c;t;jJ Dutch Birding ?
Internationaa l tijdschrift over Palearctische vogels
Hoofdredacteur Arnoud van den Berg (023-378024) Adjunct hoofdredacteur Enno Ebels (030-96 1335) Uitvoerend redacteur André van Loon (020-6997585) Fotografisch redacteur René Pop (0 10-4508879) Redactieraad Marc Arge loo, Ferdy H ieselaar, Graham Holloway, Peter Mei ninger, Frank Rozendaal en George Sangster Redactie-adviesraad Christine Barthel (Duits land), Peter Barthel (Duitsland), Gerald Driessens (België), Klaas Eigenhuis (Nederland ), Dick Forsman (Finland), Ted Hoogendoorn (Nederland), Lars jonsson (Zweden), Killian M ull arn ey (Ierl and), Hans Schekkerman (Nederland), Hadoram Shi rih ai (Israël ) en Peter Symens (Saudiarabië)
Redactie: Dutch Birding, Postbus 116, 2080 AC Santpoort-Zuid, Nederland (fax 023-376749) Fotoredactie: Dutch Birding, p/a René Pop, Floris Burgwal 54, 2907 PH Capelle aan den Ijssel, Nederland Abonnementenadministratie: Dutch Birding Association, p/a Anja Nusse, Symfoniestraat 21, 1312 ET Almere, Nederland Bestuur: Dutch Birding Association, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Nederland Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna: CDNA, Postbus 45, 2080 AA Santpoort-Zuid, Nederland
Redactiemedewerkers Ru ud van Dongen, Gera ld Driessens, Hans Gebui s, Hans van der Meu len, Peter de Rouwen Jaap Schelvis productie en lay-out And ré va n Loon en René van Rossum Advertenties Peter Meijer (03480-31905, fax 03480-20394) Abonnementen 1994: N LG 52.50 (Nederland), BEF 1150.00 (Be lgië), N LG 60.00 (overige landen binnen Europa) en NLG 70 .00 (landen buiten Europa, luchtpost). Girorekening (Nederland) 01 50 697; girorekening (Be lgië) 000 1592468 19; bankrekening 5493 30 348 van ABN· AM RO (Bilthoven). All e rekeningen zi jn ten name van de Dutch Birding Association. Dutch Birding is een tweemaandelijks tijdsc hrift met nummers in februari, april , juni, augustus, oktober en december. Het publiceert ori ginele artikelen en med edelingen over morfologie, systematiek, voorkomen en verspreiding van vogels in de Benelu x, Europa en elders in het Palea rctische geb ied. Het publiceert tevens bijdragen over vogels in het Az iati sch-Pac ifi sche gebied en andere gebieden. De Nederlandse, Engelse en wetensc happelijke voge ln amen volgen: de Lijst van Nederlandse vogelsoorten 1994 door A B van den Berg (1994, Santpoort-Zuid); The 'British Birds' list of English names of Western Palearctic b irds door British Birds (1993, Blunham); de door C S Roselaar samengeste lde lij st in de Geillustreerde encyclopedie van de vogels door C M Perrins (199 1, Weert); en Distribution and taxonomy of birds of the world door C G Sib ley & B L Momoe Jr (1990, New Haven). Manuscripten behoren te worden uitgevoerd in machineschrift met een dubbele regelafstand en een ruime marge aan beide zijden. De tekst dient bij voorkeur tevens op diskette te word en inge leverd (in Macintosh of in MS-DOS form at). Meer informatie hierover is verkrij gbaar bij de redactie. Een lij st met tarieven voor de betaling va n auteurs, fotografen en tekenaars is verkrijgbaa r bij de redactie.
Dutch 8irding AssocÎation Bestuur Gijsbert van der Bent (voorz itter, 01718-1 3606), Chri s Q ui spel (secretari s, 071 -124825), Arn old Veen (penningmeester), Arnoud van den Berg, Roy de H aas en Peter Me ijer Bestuursmedewerkers Theo Ad miraa l, Gera ld Driessens, Ron van den Enden, Hans Gebuis, Ger Meesters, Anj a Nusse, Ferry Ossendorp, Wim va n der Schot en Kees Tiemstra Dutch Birding Travel Reports Service (DBTRS) Ib Huysma n, Postbus 737, 9700 AS Gronin gen, Nederland, telefoon 050- 145925, fa x 050-144717 Telefoonlijnen Nederland: 06-320 321 28 (vogel/ijn 50 cpm); 078-180935 (inspreeklijn);
Belgie: 03-4880194 (vogel- en inspreeklijn)
Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA) Leden Edward van Ijzendoorn (voorzitter, 023-391446), Karel Mauer, Jan van der Laan, Kees Roselaar, Jell e Scharringa (secretaris, 030-532801), H ans Schekkerman, Gerard Stein haus en W im Wiegant (archiva ri s) De CDNA is een commiss ie van de Dutch Birding Assoc iation en de Nederl andse Orn itholog ische Unie
© 1994 Stichting Dutch Bird in g Association. Het copyri ght van de foto 's en tekeningen blijft bi j de fotografen en tekenaars. ISSN 0167-2878. Drukkerij A lbédon/ Klop BV, Postbus 32 11 , 2220 CE Katwijk, Nederland
BAUSCH & lOMB ELITE LEVENSLA GE GARA TIE 10 x 42 (rubber) lederen etui 8 x 42 (rubber) lederen etui
NLG BEL VOOR PRIJSOPGAVE BEL VOOR PRIJSOPGAVE
lEICA 30 JAAR GARANTIE 10 x 42 BGA (rubber) + speciale tas
BEL VOOR PRIJSOPGAVE
ZEISS WEST 30 JAAR GARANTIE 10 x 40 7 x 42 8 x 56 15 x 60 10 x 25 8 x 20
BGA T (rubber) + speciale tas BGA T (rubber) BGA T (rubber) BGA T (rubber) komp leet B + speciale tas B
BEL VOOR PRIJSOPGAVE BEL VOOR PRIJSOPG AVE BEL VOOR PRIJSOPGAVE BEL VOOR PRIJSOPGAVE BEL VOOR PRIJSOPGAVE BEL VOOR PRIJSOPGAVE
OPTOl YTH 30 JAAR GARA TIE A lpin 10 x 40 (rubber) + speciale etui A lpin 10 x 50 (rubber) + etui A lpin 12 x 50 (rubber) + etui Alpin 8 x 40 (rubber) + specia le tas Touring 10 x 40 BGA (rubber) + speciale tas Touring 7 x 42 BGA (rubber) + speciale tas Roya l 9 x 63 (rubber) Te lescoop TBS 80 (groen rubber) body 20 x WA lens 30 x WA lens 22 x 60 zoom Telescoop TBS 80 (groen rubber) fluorite
845 950 970 745 BEL VOOR PRIJSO PG AVE BEL VOOR PRIJSOPGAVE
1495 1626 425 485
577 BEL VOOR PRIJSOPGAVE
OPTICRON 5 JAAR GARANTIE OAPANS) 10 x 40 lWCF (rubber) WA 10 x 50 lWCF (rubber) WA 8 x 42 lCF Dioptron WA 10 x 42 lCF Dioptron WA 10 x 50 lCF Dioptron WA Telescoop (45째, 60 mm) + 20-60 x zoomlens
355 365 595 595 625 1045
JAPANSE / RUSSISCHE VERREKIJKERS 8x 20 x 7-15 8x
30 Tento USSR + etui 70 lCF + etui x 35 lCF + kompas 21 min i (rubber) + kompas
110 625 335 315
STATIEVEN Slik SL 67 505 QF (3800 gram) Slik SEC 16 (met pistoolgreep, 2800 gram) Autoraamstatief
495 538 415 135
Prijzen miv. BTW en porto
INFORMATIE: ROY DE HAAS
Wijzigingen voorbehouden
g
036 - 5362819
Bovenstaande artikelen kunnen besteld worden door het vereiste bedrag over te maken op giro 4148343 tnv Dutch Birding Association, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Nederland, ovv het/de gewenste artikel(en). De bestelling wordt binnen drie weken goed verpakt per post thuisbezorgd.
"AUOUBON SOCIETY" de int. Ornithologen vereniging heeft Swift toe stemming gegeven de naam "Audubon" te gebruiken, mits deze kijkers voldoen aan de specificaties voor een ideale natuurkijker. Verkrijgbaar in respectievelijk 8,5 x 44 BWCF, 7 x 35 OCF (waterproo0 en 10 x 50 BWCF.
architectura +natura international booksellers Leliegracht 44 - 1015 DH Amsterdam-C Telefoon 020-6 23 61 86 Holland • Birds of prey FI Scholz
f 118.80
• The animal mind J L Gould & C G Gould
f 65 .60
• Where to watch birds in Britain and Europe (herdruk) J Gooders
f 44.15
• The Barn Owl MRead
f 57 ,75
• A bird watcher's guide to the Gambia R Ward f 36 .95 • The birds of Michigan J Granlund
f 142.55
• Roger Tory Peterson - the art and photography of the world 's foremost birder
f 99 .00
TE KOOP technolyt Industrieweg 35 1521 NE Wormerveer Tel. 075-282204/285767 Fax 075-213663
CostaRica
Nikon 5.6 - 600 mm IF-ED F 801 F 80 I S
~
For the ultimate in birding
f f f
6500,800,I 000,-
RANCHO NATURALISTA Premontane Rainforest, 3000' elev or TARCOL LODGE
0 I 720 - 92186 18.00 UUR
TELEFOON
Pacific coast river mouth, near Carara All inclusive, from $436/person /week
NA
0. 1425, Box 025216, Miami, FI 33102
Tel/Fax (506) 267-7138, COSTA RICA.
II
DUTCH BIRDING OUDE NUMMERS / BAC K ISS UES Oude jaargangen niet compleet? Bestel nu uw ontbrekende nummers! Back volumes incomplete? Order your missing issues now!
SPECIALE AANBIEDING: Voor het bedrag van NLG 110.00 zenden wij u franco alle leverbare 0 de nummers en indexen en het boek "Vogels, nieuw in Nederland". In dit boek,staan artikelen oveli eerste waarnemingen voor Nederland, verschenen in de::eerste 10 jaargangen van "Dutch Birding" (aanbieding geldt zolan e voorraad strekt !)
S PECIAL 0 1' F E R:
for the amount of NL G 110.00 we send rou postfree all available back issues and indices and the book "Vogels, nieuw in Nederfand". This book presents papers on first records for the Netherlands",flublished in the irst 10 volumes of "Dutch 8irding", and contain莽frrgHffiSummar路es (offer tands so long as SUPP/~ Kruis hieronder 'e gewenste nummers of de speciale aanbieding aan, vul uw naam en adres in en zend het formuli er naar / Please tick the box(es for the required issues or the sp cia I offer, fill in your name and address and send the form to: Dutch Birding, B=a SStieS ept., c/o R.v.d.Enden, Mol veltlaan 30, 2071 B, ' antpoort-Noord, Netherlands De volgende nummers Zij! nOg leverbaar: / The folio
o o
Vol 2: 1 (1980) Vol 5: 4 (1983) DVo111 : 3 (1989) o Vol 12: 4 (1990) o Vol 12 : 5 (1990) o Vol 13 : 1 (1991) o Vol 13 : 2 (199 o Vol 13: 3 (1 9 1) o Vol 13 : ~ / 99 1) o VOI13:/ ,(1991)
NLG 5.00 5.00 5.00 5.00 5.00 7.00 7.00 7.00 7,00 7,00
o Speciale aanbieding / Special ,
o
o o o o o o
..
'f'tg i sues are still available:
Vol 13: 6 Vo114:3 Vo114:4 0114:6 ol 15: 1 Vo115:2 Vol 15:3 Vol 15:4 Vol 15:5 Vol 15 : 6
(199-1) (1992) (1992) (1992) (1993) (1993) (1993) (1993) (1993) (1993)
NLG 7.00 7,00 7.00 7.00 7,00 7.00 7.00 7.00 7.00 7.00
er: Alle oude nummers / all back issues NLG 110,-
xclusief porto / prices excluding postage
Handtekening / Signature _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ __
Betaling na ontvangst van acceptgiro / payment upon receipt of invoice
111
•
• Exclusieve bouwplaten van o.a. visarend, steenuil, ijsvogel en kwikstaart
Donner
Boeke~)
Lijllbaall 150 Rotterdam (010) 413 20 70
•
• De lichtste kampeeruitrusting Lichtgewicht kampeerders - Fietskampeerders Motorkampeerders - Bergwandelaars - Klimmers Kanoërs en alle andere buitensporters ...
. . . vinden de ideale uitrusting bU Bever Zwerfsport: tenten, rugzakken, slaapzakken, fietstassen, kleding, bergschoenen, boeken, kaarten, reisgidsen, lichtgewicht voedsel etc. etc.
.8EYER@ I ZWERFSPORT Ov-rdoot" Innov'a-rot"ç
Katalogus op aanvraag 070-3883700
Den Haag Calandpleln 4 • Rotterdam A de Ruyterweg 33 35 • Utrecht Baluelaan 12 • Arnhem Utrechtsestraat 5 • Haarlem Zulweg 63 • Breda Wllhelmlnastraat 22 • Apeldoorn Bnnklaan 45 • Hilversum Havenstraat 16 • Bever Boek en Kaart Calandpleln 4 • Blke & Hlke Centre, Woldmeentherand 11 Steenwuk • Amsterdam Stadhouderskade 4
IV
1
Taigaboomkruipers in Zuid-Limburg Frans} Schepers
I
n maa rt 1993 had ik het ge lu k een klein e pop ul atie va n een ni euwe broedvoge lsoo rt voor Nederl and te o ntdekken, die kl aarblij ke lijk reeds vaste voet op Nederl andse bodem had gek regen : de Taigaboom krui per Certhia fa miliaris, naa r mag worden aa ngenome n de M iddeneuropese ondersoort C f macrodactyla (Ko rtsnavelboom kruiper). Dit artikel besc hrijft de ontdekk in g in het uiterste z uidoosten va n Limburg en geeft een ove rz icht va n waa rgeno men kenmerke n, biotoop en gedrag en een besprekin g van het voo rkomen in aa ngrenzende geb iede n. Waarnemingen O p zondagoc htend 21 maart 1993 brac ht ik met Li anne Thi sse n ee n bezoek aa n de helling- en p latea ubossen in het grensgebi ed b ij Vaa ls, Limburg, waar een aa nta l oude loofbospercelen mij zeer gesc hikt leek voo r soorten als Midde lste Bonte Spec ht Dendrocopos medius en Taigaboomkruiper. Na ee n lange wa nde ltocht door het Preusbos, het meest oostel ij ke dee l van de Boswac hterij Vaa ls, werd rond 12:00 mijn aa nd acht getrokken door een zacht, hoog en aa ngeho uden srie-srie. D it deed mij direct denken aan het ge luid va n een Taigaboomkrui pe r dat ik kende uit het buitenl and . Vrij we l meteen zag ik twee boomkruipers in een dun ne eik op c 4 m hoogte. Be ide voge ls wa ren d ruk in de weer met het aa nslepen va n nestmateriaa l, dat bestond ui t stukjes boo msc ho rs. Vanaf ee n nabijge legen pad kon ik de voge ls tot op een afstand va n c 4 m ru stig met mijn ve rrek ijker bekijken. De stukj es boomsc hors werden door beide vogels in ee n ho lte o nder een loshangend stuk bast gebracht. Na enkele minuten observeren was ik erva n overtui gd dat het Ta igaboomkruipers wa ren. De volgende oc htend om 07 :00 bezoc ht ik de plek met Max Be rlijn en Ra n Scho ls. Z ij bevesti gde n de jui sthe id va n de determin atie. O p 28 maa rt zag ik de voge ls opnieuw. Beschrijving De besc hrijv in g is gebaseerd op ve ldaanteke ningen en dia's va n de voge ls di e op 21, 22 [Outch Birding 16: 22 1路225, december 19941
en 28 maa rt 1993 in het Preusbos we rden waa rgenomen en gefotografeerd . GROOTIE & STRUCTUUR A ls Boomkrui per C brachydactyla. O p di chtgevouwen vleugel onderlin ge afstand tusse n toppen zic htbare handpennen ongeli j k, met opva ll end grote afsta nd tusse n top van langste z ichtbare handpe nnen (= v leugeltop, pS -6) en eerstvo lgende meer naar binnen gelegen handpe n (p7), bed uidend groter da n afstand tusse n p7 en pB (hand pennen va n bui te n naar b innen genu mmerd). Snavel meestal ko rter, maar soms ook even lang lij ke nd als d ie va n Boom kruiper. KOP We nkbrauwstreep helder wi t, duidelij k z ichtbaar va naf snavelbas is, met verb reding uitwaa ierend in nek, so ms op w it 'petje' lij ke nd . Voo rh oofd, kruin en nek grij sbrui n met fijne w itte streping. W ang niervormi g li chtbruin met in ce ntrum opva ll ende w itte vlek . Kin en kee l helderw it. BOVEN DELEN G rij sbruin, iets warmer va n kleur dan Boomkru iper, halve rwege ru g ove rgaa nd in wa rm bruine tot ross ig bruin e stuit (co ntrasterend met rug) . Op afstand so ms ind ruk gevend va n roestbruin e stui tv lek. M antel en ru g druppelvo rmi g w it gev lekt. ONDERDELEN Sneeuww it. O nderstaartdekve ren cr猫mekl euri g tot lichtbruin getin t. Fl ank helder w it. Op so mm ige foto's lichtbruine tint op achterflank zichtbaar. VLEUGEL Toppen va n buitenste zic htbare handpennen w it gezoom d. Brede w itte toppen aa n buitenv lag va n te rt ials. G rootste duim vleugelveer (a ll een op zee r ko rte afstan d z ichtbaa r) met w itte punt en zo nder doorl ope nde w itte zoo m aan bui te nv lag. STAART Grij sbrui n; sc hachtkleur li chter da n vlag. NAAKTE DELEN Bovensnavel zee r donker tot zwa rt, contraste rend met lichte ondersnave l. GELUID Twee roepj es : zac ht, op die va n Goud haa n Regulus regulus lij kend tit, of hoog srie-srie ; laatste ieler, z ui verder en hoge r dan va n Boomkrui pe r. Eerste roep voo ral geui t als co ntactroepje, tweede meer bi j opwind in g, zoa ls t ij dens aanwez igheid va n waa rn emers of b ij territori umgevechten met soortgenoten of Boomkrui pers. Za ng bestaand ui t typ isc he, heldere en hoge strofe, meestal vrij zac ht, c 3 s durend neergaand sie-sie sisisrie srrisirirr, soms herinnerend aan za ng va n Pi mpelm ees Parus caeruleus.
Determ inatie Determin ati e op grond va n ee n enkel kenmerk is bij twee lingsoorten als boomkruipers vrij wel o nmoge lijk (cf D auni cht 199 1). All een ee n combin ati e van ke nmerken of uitsluitsel door roep of
22 1
Taiga boomkruipers in Zuid-Limburg ingediend van 28 augustu s 1993 (één), 12 februari 199 4 (twee) en 17 april 1994 (één); deze z ijn nog in behand eling bij de CDNA (Wim Wiega nt pers meded).
185 Taigaboomkrui pe rs / Euras ian Treecreepers Certhia fam iliaris, Boswachte rij Vaa ls, Lim burg, 28 maa rt 1993 (Ran Scho ls)
za ng maa kt zekere determin ati e moge lijk. Voor de besc hreven voge ls ge ldt dat de combinati e va n v leuge lstru ctuur (opva ll end grote afstand tu sse n p6 en p7), opva ll ende witte w enkbrauw streep, helderw itte onderd elen, patroon op de grootste alul aveer en roep en za ng past op Taigaboomkruiper en niet op Boomkruiper (cf Bauer 199 1, Dauni cht 199 1, Sve nsson 1992 , Cramp & Perrin s 1993). In andere delen va n de Bosw achterij Vaa ls we rd en in de period e begin april tot beg in juni in totaa l nog 41 Taigaboomkruipers waargenomen. Uiteraard kan ni et iedere waa rn emin g uitgebreid w orden beschreve n. Een waa rn emin g werd ec hter all een gereg istreerd indien een combin ati e va n de in de beschrij v ing genoemde kenmerken werd waa rge nomen of het geluid we rd gehoo rd . Vooral va naf half april we rd en voge ls ook all een op roep en/ of zang gereg istreerd . Naa rm ate het broedse izoe n vord erd e nam de erva rin g met het opsporen en determin eren va n Taigaboomkruipers toe. O o k we rd rege lm ati g met twee perso nen waa rgeno men. Desond anks bl eef een klein deel va n de voge ls o ngedetermineerd , vee lal omdat ze te ko rt of op net iets te grote afstand we rd en gez ien. De waa rn eming va n maa rt 1993 in het Preusbos is ingedi end bij de Commi ss ie D waa lgasten Nederl and se Av ifauna (C D N A) en aa nvaa rd . De eni ge andere in gedi end e waa rn eming uit Z uidLimburg in 1993 d ie is aa nvaa rd betreft tenminste twee voge ls op 7-8 augustu s in het Vijl enerbos, enkele kil o mete rs va n het Preusbos. Vervolgwaa rn emingen in het Vijl enerbos z ijn 222
Inventarisatie Naast het inc identele bezoek aa n het oostelijke dee l va n de Bosw achterij Vaa ls (het Preusbos) we rd in 1993 voo r het ee rst sind s 1982 ee n broedvoge l inventari sati e uitgevoerd in c 22 4 ha va n het meest westelijke dee l van de Bosw achterij Vaals (het El zetterbos). Daa r w erden eveneens territori a van de Taigaboomkruiper aa ngetroffe n. Hi erd oor aa nge moedigd we rd en ook andere delen va n de boswachterij bezocht. In totaa l werd c 295 ha bos onderzoc ht, z ijnde v rij we l all e geschikt lijkende middelo ude tot oude loofbosperce len. Het aantal bezoeken per deel gebied bedroeg éé n tot v ier. Een compl ete inventari sati e va n de in totaal c 72 0 ha grote Boswachterij Vaal s was in 1993 niet moge lijk. Voor de interpretati e van het aa ntal territori a va n de Taiga boomkruiper w erden de criteri a geh anteerd van van Dijk (1993): minim aa l twee wa arn emin gen in de period e 1 april -3 0 juni ; daa rn aast werd en ' moge l ijke territori a' ondersc heiden, dat w il zegge n éénmali ge waa rn emingen van territorial e Taiga boomkruipers.
Broedvogelonderz oek In totaa l werden in het o nderzoeksgebi ed in de period e eind maart-beg in juni 1993 42 w aarnemingen ve rri cht. Hi eruit werd en 13 zekere en drie moge lijke territori a geïnterpreteerd. De bel angrijkste concentrati e van territori a we rd gevonden in het meest westel ijke dee l va n de Boswac hterij Vaa ls (E lzetterbos) . De di chtheid bedroeg hi er c 4.4 terri tori a/lOO ha (n= 10). H oewel ni et naa r het broedsucces va n all e territori a ko n wo rd en ge keken, v loge n va n minimaa l twee paren jo nge n uit. Twee nesten werd en gevonden : het eerd er verm elde in het Preusbos (in jo nge eik) en één in het El zetterbos (in j onge berk). Stee kproefsgew ijze bezoeken aan andere bosgedee lten gaven de indruk dat de soort in de Boswachterij Vaa ls gee n aa neenges loten ve rspreid i ng heeft. Helaas was onvo ldoende tijd besc hi kbaar om all e andere bossen in de o mgevin g te bezoeken. Een ee nmali ge intensieve speurtoc ht in mei 1993 in het Onderste en Bove nste Bos te Epen leve rd e geen resultaat op.
Gedrag Getrac ht w erd het inventari seren bij w ij ze va n proef te vergemakkelijken door het afdraa ien va n
Taigaboomkruipers in Zuid-Limburg zang en roep met een cassetterecorder. Dit leverde echter geen beter resultaat op. Op 22 maart werd éénmalig het geluid in de omgeving van een nest ten gehore gebracht. Een vogel met nestmateriaal stopte meteen met zijn activiteiten en vertoonde een opgewonden gedrag (op en neer vliegen, trillende vleugels etc). In de periode april tot half mei werden slechts weinig vogels zingend aangetroffen. De eerste zangpiek is dan al ruimschoots voorbij (Cramp & Perrins 1993). Begin april waren de vogels druk bezig met nestbouw en werd veel 'courtship feeding' waargenomen (mannetje voert vrouwtje rupsen/larven, waarbij vrouwtje met vleugels trilt). Soms werden zachte zangstrofen ('subzang') gehoord. Vanaf half mei nam de zangintensiteit toe met een duidelijke piek rond 22 mei, hetgeen mogeI ijk verband houdt met tweede broedsels. In die periode was het makkelijk de vogels te inventariseren. Door de verhoogde zangactiviteit werden eind mei nieuwe territoria gevonden. In de nestfase foerageerden de vogels veel en hoog in de boomkruinen. De voedselvluchten naar de nestholte gingen zeer snel, waardoor het moeilijk was nesten te lokaliseren. Vanaf 15 mei werden vogels met uitgevlogen jongen waargenomen. Vanaf eind mei werd de indruk verkregen dat diverse territoria verschoven, aangezien zingende mannetjes werden aangetroffen op niet eerder vastgestelde locaties. Ook vonden er regelmatig territoriumgevechten met Boomkruipers plaats, waaraan soms beide partners van beide soorten deelnamen. Beide soorten komen in het gebied voor waarbij de Boomkruiper evenwel veel talrijker is. Diverse malen werden twee of drie tegen elkaar in zingende Taigaboomkruipers gehoord; soms werd ook fanatiek gezongen in de nabijheid van Boomkruipers . Imitatie van de zang van de Boomkruiper werd diverse malen vastgesteld (9 en 21 april, 15 en 30 mei). De zang bestond dan uit twee delen: eerst de zangstrofe van de Boomkruiper, daarna direct aansluitend de karakteristieke strofe van de Taigaboomkruiper. Cramp & Perrins (1993) maken melding van een groot aantal populatiestudies in verschillende delen van Europa waaruit blijkt dat imitatie van zang tussen Boomkruipers en Taigaboomkruipers veel voorkomt. Bij mogelijke zangimitaties werden de vogels steeds opgespoord en gecontroleerd. Nooit werd imitatie van Taigaboomkruiper door Boomkruiper vastgesteld. De determinatie van roepende adulte vogels
was erg lastig vanaf het moment dat jonge Boomkruipers waren uitgevlogen. De bedelroep van deze juveniele vogels I ijkt op de srie-srieroep van de Taigaboomkruiper maar is 'zeurderiger'. Biotoopkeuze Het broedbiotoop van de Taigaboomkruipers betrof vooral middeloude tot oude loofbospercelen, gelegen op 180-300 m hoogte. Taigaboomkruipers werden in de volgende bostypen aangetroffen: a eiken-haagbeukenbos op (steile) hellingen met veel middeloude tot oude bomen (tot c 120 jaar). Boomlaag vooral bestaand uit es, winteren zomereik, zoete kers, haagbeuk en weinig of geen beuk. Ondergroei van muskuskruid, bosanemoon, grootbloemmuur, gele dovenetel, dalkruid, lelietje-der-dalen, kamperfoelie en hulst; b berkenbos op arme plateaugronden. Veel dunne berkjes, hoge stammendichtheid, veel dode bomen en veel loshangende schors. Menging met wintereik, weinig of geen oude bomen. Ondergroei van hulst, kamperfoelie, lijsterbes, bosbes en later in het seizoen veel adelaarsvaren; c middeloud fijnsparrenbos . Na half mei werden ook hierin (delen van) territoria van Taigaboomkruipers aangetroffen. Deze bossen zijn opgesnoeid tot 2-3 m hoogte, zijn zeer donker en hebben vrijwel geen ondergroei; d mengvorm van bovenstaande typen. De verdeling van de zekere territoria over de verschillende bostypen was: a: negen, b: één, c: twee en d: één.
