dav' vereist een goede voo rbereiding èn een goede kennis van het reglement. Zo mag er niet met 'verklikkers' gewerkt worden (dit zijn mensen die bij een bepaalde voge l de wac ht houd en om deze aan de deelnemers aan te w ij zen) en moet tenm in ste 95% van het totale aan tal soorten door alle deelnemers z ijn waa rgenomen. Dikwijls ontbreken onverwachte soorten op de lij st van een 'b ig-dav'; zo miste in 1989 het team va n de lij staanvoerd er de Watersnip Ca llinago ga llinago en het team va n 1991 Goudhaan Regulus regulus en Braamsluiper Sylvia curru ca .


WESTERN BIRDS

f

A quarterly joumal of field ornlthology for actlve blrders and professional ornlthologlsts

• Bird identijication artieles written by experts and

rigorously reviewed byeditorial board • Generously i1fustrated by leading amateur and pro-

fessional artists and photographers • Articles and photographs documenting rarities and range extensions • Studies of bird distribution, abundance, behavior ,

migration and ecology WESTERN BfROS also announces :

• WFO sponsored pelagic trips • Annual conventions including field trips and bird identification presentations

To become a WFO member and receive WESTERN BfROS send $14.00 ($17.00 outside U.S.) annual dues payable to Western Field Ornithologists-D , c / o Howard Cogswell, 1548 East Ave ., Hayward , CA 94541, U.s.A.

Subscribers to Dutch Birding can claim 25'}'o off a Britisch Birds subscription.

The monthly journal for every birdwatcher

British Birds DUTCH BIRDING

... full of variety .. weil iIIustrated ... a/ways readab/e.

Why not give 'BB' a try? Tweemaandelijks tijdschrift voor elke fervente vogelaar!

Schrijf voor informatie naar: Dutch 8irding, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam

Ask for a free sample copy from Mrs. Erika Sharrock, Fountains, Park Lane, Blunham, Bedford,


DUTCH BIRDING TRAVEL-REPORTS SERVICE

-p

• Wh en you are pl annin g a birdin g trip o r holid ay abroad, ask for recent reports of fellow birdw atchers • M any items ava ilable, in Engl ish as weil as in Dutch • Reasonably pri ced (non-profit base) • All kinds of bird, nature and trave Irepo rts urgentl y required

For a free (on ly p& p casts) catalogue and oth er info rm ati o n, pl ease contact:

D IRK DE MOES POSTB U S 94 3956 ZS LEERSU M THE N ETHERLA NDS TE L: 0343 0 - 1711 5

The Club's region of interest embraces the entire Indian Subcontinent, South East Asia, the Philippines, Taiwan and much of Indonesia and China, It is open to all ornithologists throughout the world who share an interest in the region 's birds and their conservation.

Mernbers receive two Bulletins and a journal 'Forktail' annually, keeping thern in touch with the latest developrnents in Oriental ornithology.

JOIN TODAY Mernbership costs 1::9 (US $15) per annurn, or lor nationals living in countries within the Oriental region 1::6 (US $10) per annurn. Write lor details or to join (enciosing your lee) to The Mernbership Secretary, Oriental Bird Club, c/o The LOdge, Sandy, Bedlordshire, SG 19 2DL. United Kingdorn.


BELGIAN

BIRDING MAGAZINE DRIEMAANDELIJKS VOGELTijDSCHRIFT VOOR ALLE VOGELKIJKERS Artikels m.b.t. morfologie,taxonomie,trekgewoonten,gedrag, voorkomen,bescherming, status en nog veel meer over Belgische en West-Palearctische vogers. ldentificatievaria:determinatie van zowel zeldzame als meer frequente vogels. Recent nieuws over schaarse en zeldzame vogels in Belgiê.

Order it by paying 235 Swedish Kronor into Swedish postal giro 4639322 - 9, or send cheque or international money order or even cash ( $, E, DM and SEK only) directly to Krister Mild, Kopparvägen 23, 17572 Järfälla, Sweden.

