Db 17(1)1995

Page 1


Dutch Birding

Dutch Birding HOOFDREDACTEUR Arnoud van den Berg (telefoon 023-378024, fax 023-376749) ADJUNCT HOOFDREDACTEUR Enno Ebels (telefoon / fax 030-961335 ) UITVOEREND REDACTEUR André van Loon (telefoon / fax 020-6997585) FOTOGRAFISCH REDACTEUR René Pop (010-4508879) REDACTIERAAD Ferdy Hieselaar, Graham Holloway, Peter Meininger en George Sangster

Internationaal tijdschrift over Palearctische vogels

REDACTIE

Dutch Birding, Postbus 116, 2080 AC Santpoort-Zuid, Nederland fax 023-376749 FOTOREDACTIE

Dutch Birding, p/a René Pop, Floris Burgwal 54, 2907 PH Capelle aan den Ijssel, Nederland

REDACTIE-ADVIESRAAD Christine Barthel (Duitsland), Peter Barthel (Duitsland), Gerald Driessens (België), Klaas Eigenhuis (Nederland), Dick Forsman (Finland), Ted Hoogendoorn (Nederland), Lars Jonsson (Zweden), Killian Mullarney (Ierland), Kees Roselaar (Nederland), Frank Rozendaal (Nederland), Hans Schekkerman (Nederland), Hadoram Shirihai (Israël) en Peter Symens (Saudiarabië) REDACTIEMEDEWERKERS Ruud van Dongen, Gerald Driessens, Hans Gebuis, Hans van der Meulen, Peter de Rouwen Jaap Schelvis PRODUKTIE EN LAY-OUT André van Loon en René van Rossum ADVERTENTIES Peter Meijer (telefoon 03480-31905, fax 03480-20394) ABONNEMENTEN De abonnementsprijs voor 1995 bedraagt: NLG 57.50 (Nederland), BEF 1250.00 (België), NLG 65.00 (overige landen binnen Europa) en NLG 70.00 (landen buiten Europa, luchtpost). U kunt zich abonneren door het overmaken van de abonnementsprijs op girorekening Ol 50697 (Nederland), girorekening 000 1592468 19 (België) of bankrekening 54 93 30 348 van ABN'AMRO (Bilthoven), ovv 'abonnement Dutch Birding'. Alle rekeningen zijn ten name van de Dutch Birding Association. Het abonnement gaat in na ontvangst van de betal ing.

ABONNEMENTENADMINISTRATIE

Dutch Birding is een tweemaandelijks tijdschrift met nummers in februari, april, juni , augustus, oktober en december. Het publiceert originele artikelen en mededelingen over morfologie, systematiek, voorkomen en verspreiding van vogels in de Benelux, Europa en elders in het Palearctische gebied. Het publiceert tevens bijdragen over vogels in het Aziatisch-Pacifische gebied en andere gebieden.

Dutch Birding Association, p/a Anja Nusse, Symfoniestraat 21, 1312 ET Almere, Nederland

De Nederlandse, Engelse en wetenschappelijke vogel namen volgen: de Lijst van Nederlandse vogels door A B van den Berg & CA WBosman (1995, Santpoort-Zuid); The 'British Birds' list of English names of Western Palearctic birds door British Birds (1993, Blunham) ; de door C S Roselaar samengestelde lijst in de Geïllustreerde encyclopedie van de vogels door C M Perrins (1991, Weert); en Distribution and taxonomy of birds of the world door CG Sibley & B L Monroe Jr (1990, New Haven).

BESTUUR

Dutch Birding Association, Postbus 75611 , 1070 AP Amsterdam, Nederland

Manuscripten behoren te worden uitgevoerd in machineschrift met een dubbele regelafstand en een ruime marge aan beide zijden. De tekst dient bij voorkeur tevens op diskette te worden ingeleverd (in Macintosh of in MS-DOS format). Meer informatie hierover is verkrijgbaar bij de redactie. Een lijst met tarieven voor de vergoeding van auteurs, fotografen en tekenaars is verkrijgbaar bij de redactie.

COMMISSIE DWAALGASTEN NEDERLANDSE AVIFAUNA

Dutch Birding Association

CDNA, Postbus 45, 2080 AA Santpoort-Zuid, Nederland

BESTUUR Gijsbert van der Bent (voorzitter, telefoon 01718-13606), Chris Quispel (secretaris, telefoon 071-124825), Roy de Haas (penningmeester), Arnoud van den Berg en Peter Meijer BESTUURSMEDEWERKERS Theo Admiraal, Gerald Driessens, Ron van den Enden, Hans Gebuis, Remco Hofland, Paul KnolIe, Ger Meesters, Anja Nusse, Wim van der Schot, Kees Tiemstra en Arnold Veen DUTCH BIRDING TRAVEL REPORT SERVICE (DBTRS) Ib Huysman, Postbus 737, 9700 AS Groningen, Nederland, telefoon 050-145925, fax 050-144717

Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CD NA) TelEFOONLIJNEN

Nederland: 06-320321 28 (vogellijn, 50 cpm); 078-180935 (inspreeklijn);

LEDEN Edward van Ijzendoorn (voorzitter, 023-391446), Karel Mauer, Jan van der Laan , Kees Roselaar, Jelle Scharringa (secretaris, 030-532801), Hans Schekkerman, Gerard Steinha us en Wim Wiegant (archivaris) De CD NA is een commissie van de Dutch Birding Association en de Nederlandse Ornithologische Unie

© 1995 Stichting Dutch Birding Association. Het copyright van de foto's en tekeningen blijft

België: 03-4880194 (vogel- en inspreeklijn)

bij de fotografen en tekenaars. ISSN 0167-2878.

.

Drukkerij Albédon/Klop BV, Postbus 3211 , 2220 CE Katwijk, Nederland


VERREKIJKERS: LEICA 30 JAAR GARANTIE rubber kijkers incl. etui 8 x 42 BA 10 x 42 BA

NLG BEL BEL BEL BEL BEL BEL

8 x 20 BCA 10x25BCA 8 x 50 BA 10 x 50 BA

CARL ZEISS 30 JAAR GARANTIE rubber kijkers incl. etui 8 x 20 B 10 x 25 B 7x42 BCAT 10x40BCAT 15 x 60 BCAT (zonder etui !) 7 x 45 BDS 8 x 56 BDS 10x56BDS 20 x 60 ST (incl . koffer)

VOOR VOOR VOOR VOOR VOOR VOOR

PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE

BEL VOOR BEL VOOR BEL VOOR BEL VOOR BEL VOOR BEL VOOR BEL VOOR BEL VOOR BEL VOOR

PRijSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE

SWAROVSKI rubber kijkers incl. etu i 7 x 42 BGA 10 x 42 BGA

BEL VOOR PRIJSOPGAVE BEL VOOR PRIJSOPGAVE

OPTOL YTH 30 JAAR GARANTIE rubber kijkers incl . etui Alpin 8 x 40 BGA Alpin 10 x 40 BGA Alpin 10 x 50 BGA Alpin 12 x 50 BGA Touring 10 x 40 BGA Royal 9 x 63 BGA Royal 10 x 56 BGA

858 872 982

1000 1595 1905 2030

TENTO incl. etu i 8 x 30 8 x 40 KITE i ncl. etu i

120 120

Ultima 8 x 42 WA Ultima 10 x 42 WA Birdwatcher 8 x 42 WA (rubber)

595 600 400

TELESCOPEN: OPTOLYTH TBS-80 (rubber) TBS-80 (rubber) fluorite TBS-65 (rubber) oculair 20x WA, 30x WA, 70x WA en 20-60x zoom Fotoadapter

BEL BEL BEL BEL BEL

VOOR VOOR VOOR VOOR VOOR

PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE

BEL BEL BEL BEL BEL

VOOR VOOR VOOR VOOR VOOR

PRIJSOPGAVE PRIjSOPGA VE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE PRIJSOPGAVE

SWAROVSKI AT-80 AT-80 HD Oculair 30x WA Zoom 20-60x Fotoadapter

ZEISS JENA Dubbeltelescoop zoom 20-50 x mm, incl. koffer en statief (totaa l 10 kg!)

6025

STATIEVEN Manfrotto 144B + 128LP-kop (3,3 kg) Manfrotto 055B + 128LP-kop (3,7 kg) Autoraamstatief

315 430

Diverse waterd ichte Skua etuis voor all e merken telescopen

145

135

Wijzigingen voorbehouden

Prijzen incl. BTW en porto

INFORMATIE:

ROY DE

HAAS

g

036 - 5362819

Bovenstaande artikelen kunnen besteld worden door het vereiste bedrag over te maken op giro 4148343 tnv Dutch Birding Association, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Nederland, ovv het/de gewenste artikel(en). De bestelling wordt binnen drie weken goed verpakt per post thuisbezorgd.


OPTOLYTH - NEDERLAND SIGHTS OF NATURE Postbus 49 4524 ZG Sluis Fax: 050 - 3 I 6 847

Wechsel-Olwlare

20 x

~ 30x

Alle telescopen hebben een meervoudige "CERALIN-PLUS" coating, wat resulteert in een perfekte randscherpte en een zeer helder en scherp beeld. De telescopen zijn speciaal ontwikkeld om vogels in de vrije natuur tot in het kleinste detail te observeren. De volledige rubber uitvoering zorgt voor een extra bescherming.

30

JAAR GARANTIE!

EEN ONGELOOFLIJKE KEUZE IN VERGROTINGEN:

• 20 x WA (breedhoek): vogeltrek, slaapplaatstellingen, observatie op kleinere afstand tot ongeveer 500 meter. • 30 x WA (breed hoek): telwerk, observatie in het algemeen, relatief grote afstand tot ongeveer 1000 meter. • 70 x WA (breed hoek): determinatie op zeer grote afstand, aflezen van ringen, nauwkeurige detailstudie van het verenkleed. • 20-60 x zoomoculair: observatie, echter zoals elk ander zoomoculair beperkt in gebruik; bij verder inzoomen en vooral bij slecht weer is vogeltrek en telwerk moeilijk door kleiner beeld (geen breedhoek) en geringe lichtsterkte.

TBG 80 GA

• 40 x WA en 45 x WA komen nog dit jaar. 20x

30)/

VERDERE INLICHTINGEN (O.A. DOKUMENTATIE) TE VERKRIJGEN OP BOVENSTAAND ADRES I1


HET GEHELE JAAR is Bever Zwerfsport het adres voor al uw buitensport- en kampeeruitrustingen: tenten - rugzakken (150 modellen) - slaapzakken - kleding bergschoenen - laarzen - fietstassen - branders en 1000-den kaarten en boeken (in onze boekenshop Bever Boek & kaart - Den Haag) Altijd dus een uitgekiend assortiment en deskundig personeel.

Dat is het verschil!

.8EYER@ i

Voo r Info en katal ogus

ZWERFSPORT Ovtcloot'" Innovatot'"ç

070-3883 700

Den Haag Ca landpleln 4 • Rotterdam A de Ruyterweg 33-35 • Utrecht Baluelaan 12 • Arnhem Utrechtsestraat 5 • Haarlem Zulweg 63 • Breda Wllhelm lnastraat 22 • Apeldoorn Brinklaan 45 • Hilversum Havenstraat 16 • Bever Boek en Kaart Calandpleln 4 • Bike & Hike Centre, SteenwUk Woldmeentherand 11 • Amsterdam Stadhouderskade 4

MAY 13th-21st, 1995 For only HFL 375 we offer you: ~ 8 nights half board in double rooms with private facilities; ~ transfer from/to Warsaw; ~ a package ofvery useful informations. Additionally available at low cost in Poland: local transfers, lunches,guides,beverages etc Being in Poland in the best placet at the belt time you can: t

- Enjoy the great possibilities for birdwatching nearby and plan your own day trips by coach, bike, on foot, etc. - See all the "Polish specialities" - probably about 140-170 inland species. - Have great time in an international atrnosphere. ----------------------Details at: [;:]Bird Service Tours, Popieluszki 105, PL-15641 Bialystok trTel & Fax +4885616768

111


~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

~!, /1"

~!, /1"

71~

.::s:. ~

/1"

0 .0

~

71~ ~ /1"

ffi m0

* ~!,

oom ~

~IÈ

CD ~

71~

.!:

71~

* 71~

71~

~!, ~

+-'

- beide verschenen delen voorradig

~ t--

71~

ctS C

~m

~!, /1"

+-'

~ ~

« 2

/1"

71~

m m

00

ctS

~ /1"

* ~!,

~IÈ 7!~

02 > Co I

~

~

HANDBOOK of the BIRDS of the WORLD

a:

71~

Tel +31 (0)70 350 5648 Fax +31 (0)70 350 6851

0~

71~

71~

C

a:

~

71~

NATUUR en BOEK Bankastraat 10 NL 2585 EN - Den Haag

mW

als eerste in het nieuwe initiatief van Christopher Helm - PICA PRESS

71~

* 71~

71~

~!, ~

71~

71~ ~!, /1"

zOj'uist verschenen: Winkier, WOODPECKERS

f 95,-

71~

7!~

* * ******************************* Gut 0 Gut 0 Gut!

MONTHLY GUlDE TO BIRD IDENTIFICATION AND BEHAVIOUR

Tachtig procent van alle grutto's komt in Nederland voor. Veel grutto's hebben de Stichting Het Zuid hollands Landschap als huisbaas gekozen . Geef ons de mogelijkheden om een goede huisbaas te zijn, zodat er genoeg grutto's overblijven om de Nederlandse natuur internationaal belangrijk te houden.

STEUN ONS EN WORD LID SUBSCRIPTIONS, Tower Publishlng, Tower House, Sovereign Park, Market Harborough, Leicestershire LE16 9EF,

Bel 010-4135045

England.

IV


Donsstormvogel te Camperduin in oktober 1992 Leo Stegeman, Klaas} Eigenhuis, N ick F van der Ham & Sa nder Lagerveld

O

p zaterdag 24 oktober 1992 zaten Marc O lav Bleijerveld, Nick van der Ham, Sander Lagerveld en Leo Stegeman zeetrek te tellen vanu it de zeetrek-observatiepost te Camperduin, Noordholland. Er stond een harde westenwind (7-8 B), gepaard gaande met w isselende bewolking, af en toe een regen- of hagelbui en goed z icht. Vrij uitzonderlijk was de waarneming van een drieta l windhozen boven zee. De bewegingen over zee werd en geken merkt door flinke aanta ll en Drieteenmeeuwen Rissa tridactyla (c 450) en Alk/Zeekoeten Alca torda/Uria aa lge (c 470), met als extraatj es 10 Noordse Stormvogels Fulmarus glacia lis, een Grauwe Pijlstormvogel Puffinus griseus, een Kuifaalscholver Phalacrocorax aristotelis, zeven Kleine Jagers Stercorarius parasiticus, twee Grote Jagers 5 skua en een Kleine A lk A lle alle. Na een korte onderbreking om de op dat moment bij Petten, Noordho ll and , verblijvende Bonte Tapuit Oenanthe pleschanka te bekijken, ontdekte NvdH om 12:50 op en ige afstand links van de waarnemingspost een noordwaarts vli egende voge l, die hem direct de uitroep ' leuk beest' ontlokte. De voge l viel op door de zeer uitbundige keilvlucht. De witte onderd elen en donkere bovendelen wekten even de indruk dat het om een Noordse Pijlstormvogel P puffinus ging, maar de koptekening en de donkere ondervleugels maakten dat NvdH de voge l binnen enke le seconden doorgaf als een Pterodromasoort. De overige waarnemers hadden inmiddels de voge ls ook in de kijker gekregen. Dankzij LS, die op de hoogte was van de kenmerke n va n de donsstormvogel Pterodroma feae/madeira/mollis, kon de vogel als zodanig gedetermineerd worden en werden aanvu ll ende kenmerken waargenomen. Wegens de op dat moment heersende lichtomstandigheden konden veel kleedkenmerken (zoa ls contrast op de bovendelen en tekening van de ondervleugel) het best waa rgenomen worden toen de voge l rechts van de waarnemingspost v loog. De voge l vloog op c 350 m afstand para ll el aan de kust en kon ruim een halve minuut gevolgd word en tot hij rechts uit IOu/eh 8irding 77: 7路5. februari 79951

het z icht verdween. De voge l was continu te zien. Tegelijkertijd zaten Gerbe n van den Berg, Klaas Eigenhuis en Dick Groenendijk vanaf het terras van paviljoen v/h Minkema over zee te kijken, ongeveer 200 m ten noorden van de observatiepost. Van d it geze lschap was het KE die de voge l ruim links ontdekte en als Noordse Pijlstormvogel doorgaf. Pas toen de vogel 'rechtvoor' was aangekome n drong het tot deze waa rnemers door dat deze determinatie prematuur was. Voor hen waren de donkere o ndervleuge ls en de uitbundige keilvlucht de belangrijkste indicatie dat zij met een andere soort te maken hadden. Ze konden ec hter nauwelijks meer details ondersc heiden omdat de voge l inmiddels voor hen achter ee n muurtje va n het terras uit het zicht verdwenen was. KE en DG gingen direct daarop het paviljoen binnen en kwamen, in overl eg met enke le an dere aanwez ige vogelaars, tot de conclusi e dat het een Pterodroma-soort zou kunnen betreffen. Vervolgens gin g KE naar zijn auto om wat literatuu r te raadplegen; die ondersteunde zijn vermoeden. Inmiddels waren de vier waarnemers van de eerste groep in ee n staat va n li chte euforie naar het pavi lj oen gegaan om te informere n of daa r misschien iemand .... ? Daar aangekomen ontmoetten ze KE en werd het duidelijk dat deze zeer uitzonderlijke waarneming door twee onafhankelijke groepen waarnemers gedaan was .

Beschrijving De nu volgende besc hrijvin g is gebaseerd op de aantekeningen va n NvdH en LS, die het meest vo lledig waren, aangevu ld met aanteken ingen van de andere waarnemers. GROOTIE & BOUW Voge l niet in directe nabijheid van

andere voge ls gezien maar vo lgens all e waarnemers zeker zo groot als Noordse Pijlstormvogel, en vo lgens meesten groter. Spanwijdte die van Noordse Pij lstormvogel overtreffend en die van Grauwe Pijlstormvogel benaderend. Lichaam compact en gestroom lijnd met relatief dikke kop, korte nek en lange, versma llende en afgeronde staart. Afstand v leugelachterrand-staartpunt


D onsstorm vogel te Ca mperduin in oktober 7992 groter dan vleugelbas isb reedte; deze op zijn be urt ongeveer gelij k aan afsta nd kop-voorvleugelrand. V leugels relati ef lang en smal. Voor- en ac hterrand va n armvleugels evenw ijd ig aan elkaar. Hand vleugel du idelijke achterwaarts geri chte kn ik ve rto nend (verge lijkbaar met handvleugel va n Grauwe Pij lstorm voge l bij zwaar weer). Ac hte rrand va n hand v leugel geprononcee rde krommin g ve rtonend en voo rrand recht lope nd, waa rdoor v leugelpunt sc hijnbaa r li cht naar vo ren bui gend . V leugels in min of meer horizo ntaa l v lak gehouden. KOP & H A LS Krui n, achte rhoofd en ac hterh als donkergrij s. Voo rhoofd vee l lichte r, waa rschijnlijk w it. D uideli j k donker masker; vrij brede, langwerpige donkere/zwarte band op zij kop, va n iets voor tot ruim achter pl aats va n oog. Masker duidelij k donkerder dan bovenkop. Teugel, kin en keel w it. Donke rgrij ze nek v ia z ijhals uitlopen d tot korte aa nzet va n borstba nd, in ze lfde kleur donke rgrij s, niet doorlopend tot ove r borst. BOVENZIJ DE Aa nva nkelijk gehele bovenzi jde donker lij ke nd. Bij verbeterde waa rn emingsomstandigheden, toen voge l rec hts v loog, echter d uidelijk co ntrast z ic htbaa r tu ssen zeer donke re bovenv leugels en overi ge, lichte re, boven delen. Ma ntel, ru g, stui t en bovenstaart grij s; ook meest naa r lichaam gelegen 'kleinere' bovenvleugeldekveren iets lichter dan bovenvleugels. Vo lgens alle waa rn emers nauwe lij ks co ntrast tu sse n rug, stui t en bove nstaart. Bovenv leugels zeer donker tot zwa rt, maar niet gehee l egaal, hoewe l geen duidelijke tekening z ichtbaa r. Wel buitenste handpennen donkerste gedeelte va n bovenvleugels vo rm end, vo lgens so mmi ge waa rn emers herinn erend aa n W-patroon als bij juveniele Dri eteenmeeuw. ONDERZIJ DE Borst, buik, fla nken en onderstaartdekve ren w it. A ll een op z ijh als ko rte aanzet tot borstband zichtbaar. O ndervleugel in eerste in sta ntie geheel do nker lijkend, en sterk co ntrasterend met ove ri ge, w itte, onderdelen; bij nadere bestudering, echter, donkerdere V-tekenin g (cf bovenv leugel juve niele D rieteenmeeuw) z ichtbaar, va n vleugelpu nt, via po ls, tot achterrand vleugel basis lopend . Li chter gedeelte zichtbaar ove r midden va n vleugel en op v leugel boeg, we lke li cht contrasterend met ove ri ge donke rdere te kening. NAAKTE DEL EN Snavel zwart/donker (s lechts twee kee r zic htbaa r tegen achtergrond va n w itte sc hu imve lden). Poten niet z ichtbaa r. VLIEGWIjZE Spectaculai re keil v lucht, waarb ij vleugels stij f va n lichaam af gehouden. Vo lgens één waa rnemer enkele snelle v leugelslagen te z ien (in keild al) maa r v leugels voor ove rgrote deel va n tijd onbeweeglijk. Ke il v lucht voo ral gekenmerkt door grote hoogte va n ke ilboge n, waa rdoo r herh aa lde lijk boven ho ri zo n tegen lucht waa rgenomen. Vlu cht onstuimi g en snel, voge l snel hoogte w innend en dalend ; snelheid waa rmee voge l passe rend niet bui tenspori g hoog. V lucht tevens soepe l, sc hijn baa r moeiteloos, zo nder abru pte ri chtin gs- of snelheid sve randeringen. Tijdens grootste deel va n ke ilboog bovenz ijde va n voge l zichtbaar; all een in ke ild alen onderzij de waargenomen.