Discussie Voorkomen van Taigaboomkruiper in Nederland In Nederland worden met enige regelmaat Taigaboomkruipers waargenomen, vooral in Noorden Midden-Nederland. Het betreft waarschijnlijk uitsluitend vogels van de Noordeuropese ondersoort C f familiaris die tegenwoordig (vrijwel) jaarlijks tijdens de najaarstrek of gedurende de winter worden waargenomen (SOVON 1987, van den Berg et al 1993). Daarnaast is er een aantal claims van de ondersoort Cf macrodactyla (Montferland, Gelderland; Veluwe, Gelderland; Zuid-Limburg) maar deze bleken altijd onvoldoende gedocumenteerd. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat de Limburgse vogels behoren tot de Middeneuropese ondersoort C f macrodactyla, aangezien het waarnemingsgebied vrijwel aansluit op het verspreidingsgebied van deze ondersoort in 223
Taigaboomkruipers in Zu id-Limburg Duitsland en België . De li chtbruin e tint op de ac hterflank die op sommige foto's z ichtbaa r is stemt ook ove reen met Cf macrodactyla. Dit zou betekenen dat het de eerste waarnemingen va n deze o ndersoort in Neder land z ijn (cf va n den Be rg et al 1993). Op basis van de waarnemi nge n kan deze determinatie echter ni et worden bevesti gd. Er werden geen voge ls gevangen, zodat eventuele determinatie aa n de hand van biometrie onmoge lijk was. Bij de aa nvaa rdin g door de CDNA is geen for mele uitspraak gedaa n over de betrokken o ndersoort (Wim Wiegant pers meded) . Door diverse Limburgse voge laars wordt reeds langere tijd het voorkomen van de Taigaboomkruiper in Z uid-Limburg, mogelijk ze lfs als broedvoge l, vermoed. In 1982 vond een broedvoge londerzoek plaats in de Boswachterij Vaals (Hustin gs 1983). Ondanks v ier integrale inventarisatieronden in het c 720 ha grote geb ied met in totaa l 28 bezoeken werde n toen geen Taigaboomkruipers waa rgenomen. O md at de waarnemer wel gesp itst was op het eve ntuele voorkomen van de soo rt, kan hieruit word en geco ncludee rd dat de soort hier toen nog o ntbrak of hoogstens in een enkel geva l gemist zou kunnen z ijn . Uit het in 1993 ontdekte broedgebied z ijn de vo lgende, niet bij de CD NA inged iende ee rd ere geva ll en bekend va n z ingende voge ls (Ga nzev les et al 1985): één te Wittem, Limburg, op 19 februari 1983 (Fred Hu stin gs), en éé n op 28 juni en 23 juli 1983 te Epen, Limburg (Fred Hustings; Hu stin gs 1985). Een waarnem ing va n 16 ap ril tot 31 mei 1990 (ni et 1992 als verme ld in Wiegant et al 1994) werd we l in ged iend maar kon va nwege de matige kwaliteit va n de foto's en het on tbreken va n een beschrijving van het ge luid ni et aa nvaa rd worden (Wiega nt et al 1994). De ontdekk ing van een broedpopulatie 10 jaar na de waa rn emi ngen in 1983 doet verm oeden dat de soort misschien we l in meer Zuid limburgse hellin g- en plateaubossen voorkomt. Gez ien de beperkte in ve ntari satie va n de Boswachterij Vaals in 1993 is het goed mogelijk dat de soort hier talrijker is dan nu bekend.
Voorkomen in aangrenzende geb ieden De Taigaboomkruiper komt als broedvogel voor in de aa n Z uid-Limburg grenzende geb iede n in Duitsland en Be lgië. Mildenberger (1984) meldt voor het Rheinland dat de soort sinds 1967 broedt in het Aac hener Wald, op een afsta nd van slechts enkele kil ometers va n Vaals. Ook veronderstelt Mi ldenberger (1984) een moge lij ke ver224
sc hui v ing va n de areaa lgrens in noorde lijke richting. Deze grens is ec hter moe ilijk traceerbaar vanwege de problemen bij de determinatie va n Boomkruiper en Taigaboomkruiper. H etze lfde ge ldt voor Wallonië, waar de soort vo lgens de kaart in Devillers et al (1988) dicht bi j Vaa ls broedt. De soo rt is algemeen boven c 300 m (Lippens & Wille 1972). Volgens gegevens van de Centra le Orn itho logique Aves in de provincie Luik z ijn er slechts enke le waa rn em ingen in de periode 1990/9 1 in de omgeving van de Hoge Venen (Paul Schaeken, Aves Liège, pers meded). Er z ijn echter rege lm atig meldin ge n va n z in gende voge ls, bijvoorbeeld verschill ende exemp laren bij Eupen in de eerste week van april 1992 (A rnoud van den Berg pers obs). Volgens DevilIers et al (1988) va lt dit gebied ec hter we l binnen het broedareaal. Deze ve rsch ill en hebben mogelijk te maken met ee n lage waarnem ingsintensiteit. H et is derhalve ni et duidelijk of de Nederlandse Taigaboomkruipers een aaneengesloten broedverspreiding hebben met hun soortgenoten ten zuiden va n de Boswachterij Vaals in België. Gezien de vero nderste lde maa r helaas slec ht gedocume nteerde recente areaa luitbreiding in aa ngrenzend geb ied in het buitenland, is het goed mogelijk dat jui st gedurende het laatste decennium de grens van het versp reidingsgeb ied Z uid-Lim burg heeft bereikt. De in cidente le (maar o nbevestigde) waarnem in ge n uit 1983 geve n aa n dat rond die tijd de vestiging gestart zou kunnen zijn . Broedvogelonderzoek in de komende jaren za l leren of de veronderste lde areaa luitbreiding van de Taigaboomkruiper z ich in Nederland za l voortzetten. Voge laars die deze streken bezoeken worde n verzocht hun waa rn em in gen steeds goed te documenteren en nauwkeur ig op kaa rt in te tekenen. Tevens wordt met klem verzoc ht voorz ichti g om te gaa n met broedgevallen en geen gebruik te maken van cassetterecorders, teneinde verstoring zovee l mogelijk te voorkome n. Waarnem in gen kunnen word en opgestuurd naa r de va n het Natuurhi sto risch Vogelstudiegroep Genootschap in Limburg, Postbus 882, 6200 AW Maastri cht, Nede rl and. Tevens dienen waa rn emingen nog steeds ter beoordeling naar de CDNA wo rden ingezo nden. Vanwege het toe nemend aa ntal geva ll en va n Cf familiaris elders in het land en va n (waarschijnlijk) Cf macrodactyla in Zuid-Limburg, overweegt de CDNA om de soort als beoordeel soort af te voeren, op zijn vroegst per 1 jan uari 1995; waa rn emers worden echter nadrukkelijk verzoc ht om geval len uit
Taigaboomkruipers in Zuid- Limburg 1993 en 1994 nog in te dienen (Jelle Scharringa pers meded). Dankzegging Een woord van dank is op zijn pl aa ts voor Max Berlijn , Enno Ebels, Paul Schaeken en Ran Schols di e mij voorzagen va n bruikbare literatu ur. Ernest va n Asseldonk, Max Berlijn , Fred Hu stin gs en Karel Lemmens ass isteerd en in het ve ld . Jo va n der (oe len en Fred Hu stin gs deden aanvull ende waarnemi ngen. Ran Schols stelde foto's en ve ldaa ntekeningen ter beschikking en Ernest va n Asseldonk maakte ge luid sopnamen, waarvoor evenee ns mijn dank. Summary EURASIAN TREECREEPERS IN ZUID-L IMBURG In 1993, a small breeding popul ation of Euras ian Treecreeper Certhia fami liaris was di scove red in a broad-Ieafed and deciduous wood land in southern Limburg, at an altitude of 180-300 m. Based on a total of 42 observations between late March and the beginning of June, 13 (p lu s three poss ibl e) breeding territori es we re mapped. Tw o nests were found and two pairs we re see n w ith fled glin gs. These are the first co nfirmed breed in g record s of Eurasian Treecreeper for th e Netherl ands. It is assumed th at thi s sma ll popu lation belongs to the Centra I European subspecies Cf macrodactyla, w hi ch breeds in adjoin in g parts of Belgium and Germany w ithin 3 km from the Dutch borde r. Earli er breeding bird su rveys in thi s region suggest that the species' co lon isation started recently, probably after 1982. A further expansion of the breed ing ran ge and an increase of the breedi ng population in thi s part of the Neth erl and s is expected.
Verwijzingen Bauer, H G 199 1. Untersc hiede in der Stimm e von Garten - Certhia brachydactyla und Wa ld baum läufer C. familiaris. Limicol a 5: 64-69. va n den Berg, A B, de By, R A & CDNA 1993. Rare bird s in the Netherlands in 1991. Dutch Birding 15: 145-159. Cramp, S & Perrin s, C M 1993. The bird s of th e Western Palea rct ic 7. Oxford. Daunicht, W D 1991. U ntersc heidun gsmerkm ale im Gro&gefieder vo n W ald- Certhia fami liaris und Gartenbaumläufer C. brachydactyla. Limi co la 5 : 49-64. Devillers, P, Roggeman, W, Tricot, J, Del Marmol, P, Kerwijn , C, Jacob, J-p & Anse lin, A 1988. Atlas van de Belgische broedvoge ls. Bru sse l. va n Dijk, A J 1993. Handl eidin g SOVON Broedvogel Ond erzoek. Beek-Ubbergen. Ganzevles, W, Hust in gs, F, Schepers, F, Ummels, J & Vergoossen, W 1985 . Voge ls in Limburg. Maastricht. Hustin gs, F 1983. Gegevens over het voo rkomen va n een aanta l voge lsoorten in de Boswachterij Vaa ls. In Vogelv lucht 6: 7- 19. Hu stin gs, F 1985. Een in ve ntarisati e van broed- en w intervoge ls in het Onderste en Bovenste Bos bij Epen. Natuurhi st Maandb l 74 : 9-16 . Lippens, L & Wille, H 1972. Atlas va n de vogels va n Bel gië en W est-Europa . Ti elt. Mildenberger, H 1984. Di e Vögel des Rh einlandes 2. Dü sse ld orf. SOVON 1987. At las va n de Nederland se voge ls. Arnhem. Svensson, L 1992. Identifi cat ion guide to European passe rines. Vierde druk. Stockholm. Wiegant, W M , Stein haus, G H & CDNA 1994. Rare birds in th e Netherl ands in 1992. Dutch Birdin g 16: 133-147.
Frans J Schepers, Ophoven 56, 6733 XW Sittard, Nederland
Corrigenda _ _ __ _ __ _ __ In het onderschrift va n plaat 133 (D utch Birdin g 16: 173, 1994) is bij vergiss ing niet de jui ste fotograaf vermeid. De fo to we rd niet gemaakt door Patri ck Beirens maar door Kri s De Rou ck. In het ondersc hrift va n plaat 184 (Dutch Birding 16: 219, 1994) va n de Woestijngrasmu s Sylvia nana is bij vergissin g niet de jui ste pl aats vermeld. De foto werd (uiteraa rd) gemaakt in Scheven ingen, Zuidholl and. De Poelruiter Tringa stagnatilis va n pla at 181 (D utch Birding 16 : 216, 1994) betreft een ju veni el, niet een adult zoa ls abusievelijk in het onderschrift ve rm eld . REDACTIE
In th e capti on of plate 133 (D utch Birding 16: 173, 1994), th e wrong photograph er was mentioned by mistake. The photograph was not taken by Patri ck Beirens but by Kri s De Rou ck. In th e caption of plate 184 (Dutch Birdin g 16: 219, 1994) of th e Dese rt Warb ier Sylvia nana the w ron g loca lity was given. The photograph was taken at Sc heveningen, Zu id holland . The Marsh Sandpiper Tringa stagna tilis of pl ate 181 (Dutch Birding 16: 216, 199 4) co ncerned a ju ve nile, not an adult as wro ngly stated in the ca ption. EDITORS
225
Izabelklauwier op Texel in oktober 1993 Marcel A Capella, Enno B Ebels & Wilfried R L Mahu
T
ijdens de jaarlijkse DBA-vogelweek op Texel, Noordholland, waren Marcel Capeilo en Wilfried Mahu op donderdag 21 oktober 1993 aan het vogelen nabij landsch apsrese rvaat De Hoge Berg, ten zuidoosten van Den Burg. Het was een dag met veel wind en buien, na een aantal zonnige dagen met oostenwind. Om 16:45 zagen zij op de Schansweg vanuit de auto op korte afstand een lichte vogel in een struik zitten. Een vluchtige blik leverde als voorlopige determinatie vrouwtje Huismus Passer domesticus op maar bij nadere bestudering bleek de vogel groter te zijn en een lange staart te hebben. Het werd duidelijk dat het om een klauwier Lanius moest gaan. Het bleke grijsbruine verenkleed paste echter niet op een Grauwe Klauwier L collurio. Met behulp van de afbeeldingen in Harris et al (1989) en Lewington et al (1991) kwamen de waarnemers om 16:55 tot de conclusie dat het een Izabel klauwier L isabellinus betrof, een Aziatische soort die niet eerder in Nederland was vastgesteld. Om de determinatie bevestigd te krijgen door andere vogelaars reden zij snel naar restaurant De Vuurtoren op de noordpunt van het ei land, waar zij om 17 :10 arriveerden . De c 15 hier aanwezige vogelaars besloten vanwege de invallende duisternis geen seconde te verliezen en snel te gaan kijken. Onder leiding van MC en WM vertrok een stoet van enkele auto's richting Den Burg. Onderweg kwamen zij Enno Ebels tegen die zich ook bij de stoet voegde. Om c 17:30 arriveerden Carl Derks en Anneke van Vliet gevolgd door EE als eersten op de aangegeven plek en verspreidden zich meteen om de vogel te zoeken. Vrijwel direct zag EE op enige afsta nd een erg lichte vogel op een mesthoop zitten. Met bonkend hart richtte hij z ijn telescoop op de vogel en had aan ĂŠĂŠn blik voldoende om te weten dat dit de vogel in kwestie moest zijn. In de nabijgelegen j eugdherberg Pano rama waarsc huwde EE per semafoon meer vogelaars, terwijl CD probeerde om in de schemering nog enkele bewijsfoto's te maken (met een sluitertijd van twee seconden!) (Dutch Birding 15: 285,
226
plaat 209, 1993). Na terugkomst van EE op de plek bleken ook de andere auto's met vogelaars gearriveerd te zijn. Te zamen konden c 20 vogelaars de vogel tot c 17:50 bekijken en beschrijven. De aa nvankelijke determinatie door MC en WM als Izabel klauwier kon ondanks het tanende Iicht door allen bevestigd worden op grond van de ongetekende bleek grijsbruine bovendelen en de opvallende roodbruine staart. De vogel zat, na van de mesthoop te zijn gevlogen, enige tijd laag in een struik maar werd daarna actiever en vloog van paaltje naar paaltje. Eenmaal vloog hij het weiland in, vermoedelijk om een prooi te grijpen. Om c 17:50 vloog de vogel over een weiland en kon door de duisternis niet meer gevolgd worden. De per semafoon gewaarschuwde vogelaars die op het eiland verbleven arriveerden luttele minuten te laat om nog een glimp op te kunnen vangen. De volgende ochtend waren c 100 vogelaars aanwezig in de hoop deze nieuwe soort voor Nederland te kunnen aanschouwen. Ondanks het gedurende de gehele dag zoeken werd de vogel echter niet meer teruggevonden.
Beschrijving De beschrijving is gebaseerd op veldnotities van Enno Ebels, Koert Scholten en Vincent van der Spek, aangevuld met opmerkingen van de twee ontdekkers en Carl Derks, een veldschets van Bram Rijksen en foto's van Carl Derks. GROOTTE & POSTUUR Typische klauwier, ongeveer zo
groot als Spreeuw Sturnus vulgaris (hoewel geen directe verge lijkin g mogelijk), met vee l langere staart, brede kop, 'rond' li chaam, groot donker oog en korte, forse snavel met haakje aan bovensnavel. Totaalindruk bleek grij sb ruin , als 'uitgewassen' Grauwe Klauwier, kleur van kop en onderdelen herinn erend aan die van vrou wtje Hui smus. Staart afgerond, voo ral opvallend in v lucht. In vlucht v leu gels kort lijken d. KOP Li cht grij sbruin (a ls bovendelen), mogelijk iets donkerder op bovenkop; zeer vage bruingrijze sc hubjes op grij ze r voorhoofd en mogelijk op zijkruin. Bovenkop en nek ongetekend. Oorstreek donkerder
[Dutch Birding 16: 226-229, december 19941
Izabelklauwier op Texel in oktober 1993 ( ....",I+G :
.~uC.v .J~ ~bedcl.lc.~v.á -
*"""'(4" ........'3 zo..-.d.\I.W71 !"..;" • s\wt- ,<>s""-<j _
~<X': mo.tdd _ C)"audd<r.:
!x;.~t .... \la~
"""r -~ ~. .
I,t . bv.;\' ...i< 1>1";
ZAc:lu~ ('lol.~) woc..s - .
l Of': 1JlcL.<t'~ ~n 4";,,~ .d"c.rl~ (uo.a.~) \;<'.,<t11 dc>n\.e><t c.c.. ...b<tà.
c.cn\,.,.!.. -
, I.l~"..- ..,..c:.t~4d. ~""~ <tn tklo. cob \)ool!Ï>ddtn • 1.\"". ~ee\ (.\'\ WD."";!"'" ol" ':Iw\. -
ad..tUO" dortl..udv c.odaicL
2~~~V1 ~"""~~ü.:-rl~~p . liötf ..." "\e,,,~I _ .
~ ~",V\w"'pool\cn
~l!UI ~t1~U CIl~ \icW<'l.OInm'f ~ .
· I<.I~. ~c.atè: \:x.,.,e" r_,·~ 'ov"';"foocl, ~ lob I.lttdu . ~etr> b...i\en..~ -$~Q!>i\ptnnt>l
l~ ~t. ~na.uell'/ld: ~ ~ LW<l'k pot..... L-..,o.~~
,--.
2.1- tG- ~3-
'l-I'.$' ..
~ ,}-y:) ..
\<.;~( toN,,\) i$Qb&,"~~)
: Of,
- , T~
FIG UUR 1 Izabelkl auw ier / Isabe llin e Shrike Lanius isabellinus, Texe l, Noordholland , 21 oktober 1993
(Bram Rijksen)
bruin dan rest va n kop, donkerst achter oog, vaag ' masker' vormend ; masker donkerste deel va n kop. Donkere teke nin g iets onder oog doorlopend, voor oog ve rvagend en overgaand in li chte teugel. Wenkbrauwstreep vuil w it va n voo r tot iets achter oog, eindi gend ter hoogte va n eind maske r. BOVENDE LEN Mantel , ru g en sc houders vaa l, I ic ht grij sbruin, ongetekend, zonde r sc hubj es, v lekj es of randjes. Stuit roodbruin als staa rt (waa rdoo r roodbruin van staart als ware hoog oplopend); precieze gren s tu ssen roodbruine stuit en grij sbruine ru g niet vast te ste ll en. OND ERDELE N Kin , kee l, borst en buik tot op o nderstaartdekve ren w it tot vu il w it. Flank met opva ll ende oranje of rossige waas, ni et doorlopend tot op middenborst. Op flank zeer vage donkere sc hubj es (' hal ve maantjes' , o ngeveer haa ks op v leuge lrand en met boll e kant ri c htin g staa rt). Overige onderdelen ongetekend. V LE UGE L Overwegend bruin, donkerder dan bovendelen (maa r ni et donkerbruin of zwa rtac hti g), met li chte rand jes aan dekveren en vleuge lpennen, daa rdoor wat ' bonter ' getekend dan bovendelen. Tertial s donkerst lijkend, bruin met w itte vee rrandj es . Exact veerpatroon op v leugel ni et vast te stell en. STAART Bovenstaart warm roodbruin , voo ral in v lu c ht opva ll end door duidelijk kleurcontrast met kouder en bl eke r gekl eurde bovende len. Onderstaart ross ig tot ross ig-ora nj e, b leke r dan bovenstaart; midd elste staartpennen donkerder ross ig of oranjerood.
NAAKTE DELEN Oog groot en donker, opvallend in li chte kop . Sn ave l kort, fors met hoge basis, vlees kl euri g tot geelac hti g roze met brede donkergrijze of grijsbruine pu nt. Poot zwart. GEDRAG Typi sc h voo r klauwier, zittend op uitkijkpunten, zoa ls m esthoop, prikkeldraad, paaltj es en dijkjes. Ook eni ge tijd laag in bosje zittend. Eén keer va naf paaltje in gras va n aa ngren zend we il and vli egen d en terugkeren d naa r paaltje (ni et z ic htbaa r of prooi gevangen we rd). Eenmaa l herhaald e ' bra akneigin gen' ve rtonend, boven op mesthoop (ni et met zekerheid vastgeste ld of daadwe rkelijk braakba l geproduceerd werd). V lu cht rechtlijnig en vrij laag bove n grond. GELU ID Niet gehoord.
Determinatie Bij de determinatie is gebruik gemaakt van Harris et al (1989), Lew ington et al (1991), Jonsson (1992) en Cramp & Perrins (1993). De belangrijkste verschillen met een ee rste-winter Grauwe Klauwier of een eerste-winter Bruine Klauwier L cristatus (juvenie le voge ls zijn in deze tijd van het jaar reeds doorgeruid naar het eerste-winterk leed) z ijn de bleke totaalindruk van de vogel , de ongetekende grijsbru i ne bovendelen met al leen wat vage schubtekening op het voorste deel van de kop, de vage schubjes op de flank
227
Izabelklauwier op Texel in oktober 7993 met ve rd er ongetekende onderde len , het ontbreken van roodbruine tinten in de vleuge l, de opva ll ende roodbruine bovenstaa rt en stu it en de ro ss ige onderstaart. Een Grauwe Klauw ier in onvo lwassen kleed is gesch ubd op de gehele bovendelen, is donkerder bru in op de bovendelen, heeft een minder roodbruine staart (d ie minder contrast vertoont met de bovendelen) en noo it een rossige onderstaart. De staa rt van een Grauwe Klauwier is rechter afgesneden dan die van een Izabe lklauw ier en de (met name in vlucht) opva ll end lange staart past ook beter op Izabelkl auwi er. Een onvo lwassen Bruine Klauw ier maakt, verge leken met een onvo lwassen Izabe lkl auwier, ee n donkerdere indruk, met dieper bruin e bovendelen, een donkerbruine en minder rossige bovenstaart, een donkerder 'masker' en zwaarder gesc hubde o nderde len. De staa rt van een Bruine Klauwier is sterker afgerond dan bij ee n Izabelkl auwier. Zowe l Grauwe Klauwier als Bruine Klauwier vertonen in eerstew interkl eed meesta l meer grij s of zwart op de snave l, met name op de bove nsnave l. Verwarring met een o nvolwassen Roodkopklauwier L senator is mogelijk omdat deze soms een vrij li chte totaalindruk kan geven. Een Roodkopklauwier heeft echter een 'bonte' tekening op de bovendelen, met schubjes op de gehele mantel en kop en een opva ll ende li chte baan over de middelste dekveren. De staa rt is niet ross ig maar donkerbruin tot zwa rtac hti g met witte staa rtz ijden. In v lucht zi jn de li ch te stu it (contraste rend met donkere staart en ru g) en de w itte v leuge lv lek aan de bases va n de handpe nnen opvallend. In z it zijn deze li chte bases als li chte handpe nvlek zic htbaar. De vu il witte randen aan de vleuge lveren geven aan dat het om een voge l in eerste-w interkleed gin g. Adu lte vrouwtjes hebben li chtbruine, minder opval lende randen aan de vleugelveren. Ad ulte mannetjes hebben naast deze lichtbruine randen een vee l sc herper afgetekend zwart of zee r donkergrijs 'masker'. Het ondersche id tussen de twee o ndersoorten va n Izabe lkl auw ier die in Europa als dwaa lgast kunnen word en vastgesteld is in dit kleed niet eenvoud ig. De li chte brui ngr ij ze bovendelen w ij zen op de ondersoort L i isabellinus. De ondersoort L i phoenicuroides is meestal wat donkerder gek leurd en kan in eerste-winterk leed in extreme geva ll en sterk lijken op een eerste-w inter Grauwe Klauwier. Soms is determinatie al leen in de hand mogelijk. Omdat een li chte phoenicuroides in het ve ld niet of nauwe lijks te ondersche iden is van isabellinus kan van de voge l van
228
Texe l de ondersoort niet met zekerh eid worden vastgeste ld. Voorkomen en verspreiding De Izabe l klauwier broedt in ee n brede strook over Centraa laz ië, van Iran via Kazakhstan tot het noorden van China en Mongolië. De ondersoort L i phoenicuroides broed t in het westelijke deel van het verspreid ingsgebied, ooste lijk tot de Tien Shan en overw intert in Oostafrika en het zu iden van het Arab isc h Schiereiland. Ten oosten va n de Tien Shan wordt deze ondersoort vervangen door L i speculigerus die overwintert van noordooste lijk Afrika tot het westen van Indi a. De ondersoort L i isabellinus broedt (evenals de vrij we l identieke maar iets grotere ondersoort L i tsaidamensis) in noordwestel ijk en noordelijk China en overwintert in Indi a (hoofdzake lijk), weste lijk mogelijk tot in Oostafri ka (Pea rson 1979, Lewington et al 1991, Cramp & Perrins 1993). De ondersoorten L i phoenicuroides en L i speculigerus vorme n de phoenicuroides-groep; de ondersoorten L i isabellinus en L i tsaidamensis vormen de isabellinus-groep (cf Cramp & Perrins 1993). De Izabe lkl auwier is verwant aa n de Grauwe Klauwier uit Europa en de Bruin e Klauw ier uit Oost-Siber ië en Ch in a. In het verl eden zijn deze drie soorten beschouwd als één soort (eg, Voous 1960), als twee soorten (Izabe l klauwier en Grauwe Kla uwier conspec ifiek, naast Bruine Klauwier; eg, Vaurie 1959), of als vier soorten (de isabellinus-groep en de phoenicuroides-groep van Izabel klauwier gesp litst in twee apa rte soo rten, naast Grauwe en Bruine Klauw ier; soms wordt de phoenicuroidesgroep bij Grauwe Klauw ier gerekend en omvat Izabe l klauwier all een de isabellinus-groep. De taxonomische relaties zijn derhalve comp lex en niet eenduidig (cf Voous 1960, 1979, N ielsen 1981, Panow 1983 , Cramp & Perrins 1993). Bovengenoemde waarnem ing betreft het eerste aanvaa rd e geva l van de Izabelklauwier voor Nederl and. In de meeste Noordwesteuropese landen is de Izabe lkl auw ier als dwaalgast vastgeste ld, zoa ls in België (De Smet & BAHC 1994), Duitsland (4), Finland (4), Frankrijk (3), GrootBrittann ië en Ierl and (c 40), Noorwegen (3), Po len (2), Spa nj e (1) en Zweden (c 8); op enke le voorjaarsgeva ll en na betreffen het all emaa l geva ll en in het najaar (augustus-november) (cf, eg, Lewington et al 1991, Cramp & Perrins 1993, Rogers & Ra riti es Committee 1994). In enke le van deze geva ll en kon worden vastgeste ld dat ze betrekk ing hadden op L i phoen icuroides (Cramp & Perrin s 1993, De Smet & BAHC 1994).
Iza belklauwier op Texel in oktober 7993 Summary 1993 On 21 Octobe r 1993, a first-winter Isabe llin e Shrike Lanius isabellinus was observed for one ho ur (fro m late afternoo n until du sk) o n Texe l, Noordholland. It cou ld not be relocated during the next day despite intensive sea rchin g from daw n o nwa rd s. Du e to its short stay, no more than c 20 birders observed the bird. Identifi cation was straightfo rwa rd because of the pale overa ll impress ion of the plumage, the co ld-ton ed pale greybrown upperparts, rufo us rump and uppertail and pale rufous undertai l, sli ghtl y rounded tail-tip, unmarked und erparts w ith only faint barring on the ora ngy was hed flanks and predom inant ly pale, flesh-coloured bill w ith dark grey tip. This obse rvatio n co nstituted th e first record fo r the Netherlands. ISABELLINE SHRIKE ON TE XEL IN OCTOBER
Verwijzingen Cramp, S & Perrins, CM 1993 . Th e birds of the Western Palearctic 7. Oxford. Harri s, A, Tucker, L & Vinicombe, K 1989. Th e Macmillan field guid e to bird identificati o n. Lo nden.
Jon sson, L 199 2. Birds of Europe w ith North Afr ica and the Middle East. Londen. Lewington, I, Aiström, P & Colston, C 199 1. A fi eld guid e to the rare birds of Britain and Europe. Londen. Nielsen, B P 1981. Taxonomy of shrikes. Br Birds 74: 534-536. Panow, E N 1983 . Die Würger der Paläarktis. Wittenberg Luth erstadt. Pearso n, D J 1979. The races of the Red-tail ed Shrike Lanius isabellinus occurring in east Afri ca. Scopus 3 : 74- 78. Rogers, M J & Rarities Committee 1994. Report on rare bird s in Great Britain in 1993. Br Birds 87 : 503-571. De Smet, G & BAH C 1994. Izabe l kl auw ier te Heist in septe mber 1989. Dutch Birding 16 : 229-231. Va uri e, C 19 59 . The birds of th e Palearctic Fauna, Passerifo rmes. Londen. Voo us, K H 1960. Atlas va n de Europese vogels. Amsterdam. Voous, K H 1979. Ca pri cio us taxonomic hi sto ry of Isabelline Shrike. Br Birds 72: 573 -5 78.