OUDE

NUMMERS/BACK

ISSUES

De volgende nummers zijn nog leverbaar: The following issues are still available: Vol 1: 2/3 Vol 2: 1 Vol 3: 2 Vol 4: 1 Vo14:2 Vo14: 3 Vo14 : 4 Vo15: 1 Vol 5: 2/3 Vo15:4 Vo16:2 Vo18:3

(1979) (1980) (1981) (1982) (1982) (1982) (1982) (1983) (1983) (1983) (1984) (1986)

NLG 2.50 2.50 2.50 2.50 2.50 2.50 2.50 2.50 2.50 2.50 2.50 2.50

Vol 9:4 Vol 10: 1 Vol 10: 3 Vo110 : 4 Vo111: 2 Vo111: 3 Vo111:4 Vol 12: 1 Vo112:3 Vo112:4 Vo112:5

(1987) (1988) (1988) (1988) (1989) (1989) (1989) (1990) (1990) (1990) (1990)

NLG 2.50 5.00 5.00 5.00 5.00 5.00 5.00 5.00 7.5 0 5.00 5.00

Prijzen exclusief porto / prices excluding postage NB: Bij afname van lOof meer exemplaren wordt geen porto in rekening gebracht!

When ordering 10 or more copies, no postage wil! be charged! Besteladres / orders to be addressed t~ : Dutch Birding, Postbus 75611,1070 AP Amsterdam, Nederland / Netherlands

Betaling na ontvangst van acceptgiro / payment upon receipt of invoice


~

IS DIT DE TOEKOMST VAN ANTARCTICA?

moet onaangetast blijven en Greenpeace voert Antarctica daar aktie voor. Zoals altijd doen we dat zonder geweld. Maar zonder uw hulp zijn we nergens. Word daarom ook donateur van Greenpeace. Uw gift helpt ons echt enorm. I ik ~~ G;~~~c; ~ ~~dd-;;n~t;u;- Alsik-m;i;~l~~ tie~tlel I : I I

stort, krijg ik bovendien 4 x per jaar de Greenpeace kwartaalkrant. Deze bon gaat naar: Greenpeace Nederland, antwoordnummer 10734, 1000 RA Amsterdam. Bellen mag ook: 020-261877.

I Naam: I I Adres:

L~~c~d~:

I : I I I I I

_ ____

~l~: ________________ J

ZONDER UW HULP ZIJN WE NERGENS. Advertentieruimte aangeboden door Outch Birding


~utCh

Birding

Postal address Dutc h Birding, Postbu s 75 611 , 1070 AP Amsterdam, Netherl ands Fax address Dutc h Birding, c/o IVN (Paul Böhre), Amsterd am, Neth erl ands, +31-206266091 Editorial secretariat Gerald Oreel (+ 31-206730710) Editors Arnoud va n den Berg, To m va n der H ave, Graham Holl oway, André va n Lo on, Gerald Oreel, Frank Roze ndaa l and H ans Schekkerm an; DB Actu eel: Max Berlijn , Ruud va n Dongen and Jaa p Eerdm an s Photographic editor René Pop, Fl oris Burgwa l 54, 2907 PH Capelle aa n den Ijsse l, N etherl ands (+ 3 1-104508879) Production and lay-out André van Loo n (+ 31-206 997585) and René va n Rossum Advertising Roy de H aas (+ 31-3240628 19) Editorial assistants Kl aas Ei genhui s, Ted Hoogendoorn, Ed w ard va n Ijzendoo rn , Karel M auer and Hans va n der M eul en

Subscriptions 199 1 : NLG 45 (Neth erl and s) or BEF 900 (Belgium) annu all y; NLG 50 (oth er co untries inside Europe) and NLG 55 (countries outside Europe) . Giro acco unt (Netherl ands) 41 48 34 3 ; giro acco unt (Belg ium) 0 00159 24681 9; bank account 54 93 32 065 of Al gemene Bank Nederl and (Am sterd am). Accounts are in n ame o f Dutch Birdin g A ssociation , Postbu s 75 611 , 1070 AP Amsterd am, Neth erl and s. Paym ent maya lso be made by Access, Euroca rd , M asterCa rd o r Vi sa credit ca rd. Pl ease indicate account number and expiry date and append signature. Note: This method of paym ent is not appli ca bl e to subsc ribers res id ent in th e Neth erl and s and Belg ium. For subscriptions, information and changes of address, please write to: Dutch Birding, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Netherlands. Dutc h Birding is a bim onthl y journal w ith iss ues in February, April , June, A ugust, O ctober and December. It publi shes arti cles and notes o n morphology, systematic s, occ urrence and di stribution of bird s in th e Neth erl and s and Europe and elsewhere in the Palea rcti c region. It also publi shes contributions on bird s in th e A sian-Pac ific region . M anu sc ripts should be typewritten w ith double line-spac ing and w ide margin s on both sid es. A sc hedule of payment rates for authors, ph otograph ers and arti sts is ava il abl e from th e editorial sec retariat.