Herkenning De smalle, lange vl euge ls en de typi sche keil-

2

vlucht wezen meteen op een storm voge l Proce llariid ae. In eerste in stanti e w erd Noord se Pijl sto rmvogel uitgesloten door de do nkere o ndervleuge ls, de langer lijkende vleuge ls en de hoge re keilboge n. Noord se Pijl sto rm vogel heeft bove ndien, in tegenstelling tot donssto rm vogel, lichte ondervl euge ls en egaal do nkere (zwa rte) bove nvleugels, ru g en bovenstaart. Vale Pijl storm voge l P yelkouan heeft ook ega le bovendelen (i nclu sief de bovenko p), een donkere o nderstaa rt en overwegend lic hte o ndervleugels. Grauwe Pijl storm voge l kwam doo r z ijn egaa l donkere buik ni et in aa nmerkin g. Jagers hebben opva ll ende lichte pl ekken op de bases va n de hand pennen op zowe l de boven- als o ndervleuge l we lke bij don ssto rm vogel afwezi g zijn . Bovendien hebben j agers do nkere of gestreepte o nder- en bovenstaa rtd ekveren (w itte o nderstaart en grij ze bovenstaart bij do nsstormvogel). Hoewe l er elders in de wereld diverse stormvoge ls zijn die een bepaa lde ge lijkeni s verto nen met donsstormvogel, ko mt in Europa va n de gew o ne soorten all een Noo rdse Storm vogel in aa nmerk ing voor mogelijke ve rwa rrin g. Deze kon echter behal ve door het bove nstaa nde worden uitges loten door het grotere form aat en het o ntbreken van de combin ati e van zeer donkere bovenvleugels en w itte buik (een li chte Noo rdse Sto rmvoge l heeft li chte bovenvleugels met opvallende lichte bases van handpennen en een witte buik, een donkere heeft do nkere bovenvleuge ls met een do nkere buik). Bove ndien heeft Noord se Stormvogel een ega le w itte of roo kgrij ze kop. Tussenvorm en va n Noordse Stormvogel kunn en een li chte bui k, donkere ondervleuge ls èn een twee-kl euri ge kop hebben, maar hebben altijd de opva llende lichte bases van de handpennen. Bove ndien verto nen deze tu ssenvormen geen contrast tu ssen de li chte bovenstaa rt en do nkere bove nvleugels en vertonen niet de tekening op de o nder- en bovenvleuge l als bij don sstormvogel. Van de stormvoge ls di e in het Noordatlanti sche gebi ed zouden kunn en voorko men noemt Enti cott (199 1) Sc hl egels Sto rm voge l Pincerta, W itkopstormvoge l P lessoni, Arminj o ns Sto rm vogel P arminjoniani en Bruine Sto rm voge l Proce llaria cinerea als moge lijk met donsstormvogel te verwarren soorte n. Zow el Sc hl egels Sto rmvogel als Bruin e Sto rm voge l zijn duidelijk groter dan donsstorm vogel en hebben egaa l gekl eurde bovendelen. Bruin e Sto rm vogel heeft een grij ze o nderstaa rt en Schl ege ls Storm voge l een zeer donkere onderstaa rt. Overi ge ns heeft


Donsstormvoge/ te Camperduin in oktober 1992 Schlegels Stormvogel meestal een geheel donkere kop en boven borst. Witkopstormvogel heeft evenals donsstormvogel een lichte onderstaart en bovendien een op donsstormvogel gelijkende boven- en ondervleugeltekening. Duidelijke verschillen zijn echter de geheel witte bovenstaart en de opvallend witte kop met zwarte oogvlek. Arminjons Stormvogel heeft in vergelijking met donsstormvogel donkerdere bovendelen, geen oogmasker, een vrij donkere onderstaart (kan echter lichter overkomen), een borstband die varieert in duidelijkheid en opvallende witte plekken aan de bases van de handpennen op de ondervleugel. De taxonomische positie van de donsstormvogel-groep is recent behandeld door Bourne (1983a), Imber (1985) en Zino & Zino (1986). Deze auteurs onderscheiden Gon-gon P feae (Salvadori 1899), Freira P madeira en Donsstormvogel P mol/is als drie nauw verwante, maar aparte soorten. De Donsstormvogel onderscheidt zich van de andere twee door de aanwezigheid van een, al dan niet aaneengesloten, borstband (Harrison 1983, Zino & Zino 1986, Madge 1990, Enticott 1991). Gezien de variatie in duidelijkheid van de borstband is de waarde van dit kenmerk echter nog niet duidelijk (cf Zonfrillo 1994). De Gon-gon is de grootste en de Freira de kleinste van de drie soorten waarbij geen overlap bestaat in vleugel lengte en gewicht. De Freira benadert de vleugel lengte (= handvleugellengte) van de Noordse Pijlstormvogel terwijl de Gon-gon een vleugel lengte heeft die gemiddeld 25 mm (max 50 mm) langer is dan die van Noordse Pijlstormvogel Uouanin et al 1969, Zino & Zino 1986). Voor de vleugelspanwijdte kan dit al snel een verschil geven tussen Gon-gon en Freira van c 10 cm. Er is ook een relatief groot verschil in snavel lengte- en hoogte tussen de twee soorten, waarbij Gon-gon de zwaarste snavel heeft. Kleine individuele verschillen in bovenstaarttekening en kleur, vleugeltekening, flanktekening en koppatroon tussen Gon-gon en Freira blijken niet bruikbaar voor determinatie in het veld (Enticott 1991, Zino & Zino 1986). Het ontbreken van een borstband bij de door ons waargenomen vogel wijst mogelijk op Gongon of Freira. Voor zover bekend stemt dit overeen met de andere in Europa waargenomen donsstormvogels. Hoewel de grootte natuurlijk in het veld uiterst moeilijk valt te schatten, vermeldden bijna alle waarnemers een iets grotere spanwijdte dan bij Noordse Pijlstormvogel. Dit wordt ook vermeld bij de beschrijving van een Ierse waarneming uit 1991 (McGeehan 1991). De

grootte wijst derhalve niet op de kleine Freira. Daar de populatie van de Freira bovendien bijzonder klein is en waarnemingen op enige afstand van Madeira nog bewezen moeten worden kan deze soort ons inziens redelijkerwijze uitgesloten worden geacht. Verspreiding en voorkomen Gon-Gon en Freira zijn de enige 'gadfly-petrels' die in het Westpalearctische gebied broeden. Voor foto's en besprekingen van de diverse (onder)soorten zij verwezen naar Harrison (1987), Jepson & Zonfrillo (1988), Carter (1989), Fisher (1989), Enticott (1991) .en McAdams et al (1994). De populatie van de op Madeira broedende Freira bestaat naar schatting uit slechts acht paar (Zonfrillo 1994) en wordt bedreigd door mensen, ratten en verwilderde katten (Zino 1991, 1992). Op de Kaapverdische Eilanden broedt de Gongon. Deze populatie is de grootste van de noordelijke populaties maar bestaat uit toch niet meer dan vermoedelijk enkele 100en paren (Bourne 1955, Hazevoet 1991 , Zonfrillo 1994, Hazevoet in press). Het vlakbij Madeira gelegen eiland Bugio dat tot de Desertas behoort, herbergt een populatie van Gon-gon die door Mathews (1934) om onduidelijke redenen als een aparte ondersoort P f deserta werd benoemd. Er lijkt echter geen reden te zijn om deze ondersoort te handhaven (cf Jouanin et al 1969). Recent zijn op de Azoren ringvangsten bekend geworden van vogels met broedvlek met kenmerken van de Gon-Gon (Bibby & del Nevo 1991). De Donsstormvogel , die nog nimmer in het Westpalearctische gebied is vastgesteld, heeft een veel groter verspreidingsgebied en is ook getalsmatig veel sterker vertegenwoordigd dan zijn noordelijke verwanten, al zijn de broedkolonies tot slechts enkele eilanden beperkt. In de zuidelijke Atlantische Oceaan, op de eilanden Tristan da Cunha en Gough, broedt P m mo/lis. In de zuidelijke Indische Oceaan, op de eilanden van de Prince Edward-groep (waartoe Marion behoort) en op Crozeteiland, broedt P m fusca (cf Imber 1985, voorheen P m dubia naar Clancey et al 1981). Deze eilanden liggen ten zuidoosten van Kaap de Goede Hoop, waar de Donsstormvogel 's winters de meest algemene 'gadfly-petrel ' is (Sinclair 1984). Recent is bekend geworden dat P m dubia ook een broedplaats heeft op Antipodeneiland, ten oosten van Nieuw-Zeeland (Warham & Bell 1979) zodat de Donsstormvogel ook in de Pacifische Oceaan vertegenwoordigd is .

3


Donsstormvogel te Camperdu in in oktober 7992 Het beschreven geva l te Camperduin betreft het eerste van de donssto rm voge l voor Nederland. De voge l is door de CDNA aanvaard als donsstormvoge l P feae/madeira/mol/is (Wiega nt et al 1994). A ls dwaalgast b innen het Westpalearctisch e gebied was de Gon-gon lange tijd all een bekend van ee n vond st in febru ari 1963 aan de westoever van de Dode Zee in IsraĂŤ l (Cramp & Simmons 1977, Bourne 198 3b), ongeveer 5000 km ooste lijk va n de dichtstbijzijnde broedplaats! Van een vee l meer voo r de hand liggende lokatie als de Portugese kustwateren (240 km ten westen van Li ssabon) kwamen pas recent de eerste aan vaa rd e waarn emingen binnen: 22 en 23 augustus 1992 (Dutch Birding 14 : 230, 1992; cf A iro 4: 29, 199 3). Zowe l in Groot-Brittann iĂŤ (vi jf waarnemingen in 1989) als in Ierl and (drie w aa rnemingen in 1992) worden va naf 1988 jaa rlijk s donsstormvoge ls door kustwaa rn emers gemeld . De meeste waarn em ingen worden gedaan aa n de En ge lse z uidwestkust en in Ierland en komen uit augustus en de eerste helft va n september. Er z ijn ook enke le meldingen van de Britse Noordzeekust. Een bijna volledig overz icht geeft Bourne (1992). Diens opsommin g is echter en igsz ins geflatteerd : niet all e waarnemingen werden bij de ze ldzaam hedencommi ssies in ged iend en er z ijn ook reeds drie afw ijzi ngen door de British Birds Rarities Committee (BBRC) (M ike Rogers in I itt) . Het aa ntal publ ikaties ove r deze waarnemingen is tot op heden gerin g (tot nu toe allee n McGeehan 1991). Er moet rekening mee gehouden worden dat de soort ' in de mode' is en mogelijk te sne l gecla imd wordt. Dit neemt niet weg dat er ee n duidelijke ontwikkeling gaande is, zowe l wat het aa ntal meldingen betreft als ook de trefzekerheid waa rm ee de soort gedetermineerd word t. Zo werd de eerste Ierse waa rn eming (5 september 1974) door de Ierse ze ldzaam hedencommissie aanvaa rd als Pterodroma spec ies. Het eerst aa nvaarde Britse geva l (gereg istreerd als 'soft-plum aged petrel superspecies') betreft vermoede l ijk steeds de zelfd e voge l di e op drie ac htereenvolgende data (12-14 augustus 1989) in Cornwa ll door vele waarnemers werd gezien (Rogers et al 1992). Verd er z ijn thans de vo lgende waarnem ingen aanvaard: aid Head of Kin sa le, Cork, Ierl and , 14 augustus 1989, aanvaard als Pterodroma spec ies (Rogers et al 1993); Cape Clear, Cork, Ierl and , 26 augustus 1990 (Rogers et al 1993); St John's Point, Down, Ierl and , 20 augustus 1990 (M cGeehan 199 1, Rogers et al 1993). Interessant is dat een soortgel ijke o ntw ikkeling van een toenemend

4

aantal waarnem in gen gaa nde is in de di epere Go lfstroomwateren aan de oostkust van de Veren igde Staten (Lee 1988, LeG rand 199 1, Anonymus 1992, Tove 1994, Han ey et al in press; Dutch Bird ing 16 : 157, 1994). Deze waarnem ingen hebben waarschijnlijk betrekk ing op Gongon (Tove 1994). Dankwoord De vo lgende personen danken w ij voor het verstrekken va n informatie en kritisch e kanttekeningen: Arnoud van den Berg, Bi ll Bourne, Ned Brinkl ey, Steve Ga ntl ett, Di ck Groenendijk, Kees Hazevoet, Andrew Lassey, Dirk Moerbeek, Colm Moore, Killi an Mull arn ey, Mike Rogers, Kees Rose laa r, George Sangster en Chr is Winter. Summary SOFT-PLUMAGED

PETREL

AT

CAMPERDUIN

IN

OCTOBER

1992 On 24 October 1992, a soft-plumaged petrel Pterodroma feae/madeira/mol/is superspec ies was observed for sli ghtl y more than half a minute during a seawatch from Camperduin, Noordholland , by two independent parties of b irders. It flew to the north at a distance of c 350 m w ith hi gh sinu oid arcs. The w ind was west, Beaufort 7-8. Th e first impress ion was th at of Manx Shea rwater Puffinus puffinus althoug h it was conside red sli ghtl y larger by most obse rvers. The tail was longer than th e base of the w in g w hi ch was about as long as head and neck together. Th e w in gs we re carri ed stiff in th e fronta l p lane and bent backwards at th e ca rpa l joint. Th e follow ing plu mage detail s we re noticed: crow n and nape dark-grey, forehead whit ish; blackish mask around eye; lore, chin and throat w hite; side of neck and si de of breast dark-grey creating beg innin g of breast-band ; manti e, scapulars, back, rump and upperta il grey, contrasting w ith dark upperw ings (thi s co ntrast was not evident w hen th e b ird was approaching); outer primaries darkest part of upperw ings; no trace of li ght prim ary-bases; chest, flank, bel ly, ve nt an d undertai l-cove rts w hite, thu s co ntrastin g markedly w ith generall y darkish underwings; some obse rvers noted vague W-pattern on upperwing (Ii ke in ju venil e Kitti wake Rissa tridactyla); dark bil l on ly vis ible aga in st foam-crested waves. Gon-go n P feae, Freira P madeira and Soft-plum aged Petrel P mol/is are rega rded as three di stin ct species. Freira, being very red uced in numbers, is probably restri cted to Madeira and adj acent coastal wate rs. Gongon has a mu ch w ider distribution, breeding in the Cape Ve rd es and on Bugio (Dese rtas) and being recorded in th e Azores and Israe l and probably at eastern coast of the Un ited States. The absence of a breast-band poss ibly elimin ates Soft-plumaged Petrel but there is a large amount of va ri ation in prominence of the breastband in Soft-plumaged Petrel. This species is mi gratory and numerous but might not cross the equato r. Thi s record was accepted as th e first soft-p lumaged petrel for th e Netherlands. Th ere have been only two


Donsstormvogel te Camperduin in oktober 1992 accepted reco rd s in Great Britain and Ireland of Pterodroma and three of soft-plumaged petre l. Two birds offsho re from Portuga l conce rned also the latter. Howeve r, in Great Britain and Ireland, reports have been annua l since 1988 of w hi c h many are pending acceptance by the British Birds Rar iti es Comm ittee. This strikin g increase in observations is also shown for the eastern coast of the Un ited States.

Verwijzingen A no nymu s 1992. A Soft-plum aged Petrel in the USA. Birding World 5: 204. Bibby, C J & del Nevo, A J 1991. A first record of Pterodroma feae from the Azo res. Bull Br O rnith o l Club 111: 183 -1 86. Bourne, W R P 1955. The birds of th e Cape Verde Islands. Ibi s 97: 508-556. Bourne, W R P 1983a. The Soft-plumaged Petrel, the Gon-gon and the Freira, Pterodroma mol/is, P. feae and P. madeira. Bull Br O rnitho l Club 103 : 52-58. Bourne, W R P 1983b. A Gon-gon Pterodroma (mo l/is) feae in Israe l. Bull Br O rni thol Club 103: 110. Bourne, W R P 1992. Debatable British and Iri sh seab ird s. Birding World 5 : 382-390. Ca rter, M 1989. Identi ficatio n of Soft-plumaged Petreis. Birdin g World 2 : 405. Clancey, PA, Brooke, R K & Sin cla ir, J C 1981 . Variation in the current nom inate subspec ies of Pterodroma mol/is (Go uld) (Aves: Procellariidae). Durban Mus Novit 12: 203 -213. Cra mp, S & Simmons, K E L 1977. Th e birds of the Western Palearctic 1. Oxford. Enticott, J W 199 1. Identifi cation of Soft-plumaged Petrel. Br Birds 84 : 245 -264 . Fi sher, D 1989 . Pterodroma petreis in Madeira. Birding World 2 : 283-287 . Haney, J C, Faanes, C A & Bourne, W R P. 1993 . A n obse rvation of Fea's Petrel, Pterodroma feae (Proce llariiformes: Procellariidae), off the so utheastern U nited States, w ith comments on the taxonomy and conse rvatio n of Soft-plumaged and rel ated petreis in the At lantic Ocean. Brimleyana 18. Harri son, P 1983. Seabirds: an identification guid e. Beckenh am. Harrison, P 1987. Seabirds of the world: a photograph ic guide. Londen. Hazevoet, C J 199 1. Zeevoge lbesc herm in g in de Kaapverd ische Eil anden. Su la 5 : 81-9 1.

Hazevoet, C J in press. Th e birds of the Cape Verde Islands. BOU check- li st. Londen. Imber, M J 1985 . O ri gin s, phylogeny and taxonomy of the gadfly petreis Pterodroma spp. Ibis 127: 197229 . Jepson, P R & Zonfrill o, B 1988. Bird notes from Mad eira, summer 1986 . Bocagiana 117: 1-10. Jouanin, C, Roux, F & Zi no, A. 1969. Visites aux li eux de nidification de Pterodroma mol/is "deserta". Oiseau 39: 161-1 75. Lee, D S 1984. Petreis and storm-petrels in North Ca rolin a's offs ho re waters : including spec ies previously unrecorded for Norh Amer ica. Am Birds 38: 151163. LeG ra nd, H E 1991. S. Atlantic coast region. Am Birds 45: 433. Madge, S 1990 . Soft-p lumaged petre is at sea. Birding World 3: 138-139. Mathews, G M 1934. Comm unication upon the Softplumaged Petrel, Pterodroma mol/is, and its subspec ies . Bull Br Ornithol Club 54: 178-179. McAdams, D, McGeeha n, A & Mullarney, K 1994. Enigma var iations. Birdwatch 3 (26): 42-45. McGeehan, A 199 1. Soft-plumaged Petrel in Co. Down. Irish Birding News 2: 9-13. Rogers, M J & Rarities Committee 1992 . Report on rare birds in Great Britain in 1991. Br Birds 85: 507-554. Rogers, M J & Rarities Comm ittee 1993 . Report on rare birds in Great Britain in 1992. Br Birds 86: 447-540. Salvadori, T 1899 . Co llez io ni o rnito log iche fatte nell e iso le del Capo Verde da Leonardo Fea. Ann Mus Civ St Nat (Ge nova) (2)20: 283 -312. Sinclair, I 1984. Field gu id e to the birds of Southern Afri ca . Kaapstad. Tove, M 1994. Pterodroma identification. Birding World 7: 286 -287 . Warham, J & Bell, B D 1979. Th e birds of the Antipodes Islands, New Zea land. Notornis 26 : 126-1 69. Wiegant, W M, Steinhaus, G H & CDNA 1994. Rare birds in th e Netherlands in 1992 . Dutch Birding 16: 133-147. Z in o, PA & Z in o, F 1986. Contribution to the stud y of petre is of the genus Pterodroma in the arc hipelago of Madeira. Bol Mus M un Funchal 38 (180) : 141-1 65. Zino, F 1991. The Made ira Freira Conservatio n Project. Worl d Birdwatc h 13 (2): 8-9. Z in o, F 1992. Cat amongst Freiras. O ryx 26: 174 . Zo nfrill o, B 1994. The soft-p lum aged petrel group. Birding Wo rld 7: 71-72.