M arcel A Capella, Witte de Withstraat 79, 4535 AN Terneuzen, Nederland Enno B Ebels, Less inglaan 77-2, 3533 AN Utrecht, Nederland Wilfried R L M ahu, Vogeldijk 4, 4585 PK Hengstdijk, Nederland
Izabelklauwier te Heist in september 1989 Gunter Oe Smet & BAHC
O
P 23 september 1989 o ntdekte n Gunter De Smet, Roei Samson , Dominique Verbeien en Filip Verbeien om 11 :00 een Izabel kl auwier Lanius isabellinus in de takkenbossen langs de oostdam te Heist, Westvlaanderen, België. In de namiddag verpl aatste de voge l zich 1 km landinwaa rts en li et z ich tussen 15:00 en zonsondergang door c 50 geïnteresseerd en bek ijken. De vo lge nde dag was de voge l gev loge n. Onderstaande beschrijving is voo rn amelijk gebaseerd op ve ldnotiti es va n FV, aa ngevuld met ee n studie van dia 's die door Filip Bogaert ter beschikking werden geste ld . Dit geva l werd door het Belgisch Avifaunistisch Homologati ecomité (BAHC) aa nvaa rd als de eerste waarneming voor België. Er lDu/eh 8irding 76: 229-237, december 79941
zijn ve rschill ende foto 's va n dit geva l gep ubliceerd (Be lgian Birding Magazine 0 : 3, 1989; Dutc h Birding 11 : 19 7, plaat 144, 1989; Mergus 3: 167, 1989; Oriolus 55: 161 , 1989). Een beknopte beschrijving is te vinden in Oriolus 55: 161 , 1989. Beschrijving ALGEMEN E INDRUK Bleke kl auw ier met ross ige staart. GROOTIE & BOUW A ls Grauwe Klauwier L collurio. Staart afgerond. KO P Voorhoofd en kruin rossig bruin. Achterhoofd grijsbruin . Wenkbrau wstreep w itac hti g. Lichte oogrin g. Oordekveren donkerbruin , vaag begrensd ' maske r' vo rmend. Teuge l en wenkbrauwstreep w itachtig, als kin en kee l.
229
fzabelklauwier te Heist in september 1989 BOVEN D ELEN Mantel, rug en sc houder grij sbrui n, ongebandeerd , doffer da n ross ige stui t en bovenstaa rtdekveren. ONDE RD EL EN Vuil w it. Fl ank en z ij borst ross ig, in ve ld egaa l lijkend . O nderstaartdekveren w itac hti g. VLEUGE L H and pennen donkerbr uin met opva ll ende w itte top. D uim v leugel en handdekveren donke rbruin. Terti als en grote dekve ren met w itachti ge zoo m en li chter bruin ce ntrum, geaccentueerd doo r donkere handvleugel. Ook armpennen met li chte zoo m. Grote en mi ddelste dekveren met w itac ht ige zoom, twee vleugelstrepen vorme nd . Kleine dekvere n als sc houd er. Nergens donkere subtermin ale tekenin g waarge nomen. STAART Bovenstaart roestrood, zo nder ba nderin g, d ieper va n kleur dan bovenstaartdekveren en stuit. Di sta le derd e deel van bovenstaart donkerd er en begrensd met licht ein dbandje. Beide m iddelste staartpen nen vo lledi g donker, bovenstaart ' in tweeĂŤ n delend', als b ij Gekraagde Roodstaart Phoenicurus phoenicurus. O nderstaa rt ross ig. NAAKTE D EL EN Iri s donke rb ruin . Snavel ove rwege nd grij sroze met donkere punt. Poot lichtgrij s. GEDRAG Va naf duindoo rn op in sekten jagend, deze zowe l in vlucht als op gro nd versc halke nd. In z it opva llend met staa rt roe rend . In lage vlucht onopgemerkt lange afstanden afl eggend.
Determinatie De determin ati e steunt voorn amelijk op zes kenmerken (in w ill ekeurige vol go rd e): 1 lic hte grondkl eur; 2 ontbreken va n banderin g; 3 met mantel contrasterende roestrod e staa rt; 4 o ntbreken va n w itte staa rtz ijden; 5 ross ige ond erstaa rt; en 6 roze snave lbas is. Dit zijn ve rsc hilpunten met Grauwe Kl auw ier (het onmiskenbare
186 Izabe lklauw ier / Isabe lline Shrike Lanius isabellinus, Heist, Westvlaa nderen, BelgiĂŤ, 23 septembe r 1989
(Filip Bogaert)
23 0
adul te mannetj e va n deze laatste bu iten besc ho uw in g ge laten). Bruin e Kl auw ier L cristatus heeft, naast een fo rse re kop en snave l, meestal do nkerd ere bovendelen die minder met de staa rt co ntrasteren. Kruin en ac hterh oofd van Bruine Kl auw ier co ntrasteren meestal niet met de mantel en sc ho uderveren zoa ls bij de ondersoort L i phoenicuro ides va n Iza bel kl auw ier (z ie ook Capeilo et al 1994). A ll e ke ren dat van W esteuropese geva ll en de ond ersoort kon word en vastgesteld betrof het L i phoenicuroides (Dea n 1982) . M en kan in redelijkheid veronderstell en dat oo k de voge l va n Heist tot deze onde rsoo rt behoorde. Vijf kenmerken ond ersteun en dit : 1 rossige kruin (L i phoenicuroides is de eni ge o ndersoort met dit ke nmerk); 2 grij sbruine mantel; 3 w itachtige wenkbrauwstreep; 4 relatief donkere sl agpennen; en 5 roestrod e staa rt met donker di staa l gedee lte (cf Stresemann & Stresemann 19 72, Pea rson 198 1, Dea n 1982, Cramp & Perrin s 1993) .
leeftijd Een adult mannetj e kan word en uitgesloten omd at deze, naar ge lang de ondersoo rt, een zwa rte snave l, w itte handpenbases en/of een zwa rt(bruin ) masker ve rtoo nt. Het betrof derhalve een vro uwtj e of een o nvolwassen exempl aa r. Adulte en juveni ele Izabel kl auw ieren va n de ondersoo rt L i phoenicuroides ond ergaa n ee n snell e gedeeltelijke rui in het broedgebi ed. Tu ssen midden-juli en eind-augustu s wo rd en li chaa msveren, terti als, staa rtpennen en de meeste vleugeldekve ren ve rva ngen (Stresemann & Strese mann 19 72, Cramp & Perrins 1993) . Wel moet hier worden opgemerkt dat de postju veniele rui van de soort noga l wat vari ati e vertoo nt. Een ee rste-w inter L i p hoenicuroides kan soms vrij vee l juveni ele ve ren be ho uden. De voge l van Heist leek op een adult vro uwtj e maa r ve rsc hilde daa rvan op enkele punten. Zo weze n de gave handpennen met dui de lijke w itte toppen op een eerste-w inter L i phoenicuroides. Bovendi en konden de lic hte handpenbases niet vastgesteld worden. Ook kenmerken als de relati ef onduidelijke wenkbrauwstreep en ' masker', de li chte teugel en de opva ll end roze snave lbasis wezen op een gevord erd eerste-w interkleed . In ee n minder gevord erd rui stadium z ijn ook het eventu ele ruicontrast tu ssen geruid e en o ngeruid e ju veni ele dekveren bruikbare leeftijdskenmerken. Afhankelijk va n de sleet is het patroon va n de handdekve ren bepa lend voor de leeftijd . Het ges lac ht kan in het eerste-w interkl eed ni et met zekerh eid bepaa ld worden.
Izabelklauwier te Heist in september 1989 Verspreiding en voorkomen De meeste recente auteurs vermelden vier ondersoorten van Izabel klauwier. Voor een korte bespreking van de ondersoorten en de overwinteringsgebieden zij verwezen naar het artikel over het Nederlandse geval in oktober 1993 (Capello et al 1994). De Izabelklauwier is een dwaalgast in de meeste Noordwesteuropese landen (zie voor overzicht Capello et al 1994); de meeste gevallen zijn in Groot-Brittannië en Ierland (c 40, waarvan zeven in oktober 1988, voornamelijk half augustus tot half november, ook van maart tot mei ) (cf, eg, Lewington et al 1991 , Cramp & Perrins 1993, Rogers & Rarities Committee 1993). In Nederl and werd de soort voor het eerst vastgesteld op 21 oktober 1993 te Texel , Noordholland (Dutch Birding 15 : 285, plaat 210, 1993 ; Capello et al 1994). Dankwoord Dank aan alle waarnemers die de vogel terugvonden en de determinatie in juiste banen hebben geleid. Zonder de veldnotities van Filip Verbeien en de dia's van Filip Bogaert zou dit artikel onvolledig geweest zijn. Lars Svensson stuurde een kopie uit de (intussen gepubliceerde) 'groene bijbel ' en Klaas Eigenhuis lichtte de status van de soort in Nederland toe (in die tijd geen aanvaarde gevallen). Jo van den Steen liet mij toe het
BAHC-dossier over dit geval te gebruiken en het BAHC nam dit artikel door. Summary ISABELLI NE SHRIKE AT HEIST IN SEPTEMBER 1989 A first-w in ter Isabellin e Shrike Lanius isabellinus was observed and photographed at Heist, Westvlaanderen, Belgium, on 23 September 1989. This is th e first accepted reco rd of Isabelline Shrike for Bel gium. Probably, th e bird belon ged to the western subspec ies L i phoenicuroides; this is supported by the rufous crown , the grey-brown manti e, the w hitish supercilium , th e relative ly dark remiges and th e rusty-red tail with dark di stal part.
Verwijzingen Capeilo, MA, Ebel s, E B & Mahu, W R L 1994. Izabe lklauwier op Texe l in oktober 1993. Dutch Birding 16: 226-229. Cramp, S & Perrins, C M 1993. The birds of the Western Palearctic 7. Oxford. Dean, A R 1982. Fi eld characters of Isabellin e and Brown Shrikes. Br Birds 75: 395-406. Pearson, D J 1979. The races of th e Red-tailed Shrike Lanius isabellinus occurring in east Africa. Scopus 3 : 74-78. Pea rson , D J 1981. Field id entificat ion of Isabelline Shrike. Dutch Birding 3: 119-122. Rogers, M J & Rariti es Committee 1993. Report on rare birds in Great Britain in 1992. Br Birds 86: 447-540. Stresemann, E & Stresemann, V 1972. Über di e Mauser in der Gruppe L. isabellinus. J Ornithol113: 60-75. Svensson, L 1992 . Identification guide to European passerines. Vierde druk. Stockholm.
Cunter Oe Smet , Edmond Blockstraat 9, 9050 Centbrugge, België BAHC, p/a Jan Pollet, Erfgoedlaan 8, 9800 Deinze, België
Mededelingen _ _ _ __ __ _ _ Geelpootmeeuw geJlaard met Kleine Mantelmeeuw broe{lend te Ijmuiden Op 23 mei 1994 werd in ee n kolonie van op het dak van de Ijbunker te Ijmuiden, Noordholland, broedende Kl eine Mantelmeeuwen Larus fuscus en Zilvermeeuwen L argentatus een vrouwtje Geelpootmeeuw L cachinnans op het nest gevangen. Reeds in 1987 broedde dit exemplaar gepaard met een Kleine Mantelmeeuw op het Forteiland in de Ijmuiderbuitenhaven, waar het [Dutch Birding 16: 231·239, december 1994[
een jong grootbracht. Sindsdien vond op dit eiland verstoring door één of meer vossen Vulpes vulpes plaats, waarna de Geelpootmeeuw naar de meeuwenkolonie op het dak van de 400 m verderop gelegen, in de Tweede Wereldoorlog gebouwde Ijbunker verhuisde. Hier bracht de vogel, steeds gepaard met een Kleine Mantelmeeuw, in 1991-93 elk jaar twee jongen groot. In 1994 werden op dit dak 363 nesten geteld waarvan 70 van Kleine Mantelmeeuw. Voor het eerst kon met zekerheid worden vastgesteld waar zich precies het nest van de Geelpootmeeuw
231
Mededel ingen
187-188 Mediterranean Ye ll ow-Iegged Gull / Mediterrane Geelpootmeeuw Larus cachinnans michahellis, Ijmuiden, Noordhol land, 23 mei 1994 (Fred Cottaar)
bevond. Daardoor kon de voge l met behulp van een over het nest gep laatste inl oopkooi worden gevangen en ger ingd (Arnhem 5139972). Het nest bevatte drie eieren met de volgende maten: 70.3 x 51.2, 70.3 x 5004 en 68.8 x 50.5 mm o Ook werden maten van de vogel genomen: gew icht 780 g; v leuge l lengte (max imum ) 406 mm ; koplengte 115.3 mm ; snave l lengte (tot schedel) 66 mm ; snave l hoogte (gonys) 18 mm; tarsuslengte 65.5 mmo Door de relatief donkere tinten van het grij s op de bovenz ijde, de diep ge le en rode kl eur van de naakte delen en de hoeveelheid zwart in de vleugelpunt werd de voge l gedetermineerd als Mediterrane Gee lpootmeeuw L c michahellis. Begin juni bleken twee van de drie eieren te zijn uitgekomen .
Dit waren de eerste broedgevall en van de Geelpootmeeuw in Noordholland.
Summary YELLOW-LEGGED GULL BREEDING AT IJMUIDEN Since 1987, a female Mediterranean Yellow-Iegged Gu ll Larus cachinnans michahellis pa ired w ith a male Lesser Black-backed Gu ll L fuscus has been breeding in the harbour of Ijmuiden, Noordhol land, th e Netherlands. The pair produced one yo ung in 1987 on an island, and two annu all y in 1991-94 on th e roof of a large bunker, in a colony of H errin g Gull L argentatus (293 nests in 1994) and Lesser Black-backed Gu ll (70). On 23 May 1994, th e bird was trapped on its nest, rin ged and photographed, and its three eggs we re measured. These we re th e first breed in g reco rd s of this species in Noordholl and.
Fred Cottaar; Marsstraat 7, 2024 CA Haarlem, Nederland Kees Verbeek, jan Steenstraat 69, 2023 AL Haarlem, Nederland
Hybrid Azure X Blue Tits in Europe Hybrids between Azure Tit Parus cyanus and Blue Tit P caeruleus have been known sin ce the beg in nin g of this century under the name ' PIeske's Tit' ' P pleskii' (cf Pleske 1912). Recent reco rds have shown that problems sti ll exist, even in the hand, in separating these hybrids from genuin e Azure Tits. For example, two birds trapped in Hungary, in Dece mber 1988 and October 1989, which were initi all y accepted as ge nuine Azure Tits (cf Lewington et al 1991 ) were recentl y rev iewed and are now considered 232
hybrids by the Hungarian rarities comm ittee (Wa liczky 1993, Gรกbor Kovรกcs pers comm). Photographs of both birds are published here. The most important differences between Azure Tit and hybrids were recently discussed by Brensing & Barthel (1993) and are on ly shortly repeated here . The c haracters of Azure Tit refer to the subspecies P c cyanus, since this subspecies is the most likely to occur in Europe. SIZE & STRUCTURE Both Az ure Ti t and hyb rid s larger than Blue Tit. In Az ure Tit, tail proportionately longer than in hybrid s (cf table 1).
Mededelingen TABLE 1
Len gth s (mm) of wing, tail and p8 (numbered descendantly) of Blue Tit Parus caeru/eus and Azure Tit P cyanus (ave rage and range, af ter Svensson 1992) and two hybrid Azure x Blue Tits P cyanus x caeru/eus (Zso lt Karcza pers comm, Brensing & Barthel 1993)
w ing tail p8
Blue
Azure
hybrid Azure x Blue (Hungary 1989)
hybrid Azure x Blue (Austria 1989)
66.5 (62-71) 54.5
68.5 (64-73) 64 .5 (63-66)
70 61 55.0
70 65 53.8
Crown pure white in Azure, slightly greyish in hybrids. UNDERPARTS Pure w hite in Azure (a lthough Central Asian subspecies w ith ye l/ow breast-patch ); in hybrids, (upper)breast with very variabie amount of ye l/ ow or ye l/owish. W ING In Azure, broad white tips to tertials and secondaries, and broad white tips to primary coverts and greater w ing-coverts, form ing braad wing-bar; in hybrids, usual/ y less wh ite in wing. TAIL In Azure, outer rectrix (t6) complete ly wh ite and tl-5 white with from t5 towards t1 increasing amount of blue fram base towards tip, centra l rectri x main ly blue with broad white tip, includ ing sma l/ part of outer web; blue pattern in spread tai l distinctively wedgeshaped (cf Svensson 1992). In hybrids, tai l usua l/ y with l ittle or no white; on ly rare ly tai l with same pattern as Azure (eg, Hungary's first recorded hybrid, cf Forgách 1989). UPPERTAIL-COVERTS Tipped wh ite in Azu re; tips sometimes lacking in hybrids. H EA D
When a possib le Azure Tit is seen in the f ield (or exam ined in the hand), one should look very carefully at the co loration of the crown and breast, wing pattern and tai l pattern. Furthermore, Brensing & Barthel (1993) noted that in Europe it is more likely to find a hybr id than a genuine Azure Tit, since th e latter is main ly nonm igratory. In western Europe, there are now seven
records of hybrid Azure x Blue Tit (cf tab le 2). Azure Tit is a rare, sometimes irruptive, vagrant in western Europe, with records in Austria (at least 10), former Czechos lovakia (c 30), Denmark, Estonia, Finland (21, including a breeding pair in 1973), France, Latvia (several), Poland (27), Rumania, Sweden (2) and former Yugoslavia (cf Lew ington et al 1991 , Frich & Nordbj ~rg 1994). One may wonder if in all these records the poss ibi lity of hybrid Azure x Blue Tit has been considered . A bird at Horsmeertjes, Texel, Noordholl and, the Netherlands, on 14 October 1991 submitted as Azure Tit but not accepted by the Dutc h rar ities committee (CDNA) was probab ly a leuc istic Blue Tit but the descr iption did not exc lude a hybrid Azure x Blue Tit (Wiegant et al 1994) . I thank Zso lt Karcza for the measurements of the Ócsa hybrid, Gábor Horváth for supp lying information on the Hungar ian records and M ire lla Szarvas for trans lating some papers . Specia l thanks are due to Zsolt Czeg lédi and Ba lázs Forgách for the use of their slides and photograph. Dick Forsman is acknowledged for providing information on Finn ish records. References Bankovics, A 1990. Recent new records in Hungary. Aquila 96/97: 133-137 . Brensing, D & Barthel, P H 1993. Ein Hybride aus
TABLE 2 Record s of hyb rid Azure Tit x Blue Tit P cyanus x caeru/eus in western Europe
Netherlands Finl and
Fl evo land Turku
Latvia Sweden
Pape Säderman land
Hungary Hungary Austr ia
Gyula Ócsa II/mitz
9 November 1968, trapped (Frank & Voous 1969; plate 189) Azure Tit, present from 29 December 1974 to 14 March 1976, pa ired with Blue Tit in spr ing 1975 ; on 5 June 1975, unknown number of young hea rd in nest; nesting not studied further but on 1 January 1976, one hybrid bird seen nearby (Di ck Forsman in litt) . See also Swed en below. October 1981 , trapped (Lewington et al 1991 ) 20 October 199 1, trapped; retrapped in Värts ilä, Finland, on 17 Apri l 1992 (Var Fage lvä rld 1992 (7/8): 39, Elmberg 1992, Forsten & Numminen 1992) 26 December 1988, trapped (Forgách 1989; plate 190) 28 October 1989, trapped (Bankovics 1990; plates 191 -192) 11 November 1989, trapped (Brensing & Barthel 199 3)
233
M edede/ i ngen
I .
189 Hybrid Az ure Ti t x Blu e Tit / hybrid e Azuurm ees x Pimpelmees Parus cya nus x caeruleus, Bremerbergdijk, Fl evol and, Netherl and s, trapped 9 November 1968, di ed 15 April 1969, photog rap hed at Zoö log isc h Mu seum, A msterdam, November 1994 (And ré J va n Loon) 190 Hybrid Az ure Tit x Blu e Tit / hybride Az uurmees x Pim pe lmees Parus cya nus x caeruleus, Gyul a, Hunga ry, 26 December 1988 (Balázs Forgách) 191-192 H ybrid Az ure Ti t x Blu e Tit / hybri de Az uurm ees x Pimpelm ees Parus cya nus x caeruleus w ith Blu e Tit, Ócsa, Hungary, 28 Octobe r 1989 (Zso lt Czeglédi). Note greyish crown, ye ll ow patch o n upperbreast and small amo un t of w hite in tail. Las ur- Parus cya nus und Bl aum eise P. caeruleus am Neusiedl ersee. Limi co la 7: 147- 151. Elmberg, J 1992 . Sä ll sy nta fag lar i Sveri ge 1991. Va r Fäge lvä rld 1992 (7/8) : 17-32 . Fo rgách, B 1989 . [First reco rd of Azu re Tit Parus cyanus fo r Hun gary.] M adártani Tájékoztató 1989 (3/4): 20-21. [In Hunga ri an; Engli sh summ ary.] Fo rsten, A & N umminen, T 199 2. Viim ea ika isia hava in toj a 15. maa li sk uuta- 16. to uko kuuta 1992 . Lintumi es 27 : 125 -1 2 7. Fra nk, G & Voo us, K H 1969 . Va ngst va n Parus "p Ieskii" in Nederl and. Limosa 42 : 20 1-205. Frich, A S & Nordbj êe rg, L 1994. Sjêe ldn e fu gle i Danm ark og Gr0nl and i 1992 . Dansk O rni tho l Fo ren Tid ss kr 88: 99-110.
Lew ington , I, A iström, P, & Col ston, P 199 1. A field gui de to the rare bird s of Britain and Europe. Lond on. Pl es ke, T 1912. Zur Lös un g der Frage, ob Cya nistes pieskei Ca b. ein e se lbständi ge Art darstellt, oder für Bastarde vo n Cya nistes caeruleus (Linn .) und Cya nistes cyanus (Pa ll.) angesp roc hen werden mu [l,. J O rnithol 60: 96- 109 . Svensso n, L 1992 . Identifi cati o n gui de to Europea n passe rines. Fourth editi o n. Stockh o lm . Wa li cz ky, Z 1993 . [Repo rt of th e Hunga ri an Rariti es Co mmittee : 199 2. ] M adárta ni Tájékoztató 1993 (2): 49-56 . [In Hungarian; En gli sh summ ary.] Wi egant, W, Steinh aus, G H & CD NA 1994 . Rare bird s in the Netherl ands in 1992 . Dutch Birding 16: 133-147.
Leo} R Boon, Goeman Borges ius/aan 383, 9722 V} Groningen, Nether/ands
23 4
Mededelingen
Transatlantic migration by ringed birds from NortIl America As pointed out in an earlier paper (Dennis 1981), there is a significant number of Nearctic birds th at appear in Europe or European waters, predominantly in autumn. These include ringed birds, thereby supplying definite proof of place of origin. Ducks, waders, gulls and terns have supplied by far most of the ringing records. As stated in Dennis (1981), ' Red Knots and Ruddy Turnstones breeding in Greenland and north-eastern Arctic Canada apparently winter mainly (if not entirely) in the aid World. This is seen both in recovery records of banded birds in Europe and return records of banded birds from the breeding grounds.' Suspected migrants that have furnished a number of recoveries in Europe included American Wigeon Anas americana, Northern Pintail A acuta, Green-winged Teal A crecca carolinensis, Blue-winged Teal A discors, Ring-billed Gull Larus delawarensis and Arctic Tern Sterna paradisaea. Additional European recoveries have been reported for several of these species and other
suspected transatlantic migrants (Dennis 1986, 1987, 1990). The records are brought up-to-d ate in this paper. There can be no doubt about th e status of the Pale-bellied Brent Goose Branta bernicla hrota as a transatlantic migrant. Ringing data and identification through painted aluminium neck-collars has shown that a part of the population that breeds in the Canadian arctic reac hes Europe in substantial numbers each autumn. The main wintering grounds are in Ireland with stops in Iceland en route. Records of this goose are not included in this or the previous papers . It is interesting to note that a second-year Lesser Canada Goose Branta canadensis hutchinsii/parvipes staying from 19 November 1992 until 25 February 1993 (when it was shot) at Loch of Skene, Grampian, Scotland, was wearing a yell ow neckcollar (6TU2) attached on 10 February 1992 west of Washington DC, Maryland, USA (cf Dutch Birding 15: 33, 82, 1993). In previous papers, 78 recoveries with 29 species of ringed Nearctic birds were reported from 14 European countries or politically separate parts of these countries. Greenland was omitted
TABLE 1 Recoveries of ringed North American birds in Europe since last report (Dennis 1990) Species
Ringnumber
Rin ged at
Recovered at
Northern Gannet
638-73740
Funk Island, Newfoundland, Canada, 19 August 1984
Flatey, Iceland, 15 May 1991 (drowned in fishing net)
1313-50772
Northwest Territories, Canada, 1 June 1989
Vlieland, Fri es land, Netherlands, 5 October 1991 (ri ng read by binoculars; trapped and released on same site 10 October 1 991)
Turn stone
1313-50968
Northwest Territories, Canada, 13 Jul y 1992
severa l coast location s, Netherlands, from 27 September 1992 (trapped and released) to 25 May 1994 *
Turn stone
1313-590 77
Northwest Territories, Canada, date not yet reported
Vlieland, Friesland, Netherlands, 6 September 1994 (trapped and released; Gerlof de Roos in litt)
Red Knot
802-5 1328
Northwest Territories, Canada, 5 Jul y 1988
mouth of Somme river, Somme, France, 11 December 1988 (shot)
784-40378
Chincoteague, Accomack Co, Virginia, USA, 1 August 1989
Puerto de Rosas, Spain, 26 December 1989 (ca ught on fisherman 's line and released)
Morus bassanus Turnstone
Arenaria interpres
Ca lidris canutus Royal Tern
Sterna maxima
* Acco rding to Voge ltreksta tion (Dutch ringin g office) at Heteren, Gelderland, this Turn stone was reported from several places at the coast in the Netherlands on 27 September, 17 October, 5 November and 30 December (a ll 1992), 20 February, 20 March, 16 November (a ll 1993) and 25 May 1994; on most occasions th e ringnumber was read by telescope (cf Op het Vinketouw 74: 19, 1994; 75: 26, 1994)
235
Mededel i ngen but records from leeland and the Azores were included . This paper adds one more species (Royal Tern 5 maxima) and five more individuals to the list (tabie 1). One previously reported record must be deleted because essential information regardin g its recove ry was missing (see below). The obvious advantage of a ringed bird over a sight record is th at a reported ring tells the finder where the bird ca me from. This is essential in the case of species that breed on both sides of the Atl antic. In this regard, Red Knot Calidris canutus, Turnstone Arenaria interpres, Herring Gull L argentatus, Sandwich 5 sandvicensis, Common 5 hirundo and Arctic Terns provide good exam pl es . Unconfirmed recoveries Earl ier, Dennis (1990) reported on an American Black Duck A rubripes rin ged at Gloucester Co, New Brunswick, Canada, on 5 September 1970, the rin g being found on Helgoland, SchleswigHolstein, Germany, on 10 February 1988. Since the bird itself was not found , this record can not be considered va lid and must be rejected . An American Redstart Setophaga ruticilla was reported by th e Lithuanian Bird Ringing Centre as being found freshly dead by a seaman on the sea shore at Marina di Carrara, east of Genoa, Italy, on 5 September 1991. The ring was removed and sent to the US Banding Laboratory via the Lithuanian Bird Rin ging Centre. An Americ an Redstart with th e same ring number was rin ged by Dav is Holmes and Kathleen Klimkiewicz of th e US Bird Banding Laboratory in Vork Co, Maine, USA, on 30 M ay 1989. Howeve r, the sea coast location where the bird was found could have been a port-of-ca ll for a sea-going
vessel. The fact that th e bird was found by a seaman supports this contention. Since there is some question about th e circumstances surrounding this recovery, the record lacks confirmation. Confirmed recoveries The presence of a rin g not only establishes where the bird ca me from but also offers greater certainty regarding its identification. Moreover, a number of ringing records (recoveries), especially when spread over a number of years, can help establish an improved picture about migration and vagrancy patterns. As seen in table 2, 11 species ringed in North America have supplied three or more recoveri es in Europe. No great signifi ca nee can be attached to recoveries in Europe of the Fulmar Fu/marus glacia lis. This species is a pelagic bird that wanders widely in the North Atlantic. Much the same can be said of Leach 's Storm-petrel Oceanodroma leucorhoa. Four recoveries of Northern Gannet Morus bassanus indicate that there could be intermingling between populations that breed on both sides of the Atlantic. Recoveries of Green-winged Teal in Europe confirm the fact th at this subspecies of Common Teal is regular as a wild vagrant in Europe. Sim ilarly, Northern Pintails from North America have supplied enough recoveries to indicate that not all birds in Europea n waters originate from the Western Palearctic. There can also be no question about the frequency of Blue-winged Teal as a visitor to Europe. This Nearctic species, which disperses widely during migration , has provided 13 European recoveries ranging from Scotland to the Azores. Five recoveri es of American Wigeon confirm the fact th at in Europe this
TABLE 2 Species providing three or more European recove ri es Spec ies Fulm ar Fu/marus g/acia /is Leac h's Storm-petrel Oceanodroma /eu corhoa Northern Gannet Morus bassanus Green-winged Tea l Anas crecca caro/in ensis Northern Pintail A acuta Blu e-wi nged Tea I A discors A meri ca n Wigeon A americana Turnstone Arenaria interpres Red Knot Ca /idris canutus Ring-billed Gull Larus de/awarensis A rcti c Tern Sterna paradisaea
236
Number
Recovered in
Germany, Iceland, Ireland France, Iceland, Spain Ice land (at sea), Ireland, Portu ga l, Spain (at sea) England, Iceland, Northern Ireland (two) England (two), France, Ireland Azores (two), Denm ark, England, Fran ce, Ireland, Morocco, Portugal, Scotland, Spain (four) 5 France, Ireland (two), Scotland (two) 5 England (two), Netherlands (th ree), Portu ga l 10Denmark, Englan d (th ree), France (four), Scotland (two) 5 Azores, Ireland, Spain (th ree) 4 France (th ree), Scotland 3 3 4 4 4 13
Mededelingen species ca n be of wild origin. A bird ringed in New Brunswick, Canada, on 13 August 1986, was trapped and released at Fair Isle, Scotland, on 21 September 1986 and shot at Wexford, Ireland , on 30 November 1986 (Dennis 1990). These recoveries suggest that American Wigeons arrive by way of a northern crossing and then work their way south. As already pointed out, Turnstone, with five European recoveries, migrates from parts of Arctic Canada to Europe where it is indistinguishable from birds breeding in northern Europe. The status of Red Knot in Europe, with 10 recoveri es, is similar to that of Turnstone. Ring-billed Gull, with five recoveries in Europe, has been shown by Hoogendoorn & Steinhaus (1990) to be a newcomer to European waters. The first record, of a ringed bird in the Azores in 1945, was followed by rin ging recoveries in Spain in 1951 and 1965. Numerous sight records followed. By the end of 1987, the total stood at 831 from 17 countries (Hoogendoorn & Steinhaus 1990). The Arctic Tern , with four recoveries in Euro-
pe, can be considered a transient to wintering grounds in higher latitudes of the South Atlantic. Once again, I am very much indebted to Danny Bystrak, Kathleen Klimkiewicz and others at the Bird Banding Laboratory, Laurel, Maryland, for their assistance. Those whom I ack nowledged in previous papers for help and granting permission to use their recovery records have laid the foundation and deserve thanks. References Dennis, J V 1981. A summary of banded North America n birds encountered in Europe. North Am Bird Band 6: 88-96. Dennis, J V 1986. European encounters of birds ringed in North America. Dutch Birding 8: 41-44. Dennis, J V 1987. Additional recoveries of banded North American birds in Europe. North Am Bird Band 1 2: 11 -1 2. Dennis, J V 1990. Banded North American birds encountered in Europe: an update. North Am Bird Band 15: 130-133. Hoogendoorn, W & Steinhaus, G H 1990. Nearctic gulls in the Western Palearctic. Dutch Birding 12: 109-164.