Dutch Birding Association Address Dutch Birdin g Associati on, Postbu s 756 11 , 1070 AP Amsterd am, Neth erl and s Board Paul KnolI e (pres ident), Enn o Ebels (sec retary), Arn old Veen (treasurer), Paul Bö hre (publi c relation s), Arn oud va n den Berg, Roy de Haas, Peter M e ijer, Gerald O ree l and Fra nk Roze nd aa l Board assistants Eu gène va n der Burg, Ron va n den Enden, Leo Heemskerk, Ferry Ossendorp, Wim va n der Sc hot, Kees Ti emstra, Di euw ke va n der Veen and Peter va n der W olf Travel-report service Dirk de Moes, Darth eideweg 2, 39 56 N N Leersum, Neth erl and s (+ 31-343017115)

Dutch Rarities Committee Address CDNA, Postbu s 45, 20 80 AA Santpoort-Zuid, Netherl ands Members A rnoud va n den Berg (c ha irman), Pi eter Bi son (secretary +31-206715 783), Ro lf de By (a rc hi v ist), Kl aas Ei genhui s, Gerald O reel, Cock Reijnders, Kees Rose laa r and Gerard Steinhaus; SOVON representati ve: Ruud va n D o ngen

© 1991 Sti chting Dutch Birdin g Assoc iatio n. The copyri ght of th e photograph s and drawings remain s w i·th th e p hotog raphers and arti sts. ISSN 0 167- 28 78. Printed by Albédon/ Kl op BV, Postbu s 32 11 , 222 0 CE Katw ijk, Neth erl and s


YoutCh

Birding

Jaargang 13 nummer 3 juni 1991 Volume 13 number 3 June 1991

81 83 86

Artikelen Jufferkraanvogels bij Asten in augustus-september 1989 Max Berlijn Grijze Strandloper in Oostvaardersplassen in juni 1989 Lammert van der Veen Spotl ij ster op Schiermonnikoog in oktober 1988 Enno B Ebe/s

Mededelingen Distinguishing Demoiselle Cra ne from Crane Magnus UI/man Blue-winged Teal in Egypt in March 1990 Cerhard Niko/aus & Rob van Westrienen Pectoral Sandpiper in Egypt in May 1990 Frans Schepers, O /ivier Pineau, Rienk Geene & Abde/aziz I Abde/samad 96 Vondst van coracoid van Reuzenalk op Maasvlakte in apr il 1981 Erwin JO Kampanje & N iek C Kerkhoff 98 Brown-throated Sand Martins in Egypt in April 1990 Hans Schekkerman & Rob van Westrienen 100 Sexual dimorphism in Graceful Warbier in Egypt Hans Schekkerman

90 93 95

Brieven 102 Western border of non-breeding range of Brown-headed Gull W (Ted) Hoogendoom 104 Record of Brown-headed Gull in Israel in May 1985 W (Ted) Hoogendoom Mystery photographs 106 Mystery photograph 40: Arctic Skua Arnoud B van den Berg

108 Corrigendum Recensies 109 Les oiseaux de Charente door J-p Sardin André J van Loon Aankondigingen 109 Club voor Natuurgeluiden Registratie; Ornithological Society of Egypt; Tiende veldornitho log isch j aarboek van Noord-West-Vlaanderen DBA-nieuws 110 DB Pelagictrips 1991; Meer nieuwsoverde 'Euro Bird Week'; More news aboutthe 'Euro Bird Week' Verzoeken 111 Atlas of the breed ing birds of Greece; Identification of ni ghtj ars; Vogelfoto's Göksu delta Recent WP reports 112 Recent WP reports: January and February 1991 Cera /d J Oree / Recente meldingen 115 Recente meldingen: maart en april 1991 Eugène van der Burg, Ruud M van Dongen & Peter W W de Rouw DB Actueel 119 Oehoe bij Arnhem; Orpheusspotvoge l op Schiermonnikoog; Bijeneters te Kreileroord; Succesvolle 'big-day'

86

Tekeningen Spotl ij ster Mimus po/yg/ottos (Cera /d Driessens)

Abstracted/indexed in: Auk, Ecological Abstracts, Emu, GEOBASE (Geo Abstracts Database), Ibi s, Wildlife Review, Zoo logical Record


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.