Leo Stegeman, Melis Stokelaan 173, 1813 DE A lkmaar; Klaas j Eigenhuis, Seringenstraat 6, 1431 Bj Aa lsmeer; Nick F van der Ham, Luttik Oudorp 46, 18 11 MX A lkmaar; Sander Lagerveld, judith Leysterstraat 73, 1816 jV A lkmaar;

Nederland Nederland Nederland Nederland

5


'Grey-and-white' Yellow Wagtails in western Europe Ra체l Aymf

T

he Ye ll ow Wagtail Motacilla {lava is a polytypic species that ex hibits a great var iety of plumages (Gra nt & Mackworth-Praed 1952, Cramp 1988). Extremely pale indi v idu als showing a 'grey-and-white' appearance are common in eastern subspecies such as M {beema, M { taivana or M {s imillima (Svensson 1977, 1992, Shirih ai & Gell ert 1986). They have also been recorded for some western subspec ies, such as M { {lava and M { thunbergi (Persson 1984, J채nn es & Lammin-Soi la 1989), althou gh there is no detailed information ava il ab le on the characteri stics of these birds or the frequency of th ei r occurrence. During the autumn s of 1992 and 1993, more th an 5000 Yellow Wagtails were trapped at the Ebro Delta, no rth-eastern Spain. Th e subspecies identifi ed were M { {lava, M { flavissima , M f thunbergi, M f cinereocapilla and M { iberiae. After rin ging and taking routine measurements, the coloration of th e plumage of each bird was record ed. This paper describes the main characteristics of 'grey-and-w hite' Yellow Wagtails and provides data o n th eir occurrence. General description In thi s stud y, 'grey-and-white' Yellow Wagtails were considered to be those individuals without any gree ni sh tinge on the upperparts and lack in g yellow ish tones on the underparts. These birds were mainly first-winter indi vidua ls, and most of them may be fema les accord ing to Svensson's (1992) cr iteri a. Howeve r, the possibility that some first-winter males maya lso have had this 'grey-and-wh ite' plumage could not be rejected judging by the w ing lengths over 81 mm (one of 85 mm). Furthermore, the capture of some birds be ing 'grey-and-white' except for a few isolated bright yell ow fea th ers amo ngst the w hiti sh body feathers and wing-coverts seems to support this assumpti on. A few adu lt females we re 'grey-and-white' but the frequency was lower, being wa rm er and yellower than pale first-year bi rd s. The 'grey-and-white' Yellow Wagtails were not

6

actuall y grey on all of the upperpa rts, and pure grey was usually restri cted to the rump and uppertail-cove rts. Crown, nape, manti e, scap ulars and back were usually uniforml y brownish. Th erefore, th e upperparts of most 'grey-andw hite' Yellow Wagtails were typ ica ll y bicoloured, showing a marked contrast between the grey rump and the remai ning brownish upperparts. Howeve r, some indiv idu als we re uniforml y brown-buff above, lack ing any grey (p late 1); th ese co nstituted two o ut of 48 birds checked (cf tab le 2). There we re no marked differences in the coloration of the w in g-cove rts between typical and 'grey-a nd-w hite' Yellow Wagtails, and the ge neral appea rance of the wing depe nded on the number of moulted greater and median cove rts. In our sampl e, the partial post-juvenile moult usually inc/uded all the lesser and med ian coverts and no ne to three (o n ave rage one) greater cove rts. Th e medi an wi ng-cove rts usuall y appeared brow nish wi th out a green tinge, simil ar to the co lour of the back. Also the pale tips to moul ted med ian and greater cove rts did not have ye ll owish or buff tones and tended to be 51 ightly duller than in more typ ica l indiv idu als. The underparts were compl etely w hite, cream or buffish. In some birds, the chin , neck and upperbreast showed a much mo re buffish tinge, con trasti ng w ith th e w hite belly, ve nt and undertai I-cove rts. Th e head pattern was the most vari ab ie feature (tab ie 2). O n th e basis of th e prominence of the superc ilium, at least three groups of birds co uld be distinguished, with the superc ilium eith er distinct, medium o r short, o r totally absent. The co loration of the ear-coverts was eq uall y var iab le, espec iall y in comparison with the crown, ranging from rath er uniformly dark to exte nsive ly pale. O n the ear-coverts, there were very often pale spots or stripes, not uncommo nl y ju st below the eye. Th ere was usually a distinct dark loral stripe but sometimes it was short and less distinct (cf plate 2). The upper mandibl e was blackish, w hil e th e lDuteh Birding 17: 6-10, lebruari 1995)


'Grey-and-white' Yel/ow Wagta ils in western Europe

1 Ye ll ow Wagta il Motacilla flava, first-w inter female w ith uniforml y co loured upperparts, Ebro Delta, Spain, 5 September 199 1 (Cabriel Carga llo). Note co nspi cuous w hi tish tips to unm oulted greater coverts 2 Ye ll ow Wagta il Motacilla flava, first-w inter fe male poss ib ly belongin g to subspecies M f flavissima, Ebro Delta, Spain, 12 Septembe r 1992 (Ra端 l AymO. Note distinct supe rc ilium and extremely pa le ear-CQverts and lores, upperparts w ith sa nd y tones and underpa rts w ith creamy suffusion 3 Yell ow Wagtail Motacilla flava, first-w inte r fe male with no trace of supe rci lium, Ebro Delta, Spa in, 18 September 1992 (Ra端 l Aymf). Note bico loured uppe rpa rts w ith browni sh crown, nape, scapul ars and back and grey ru mp and uppertail-coverts 4 Ye ll ow Wagta il Motacilla flava, first-w inter femaIe resembling subspec ies M f flava, Ebro Delta, Spain, 5 September 1991 (Cabriel Ca rga llo). Note di stinct superc ilium and re lati ve ly pale ear-coverts

lowe r mand ible was us ually pa ler grey o r sometim es pi nk ish nea r th e base, although in some ind ividuals it was almost uniforml y black.

Occurrence of 'grey-and-white' Yellow Wagtails In a samp le of 58 16 Ye llow Wagta il s, th ere were 59 'grey-a nd-w hite' ind ividuals, a freq uency of c 1% . There was no significant d ifference between yea rs, w ith 24 such individu als rin ged in 1992 out of a tota l of 2433 birds trapped and 35 in 1993 out of 3383 (X' = 0.033, df=l , p=0 .856) . It

is interestin g to note th at although 35 1 indi viduais out of 2073 (17%) birds exa mined in detail had no green o n upperside (tabi e 1), most individu als still had remains of yellow o n th e underta il-coverts, and onl y 1% of a sample of 1572 had wh ite or cream undertail-coverts (tabi e 1). There may be a certain degree of geographi ca l va ri ati o n in th e occ urrence of 'grey-and-white' ind iv iduals. In Sweden, Persson (1984) reported onl y 0. 1% in a sa mple of 20000-40000 individuais. However, thi s frequency increased in th e

7


'Crey-and-white ' Yel/ow Wagtai /s in western furore

5 Ye ll ow Wagta il Matacil/a fla va, first-w inter fema le, Ebra Delta, Spa in, 15 September 1993 (Ra端 / Aymf). Note short, narrow superc ilium and ear-CQverts cl ea rl y darker than crow n. Upperparts typ ica ll y bicoloured brown and grey 6 Ye ll ow Wagta il Mataei l/a f/ava, 'grey-and-w hite' first-w inter (lelt) and Citrine Wagta il M eitrea /a, first-w in ter, Ebro Delta, Spain, 7 September 199 1 (Ra端 / Aymf). Note rather simil ar co loration in upperparts except t ips of greater coverts 7 Citrine Wagtai l Mataei l/a eitrea/a, fi rst-winter, Ebro Delta, Spa in, 5 September 199 1 (Ga brie / Garga l/a). Note marked contrast between dark upperparts and pure w hite underparts 8 Ye ll ow Wagta il M ataeil/a flava, first-winter, Ebro De lta, Spa in, 1 October 1993 (Ra端/ Aymf). Note co nsp icuo us w hite tips to unmou lted greater and medi an coverts produc in g double w in g-bar reca llin g Citri ne Wagta il M eitrea /a

samp les of birds trapped in late autumn and also va ri es among yea rs (C hri ster Persson in litt).

'Grey-and-white' Yellow Wagtail and first-winter Citrine Wagtail Citrin e Wagta il M citreo/a has recentl y ex panded its ran ge westwards (Wil son 1979, 1984) wh ich has also led to an increase in th e number of reco rds in western Europe (cf Lewin gton et al 1991 ). At th e Ebro Delta, for exa mple, thi s spec ies has occurred annu al/ y since 1990, sharing

8

commun al roosts w ith Ye l/ ow Wagtai ls. Severa l papers dea l w ith the identifi cation of Ye l/ ow and Citrine Wagta il s in first-w inter plumage (eg, Svensso n 1977, Harris et al 1989, J辰nnes & Lammin-Soila 1989, Ba rth el 1990, Lew ington et al 1991). When handli ng wagtai ls in large numbers, it is impo rtant to bea r in mind that there is a certai n amount of va ri ab ility in bath spec ies whic h can make identification difficult. As for the plumage in ge neral, C itrine usu al/ y has greye r, darker upperparts th an Ye l/ ow, w ith


'Grey-and-white' Yel/ow Wagtails in western Europe pure white underparts, producing a marked contrast. However, some Citrines do not have the upperparts as dark as usual and approach Yellow's tones more closely (plate 6). One of the main variations is in the head pattern. J채nnes & Lammin-Soila (1989) show three different head patterns for Citrine, with variations in the dark margin above the supercilium and in the pattern of the ear-coverts. In Yellow, some individuals can lack the dark loral stripe, and have very pale ear-coverts (plate 2). In Yellow, the crown, nape and mantie are normally browner than in Citrine but this is not so for the rump and uppertail-coverts, which can be pure grey as in Citrine (plate 3). Moreover, the undertail-coverts can, sometimes, be completely white, as described above, so this is not a completely reliable character for separating the two species. The broad white wing-bars of Citrine usually are a good identification feature. However, in worn plumage, the white tips to the greater coverts may be very narrow. Contrarily, in early autumn, some first-winter Yellows with unmoulted greater and median coverts can have quite broad whitish wing-bars due to the broader whitish tips of the juvenile coverts (plate 8). The aforementioned variations are described in order to prevent the use of unreliable identification characters, especially those related to coloration. In most cases, however, the typical features of each species, especially head pattern, if checked correctly, make the identification fairIy straightforward.

Discussion 'Grey-and-white' Yellow Wagtails can be considered an extreme variation in coloration within the species. The consistent presence of such individuals both throughout the migration period and from one year to another, seems to indicate th at these birds exemplify one extreme of the species' normal variabi I ity, rather than 'aberrations' (Persson 1984). A certain amount of variability has been found in these 'grey-and-white' birds. The main differences are in the colour of the upperparts, with a clear gradation from pale brown individuals to greyer ones. Furthermore, there can be marked differences in head pattern, especially in the extent and coloration of supercilium, ear-coverts, lore and crown. At least three groups can be recognized: 7 birds with a long, distinct pure white supercilium and with brownish-grey upperparts; 2 birds with a distinct supercilium but with uniform buffish upperparts and, usually,

TABLE 1 Coloration of rump and undertail-coverts in Yellow Wagtails Motacilla (lava trapped during migration at Ebro Delta, north-eastern 5pain Rump (n=2037) green grey greyish-green greenish-yellow

1215 351 258 213

(60%) (17 %) (13 %) (10 %)

Undertail-coverts (n=1572) bright yellow pale yellow white or cream

1336 (85 %) 221 (14%) 15 (1 %)

TABLE 2 Characteristics of 'grey-and-white' Yellow Wagtails Motacilla (lava at Ebro Delta, north-eastern 5pain Age (n=59) first-year adult unknown

55 3

Wing length (maximum chord in mm; cf Svensson 1992) (mean and range, n=50) One extremely large individual with wing length of 85 mm not considered in average 79.31 (75-83) length of p3 (mm; cf Svensson 1992; primaries numbered ascendantly) (mean and range, n=50) 60.01 (56-64) Supercilium (n=47) none at all vestigial, only in front of or behind eye complete but short, narrow or indistinct distinct

3 2 9 33

Ear-coverts (n=47) indistinctly marked, coloration similar to crown darker than crown but with some pale stripes uniformly coloured, darker than crown

26 14 7

Throat (n=48) white cream ochraceous

23 18

7

Rump (n=48) grey grey-brown buff

42 4 2

Undertail-coverts (n=48) white cream

43 5

9


'Grey-and-w hite' Yel/ow Wagtails in western Europe pa le ear-cove rts, lore and crown; and 3 birds w ithout or w ith on ly a short supercilium, most of them w ith lo re and ear-coverts darker than crown. Desp ite th e enormo us indi vidu al va ri abili ty of th e spec ies, even w ithin well-de limited subspecific ranges (eg, M i lne 1959, Sammali sto 196 1), it is poss ibl e that each group mi ght refe r to diffe rent subspec ies. Detailed loca l studi es are req uired, however, to confirm thi s. It is also possi bie th at thi s va ri ati o n is not determin ed geneti cally but related to food ava il ab ility during moult, espec iall y in th e case of birds fro m late broods (Chri ster Persson in litt). Acknowledgements

Ye ll ow Wagta il rin ging cam paigns carried out at the Ebro D elta were partiall y fin anced by the G ru p Català d' An ell ament and the Parc Natural delta de l' Ebre. M any rin gers helped during the field wo rk, and I espec iall y th ank l aan Castany, O ri o l Clarabuc h, Gabri el Garga llo, Agustf GasuIIa, j aume j aume and Xavier jiménez. I am also most grateful to And y Elliott and Isabel M artfn ez w ho, besides the fi eld assistance, rev iew ed and notabl y improved an ea rl y draft. Finall y, I am indebted to Per A iström and Chri ster Persso n fo r ve ry useful comments and suggestions. Samenvatting 'GRIJSWITTE' GELE KWIKSTAARTEN IN WESTEUROPA De Gele Kw ikstaa rt Motacilla flava vertoo nt zoa ls bekend ee n grote var iatie aa n verenkl eden. Bovend ien komen er zeer lichte 'grij switte' indi vidu en voo r. Deze zi jn algemeen bi nnen de oostelijke o ndersoo rten maar zijn oo k vastgesteld in de pop ul aties va n westelijke o ndersoo rten zoa ls M f flava en M f thunbergi. In het najaa r va n 1992 en 1993 we rden in de Ebrodelta, Noord oostSpanj e, rui m SOOO Gele Kw ikstaa rten gevangen, gemeten en geringd, en werd de kl eur va n het verenkl eed genotee rd. C 1% va n de ind iv iduen b leek tot d it 'grij sw itte' type te be ho ren. Een besc hrijv in g va n deze voge ls wordt gegeven. Het betreft meesta l eerste-w inter voge ls, en meestal vro uw tj es, maa r waa rsc hijnlijk so ms ook eerste-win ter man netjes en ad ul te vrouwtjes. Bin nen deze 'grij sw itte' voge ls we rden nog wee r drie groepen o nderscheiden: 1 voge ls met een lange, duidelij ke, zu ive rw itte we nkbra uwstreep en brui ngri jze bovendelen; 2 voge ls met een dui delij ke we nkbrauwstreep maa r met zeemk leuri ge bovendelen en een li chte kruin, teugel en oorstreek; en 3 voge ls zo nder of met slechts een ko rte we nkb rauwstreep; de meeste van deze hebben krui n, te ugel en oorstreek d ui delijk don-

kerder dan voge ls va n de andere twee groepe n . Mogelij k komen deze groepen overeen met versc hill ende ondersoo rte n. D it staat echter (nog) ni et vast en is all ee n door verder o nderzoek in versc hill end e broed pop ul ati es te bepa len. Een andere moge lij khe id is dat het 'grij sw itte' veren kl eed te maken heeft met de voed se lsituatie ti jdens de rui. Tevens wo rd t in het artikel kort in gegaan o p mogelij ke verwarring met Citroe nkw ikstaa rt M citreola. Somm ige Gele Kw ikstaarten, voora l ee rste-winter voge ls met ongeruide j uveni ele grote en m iddelste vleugeldekveren met brede w itte toppen kunnen o pva ll end brede vleugelstrepen verto nen; omgekeerd hebben so mmi ge C itroe nkw ikstaarten doo r sleet small e v leugelstrepen. Determin ati e is ec hter met be hulp va n an dere be langri j ke kenmerken, zoa ls b ij voo rbee ld het koppatroo n, meesta l eend ui d ig.

References Barthel, P H 1990 . Hinwe ise zur Bestimmung der Z itro nenste lze Motacilla citreola. Limi co la 4: 149-1 82 . Cramp, S 1988. The birds of the Western Palearctic S. Oxford. Grant, C H B & Mackworth- Praed, C W 1952 . O n the spec ies and races of the Ye ll ow Wagta il s from Western Europe to W estern North A meri ca. Bull Br M us (Nat Hist) Zoo logy 1: 253 -268. Harri s, A, Tu cke r, L & Vini combe, K 1989 . Th e Macmillan f ield gu ide to bird id entificati o n. Lo ndo n. )änn es, H & Lamm in -Soil a, M 1989 . N uo rten sitruunavästäräkk ien Motacilla citreo la erotta minen " harmaista" keltavästäräkeistä Motacilla flava . Lintumi es 24 : 108- 11 3. Lew ington, I, A iström, P, & Co lston, P 199 1. A fi eld guide to the ra re birds of Britai n and Europe. Londo n. M ilne, B S 1959. Va ri ati o n in a popul ati o n of Ye ll ow Wagtail s. Br Bird s 52: 28 1-295. Persso n, C 1984 . Bestämnin gspro bl em 1 : O m svar igheten att skilj a avv ika nd e gul ärlor fra n citro närl or. Fage lstu d ier 2: 81 -82. Sammali sto, L 196 1. A n interpretatio n of va ri ation in the dark-h eaded fo rm s of the Ye ll ow Wagtail. Br Birds 54 : 54-69. Shirihai, H & Gell ert, M 1987 . Fi eld characters of Sykes's Ye ll ow Wagta il s. Proc 4th Intern Identif Meet Eil at Nov 1986 : 49 -53. Svensso n, L 1977. Prob lemet att sk ilj a un g citro närl a Motacilla citreola fra n and ra ärlea rter. Va r Fage lvä rld 36: 48-52 . Svensso n, L 1992. Ident if icatio n gu ide to Europea n passe rin es. Fourth ed iti o n. Stockho lm . W il son, M 1979. Further range expansion by Citrin e Wagta il. Br Birds 72: 42 -4 3. W il so n, M 1984 . Ra nge expans ion of Citrine Wagtail. Du tc h Bird ing 6: 14.

Raül Aymf, GCA, M useu de Zoologia, Apartat 593, 08080 Barcelona, Spa in

10


Meerdaags verblijf van Vorkstaartmeeuwen in Nederland W (Ted) Hoogendoorn

D

e Vorkstaartmeeuw Larus sabini is in Nederland een schaarse doortrekker, waarvan niet bekend is, ook niet bij benadering, hoeveel exemplaren zijn waargenomen (Hoogendoorn in voorber). Vrijwel alle waarnemingen worden gedaan langs de kust, vooral tijdens of vlak na najaarsstormen vanuit west tot noordwest (Camphuysen & van Dijk 1983). De vogels trekken meestal snel door en slechts in een klein deel van de gevallen is de waarnemingsduur langer dan enkele minuten. Slechts bij hoge uitzondering is sprake van een meerdaags verblijf. Meerdaagse waarnemingen v贸贸r 1990 De drie meest aansprekende en tevens onbetwistbare gevallen van v贸贸r 1990 betreffen een adulte vogel vanaf 7 september 1925 (het eerste goed gedocumenteerde geval van een adult in Nederland) en een juveniele vogel vanaf 9 september 1925, beide tot c 11 september 1925 te Scheveningen, Zuidholland (Tijmstra 1925, Verwey 1926); een juveniele vogel van 13 tot 24 december 1929 te Scheveningen (Haverschmidt 1930, Snouckaert van Schauburg 1930); en een juveniele vogel vanaf 31 oktober tot in de tweede helft van december 1934 te Huizen, Noordholland (van Dobben 1935). De legendarische Haagse vogelaar Gerard J Tijmstra heeft met de documentatie van de beide Scheveningse gevallen van september 1925 geschiedenis geschreven (Tijmstra 1925). Het verbluffende detail van de beschrijvingen maakt hem tot een pionier op het gebied van de schriftelijke documentatie van veldwaarnemingen van zeldzame en schaarse vogels (cf Tinbergen 1946). De Scheveningse vogel van 1929 werd door een pupil van Tijmstra, de inmiddels eveneens legendarische Haagse vogelfotograaf Frans Kooijmans, op 13 december 1929 (Frans Kooijmans pers meded) goed herkenbaar op de gevoe lige plaat vastgelegd, resulterend in de eerste fotografisch gedocumenteerde veldwaarneming van een Vorkstaartmeeuw in Nederland (Haverschmidt 1930); voor die tijd een wapenfeit van de eerste orde (plaat 9). [Outeh 8irding 17: 77 -15, februari 19951

Na de oorlog kwamen er nauwelijks meerdaagse gevallen bij. Zodoende bleef de Vorkstaartmeeuw in Nederland in vergelijking met andere schaarse en ook met zeldzame meeuwen een relatief matig bestudeerde soort. Er zijn dan ook in de landelijke ornithologische literatuur na Tijmstra (1925) geen publikaties volledig of hoofdzakelijk aan de Vorkstaartmeeuw gewijd. Op lokaal niveau is tot 1990 slechts bij uitzondering speciale aandacht aan de soort besteed, zoals bijvoorbeeld door van Egmond (1988). Meerdaagse waarnemingen in september 1990 Tijdens een influx van c 30 Vorkstaartmeeuwen in september 1990 (van der Burg et al 1990) 9 Vorkstaartmeeuw / Sabine's Gull Larus sabini, Scheveningen, Zuidholland, 13 december 1929 (Frans P J KooijmansJ