john V Oennis, PO Box 578, Princess Anne, Maryland 21853, USA
Geographical variation within western populations of Clamorous Reed Warbier The Palearctic populations of Clamorous Reed Warbier Acrocephalus stentoreus fall apart into two groups: 1 smaller birds with elongated and laterally compressed bill-tips, occurring in marshes in Egypt and the Levant and usually united into a single subspecies, A 5 stentoreus; and 2 larger birds with a relatively shorter, broader and less compressed bill, occurring in mangrove along the coast of northern Somalia, the Red Sea and the Persian Guli, as weil as in inland marshes from Iran north and east to the Aral Sea, southern Kazakhstan and Afghanistan, all united in A 5 brunnescens. As explained earl ier (RoseIaar, in Cramp 1992), some populations within each of these traditionally recognized subspecies differ rath er in size and colour from others but the samples investigated by me for Cramp (1992) were too smal I to split eac h subspecies into a number of additional subspecies. Since then, I
examined more specimens and the disparity initially found between birds from Egypt and the Levant was corroborated. The size and colour differ sufficiently to validate the recognition of a separate subspecies for the birds from the Levant, to be named :
Acrocephalus stentoreus levantina subsp nov HOLOTYPE (in Natural History Museum (BMNH), Tring, En gland) BMNH 1947.14.183, ad ult mal e, Bet Shean, Israe l, 11 March 1924, collected by K W Bigger. Wing 88.5 mm, tail 83 mm, tarsu s 29.2 mm, bill to skull 27.6 mm, bill to nostril 16.2 mmo P9 4 mm shorter than wing-tip (formed by p7-8), p1 14 mm shorter; depth of notch on inner web of p9 19 mmo PARATYPES Three birds in BMNH: one male, Jordan River near Jericho, 24 November 1919 and two males, Lake Huleh, north ern Israel , 25 May 1922; four birds in Zoologisches Forschungsinstitut und Museum Alexander Kรถnig (ZFMK), Bonn, Germany: three males, Neve Yam, near Lake Tiberias, Israe l, 25 April 1965, 9 March 1968 and 23 January 1970, and one juvenile female, Lake Huleh, 11 August 1962; and five birds in Naturhistorisch es Museum Wien (NMW), Wien, Austria: th ree males and one female, Neve Yam, 31 March
237
Mededel ingen TABLE 1 Measurements (in mm) of Clamorous Reed Wa rbi er Acrocephalus stentoreus from Egypt (A 5 stentoreus) and the Levant (A 5 levantina). Bill measured to skull. In seq uence: average - stan dard deviation - samp le size - range
As levantina
A 5 stentoreus
0 'i' 0 'i' 0 'i' 0 'i'
w in g tail bi ll tarsus
82.4 77.5 72.0 68.0 25.9 25 .3 29.2 27.3
1.38 1.47 2.28 2.55 0.74 0.38 1.01 0.52
15 11
11 11 14 11 11 10
80 75 68 64 24.9 24.8 28 .0 26.6
- 85 - 80 -7 6
-73 - 27 .2 - 26.0 - 30 .8 - 27.9
1971, 19 November 1971 , 3 December 1982 and 1 November 1988, and an ad ult female, Lake Hu leh, 5 October 1962. Th e birds in both Z FMK and NMW we re all co llected by H Hove l. DISTR IBUTION Th e new subspecies occ urs in Israel but probab ly also on the Jordan ian side of the Jordan River and along the Dead Sea, and perhaps elsewhere in the Levant. A s stentoreus from Egypt does not extend further east than the borders of the Suez Cana l.
FIGURE 1 Wing and tail lengths of subspec ies of Cla-
morous Reed Warb ier Acrocephalus stentoreus from Egypt and the Levant. Squares: nomin ate A 5 stentoreus from Egypt. Rounded dots: As levantina from Israel. Black marks: mal es. Open marks: females. I
.1
mm tait
• ••
80
75
• -
• •••• • • ••
-
0
0
0 0
65 f-
rn
-
••
00 00
70 0
~.
-
•
0
-
0
wing
I
75 238
80
85
mm 90
84 .6 79 .0 79.8 73.0 26.5 24.2 28.4 27.2
2.00 3.50 3.01 0.54 0.38 0.50 0.80
10 3 10 2 10 3 10 3
82 75 75 72 25.8 23 .8 27.8 26.4
- 88 - 82 - 83 - 74 - 27.6 - 24.5 - 29.2 - 28.0
D IAGNOS IS As levantina is sli ghtly larger in al l measurements than A 5 stentoreus but espec iall y the tail is longer (see table 1 and figure 1). Moreover, the co lour of the upperparts, breast and flanks is darker and browner, less pale and o live-brown than of birds from Egypt, although th e co lour of all subspec ies is strongly influenced by b leac hin g and wea r. In fres h plum age in autumn, th e upperparts of A 5 levantina are rufousbrown or dark olive-brown (in A 5 stentoreus pa ler oli ve-brown), th e throat and belly are w hiti sh but the breast and flanks are deep cinnam on -buff (in A 5 stentoreus tawny-buff) ; in wo rn plumage in spr in g, th e upperparts are medium buff-brown (in A 5 stentoreus co lder ol ive-brown) and the breast and flanks l ight buff-brown (in A 5 stentoreus pa ler ye llowish-buff or tawny) . A dark morph in w hich the upperparts are darker rufous-brown and the entire underparts (incIuding throat and belly) deep c inn amon-brow n (in fres h plumage) or dark o live-brown to buff-brown (in worn plum age) occ urs frequently (five out of 13 bird s exam ined; two others intermediate). Th is dark morph appa rent ly does not occ ur in Egypt but a single bird out of 24 A 5 brunnescens exam ined was simi larl y dark (female co llected at Q uetta, Pakistan, on 8 October 1913, in BMNH).
In meas urements, A 5 levantina agrees w ith the popu lation s of A stentoreus breeding in mangrove forest of no rth ern Soma lia, the coasts of the Red Sea and the Persian Gu lt, as we i l as in south-western Iran, but the b illof all these latter popu lations is short and not stron gly atte nu ated, similar to th e bi ll of the larger-si zed subspecies A 5 brunnescens from western Central Asia (north-eastern Iran and Afghanistan north to the Aral Sea and southern Kazakhstan). All these shorter-billed populations are somewhat paler in co lour than A 5 stentoreus and (espec iall y) A 5 leva ntina, more grey ish-o live on th e upperparts in fresh plumage, more brownish-grey w hen worn, and more extensively w hite on th e underparts; espec ially the birds breeding in mangrove forest become ve ry pa le and grey when worn.
Medede lingen TABLE 2 Measurements (in mm) of Clamorous Reed Warbier Acrocephalus stentoreus from Red Sea to so uth-western Iran and western Central As ia. Data as in tabl e 1. Sexes comb ined ex cept for w in g. * Birds from inl and so uthwestern Iran, ** bird s from mangrove fo rest along Red Sea to Persian Cu lf
Red Sea to south-western Iran pl to w ing-tip w in g 0 c;>
bill bill
14.1 87.0 81.1 23.4 24.7
1.77 1.89 2.50 0.74 0.90
12 10 6 6 7
11 83 78 22 .2 23.5
western Centra I As ia -17 - 88 - 84 - 24 .2 - 26.0
Th e mangrove birds as weil as the birds from inl and south-western Iran show a shorter wing than typical A s brunnescens from western Central Asia (cf table 2). Thi s sho rter wing is partly the result of a shorter wing-tip. Other measurements are similar, except for the short bill of th e birds from inl and south-western Iran (cf tab le 2). Although th ese south-western forms may form distinguishable taxa, they are not separated from A s brunnescens here because too few birds could be directly compared w ith As meridionalis from Sri Lanka and with the unn amed breeders of Kas hmir, which are also small er and paler, but w hi ch appear to have a longer bill. It ca n not be
* **
16.3 9 1.1 85.8 24.8
1.89 2.58 3. 25 0.95
11
13 11 22
14 87 81 23.5
-20 - 95 -90 - 26.4
excl uded th at all birds inh abiti ng th e coasta l zone of the no rth ern Indi an Ocean, from Sri Lanka v ia western Indi a, Pakistan and the Persian Gulf to the Red Sea and no rth ern Somal ia, belong to a single form . I wou ld like to thank Peter Colston (BMN H), R va n den El zen (ZFM K) and H Schifter (NMW) for th eir permission to stud y specimens from the collections under their ca re.
References Cramp, S 1992 . The birds of the Western Pal ea rct ic 6. Oxford.
CS (Kees) Roselaar, Zo枚logisch Museum Amsterdam, Postbus 94766, 7090 CT Amsterdam, Netherlands
Asian-Pacific birds Species limits within Carnet Pittacomplex In recent taxonomic treatments of th e Pittid ae (Mayr 19 79, Sibley & Monroe 1990), the Sundaic garn et pittas are considered to comprise two spec ies: Garnet Pitta Pitta granatina (includin g P g coccinea) and Black-and-scarlet Pitta P venusta (including P v usshen). Early accounts - predating th e tern ary nomen clature - naturall y treated these taxa as four separate spec ies (Sc hl egel 1863, 1874, Wallace 1864, Sharpe 1877, Elliot 1892). Few authors appea r to have subseq uentl y cr iti ca ll y exa mined materi al of P venusta, perhaps because the majority of the known spec ilDu/ch Birding 16: 239路245, december 1994)
-----------------------------------------
mens are co ncen trated in two Dutch coll ections; material of venusta is rare in co llection s in Britain and the United States . However, P venusta was accurate ly figured in Temmin ck (1830). Moreover, these accounts, including Elliot (1892), were published before red-crowned ga rnet p ittas (P g coccinea) were known to occur on Sumatra. P gra natina was on ly discovered in north-eastern Sumatra in 19 16 and speci mens we re later described as a new subspecies, P g vanheurni (K loss 1921). Everett (1889) listed P ussheri and P gra natina from Borneo, adding that th e former is the ' representative form of P venusta (M uil ) of Sumatra'. Thi s remark appea rs to have induced later authors to treat P venusta and P ussheri as co nspec i239
Asian-Pacific birds f ic, merely beca use both have dark crowns. Thi s arra ngement does not appea r to have been cri tica ll y reco nsidered sin ce. Stresemann (1938) co nsidered P granatina and P venusta (including Pusshen) as conspec ifi c because of a single interm ed iate spec imen from Pelebe n (Bo rn eo), th ought to be a hyb rid between red -crowned P g granatina and bl ac kcrow ned P g ussheri (see below). Prev iously, e h asen & Kl oss (193 0) stated th at 'All the Ma laysian bl ac k-and-sca rl et Pittas may be form s of P granatina, but we need to kn ow more of the ranges of va nheurni and venusta in Sum atra and of granatina and ussheri in No rth Born eo before defini te ly linking up th e bl ack w ith th e redcrowned sectio ns'. Mayr's (1979) ca utious view, fo ll owed by van Marl e & Voous (1988), is essentiall y that of e hasen & Kloss (193 0). In th e past, geographi ca l representati on has often bee n the so le reason fo r sy no nymi zing taxa, despite often stri king morpho logica l d iffe rences, as exemplified by numero us cases invo lving bird s on island s in th e Indo-Australi an A rchipelago. Occas io nall y, th e questi on comes to mind w hether a revise r has actu all y see n materi al of all taxa co nce rn ed to full y apprec iate th e sometim es ve ry obvious morphologica l differences . The voca l izati o ns of th e Sum atran fo rm s and P granatina o n Bo rn eo have not previously been described. Al tho ugh venusta is know n fro m seve ral w idespread loca lities in Sumatra, there were no reli abl e record s sin ce Ed ward Jacobson coll ected spec im ens between 1913 and 1917 (Robinson & Kl oss 192 4, va n Ma rl e & Voous 1988) . O n 3 Ap ril 1989, I observed and tape-record ed P venusta on Gunun g Kaba (Bengkulu ), a kn own loca lity fo r the spec ies (Robin so n & Kl oss 1924). I have come to th e conclusi o n th at venusta and ussheri are not conspec ific and that P venusta sho uld be rega rd ed as a separate monotyp ic spec ies, endemic to Sum atra, a view fo ll owed by A ndrew (1992) and M ac Kin non & Phillips (1993). How eve r, the vern acu lar name given to venusta by th ese authors, Blac k-crowned Pitta, hard ly diffe rentiates it from th e blac k-crowned ussheri and does no ju sti ce to its endemi c statu s. Fo r the same reason, of th e two altern ati ves used by MacK inno n & Phillips (1993), Bl ac k-and-Sca rlet and Gracefu l Pi tta, the latte r woul d appea r to be mo re appropri ate.
Material examined I examined 180 stu dy skin s of all fo rm s of ga rn et pittas in in stituti o nal coll ecti o ns and tape record240
ings of all taxa. In additi on, I studi ed venusta and ussheri o n G unung Kaba (Sumatra, Indo nes ia) and in Sepilok and Gomanto ng Forest Reserves (Sabah, East M alaysi a) respectively. Abbrev iati o ns used in th e text are: G (G unun g = M ount), K (Kuala = Ri ver), S (Sunge i = Ri ver), U (Ulu = Ri ver). See ackn ow ledgements for mu seum ac ronyms used (in parentheses).
Graceful Pitta Pitta venusta S M üll er 1835 : 34, pl ate 5 [= 81, figure 4. 'Bossc hen in deze streek', ie forests on the west coast of Sum atra in the Padang res idency; the two sy ntypes are from Batang Sin gga lang, on th e so ut h-easte rn slope of Gunun g Tendike, t he tw in vo lca no to the so uth of G Sin gga lang (M üll er 1835: 40) . MATERlAL EXAM INED Sum atra: w ithout loca li ty, one (BMN H ); 'Java?', one (BMN H); 'Sumatra', two (ANS P); A ir Nj uruk, G Oempo, 1400 m, two (RMN H); Banda r Baru , one (ZMA); Batang Sin gga lang, two (RMN H, th e two syntypes); Kerinc i Va ll ey, one (AMN H); Rimbo Penggadang, Lebong, 1000 m, one (RM NH); Sand aran Agong, 2450 ft, one (AMN H ); Sio lak Oaras, 3000 ft, one (BMN H); Suban Ajam, Redj ang, 1200 m, fi ve (RMN H ); G Talamau (Ophir), NW slope, 1300 m, o ne (RMN H ). MEASUREMENTS See tabl e 1. PLUMAGE AND STRUCTURE Adult : head, breast, mantie and back dull dark purpli sh-brown . Bell y an d vent sca rl et. Narrow supe rc ilium of pointed, li ght sky blu e feathers extendin g from eye backwa rd s (protrudin g as ' horn s') . W ing and ta il bl acki sh-b rown; greater w ingcove rts narrowly frin ged li ght vio let blu e. Juvenile: unifo rm brown, pa ler, more rusty o n centre of be ll y and vent. Th e w ing-I ength ranges of P venusta, P granatina and P ussheri are ro ughl y equal but P venusta has a mu ch longer ta il (see figure 1), res ul tin g in a signi fica ntly hi gher ta il/win g rati o (see tab le 1). Nevertheless, few recent authors have take n thi s prom inent character into account w hen di sc uss ing the affini ties of thi s taxo n. A lthough Mü ller (1835) refers to a 'short, ro unded ta il', thi s must be taken as a 'gener ic character'; sure ly Temminck (1830) states t hat ' Le Brève grac ieux occupe un ra ng di stingué dans ce beau genre', adding that 'Ia queue est plu s longue et plu s etagée que ne I'est cette partie dans les deux es pèces ment ionnées' [P gra natina and Red-breasted Pitta P erythrogaster]. Because of its long tail - obv ious w hen co mpa ring plates 506 and 590 in Temm inck (1830) - Schl egel (1874) placed P venusta far from P granatina, together w ith the long-tailed Banded Pi tta P (EucichlaJ guajana. Cooma ns de Ruiter (1938) quoted Schlegel an d added that beca use of its tail-structure, P venusta wou ld thu s seem to be intermedi ate between the subgenera Pitta and Eucichla. VOCA LI ZATIONS The territori a I ca ll of P venusta has not previously been described. It co nsists of a low, mournfu l w hi sti e, mostl yo n an even pi tc h and so metimes w ith a sli ght upwa rd inflection towards th e end of the
Asian-Pacific b irds cal l, which is lower-pitched than th at of other garnet pittas. The ca ll lasts between 1.3 and 2.0 5, given at interva ls of 5-14 s. BREED ING M端 ll er & Schl egel (1840) figured a nest and eggs attributed to P venusta, co ll ected at the foot of G Sin gga lang (West Sumatra) . The eggs are unlike those of other spec ies of Pittidae in that they are w hite but unmarked. The identification needs co nfirmation . DISTRIBUTION Breeding, distribution, hab itat and status of garnet pittas o n Sumatra were summarized by van Marl e & Voous (1988). P venusta is recorded from G Talamau (G Ophi r) south to G Dempo and P granatina fro m Ace h and North Sumatra provinces .
Range extension on Sumatra The ZMA co ll ection s contai n two specimens from Bah Bajoe and one from Bandar Baru, both collected by L P De Bussy. Of these, on ly one (Ba h Bajoe, 25 January 1915, ZMA 10734) is menti oned by De Beaufort & De Bussy (19 19). Van Marle & Voous (1988) only mention two specimens of P granatina from Bandar Baru . Bah Bajoe is not li sted in the gazetteer in Van Marle & Voous: perhaps they cons idered both names app li cab le to th e same loca lity. However, Bah Bajoe is a low land forest loca lity northeast of Pematang Siantar (elevation 114 m) and Bandar Baru is situated at c 900 m elevation on th e northern slopes of the Karo hi ghl and plateau, just north of Brastagi (see text and map in De Beaufort & De Bussy 1919). The two specimens from Bah Bajoe are both adult P g coccinea. Howeve r, the single bird from Bandar Baru, previously identified as a juvenile P g coccinea is an adult P venusta, showing all diagnostic characters of that taxon , including th e long tail. Bandar Baru is situated we il above the estimated altitud inal range of P gra natina o n Sumatra (va n Marle & Voous 1988), and fits that of P venusta. Thi s record constitutes a northward range extens io n of P venusta by c 375 km, and brings the ranges of P venusta and P granatina practi ca ll y into con tact. Both taxa cou ld occu r in adjacent hab itats, and th ere may even be a sli ght ove rl ap in altitudinal range as the upper altitudin al limit of the range of P granatina remains to be precisely determined; however, the extensive forest c learing on Sumatra may preclude suc h an assessment. Interesti ngly, th e known geographi ca l distribution of P ven usta is now identi ca l to th at of several other endemi c (or virtuall y 50) terrestrial passerines w ith simil ar habitat requirements over a roughly simil ar altitudinal range, suc h as Schneider's Pitta P schneide ri, Marbied WrenBabbler Napothera (TurdinusJ marmoratus and
Long-billed W ren-Babb ler Rimator (malacoptilusJ albostriatus (van Marle & Voous 1988). The absence of these species, including P venusta, in the hill s of Aceh province is noteworthy. O n accou nt of the structural and p lum age characters detailed above, I conclude that th e taxa ussheri and venusta are not conspec ifi c. Having pointed out the differences between P venusta on the one side and the short-ta iled forms ussheri, coccinea and granatina on the other, the relationships between the latte r three taxa rema in to be determined. The discussion whether bl ack-crown ed and red-crowned forms are conspec ifi c or not shou ld focus on the Bornean taxa ussheri and nomin ate gra natina. However, this discussion is unlikely to progress significantly beyond the cu rrently held views without the benefit of molecular studies.
Comparative material of Carnet Pitta Pitta granatina Temminck 1830 MATERlAL EXAM INED Sarawak (East Ma laysia): Balin ge-
an, fo ur (AMN H); ' Baram ', eig ht (AMNH , ANSP, BMNH); Baram River, three (AMN H , BMN H); Batu Song, one (AMN H); Bintulu, one (BMNH); G Dulit, 2000 feet , o ne (BMN H ); Entawa, o ne (BMN H ); Klumpang Bay, (US NM); ' Lawas', two (AN SP, BMNH); Limbang, one (BMN H); Lin git, one (BMN H); Ma rudi , o ne (BMN H); Marup, one (BMNH); S Mengame, o ne (USNM); U Madalam, three (MCZ); Long Pangian, Bulungan, two (ZMA); G Mulu, three (AMNH , BMNH, MCZ); M uj ong River, one (AMN H); U Paku, o ne (BMN H); G Penrissen, one (AMNH); K Sa lawa h, one (BMN H); K Treka n, th ree (MCZ); S Trusan, two (AMN H). Ka lim antan (Indo nes ia): Banj armasin, one (RMNH ); Nanga Raoen , Upper Kapuas, o ne (RMN H); Pangkahallan River, o ne (US NM); Parit, three (AMNH); Pontianak, two (RMN H , includin g the ho lotype); Riam (Kotawarin gin), one (AMNH); 5 Sibau, Pulau, Upper Kapuas, one (RMN H); Tj antun g, o ne (USNM). Brunei: Marabuk River, one (BMN H); Tutong River, four (AMN H, ANSP, BMNH). MEASUREMENTS See table 1. PLUMAGE AND STRUCTURE Adu lt: forehead , forecrown and ear-coverts black; hindcrown and nape scarlet. Chin and throat dull blackish-brown. Breast and manti e pu rpli sh-blu e; lower back, rum p, tail and w ings dark b lu e, w ith strong gloss o n tai l, seco ndari es and tertial s. Primaries black. Belly and ve nt cr im son. Narrow supercilium of lon g, pointed li ght sky blue feathers extendin g backwa rds from eye. Most of greater and median w ing-coverts li ght v io let blue, forming large shiny w i ng-patch. VOCALISATIONS The territorial ca ll of P granatina co nsists of a low, mournful wh istle very simil ar to th at of P venusta, but 51ightl y hi gher pitched and with a more noticeable gradual upward inflection. In tape record-
241
Asian-Pacific birds
193 Garnet Pitta Pitta gra natina coccinea, primary lowland rain fo rest at Krau Game Reserve, Kuala Lompat, Penin sular Malaysia, 1985 (Frank R Lambert) 194 Garnet Pitta Pitta granatina ussheri, remnant forest patch w ithin logged fore st nea r Segama Ri ve r, Dan um Va ll ey, Sabah, East Ma lays ia, 1991 (Frank R Lambert)
242
Asian-Pacific birds TABLE 1 Wing- and tai l length of ad ul t Graceful Pitta venusta and Ga rn et Pittas P granatina taxon loca li ty
venusta
Sumatra (n=9) w in g 85-93 tail 44-52 tail/wing ratio 0.55 (0.53-0.57) (mea n and range)
coccinea
coccinea
granatina
ussheri
Sumatra (n=ll ) 86.5 -95 29-34 0.35 (0.32-0.37)
Ma laya (n=5) 87-94 30-32 .5 0.34 (0.33-0.37)
Borneo (n =25) 86-94 27-34 0 .34 (0.27-0.37)
Borneo (n= ll ) 86-93 29 -34 0.35 (0.33-0.37)
in gs from Jerud ong Reservoir, Brun ei, the ca ll lasts 2.8 s on average, give n at interva ls of 11 -17 s.
Pitta granatina coccinea Eyton 1839 (Syno nym: Pitta granatina vanheurn i Kloss 192 1) MATERlAL EXAMINED West Ma laysia: Ayer Kring, one (AMN H); Changkat Mentri , two (BMN H); Klang, one (BMN H ); Krau River, two (AMN H, BMN H); G Ophir, one (BMN H); 'Pa hang', one (ANSP); Parit, one (BMN H ); G Pu lai, fo ur (BMN H); Rantau Panjang, one (BMN H); Rawang, three (AMN H, BMNH); Rumpin River, one (USNM); G Tahan, one (AMN H); Ta iping, one (BMN H). Sumatra (Indones ia): A las Peu rba (Lh o Seumawa h), one (RMN H); Bah Bajoe, two (ZMA); Badja lin ggei, one
(ZMA); S Tas ik, seve n (BMN H, hol otype of P g vanheurn i, RMNH, ZMA). MEASUREMENTS See tabl e 1. PLUMAGE AND STRUCTURE See figure 1. Adul t: p lumage essentiall y as in P g granatina but red on crown and nape paler, more verm ili on an d more extens ive, cove ring more of forecrown. Crimson edges of feathers of lower breast and flanks narrower, creatin g a mottled pattern of crimson, purpli sh-blue and black ish-brow n. VOCA LIZATIONS Th e territorial ca ll of P g coccinea in peninsu lar Ma laysia is a low w hi st le simil ar to th at of P g granatina but shorter, lastin g between 1.1 and 1.5 s, given at interva ls of c 8-1 4 s (tape recordings from Pasoh fo rest reserve). DI STRIBUTION AND STATUS ON SUMATRA Va n Marl e &
FI GURE 1 Ad ult p lum age of G raceful Pitta Pitta venusta, Gunung Kaba, 1350 m, Bengku lu Province, Sum atra, Indones ia, 4 Apr il 1989 (from field sketc hes) (Frank Rozendaal)
243
Asian-Pacific birds Voous (1988) recorded P g coccinea from Aceh (Alas Peurba and Rampah) and North Sumatra (Sunge i Tasik, Bandar Baru and Badjalinggei). In the account of P venusta, I pointed out a mix-up between the localities Bandar Baru and Bah Bajoe. The specimen from Bandar Baru is an adu lt P venusta, two specimens from Bah Bajoe are P g coccinea . The local ity Baja lin ggei (Badjalinggei) is not featured in the gazetteer in van Marle & Voous (1988), nor on the map in De Beaufort & De Bussy (1919). I assume that it refers to a stream by the name of Badja Linggei which branches of the Sungei Padang at Tebing Tinggi, as shown on a sketch map by Schneider (1905) . Ornitholog ically, the lowlands of Sumatra east of the main Bukit Barisan range are still remarkab ly poorly known, and P granatina may reasonably be expected to be widespread in remaining lowland forest.
Pitta granatina ussheri Gou ld 1877 MATER lAL EXAMINED Sabah: Benkoken, eight (AMNH, BMNH, MNHN); Bongon, three (BMNH, USNM); Gomantong, one (BMNH); Kalabakang River, one (MCZ); Lawas River, one (BMN H, the holotype); Mt Magda lena, 30 mi N of Tawau, one (BMNH); Meliau River, 1 mi above junction with Labuk River, two (BMNH); Morutai Besar, one (MCZ); Sandakan, three (AMNH, BMNH, MCZ); Suan lamba, one (AMNH); Paitan, two (AMNH); Sepagaya River, one (AMNH). MEASUREMENTS See table 1. PLUMAGE AND STRUCTURE See figure 1. Adu lt: much like adult P g granatina but crown and nape entirely black. Narrow maroon co l lar between black nape and purplish mantie unlikely to be visib le in the field. VOCALIZATIONS The territoria I ca ll of P g ussheri con sists of a low, mournful wh istle with a sli ght upward inflection, lasting 3.9-4.2 s, given at intervals of 10-18 s (tape recordings from Sepilok and Gomantong forest reserves). These w hi st les are longer than those of the other garnet pittas. TAXONOMY A lth ough Chasen & Kloss (1930) specu lated that both might be found together in Brunei, the boundary between the ranges of the red- and blackcrowned garnet pittas on Borneo is located between the Lawas and Merapok rivers on the Sabah - Sarawak border, and in the Sembakung - Sesajap rivers on the east coast (Smythies 1957). Stresemann (1938) mentions a specimen from Peleben on the Kajan river in which the black of the forehead extends far back on the forecrown and the crown feathers are mixed red and black. The specimen is cons id ered a hybrid between P granatina and P ussheri. I am treating granatina and ussheri as conspec ific.
Subspeciation The three Pitta species with a Sundaic distribution (excluding the single-i sland endem ics), Giant P caerulea, Banded P guajana and P gra natina share a simil ar pattern of subspeciation: populations from the Malay Peninsuia and Sumatra belong to the same subspec ies whereas birds
244
from Borneo belong to a different, endemic subspecies. Acknowledgements I am gratefu l to the following curatorial staff for access to or information on specimens under their care: Ralph Browning and Storrs Olson, US National Museum (Smithsonian Institution), Washington, USA (USNM); Peter Colston, Graham Cow les and Michael Walters, Natural History Museum, Tring, England (BMNH); Lloyd Kiff, Western Foundation of Vertebrate Zoology, Los Angeles, USA; Mary LeCroy, American Museum of Natural History, New York, USA (AMNH); Gerlof Mees (Nationaa l Natuurhistorisch Museum, Leiden, Netherlands (NNM); Ralph A Paynter jr, Museum of Comparative Zoology, Cambridge, Massachusetts, USA (MCZ); Kees Roselaar and jan Wattel, Zoölogisch Museum, Amsterdam, Netherlands (ZMA); Frank B Gill and Fred Sheldon, Academy of Natural Sciences, Philadelphia, USA (ANSP); and L Voisin, Museum National d'Histoire Naturelle, Paris, France (MNHN). Doug Wechsler (VIREO, Philadelphia) assisted with reference material for the illustrations. René Dekker (NNM) kindly arran ged a loan of specimens. Furthermore I am grateful to Charles Francis, Muhammad Insan Lubis and Ragito Martowiyono for their support in the field and to Ernst Mayr, Gerlof Mees and Dennis Yong for useful discussions. Arnoud van den Berg, Clive Mann and jell e Scharringa kindly provided tape recordin gs for analysis. Frank Lambert is acknowl edged for providing the photographs. The study of material in col lections in the USA was financially supported by the Frank M Chapman Memorial Fund and the Smithsonian Institution. I thank Gerlof Mees, V Mees-Balchin and David Wells for their comments. This is contribution 5 in a series of studies of Asian-Pacific Pittidae; the previous contributi on appeared in Dutch Birding 15: 17-22, 1993. References Andrew, P 1992. The birds of Indonesia - a check li st (Peters' sequence) . Kukila check li st 1. de Beaufort, L F & de Bussy, L P 1919. Vogels van de oostkust van Sumatra. Bijdr Dierk 21: 229-276 . Chasen, F N 1935. A handlist of Ma laysian birds. Bul l Raffles Mus 11 : 1-389. Chasen, F N & Kloss, C B 1930. On a co ll ection of birds from the low lands and islands of North Borneo. Bull Raffles Mus 4: 1-112. Coomans de Ruiter, L 1938. Oö log ische en biologische
aanteekeningen van een ige pitta's of prachtlijsters in de westerafdeeling van Borneo. Limosa 11: 35-45.
Asian-Pacific birds Delacour, J 1946. Notes on the taxono my of the birds of Malaysia. Zoologica 31 : 1-8. Elliot, DG 1892. Pitta granatina Temminck et auctores. Auk 9: 218-221. Eyton, T C 1839. Catalogue of a collection of birds from Malaya, with descriptions of the new species. Proc Zool Soc London 7: 100-107. Everett, A H 1889. A list of the birds of the Bornean group of is lands. J Straits Br Roy Asiat Soc 20: 91212. Kloss, C B 1921. New and known oriental birds. New and other birds from N. E. Sumatra. J Fed Malay States Mus 10: 211-213. MacKinnon, J & K Phillips 1993 . A field guide to the birds of Borneo, Sumatra, Java and Bali. Oxford. van Marle, J G & Voous, K H 1988. The birds of Sumatra. BOU Checklist 10. London. Mayr, E 1979. Family Pittidae. In: Traylor, MA Jr (ed itor), Check-list of birds of the world 8, Cam bridge, Massachusetts, pp 310-329. Müller, S 1835. Aanteekeningen, over de natuurlijke gesteldheid van een gedeelte der westkust en binnenlanden van Sumatra; met bijvoeging van eenige waarnemingen en beschrijvingen van verscheidene, op dit, en andere Soenda-eilanden voorkomende dieren. Tijdschr Nat Geschied Physiol2: 1-41. Müller, S & Schlegel, H 1840. Overzigt der in den Indischen Archipel levende soorten van het geslacht Pitta. Verhand Natuurl Gesch Nederl overzeesche bezittingen. Zool. Pitta. Robinson, H C & Kloss, C B 1918. Results of an ex-
pedition to Korinchi Peak, Sumatra. Birds. J Fed Malay States Mus 8: 81-284. Robinson, H C & Kloss, C B 1924. On a large co llection of birds chiefly from West Sumatra made by Mr. E. Jacobs. J Fed Malay States Mus 11 : 189-347. Schlegel, H 1863. De voge ls van Nederlandsch Indië. Het Geslacht Pitta, 1-27. Haarlem. Schlegel, H 1874. Revue de la collection des Brèves (Pitta) faisant partie du musée des Pays-Bas. Mus Hist Nat Pays-Bas 3: 1-19. Schneider, G 1905. Ergebnisse zoologischer Forschungsreisen in Sumatra. Zool Jahrbuch Abt f Syst 23:1-172. Sclater, P L 1888. Catalogue of the Passeriformes or perching birds in the collection of the British Museum [14]: i-i x, 1-494. London. Sharpe, R B 1877. Description of a new species of Lobiophasis and a new species of Pitta from the Lawas River, N. W. Borneo. Prae Zool Soc London for 1877: 93-94. Sibley, C G & Monroe, B L Jr 1990. Distribution and taxonomy of birds of the world. New Haven. Smythies, B E 1957. An annotated checklist of the birds of Borneo. Sarawak Mus J 7: 523-818. Stresemann, E 1938. Vögel vom Fluss Kajan (No rdostBorneo). Temminckia 3: 109-136. Temminek, C J 1830. Nouveau recueuil des pl anc hes coloriées d'o isea ux 2 (Iivraison 85). Paris. Wallace, A R 1864. Remarks on the habits, distribution, and affinities of the genus Pitta. Ibis 6: 100-114.
Frank Rozendaal, Akker 773, 3732 XC De Bilt, Netherlands
8rieven ____ _ ____ _ _ _ _ Afwijkende Tjiftjaf te Ijmuiden m december 1992 is Fitis? Van der Veen (1993) beschreef een op 6-11 december 1992 te Ijmuiden, Noordholland, verblijvende afwijkende boszanger PhyJloscopus die als Tjiftjaf P collybita werd gedetermineerd. Ik ben echter van mening dat de vogel een Fitis P trochilus moet zijn geweest. Noch de tekst, noch de gepubliceerde foto bewijzen het tegendeel en de door Lammert van der Veen aan mij getoonde, niet-gepubliceerde foto's hebben mij in mijn mening gesterkt. Er is een aantal redenen waarom ik tot deze conclusie kom, met als belangrijkste: 7 De handIDutch Birding 16: 245-246, december 19941
penprojectie Op de gepubliceerde foto lijkt meer dan 100% en zelfs voor Fitis (te) lang. Hoewel de handpenprojectie aan de hand van een foto niet altijd betrouwbaar gemeten kan worden, is deze mijns inziens zonder twijfel te lang voor Tjiftjaf; 2 De kleur van de naakte delen op de foto wijst meer op Fitis dan op Tjiftjaf. Tjiftjaf heeft vaak een geheel donkere snavel, met name Siberische Tj iftjaf Pctristis. Op één van de n iet-gepubl iceerde foto's lijken de poten lichtbruin, wat normaal is voor Fitis; 3 De ééntonige roep werd eenmaal gehoord en deed kennelijk denken aan die van Siberische Tjiftjaf, maar onder meer het gelige verenkleed toont dat de vogel zeker geen Siberische Tjiftjaf was. Fitis kan naar mijn eigen waarneming ook een ééntonige roep laten horen. 245
Brieven Van der Veen noemt in de tekst verder nauwelijks verschillen met Fitis. Ik ben van mening dat wanneer een dergelijke afwijkin g van een soms moeilijk te determineren soort wordt beschreven, de determinatie boven a ll e twijfel verheven dient te zijn. Een Tjiftjaf met een pootkleur zoals de vogel van Ijmuiden is immers nog nooit beschreven. Daarentegen zou het niet de eerste keer zijn dat een Fitis in december in Noordwesteuropa wordt waargenomen (cf Comm issie voor de Nederlandse Av ifa una 1970, van Dongen et al 1987, Cramp 1992).
Summary ABERRANT CHIFFCHAFF AT ijMUIDEN IN DECEMBER 1992 IS WILLOW WARBLER? The id entifi cation of an aberrant Ch iffchaff Phylloscopus collybita at Ijmuiden, Noordholland, on 6-11 December 1992 (van der Veen 1993) with well-patterned tertials and remiges, a conspicuous pale base of the upper mandible, a yellowish lower
mandible w ith only a dark point, almost comp letely pale cuttin g edges and orange-yellow to ye ll ow tarsus and toes is discussed. The author is of the opinion that the bird is a Willow Warbier P trochilus, eg, because of its long primary projection and the pale colour of its bare parts. The monosyllabic ca ll, wh ich was heard on ly once, does not exc lud e Willow Warbier either. The author stresses th at any description of an aberrancy is worthl ess as lon g as the identification has not been estab li shed beyond any doubt.
Verwijzingen Comm iss ie voor de Nederl andse Av ifauna, de 1970 . Av ifauna van Nederland. Tweede druk. Leiden. Cramp, S 1992. The birds of the Western Palearctic 6. Oxford . van Dongen, R M, Driessens, G & de Rouw, P W W 1987. Recente meldingen. Dutch Birding 9: 35-44. van der Veen, L 1993. Afwijkende Tjiftjaf te Ijmuiden in december 1992. Dutch Birding 15: 264.
Cunter De Smet, Edmond Blockstraat 9, 9050 Centbrugge, België
RecensÎes ____________ JON CURSON, DAVID QUINN & DAVID BEADLE 1994. New World warblers. Christopher Helm/A&C Black, 35 Bedford Row, London WCl R 4JH, UK. 252 pp. ISBN 07136-3932-6. GBP 24.99. Nieuwe delen in de befaamde Christopher Helm-serie volgen elkaar nu in sne l tempo op. Deze gids behandelt 116 soorten zangers van de N ieuwe Wereld, een groep van zeer tot de verbeeld in g sprekende en soms moeilijk te ondersche iden soorten. De opzet za l een ieder inmiddels bekend z ijn: eerst de kleurenplaten, ook hier weer van uitmuntende kwaliteit, vergeze ld van beknopte beschrijvingen en verspre idingskaartjes, en achterin de uitgebreide beschrijv in gen en herkennin gsparagrafen, alsmede beknopte pa rag raafjes over onder andere geografische variatie, geluiden, habitat, gedrag, broedb io log ie, ve rspreid in g en trek. Opva ll end is dat, verge leken met bijvoorbeeld Finches & sparrows, de soortteksten worden afges loten met informatie over rui en de mate van schedelve rben ing van jonge vogels in het najaar (z ij het niet bij all e soorten) en met een meestal uitgebreidere opsomm in g van maten en gewichten; bovendien is van een groot aanta l soorten de, soms subtiele, variat ie in het staartpatroon tussen sexen enlof leeftijden met een teken in g in beeld
246
gebracht. Dit maakt dat dit boek meer dan de andere tot nu toe verschenen delen van de serie ook zeer bruikbaar is voor ringers. Vooral voo r Amer ikaanse ringers, die in het naj aar geconfronteerd worden met een groot aantal moeilijk te onderscheiden soorten, za l dit boek waa rsch ijnlijk een zeer welkome aanvu llin g z ijn op de bestaande literatuur met handkenmerken. Maar ook Europese ringers en ringgroepen (w ie weet ze lfs nog eens een Nederlandse) zouden dit boek we l eens een keer nod ig kunnen hebben en dan is het handig dat het ergens onder handbereik li gt, voor het geva l dat. .. Afgez ien daarvan, het is gewoon weer een prachtig boek om lekker in te 'studeren'. Dat een vogelaar niet zonder kan, zeke r degene die van plan is om 'aan de overkant' te gaan voge len, spreekt voor zich. ANDRÉ J VAN LOON
RUUD VAN BEUSEKOM ET AL (REDACTIE) 1994. Vogels in Flevo land 2. Stichting Vogel- en Natuurwacht 'Zuid-Flevoland', Kromgouw 1, 1352 BA Almere, Nederland. 107 pp. JSSN 0928-4907. NLG 25.00. Net als in Voge ls in Flevoland 1 komen in deze uitgave
JOutch Birding 16: 246·247, december 19941
Recensies de 'vaste' rubri eken teru g zoa ls Kerkuil en in Fl evo land, W intertellin g va n roofvoge ls, Broedvoge ls va n de bossen (va n de Noordoostpo lder deze kee r) en het Waa rnemin genarchi ef (ove r het jaa r 199 1). De Ke rkuil en Tyto alba z ijn in 199 1 en 199 2 in broedsucces teru ggegaan maa r ni et zo erg als landelij k. De ve rgelijking met 199 0 wo rdt de lezer ni et erg gemakkelijk gemaa kt door o pspli ts in gen in b roedparen en broedse ls, v roege en late broedse ls, Fl evo land en Z uid-Fl evo land. A ls dan oo k nog ee ns het ve rkeerde staafdi ag ram wordt afged rukt (p 40), wo rdt het nog lastiger. De inho ud sopgave is ni et aa ngepast aa n het artikel va n Pi et Zomerdijk ove r ruiend e Tafelee nden Ayth ya fe rina in het Markermeer in 1992 . Hierin co rresponderen de wee knummers in de figure n 2, 3 en 4 ni et met de genoem de data (26 o kto be r is 44e, ni et 4 1e wee k!), waa rd oo r ook vragen rij zen ove r in de tekst genoe mde tijd stippen (beg in in pl aats va n midden septem be r, b ij voorbee ld). De erg fraa ie zwa rt- w it foto's va n ond er andere Ho utsnip Scolopax rusticola, Zwa rtkopmee uw Larus m elanocephalus en Vuurgoudh aa n Regulus ignicapillus zouden aa n waa rde w innen bij een voll edi ger ond ersc hrift met pl aats en datum, zoa ls wè l vermeld bij die va n twee versc hill end e Witwa ngstern s Chlidonias h ybridus. O p p 86 staan enkele sto rend e fouten in de namen va n mense n aa n w ie dank w ordt gezegd voor het doorgeven va n hun waa rn emingen. M aa r genoeg ' opbo uwe nd s' gezegd; het blij ft ee n goed ve rslag met f ijn e illu strati es va n versc heidene o rni tho log isc he hoogtepun te n zoa ls Rin gsnave lee nd A collaris, Grote Kanoet Ca lidris tenuirostris, Witwa ngstern s, Kl ein e Kl apekste r Lanius minor en de vo ndst van een Kuifkoekoe k C1amator glandarius en broedgeva ll en va n Grote Z il ve rreiger Egretta alba, Sperwe r A ccipiter nisus en Barm sij s Ca rduelis flamm ea . Het th ans gevo lgde pass ieve behee r in de Oostvaa rderspi assen is ee n ern sti gere bedreiging voo r de di versiteit va n de av ifa un a dan de beru chte spoo rlijn uit het beg in va n de jaren 1980 . Het va lt daa ro m te ho pen dat de beheersverantwoo rdelijken dit gebi ed wee r snel in z ijn o ude glo ri e z ull en herstell en. A nd ers zo u het aa ndee l va n de typi sc he Fl evo-wetland-voge ls in de vo lgend e Voge ls in Fl evo land we l ee ns tot nul kunn en z ijn geredu cee rd. KLAAS J EIGENHUIS
PETER L M EININGER, COR M BERREVOETS & ROB C W STRUCKER 1994. Wa te rvogelte llingen in het z uidelijk Oeltagebied 7987-9 7. Rijksin stit uut voor Ku st en Zee RI KZ / Nederl and s Instituut voo r Oecol og isc h O nd erzoe k - Centrum voo r Estu ari ene en Mariene O eco log ie / N IOO -CEMO, Postbu s 8039, 4330 EA M id delburg, Nederl and . 38 1 pp. ISB N 90-369-0493 -5. Voo r de li efhebbe rs va n wa tervoge ls en de in Nederland aa n te treffen aa ntall en daarva n, is d it rappo rt over maa nd elijkse watervoge ltellin gen in het zuid elijke Deltagebi ed in de pe ri ode 1987 -91 ee n p rac htige bron va n info rm atie. Eni ge inl eidend e hoofd stukken handelen over de opzet en u itwerki ng va n de teil i ngen en bes preken de algemene aa ntalso ntw ikkelin gen va n
watervoge ls in de o nd erzochte gebi eden. Met behul p va n tabe ll en, kaartj es en hi stogra mm en wo rden vervo lgens de res u Itaten per soo rt gepresenteerd en besp roke n in re latie tot de intern ati o nale pos it ie en het be lang va n het zu idelijke Deltage bi ed en Nederl and voo r deze soo rt. Ook een aa ntal 'v ree md e' watervoge ls wo rdt toc h behandeld omd at ze aa n de ku st vaak in behoo rlij ke aa ntall en als doo rtrekkers en overw interaars wo rden vastgesteld, zoa ls Ve lduil Asio flammeus, Ijsvoge l A lcedo a tth is, Strandl eeuweri k Eremoph ila alpestris, Bonte Kraa i Corvus corone cornix, Frater Ca rdue/is f1avirostris en Sneeuwgo rs Plectrophenax niva lis. Helaas is het rappo rt ni et in de hand el verkrij gbaa r. Bibli otheken, in st ituten, voge lwerkgroepe n en andere se ri euze geïnteresseerd en kunn en echter v ia ee n gemotivee rd ve rzoek bij het RIKZ ee n exempl aa r bestell en. ANDRÉ J VAN LOON
MAARTEN PLATIEEUW, N ICK F VAN DER H AM & JAN E DEN O UDEN 1994. Zeetrektellingen in Nederland in de jaren tachtig. Sul a 8 (1/2, spec ial iss ue) . Nederl andse Zeevogelgroep/ Dutch Sea bird G roup, A ntwoo rdnumm er 840, 1800 WB A lkm aa r. 20 6 pp. ISSN 0926 -1 32X . NLG 27.5 0 (incl porto binnen Nederl and). Een hand ige en ove rzichtelijke sa menvatting va n all e cijferm ati ge gegeven s ove r de ve rpl aatsingen va n 'zeevoge ls', zoa ls waa rgenomen in de jaren 1980-89 va naf de Nederl and se kustpl aatse n. Deze z ijn gegroepee rd in drie aa nsluitend e geografi sc he gebi eden, de W add en, Noordh o ll and en Zuidh o ll and. Ove r de genoemd e j aren zijn de se izoenspatron en va n de algemene en sc haarse soo rten grafi sc h wee rgegeven per gebi ed . Daa ruit blijkt, bij voo rbee ld, dat Jan-va n-ge nten Morus bassanus in Noordh o ll and vee l va ker naa r noo rd dan naa r zuid v li ege nd wo rden gez ien, maa r langs de Noord zee ku st va n de W addeneil and en vli egen ze jui st vee l va ker naa r (z uid)west dan naa r (noo rd )oost. In Z uidho ll and overh ee rse n dan wee r de zuidgerichte v li eg bewegin gen (bij een relatief vee l lager uurgemiddelde tro uwens!). U urgemidd elden co rrigeren de totaa laa ntall en maa r blij ve n niettemin som s grilli g ve rsc hill en, oo k b ij soorten als Go ud- Plu via lis aprica ria en Z il verpl evier P squatarola, waa r men dat ni et direkt zo u ve rwac hte n. In de tekst bij iedere soo rt wo rdt hi erbij soms ee n bescheid en uitleg gegeven. Voo r het vraagstuk ove r de betrou w baa rh eid va n de ze ld za me ve rsc hijnin gen bove n zee werd niet altijd ee n bevredi gende op loss in g aa ngedrage n (voo rj aarswaarn emin gen va n Vo rkstaa rtmeeuwe n Larus sabini bij voo rbeeld). Het boekj e is moo i ve rzorgd en fijn geïllu stree rd. Bij zondere waa rn emingen, va ri ërend va n W aterhoen Ca llinula chlo ropus tot Walrus O dobenus rosmarus, wo rden gememo ree rd. Er is ee n En gelse sa menvatti ng en ee n 80 titels o mvatte nd e literatuurlij st. KLAAS J EI GENHUIS
24 7
WP reports Thi s rev iew lists rare and interesting birds reported in the Western Pa learctic during Au gust-N ovember 1994 and focuses on north-western Europe. Add iti onal informati on cover ing ea rl ier reports is incl uded as we il. Some reco rd s of species outs ide the WP are also mentioned. The reports are largely unchecked and their publi cat ion here does not imply future acceptance by th e records comm ittee of the re leva nt co untry. On 16 October, an adu lt-summer White-billed Diver Cavia adamsii was p icked up dead at Scarboro ugh, North Yorks hire, England, and an adu lt-w inter stayed off Ruddon's Po int, Fi fe, Scotland. The res ident Piedbill ed Grebe Podi/ymbus podiceps at Stithi ans, Cornwa ll , Englan d, an d two of its three hybrid yo un g rema ined du rin g Octobe r (cf D utch Bird ing 16: 157, 1994). A n adult stayed on Tresco, Sci ll y, En gland, from 11 November. In t he USA, a light-mantled Sooty Albat ross Phoebetria pa /pebrata photog raph ed on 17 Jul y during a pelagic tri p to the Co rdell Bank off Bodega Bay, Ca li fo rni a, was the spec ies' fi rst reco rd for the Northern Hemi sphere. It was not re-d iscovered during subsequent tr ips. Off Cape H atteras, North Caro lina, USA, a dark morph Heraid Petrel Pterodroma arminjon iana was seen on 29 Jul y and 8 August, a Whitefaced Storm-petrel Pe/agodroma marina was noted on 30 Jul y and th e seaso n's hi ghest co unt of Madeiran Storm-petrel Ocea nodroma castro was 36 indi v idu als on 31 July. At M izen Head, Cork, Ireland, two softplumaged petreis P feae/madeira/mo l/is we re seen on 24 A ugust and on e flew past Bard sey, Gwynedd, Wa les, on 10 September. A Manx Shearwater Puffinus p uffinus see n in Finl and on 11 September was t he cou ntry's f irst. Th e b iggest surprise during a pe lagic trip from Li sbon to Azo res and back v ia Madeira on 20 -31 A ugust was f in d in g 21 Little Sh earwaters P assim i/is at the Gettysburg-Gorrin ge Bank, c 270 km so uth-west of Cabo de SĂ o Vince nte, Portu gal, on 30 August (Co lm C Moore in li tt). A lso during thi s trip, onl y ve ry small numbers of Great Shearwaters P gravis were see n (except c 1000 off the Formi ga Rocks so uth of SĂ o M iguel, Azo res, on 27 August), fewe r than usual Wilson 's Petreis Ocean ites oceanicus (w ith onl y o ne inside Portu guese wa ters, on 20 A ugust), a White-faced Storm-petrel onl y 175 km west off Li sbon on 20 A ugust and seven Madeiran Storm-petrels ove r 12 days (a ll in deep, oli gotrophi c waters). O ff North CaroI in a, fo ur White-tailed Tropicbirds Phaethon /ep turus were seen on 18 June, one on 29 Jul y, two on 30 Jul y and two on 31 Jul y; Red-billed Tropicbirds P aethereus we re sighted on 24 Jul y and 13 August. A Masked Booby Su /a dacty/atra was often see n perched at the ferry dock in Ga lvesto n, Texas, USA, from 25 June to 14 A ugust, and one was found during a pe lagic trip off North Caroli na on 31 Jul y. Th e ju venil e Blue-footed Booby 5 nebouxii first seen on 2 June 1993 at Lake LBJ
248
in G ranite Shoa ls near Aust in, Texas, is sti ll present. It is now known that hu ge nu mbers of Pink-backed Pelicans Pe/ecanus ru fescens co ll ected as yo ung at Africa n co lon ies we re imported into Italy unt il 1985, w hen import restri cti o ns we re introd uced. The birds we re ava il able at low pri ces (a bout 100 GB P each) and many had not been w ing-cli pped. As aresuit, many indi viduals escaped and th ey may account fo r the increase in recent yea rs of sightings in diffe rent European co untries (Br Birds 87 : 573,1994) . In the Neth erl and s, little Bittern Ixobrychus m inutus and possib ly Little Egret Egretta ga rzetta bred at Q uackjeswater, Voorne, Zuid ho ll and . N umbe rs of Littl e Egrets in England and also in the so uth-weste rn Neth erland s (more than 50) were hi gher th an ever. For in sta nce, during A ugust-September, at least 85 were co unted at Littl esea, Dorset, England, up to 89 at Longvill e, Jersey, Channel Islands, and up to 94 on Thorney Island Great Deep, West Sussex, Englan d. Durin g 1994, th e num ber of Great White Egrets E a/ba in Neus iedler See, Burgenl and, A ustria, reac hed a reco rd of 573 breeding pairs. In Poland, up to 25 we re co unted at Goczalkowice in late A ugust. In th e Camargue, Bouches-du-Rh6 ne, Fra nce, th ree pairs bred un successfull y (no other breed in g cases are known for France apa rt from the first in th e Camargue in 1991 , w hi ch was also un successful ). The breeding popul ati on of Black Stork Ciconia nigra in northern Fra nce was estimated 19-36 pa irs in 1993 (breeding was proved fo r the first time in 1977). In th e Netherl and s, an unprecedented in flu x of Glossy Ibises P/egadis fa /cinel/us inc lud ed a fl ock of eight at Kampina, Noord brabant, on 10 September, a fl ock of 10 fly ing north wa rd over De Cocksdorp, Texel, Noordh oll an d, on 24 Septembe r and a forag ing fl ock of at least seven in mea dows at Stitswerd, Groningen, fro m 27 September until 8 Octobe r, w hen onl y o ne remained. Besides, several other ind ividuals we re reported during October and ea rl y November: up to three on Tersc helling, Fri es land, from 25 September to 1 October, one at Brun ssum, Lim burg, on 1-2 October, one at W isse kerke, Zee land, on 2 Octobe r, o ne on V li eland, Fri esland, on 8 October, two at Camperduin, Noordh oll an d, on 9 October, one at 's-G ravenza nde, Zuidh oll and, on 10 October, one at Spaa rnd am, Noordh oll and, on 10 October, one at Haa rl em, Noordho ll and, from 4 until at least 13 December an d one near V laardin gen, Zuidh o ll and, fro m 13 until at least 21 November. A small influ x was also noted in Denma rk, w here up to nine indi viduals we re reported from 3 September to 30 October. O n Mall orca, three we re staving at S' A lbu fera on 6-1 7 September and six at Sa linas de Leva nte on 13 September. In Spa in, a pair bred and rea red two youn g in I' A lbu fera de Va lenc ia. In th e Ebro delta, Tarrago na, 24 we re co unted in September. In Andalucia, so uthern Spa in, a f loc k of seven was
IOutch Birding 76: 248-256, december 7994)
WP reports foraging in a ri ce fi eld at Hato Blanco, Coto Dofiana, on 9 October and a flock of six was seen near Tarifa. In the Netherl ands, 605 pa irs of Eurasian SpoonbilIs P/ata/ea /eucorodia nested in 1993 at 10 sites (each site w ith mo re th an 10 pairs); in 1994, the species bred for the first time on Ame land, Friesland. In Neusied ler See, 15 breeding pairs we re co unted in 1994.
female King Eider Somateria spectabi/is was seen by many birders at the harbour of Scheven in gen, Zu idholland, from 22 October until 24 November. A male White-headed Duck Oxyura /eucocepha /a at Lake Jabbul on 9 June concerned the first summer record for Syria. A male near Bialystok on 25 September was the eighth for Poland.