11


Meerdaags verblijf van Vorkstaartmeeuwen in Nederland werd het stereotiepe patroon van kortstondig voorkomen in ongekende mate doorbroken door een meerdaags verblijf van de soort op drie verschillende plaatsen. Het eerste geval betrof een juveniele vogel aan de Oostvaardersdijk, Flevoland (Dutch Birding 12 : 220, plaat 161,1990; Vlek 1992; plaat 10). Deze vogel werd op 14 september rond het middaguur ter hoogte van kilometerpaal 10.8 in de wegberm aangetroffen door Tim Appleton. Hoe vind je een juveniele Vorkstaartmeeuw die goed gecamoufleerd in de wegberm een dutje doet? Wel, Tim had daar een even simpele als doeltreffende methode voor: ga op zoek naar een ter plaatse gemelde Witoogeend Aythya nyroca, slaag er niet in die op het stukje water waar hij zou moeten zitten te vinden en kijk alvorens weg te rijden voor de zekerheid nog even in de berm enkele meters voor de auto, en ... ??Sabine's Gull! (Tim Appleton pers meded). Aanvankelijk bleef de vogel nogal soezerig maar in de loop van de middag begon hij te foerageren op een smalle, direct aan de vluchtstrook grenzende zone van de berm, die in verband met werkzaamheden gedeeltelijk van vegetatie was ontdaan. Enkele keren vloog hij op om kortstondig op het water te gaan zitten en dronk of baadde dan wat. Tegen de avond vloog hij ter hoogte van kilometerpaal 9.6 enkele 100en meters het Ijsselmeer op en bleef daar rusten. De twee volgende dagen werd de vogel op en langs de Oostvaardersdijk waargenomen, tussen de kilometerpalen 9.0 en 23.0. Hij foerageerde meestal zeer actief in het overgangsgebied van wegberm en vluchtstrook, op muggen en andere kleine insekten. Zo kon op 16 september een pikfrequentie van 73 per minuut genoteerd worden, inclusief vijf korte pauzes van 1-3 sec waarin prooien werden doorgeslikt. In het voorkeursbroedbiotoop, moerassige toendra, vormen insekten één van de belangrijkste voedselbronnen van adulte Vorkstaartmeeuwen (Abraham & Ankney 1984). Forchhammer & Maagaard (1991) namen waar dat 6-12 dagen oude, in familieverband aan de waterlijn verblijvende pulli, in geringe mate op insekten foerageerden. Yésou (1991) zag pulli lopend in de toendra en langs grindoevers op insekten foerageren. Buiten de broedtijd foerageert de soort, die dan normaliter een strikt pelagisch leven leidt, uitsluitend op zoutwaterorganismen (Lambert 1982). Er zijn slechts enkele gedocumenteerde gevallen van in het binnenland foeragerende vogels (Devillers 1964, Vinicombe 1971, Jännes et al 1992). Insektenjacht te voet van juvenielen buiten de broedge12

bieden is nog niet eerder beschreven . Een gedetailleerde beschrijving van het verenkleed van deze vogel (en van de beide volgende) is in verband met het uitstekende fotomateriaal niet nodig, maar enkele structurele kenmerken zijn het vermelden waard. Tijdens het lopend foerageren waren, vergeleken met Kokmeeuw L ridibundus, de korte, enigszins scheef uitstaande poten opvallend, evenals de lange, ter hoogte van de vleugel boeg los van het lichaam gehouden en licht afhangende vleugels. De vlucht ook bij weinig of geen wind - was krachtig en direct en de vleugels vertoonden een duidelijke neerwaartse knik in het polsgewricht, zodanig dat de vleugel punten ver onder het horizontale vlak doorsloegen (cf DuMont 1976). De vogel lag hoog op het water, herinnerend aan Dwergmeeuw L minutus. Veel vogelaars die tot dan toe niet meer dan één of enkele Vorkstaartmeeuwen kortstondig en op grote afstand hadden gezien (of zelfs geen enkele), kregen door dit geval de kans van hun leven van zeer nabij en langdurig van de soort te genieten . Bij tijd en wijle moesten echter ook angstige momenten worden doorstaan als de vogel doodgemoedereerd het midden van de weg opzocht en pas op het laatste moment voor naderende auto's opvloog of zich door bezorgde vogelaars liet opjagen. De vogel werd voor het laatst waargenomen op 17 september, in noordoostelijke richting wegvliegend boven de Oostvaardersplassen (André van Loon pers meded) . Het tweede geval speelde zich af te Ijmuiden, Noordholland, waar op 22 september tijdens een influx van Stormvogeltjes Hydrobates pelagicus bij de punt van de Zuidpier een juveniele Vorkstaartmeeuw werd ontdekt. Deze vogel bevond zich afwisselend voor de Noordpier, voor en langs de buitenzijde van de Zuidpier en op het strand bij de Zuidpier (plaat 11). Sommigen meenden stellig dat het om meer dan één vogel ging en er werden zelfs vier verschillende exemplaren geclaimd (cf van der Burg et al 1990). Ook de daaropvolgende week werd regelmatig één juveniel exemplaar bij de pieren van Ijmuiden waargenomen. De laatst bekende waarneming is van 30 september, toen de vogel 's middags c 40 min op het strand van de Zuidpier langs de vloedlijn en in de branding foerageerde en om 16:30 over de Noordpier wegvloog. Het was opmerkelijk dat de vogel zich tijdens het foerageren vrijwel voortdurend tussen grote, dichtopeengepakte groepen Zi Ivermeeuwen L argentatus ophield en zich daar uitstekend wist te handhaven. Andere kleine tot middelgrote


Meerdaags verblijf van Vorkstaartmeeuwen in Nederland meeuwen, zoals Kokmeeuw of Stormmeeuw L canus, wagen zich zelden of nooit in het strijdgewoel van een leger in de schuimzone foeragerende Zilvermeeuwen. Mogelijk speelde voedselkeuze bij dit 'grote meeuwen ' -foerageergedrag van deze Vorkstaartmeeuw een doorslaggevende rol. Tijdens een invasie van Vorkstaartmeeuwen aan de Franse Atlantische kust in september 1930 zag Mayaud (1931) veel in de branding foeragerende vogels. De derde vogel werd eveneens op 22 september ontdekt (plaat 12). Aan het eind van de ochtend zag Kees Koffijberg nabij de energiecentrale Eemshaven, Groningen, een langsvliegende adulte Vorkstaartmeeuw (van der Burg et al 1990, plaat 189). De vogel werd teruggevonden bij de koelwateruitlaat van de centrale en werd daar tot halverwege de middag waargenomen. Op 23 september verbleef hij tot 13 :00 ter plekke. Regelmatig werd hij boven het turbulente water van de uitlaat gezien, foeragerend temidden van een groep van c 150 meeuwen en sterns. De vogel diende zich vele keren op een presenteerblaadje aan door de half in het water staande waarnemers tot op enkele meters te

naderen . Ook rustte hij dikwijls op het water, tot enkele 10-tallen meters buiten de uitlaat. De vogel werd voor het laatst waargenomen op 25 september aan de basaltdijk bij de energiecentrale en vervolgens wegvliegend in een groep meeuwen en sterns (A rnoud van den Berg en René Pop pers meded) . Dit geval is des te meer bijzonder omdat het waarschijnlijk het eerste van een adulte Vorkstaartmeeuw in Nederland betreft dat fotografisch is gedocumenteerd.

Dankzegging Ik dank Klaas Eigenhuis, Guido Keijl en Ruud Vlek voor hun commentaar op een concept van dit artikel. Tim Appleton, Arnoud van den Berg, Bert de Bruin, Anne van Dijk, Rein Hofman, Hannu Jännes, Emo Klunder, Kees Koffijberg, Frans Kooijmans, André van Loon , Dirk Moerbeek, Piet Munsterman, Gerald Oreel , René Pop, Jan Regeer, Adri Remeeus, Peter van Scheepen, Gerard Steinhaus, Aart Vink, K H Voous en Pierre Yésou dank ik voor de door hen verstrekte informatie en het fotografische materiaal.

10 Vorkstaartmeeuw / Sabine's Gull Larus sabini, Oostvaardersdijk, Fl evoland, september 1990 (René Pop)

13


M eerdaags verblijf van Vorkstaartmeeuwen in Nederland

11 Vo rkstaa rtmeeuw / Sabine's Gull Larus sabini, Ijmuiden, Noordh o ll and, september 1990 (Piet Mu nsterman)

12 Vo rkstaartmeeuw / Sabin e's G ull Larus sabini, Eemshave n, G ro nin gen, 23 september 1990 (Re in H ofma n)

Summary

1990. Recente meldin gen : augustu s, september en o kto ber 1990 . Dutch Birdin g 12 : 262 -273 . Ca mphu yse n, C J & va n Dijk, J 1983 . Zee- en ku stvogels langs de Nederl and se ku st, 1974 -79 . Limosa 56 : 81-23 0. Dev ill ers, P 1964. Une Mouette de Sabin e da ns la va llée de la Dyle. Aves 1 : 101-108. va n Dobben, W H 1935 . W aa rnemin gen va n broedvogels in 1934 en va n trekvoge ls in 1933 en 193 4. IJ. Trekvoge ls in 1933 en 193 4. A rd ea 24: 58-67. Du Mont, P G 1976. Sabin e's G ull and A rct ic Tern sightin gs nea r O cea n City. M ary land Birdlife 32: 108. va n Egmo nd, A 1988 . Vo rkstaa rtm ee uwe n te Katw ij k in najaar 198 8. Duin stag 3: 142-14 3, 156-1 57. Fo rchh ammer, M & Maagaa rd , L 199 1. Breedin g bi ology of Sabin e's G ull Larus sabini in North east G ree nl and . Dansk Orn itho l Fore n Ti dsskr 85 : 53-62. Haverschmi dt, F 1930. Waa rn emin gen in 1929 . IJ. Trekvogels. A rd ea 19 : 30-37. Jännes, H, N ikand er, P J & N ummin en, T 1992. Vuoden 199 1 harvin aisuu shava innot. Lintumi es 27 : 253-274 . Lam bert, K 1982 . Xem a sabini (Sa bine 18 19) - Schwa lbe nmöwe. In: G lutz von Blotzheim, U N & Bauer, K M , Handbu ch der Vöge l Mitteleuropas 8, W ies baden, pp 197-222 . Mayaud, N 193 1. Notes et remarqu es sur Ie passage des Mouettes de Sab in e Xema sa bini (Sab ine) sur les cates o uest de la France. A laud a 3: 106 -109. Snouckaert va n Schauburg, R 1930. O rnith o log ie va n Nederl and - Waa rnem in gen va n 1 October 1928 tot en met 30 Septem be r 1929 . O rg Cl Ned Voge lk 2: 172- 186 . Tijm stra, G J 1925 . Na de laatste N .W.-sto rmen aa n het strand nabi j Scheveningen. Lev Nat 30 : 193-2 06. Tinbergen, N 1946. Necro log ie G.J.Tijmstra. A rdea 34: 400-401. Verwey, J 1926 . W aa rnemingen va n 1 Juli 1922 tot en

M ULTI PLE-DAY RECORDS OF SAB INE'S GULL IN THE N ETH ERLANDS A lm ost all Sabine's G ull Larus sabini reco rd s in th e Neth erl and s co me from th e coast, particu larl y after western to north-western autumn gales . O nl y a small min o rity of the bird s is o bserved lo nger th an a coupl e of minutes. Multi ple-d ay record s are excepti o nal, and three such pre-1 990 reco rd s are summarized, two of w hi ch lasted into th e second hal f of December. O ne of these birds was ph otogra ph ed on th e extremely late date of 13 December 1929, a stunning accompli shment co nsiderin g th at any ph otograph of Sabine's Gull in Euro pe was remarkabl e in those days (p late 9) . Durin g an inf lu x in September 1990, mul tip le-d ay reco rd s we re establ ished at three different pl aces . O ne ju venil e bird spe nt fo ur days o n the grassy sho ulder of a rather bu sy inl and road bo rd erin g the Oostvaa rd erspi assen reserve, Fl evo land. W hil e trave rsing thi s odd spot as if it were its nati ve tundra, exclu sive ly feeding o n in sects o n foot, it all owed ve ry cl ose app roac h and offered exce ll ent v iews to ho rd es of b ird ers. Anoth er ju ve nil e spen t nin e days at Ijmuiden, Noordh o ll and. It was see n feedin g in th e su rf ami dst a dense ly pac ked mass of Herrin g G ull s L argentatus fo r a pro lo nged peri od, apparentl y unimpressed by its larger relati ves . The last indi vidu al was an adult w hi c h spent fo ur days feedin g at or nea r the coo lin g wate r o utlet of a W addensea coast power pl ant at Eemshaven, Gronin gen. O ften it was th e cl osest b ird present, and p robab ly the fi rst ph otographs of adult Sabine's G ull fo r th e Netherland s we re taken.

Verwijzingen A bra ham, D M & A nkney, C D 1984 . Parti tio ning of fo rag ing habitat by breeding Sabine's G ull s and A rcti c Terns. W il so n Bull 96 : 161-1 72. va n der Burg, E, va n Do ngen, R M & de Ro uw, P W W

14


Meerdaags verblijf van Vorkstaartmeeuwen in Nederland met 31 December 1925. 11. Trekvogels. Ardea 15 : 46-72. Vinicombe, K E 1971. Sabine's Gull hawkin g flying insects inland. Br Birds 64: 503-504. Vlek, R 1992. Quo vadis, Larus sabini? Naar binnen-

gewaaide Vorkstaartmeeuwen in Nederland. Vogels Flevoland 1: 73-79. Yésou, P 1991. Reproduction de la Mouette de Sabine Larus sabini dans I'estuaire de la Taimyra, Sibérie. Oiseau Rev Fr Ornithol 61: 142-148.

W (Ted) Hoogendoom, Notengaard 32, 3947 LW Doorn, Nederland

Mededelingen~~~~~~~~_ second in number on the Australian wintering grounds after Red-necked Stint C ruficollis (Watkins 1993). Sandpipers of the genus Calidris show a striking This poor knowledge has two reasons. Firstly, diversity in habits, mating systems, site fidelity incubating birds are extremely secretive, similar and other aspects of their breeding biology (Pitelto Red Knot C canutus which are famous for their ka et al 1974, Myers et al 1982, Oring & Lank nests being very hard to find (eg, Flint 1972). 1984, Saether et al 1986). Most of the species Adults incubate in turn but with very few were studied to some extent but there are several change-overs during a dav and an off-duty bird of which very little is known and Great Knot usually can not be found in the vicinity of the C tenuirostris is one of them. It is enough to mennest. There even is a record of a marked Great tion that only two nests of this wader were Knot female feeding in a flock with conspecifics described until recently (Cramp & Simmons at a distance of 3 km from her nest (Flint et al 1983). Nevertheless, Great Knot is the species 1980). The incubating bird blends into the background of stones, lichens, dwarf shrubs and herbs and does not leave FIGURE 1 Breeding distribution of Great Knot Calidris tenuirostris in the nest before a predator or human north-eastern Siberia, Russia . • : proved breeding records; 0 : other being approaches within a few summer records indicating probable breeding at or close to site meters. Then the bird runs or flies for several meters and starts spectacular distracting displays accompanied by noisy piping. Consequently, it is particularly difficult to locate nests in a situation of low breeding density. Secondly, Great Knot has a peculiar breeding habitat, preferring alpine and subalpine tundra. lts breeding range occupies vast mountain areas of north-eastern Siberia, as far south as 61°N (figure 1). It inhabits mountain plateaus and gentie slopes at heights of 300-1700 m, depending on latitude and distance from sea coast. lts habitat ranges from stony areas with sparse dumps of vegetation to areas with a continuous thick lichen layer and scattered depressed larch Larix and/or dwarf pine trees Pinus pumila (Kistchinski 1988, Tom-

Creat Knot on Siberian breeding grounds

lDutch Birding 77: 75-27. februari 7995J

15


Mededelingen kovich unpubl). Human settlements in northern Siberia are concentrated in coastal areas and along rivers and usually there is no need for· people to visit the inhospitable alpine and subalpine areas. Most ornithological expeditions and field stations were and still are also based in valleys. Visits to high altitudes are usually incidental and this hel ps to explain the scarcity of data on breeding Great Knot. The few basic publications on the species from the breeding grounds (Portenko 1933, Andreev 1980, Flint et al 1980) present fairly poor occasional data obtained during faunistic explorations. Only currently a project studying the breeding biology of Great Knot is running but only preliminary results are available (Tomkovich unpubl). Exact arrival dates of Great Knots on the breeding grolmds are not known because they do not come to the valleys. However, based on migration dates along the coast of the Far East it is quite clear that they arrive in late May and early June, in almost complete winter conditions. The eggs hatch during late June and early July and this also confirms the early arrival and unexpectedly early breeding (compared with other arctic and subarctic breeders) of Great Knot. Only the males care for the young, while the females migrate southwards. Behaviour of adults with chicks changes sharply. They call frequentIy, warning the young for approaching predators, and perform distraction displays in the proximity of the chicks. This behaviour makes Great Knots much more noticeable in July and it is rather easy to find the chicks after gaining some experience. This is why most old confirmed breeding records were known from July. Families with unfledged young wander around isolated mountain tops or plateaus, sometimes moving up to a few kilometers if the local landscape allows. On occasion, several neighbouring broods gather in an area close to each other, giving an impression of high density. The young fledge at an age of c 20-21 days. Males remain with them in the breeding area for several more days and then start drifting southwards, either separately or together with their own offspring. Migration of the majority of successful breeders occurs during the last 10 days of July and the breeding grounds have almost become totally abandoned by early August. Hence, the adult males spend approximately two months on the

breeding grounds, the females only one month . Among the unusual features of Great Knot is its habit of feeding to a large extent on plant material; even unfledged young birds do this. Berries of Empetrum nigrum, Vaccinium uliginosum, Arctous alpina and nuts of dwarf pines have been seen taken by the birds in mountain tundra and have been found in their stomachs. They also appear to swallow nuts which are most probably stored in the moss-lichen layer during the preceding season by Nutcrackers Nucifraga caryocatactes (Kistchinski 1988). Since it is now clearer where, when and how to look for breeding Great Knot, we can expect more details on the species' biology, ecology and behaviour to be revealed in the near future. References Andreev, A V 1980. [The study of the nesting biology of Great Knot (Calidris tenuirostris) in the Kolyma River basin.] Ornithologiya (Moscow) 15: 207-208. [In Russian.] Cramp, S & Simmons, K E L 1983. The birds of the Western Palearctic 3. Oxford. Flint, V E 1972. The breeding of the Knot on Vrangelya (Wrangell Island, Siberia: comparative remarks. Proc West Found Vertebr Zool 2 (1): 27-29. Flint, VE, Kistchinski, A A & Tomkovich, P S 1980. [Breeding biology of the Great Knot (Calidris tenuirostris).] In: Flint, V E (editor), [New data in studies of wader biology and distribution .], Moscow, pp 176-178. [In Russian.] Kistchinski, A A 1988. [Avifauna of North-East Asia: history and modern state.] Moscow. [In Russian.] Myers, J P, Hildén, 0 & Tomkovich, P 1982. Exotic Calidris species of the Siberian tundra. Ornis Fennica 59: 175-182. Oring, L W & Lank, D B 1984. Breeding area fidelity, natal philopatry, and the social systems of sandpipers. In: Burger, J & Olla, B L (editors), Shorebirds: breeding behaviour and populations, New Vork, pp 125-147. Pitelka, FA, Holmes, R T & MacLean Jr, S F 1974. Ecology and evolution of social organization in arctic sandpipers. Am Zool 14: 185-204. Portenko, L 1933. Some new materials adding 10 the knowledge of breeding ranges and Ihe life history of the Eastern Knot, Calidris tenuirostris (Horsf.). Arctica 1: 75-98. Séether, B-E, Kalas, J A, Lofaldliu, L & Andersen, R 1986. Sexual size dimorphism and reproductive ecology in relation to mating system in waders. Biol Journ Linn Soc 28: 273-284. Watkins, D 1993. A national plan for shorebird conservation in Australia. RAOU Rep No 90. Canberra.

Pavel S Tomkovich, Zoo logica I Museum, Mascow State University, Herzena Street 6, 703009 Mascow K-9, Russia

16


Mededelingen

13 Great Knot / Grote Kan oet Ca !idris tenuirostris, male on second -eve r known nest, Koryak Highl and, Ru ss ia, 14 Jul y 1976 (pave! 5 Tomkovich)

Creat 8lack-headed Culi in Tunisia in February 1994 In Febru ary 1994, Tom van der Have, Guido Keijl and Paul Ruiters vi sited th e island of Kerkennah, Tunisi a. In th e afternoon of 26 February, w hile wate hin g a fl oe k of e 100 Sl ender-bill ed Gull s Larus genei, 20 Lesser Blaek-bae ked G ull s L fu scus, 10 Yell ow-Iegged G ull s L cachinnans michahellis and 300 Caspi an Tern s Sterna caspia at th e harbo ur of EI Attaya, our attention was drawn by a large gull. Wh en it landed nea r th e oth er guii s, we eould identify it as an immature Great Bl aek-h eaded Gull L ichthyaetus beea use of, eg, size, typiea l head shape and eo lour of upperparts, eyes, bill and legs. We were able to obse rve th e bird from a di stanee of e 75 m, under reasonably good li ght eo nditions, and made a few photographs. Af ter e 10 min , it flew off togeth er with some of th e oth er gul Is and di sappea red. We were not abl e to reloeate it th at, nor th e fo llowing, dav. The dese ripti on is based on fi eld notes and eo lo u r-transpa rene ies.

GEN ERAL APPEARANCE O bv iou sly larger and paler th an both Lesser Bl ack-backed and Ye ll ow-I egged G ull s. Characteri sti c fl at and elongated head-shape. Heavy bill w ith pron ounced gonys . Rather long-I egged. HEAO W hite w it h dark greyish-b rown streaks on ea rcove rts and, less promin ently, in front of eye, on nape and on upperneck. Eye-rin g incompl ete, w hite. UPPER PARTS Ma nt ie pa le slate-grey, pa ler th an in Lesser Black-backed and Ye ll ow-I egged G ull s but darker th an in Slender-bill ed G ull. UNO ERPA RTS W hite. UPPERW ING Visib le part of outer primari es b lack, outermost (pl O) w ith w hite subtermin al mirror; other prim ari es w ith decreasing amou nt of black towards inners, innerm ost primari es tipped w hite. Second ari es grey, broadl y tip ped w hite, at least innermost w ith so me black markin gs. Coverts pa le slate-grey, as manti e, but lesser coverts dark, at least o uter ones, and prim ary cove rts w ith bl ack on di stal part (ma inl y on ou ter ones), thu s formin g dark forewin g in fli ght. UNOE RWING W hi te w ith dark brown markings but exact pattern not noticed. TA IL White w ith black subte rmin al band on all but outerm ost rectri ces . BA RE PARTS Iris dark. O rbi ta l ring not co nsp icuously co loured. Basa l part of b ill ye ll ow, gonys w ith dark brown or bl acki sh ve rtica l band, ti p of bill dirty orange,

17


Mededelingen

14 Great Blac k-headed Gull / Re uze nzwa rtkop mee uw Larus ichthyaetus w ith Lesser Blac k-bac ked G u 11 5/ Kleine M antelmee uwen L fuscus and Caspi an Tern s / Reuze nstern s Stern a caspia, EI Attaya, Kerkenn ah, Tuni sia, 26 Feb ru ary 1994 (C uida 0 Keij / & Pau/ S Ru iters)

paler towards tip; o n basa l edge of dark ba nd also sli ght d irty-o range was h. Leg greyish-gree n. VOICE Single, low, sli ghtly nasa l aow, lowe r and cl earIy di fferent from oth er gull s' ca l Is.