The first Whooper Swans Cygnus cygnus for Canada we re encountered in northe rn Labrador. In the last week of September, 50 Lesser White-fronted Geese Anser erythropus arri ved in the Hortobágy, Hungary. After leavin g Svaipa, Lap land, and spend ing September in the regular moulting area at Hudiksvall, Hälsingland, Sweden, four family groups of this spec ies (o ne co lourringed parent in eac h) arrived in the Netherland s. From 17 October, 12 birds we re stavin g near Anjum and Ezumaz ijl, Friesland, and from 30 October, 11 we re present at Strijen, Zuid holl and; both flocks were still present in th e last week of November. In add ition, severa l si ngles were see n. Th e now 7-year old, co lourringed indi v idual of w hi ch t he li fe-hi story was described in Dutch Birding 15: 220-224, 1993, has neither been seen at Hudiksva ll or in the Netherl ands. On 10 November, a Ross's Goose A rossii returned for its eighth consecut ive w inter to Stellendam, Zu idholl an d. Apa rt from Gotland, Sweden, and the Netherl and s, Barnacle Geese Branta /eucopsis now also breed near Plön, Schieswig-Hoistein, Germany, w here 14 breeding pairs were counted in 1994. In the Netherl ands, three Black Brant B bemicla nigricans (a pair and a single bird) we re seen on Texel on 22 November. In Denmark, 21 Ruddy Shelducks Tadoma ferruginea we re co unted in August, bringing the tota l since 1 July to 45 individuals. In Finland, up to 81 were see n this summer (there were onl y 28 records in 1975-1992). From late Jul y, at least 36 we re reported in Britain, including up to 10 in Cheshire and Merseyside from 21 August. Besid es, th ere were 16 individuals in Norway, 48 (at 21 sites) in Sweden and flocks of eight (in mid-July) and three (o n 24 August) in Hungary. In southern Spain, a female was discovered in the Coto Dofiana on 8 October. In th e Netherl ands, a male Baikal Teal Anas formosa was seen at Thorn, Limburg, on 20 November. Another was at TisS0, Denmark, on 6 November. The long-staying male American Black Duck A rubripes rema ined on Tresco Great Pool, Sc ill y, during OctoberNovember. In Ireland, one was present at Li ssagriffin, Cork, from 7 September until at least 22 October. The second for Sweden stayed at Högby hamn, Öland, on 1-8 August. In the Camargue, a Marbied Duck Marmaronetta angustirostris stayed from 24 August until at least 4 September at Marais de G renou illet. In the Canary Island s, nine were reported at Los Mo lin os, Fuerteventura, in Aug ust. An adult male Lesser Scaup Aythya affinis was stavin g in Gloucestershire/Oxford, England, from 13 November. A female was present on Tenerife, Canary Is lands, from 17 until at least 26 November. The first for the Netherl ands was a male at Veere, Zeeland, from 21 November until at least 11 December. In the Netherl ands, a confidin g first-winter
The first Crested Honey Buzzard Pemis pti/orhynchus for the WP at Eilat, Israe l, was not photographed in late Jul y or early August but in May 1994 (cf Dutch Bird in g 16: 158, 205-206, plate 174, 1994). In Norm andie, France, a pair of Black-shouldered Kites E/anus caeruleus was holding territory at Marais Vernier, Eure, near the mouth of the Seine, from 22 August into September. The third for th e United Arab Emirates was an adu lt seen at Dibba, Fujeirah Emirates, on 15-16 September. In the USA, the number of Bald Eagles Ha/iaeetus /eucocepha/us in the Lower 48 states has risen from 417 in 1963 to more than 4000 in 1993. In Dadia, Thraki, Greece, the number of Monk Vultures Aegypius monachus increased to 100 indi vidu als. The only European reco rd of Dark Chanting-goshawk Me/ierax metabates near A igec iras, Cadfz, Spain, on 13 Jul y 1963 has now been rejected by the Iberian rarities comm ittee (Ardeo la 41: 103-117, 1994). The second- Iargest influ x ever of c 100 Rough-Iegged Buzzards Buteo /agopus occurred in eastern England in the seco nd half of October; in this pe ri od, numbers in the western Netherl ands were also exceptionall y hi gh. In France, four Spotted Eagles Aqui/a clanga arrived in November: one for the fifth consecut ive yea r at Étang du Lindre, Moselle, one at Gruissan, Aude, one at Gran d Colombier, A in, and one in the Camargue (cf Dutch Birding 16: 33, 1994). Last w inter's Imperial Eagle A he/ia ca returned to the Camargue on 15 November. Eleonora's Falcons Fa/co e/eonorae are now regarded regular if very scarce in Portugal during July-September. As usual in recent yea rs, severa l were also present in the Camargue in late summer, until at least 4 September, and one was seen as far north as Ain on 2 October. In Egypt, 150 pairs of Sooty Falcons F conc%r were found nesting on Zabargat, south-east off Ras Banas, i n October. On 16 September, 1000 Demoiselle Cranes Anthropoides virgo passed through the Jeddah area, Saud i Arabia. On 5-6 November, a little Bustard Tetrax tetrax stayed on Fair Isle. The first successfu l breeding record for the Canary Islands of Black-winged Stilts Himantopus himantopus occu rred on Fuerteventura, where a pair with two juveniles were see n on 12 August. On 24 May 1993, the first breeding co lon y (5-6 pairs) of Avocets Recurvirostra avosetta for Lithuania was discovered in the Nemunas Delta, Silu te. A lthough an obv ious escape, a Peruvian Thick-knee Burhinus superci/iaris at the coast near Oostvoorne, Zuidhol land, from 3 November was noteworthy, especia ll y since it wore a British ring (perhaps, it was the same indi vidual as photographed at Cromer, Norfolk, England, in June; cf Birding World 7: 222, 1994). O n 23 August, an adu lt and a juvenile Semi-
249
WP reports palmated Plover Charadrius semipalmatus were seen by Co lm C Moore at Paul de Praia, Terceira, Azo res. Other Nearctic waders at this local ity seen on the same dav and by the same observer were a Semipalmated Sandpiper Calidris pusil/a, two juvenile least Sandpipers C minutil/a, two adu lt White-rumped Sandpipers C fuscicol/is and a ju veni le lesser Yellowlegs Tringa flavipes. In September, even higher numbers of th ese wader species were noted in the Azores, including another Semipa lmated Plover and six Sem ipa lmated Sandpi pers on 6 September, four W hite-rumped Sandpipers on 8 September and two ju veni le Semipalmated Sandpipers and three Lesser Ye ll owlegs on 28-30 September (cf Birding World 7: 354, 390-39 1, 1994). The first Kittlitz's Plover C pecuarius for th e Un ited Arab Emirates (and the second for Arabia) was discovered on M irawah Island, Abu Dhabi Em irate, on 10 September. The first Greater Sand Plover C leschenaultii for Denmark was an adu lt roostin g at Aggertan ge, Jy ll and, on 4-6 August. In the Azo res, an American Golden Plover Plu via lis dom inica was discovered on Terceira on 6 September. In France, two ad ults we re stavin g at Bouin, Ve ndée, on 13-17 September and a juvenile was fo und in Morbih an on 1 October. The 11 th for Sweden was seen at Hoburgen, Gotland, on 25 September. A moulting adu lt-summer on Texel on 1623 October was the sixth for the Netherlands. Up to five we re reported in Britain during September-November and up to four in Ireland. A juvenile Sociable lapwing Chettusia gregaria was see n in Tessin, Switzerland, on 7 October. In France, three sin gles we re repo rted between 16 October and 15 November. The sixth for Hungary was found at Kardoskut on 16 October. A Northern lapwing Vanel/us vanel/us stayed at Cha rl ottetown, Prince Edward Island, Canada, on 1316 Jul y. Regular passage of Great Knots C tenuirostris on Mirawah Island was recorded between late August and late September with a peak of 603 birds on 18 September. O utside the spec ies' normal distribution in the Gu lf, a sing le individual was seen at Khor Kalba, East Coast, on 15 September. O n 23 August, the third Red Knot C canutus for the United Arab Em irates was seen on Mirawah Island. Semipalmated Sandpipers were watched at Tacumshin, Wexford, Ireland, on 28 August (a juvenile), at Frodsham, Chesh ire, on 7 September, on Ouessant, Finistère, France, on 6-10 September (a juvenile) and on Lundy, Devon, England, on 9-10 October. In the USA, Red-necked Stints C ruficol/is we re seen near Ventura, southern California, from 29 June, at Santa Maria River, southern Cal ifornia, on 11-15 July, at Portsmouth, Virgini a, on 22 -31 July, and at Jamaica Bay, New Vork, from 30 Jul y to 4 August. The ninth for Sweden was discovered at Skanör, Skane, on 18 August. The first for Scotland and Europe's first juvenile was picked up dead on Fair Isle, Shetland, on 31 August. The first for the United Arab Em irates was seen at Dhabiya on 9 September. The only record of Western Sandpiper C mauri for Denmark in May 1976 has now been rejected. The eighth long-toed Stint C subminuta for the United Arab Emirates was discovered at Ram th a Tip on 16 September.
250
The first least Sandpiper for the Canary Islands was staving at Tarajalejo, Fuerteventura, on 12-22 Aug ust. In Britain, five White-rumped Sandpipers we re reported during August-September. The 10th for Norway was on Li sta, Vest-Agder, on 5-8 August. The adult discovered on 19 August at Holwerd, Friesland, the Netherland s, was not seen after 21 August (cf Dutch Birding 16: 161,214, plate 179, 1994). In Ireland, at least three sin gles we re reported during September and one in Cork on 14 October. In the first week of August, the fourth Baird's Sandpiper C bairdii for Germany was stavin g near Hannover. In France, one was seen in Finistère on 9-1 1 August and a ju ven ile in Seine-Maritime on 2 October. On St Kilda, Western Isles, Scotland, one was present on 16-20 August. In the Azo res, one was seen on Sào Miguel on 8 September. In Ireland, up to four we re reported during August-October. In England, there we re reports at South Wa ln ey, Cumbria, on 14-15 September and at Eyebrook, Leicestersh ire, on 17-27 September. At G iske, M0re og Romsdal, Norway, one was ringed on 16 August. Ireland's first Sharp-tailed Sandpiper C acum inata was an ad ultsummer staving at Tacumshin on 6-28 August (cf Dutch Birding 16: 161, 1994). A juvenile was briefly seen in Cleveland, England, o n 19 September. A lso at Tacumshin , a flock of up to five Buff-breasted Sandpipers Tryngites subruficol/is was present from 27 August to 4 September and two other in divid uals arri ved here on 4 October. In September, up to three were stavin g on St Mary's, Sc ill y. Besides, a good number was reported from other places in Britain and Ireland. From 29 August to 3 September, the ninth for the Neth erland s concerned an adu lt on flooded bulb-fields at Julianadorp, Noord holland (cf Dutch Birding 16: 214, 218, plate 178, 1994). The fifth little Curlew Numenius minutus for North America stayed near Carmel, Ca l iforni a, on 6-1 9 September (there we re three previous records for Ca li forn ia and one for A laska) . Only one Slender-billed Curlew N tenuirostris was seen at Merja Zerga, Morocco, at least on 3-5 December. An Upland Sandpiper Bartramia longicauda was reported near Comber, Down, Northern Ireland, on 12 September. The first for Norway stayed at Elverum, Hedmark, from late October until 9 November. The numbers of Marsh Sandpipers T stagnatilis in western Europe are st ill increasing w ith, for instance, up to 25 at Sa lin de Badon, Camargue, in August-September and at least five groups of three and one of four at different loca liti es in the Netherl ands during July-August. From late July, an exceptiona l influx was also noted in Germany and, on 2-14 August, a group of four was reported in Sja:ll and, Denmark. A Greater Yellowlegs T melanoleuca was seen on Guernsey, Channel Islands, on 1112 September and a ju ven il e near Rockliffe, Cu mbria, England, from 15 October until at least 13 November. The first for Belgium stayed between Dudzele and Zeebrugge, Westv laanderen, from 29 November to 2 December. In the Azores, an adu lt Spotted Sandpiper Actitis macularia was photographed at Mosteiros, Sao Miguel, on 25 August (possibly the same indi vidu al was reported at this locality on 8 September), up to two
WP reports
195 Naumann's Thru sh / Naumanns Lijster Turdus naumanni naumanni, Helsink i, Fin land, 22 November 1994 (Oiek Forsman) 196 Whi te-rumped Sandpiper / Bonapartes Strand lope r Calidris fuscieollis, Lista, Vest-Agder, Norway, August 1994 (Hakon Heggland)
251
WP reports we re present at Lajes, Pi co, from 30 A ugust to 1 September and one was reported on 28-29 September. In England, a ju ve nile was we ll -watched at Welney, Norfo lk, from 18 September until at least 25 October. A ju venile in Fra nce was seen in Brenne, Indre, on 24 Septe mber. Th e first for Denm ark was bri efl y seen in Nordj y ll and o n 18 October. From 23 October until at least 13 December, one stayed near Köln, NordrheinWestfalen, Germany. Th e seco nd Crey-tailed TaUier Heterascelus bre vipes for th e WP was a first-w inter at Burghead, G rampi an, Scotl and, from 27 November (th e first was in Wa les in 198 1). O ne or two ju venile Wilson's Phalaropes Phalaropus tricolor we re present in so uth-weste rn En gland during th e first half of Septembe r. In Ireland, one was see n at North Bull Island, Dublin, on 11-1 2 September and anoth er at Ball ycotton on 15 Septembe r. The fi fth fo r Norway was a firstw inte r at Jieren, Rogaland, o n 20 September. A firstw inte r bird from 15 October to at least 13 November at Eemshaven, G roningen, was the 15th for the Netherland s and th e first since 1988 . Th e ninth Creat Black-headed Culi Larus ichth yaetus fo r Po land was an immature at Torun on 22 August. In Hungary, up to fo ur we re seen at fi sh-pond s in th e Hortobágy during September-October. Laughing Culls L atricil/a were reported at Oxford Isl and, Arm agh, Ireland, on 25 A ugust (seco nd-w inter), in Vend ée, Fran ce, on 28 A ugust (first-w inter), in Merseys ide, En gland, on 3 O ctober (probabl y adult), in Tayside, Scotl and, on 16 October (first-w inter) and at N ieuw poo rt, Westv laanderen, fro m 28 October (adult). Th e sixth Franklin's Culi L pipixca n for Norway was reported on Vi gra, M0 re og Romsdal, on 18 September. In England, first-w inters we re repo rted at Porl oc k Bay, Somerset, on 13 O ctober and on the H ayle Estuary, Corn wa ll , on 21 October. A Bonaparte's Culi L philadelphia was seen in Bu ske rud , Norway, on 8 September and one stayed at BI ithfield Rese rvo ir, Staffordshire, En gland, on 4-6 O ctober. In th e Canary Island s, up to three first-yea r Slender-billed Culls L genei were noted at Pl aya de Sotavento, Fuerteventura, on 12-22 A ugust. In the Netherl ands, the regular ad ult Claucous Culi L hyperboreus at Brouwe rsdam, Zee lan d, returned on 4 September for its 11 th w in ter and an adult Ross's Culi Rhodostethia rosea flew past Ca mpe rduin on 29 -30 October, and aga in on 22 November. In O rnith os 1: 74- 79, 1994, descripti ons and ph otograph s are publi shed of an adult Elegant Tern Sterna elegans b reeding during 19 74- 85 paired w ith a Sandwich Tern S sa ndvicensis at Banc d' A rgu in, G ironde, Fra nce, and regul arl y raisin g hybrid s. In 1984, even two adults, both paired w ith a Sandw ich Tern , were present. O n 10 June 1987, a third bird sli ghtly differin g from the previous two was tra pped at thi s site; thi s bi rd was regularly seen unti l at least 1993, also up to 300 km north of th e co lony (see also Dutch Birdin g 14 : 168, p late 148, 1992). A Bridled Tern S anaethetus was seen in Ba ie de Som me, Somme, on 26 A ugust and at the Lo ire estu ary, Lo ire-Atl antique, on 29 A ugust. The largest-ever co lony for Poland of Whiskered Tern Chlidon ias hybridus at Gocza lkow ice numbered 105 nests.
252
In the USA, one was sighted at Littl e Creek, Delaware, on 24 A ugust and a White-winged Black Tern C leucopterus stay in g in thi s area from 16 Jul y was still present at Bombay H oo k in t he last wee k of A ugust. O n 14-1 9 September, th e first lesser Noddies Anous tenuirostris fo r the U nited A rab Emirates stayed off Ras D ibba on East Coast, Fuj eirah Emirates. In Israe l, an African Collared Dove Streptopelia roseogrisea was see n at Eil at on 27 Septembe r. A Yellow-billed Cuckoo Coccyzus am ericanus stayed at Porth Clais, Dyfed, W ales, on 30 October and on e was pi cked up ali ve (bu t died ove rni ght) at Larne, A ntrim, Northern Ireland, on 31 Octo ber. In Germ any, Bee-eaters Meraps apiaste r have been nestin g thi s yea r at Bi brach, Baden-Württemberg, and Lorsc h, H essen. In Finl and, European Rollers Coracias ga rrulus we re seen at N uljamaa on 25 Jul y and at Pyhtää on 14-1 5 September. The first tw itchable for N o rway stayed on Karm0y, Rogaland, on 9-1 5 September. In Scotl and, a Calandra lark Melanocorypha ca landra was reported on St Kild a on 21 September. A Crested lark Ca lerida cristata was present at Pern aja, Finl and, on 17-20 September. Poss ibl y the first Crag Martin Ptyonopragne rupestris for Sweden was bri efl y see n at Beddingestrand, Skäne, on 6 Au gust and th e seco nd for Finl and on Vä stra Norrskär on 29 A ugust. N umbers of Richard's Pipits Anthus richardi in western Europe seemed hi gher th an ever before. For instance, in th e Netherl and s, 12 indi v idu als were trapped and rin ged during the last week of September and th e fi rst half of October at th e rin gin g stati on in Bl oemendaa l, Noordho ll and. It was also rega rd ed the spec ies' best yea r ever in Britain, w here c 200 indi v idu als we re reported during O ctober, mostly in eastern England. The seventh Blyth's Pi pit A godlewskii for the Uni ted A rab Emi rates was trapped and ringed on 18 September on Mirawah Island. Th e ninth fo r Finland was t rapped and rin ged during 2-3 November. In En gland, an indi v idu al staying from 3 November near Landguard , Su ffo lk, was eaten by a Common Kestrel F tinn unculus on 10 November. A second indi v idual fo r eastern En gland was di scovered on 7 November at South Swale, Kent, w here it was still seen on 30 November. The first Olive-backed Pipit A hodgsoni thi s autumn in 8 ritain was the earli est ever, on 22 September at Fl amboro ugh Head, Hum berside. In Shetl and, up to three Pechora Pipits A gustavi we re present on Fair Isle on 15-1 9 September and addi tional ind ividu als we re stayin g on 2-5 October, 9 October and 15 October; there we re also singles on U nst on 16- 19 Septe mber, on Fo u la o n 18-28 Septembe r and on O ut Skerri es on 13-14 October. O n Stro nsay, O rkney, Scotland, one was reported o n 30 September. In England, one was staying at Fil ey, North Yo rkshire, on 9 O ctober and one on Tresco, Sc ill y, on 27-28 October. Th e third for Norway was trap ped on Fedje, Hord aland, on 10 October. The fourt h Citrine Wagtail Motacil/a citreola for th e Neth erl an d s was an adult female photog raph ed at Eemshaven, Gronin gen, on 5 September. A n adult Alpine Accentor Prunel/a col/aris was reco rded at Rim ac, Lin co ln shire, England, on 14- 17 November.
WP reports
197 Red-flanked Bluetail / Blauwstaart Tarsiger cyanurus, Great Yarmouth , Norfo lk, England, October 1994 (Robin Chittenden) 198 Chestnut Bunting / Rosse Gors Emberiza rutila, adu lt female, Out Skerries, Shetland, Scotland, 3 September 1994 (Hugh Harrop) 199 Red-necked Stint / Roodkeelstrandloper Calidris ruficollis, ju ven il e, Fair Isle, Shetland, Scotland, 31 August 1994 (Hugh Harrop) 200 Lesser Noddy / Kleine Noddy Anous tenuirostris, oH Ras Oibba, United Arab Emirates, 16 September 1994 Uan Lontkowski)
The second Red-flanked Bluetail Tarsiger cyanurus for Denmark was a tw itchable first-winter at Blavand, Jylland, on 6-9 October. A first-winter in Great Ya rmouth, Norfolk, on 18-20 October was the second for England in two years, and it was fol lowed by an adu lt male trapped at Land guard Point, Felixstowe, Suffolk, on 26
October and, perhaps, one in Leicestershire on 3 November. In Shetland, an Isabelline Wheatear Oenanthe isabellina was staying on Whalsay from 20 September to 5 October. In Finland, Pied Wheatears 0 pleschanka were reported at Pori on 9 October and at Korppoo on 24 October and 5 November. On 22
253
WP reports October, one was discovered on Sanday, Orkney. In England, up to five we re seen between 23 October and 24 November. The 10th for Sweden was ringed on Holmön, Västerbotten, during 12-18 October. On 24 September, the 19th Desert Wheatear 0 deserti for Sweden was seen at Björns fyr, Uppland. The third for the Netherl ands was photographed on 8-9 October at Zandvoort, Noordholl and (cf Dutch Birding 16: 218220, plate 183, 1994), and the fourth on 6 November at Maasvlakte, Zuidholland (both first-winter males). In England, one was seen on 11 October and three during November. On 13 November, one was present in the Crau, Bouches-du -Rh 6ne, France. In England, a firstw in ter male Siberian Thrush Zoothera sibirica at Burnham Overy Dunes, Norfolk, was seen by many birders in the afternoon of 18 September. A Hermit Thrush Catharus guttatus was taken into care at Ch ippin g Ongar, Essex, on 28 October. In Scotland, a Greycheeked Thrush C minimus spe nt a dav on Hoy, O rkney, on 16 October. Presumably Britain 's first Bicknell's Thrush C bicknelli was a specimen co llected on Bardsey on 10 October 1961 (this species was formerly regarded as a south-eastern subspecies of Grey-cheeked Thrush; cf Wilson Bulletin 105: 545-572, 1993). Several other G rey-cheekeds, includ in g individuals in Scil ly photographed on Tresco on 20 October 1986 and on St Mary's on 19-25 October 1990, mayalso turn out to be Bicknell 's (B irding World 7: 359-365, 377, 1994). The first Eyebrowed Thrush Turdus obscurus for Helgoland, Sch ieswig-Hoistein, Germany, was seen on 5 October. A Naumann's Thrush T naumanni naumanni was discovered at Helsinki, Finland, on 19 November and was present until at least 26 November. The first Red-throated Thrush T ruficollis ruficollis for Britain was a first-winter male staving at Walton-onthe-Naze, Essex, England, from 29 September to 7 October. In Shetland, up to two first-winter male Blackthroated Thrushes T r atrogu/aris were staving on Fair Isle on 15-17 October. On 22 October, one was seen on Sein, Finistère. On 31 October, an American Robin T migratorius arrived on St Kilda. In Suffo lk, one was picked up dead at Felixstowe on 2 November. Pallas's Grasshopper Warblers Locustella certhio/a were discovered at Blakeney Point, Norfolk, on 19 September and on Fair Isle on 21 September; the latter was found dead on 23 September. In Shetland, sin gle lanceolated Warblers L /anceo/ata were reported on Foula on 19 September, on Whalsay on 20 September and on Fair Isle (two) on 10-13 and 15 October. In England, sin gles were seen on 21 September at Mundesley, Norfolk, and on 10 October at Fil ey, North Yorkshire. The fourth for Norway was ringed in Rogaland on 3 October, the second for Wa les was picked up moribund at the li ghthou se on Bardsey on 8 October and the third for Belgium was photographed at Zeebrugge, Westvlaanderen, on 14 October. The fifth Aquatic Warbier Acrocepha/us pa/udico/a for Finland was trapped and ringed at Espoo on 17 September. The seventh Paddyfield Warbier A agrico/a for the Netherlands and the first not being trapped and ringed was
254
photographed on V lieland, Fries land, on 18 September (cf Dutch Birding 16: 218, plate 183, 1994). In Fran ce, two were trapped in late August and one on 28 October. In Shetland, four were seen during September, of wh ich two were staving into October. In Orkney, one was discovered on Sanday on 22 October and one on South Ronaldsay on 23 October. In England, one was present at Newburn, Cleveland, on 17-18 September. The second for Norway was ringed on Lista on 17 September. In Belgium, one was trapped and ringed at N ieuwpoort, Westvlaanderen, on 3 November. In Abu Dhabi Emirate, 10 Blyth's Reed Warblers A dumetorum we re trapped and ringed on Mirawah Island between 23 August and 11 September (there was only one previous record of this species for the United Arab Emirates). In Finland, the third Thick-billed Warbier A aedon for Europe was found and trapped on Västra Norrskär on 11 October. From 27 August to 14 September, two Booted Warblers Hippo/ais ca liga ta were seen in Shetland and two in eastern England; the latest ever for Britain was on 11-13 November at Col lieston, Grampian. In Belgium, one was we ll -watched at Zeebrugge on 15 September. The fourth and fifth for Norway were trapped and ringed in S0r-Tr0ndelag on 2 and 9 October. In France, one was reported as late as 23 November on Ouessant. A successfu l breeding record of Melodious Warbier H po/yg/otta at Kempenich , Rheinland Pfalz, Germany, was the fi rst for the Koblenz area . Near the French border, the fifth Dartford Warbier Sy/via undata for Belgium was seen at De Panne, Westvlaanderen, on 1-2 October. The third for Sweden was staving at Vombs Fure, Skane, from 8 October until 2 November. The third for Germany was a male singing near Osnabrück, N iedersachsen, from 9 November. A male Sardinian Warbier 5 me/anocepha/a stayed at Beachy Head, East Sussex, England, from 28 August to at least 29 September. The second Desert Warbier 5 nana for the Netherlands was seen by many birders at Scheveningen, Zuid holland, on 8-9 October (cf Dutch Birding 16: 218-220, plate 184, 1994). The eighth for Finland was ringed on Ugskär on 19 October. The 12th for Sweden stayed at Näsbybadet, Öland, from 22 October until 1 November. At Porvoo, Finland, one was seen on 6-7 November, and the second for Denmark was on 13 November. The fourth Two-barred Warbier Phylloscopus p/umbeitarsus for Europe and the first for Norway was ringed on Fedje on 9 October. It was the best year ever for Pallas's leaf Warblers P proregu/us in Britain, where 80 were reported in the second half of October and 100 in November (mostlyon 3-6 November). In Ireland, it was the best-ever autumn with six. In the Netherlands, up to nine we re reported in the second half of October and five in the first week of November; in Sweden, 22 indi vidua ls were found from 30 September to late October. Two Bearded Tits Panurus biarmicus on 11 February at Jahra Pool , Kuwayt, we re the firsts for the Arabian Peninsuia. An invasion of Siberian Tits Parus cinctus occurred in Västerbotten, Sweden, where more than 230 were reported near Umea in the first week of
WP reports
201 American Golden Plover / Amer ikaanse Goudplevier Pluvialis dominica, adu lt, Texel, Noordholland, Netherlands, 20 October 1994 (jan van Holten) 202 Red-throated Thrush / Roodkeellijster Turdus ruficollis ruficollis, Walton-on-the-Naze, Essex, England, October 1994 (Dave Stewart) 203 Desert Wheatear / Woestijntapuit Oenanthe deserti, Zandvoort, Noordholland, Netherlands, 9 October 1994 (Chris Schenk)
255
WP reports October. A few flocks were also seen at the Finnish so uth coast. In Shetland, an adult female Isabelline Shrike Lanius isabellinus was trapped and ringed on Fair Isle on 23 August. The seventh for Sweden was a first-winter ringed at Sote mosse, Skane, during 8-17 October and the eighth stayed at Ottenby, Ö land, from 20 October to 3 November. The first Steppe Grey Shrike L meridiona/is pallidirostris for the Netherlands was a ju ven il e at De Cocksdorp, Texel, Noordholl and, on 4-23 September (cf Dutch Birding 16: 220, plate 184, 1994; fo r recent information on this species' taxonomie position see Alauda 61: 223-227, 1993; 62: 138, 1994). A first-winter on 23-28 September 1993 at Swindon, Wiltshire, has been accepted as the seventh for Britain (Br Birds 87: 560, 1994). Britain's eighth stayed on North Ronaldsay, O rkn ey, from 14 September to at least 22 October. The ninth for Britain was at South Walney, Cumb ri a, on 2 November and the 10th at Boddam, Shetland, on 8-10 November. An extremely southern record of Siberian lay Perisoreus infaustus for Sweden was at Sätila, Västergötland, on 23 August. From late August, 1005 of Nutcrackers Nucifraga caryocatactes we re seen on passage in Denmark, southern Norway and southern Sweden. The number of breeding Spotiess Starlings Sturnus unica/or in the south-east of the French mainland is still increasing. The first observations were in Pyrenées-Orientales in 1985 and the first documented breeding occurred near Opoul in southern Aude in 1990. In an area between Perpignan, Pyrenées-Orientales, and Narbonne, Aude, 55 breeding pairs were located in 1992 (the northernmost at Sigean); it is shown that at least a number of males remained at the breeding sites during the winter of 1992-93 (cf Nos Oiseaux 42: 369 -37 8, 1994). In Portugal, two juvenile Rosy Starlings 5 roseus were stavin g at Cabo Espichel on 8-1 5 October. A flock of 200 Indian Silverbills Euodice ma/abarica resided east of Haifa, Israel, during September-October. In Ireland, a Red-eyed Vireo Vireo o/ivaceus stayed at Mizen Head, Cork, on 8-11 October. Arctic Redpolls Cardue/is hornemanni were seen at Filey, North Yorksh ire, on 16 October and on Texel, Noordhol land, from 17 October onwa rd s. In Scotland, eight were seen from 22 October. Influxes occurred in Denmark (in the second half of November), southern Norway and southern Sweden. This year was the best si nce 1961 for the endangered Kirtland's Warbier Oendroica kirt/andii in Mich igan, USA. In June, 633 sin gin g males were counted, nearly four times the record-Iow of 167 in 1987. In Wales, a Yellow-rumped Warbier 0 coronata was present on Ramsey Island, Dyfed, from 31 October to 4 November. One was staying at Bristol, Avon, England, on 16-17 November. The
eighth Song Sparrow Zonotrichia me/odia for Europe and the first in autumn was at Seaforth Docks, M erseyside, on 15-16 October. The second Pine Bunting Emberiza /eucocepha /os for Switzerland was asinging male near Verbier, Wallis, on 1-18 luly. The fourth for Finland was a first-winter male ringed on Lagskär on 8 October. An influ x of five in the Netherl and s included a female trapped and ringed at Westenschouwen , Zeeland, on 14 October, a first-year male wearing a metal ring of unknown origin at Ijmuiden, Noordholland, on 20-24 October, a first-year fema le near Slufteroord, Texel, on 21-28 October, a first-year male at Hoornse Kooi, Terschelling, on 27-30 October and a first-year male trapped and ringed at Bloemendaal on 4 November. On Helgoland, a male was reported on 21 October. In Orkney, one was seen on Sanday on 22 October and one on North Ronaldsay on 28 October. In Shetland, a fema le was stav ing on Out Skerries on 22 -23 October, a male at Sumburgh on 23 October and one on Fair Isle on 7 November. The fifth Yellow-browed Bunting E chrysophrys for Europe was a male on 19-22 October o n St Agnes, Scilly. An adu lt female Chestnut Bunting E ruti/a on Out Skerries on 2-5 September (trapped on 3 September) was the fifth for Britain; all previous birds were rega rded as possible escapes and, therefore, placed in 'Category D'. The eighth and only the second twitchable Yellow-breasted Bunting E aureo/a for the Netherlands was photographed on VI ieland on 17- 18 September. In Finistère, France, o ne was seen on Sein on 24 October. For a number of reports, publications in Ardeola, Birding World, Birdwatch, Bird Watching, British Birds, Limi co la, Limosa, Linnut, Nos Oiseaux, l'O iseau, Ornith os, Va r Fagelvärld, Var Fuglefauna, Wilson Bulletin and Winging It we re consu lted. News from Britain was kindly supp lied by Birdline (089 1-700-222) and Rare Bird News (0881-888-111) . I w ish to thank Mashuq Ahmad, Peter Arctander, Christine Barthel, Peter Barthel, Leo Boon, Co lin Bradshaw, Ned Brinkley, Mario Camic i, Tony Clarke, Peter Colston, Fred Cottaar, Carl Derks, N iels Dingemanse, Philippe Dubois, Marc Duquet, Enno Ebels, Zo ltàn Ecsedi , Klaas Eigenhuis, Dick Forsman, Ann ika Forsten, Steve Gantlelt, Hans Gebuis, Graham HearI, Jeff Higgolt, Edward van Ijzen doorn, Erling Jirle, Yves Kaiser, Chris Kightley, Guy Kirwan (O SME), Lasse Laine, Jan Lontkowski, Franko Maroevic, Bruce Mactavish, Dave McAdams, Anthony McGeehan, Peter Meininger, Richard Millington, Dominic Mitchell, Colm Moore, Killian Mullarney, Gerald Oreel , Gerard LOuweneei , Bjoern Einar Sakse id, Bob Scolt, Hadoram Shirihai, Gunter De Smet and Tadeusz Stawarczyk for their help in comp ilin g this review.