Based on th e extent of bl ac k o n th e prim ari es, th e dark markin gs o n inner second ari es, the dark primary-coverts and the dark tail-ba nd, th e bird was aged as a third ca lend ar-yea r (G rant 1986, Barth el 1994). Th e westernmost breedin g gro und s of G reat Bl ac k-h eaded Gull are situated at th e Bl ac k Sea and th e Sea of Azov, Ru ssia and U kraine (C ramp & Simmo ns 1983) . Two rin ging recoveri es in Egypt, however, are fro m birds rin ged in th e area of the Caspi an Sea, Russ ia and Kaza kh stan (Me ininger et al 1994). The spec ies regul arl y w inters in northern Israe l (GK pers obs) but is sca rce in w inter in Egypt (Good man & Me inin ger 1989, M einin ger & S0 rensen 1992). lts main w interin g grounds are probabl y fo und further to the east and south (C ramp & Simmo ns 1983) . Reco rds fro m Libya, Al geri a or Morocco are un known to us. Thi s is the third record of thi s spec ies fo r Tuni si a. The first was an immature at Ba hiret el Bibane o n 27 April 1976 (Tho mse n & Jacobsen

1979). Th e second was a f irst-summer at M aa moura, between N abeul and Korba, Cap Bo n, on 13 April 1985 (not 15 A pril , cf Br Bird s 83: 12, 1990; George Sa ngster in litt). Th e observati on was made durin g a survey of wad ers and oth er waterbirds in Tuni sia, organi zed by W IWO. References Barthel, P H 1994 . D ie Bestim m ung der Fi sc hm รถwe Larus ichth yaetus. Limi co la 8: 64-78. Cramp, S & Simm ons, K E L 1983 . The b irds of the Western Palea rctic 3. Oxford. Goodman, S M & Meini nger, P L 1989. The b irds of Egypt. Oxfo rd . Grant, P J 1986. G uii s: a gui de to ident ifi catio n. Second ed itio n. Ca lto n. Meininger, P L & Sorensen, U G 1992 . Arme ni an G ull s Larus armenicus in Egypt, 1989/90, w ith notes on the wi nter d istribut ion of the large guii s. Avocetta 16: 89 -92. Me inin ger, P L, N iko laus, G & Khoungani an, E 1994 . Rin ging recove ri es, mainl y res ulting from the Egyptian wetl and project 1989/ 1990 . In : Meinin ger, P L & Atta, G A M (ed itors), Orn itho log ica l stu dies in Egyptian wetl ands 1989/ 90, FORE-repo rt 94-01jWIWOrepo rt 40, V li ss ingen/ Ze ist, pp 245-260. Th omse n, P & Jacobsen, P 1979 . Th e birds of Tuni sia. Cope nh agen.

C uido 0 Keijl, Stephensonstraa t 75 -7 , 7097 BA Amsterdam, Nederland Tom M va n der Have, Furkabaan 674, 3524 Z L Utrecht, Nederland Pa ul S Ruiters, Sem arangstraat 3 7hs, 7095 CB Amsterda m, Nede rland 18


Medede/ ingen

Leucistic Great Grey Owl in Finland in March-April 1994 In Finland, 10 species of owl occur regularly. The breeding numbers of each spec ies fluctuate greatly, usually in a 3-4 year cycle. During good years, population sizes can be over 10 times higher than in 'poor owl years'. The population cycles, which can be asynchronous in different parts of Finland, usually follow loca l numbers of rodents (mice and voles). A ll 10 ow l species disperse during autumn and early w inter months. Nearly all Long-eared Asio otus and Shorteared Owls A f/ammeus migrate to centra l Europe . Eagle Owl Bubo bubo, Tawny Owl Strix a/uco and Ural Ow l 5 ura/ensis tend to move less than any other species. Snowy Ow l Nyctea scandia ca, Hawk Owl Surnia u/u/a, Pygmy Owl C /aucidium passerinum, Great Grey Owl 5 nebu/osa and Tengmalm's Owl Aegolius funereus have the most impressive movements southand westwards. Except for Tengmalm's Owl , the latter species are also highly diurnal. During the w inter of 1993/94, a late influx of Great Grey Owls occurred in eastern Finland . For instance, up to 10 individuals were found on a single loca l birding trip and Eagle Owls reported during dav-time by non-birders often turned out to be Great Grey Owls . In March 1994, Pentti Alaja reported th at Pirkko Siikam채ki had found three Great Grey Owls at Sonkari, Vesanto, 60 km west of Kuopio, and that one was a very pale, possibly leucistic individu a l. We went to see the

16 Leucistic Great Grey Owl / leuc isti sc he Lapl anduil Strix nebulosa, Sonkari, Vesanto, Finland, 1 April 1994 (HarryJ LehtoJ 17 Great Grey Owl / Laplanduil Strix nebulosa, Sonkari , Vesanto, Finland, 1 April 1994 (HarryJ LehtoJ

15 Leucistic Great Grey Owl / leucistische Laplanduil Strix nebulosa, Sonkari, Vesanto, Finland, 1 Apr il 1994 (HarryJ LehtoJ

19


Mededeli ngen bird and noted th at it was clearl y an abno rm all y co lo ured indi vidu al. Most of th e plumage rese mbied that of a normal Great Grey Ow l with simil ar fac ial markin gs, except that it had ve ry washed-out colo urs . W hen pe rched, th e bird appea red ve ry w hi te, like milk w ith a littl e bit of coffee in it. The o nl y obviously du sky body feathers (though still pa ler th an in a no rm al b ird) were th e vertica l, normall y bl ac k, markings between th e eyes. O th er fac ial markin gs were very pale brow n. Wh en perched, th e dark 'w in gtip s' were also vi si bi e. The ta il appeared w hite. In fli ght, mo re dark markin gs we re visib le. Except fo r th e w hite central pair, th e rectri ce s had d usky ba rrin g w ith dark shafts. The remi ges showed th e no rm al pattern but w ith

paler colorati o n. The bo rd er betwee n the brow n and w hi te colo ration o n the upperw in g-coverts fo rm ed a Z-shaped pattern ; th e central greater, central medi an, outer and ce ntral lesser and all prim ary cove rts we re du sky brow n, th e o utermost greater and med ian coverts had some dark mottlin g and the rest of th e upperwing was w hite. The und erw ings appea red more uniform, w ith faintl y barred remi ges and dirty w hite underw ing-cove rts w ith some irregul ar and diffu se brow ni sh mottling. The 'trou se rs' appeared du sky brow n o n photograph s of th e bird in fli ght but, like most of th e darker feath erin g, they were not visible o n the perched bird . All bare parts were no rm all y co lo ured.

Harry J Lehto, E/otie 1 A 8, 20780 Kaa rina, Finland Henry Lehto, Majo itusm estarinkatu 6 B 20, 20350 Turku, Finland

Paddyfield Warbier in Cöksü delta, southern Turkey, in September 1991 In th e autumn of 199 1, regul ar fi eld surveys of waterbird s in th e Gö ksü delta, southern Turkey, w ere compl emented by mistnettin g in th e reedbeds around A kgöl. Reedbeds in autumn are notorio us for th e invi sibility of wa rblers even w hen th e vegetati o n is low and not parti cul ary dense. Whil e wa lkin g throu gh the c 2 m hi gh Phragmites and Typha vegetation, onl y a few

18 Padd yfield Wa rbi er / Ve ldrietza nger Acrocephalus agricola, first-w inter, 22 September 199 1, Göksü delta, Tur key (Tom M va n der Have)

Acrocephalus wa rbl ers and many W ill ow Wa rbl ers Ph ylloscopus trochilus were seen. Howeve r, the actu al numbers of wa rbl ers stav ing in thi s habitat was mu ch hi gher and could o nl y be estimated by th e use of mi stn ets. Durin g 22-2 5 September, in fo ur mo rnin gs between 06 :3 0 and 10 :3 0, 45 m of mi stn et produ ced 147 b irds of 11 w arbi er spec ies. Si x spec ies of Acrocephalus were trapped, includin g o ne first-w inter Paddyfi eld W arbi er A agricola o n 22 Septe mber. It was measu red, rin ged, photographed and released . SIZE & STRUCTUR E Sli ghtl y smaller th an Reed W arbier A scirpaceus. Win g short, shorter than uppertai l-coverts. Three ri cta l bristles. HEAD Broad, crea my supercilium, broadest behind eye, bordered narrow ly w ith dark brown. UPPERPARTS Pale, grey-brown, pa ler than th ose of Ma rsh Warbi er A pa lustris, Reed Wa rbier or Sedge Wa rbi er A schoenobaenus (direct co mpariso n w ith all th ree spec ies). Rump and uppertail-cove rts di stinct ly ru sty. UNDERPARTS Very pale greyish-w hite. W ING Remi ges and terti als dark brown w ith di stinct pale edges . TAIL Rectri ces da rk brown w ith distinct w hiti sh tips. BARE PARTS Iri s grey-brown. Bill da rk horn w ith di stin ct pinkish cutt ing edge and pin kish lower mandible. Leg dark p in kish ho rn . MOU LT & WEAR No moult. Prim aries and tail sli ghtl y wo rn.

The rath er fres h plum age and onl y sli ghtl y worn wi ng and ta il feath ers po int to a first-w inter bird,

20


Mededelingen as adults are usu all y heav il y worn in autumn, having a comp lete moult in the w interin g areas (Willi amson 1968, Svensson 1992). Also th e ru sty tin ge of rump and uppertail-coverts is typica l for first-w inter birds (Jonsson 1992). The very pale underparts, including the pale (not buffish) flank and thè pi nki sh (not ye ll ow) lower mand ibie differ from the description given by Jon sso n (1992). This record is the first for Turkey outside the Van Province, where seve ral singing birds were observed in May 1986, May 1987, June 1988 and May 1989 (van den Berg & Bosman 1988, Martins 1989, va n den Berk et al 1993), as weil as the first autumn record in Turkey. The species is very common in wetlands around the Sea of Azov, Russia, and the no rth ern Black Sea up to Odessa, Ukraine (pers obs sp rin g 1992, losif Cherni chko pers comm), and a regul ar breeding bird in coasta l areas of Bulgaria and Romania (Dubo is 1983; cf Birding World 7: 444-445, 1994). It typicallybreeds in low reed beds (1-2 m

high) in sa lt marshes bordering brackis h lagoons. Although it migrates in a southeasterl y d irection to w interin g areas in Indi a (Willi amson 1968), it probably mi grates more regul arl y through Turkey than actuall y noted. References va n den Berg, A B & Bosman, CA W 1988. Paddyfield Warb ier, Acrocepha lus agricola, at Van Gölü, eastern Turkey. Zoo l M idd le East 2: 16-18. va n den Berk, V M, Crona u, J P & va n der Have, T M 1993. Waterbirds in the Van Province, May 1989. WIWO-report 34. Ze ist. Dubois, P J 1983. Sta tu s of Paddyfield Warbier in Romania. Br Bird s 76: 585. Jonsson, L 1992. Birds of Europe w ith North Afr ica and the Midd le East. Londo n. Martin s, R P 1989. Turkey Bird Report 1982-6. Sandgrouse 11 : 1-41. Svensso n, L 1992. Identificat ion gu id e to European passerines. Fourth ed iti o n. Stock ho lm. Williamson , K 1968. Identifi cation fo r ringers 1. Th e genera Cettia, Locustella, Acrocepha lus an d Hippolais. Third edition. Tring.

Tom M van der Have, Furkabaa n 674, 3524 Z L Utrecht, Netherlands Vincent M van den Berk, Noordereind 4a, 407 2 BT Kerk-Avezaath, Netherlands

Varia _ _ __ _ _ _ __ __ _ _ Bristle-thighed Curlew When exp loring the grey and c loud -covered tundra hill s north of Nome, A laska, USA, o ne may co me across astrange med ium-si zed cu rl ew Numen ius: the Bristle-thighed Curlew N tahitiensis. Being quite simil ar to the mu ch commoner Whimbrel N phaeopus, this spec ies is easi ly overlooked until it gives its distinctive ca ll, rem iniscent of Grey Plover Plu via lis squatarola. The spec ies is rare and th e breed ing range is confi ned to western Alaska w here the first nest was found as recently as 1948. With probably less th an 10 000 individuals, thi s curl ew is o ne of America's rarest breeding endemi cs (Gi ll et al 1988). Breeding is known from onl y two si tes in western A laska : the N ul ato Hill s at the northern Yukon River delta and the mountains of the centra l Sewa rd Peninsu ia. The most eas il y access ibl e place to see thi s [Outch Bird in8 11: 2 1·22, februari 1995[

enigmatic bird on its breeding grou nds is th e area north of Nome w here the Nome-Taylor Road crosses the Kougarok River. In late May and early June (the peak of the breeding season), usuall y a few pairs are around and a group of six birds was observed here in Jun e 1991. The soggy and rugged terrain was cove red wi th patches of dwarf scrub and snow and was, conseq uentl y, very hard to walk. Bes ides th at, flocks of Whimbrel misleaded us time after time. Then, suddenl y, th e relieving chi-u-it ca ll was given by a few cu rl ews flying ove rh ead and when they descended to land a I ittl e farther, th ey showed their strikin g c inn amo n rump and uppertail. O n th e gro und, the bold head stripes were very obv iou s as weil as th e stro ng and relative ly blunt-tipped bill. The bristles at the thigh, after wh ich the species received its English name, were in visibl e; these ca n o nl y be seen at very short range. 21


Varia

19 Bristle-thighed Curlew / Zuidzeewulp Numenius tahitiensis, Name, Alaska, USA, June 1991 (Amo ld WJ Meijer)

After breeding, this curlew shows a very odd migration route. Instead of migrating southwards along the coast or across the interior, like most Nearctic waders, birds gather in flocks on the coast of western Alaska and then head straight out to cross the Pacific Ocean to their wintering grounds on (often tiny) islands in th e Pacific. The normal wi nteri ng range extends from Carol i ne Island south and east to Fiji and through Eastern Polynesia to Pitcairn and Ducie Island (Hayman et al 1986). During migration, they also occur in Hawaii and on the Marquesas Islands. On their wintering grounds, the cu rlews mainly feed on

eggs which they steel from seabird colonies. Due to this unique migration tactics, this species is already a vagrant as close to its breeding grounds as southern Alaska and therefore a very unlikely vagrant to turn up in Europe. References Gill, R E, McCaffery, B T, & Tobish, T G 1988. Bristlethighed Curlews, biologists and bird tours - a place for all. Birding 20: 148-155. Hayman, P, Marchant, J & Prater, T 1986. Shorebirds: an identifi cation guide to the waders of the wo rld. London.

Arnold W J Meijer; Hoorneslaan 612, 2221 CL Katwijk aan Zee, Netherlands

Corrigenda _ _ _ _ _ _ _ _ __ In het onderschrift van plaat 127 (Dutch Birding 16: 170, 1994) is bij vergissing niet de juiste fotograaf ver-

In the caption of plate 127 (Dutch Birding 16: 170, 1994), the wrong photographer was mentioned by

meid. De foto werd niet gemaakt door Paul Knolle maar door Eric Kaaps. Eenzelfde vergiss in g werd gemaakt bij plaat 213 (Dutc h Birding 16: 261(1994). Deze foto werd ni et gemaakt door Eric Kaaps maar door Anne Diephuis. REDACTIE

mistake. The photograph was not taken by Paul but by Eric Kaaps. A simil ar mistake appears caption of plate 213 (Dutch Birding 16: 261, This photograph was not taken by Eric Kaaps Anne Diephuis. EDITORS

22

Knolle in the

1994). but by

IDutch Birding 77: 22. februari 79951


Recensies

--------------------------------------- -- - - - - - - - - - -

DAVID WINGFIELD GIBBONS, JAMES B READ & ROBERT A CHAPMAN 1993 The new atlas of breeding birds in Britain and Ireland: 7988-7 991. T & AD Poyser Ltd, 24-28 Oval Road, London NW1 7DX, UK. 520 pp. ISBN 085661 -075-5 . GBP 39 .95. T & AD Poyser have over the yea rs developed an unriva ll ed reputation for producing hi gh quality orni th ologica l books . Thi s book on ly serves to reinforce th at reputation. It is packed w ith information and a rea l pleasure to thumb through. It also demonst rates just wh at can be ac hi eved w hen a large number of vo luntary orn itho log ists are encouraged to work in a co-ordinated fas hion. The British Tru st for Ornithology, the Scottish Orn ith o logists' Club and the Iris h W ild bi rd Conservancy are to be congratulated on thi s remarkabie ach ievement. The 'New At las' comp lements the original Atlas of breeding birds in Britain and Ireland wh ich was published in 1976, but summar izes data co ll ected from 1968 to 1972. Th e first 'Atlas' represented a great step forward in the co ll atio n, ana lys is and presentation of bird distribution data; the 'New Atlas' builds on this platform by showing not on ly in format ion on distribution but also data on nationwide abund ance. Thi s was made poss ible by devising a sta nd ardised method of estimating the number of breeding pa irs of each species w ith in eac h ce nsu s area. Th e res ult is th at along w ith a description of di stribution and statu s for eac h spec ies there are, in most cases, th ree maps coverin g 7 di stribution , 2 change in d istributi o n sin ce 1968-72 (both dot ma ps) an d 3 abundance . The latter is represented by th e use of 10 co lours ranging from b lu e, through green and ye ll ow, to red indi cating in crease in ab und ance in a given reg ion. Th e 'New Atlas' rep rese nts a mil e-sto ne in the assess ment and anal ys is of bird popu lations and is to be thorough ly reco mmended. GRAHAM J HOLLOWAY

W B LOCKWOOD 1993. Th e Oxford dictionary of British bird names. Oxford University Press, Wa lton St reet, Oxford OX2 6DP, UK. 175 pp. ISBN 0- 19-866 196-7. GBP 6.99. Thi s is a paperback and revised edition of Th e Oxford book of British bird names (1984) by the same author. It co ntain s 1500 sta ndard and loca l names of 257 bird spec ies, thus covering all co mm one r Briti sh birds p lus a fair samp le of the less usual visitors . Of these, only few A merican spec ies are delt w ith: I found Surf Scoter Melanitta perspicil/ata but not Lesser Ye llow legs Tringa flavipes (a lthough thi s name needs no clarification ), v ireo Vireo, jun co Jun co, fl icker Colaptes or Bobolin k

Dolichonyx oryzivorus. Entries provide the etymo logy and hi story of bird names, w ith fu ll documentation of dates and so urces.

IDutch Birding 77: 23路25. februari 79951

The author, w ho was fo rm erl y professor of Germanic studi es and Indo-Eu ropean Ph il o logy路 at th e Uni ve rsity of Read ing, Reading, England, gives an extensi ve introdu ction about th e linguistic prin cipl es th at are follo wed nowadays w hen dealing w ith etymo logy. In this discipline, etymology of animal and plant names is a popular topi c wh ich gives an in sight in experience of nature by our ancestors. For exampl e, the bas ic qu esti on of life, ie, w here th e babi es co me from, can on ly be so lved when stud yin g (o ld) bird names. Both Eng li sh storks and Dutch oo ievaa rs bring the babi es but it is amazing th at they do it in quite different ways ! Far less im portant seems to be w hether it is Pomarine Skua Stercorarius pomarinus or Pomatorhine Skua. The first introduct ion by Stevens in 1826 was based on the ep ithet pomarinus by Temmin ck (1815), w ho mu st have thou ght th at th e bird came from Pomerania. If he had mea nt 'pomatorhinus' (Ii ke Horsfield (1821) w hen he described Pomatorhinus montanus), he wou ld have spe lt it co rrectly (cf Rhinoceros !) w hereas a derivation of the Russian name for a Skua ' pomornik' (= dwell er of the pomor'e = coasta l region) proba bl y was bevond hi s scope (cf Coomans de Ruiter et al 1947, Beteekenis

en etymologie van de wetenschappelijke namen der Nederlandsche vogels) . Thu s it is one of many examples of a name based on wro ng in fo rm ation . Of the many interesting v iews in the book o nl y a few ca n be mentioned. O ld Norse A lka (> Auk) mean s ' neck' (many authors ca ll it an onomatopoe ia); the Flam in go Phoen icopterus ruber is named by the Spani ards aher th e Fl emings; Garefow l is a ni ckname for th e fli ghtl ess Great Auk Pinguinus impennis ahe r 'geirfu gl' (= Gyrfa lco n, an exce ll ent fl ye r); Smee (= Smew Mergus albel/us) imitates the w hi st ling so und hea rd from thi s spec ies (but thi s mu st be w ro ng: a Smew does not w hi st ie); Pokers (= Poc hards Aythya) act like a po ke in the fire w hen th ey sea rch for food (b ut thi s matc hes better dabblin g du cks than di ving du cks, w here we can not see th eir bill s an d necks w hen they di ve for food). Under Cob, reference is made to the Dutch wo rd ko b(be) (= any gull th at produces eggs for hu man consumption ; in Kili aa n (1620) = hen, present ' kip'). It wo uld be interestin g to know if the Engl ish name was also in vogue w ith egg-co ll ecto rs. Th e name co uld th en be adopted fro m the Fri sians. The same co uld be tru e for Scoter Me lanitta (st ill 'Sea Coot' in Amer ica) < Frisian Skoet (= Common Gui ll emot Uria aa lge). KLAAS J EIGENHUIS WILLIAM BEEBE 1994. Pheasant Jungles. World Pheasa nt Assoc iation, PO Box 5, Church Farm, Lower Basi ld on, Read ing, Berks hire RG8 9PF, UK. ISBN 0-906864-0504. 248 pp, 8 colour pl ates, 52 bl ack-a nd-w hite photographs. GBP 19.95 . Wil li am Beebe's Monograph of the Pheasants (191822) rema in s in d isputab ly th e sine qua non for all those

23


Recensies w ith a deep love of this spectacu lar and secretive group of birds. Pheasant jungles, in contrast, is a very different book: a rip-roaring ' Boy's Own' tale of adventure, banditry, disease and danger, interwoven w ith accou nts of co lonia l living and, of cou rse, ta les of lon g days spent in pursuit of hi s quarry, the pheasants themselves. From the same mould as Seebohm's Birds af siberia (though less bloodthirsty, readers may still baulk at Beebe's description of gu nning down whole groups of Kalij Pheasant Laphura leucomelana, even if it was for sc ientific purposes), Pheasant Jungles is more immediately identifi able far today's reader. For one, Beebe was a meticulous and skillful fi eld ob server, often laying down his gun, in favour of th e 'fi eld glass', w hose travels take us to areas familiar to modern-dav pheasant seekers. During the 17 months Beebe spent in Asia conductin g field research for the Managraph he visited Ceylon, much of the Indian Subcontinent, Burma, China, Japan, Malaya and Borneo. Readers w hose fascination for pheasants is already ingrained w ill thrill to (and intensely e nvy) Beebe's moments of fortune. He was, for in sta nce, the first w hite man to see the (sti 11) near mythical Blyth's Tragopan Tragapan blythii in the field. They w ill also symphatise, from personal experience, w ith the lon g days spe nt for little tangibie reward. But for all of this, it nonetheless remains an intensely cand id and personal accou nt. Beebe was an acute observer w ho soug ht to elaborate on hi s attitudes and viewpo ints to many aspects of the world about him, particularly the lifestyle and aspirations of those w ho ass isted him. Furthermore, he does not shy away from describing his near descents into madness, w hil st co ll ectin g in north-east Burma and subsequently interior Borneo. This is a near facsimile of the ori gina l imprint of Pheasant Jungles, retaining the ori gin al typeface, frontisp iece and the numerous black-and-white photographs, w hi ch do much to en hance the work. For this ed ition eight co lour plates, depicting pheasants in their natural environment have been added. All have been executed, ve ry capab ly, by Timothy Greenwood . There is also a fantastic front cover, by Ron Digby, portraying a pair of Cabot's Tragopan T cabati. This is an essential work not onl y for al l those w hose passion is pheasants, be they avicu lturists or birders, but also for those who have a genera I interest in travel-writing and As ia. Birders w ith space in their rucksacks are recomme nded to take this book along on their next journey; it makes a fin e, in vigoratin g and em inently readable compan ion. Good hunting! GUY M KIRWAN

ERNEST GARCIA & ANDY PATERSON 1994. Where ta watch birds in sauthern Spa in. Chri stopher Helm/A&C Black, 35 Bedford Row, London WCl R 4JH, UK. 314 pp. ISBN 0-7136-3859-1. GBP 12 .99. Shou ld peopl e who have planned a birding trip to southern Spain buy this book? Yes, they shou ld. The book co ntain s important improvements compared to Paterson 's (1987) Birdwatching in sauthern Spain.

24

More sites (Extremadura!), much more detailed information about, fo r in stance, access to the areas and places where to stay. In particu lar, the ' Index to spec ies by site' is very useful as we il as the systematic list of the birds of southern Spain. And last but not least, the new guide just looks much better. The book conta in s information on Extremadura, Anda lucia and Gibraltar, nearly 30% of Spain 's surface. Monk Vulture Aegypius manachus, Red-knobbed Caot Fulica cristata, bustards and sa ndgrouse, Red-necked N ightjar Caprimulgus ruficollis, Rufous-tailed Scrubrobin Cercatrichas galactates are just a few species w hi ch shou ld easi ly be found using this book. Extremadura (17 sites) is strong ly recommended but by far outnumbered by the 74 sites in Andalucia. Andalucia is twice as big as Extremadura and has a long coastlin e. This is reason enough to pay more attention to this region . Still, it must be possible to describe more interesting sites in Extremadura. For in stance, Impartant Bird Areas in Europe (IBA) by G rimm ett & Jones (1989) covers 42 sites in Extremadura. Although some of these sites are comb ined in Garcia & Paterson, IBA st ill contains some interesting sites not mentioned in Where ta

watch birds in sauthern Spain. Amazingly, on p 48 it is stated that at EI Rocio, Coto Dofiana, ' .. .5lender-billed Curlews Numenius tenuirostris turn up with some regularity' (s ic!). In the li st of 'F urther reading', one important book is lackin g: Oande ver Aves en Espafia Peninsular co-ord in ated by Eduardo de Juana, probably because it was published in December 1993. An English vers ion of this book ha s been published recently. Besides these minor 'comments', GBP 12.99 is wo rth the money w hen you are preparing a trip to so uthern Spain. MARC ARGELOO

JOHN BRANSBURY 1992. Where ta find birds in Australia. Second edition. Waymark Publi shing Austra lia, 100 Fisher Street, Fullarton, South Australia 5063; world distribution by Natu ral History Book Service Ltd, 2-3 Wills Road, Totnes, Devon TQ9 5XN, UK. 539 pp. ISB N 0-646-12677-6. GBP 14.00. Een herdruk van een inmiddels bekende 'site-gu ide'. Typ isch genoeg heeft Bransbury zijn tijd meer besteed aan het sc hrij ven van onder andere A Birdwatcher's Guide ta Malaysia dan het bijwerken van Where ta find birds in Australia. Ook in Australi ĂŤ zi jn vee l biotopen vern ietigd en soorten verdwenen sind s 1987, het jaar van de eerste uitgave van dit boek. Toch za l dit boek goed bruikbaar zijn als men naar A ustra liĂŤ wi l gaan. Het levert een schat aan informatie over all e bekende voge lplekken, met beschrijving hiervan en de belangrijkste soorten die voorkomen. Vooral de talrijke kaartjes, die zeer gedetai llee rd getekend zi jn, zorgen ervoor dat men niet kan verdwa len als men op zoek is naar ze ld zaamheden als bijvoorbeeld Black G rasswren Amytatnis hausei in de Kimberley of de Banded Fruitdove Ptilinapus cinctus in Kakadu National Park. Het boek is verder opgeluisterd met wat kleurenpl aten met


Recensies foto's van enkele gebieden en voge ls die daarin voorkomen. Kortom, het blijft een gids d ie niet mag ontbreken als men naar dit boeiende land gaat. Roy DE HAAS KEN SIMPSON & NICHOLAS DAY 1994. Field guide to the of Australia. Fourth ed ition. Christopher Helm/A&C Black, 35 Bedford Row, London WC l R 4JH , UK. 392 pp. ISBN 0-670-90478-3. CBP 17.99.

birds

A ustra lië is een steeds popu lairder wordend land voor voge laars. Ruim 750 soorten z ijn er tot dusver waargenomen en de grootte van het land in ogensc houw nemend, moet men eigenlijk meerdere reizen hier naar toe ondern emen om alle te z ien. Een al jaren populaire ve ldgids is de Field guide to the birds of Australia. A ll e in A ustralië voo rkomende vogels z ij n in kleur geïllu streerd. Vee l aandacht is besteed aan het beschrijven en tekenen van onvo lwassen kleden alsmede v liegbeelden. Het boek is overz ichtelijk met de tekst en ve rsp reidin gskaartjes naast de illu strati es, waarin de voge ls in hun natuurlijke omgev in g zi jn afgebeeld . Deze vierde ed itie onderscheidt z ich van de voorgaa nde doordat 93 ve rsp reidingskaartjes en informati e va n 160 soorten z ijn bijgewerkt. Daarnaast z ijn verbeteringen aangebracht in 11 kleurplaten. Vooral de Emu Oromaius novaehol/andiae en Casuaris Casuaris casuaris z ijn natu urgetrouwer weergegeven en de platen van bijvoorbee ld de sterns, de A ustrali sc he pl evieren en de v liegenvangers zijn uitgebreid met meerdere kleden. Helaas heeft men niet de moeite genomen om wat overdreven kleurrijke platen uit de vori ge ed itie een wat zac hter tintje mee te geven. Boeiend is de sectie achterin het boek met tips over het waa rnemen van ze ldzame vogels, de versc hillende vegetat ietypen van Austra lië en details over taxonomie, biologie en habitat van elke voge lfami lie. Opvallend is dat bij iedere fam ilie begonnen wordt met een vermeldi ng hoe de c1assi-

ficatie vo lgens Sibley en Ah lqui st is, refererend naar hun werk inzake DNA-DNA hybridisatie, zonder daarbij deze class ificatie over te nemen. Het boek eindigt met een hoofdstuk over de ei landen va n Austral ië, hun li gging, de mogelij kheden om deze eil anden te bezoeken en een check- li st van all e waargenomen voge ls met hun status per ei land. Dit boek is meer dan alleen een veldg ids en het is een goede aanvu lli ng voor diegenen d ie reeds in het bezit z ijn van een ee rdere uitgave van dit boek. Roy DE HAAS STEVE YOUNG 1994. 8irds on film - a photographic diary. Hobby Publications Mediafine Ltd, 1st floor, Port of Li verpoo l Building, Liverpool L3 1 BZ, UK. 103 pp. ISBN 1-872839-02-9. CBP 14.99 (+ CBP 2.00 verzendkosten). Aa n de hand van 153 voge lfoto's en begeleidende teksten vo lgen we in dit zeer attractieve fotografische dagboek Steve You ng op zijn voge ltoc hten door CrootBrittannië in 1993. Zowe l gewone als sc haarse en ze ldzame voge lsoorten passeren daarbij de revue. De voorkaft van het boek trekt door z ijn vormgeving zeer de aandacht. De opmaak va n het binnenwerk doet, ondanks de vri jwe l uitsluitend strikt symmetrische rangschikking van de foto's, wat chaoti sc her aan door de vreemde keuze van de gebru ikte afdrukformaten. Naast het dagboekgedeelte is er nog een lijst van de per pagina afgebeelde voge ls, voorzien van informat ie over de gebruikte optiek en film en op een kaartje zijn alle in het j aar bezochte plekken aangegeven . Hoewel dit werkje natuurlijk de persoonlijke ervaringen van een Engelse voge laar/fotograaf met Britse voge ls weergeeft is het een heel leuk boekje. Wellicht brengt het Nederlandse vogelfotografen op een idee. ANDRÉ J VAN LOON

Aankondigingen & verzoeken _ _ _ Atlas of wintering birds in Sloven ia Recently, the Atlas of wintering birds in Slo ven ia has been published. The occu rrence of 192 spec ies is presented on 456 pages, includin g distribution maps, black-and-white drawings, tables with esti mates of midwi nter populations, changes in population, range trends and statu s in Sloven ia for each species. Every spec ies account has an English summary and there is an English overv iew at the end of the book. The Atlas of win tering birds in Slovenia ca n be ordered at a price of DEM 123.00 from: Tehni ska za lozba Sloveni je, Lepi pot 6,61000 Ljubljana, Slovenia. 8ird migration survey in Israel in autumn of 1995 During August-Octobe r 1995, the Israel Raptor In fo rm ation Center IRI C organi zes the 17th an nu al raptor, stork and pelican migration survey in the Northern

lDuteh Birding 77: 25-26, februari 7995]

Valleys, Israe l. During the autumn, over a period of 45 days, 580 000 raptors of 30 different spec ies, 190 000 White Storks Ciconia ciconia and 36 000 White Pelicans Pelecanus onocrotalus ca n be counted in the sk ies over Israel! You are in vited to join an international team of birders to experience the busiest migration route in the Western Palearctic. Experienced birders w illing to ass ist in the su rvey for a period of at least four weeks and to watc h the migration for at least eight hours a day are offered free lodging and food for the length of their stay. Those interested are requested to send a short curriculum vitae including detai ls of their previous experience to : Dan A ll on, Autumn M igration Survey, Ruth St reet 25, Haifa, 34404 Israel, telephone +9724389973; fax +972-368184 33. Please state the period you w ill be ava il able.

25


Aankondigingen & verzoeken Egyptian 8ird Report Records are being compiled for the publication of the Egyptian Bird Report which w ill summarize the records since the last major study on Egyptian birds in 1989. We wou ld greatly appreciate receiving all records of Egyptian birds (including trip reports) for our files. A ll contributi ons wi ll be properly credited in the report. Descritions of first records are also we lcomed for publication. Please send your information to: Sherif Baha EI Din, 4 Isma il EI Mazni St reet, Apt 8, Heliopolis, Cairo, Egypt, fax +20-23457234.

Study of Birds). The committee remit extends to cont inental Portuga l and the autonomous regions of Madeira and the Azores and takes over the work carried out on Portugal's behalf since 1987 by the Iberian Rarities Committee (which is, from now on, sole ly the Spanish rarities committee). A ll records in this geographical area from january 1995 onwards should be sent to: Helder Costa (Secretary of the CPR), c/o Sociedade Portuguesa para 0 Estudo das Aves, Rua da Vit贸ria 534掳 Dto, 11 00 Lisboa, Portugal.

Nuthatches of Asia Erik Matthysen is preparing a monograph on nuthatches Sittid ae for the Poyser series, to be finished later th is year. Several nuthatch species are restricted to parts of As ia and for some of them hardly any, let alone recent, information is ava il able on even the most basic facts of habitat, food, nests or general behaviou r. Therefore, Eri k Matthysen seeks to contact orn ithologists that have travelled in As ia and would be w illin g to supp ly unpublished observations. In particu lar information is welcomed on Yunnan Sitta yunnanensis, White-browed 5 victoriae, Yellow-billed 5 solangiae, Su lphur-billed Soenochlamys, Blue 5 azurea, G iant 5 magna and Beautiful Nuthatc hes 5 formosa, as weil as the Siberian subspecies of European Nuthatch 5 europaea arctica. A ll contributions will be properly acknowledged. Please contact: Erik Matthysen, Department of Biology (U IA), University of Antwerpen, 2610 Antwerpen, Belgium, telephone +32-38202263, fax +32-38202271, e-mai l matthys@uia.ua.ac.be.

Spelregels voor big days in Nederland Na langdurig overleg met een aanta l ervaren big day-vogelaars hebben Wim van der Schot en Ruud Vlek een lijst met spe lregels voor big days in Nederland opgesteld. Deze lijst bevat onder andere informatie over soorten die men kan tellen, richtlijnen met betrekking tot gedrag van deelnemers en documentatie van big day-records. Belangstellenden kunnen deze lij st gratis in hun bezit krijgen door een aan z ichze lf geadresseerde en met 80 cent gefrankeerde enveloppe dubbel te vouwen en deze in een andere enveloppe te sturen naar: Wim van der Schot, Oostenburgervoorstraat 79-hs, 1018 MP Amsterdam, Nederl and . Binnen een week heeft u de lijst dan in uw bezit. Ter bestrijding van gemaakte onkosten kunt u overwegen een losse postzegel bij te slu iten.

Portuguese Rarity Committee A five-man Portuguese Rarity Committee (CPR) was established in january 1995 in Lisbon, Portugal, as on offshoot of the rarities working group within the Sociedade Portuguesa para 0 Estudo das Aves (SPEA; Portuguese Society for the

Verloren jonsson-gids In een telefooncel in De Cocksdorp, Texel, Noordholland, is tijdens de Dutch Birdingvogelweek in oktober 1994 een exemp laar van Vogels van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten door Lars jonsson gevonden. Degene die de gids heeft laten liggen kan contact opnemen met Peter Meijer, telefoon 03480-31905 / 18441. De gids heeft enkele sa ill ante herkenn ingspunten.

WP reports This review lists rare and interesting birds reported in the Western Palearctic in December 1994-january 1995 and focuses on north-western Europe. Additional information covering earl ier reports is included as wei l. Some records of species outside the WP are also mentioned. The reports are largely unchecked and their publication here does not imply future acceptance by the records committee of the relevant country. The third White-billed Diver Cavia adamsii for Switzerland was a juvenile w interi ng from 12 December to at least 5 February near Romanshorn at the Bodensee. In England, Pied-billed Grebes Podilymbus podiceps were still reported from Tresco, Scilly, until at least late january and Stithians Reservoir, Cornwall (where a presumed hybrid was also seen), in December (cf Dutch Birding 16: 157, 248, 1994). The first for France

26

stayed at Dunkerque, Pas-de-Calais, from 2 january. In Ireland, one was seen at the North Slob, Wexford, on 1-6 j anuary. From 30 january to 3 February, during waterbird surveys of southern Lake Nasser, Egypt, 5811 8lack-necked Grebes Podiceps nigricollis, 1157 White Pelicans Pelecanus onocrotalus and 52 Senegal Thickknees Burhinus senegalensis were counted. If accepted, a 8lack-browed Albatross Oiomedea melanophris seen severa l times in the second half of this year at the Dutch section of the Doggersbank, North Sea, wou ld be the first for the Netherl ands. A Red-billed Tropicbird Phaethon aethereus was reported at Eilat North Beach, Israel, on 19 December. In Poland, two Pygmy Cormorants Phalacrocorax pygmeus we re seen on 23-24 December in the Vistu ia River near Wloclawek. In the Gu lf region, 28 000 breeding pairs of Socotra Cormorants P nigrogularis were counted in October on

[Outeh Birding 17: 26-31, februari 1995J


WP reports

20 Grey-tai led Tattler / Siberische Grij ze Ru iter Heterosce/us brevipes, Burghead, Grampian, Scotland, December 1994 (Rob Wilson)

21 Greater Ye ll owlegs / Grote Geelpootruiter Tringa melanoleuca, Rock liffe, Cumbria, En gland, October 1994 (Rob Wilson)

27


WP reports

22 Ring-billed Culi / Ringsnavelmeeuw Larus delawarensis, first-winter, Ăœmminger See, Bochum, Nordrhein-Westfa len, Cermany, 24 Jan uary 1995(Felix Heintzenberg) 23 Spotted Eagle / Bastaardarend Aquila c/anga, HortobĂĄgy, Hungary, 12 December 1994 (Leo J RBaon) 24 Blackpoll Warbier / Zwartkopza nger Dendroica striata, Bewl Water, East Sussex, England, December 1994 (Dav id Tipling) 25 Spotted Sandp iper / Amerikaanse Oeverl ope r Actitis macularia, Heppend orf, Nordrhein-Westfalen, Cerm any, 6 December 1994 (David Gray)

28


WP reports juda im, Saud i Ara bi a, w hich was tw ice the number of 1993 . Fi ve breeding co loni es of Greater Flamingo Phoenicopterus ruber roseus in so uth -weste rn Europe we re thri ving in 1994, of w hi ch two we re establi shed in 1993 and one in 1994 . These incl uded 11 000 breeding pairs (7800 fledgli ngs) in the Camargue, Bou ches-du- Rh6ne, France; 1600 breeding pairs (900 fledglin gs) at Monlentagiu s, Sard ini a, Ita ly (s ince 1993); 1500 breedi ng pa irs (475 fl edglin gs) at Fu ente de Pi ed ra, Spa in ; 500 breeding pairs (3 00 fledglings) at the Ebro delto, Spa in (s ince 1993); and 50 breeding pairs (26 fledglin gs) at Lagun a di O rbetell o, Italy (s ince 1994) . D uring 1994, a pa ir of lesser Flamingo P minor bred un successfull y in the Ca margue, w hil e a pair of Chilean Flamingo P chilensis raised yo ung. More than 18 nests we re bu i It in 1994 by G reater and Ch i lean Flamin gos in the co lony at Zw illbrocker Venn, Nordrhein-Westfa len, Germany; howeve r, onl y one youn g G reater, three youn g Chil ean and one poss ible hybrid surv ived. During December, up to 16 Night Herons Nycticorax nycticorax, mostly ju venil es, we re staying at Veerse Kreek, Zee land, the Neth erl ands. Two Cattle Egrets Bubulcus ibis were present nea r Em balse de los Mol in os, Fu erteventura, Canary Island s, on 3 j anuary and up to 17 at Toledo, Te nerife, until at least 11 February. In Riv ista Ita li ana di Birdwatching 1: 11-34, 1993, it has been shown that in Ita ly, during 1960-9 1, 30 dark egrets we re obse rved of w hi ch at least 20 concerned Western Reef Egret Egretta gularis; pattern and subspec ies suggest a natu ra l ori gin of all indi viduais. Bes ides, the author did not find evidence of any melani stic Li ttle Egret E garzetta occ urrin g in Europe. In Switze rl and, a total of 16 Great White Egrets E alba at eight pl aces we re reported from 20 December. Th e first successful breeding of Sacred Ibises Threskiornis aethiopicus for France occ urred in 1993 w hen fi ve breeding pa irs reared 11 youn g in a mi xed co lon y w ith Eurasian SpoonbilI Plata lea leucorodia and herons at Lac G randLi eu, Loire-Atlantique. In 1994, no less th an 40 Sacred Ibi s pairs were b reeding at thi s loca li ty, rearin g c 50 yo un g. The b ird s ori gin ate from a se mi-capti ve popul ation in troduced in 1976 at Branféré, Morbih an (A lauda 62: 275 -280, 1994). In Norway, four Greenland White-fronted Geese A nser alb ifro ns flaviros tris stayed at O rreosen, jce ren, Rogaland, from 23 October. Several vagrant, medium-sized, Lesser Canada Geese Branta ca nadensis ssp we re repo rted from Bri ta in; an indi vidu al trapped and rin ged in Wexfo rd , Ireland, during the w inter of 1993/94 was recently shot in Mary land, USA. O n 2 j an uary, an ad ult Barnacle Goose B leucopsis was seen at Tüskevár, Hungary, w here thi s species is ve ry ra re. O n 3 j anu ary, a fema le American Wigeon Anas am ericana was seen at Embalse de los Mo lin os, Fuerteventura (where three long-stayin g Marbied Ducks Ma rmaronetta angustirostris remained). In Li mbu rg, the Neth erl ands, an unrin ged first-w inter male Baikal Teal A form osa staying at Broe kh uizen from 25 December into ea rl y j anuary, was the sa me bird as the one filmed on 20 Novembe r upstream the ri ver Meuse at Th orn (cf Dutch