Arnoud B van den Berg, Ouinlustparkweg 98, 2082 EG Santpoort-Zuid, Netherlands
256
Recente meldingen _ __ _ __ _ Dit ove rz icht va n recente meldin gen va n ze ldzame en interessante vogel s in Nederl and en België bes laat voo rnamelijk de maanden september en oktober 1994. De verm elde gevallen zijn merendee ls niet geverifiee rd en het ove rz icht is niet vo lledi g. All e voge laars di e de moe ite namen om hun w aarnemin gen aan on s door te geven w orden hartelijk bedankt. W aarn emers van soorten in Nederl and die wo rd en beoord eeld door de Commi ss ie Dwaa lgasten Nederland se Av ifauna wo rdt ve rzoc ht hun waa rn emingen zo spoedi g moge lijk toe te ze nden aan: CDN A, Postbu s 4 5, 2080 AA Santpoo rt-Zuid, Nederland. Hiertoe gelieve men gebruik te maken va n CDN A-waa rn emin gsformul ieren die eveneens verkrij gbaar z ijn bij bove nstaand adres .
Nederland STORMVOGE LS TO T VA LK EN De topdag voo r zeetrektel-
Iers dit naj aar v iel op 16 septe mber. O p deze dag werden onder andere extreem hoge aantallen Noordse Stormvogels Fu /marus g/acia/is gez ien, zoa ls c 12 000 bij Camperduin , Noordholl and, en c 14 000 bij Egmond aan Zee, Noordho ll and. Tot beg in oktober we rden c 130 Grauwe Pijlstormvogels Puffinus griseus gemeld . O p 16 september wa ren er 33 bij Camperduin, 31 bij Egmond aa n Zee en 12 bij W estkapell e, Zee land. De laatste werd op 17 oktober gemeld. Ook we rden c 150 Noordse Pijlstormvogels P puffinus gemeld (l aatste op 7 oktober), met op 16 september 26 bij Ca mperduin , 24 bij Egmond aan Zee, 21 bij Katw ijk aa n Zee, Zuidh oll and, 15 bij Sc heve nin gen, Zuidh olland, en 12 bij W estkapelle. Vale Pijlstormvogels P ye/kouan wa ren er op 1 en 5 september bij Ca mperduin , op 16 septem ber bij Egmond aa n Zee en op 29 september b ij W estkapelle. Het eni ge Stormvogeltje H ydrobates pe/agicus in deze pe ri ode werd waa rgenomen op 3 oktober bij Camperduin. Het totale aantal Vale Stormvogeltjes Oceanodroma /eucorhoa (c 190/) werd oo k al grotendeel s veroo rzaa kt doo r waa rn emin gen op 16 september : 10 bij Camperduin, 33 bij Egmond aan Zee, 15 bij Schevenin gen en 26 bij Westkapell e. Ook 17 september was goed: 28 bij Ca mperduin, 34 bij Egmond aan Zee en 11 bij Westkape ll e. Kuifaalscholvers Pha/acrocorax aristote/is ve rb leven er op 18 se ptember bij Korn werderza nd, Fri es land, op 24 september in de Din te lh aven, Zuidh oll and, op 2 o ktober in de G revelingen, Zee land, en op 26 oktobe r op Terschelling, Fries land. Een Kwak Nycticorax n ycticorax we rd op 8 oktober gez ien op Texel, Noord ho ll and. Koereigers Bubu/cus ibis wa ren aa nwez ig tot 14 september ten noo rden va n Haastrec ht, Zuidh oll and, tot 18 september één à twee in de w ijde omgeving va n Groningen, G roningen, op 23 september in het Ve rdronken Land va n Saeftin ge, Zee land, va n 7 tot 9 oktobe r twee bij A njum, Fri es land, en op 22 oktobe r bij de Kwa de
lDutch 8irding 16: 257-264, december 1994J
Hoek, Zuidh oll and . Tot 2 2 septem be r bl even 30 à 40 Kleine Zilverreigers Egretta garzetta rond wa ren in het Deltagebi ed, Zee land/Zuidholland en tot 18 o ktober nog c 20. De topaantall en wa ren: 19 op 4 september op de Slikken va n Bommenede, Zee land, en 17 op 22 september in het Verdronken Land va n Saeftin ge. Daarn aast wa ren er w aarn emingen va n 4 tot 18 september bij Zwo ll e, O ve rij sse l, op 5 september op Schiermonnikoog, Fri esland, en op 2 oktober twee bij het W estduin pa rk, Zuidholland. Grote Zilverreigers E a/ba zaten tot 2 3 september en va n 24 tot 30 o ktober in de Lauwersmeer, Gronin gen, op 2 oktober bij Lage Zwalu we, Noordbrabant, op 8 oktober bij Paessens, Fri es land, op 9 en 18 oktober bij het H arderbroek, Fl evo land, op 19 okto ber op de Korendijkse Slikke n, Zuid holl and, en va n 24 tot 26 oktober twee bij Jtteren, Limburg. Dri e va n de Zwarte Ooievaars Ciconia nigra va n de Strabrec htse H eide, Noordbrabant, bleve n d aar tot 11 september. Verd er wa ren er exemplaren op 18 september bij Old ebroe k, G elderl and, en op 10 o ktober boven Sint-Mi chielsgestel, Noordbrabant. In september tekende z ich een wa re influ x va n Zwarte Ibissen P/ega dis fa /cin el/us af. O p 10 september wa ren er acht op de Kampin a, Noordbrabant, op 24 september v loge n er 10 oostwaa rts langs de noordpunt van Texel, va n 25 september tot 1 oktober was er tenmin ste één op Tersc helling en va n 27 september tot 8 oktober max im aal zeve n bij Stitswe rd , Gronin gen. Ve rd ere waa rnemingen: op 1 en 2 oktober bij Brun ss um, Limburg, op 2 oktober bij Wi sse n kerke, Zee land, op 8 oktober op Vlieland, Fri esl and, op 9 oktober bij de Putten va n Camperduin en o p 10 oktober bij 's-Gravenza nd e, Zuidholl and, en bij Spa arndam, Noordho ll and . Dwergganzen Anser erythropus verbl even va n 14 tot 27 oktober ten zuiden va n de Lepelaa rspl assen, Fl evoland, va naf 17 oktober 12 bij A njum en va naf 30 o ktober eveneens 12 bij Strij en, Zuidh oll and . Zwarte Rotganzen Branta bernicla nigrica ns w erd en gez ien in oktober op Texel en op 21 oktober bij Wi ssen kerke. Grote groepen Casarca's Tad orna ferruginea we rd en gez ien op 22 september 13 in de Wo rkumerwaard, Fri esland, op 4 oktober 10 bij Cu ijk, Noordbrabant, en op 8 oktober 15 bij de M okke bank, Fri es land . Een Amerikaanse Smient A nas am erica na werd op 16 september waa rgenomen in de Lauwersmee r. Tu sse n 14 en 26 oktober verbl even in de AW-duin en, Noordh oll and, weer een Bronskopeend A fa/ca ta en, toeva lli gerwij s, oo k een mannetje Blauwvleugeltaling A d iscors. Er was een melding va n een Witoogeend Ayth ya nyroca op 9 oktober bij de Kiev its landen, Fl evo land. Va naf 22 oktobe r ve rbleef een eerste-w inter vrou wtje Koningseider Somateria spectabi/is bij Schevenin gen. Een Zwarte Wouw Mi/vus migrans we rd op 20 oktober gemeld bij W ijk aa n Zee, Noordholl and. Zeearenden Ha/iaeetus a/b icil/a werden waa rgenomen op 7 o ktober langs de Kn ardijk, Fl evol and, op 14 oktober bij de Dintelh aven
257
Recente meldingen
204 Hop / Hoopoe Upupa epops, Texel , Noordholland, oktober 1994 (jan van Holten) 205 Witstuitbarmsijs / Arctic Redpoll Carduelis hornemanni, Texel, Noordholland, oktober 1994 (jan van Holten) 206 Konin gseider / King Eider Somateria spectabilis, eerste-winter vrouwtje, Scheven ingen, Zuidho ll and, 29 oktobe r 1994 (RenĂŠ Pop)
258
Recente meldingen en bij Mirns, Friesland, op 15 oktober op de Slikken van Flakkee, Zuidholland, op 16 oktober over Noordw ijk, Zuidholland, bij Borssele, Zeeland, en bij de Steile Bank, Fri es land, en op 31 oktober in de Kollumerwaard, Friesland. Er was een melding van een Schreeuwarend Aquila pomarina op 17 oktober bij Kinderdijk, Zuidholland, en van een Bastaardarend A clanga op 11 oktober bij Venlo, Limburg. Slechts enkele fortuinlijke vogelkijkers zage n op 23 oktober in de zuidwesthoek va n Zuidelijk Flevo land een Steenarend A chrysaetos. Overigens was er nog een melding van deze soort op 29 oktober in de Lauwersmeer. Er we rd en nog v ier Roodpootvalken Falco vespertinus gemeld. PLEVIEREN TOT ALKEN Er was een melding van een Woestijnplevier Charadrius leschenau/tii op 4 september bij Oostvoorne, Zuidholland. Op de Maasvlakte, Zuidholland, ve rble ve n weer eens meerdere Morinelplevieren C morinellus: va n 3 tot 5 september ma xima al 30, tot 13 september maximaal 18 en tot 26 september maximaal drie. Verder wa ren er op 8 september twee op Vlieland, op 13 september twee bij de Koudekerkse Inlagen, Zeeland, op 14 september één bij Bergen aa n Zee, Noordholland, op 15 september twee bij Westkapelle, op 17 september één bij Middelburg, Zee land, en op 24 september twee op Neeltje Jans, Zeeland. De zesde Amerikaanse Goudplevier Pluvialis dominica voor Nederl and en alweer de derde va n dit jaar, verbl eef va n 16 tot 23 oktober op Texel. Er was van 3 tot 5 september een Gestreepte Strandloper Calidris melanotos aa nwezig in de Eemshaven. Poelruiters Tringa stagnatilis bleven aa nwez ig tot 4 september op het Dijkwate r bij Sirjansland, Zeeland, en tot 10 september drie op het Rammegors. Verder wa ren er waarnemingen va n 3 tot 5 september maximaa l drie bij Oostvoorne en maximaal twee in de Eemshave n, op 8 oktober op de Slikken va n Flakkee en op 16 oktober wede rom in de Eemshaven. Een Terekruiter Xenus cinereus werd op 22 oktober gemeld va n Texel. Een Grote Franjepoot Phalaropus tricolor (de eerste sind s 1988) verb leef van 15 oktober tot tenmin ste 13 november in de Eemshaven. Tot in de eerste wee k van oktober we rden Kleinste Jagers Stercorarius longicaudus gez ien. Van de 36 gemelde exemplaren waren er 20 tussen 16 en 18 september, met als topaantal acht op 16 september bij Egmond aan Zee. Er wa ren negen Vorkstaartmeeuwen Larus sabini tussen 16 en 18 september. Grote Burgemeesters L hyperboreus ve rbl even op 3 oktobe r bij Tern euzen, Zee land, va naf 4 september (voor z ijn ll-jarig jubileum) bij de Brouwersdam, Zuidholland, en op 26 oktober bij Terschelling. Op 13 september was er een melding van een Kleine Burgemeester L glaucoides op Texe l. Voor de mense n met z itv lees vie l op 15, 29 en 30. oktober een langsvliegende Ross' Meeuw Rhodostethia rosea te bewonderen bij Camperduin. Lachsterns Gelochelidon nilotica werden nog gezien op 3 september bij Schagen, Noord holl and, en op 10 september op het Balgzand, Noordholland. Tot 24 september werde n her en der, soms voo r lan gere tijd , Reuzensterns Sterna caspia gez ien: in totaal c 30
exemplaren, waa rva n acht op 3 september bij 001, Limburg. Witvleugelsterns Chlidonias leucopterus waren er nog op 1 september bij Amsterdam, Noordholland, op 17 september bij Lauwe rsoog, Groningen, op 28 september bij het Kornwerderzand en op 29 september bij het haventje van Oude Zeug, Noordholland. Zwarte Zeekoeten Cepphus grylle werden gemeld op 17 september bij Callantsoog, Noordholland, op 18 oktober bij Tersc helling en op 19 oktober bij Texe l. Kleine Alken Alle alle waren sc haars met waa rnemingen op 4 en 7 oktober langs Camperduin en op 16 oktober langs Terschelling (zes). Van de Papegaaiduiker Fratercula arctica waren er meer meldin gen: op 9 september bij VI ieland, op 16 september twee bij Egmond aan Zee, op 16 september, 6 oktober (twee) en 7 oktober bij Camperduin, op 17 september bij Callantsoog, op 30 september bij Westkapelle en op 6 en 13 oktober bij Terschellin g. BIJE N ETERS TOT GORZEN Zeer late meldin gen van Bijeneters Merops apiaster waren op 13 september boven Amsterdam (15 exemplaren I?), op 6 oktober bij het station va n Delft en va n 9 tot 12 oktober bij Opijnen, Gelderland. Een Scharrelaar Coracias garrulus die op 14 se ptember overvloog bij Camperduin, zo u daarvoo r al elders in Noord-Holland gez ien z ijn. Hoppen Upupa epops ve rbl even er op 1 7 september i n Amersfoort, Gelderland, vanaf 4 oktober op Texel en va n 21 tot 31 oktober op Tersc hellin g, met op 23 en 24 oktober twee exempl aren alhier. Een Kortteenleeuwerik Calandrella brachydactyla verb leef va n 5 tot 7 oktober op Schiermonnikoog. Op 12 september was er een melding van een Roodstuitzwaluw Hirundo daurica lan gs de Philipsd am, Zeeland. Dit was het absolute topj aar voor Grote Piepers Anthus richardi. Tussen 19 september en 24 oktober werden er c 250 doorgegeven, waarvan c 200 tussen 24 september en 16 oktober. Topd agen wa ren 2 en 6 oktober met alleen al bij het Westduinpark respectievelijk 16 en 14 overvliegende exemplaren. Een meldin g va n een Mongoolse Pieper A godlewskii betreft een voge l die op 7 oktober op Schiermonnikoog we rd gefotografeerd. Duinpiepers A campestris wa ren vee l mind er algemeen dan Grote Piepers, met tot 13 oktobe r c 50 exemplaren. Roodkeelpiepers A cervinus waren naa r huidi ge maatsta ve n sc haars met van 18 september tot 12 oktober 15 meldin gen, waarva n het merendeel in de tweede week va n oktober. Een vro uwtje Citroenkwikstaart Motacilla citreola was op 5 september aanwezig in de Eemshaven (v ierde voo r Nederland). Een Aziatische Roodborsttapuit Saxicola torquata maura werd gez ien op 8 oktober op Vlieland. Dit naj aar werd het aa ntal Woestijntapuiten Oenanthe deserti op de Nederlandse lij st verdubbeld met waa rn emingen va n 8 tot 9 oktober bij Zandvoort, Noordholl and, en op 6 november op de Maasvlakte. Op 2 oktober was er een meldin g van een langsvliegende Goudlijster Zoothera dauma op Schi ermonnikoog. De eerste ve ldwaa rn em in g va n een Veldrietzanger Acrocephalus agricola in Nederland (zevende geva l) we rd gedaan op 18 september op Vlieland. in hetze lfde weekend als de Woestijntapuit (8 en 9 okto-
259
Recente meldingen
207 Tai gaboomkruiper / Eurasian Treecreeper Certhia familiaris, Schiermonn ikoog, Friesland, 18 oktober 1994 (AndrĂŠ J van Loon) 208 Woestijntapuit / Desert Wheatear Oenanthe deserti a trogu laris, eerstejaars mann etj e, Maasvlakte, Zu idholl and, 6 November 1994 (A rnoud B van den Berg) 209 Bl auwv leugeltalin g / Blue-winged Tea l Anas discors, mann etje, Zandvoort, Noordho ll and, 16 oktober 1994 (Arnou d B van den Berg) 210 Witkopgors / Pin e Bunting Emberiza leucocephalos, mannetj e, Ijmui den, Noordholl and, 22 oktober 1994 (jan van H olten)
260
Recente meldingen
211 Zwarte Ibissen / G lossy Ibises Plega dis falcinellus, Stitswerd, Groningen, 30 september 1994 (Theo Bakker) 212 Zeearend / White-tai led Eagle Haliaeetus albicilla, Maasvlakte, Zu idh oll and, 24 oktober 1994 Uan van Holten) 213 Citroenkwikstaart / Citrine Wagtai l Motacilla citreola, adu lt vrouwtje, Eemshaven, Gronin gen, 5 september 1994 (Eric Koops) 214 Bruine Boszanger / Dusky Warb ier Phylloscopus fuscatus, Katwijk, Zuidho ll and, 3 november 1994 (RenĂŠ van Rossum) 215 Bosgors / Rustic Buntin g Emberiza rustica, Oosterend, Terschelling, Fri es land, oktober 1994 (A rie Ouwerkerk)
26 1
Recente meldingen ber) werd bij Scheveningen een uitermate tamme Woestijngrasmus Sy/via nana waargenomen (tweede voor Nederland). Het toch al grote aanta l Sperwergrasmussen 5 nisoria (zeven in augustus) werd nog eens aangedikt met waarnemingen op 18 september op Kornwerderzand (ook op 22 september) en op Texel, op 19 september op Vlieland, op 20 september op de Maasvlakte, op 21 september bij Westkapelle en Egmond aan Zee (deze tot 25 september) en op 14 oktober weer bij Egmond aan Zee. Voor de Pallas' Boszanger Phylloscopus proregu/us was het een zeer goed jaar met tussen 16 en 21 oktober drie à vier op Texel, tussen 18 en 23 oktober minimaal v ier op Terschelling en op 18 oktober één op Schi ermonnikoog. Ook de Bladkoning P inomatus was prominent aanwez ig. Na de eerste op 9 september, we rd en er tussen 18 september en 26 oktober ruim 100 doorgegeven met een piek in de tweede week van oktober. Naast een mogelijke Bruine Boszanger P fuscatus op 21 oktober op Texel, we rd een exemplaar waa rgenomen op 21 en 22 oktober bij Hargen aan Zee, Noordholland, en op 3 november te Katwijk aan Zee. Een Bergfluiter P bonelli ve rbl eef op 3 september in de Eemshaven. Er wa ren tenminste negen Kleine Vliegenvangers Ficedu/a parva. Naast een enkele waa rnem in g van Taigaboomkruipers Certhia familiaris uit de Zu idlimburgse bossen, wa ren er exemplaren op 23 september op Terschelling, op 25 september bij Lauwersoog, op 7 oktober twee op V lieland, op 9 oktober bij Mirns, op 17 en 18 oktober op Texel en op 18 oktober op Schiermonnikoog (va ngst). De Steppeklapekster Lanius meridiona/is pallidirostris die van 4 tot 22 september op Texel verb leef was de eerste voo r Nederland. Een echte Kleine Klapekster L minor zat van 1 tot 3 oktober op het Rammegors. Notekrakers Nucifraga caryocatactes werden gezien
op 22 september bij Zuidhorn, Groningen, op 23 september bij Heemskerk, Noordholland, op 26 september in de Sellingerbossen, Groningen, op 8 oktober op Terschellin g (twee) en b ij Bussum, Noordho ll and, en op 17 oktober weer op Terschelling. Een juveniele Roze Spreeuw Stumus roseus werd op 23 september gez ien op de Maasvlakte. Hoewe l beperkt tot de eil anden, was er ook van de Witstuitbarmsijs Cardue/is homemanni een kleine influx. Op 17 en 18 oktober zaten er op Terschelling twee en tussen 17 en 30 oktober op Texel tenminste drie exemplaren. In oktober werden op enkele plaatsen in Gelderl and al enkele Grote Kruisbekken Loxia pytyopsittacus waargenomen. De in vasie van Geelgorzen Emberiza citrinella in oktober b racht enkele Witkopgorzen E /eucocepha/os met zich mee. Op 14 oktober we rd er één gevangen bij Westensc houwe n, Zee land, terwijl een op 20 oktober kortstondig bij IJmuiden waargenomen mannetje zich van 22 tot 24 oktober daar uitvoerig liet bewonderen, vaak onder het wakend oog van omwonenden. Op 21 oktober we rd op Texel een mogelijke Witkopgors waargenomen, terwijl op dezelfde plek een exemplaar aanwezig was van 25 tot 28 oktober. Tevens werd va n 27 tot 30 oktober op Terschellin g een exemplaar gez ien en tens lotte werd er op 4 november één gevangen in de Kennemerduinen, Noordholl and. Dwerggorzen E pusilla deden het beter met tussen 22 september en 28 oktober 14 exemp laren uit de kuststreek. Bosgorzen E rustica werden gez ien va n 18 tot 19 september op Texel, van 27 september tot 1 oktober drie bij elkaar op Terschellin g (waa rvan één tot 4 oktober), op 15 oktober bij Wassenaar, Zu idholl and, op 16 oktober op Sch iermonnikoog en op 21 oktobe r bij IJmuiden. Een eerstew inter Wilgegors E aureo/a was op 17 en 18 september aanwez ig op V lieland.