Birdi ng 16: 249, 1994) . A nother first-w inter male stayed at Hofstade, Brabant, Belgium, from 30 December to 4 janu ary. In Scill y, th e long-staying male American Black Duck A rubripes remained on Tresco until at least 19 j anu ary. A male Blue-winged Teal A discors pi cked up dead in Heves in mi d-j anu ary may be the first for Hungary. In Aswa n, Egypt, 130 Ferruginous Ducks Aythya nyroca we re counted on 5 Febru ary between the O ld and New Dams. A male Greater Scaup A marila was seen at Sidi Bourh aba, M orocco, on 6 j anuary. The first Lesser Scaup A affinis fo r th e Netherl ands was an unringed first-w inter male swimming in a flock of Common Poc hards A ferina and Tufted Du cks A fuligula from 21 November until 13 j anu ary at Veere and on 14-1 5 j anu ary at M iddelburg, Zeeland , In Engl and, an adul t male frequented va ri ous waters in G loucestershire during December and a first-w inter male was seen in Lancas hire from 18 December. The femal e at Roqui to del Frail e, Tenerife, was still present on 11 Febru ary (cf Dutch Birdin g 16 : 249, 1994). In Sw itze rland, the male at Vevey harbour, Vaud, returned for its thi rd w inter on 10 Febru ary (cf Dutch Birdin g 15: 83 84, 1993; 16: 78, 1994). During j anuary, no Lesser Scaup was reported in Britain ; on 14 February, however, a first-yea r male was di scovered in Humberside. The first Long-tailed Duck Clangula hyemalis for the Balearics was a female at Salinas de Levante, M all orca, from 5 j anu ary. O n 6 November, the male Surf Scoter M elanitta perspicillata returned for its fifth w inter to Li sta, Vest-Agder, Norway. In Scotl and, eight males and a female were reported and sin gle males we re in Dyfed, W ales and Ke rry, Ireland, during December. A female Red-breasted Merganser M ergus serrator at Lake Qa run, EI Fayoum, on 3 December w as the second for Egypt since 1953; anoth er w as seen off EI Ma laha, North Sinai, on 30 December. White-headed Ducks Oxyura leucocephala stayed in Nord, France, on 4-1 2 December (femalel, in Seine-Maritime, France, from 22 December (first-winter male) and at Abberton Rese rvo ir, Essex, En gland, on 2-2 9 j anuary (adult femaIe). In late October, a Black-shouldered Kite Elanus caeruleus was recorded in Switzerl and . In Hungary, 46 White-tailed Eagles H aliaeetus albicilla we re co unted thi s w inter in th e Hortobágy. The second recent w inter record of Short-toed Eagle Circaetus ga llicus for Egypt co ncerned an indi vidual at Salhi ya near Ismaili a on 30 December. From O ctober to at least 12 December, a second-yea r Spotted Eagle Aquila clanga was stayin g at the Hortobágy, Hungary, and up to seven we re w intering in France. The Imperial Eagle A heliaca reported for the Camargue in November 1994 (cf Dutch Birding 6 : 249, 1994) was later re-identified as a ju venile Spotted Eagle. In th e Canary Islands, three lesser Kestrels Falco naumanni we re seen on 2 j anu ary at Pl aya de las Ameri cas, Tenerife. O n 31 December, an Allen's Gallinule Po rph yrula alleni was reported on Gran Canari a, Canary Island s. Two single Purple Swamp-hens Porph yrio porph yrio were seen in the Camargue, Bouches-duRh 6ne, France: an imm ature at La Capellière stayed fro m 7 October to 3 December and an adult at Li gagneau from 19 December. In autumn 1994, probabl y

29


WP reports 146 Whooping Cranes Crus am ericana, includin g 1012 young, left Wood Buffalo Nationa l Park, Ca nada, to w inter at Ara nsas Nationa l Wi ld li fe Refu ge, Texas, USA. Th is species' numbers show a distinct recovery from the nea r extin ction figure of onl y 16 indi v idu als in 1941. There are several reports that aga in large numbers Houbara Bustards Ch lamydotis undulata we re ki ll ed in Morocco by hunting parti es from the A rabian pe nin sui a and that thi s species mi ght be close to extinction in man y areas . In north-western Morocco, 10 km north of Asi lah, 27 Great Bustards Otis tarda we re counted on 4 j anuary. The population in so uthern Morav ia, Slovak ia, seems to be on th e verge of extin ction showin g a rapid decline from 1317 in 1990 to th ree or six in 1994 (B r Birds 88: 32: 1995) . ASociabie Plover Chettusia gregaria stayed at Lu zé, Indre-et-Lo ire, France, on 1-7 january. Presumabl y the last Slender-billed Curlew Numenius tenuirostris for Morocco w as seen from 2 November until at least 27 j anua ry at Merja Zerga. Three males had been wi nterin g in thi s area during 1987-92 and two durin g the wi nters of 1992/93 and 1993/ 94. As usual , no oth er indi vidu als were found in northern Afri ca des pite, for instance, EU sponso red sea rching in th e Western Sahara. However, enco uragin g news ca me from so uthern Ita ly, w here a sighting of four in a coastal wetland reserve in mid-j anuary was fo ll owed by the spectacular finding in the sa me area on 26 February of a group of 10 foraging mal es and females . These bi rds offer a chance to rescue th e species from extinction. On 15 j anu ary, the fi rst Greater Yellowlegs Tringa melanoleuca for the Netherl and s was a first- w inter seen during 30 min near M iddelburg, Zee land ; it may have been the same indi vidual as the one stav in g betwee n Dud ze le and Zeeb ru gge, Westv laanderen, Bel gium, from 27 November to 2 December (cf Dutch Birding 16: 250, 1994) and latter individual was also see n at Rockliffe, Cumbria, England, from 15 October to 13 November. The Spotted Sandpiper Actitis macularia w hich stayed from 11 November (o r ea rl ier) at Heppendorf, Nordrh ein-Westfa len, Cermany, remained until 24 December. In En gland, w interin g indi v iduals were found at Welney, Norfo lk, and at Ho lme Pi errepont, Notti nghamshire, during December. The first-w inte r Grey-tailed Tattler Heteroscelus brevipes at Burghead, Cram pian, Scotland, stayed from 27 November until 27 December (cf Dutch Birdin g 16: 252, 1994). At jubail , Eastern Provi nce, Saudi A rab ia, a Grey Phalarope Phalaropus fulicarius was see n on 21 December. A second-winter laughing Gull Larus atricil/a was stav in g at Cork City l ough, Cork, Ireland, on 15-20 j anu ary. In Morocco, Ring-billed Gulls L de lawarensis were prese nt at larache, Sidi Bourhaba, and Essaouira during j anuary and two first-w inter b ird s were seen at va riou s loca lities in so uthern, Tenerife, from 15 j anu ary to at least ea rl y February. An adult was reported in MiddenLimb urg, Belgium, on 8 j anu ary and a first-w inter stayed at Ümm in ger See, Bochum, Nordrhein-Westfa len, Germany, during 19-24 j anuary. On 30 j an uary, an adu lt Herring Gull L argentatus and a first- w inter Great

30

Black-backed Gull L marinus we re see n at Essaou ira, Morocco. In Wa les, an adu lt w inter Ross's Gull Rhodostethia rosea was seen at Aberystwyth, Dyfed, on 30 December and in Gwynedd on 14-22 january; presumab ly the sa me indi vidua l was see n in Lancas hire on 24 j anu ary and Merseyside from 30 j an uary. Another adu lt was staving at Ga lway Docks, Ca lway, Ireland, from 28 janu ary. On 5-6 janu ary, an ad ult Ivory Gull Pagophila eburnea was seen at Bergen, Hordaland, Norway. In 1994, the first breed in g evidence of Gull-billed Tern Celochelidon nilotica for Saudi Arabia concern ed 12 pairs on Zakhnuniyah in the Gulf. Bes ides, during a survey of tern co lonies on 12 Saudi Arab ian island s in the Gu lf region, 1683 breeding pa irs of Crested Tern Sterna bergii, 36 810 of lesser Crested Tern S bengalensis, 21 660 of White-cheeked Tern S repressa, 47 725 of Bridled Tern S anaethetus and seven of Saunders's Tern S saundersi were co unted (proba bl y, hi gher numbers of th e latter also breed on the main land). On 6- 10 Febru ary, at least 97 Royal Terns S maxima and one adu lt lesser Crested Tern were seen at Ad Dakhl a, Western Sahara (c 300 km north of the Mauri tan ian border). In the Netherlands, up to five Sandwich Terns S sa ndvicensis we re w interin g at Brou we rsdam, Zee land. In Lothian, Scotland, a firstw inter Forster's Tern S forsteri was discovered at M usse lburgh on 16 December and, subsequentl y, see n at Edinburgh unti l 31 December. On 5 j anuary, th e second for the Netherl and s (a nd the co nti nent) was a first-w inter photographed at Kinderdi j k, Zuidholl and. In Wa les, a first- w inter was we ll-watc hed at Bangor, Gwynedd, from 20 j anu ary. At Lerw ick, Shetland , Scotland, an exhausted Brünnich's Guillemot Uria lom via was taken into ca re on 4 j anu ary; after being nursed up it was tw itched by many birders. The eighth fo r Denm ark was seen at Hirtshals, Nordj yll and, on 17 january and the third for Belgium was pi cked up dead at Bredene, Westvlaa nderen, on 21 j anu ary. Th e first record of Black Guillernot Cepphus gryl/e in Slove nia on 2-3 j anu ary 1994 was publi shed in Acrocepha lu s 15: 6972, 1994. Over 20 000 little Auks A I/e al/e were coun ted on 11-12 janu ary during north-westerl y ga les between Northumberland and Humbersid e, England. In Western Sahara, several 1005 Spotted Sandgrouse Pteroe/es senega l/us we re enco untered near Ad Dakhla on 7-10 February. In Egypt, up to eight African Collared Doves Streptopelia roseogrisea we re see n nea r Abu Simbe l between 30 j anuary and 3 Feb ru ary. Thi s w inter, Collared Doves S decaocto were reported as be i ng w idespread in weste rn Morocco; on Tenerife, three we re see n at Playa de las Americas on 2 january. The 10th Oriental Turtle Dove S orientalis for Sweden stayed at Holm sunds hamn, Västerbotten, on 26-27 j anuary. The fi rst Striated Scops Owl Otus brucei fo r th e Eastern Prov ince, Saud i Arab ia, was fo und as a roadkil l at jubail o n 21 December. At th e sa me site as in the previous w inter, one was stavin g in the wadi above Ei lat, Israe l. A pair of Hume's Owl Strix butleri ca llin g at Wad i Mukattab on 25 November represented an other new locat ion for Egypt. On 17 December, at least


WP reports six Egyptian Nightjars Caprimulgus aegyptius we re roost ing on t he desert escarpment north-west of Abu Sir Pyramid s on the outski rts of Ca iro, Egypt (in November, the largest num ber at thi s spot was eight). O n 21 December, three Dunn's larks Eremalauda dunni we re di scovered at Wadi Gerafi , North Sin ai, Egypt. In Israel, at K33 near Eil at, up to nine we re seen in ea rl y December. In Saudi A rabia, the first Wood lark LuI/uia arborea fo r the Eastern Prov ince was seen at jubail on 22 December. Th e first-w inte r Blyth's Pipit A nthus godlewskii stay ing from 7 November at South Swa le, Kent, England, remained until 11 December. The first Olivebacked Pipit A hodgsoni for Iberia was trapped and ringed at Al vo r, Portuga l, on 16 November. Red-throated Pi pits Acervinus were see n at O ued Loukkos, M orocco, on 20 j anu ary (th ree) and Ad Dakhl a, Western Sahara, on 7 Feb ru ary. A f irst-summer male Citrine Wagtail M otacil/a citreola stayed at Larache on 3-5 j an uary. In Egypt, two female Pied Wheatears Oenanthe p leschanka, fi ve Cyprus Pied Wheatears 0 cypriaca and one male Black-eared Wheatear 0 hispanica we re repo rted from 30 j anu ary to 3 Febru ary at Abu Simbel. From 26 Decembe r to 5 j anu ary, a first-w in ter male Black-throated Thrush Turdus ruficol/is atrogula ris stayed at Imatra, Finl and . It appea rs that Desert Warbier Sylvia nana is more comm onl y w intering in Egypt th an previously th ought: between 25 November and 17 j anu ary, at least 10 indi vidu als were found at va riou s pl aces. Th e first w in ter reco rd of Yellow-browed Warbier Ph yl/oscopus inorn atus for Egypt co ncerned an indi vidual at the ga rden of Hilton at Taba on 20 December. O n 28 December, a Hume's Yellow-browed Warbier P humei was di scovered at Topkapi Palace Gard ens, Istanbul, Turkey. Th e first w intering Dusky Warblers P fuscatus for Brita in stayed at Bideford , Devon, fro m 28 December an d at Bude Marshes, Cornwa l/, from 20 j anu ary. A first-w inter Red-breasted Flycatcher Ficedula parva at Ten-Bel, Tenerife, f ro m 28 j anu ary to at least 12 Feb ru ary was onl y the fourth for the Canary Islands. In Morocco, on 4 j anu ary, at least three Penduline Tits Remiz pendulinus were reported from Larache, w here th ere have been w inter sightin gs since at least 1988. A male Isabelline Shrike Lanius isa bel/in us at A bu Simbe l on 3 Febru ary was th e first for Egypt since 1984. A Steppe Grey Shrike L meridionalis pa l/idirostris at Wadi Gerafi on 2 1 December was onl y the third record of thi s subspec ies fo r Egypt. In England, a North AfrÎcan Chaffinch Fringil/a coe/ebs africa na (o r perhaps F c sp odiogenys) returned to Fin gringhoe W iek, Essex, on 2 j anu ary and was last reported on 21 j anu ary; last yea r, it had been present on 9-24 Ap ri l (cf Dutch Bird ing 16 : 166, 1994). Two Bramblings F montifringil/a we re seen at O uka imeden, M orocco, on 28 j anu ary. O n 31 Decembe r, the first Red-fronted Serin Serin us pusil/us (a juvenil e) and on 26 December,

th e fi rst Hawfinch Coccothraustes coccothraustes fo r the A rabi an Penin suia we re di scove red at ju ba il. In Egypt, a male and female Syrian Serin S syriacus were observed on 17-1 9 October at Orabi Farm, 25 km east of Cairo. A fi rst-w inter Blackpoll Warbier Oendro ica striata at Bewl Water, East Sussex, on 10-21 December was th e first recorded inl and for England and also th e first in w inte r. If accepted, a female Pi ne Bunting Emberiza leucocephalos on Das on 8 Nove mber w il/ be the first fo r the U ni ted Arab Emirates. In north-eastern Saudi Arabi a, a female was seen at jubail on 21 December. Th e seventh fo r Norway wa s a first-w inter male w interin g on Stord, Hord aland, from 29 December to 14 j anu ary. In Morocco, a male was see n at O uka imeden on 1 j anu ary. Th e ninth fo r Sweden was a male at U mea, Västerbotten, on 24-27 j anu ary. An adul t w interi ng from late j anu ary to at least mid February at North Slob, W exford , was the first for Ireland . Several Little Buntings E pusil/a we re reported from unu sual pl aces, including one in Agadi r, Morocco, on 23 October, up to four in Norway betwee n 22 December and 2 1 j anu ary and one on Fu erteventura on 18 j anu ary. In ea rl y October, a first-w inter female Northern Oriole Icterus ga lbula kil/ ed itself again st a w indow on a ship in the En gli sh Channel and a photog raph of the mounted spec imen was publi shed (B irding World 8 : 6, 1995) . For a number of reports, publications in Ac roceph alu s, A laud a, A rdeola, Birding W orld , Birdwatch, Bird W atchin g, Briti sh Birds, Limi co la, Lim osa, Linnut, Nos O iseau x, l'Oisea u, O rnithos, Rivi sta Itali ana di Birdwatc hing, Va r Fagelvä rld, Var Fu glefaun a, Wil son Bul/ etin and Win ging It w ere co nsulted. News from Brita in wa s kindl y supplied by Birdlin e (089 1-700-222) and Rare Bird News (088 1-888 -11 1). I w ish to th ank Peter A rcta nder, Mindy Baha EI Din; .Sherif Baha EI Din, Th eo Bakker, Christine Barthel , Peter Barth el, Leo Boon, Ton y Clarke, Ton Cu ypers, Koen va n Dijken, Philippe Dubo is, Hugues Dufourn y, M arc Duqu et, Enno Ebels, Zol tá n Ecsedi, Lee Eva ns, Paul Eve rs, Di ck Filby, D ick Forsman, A nnika Forsten, Vas uta Gábor, Steve Gantlett, H ans Gebui s, Terry G uil/aume (Sw iss Bilingual Bird line), Marce l/ o G ru ss u, Hugh H arrop, Tom va n der H ave, Graham Hea rI , Feli x Heintzenberg, j eff Higgott, Erlin g jirle, Yves Kaise r, G uy Kirwa n (OSME), jürgen Klünder, Franko Ma roev ic, Dave M cAdams, Anthony M cGee han, Ri chard M il/ington, Domini c Mitchel/ , Kil/i an M ul/arney, Chri s Murphy, Gerald O reel, Bjoern Ei nar Sakse id, Peter va n Sc heepen, Bob Scott, Hadoram Shirihai, Gunter De Smet, Tadeusz Stawarczy k, Henk Swinkels, Peter Symens, j oop Treep, Bern ard Vo let, j acob Wijpkema and Tini e Wijpkema for th eir help in co mp il ing thi s review.

Arnoud B van den Berg, Ouinlustparkweg 98, 2082 EG Santpoort-Zuid, Netherlands

31


Recente meldingen _ __ _ _ __ Dit ove rzicht van recente meldin gen va n zeldzame en interessante voge ls in Nederl and en België bes laat voornam elijk de maanden november en december 1994. De vermelde geva ll en zijn merendeels ni et geverifi eerd en het ove rz icht is ni et vo ll edi g. All e vogelaa rs die de moeite namen om hun w aarnemin gen aa n ons door te geven w ord en hartelijk bedankt. Waarnemers va n soorten in Nederland die word en beoordee ld door de Commi ssi e Dw aal gasten Nederland se Avifauna wordt ve rzoc ht hun waarn emin gen zo spoedi g mogelijk toe te ze nden aan: CDNA, Po stbu s 45, 2080 AA Santpoort-Zuid, Nederland. Hiertoe gelieve men gebruik te maken va n CDNA-waarnemingsformuli eren die eveneens verkrij gbaar zijn bij bovenstaand adres.

Nederland DUI KERS TOT VALKE N IJsduikers Cavia immer we rd en waa rgenomen op 5 november bij Westkapell e, Zeeland, op 17 december bij Stevensweert, Limburg, op 20 en 21 december op het Veerse Meer bij Veere, Zeeland, en op 25 december bij Roermond , Limburg. In november zou op het Nederl and se deel van de Doggersbank een Wenkbrauwalbatros Oiomedea me/anophris zijn w aargenomen. Vol gens w elingeli chte bronnen zou deze vogel eerder in het jaar al meerdere malen zijn w aargenomen. Op 16 november vloog een late Grauwe Pijlstormvogel Puffinus griseus langs Tersc hellin g, Friesland. Op 5 december wa s er een melding van een langsvliegend Stormvogeltje Hydrobates pe/agicus bij Westkapelle. Vale Stormvogeltjes O ceanodroma /eucorh oa wa ren op 1 en 17 november bij Scheveningen, Zuidho ll and, op 16 november bij Tersc helling (drie) en op 14 dece mber bij Lau we rsoog, Gronin gen. Kuifaalscholvers Pha/acrocorax aristote/is we rden gezi en op 3 november dri e en op 12 nove mber twee v liegend langs W estkapell e, op 6 november op het grind gat bij Oost-Maarland , Limburg, op 9 november bij de Maasv lakte, Zuidholl and, op 10 november drie en op 3 dece mber twee bij Vlissin gen, Zeeland, en op 4 december bij Den Helder, Noo rdholl and. Va naf 11 december werd en max im aa l 16 Kwakken Nycticorax nycticorax opgemerkt in het Veerse Bos bij Veere. Het betrof voorn amelijk onvo lwassen exempl aren, waa rsc hijnlijk afkomstig va n de vrij vliegende popul atie va n Het Zw in in België. Op 2 nove mber vloog een Koereiger Bubu/cus ibis langs de Bl oedberg bij M onster, Zuidh oll and. Pl eisterende exempl aren werden gez ien va n 4 tot 11 november bij Wa ssenaar, Zuidh olland, op 13 november bij Stompw ijk, Zuidh oll and, en va n c 20 november tot 4 december bij HeerIe, Noo rdbrabant. De naweeën va n de in vas ie va n de Kleine Zilverreiger Egretta ga rzetta leverde het vo lgende op: tot 14 december we rden w aarnemin gen gedaa n in het

32

M arki eza at bij Bergen op Zoom, Noordbrabant, met een max imum va n acht exemplaren op 27 nove mber, op 3 november was er één bij de Koud ekerkse Inlagen, Zee land, en op 28 novembe r één bij de daa rn aastgelegen Schelph oe k, Zee land, op 6 nove mber één b ij Stell end am, Zuidh o ll and, op 7 november drie bij H et Zw in, Zeeland, en één in de Ve rdronken Zwa rte Polder, Zeeland, op 9 nove mber twee langs de Brouwe rsdam, Zuidholl and, en va naf 18 nove mber één à twee bij het Veerse M ee r. Grote Zilverreigers E a/ba ve rbl eve n tot 20 december in de Lauwe rsmeer, G ronin gen, tot 22 december op de Korendijkse Slikken, Zuidho lland, op 6 november bij Stellend am en in het Harderbroek, Fl evoland, op 13 nove mbe r bij G root-A mm ers, Zuidh oll and, va naf 19 nove mber (a lweer voor het negende jaar 11) ten noo rden va n N ul and, Noord brabant, w aar er begin janu ari ze lfs twee za ten, va n 22 november tot 5 december twee bij Bergambacht, Zuidholl and, op 29 nove mber bij de Ki ev itslanden, Fl evoland, op 5 december bij W assenaa r en op 25 december bij Castri cum, Noordholl and. De influ x va n Zwarte Ibissen P/egadis fa/cin el/us in de voorgaande period e had een vervol g: de gehele peri ode één tu sse n Haa rlem en Spaa rnd am, Noordh oll and, en va n 13 tot 2 1 nove mber één in de Aa lkeetbuitenpolder bij V laardingen, Zuidh oll and. G roepen van max im aa l 12 Dwergganzen Anser erythropus bl even tot 27 november aanwezi g bij Anjum , Fri esland , en de gehele peri ode bij Strij en, Zuidholland. Bovendien we rden exempl aren gezi en op 6 nove mber langs de Brikweg, Fl evol and, en op 2 december bij de Ki evitslanden, op 17 december bij het Jaap Deensgat in de Lauwe rsmeer en va naf 23 december bij Goedereede, Zuidholl and. Ross' Ganzen A rossii Iiepen op 10 november bij Stellend am, op 17 november twee bij Garre lsweer, Groningen, en op 11 december op de Korendijkse Slikken. Witbuikrotganzen Branta bernicla hro ta we rden gez ien op 25 nove mber op Texel, Noo rdh oll and, en de gehele period e drie op Tersc hellin g. O p dezelfde eil anden we rd en ook Zwarte Rotganzen B b nigricans opgemerkt : op Tersc hellin g de gehele peri ode één en een ander exempl aar op 4 novembe r en op Texel drie exempl aren van 25 november tot 7 december. Een hyb rid e Zwarte Rotgans x Rotgans B b nigrica ns x bernicla werd beg in december eveneens op Texel gez ien. Roodhalsganzen B ruficol/is werden gemeld op 6 november in Fl evoland, op 8 en 20 nove mbe r bij A njum, va n 25 november tot 7 december op Texel, va n 28 nove mber tot 5 december bij de Wevers en Fl aauwe rs Inl agen, Zeeland, op 18 december in de Bandpolder, Fri es land, op 30 december bij Son del, Fri es land, en op 31 december bij Yerse ke, Zee land. Een we l hee l sc hrikbarende waa rnemin g betreft die va n een groep va n 300 Nijlganzen A/opochen aegyptiacus op 5 nove mber bij Ravenstein, Noordbrabant. Va n 13 tot 15 november ve rbl eef een Amerikaanse Smient A nas america na bi j Spaa rn wo ude, Noordholl and . Een hybri de Amerikaanse Smient x