Ruud M van Dongen, Albertusstraat 4, 526 1 AD Vught, Nederland Hans Gebuis, Boogschutter 30, 3328 KB Dordrecht, Nederland Peter WW de Rouw, Warande 23, 3705 ZB Zeist, Nederland
België DUIKERS TOT VALKEN Er werden langsvliegende IJsduikers Cavia immer gezien te Oostende, Westvlaanderen, op 29 september (eerder langs Zeebrugge, Westvlaan deren) en 20 oktober en langs Koksijde, Westvlaanderen, op 30 september. Grauwe Pijlstormvogels Puffinus griseus vlogen langs De Panne, Westv laanderen; Koksijde (vi jf); N ieuwpoort, Westvlaanderen; Oostende (15) en Zeebrugge (negen). Op 17 september trokken twee Noordse Pijlstormvogels P puffinus over de Schelde langs Za nd vliet, Antwerpen. Er vlogen niet minder dan drie Vale Pijlstormvogels P ye/kouan langs Nieuwpoort op 16 september, en een extreem donker exemp laar trok op 24 oktober langs Oostende. Een melding van een langsvliegende Kleine Pijlstormvogel P assimi /is kwam op 16 september va n Koksijde. Stormvogeltjes Hydrobates pe/agicus vlogen op 16 (één) en 18 september (twee) langs Oostende en
262
op 18 september langs Zeebrugge. Vale Stormvogeltjes Oceanodroma /eucorhoa we rden geteld te Koksijde (21), N ieuwpoort (vier), Oostende (67) en Zeebrugge (42). Er werden Kuifaalscholvers Pha/acrocorax aristote/is gez ien te Bredene, Westvlaanderen (28 septem ber); Koksijde (één op 17 september en twee op 1 oktober), Oostende (27 september en 19 oktober) en Zeebrugge (8 oktober). De juveniele Kwak Nycticorax nycticorax was nog tot 2 september aanwezig te Diepen beek, Limburg. Op 24 september vloog er één over Li er, Antwerpen, op 5 oktober één over Dendermonde, Oostvlaanderen, op 13 oktober verb leef er één te Heist, Westvlaanderen, en op 20 oktober trokken er twee over Nieuwpoort. Kleine Zilverreigers Egretta garzetta werden gezien op De Kuifeend, Antwerpen (3 september); te Zeebrugge-Achterhaven (6 september); te Zeebrugge-Voorhaven (twee op 8 september en één van 21 september tot 9 oktober); langs Mariakerke, Westvlaanderen; te Koksijde en St- Idesba ld, Westvlaan-
Recente meldingen
216 Kleinste Jager / Long-tail ed Skua Stercorarius longicaudus, Genappe, Brabant, september 1994 (Luc Verroken ) 217 Lachm eeuw / Laughing Gu ll Nieuwpoort, Westvlaanderen, 28 (Stijn De Win)
Larus atricilla, oktober 1994
218 Kl ein e Sprinkhaanzanger / Lanceolated Warb ier Locustella lanceolata, Zeebrugge, Westvlaanderen, 10 oktober 1994 (Filip De Ruwe)
263
Recente meldingen deren (13 september, ze lfde exemp laar); te KnokkeZw in, Westv laanderen (maximaa l acht gedu rende de gehele periode); en te Hoboken en Blokkersdijk, Antwerpen (16 oktober, ze lfde exemplaar). Op 24 september pleisterde kortstondig een Grote Zilverreiger E a/ba in het Molsb roek te Lokeren, Oostvlaanderen. Vanaf 6 oktober werd er geregeld weer één waargenomen te Harchies, Hain aut. Twee voge ls staken tussen 24 en ten min ste 26 oktober geregeld de grens over bij het grindgat te Neerharen, Limburg. Vier late Zwarte Ooievaars Ciconia nigra trokken op 21 september over Leffin ge, Westvlaanderen. Het mannetje Ringsnaveleend Aythya collaris keerde terug naar Blokkersdijk vanaf 12 oktober en kreeg van 22 tot 26 oktober weer gezelsc hap van een tweede mannetje. De en ige gemelde Zwarte Wouwen Mi/vus migrans v logen op 8 september over Wodecq, Hainaut, en op 1 oktobe r ove r Zemst. Een onvo lwassen Zeearend Ha/iaeetus a/bicilla liet zic h op 23 oktober bekijken bij Bertem-Bos, Brabant. Nog een onvo lwassen exemp laar ve rscheen op 24 oktober kortstondig op Blokkersdijk; wellicht dezelfde voge l pleisterde van 26 tot 31 oktobe r bij Zand hoven, Antwerpen. RAL LE N TOT ALKEN Op 27 september was een Kwartelkoning Crex crex aanwez ig in De Ijzermonding te Nieuwpoort. De groep va n 52 Morinelplevieren Charadrius morinellus li ep nog bij Donstiennes, Hainaut, op 1 september en nam geleidelijk af tot 17 exemplaren op 4 septembe r. Verder waren er waarnemingen van pleisterende of overtrekkende voge ls te Angre; Bevekom, Brabant; De Panne; Kallo-Doel (twee) en Zeebrugge (vi jf). Op 10 september werd een juveniele Gestreepte Strandloper Ca /idris me/anotos ontdekt in de Ac hterhaven te Zeebrugge. Va n 20 tot 27 september verb leef een makke, eveneens juveniele vogel bij Moerbeke-Waas, Oostvlaanderen. Een late melding va n een Poelruiter Tringa stagnati/is kwam va n Zeebrugge op 26 oktober. De juveniele Kleinste Jager Stercorarius /ongicaudus va n Genappe, Brabant, liet zich nog tot 15 september bekijken. Op 2 september zat er één bij Brecht-Wuustwezel. Op 24 september was er een derde binnen landwaarneming van deze soort te Duffel-Rumst. Tellingen waren bijzonder hoog: te Bredene v ij f, te Koksijde zeven, te Nieuwpoort één, te Oostende niet minder dan 131 (waa ronder 35 op 16 september en 24 op 5 oktober), te Sint-Idesba ld zes en te Zeebrugge 17. Een ad ult-w inter lachmeeuw Larus atricilla v loog op 2 1 oktober langs Oostende. Wellicht dezelfde voge l liet zich op 28 en 29 oktober door een 20-tal voge laars bekijken in de Ijzermonding te N ieuwpoort. Zoektochten nadien waren tevergeefs totdat de voge l op 31 oktober langsvli egend werd waa rgenomen langs Wenduine, Westvlaanderen. Er waren enkele trekgolven van Vorkstaartmeeuwen L sabini: 29 langs Oostende (met lOop 28 en zeven op 29 september), twee langs De Panne en twee langs Zeeb ru gge. Op 3 september werd een Ringsnavelmeeuw L de/awarensis in tweede winterk leed gecla imd in de Voo rh aven van Zeebrugge. Een adu lte Grote Burgemeester L hyperboreus v loog op 18 oktober over Li er. Een lachstern Ge /oche/idon ni/otica v loog op 16 september langs
264
Oostende. Reuzensterns Sterna caspia vlogen op 13 september langs Mariakerke, op 21 september over de Schelde bij Dendermonde en twee exemplaren zaten op 26 september in Het Zwin bij Knokke. Kortstondig pleisterende Witvleugelsterns Chlidonias /eucopterus werden gez ien op 17 september te Zeebrugge, op 15 en 27 september te Oostende en op 9 oktober te Escanaffles, Hai naut. Op 16 september v loog een Zwarte Zeekoet Cepphus grylle langs Oostende; hi er trok op 19 oktober ook een Papegaaiduiker Fratercu/a arctica langs. Te Zeebrugge werd op 28 oktober een voo rbij vliegende Kleine Alk A lle alle opgemerkt. BIJENETERS TOT GORZEN Op 25 september pleisterden 10 Bijeneters Merops apiaster in De Wertshoek bij De Panne; op 26 september groe ide dit aanta l aan tot 16 exemplaren. Er werd en Grote Piepers Anthus richardi waargenome n te Blokkersdijk; Bredene (negen); De Panne; Lier (twee); Merksplas, Antwerpen; N ieuwpoort (22); Oostma lle-Zoersel en Zeebrugge (ac ht). Er vlogen Roodkeelpiepers A cervinus over Bredene (vi jf); Deurne; Heist (twee); Longchamps (twee); N ieuwpoort (drie); Roksem en Zeebrugge (d ri e) . Een z in gende Cetti's Zanger Cettia cetti was van 25 september tot tenmin ste 8 oktober aanwezig bij De Panne. Een melding van een Graszanger Cistico/a juncidis kwam van Zeebrugge op 11 september. Bijzonder groot was de verbazing toen op 14 oktober de derde Belgische Kleine Sprinkhaanzanger Locustella /anceo/ata we rd ontdekt in de Voorhaven van Zeebrugge, op vrijwe l dezelfde plek als het vo ri ge exemp laar in 1991 ! Op 3 september werd een Waterrietzanger Acrocepha/us pa/udico/a gevangen bij Ti enen. Bij Beerse werd op 24 september een Veldrietzanger A agrico/a geringd. Een Kleine Spotvogel Hippo/ais ca /igata liet zich op 15 september uitermate goed bestuderen op de punt van de Westdam te Zeebrugge. De vi jfde Provençaalse Grasmus Sy/via undata voor België, alwee r een mannetje, verb leef op 1 en 2 oktober in De Westhoek bij De Panne. Sperwergrasmussen S nisoria werden geringd te Beerse op 2, 13 en 15 september; bij Meetkerke, Westvlaanderen, op 18 september; bij Nieuwpoort op 7, 14 en 19 september en b ij Zw ijn aa rde op 7 oktober. Er werden tenminste 28 Bladkoningen Phylloscopus inornatus gezien. Rond 11 oktober werd een Raddes Boszanger P schwarzi gevangen bij Herne, Hainaut. Een Siberische Tjiftjaf P collybita tristis we rd op 1 oktober gerin gd bij Neerpelt, Limburg. Er werden Kleine Vliegenvangers Ficedu/a parva waargenomen te Zeebrugge op 21 september en b ij Heist op 8 en 11 oktober. Een Bosgors E rustica ve rbleef op 22 oktober gedurende slechts één minuut bij Nieuwpoort. Deze waarnemings lij st kwam tot stand met medewerk in g van Hugues Dufourny (Hainornitho), Dirk Symens (VLAVICO) en Willy Versc hueren (Linkeroever). Ook de hulp van al diegenen die (hun) waarnemingen meedeelden op de Belgische Dutch Birdingvoge l lijn (03-4880194) was hier onontbeerlijk.
Gera/d Driessens, 80sstraat 44, 2500 Lier, 8e/gië
DBA-nieuws _ _ _ _ __ _ __ _ DBA-vogeldag in Utrecht op zaterdag 11 februari 1995 De t raditionele D BA-voge ld ag vindt oo k in 1995 wee r pl aats in Utrec ht, Utrecht, en we l op zaterdag 11 februari . De lokatie is dezelfde als de laatste jaren gebruikelijk, het Hoofd gebouw Di ergeneeskunde, Ya lelaan 1 in De Ui thof, Utrec ht. De U ithof is bereikbaar met de auto (afslag ' Uithof', aangegeven va naf de A27 en A28; na het AZ U-ziekenhui s eerste weg links) en per bu s met de lijnen 11 en 12 va naf Utrec ht CS. De zaa l gaat om 09:00 uur ope n. De toega ngsprij s bedraagt N LG 10.00. O ok niet DB A-begun sti gers z ijn va n harte we lkom. Het programm a begint om 10:00 uu r en het streven is om 17:00 uu r klaar te z ijn met het programm a. Het programm a voo rz iet oo k deze keer in de beke nde 'mystery-bird competiti on' doo r A rn oud va n den Berg (we hopen op een krachtmeting va n alle 'cracks' die z ic h de laatste jaren bij de di ve rse co mpetiti es ondersc heiden hebben), en het al even bekende en be ru c hte j aaroverz icht doo r Wim Wiegant. Gez ien de ve le goede soo rten in 1994 verwac ht Wim we l wat extra tijd nodi g te hebbe n. Er is immers heel wat gez ien in het afgelopen jaa r. De buitenl and se inbreng op deze DBA-d ag is groot te noemen. Va nuit Engeland komt Bri an Bl and over, die op zijn bekende hum ori sti sc he w ij ze het tw itchen za l belichten. And y Butl er, eveneens uit En geland, za l in gaan op de determinati e va n lasti ge kl eine Ca lidris-strandl o pe rs, ook we l bekend als 'peeps' en 'stints' . Hij za l tevens een stand inri chten, waa r z ijn alom geprezen video's ove r steltl opers verkrij gbaar zijn. Net als vori g jaar drukt in 1995 een buitenl and se voge lorga ni satie zijn stempel op de DB Adag. De Afri ca n Bird Club (ABC) gaat proberen net zovee l nieuwe leden te noteren als de O ri ental Bird Club vo ri g jaar deed . Naast een stand neemt de AB C oo k een deel va n het prog ramm a voor haar rekening. Het hele programm a is onder voo rbehoud. Vi a de DBA-voge llijn (06-32032128; .· 50 cpm) zullen, naast het definiti eve program ma, ind ien nodi g w ijz igin gen wo rden doorgegeven. Tu ssen elke lez in g is een pauze gepl and om het sociale karakte r va n de dag te benadrukken maar oo k om de stands in de foyer te kunn en bezoeken. Naast uiteraa rd de DB A ze lf, de DBTRS, Ger M eesters Boe kprodukties, fotog rafen en kun stenaa rs uit 'eigen stal' en de ee rd er genoemde ABC en A ndy Butl er, za l op deze m ini-voge laarsbeurs nog een aa ntal interessante stand s in geri cht wo rd en. Zo heeft In Foc us uit Engeland in teresse getoond om naa r de DB A-d ag te komen. M et andere potentiële gast-standhouders wordt nog ove rlegd. Iedereen die voo r het j aa roverz icht 1994 di a's beschi kbaar w il stellen, wo rdt dringend verzoc ht tijdi g co ntact op te nemen met Wim Wi ega nt, Beatri x laan 2, 6706 AX W ageningen, Nederl and, 08 370-22 380 (thui s), in d rin gende geva llen 080-2845 96 (werk).
Houd er rekenin g mee dat Wi m W iega nt de komende maanden regelmati g in het buitenl and ve rtoeft! DBA-vogelweek op Texel in oktober 1994 Van zaterd ag 15 tot en met zo ndag 23 oktober 1994 vo nd de traditio nele DBA-voge lweek wee r pl aats op Texel, Noordho ll and . W at meteen opv iel was de grote opkomst va n voge laars. De eerste zaterd ag was daar in het ve ld nog we ini g va n te merken. Er we rd hoegenaamd ni ets noemenswaa rdi g gemeld, op de onve rmijdelijke G rote Pi eper Anthus richardi en een Kl apekster Lanius excubito r na. De gehuurde zaa l in het Ei erl and se Huis zat 's avond s ec hter stampvo l. Enno Ebels liet met zijn d ialez in g ove r voge len in japan zien dat je niet een echte voge lfo tograaf hoeft te z ijn om een voge laa rspubli ek een avondje te onderhouden. Zond ag 16 oktober zette de voge lweek op de rail s door j an Mulders ontdekking va n een pracht ige adul te A merikaanse Goudplevier Plu via lis dominica langs de Schorreweg. Langs di ezelfde weg had Bern adette Balten enkele uren daa rvoo r de eerste Pall as' Bosza nger Ph ylloscopus proregulus va n de week o ntdekt. Nog min stens drie exemplaren zo uden vo lgen. Wim Wi ega nt ontdekte op maa ndag 17 o ktober een eerste-w inter Witstuitbarm sij s Ca rduelis hom em anni langs de Vuurtorenweg. Gedurende drie dagen liet dit exempl aar z ich fraai bekijken. De vol gende dag ontdekte A rend W ass ink een mannetje va n dezelfde soort op ca mpin g 'S lufterva ll ei', waa r er gedu re nde de hele wee k (o n)regelm ati g één à twee we rden gemeld. Door deze lfde voge laa r werd op 17 oktober een Taigaboo mkruiper Certhia familiaris ontdekt b ij De Cocksdo rp. De d ialez in g va n de uit Engeland ove rgekomen Afri kaa n Peter Ginn tro k maandagavond wee r ruim 100 voge laars naa r De Cocksdorp, die . de nodi ge Afri kaa nse spec iali te iten kregen voo rgeschoteld. Een Hop Upupa epops verl eende ook dit j aa r medewerking aan de DBA-week door de hele week op de 'S lufterva llei' rond te hangen. Een adulte Zwa rte Rotga ns Branta bernicla nigricans bij Zeeburg bl eek voor een aa ntal nog een aanw in st op hun (onder)soo rtenlij st. Donderd ag zo rgde de toestroo m va n vogelaars naar Texel voo r log istieke probl emen b ij de 'mystery-b ird co mpetiti on' in Hotel N ieuw Breda. Met de nodi ge ve rtraging gin g de wedstrijd toc h va n sta rt. De top dri e: Enn o Ebels gevo lgd doo r Ma rc G uyt en Max Berlijn . Tevens vo nd die avond de prij suitreikin g p laats va n de big dav die op dezelfde dag was gehouden en waa r 12 fi etse nde dan we l autorijd ende teams aa n meegedaa n hadden. Het w innende tea m (Aart V in k, Wim Wi egant en Frank Bos) scoo rde 114 soorten. O md at de wedstrijd net als vo ri g jaar wee r geen nieuwe leuke ontdekk in gen opl everde, gaat er vo lgende jaar mi ssc hien wat aan de formul e ges leuteld worden. V rijdag 21 oktober ontdekte Th eodoo r M uu sse een
V
DBA -nÎeuws D we rggans A nser erythropus op de Slu fterhoek. O p het wad bij De Cocksdorp zage n twee D ui tse voge laars op zaterdag 22 o ktober een Terekrui ter Xenus cinereus. Bijn a all e vogelaa rs wa ren toe n echter al va n het eil and ve rd wenen om de Witko pgors Em beriza /eucocepha/os bij Ijmui den, Noord ho ll and, te bek ij ke n. Deze soo rt had het hoogtep unt va n de D BA-week kunnen z ijn, want een moge lij k exemp laa r tu ssen 10-ta ll en Geelgorzen E citrine/la ko n op vrijdag ni et teru ggevonden wo rden. De maa nd ag na de D BA-voge lweek, 24 o ktober, lu kte het Arend W ass in k we l om op dezelfde p lek (S lufterweg) een ee rste-w inter vro uwtje Wit kopgo rs erui t te ' peuteren'. A ndere goede soorte n voo r Texe l tijd ens de week wa ren o nder mee r een Kerkuil Tyto a/ba, enkele Noord se Goudv inken Pyrrhu/a p yrrhu/a p yrrhu/a (gemeten en gewogen in de Ko rve rskoo i) en ee n A ppelv ink Coccothraustes coccothra ustes. De groep va n meer dan 70 Strandl eeuweriken Erem ophi/a a/pestris in De Slufter wo rdt zo langza merhan d de mascotte va n de D BA-voge lweek.
Over de in vullin g va n de DBA-vogelweek in 1995 wo rdt al nagedacht. Maar hoe deze er ook ui t komt te z ien : als er wee r zovee l voge laa rs ko men opdagen als in 1994 is aa n de belangrij kste voo rwaa rd e voo r succes vo ldaa n. G IJSBERT VAN DER BENT & AREND WASSINK Mededeling voor klant en van DBTRS De D utch Bird ing Trave l Repo rt Serv ice geeft ee n korting van 15% aa n beg un sti gers va n de D BA. Het is daarvoor we l noodzake lij k dat b ij een beste ll ing ter co ntro le het abo nnee nummer opgegeven wordt. Dit is te vind en op de enve loppe waa rin Dutch Birding verstuurd wordt. Note for customers of DBTRS Th e D utc h Birding Trave l Report Service gives 15% di sco unt to DBAmem be rs. It is th erefore necessa ry to ment io n yo ur reference-number w ith yo ur orde r. Thi s number ca n be fo und o n the enve lo pe in w hi c h yo ur copy of D utc h Birding has been sent.
Aankondigingen &
verzoeken ~~_
Volunteers for ringing programme in Doiiana During 199 4-1 996, a jo int rin ging programm e of mi gratory passe rines w ill be ca rri ed o ut in th e Dofi ana regio n, Spain, by the Estac ion Bi o logica de Do fiana, the Eu ropea n Sc ience Fo und ati o n and the Almo nte Di stri ct Co unc il. Voluntee rs, both expe rt rin gers and assistant rin gers, are needed to help in the rin gin g prog ramme during the 1994-95 and 1995 -96 seaso ns, both durin g autumn (September-N ovember) and sprin g (FebruaryM ay). Those interested ca n co ntact : J J Chans, Estac io n Biol og ica de Dofiana, Avda de M arfa Lui sa sin, Pabell ó n del Perû , 41013 Sevill a, Spain , telephone + 34-959 -440032 o r + 34-959-440036, fax + 34-959440033 .
4th MEDMARAVIS Pan-Mediterranean symposium in Tunisia in April 1995 The 4th M EDMARAVIS Pan-Mediterranea n sympos ium w ill be held in Tuni sia on 11-1 6 April 1995. The sympos ium w ill have fo ur main session s: 1 Coastal biodiversity in North Afri ca; 2 Popul ati on ecology of seabird s in the W estern M editerranea n; 3 Populati o n eco logy of seabird s in the Eastern M editerranean and the Blac k Sea; and 4 Conservati on and coastal zone management. There w ill also be an excursion to Tuni sia's famou s sea bird island Zembra. Those interested in attending the symposium o r to present posters or papers ca n obtai n i nfo rmati on and a registration fo rm from: John G W almsley, do MEDMARAVIS Sympos ium, PO Box 2, 834 70 Saint-Max imin, France, telephone +33 -94594069, fax +33 -94594738.
MAY 13th-21st, 1995 For only HFL 375 we offer you: </ 8 nights half board in double rooms with private facilities; ~ transfer fiom/to Warsaw; . / a package ofvery useful informations. dditionally available at low cost in Poland: local transfers, lunches,guides,beverages etc Being in Poland in the best place, at the best time, vou can: - Enjoy the great possibilities for birdwatching nearby and plan your own day trips by coach, bike, on foot, etc. - See all the "Polish specialities" - probably about 140-170 inland species. - Have great time in an international atrnosphere.
Details at: @ Bird Service Tours, Popieluszki lOS, PL-1564l Bialystok aTel & Fax +4885616768
VI
Dutch Birding Vogelgidsen Sterns van Europa en Noord-Amerika Klaus Malling Olsen & Hans Larsson Sterns zijn sierlijke zee- en moerasvogels, die over de gehele wereld voorkomen. Alle in Europa en Noord-Amerika waargenomen soorten worden in dit boek behandeld. Er wordt veel aandacht besteed aan de in andere veld gidsen veelal onvoldoende beschreven juveniele, onvolwassen en winterkleden. De tekst gaat vergezeld van 41 kleurplaten en meer dan 200 kleurenfoto' s. Redactie: Sandra Gardeslen en Dirk Moerbeek Dutch Birding Vogelgids 3 ISBN 90-74345-05-0, gebonden Formaat: 15 x 21 cm Omvang: 224 pagina's Illustraties: 208 foto's, 41 kleurplaten Prijs: NLG 49,90; BEF 995
Jagers van het Noordelijk Halfrond Klaus Malling Olsen De enige determinatiegids voor het determineren van de jagers van het Noordelijk Halfrond. Dutch Birding Vogelgids 1 ISBN 90-74345-01-8 Prijs: NLG 24,90; BEF 475
Roofvogels van Noordwest-Europa Dick Forsman De beste gids voor het determineren van roofvogels in Noordwest-Europa, zowel naar leeftijd, geslacht als soort. Redactie: Sandra Gardeslen en Dirk Moerbeek Dutch Birding Vogelgids 2 ISBN 90-74345-03-4 Prijs: NLG 39,90; BEF 825 Voor bovenstaande boeken gelden ledenprijzen en kunnen besteld worden door het overmaken van de ledenprijzen NLG 42,50 (Sterns), NLG 35,-- (Roofvogels), resp. NLG 19,90 (Jagers) per exemplaar op girorekening 2989470 t.n.v. Ger Meesters Boekprodukties. In BelgiĂŤ kunnen de boeken besteld worden door het overmaken van BEF 995, BEF 825, resp. BEF 475 per exemplaar op girorekening 000-1648397-76 t.n.v. Ger Meesters Boekprodukties, Haarlem, Nederland. Dutch Birding Vogelgidsen zijn ook in de boekhandel verkrijgbaar.
VII
Topical, lively, informative and ...
BIRDING
WORLD
Europe's premier monthly magazine for keen birders.
* Identification * News * Rarities * Prize Ouizbirds
* Conservation * Europe & Worldwide "at the top of the market for serious birders" - BTO News "essential reading" - Birding
Write now for a FREE sample issue. - or just subscribe now. For the next 12 issues, send t38 (major credit card nos. with expiry date accepted) to: B/rd/ng Wor/d, Stonerunner, Cosst Rosd, C/ey next the ses, Ho/t, Norfo/k NR25 7RZ, UK
~
het Vogeljaar
DUTCH BIRDING TRAVEL REPORT SERVICE
Het tijdschrift 'Het Vogeljaar' verschijnt zes maal per jaar en houdt haar lezers al ruim 40 jaar op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het gebied van vogelstudie en vogelbescherming.
'--J • W hen yo u are planning a birding trip or holiday abroa d. ask for recent reports by fellow birders • More th an 1000, worldw ide, reports ava il able in English and Dutch • Quality, birding- and general nature-, traveIreports urgently required
'Het Vogeljaar' wordt als het meest informatieve vogeltijdschrift in de Benelux beschouwd.
• Only 00. 0.30 per page. Why pay more? Far ardering catalague and travel-reparts please contact:
Omdat het geen commercieel blad is kan de abonnementsprijs uiterst laag worden gehouden.
DBTRS .•... New address! Ib Huysma n Postbu s 737 9700 AS Groningen The Netherlands
Door overmaking van f 25,- op postbanknummer 964 472 ten name van 'Het Vogeljaar', Boterbloemstraat 20, 5321 RR Hedel (04199 - 1967), onder vermelding 'nieuwe abonnee' ontvangt u als welkomstgeschenk onze nieuwe veertiendaagse Vogelkalender, waarvan u na gebruik een vogelboekje overhoud!.
Telephone 050 - 145 925 (+3 1 - 50 145 925 from abroad ) Fax 050 - 144 717 (+3 1 - 50 144 717 f ro m abroad)
BIRDS & BIRDERS. WE CARE FOR BOTH!
VIII
Chief editor Arnoud van den Berg (+3 1-23378024) Editors: Dutch Birding, Postbus 116, 2080 AC Santpoort-Zuid, Netherlands (fax +31-23376749)
Deputy chief editor Enno Ebels (+3 1-3096 1335) Executive editor André van Loon (+31-206997585) Photographic editor René Pop (+31 -1 04508879)
Photographic editor: Dutch Birding, c/o René Pop, Floris Burgwal 54, 2907 PH Capelle aan den Ijssel, Netherlands
Editorial board Marc Argeloo, Ferdy Hieselaar, Graham Holloway, Peter Me ininger, Frank Rozendaal and George Sangster
Subscription administration: Dutch Birding Association, c/o Anja Nusse, Symfoniestraat 21, 1312 ET Almere, Netherlands
Editorial advisory board Christin e Barthel (Germany), Peter Barthel (Germany), Gera ld Driessens (Belgium ), Klaas Eigenhuis (Netherlands), Dick Forsman (F inl and), Ted Hoogendoorn (Netherlands), Lars Jonsson (5weden), Killian Mu ll arney (Ire land), H ans Schekkerm an (Netherlands), Hadoram Shirihai (lsrael) and Peter Symens (Saudi Arabia)
Board: Dutch Birding Association, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Netherlands Dutch Rarities Committee: CDNA, Postbus 45, 2080 AA Santpoort-Zuid, Netherlands
Editorial assistants Ruud van Dongen, Gera ld Driessens, Hans Gebuis, Hans va n der Meu len, Peter de Rouwand Jaap Schelvis Production and lay-out André va n Loon and René va n Rossum Advertising Peter Mei jer (+31-34803 1905, fax +31-348020394) Subscriptions 1994: NLG 52.50 (Netherl ands), BEF 1150.00 (Belgium ), NLG 60.00 (other countri es in side Europe) and N LG 70.00 (countries outs ide Europe, airmai l). G iro account (Netherl ands) 0 1 50697; giro accou nt (Be lgi um) 000 1592468 19; bank account 54 93 30 348 of ABN+AMRO (Bilthoven). All accounts are in the name of the Dutch Birding Association. Payment mayalso be made by credit card (Access, Eurocard, MasterCard or Visa). Please indicate the account numbe r and expiry date and append a signature. Note: This method of payment is not appli cable to subscribers resident in the Netherlands and Belgium . Dutch Birding is a bimonthly journa l w ith issues in February, April , June, August, October and December. It publi shes origina l artieles and notes on morphology, systematics, occurrence and distribution of b irds in the Benelu x, Eu rope and elsewhere in the Palearctic region . It also publishes contributions on birds in the Asian-Pacific region and other regions. The Duteh, English and scientific bird narnes follow: the List of Dutch bird species 1994 by A B van den Berg (1994, SantpoortZuid); The '8ritish 8irds ' list of English names of Western Palearctic birds by Briti sh Birds (1993, Blunham); the list compil ed by CS Roselaar in the Dutch edition of The illustrated encyc/opedia of birds of the world by C M Perrins (199 1, Weert); and Distribution and taxonomy of birds of the world by C G Sibley & B L Monroe Jr (1990, New Haven). Manuscripts shou ld be typewritten or printed with double line-spaci ng and w ide margi ns o n both sides. Word-pro cessed manuscripts shou ld preferably also be submitted on diskette (e ither in Macintosh or MS-DOS format). More info rm ation is available from the ed itors. A schedu le of payment rates for authors, photographers and artists is ava il able from the ed itors.
Dutch Birding Association Board G ij sbert va n der Bent (pres ident, +31-171813606), Chris Q uispel (secretary, +31-71124825 ), Arn old Veen (treasurer), Arnoud van den Berg, Roy de Haas and Peter Me ijer Board assistants Theo Adm iraa l, Gera ld Driessens, Ron van den Enden , Hans Gebuis, Ger Meesters, Anja Nusse, Ferry Ossendorp, Wim van der Schot and Kees Ti emstra Dutch Birding Travel Reports Service (DBTRS) Ib Huysman, Postbus 737, 9700 AS Groningen, Netherland s, telephone +31-
50145925, fa x +3 1-50144717
Dutch Rarities Committee (CDNA) Members Edward van Ij zendoorn (chairman, +31-23 39 1446), Karel Mauer, Jan va n der Laan, Kees Roselaar, Jelle Scharringa (secretary, +31 -30523801), H ans Schekkerm an, Gerard Steinhaus and W im Wiegant (archi vist) The CDNA is a committee of the Dutch Birding Association and the Netherland s Orn itholog ica l Union
© 1994 Stichting Dutch Birding Association. The copyri ght of the photographs and drawings remains w ith the photographers and artists. ISSN 0 167-2878. . Printed by A lbédon/ Klop BV, Postbus 321 1 , 2220 CE Katwijk, Netherlands
PoutCh
Birding
jaargang 16 nummer 6 december 1994 Volume 16 number 6 December 1994 Artikelen 221 Taigaboomkruipers in Zuid-L imbu rg Frans j Schepers 226 Izabelklauwier op Texel in oktober 1993 Marcel A Capello, Enno B Ebels & Wilfried R L Mahu 229 Izabelklauwier te Heist in september 1989 Gunter De Smet & BAHC
231 232 235 237
Mededelingen Geelpootmeeuw gepaard met Kleine Mantelmeeuw broedend te Ijmuiden Fred Cottaar & Kees Verbeek Hybrid Azure x Blue Tits in Europe Leo j R Boon Transatlantic migration by ringed birds from North America john V Dennis Geographical variation w ithin western populations of Clamorous Reed Warbier CS (Kees) Roselaar
Asian-Pacific birds 239 Species limits within Garnet Pitta-complex Frank Rozendaal Brieven 245 Afwijkende Tjiftjaf te Ijmuiden in december 1992 is Fitis? Gunter De Smet Recensies 246 New World warblers by Jon Curson, David Quinn & David Beadle André J van Loon 246 Vogels in Flevoland 2 door Ruud van Beusekom et al (redactie) Klaas j Eigenhuis 247 Watervogeltellingen in het zuidelijk Deltagebied 1987-9 1 door Peter L Meininger, Cor M Berrevoets & Rob C W Strucker André j van Loon 247 Zeetrektellingen in Nederland in de jaren tachtig door Maarten Platteeuw, Nick F van der Ham & jan Eden Ouden Klaas j Eigenhuis
225 Corrigenda WP reports 248 WP reports: August-November 1994 Arnoud B van den Berg Recente meldingen 257 Nederland: september en oktober 1994 Ruud M van Dongen, Hans Gebuis & Peter W W de Rouw 262 België: september en oktober 1994 Gerald Driessens
V
DBA-nieuws DBA-vogeldag in Utrecht op zaterdag 11 februari 1995; DBA-vogelweek op Texel in oktober 1994; Mededeling voor klanten van DBTRS; Note for customers of DBTRS
VI
Aankondigingen & verzoeken Volunteers for ringing programme in Doiiana; 4th MEDMARAVIS Pan-Mediterranean sympos ium in Tunisia in Apr il 1995
Voorp laat: G rauwe Pijlstormvogel Puffinus griseus, Falkland-eilanden, januari 1991 (René Pop) Front cover: Sooty Shearwater Puffinus gris eus, Falkland Islands, january 1991 (René Pop)
Abstracted/indexed in: Auk, Ecological Abstracts, Emu, GEOBASE (Geo Abstracts Database), Ibis, Ornithologische Schriftenschau, Wildlife Review, Zoological Record