[Dutch Birding 77: 32-37, februari 19951


Recente meldingen

26 Forsters Stern / Forster's Tem Sterna forsteri, Kinder-dijk, Zu idh oll and, 5 januari 1995 (Piet van Meerkerk)

27 Zwarte Ibis / Glossy Ibi s Plegadis fa lcinellus, Haa rl em, Noordholl and, november 1994 (Piet Munsterman)

28 Pestvogel / Bohemian Waxwing Bombycilla garrulus, Tersc helling, Friesland, 15 november 1994 (A rie Ouwerkerk)

33


Recente meldingen

29 Witkopgors / Pine Bunting Emberiza leucocephalos, mannetj e, Bl oemendaal, Noordho ll and, 4 november 1994 Van de BruinN RS Cornelis va n Lennep) 30 Kl eine Topper / Lesser Sca up Ayth ya affinis, Veere, Zee land, 11 december 1994 (Arnoud B va n den Berg) 31 Siberi sc he Taling / Baikal Tea I A nas form osa, mannetj e, Broekhui ze n, Limburg, 27 december 199 4 (Arnoud B va n den Berg) 32 Grote Geelpootruiter / Greater Ye llow legs Tringa melanoleuca, Grijpskerke, Zee land, 15 janu ari 1994 (Koen Ku ypers) 33 Grote Geelpootruiter / G reater Yell owlegs Tringa melanoleuca, Zeebru gge, W estvlaanderen, november 1994 (Bernard Oe Langhe)

34


Recente meldingen Smient A americana x pene/ope werd op 1 december gezien op Texel. De Bronskopeend A fa/cata va n de AW-d uinen, Noordh o ll and, werd daar nog tot 10 december waa rgenomen. Vanaf 1 janu ari verbl eef er één (moge lij k dezelfde voge l) bij Haarlem. Nadat op 20 november al een eerste-wi nter mannetje Siberische Taling A formosa bij Thorn, Lim burg, was gezien, werd vanaf 25 december een ze lfde voge l waa rgenom en bij Broekhui zen, Lim burg. Opva llend was dat de voge l bij het uitdelen van brood of maïs door de plaatselijke bevolking vaak haantje-de-voorste speeld e. H et maximum aantal Krooneenden Netta rufina dat zich deze w inter in de AW-duin en bevond, bedroeg 16 op 10 december. Va naf half november werd bij Veere een eerste-win ter mannetje Kleine Topper Aythya affinis waargenome n . . Nadat de soort op 1 december doorgegeven werd konden ve len zich vergapen aan deze potentiële toevoeg in g aan de Nederland se lij st. Het gerucht dat een co llectionneur in de directe omgeving va n het Veerse Meer een dergelijke eend zou z ijn kwijtgeraakt bleek slecht onderbouwd. Het eerste-w inter vro uwtje Koningseider Somateria spectabi/is van Scheven in gen bleef daar aa nwez ig tot 25 november. In deze period e werden (nog) geen grote aanta llen IJseenden Clangu/a hyema/is bij de Brouwersdam gemeld maar het totaa l va n 35 langstrekkende exemplaren op 15 november bij Terschelling is zeker het noemen waard. Kokardezaagbekken Mergus cucullatus behoorden ook deze w in ter wee r tot de waterwildcol lectie. Naast hetzelfde adu lte mogelij k ongerin gde mannetje va n vo ri g j aar vanaf 4 december bij de Brouwersdam waren er waarnem in gen op 12 en 29 december bij Mook, Limburg, en op 29 december bij Broekhuizen. Op 2 november was er een melding va n een Zwarte Wouw Mi/vus migrans bij N ijmegen, Gelderland. Rode Wouwen M mi/vus vlogen op 2 november b ij Wassenaar en op 20 november ten zu id en van Anjum. Zeearenden Ha/iaeetus a/bicilla verb leven de gehele periode op de Sli kken van Fl akkee, Zu idho ll and, op 6 november bij Bergen op Zoom, van 24 november tot 24 december in de Brabantse Biesbosch, Noordbrabant, op 7 december bij Vries, Drenthe, op 17 en 18 december in de Lauwersmeer en op 25 december op de Maasvlakte. Visarenden Pandion haliaetus werden nog gez ien tot 20 november op de Strabrechtse Heide, Noordbrabant, en op 20 november b ij N ijmegen. Een Roodpootvalk Fa/co vespertinus v loog nog op 12 november in de Bandpold er. Op 4 en 12 december werd in de omgev in g van de Wevers en Flaauwers Inl agen een grote, kennelijk ongerin gde, valk gez ien die door somm igen voo r een Sakervalk F cherrug werd aangez ien en door anderen voor een Giervalk F rustico /us. Op 6 november werd bij het Verdro nke n Land van Saehinge, Zeeland, een G ierva lk gez ien met tekenen van gevangen schap. Ook al in de vo ri ge periode werden in Zee land op enkele plekken (ontsnapte) grote va lken waargenomen, waa rbij geopperd werd dat er sprake kon zijn van hybriden. Na en ige doortrek in begin november werden c 40 pleisterende Slechtvalken F peregrinus gemeld, voorname lijk in de zu id westhoek va n Nederland.

KRAANVOGE LS TOT A LKEN D it jaar was er sp rake van een sterke najaarsdoortrek van de Kraanvogel Grus grus. Tot de eerste dagen van december werden rui m 2000 exemplaren gemeld, waarva n de helh in de eerste dagen van november met een p iek op 2 november (887 exemp laren). Tot begin december werd bij Oostvoorne, Zu idh oll and, een Peruaanse Griel Burhinus superci/iaris waa rgenomen, die, getuige z ijn rin g, afkomstig was uit een Engelse co ll ectie. De laatste datum waarop de Grote Franjepoot Pha/aropus tricolor va n de Eemshaven, Groningen, werd gez ien is blijven steken op 13 november. Rosse Franjepoten P fu/icarius werden gemeld op 16 november va n Terschellin g, van 17 tot 20 november bij Ijmuiden, Noordholland, op 17 november bi j Lauwersoog en op 30 december bij Dishoek, Zee land. Tussen 16 en 18 november werde n nog 33 Middelste Jagers Stercorarius pomarinus doorgegeven. Vorkstaartmeeuwen Larus sabin i vlogen op 15 november langs Terschelling en Scheveningen. Op 2 januari werd ten zuidwesten van Achtmaa l, Noordbrabant, op vr ij we l dezelfde plek als in april 1992, een Ringsnavelmeeuw L de/awarensis g~me ld. Een Baltische Kleine Mantelmeeuw L fuscus fuscus werd op 6 november waa rgenomen op de Maasvlakte. Kleine Burgemeesters L g /aucoides vlogen op 10 december langs de Brouwersdam en op 28 december bij de vuil nisbelt van de Schelphoek. Vanaf 5 januari was er één aanwez ig bij de afvalbakken van de v isafs lag va n Ijmuiden. Grote Burgemeesters L hyperboreus zaten de gehele periode bij de Brouwersdam (ee n adult voo r zi jn 11 e winter) en op 3 december bij 's-Gravenzande, Zu idh olland. Ook in deze periode kwa m de Ross' Meeuw Rhodostethia rosea nog eens langskui eren bij Camperduin , Noord ho ll an d, en we l op 22 november. Het maximum aa ntal overw interen de Grote Sterns Sterna sandvicensis langs de Brouwersdam was v ijf op 30 december. Op 5 januari we rd een eerste-winter Forsters Stern S forsteri gefotografeerd bij Kinderdijk, Zu idholl and. Dit is niet all een het tweede geva l voo r Nederl and maar ook voor het vaste land va n Europa. Er wa ren late meldingen va n Zwarte Sterns Ch /idonias niger op 3 december bij Kornwerderzand, Fri es land, en op 4 december bij Den Oever, Noord ho ll and, en van Witvleugelsterns C /eucopterus op 1 novembe r bij Kornwerderzand, van 20 november tot 4 december bij Den Oever en op 6 december langs de Oostvaardersdijk, Flevoland. Een Zwarte Zeekoet Cepphus grylle verb leef vanaf 28 december in de haven van West-Tersc helling, Friesland. Kleine Alken A lle alle bleven uiterst sc haars met waa rnem in gen op 2 november op Terschelling en bij Ijmuiden en op 16 november bij Westkape lle. Papegaaiduikers Fratercu/a arctica werden gez ien op 3 november (twee) bij Westkapelle en op 15 november bij Camperduin. GIERZWALUWEN TOT GORZEN De laatste Gierzwaluw Apus apus vloog op 27 november over Amsterdam, Noord ho ll and. Erg laat was de melding van een Alpengierzwaluw A me/ba op 9 november bij Beesd, Gelderland. Hoppen Upupa epops verbl even tot 2 novem ber op Terschelling, tot 7 december op Texel en op 30 no-

35


Recente meldingen vember bij Bakkeveen, Friesland. De laatste Boerenzwaluw Hirundo rustica v loog op 2 december bij Harderwijk, Gelderland. Grote Piepers Anthus richardi werden nog gezien op 2 novembe r in de Lauwersmeer, langs de Oostvaardersdijk en op Tersche ll ing, op 3 november v ier bij Katw ijk, Zu idho ll and, en op 4 november bij Oostvoorne en Scheven in gen. Waarnemingen van Pestvogels Bombycilla garrulus wa ren als vo lgt ve rdeeld: op 2 november b ij in Julianadorp, Noordholland, en bij Petten, Noordhol land, op 14 en 15 november twee, op 16 november zes andere en op 30 november nog eens drie op Terschelling, op 18 november op Texel en op 24 november vl iegend over Arnhem, Gelderl and. Op 1 december werd een Waterspreeuw Cinc/us cinc/us gezien bij Wageningen, Gelderl and. Op 6 november zat de v ierde Woestijntapuit Oenanthe deserti voor Nederland op de Maasvlakte. De laatste Beflijster Turdus torquatus van het se izoen werd op 21 november op Terschelling gemeld. Een late Sperwergrasmus Sylvia nisoria werd op 4 november gevangen bij het Zwarte Meer b ij Kampen, Overij ssel . Het topj aar voor Pallas' Boszangers Phylloscopus proregulus werd afgesloten met waa rn em in gen op 1 november in Bunnik, Utrecht, op 2 november langs de Oostvaardersdijk, van 2 tot 5 november in Groningen, Groningen, op 4 november op TerscheIl in g, van 6 tot 11 november in Den Haag, Zuidho ll and, en op 13 december in het Kralingse Bos te Rotterdam, Zu idholl and. Van de Bladkoning P inornatus waren er nog observaties op 5 november bij Den Held er, op 5 en 6 november op de Maasvlakte, op 6 november op Terschelling en op 13 november in Zwo ll e, Overij sse l. Humes Bladkoningen

P humei werden opgemerkt van 10 tot 13 november b ij Lauwersoog en op 26 november b ij Katwijk. Na de waarneming van een Bruine Boszanger P fuscatus op 3 november te Katw ijk, was er een vangst op 12 november op Texel. Meldin gen buiten Zuid-Limburg van Taigaboomkruipers Certh ia familiaris waren vanaf 4 november bij Lauwersoog, op 5 november en 13 december in Amsterdam, op 12 november in Veenendaal, Utrecht, en op 19 november op Schiermonn ikoog, Friesland. Notekrakers Nucifraga caryocatactes verbleven op 4 november bij Bergen aan Zee, Noordhol land, op 6 november in Budel, Noordbrabant, en op 27 december bi j Amsterd am. Eén van de Huiskraaien Corvus sp/endens van Hoek van Holland, Zu idho ll and, we rd daar nog tot in januari 1995 gez ien. Een Roze Spreeuw Sturnus roseus werd op 27 oktober gez ien in de Can isvlietpolder bij Sas van Gent, Zee land . Na de influx in oktober werd al leen op 3 november op Terschelling nog een Witstuitbarmsijs Cardue /is homemanni gemeld . De geruchten over Grote Kruisbekken Loxia pytyopsittacus in ons land bleken bewaarheid te worden getuige een waarnem ing op 5 november bij Katwi jk, een vangst op 17 november bij Tongeren, Gelderland, en de aanwezig heid van 10 exemp laren vanaf 5 december op de Va lenberg bij de Loenerm ark, Gelderland. Zoa ls eerd er verm eld werd op 4 november nog een Witkopgors Emberiza /eucocepha/os gevangen bij Bloemendaal, Noordholl and. Dwerggorzen E pusilla bevonden zich tot 16 november op Terschelling, op 2 november bij Wou brugge, Zu idh oll and, en op 19 november bij Den Oeve r.

Ruud M van Dongen, Albertusstraat 4, 5261 AD Vught, Nederland Hans Gebuis, Boogschutter 30, 3328 KB Dordrecht, Nederland Peter W W de Rouw, Warande 23, 3705 ZB Zeist, Nederland

België DUIKERS TOT VALKEN Langsvliegende IJsduikers Cavia immer werden gezien te Nieuwpoort, Westvlaanderen, op 1 november en te Zeeb ru gge, Westvlaanderen, op 4 november (twee). Van 17 tot tenminste 31 december zwom een juveniel exemplaar bij de Oostdam te Heist, Westvlaanderen. Op 1 november vloog we llicht dezelfde Grauwe Pijlstormvogel Puffinus griseus zowe l langs Oostende, Westvlaanderen, als Wenduine, Westvlaanderen. Op dezelfde dag v loog het laatste Vale Stormvogeltje Oceanodroma /eucorhoa langs Wendu ine. Te Sint-Idesba ld, Westvlaanderen, werd op 4 november een langsvliegende onvo lwassen Kuifaalscholver Pha/acrocorax aristote/is opgemerkt. Een Roze Pelikaan Pe/ecanus onocrota/us in tweede-winterk leed zat op 3 november kortstondig in de Voorhaven van Zeeb ru gge en vloog vervo lgens de zee op. Bij Hastière, Namur, we rd op 16 november een Kwak Nycticorax nycticorax waarge nomen; tevens vloog er op die dag één over Steendorp, Oostvlaanderen . Op 26 november verb leven nog steeds twee Kleine Zilverreigers Egretta garzet-

36

ta in Het Zw in b ij Knokke, Westvlaanderen, en daarn a bleef hier tot 17 december tenminste één exemplaar aanwez ig. Te Zeebrugge werd er één waargenomen op 5 november. De Grote Zilverreiger E a/ba te Harch ies, Hainaut, b leef de ganse periode aanwezig. Op 18 december werd hier weer een tweede exemp laar waargenomen. Op 4 en 5 december zat er één bij Oud-H everlee, Brabant, die op 6 december over Huldenberg, Brabant verdween . Ook v loog er op 6 december één over U itkerke, Westvlaanderen. Op 13 november trokken 32 Ooievaars Cicon ia ciconia over Hoeven, Antwerpen. Eind november werd bij Waterv liet, Oostvlaa nderen, het (voor België) spectacu laire aanta l van maximaal 386 Kleine Zwanen Cygnus co /umbianus geteld . Op 25 november trok een Roodhalsgans Branta rufico llis (tussen de Grauwe Ganzen Anser anser) over Harchies. Met de aanwezigheid van een eerste-winter mannetje Siberische Taling Anas formosa b ij Hofstade, Brabant, op 30 en 31 december, deelde ook België in de soorten met een twijfelachtige herkomst. In Het Zw in b ij Knokke zwommen op 27 november nog drie Zomertalingen A querquedula. Krooneenden Netta


Recente meldingen rufina werden waargenomen te Blokkersdijk (dr ie), Antwerpen (twee); Drongen, Oostvlaanderen (twee); Gent, Oostvlaanderen (twee); Lier-Duffel, A ntwerpen; Oelegem, Antwerpen (twee); en Temse, Oostvlaanderen. Het traditionele mannetje Ringsnaveleend Aythya co//aris van Blokkersdijk bleef tot de j aarw isse lin g aanwezig. Het tweede mannetje werd nog waa rgenomen tot 3 november en op 22 en 24 december. Van 14 tot tenmin ste 24 november was een vrouwtje aanwez ig bij Welle, Oostvlaanderen. Mannetjes Witoogeend A nyroca zwommen te Beveren-Leien, Westvlaanderen, van 3 tot 6 november, bij Brugge, Westvlaanderen, op 13 november en te Lier-Duffel van 20 november tot na de jaarwisse lin g. Vrouwtjes Rosse Stekelstaart Oxyura jamaicensis waren present bij Kluizen, Oostvlaanderen, van 6 tot 16 november en een ander exemp laar op 2 december en te Roksem, Westvlaanderen, op 16 en 17 november. Mannetjes zwommen op Blokkersdijk op 19 november en bij Oostende vanaf 24 december. Op 3 november zou een Zwarte Wouw Mi/vus migrans gez ien zi jn bij Willebroek, Antwe rpen, en ze lfs op 1 december werd er één gemeld bij Kapellen, Antwerpen. Er werden Rode Wouwen M mi/vus gezien te Bekkerzeel, Brabant, en te Lili e, Antwerpen, op 5 november. Bij Bourdon, Luxembourg, pleisterde van 18 november tot tenminste 11 december een onvo lwassen Zeearend Ha/iaeetus a/bicilla. Vanaf 3 tot 31 december was er één bij Sint-Agatha-Rode, Brabant. Naar Nederland s voorbee ld was er een waarnem in g van een ontsnapte 'grote valk' en we l van een Giervalk Fa/co rustico /us, met lederen riempjes, te Nieuwpoort op 2 november. Slechtvalken F peregrinus werden opgemerkt te Blokkersd ijk; Gent (twee); Harchies; Kluizen; Kallo-Doel, Oostvlaanderen (twee); Het Zwin bij Knok- ' ke; Longchamps, Namur; Nieuwpoort (twee); Maaseik, Limburg; N ieuwpoort; Terdonk-Rodenhuizedok, Oostvlaanderen; Peer, Limbu rg; Watervliet; Willebroek; Zandv liet, Antwerpe n (twee); Zeebrugge-Achterhaven (twee) en Zeebrugge-Voorhaven. KRAANVOGELS TOT ALKEN Topdag voo r Kraanvogels Grus grus was 4 november met c 2500 exemplaren gemeld van 28 locat ies . Een groep van 260 voge ls overnachtte bij Arendonk, Antwerpen. Tussen 5 november en 3 december we rden nog eens 1240 overtrekkende voge ls gemeld. Van 6 tot 16 november kwamen er drie slapen bij Kluizen; we llicht deze voge ls v logen op 29 november over Dendermonde, Oostv laanderen. Van 15 tot 22 november pleisterden een 20-tal voge ls bij Brecht-Wuustwezel, Antwerpen. Tot tenminste 24 december ve rbl eef nog een adu lte Kleine Strandloper Ca lidris minuta bij Kluizen. De grote verrassing kwam toen bekend raakte dat op 27 en 28 een geelpootruiter Tringa werd gezien en gefotografeerd te Dudzele-Zeebrugge. Bij controle op 29 november bleek het om dezelfe eerste-winter Grote Geelpootruiter T me/ano/euca te gaan die van 15 oktober tot 13 november bij Rockcliffe, Cumbria, Engeland, verb leef. De voge l bleef aanwez ig tot 2 december en kon door 10-tallen Belgische, Franse en Nederlandse vogelaars uitstekend bekeken wo rden . Op 1 november werden

bij Nieuwpoort drie Rosse Franjepoten Pha/aropus fu/icarius waargenomen. Een binnen landwaarneming gebeurde te Harelbeke op 2 november. Op 3 november verb leef er kortstondig één te Blankenberge, Westvlaanderen, en op 12 en 17 november v loog er één langs Oostende. De laatste Vorkstaartmeeuw Larus sabini vloog op 1 november langs N ieuwpoort. Op 6 november was kortstondig een adulte Ringsnavelmeeuw L de/awarensis aanwez ig bij Klui zen. De grootste aantal len Geelpootmeeuwen L cachinnans werden geteld te Gaurain-Ramecroix, Hainaut (11), en te Nimy (zes). Een adu lte Witwangstern Ch /idonias hybridus in zomerkleed (!) werd op 30 december gemeld bij Denderbelle, Oostvlaanderen. GIERZWALUWEN TOT GORZEN Op 1 november vloog nog een late Gierzwaluw Apus apus over Zandhoven. Bij Tervuren, Brabant, werd op 18 november een Hop Upupa epops opgemerkt. De laatste Oeverzwaluw Riparia riparia v loog op 26 oktober over Schu len en een Boerenzwaluw Hirundo rustica v loog nog op 27 november over Blokkersdijk. Op 2, 11 en 24 november zaten respectievelijk twee en te lkens één Grote Pieper Anthus richardi bij Nieuwpoort. Telkens één exemp laar vloog op 2 november over Bredene, Westvlaanderen, op 3 november over Zeebrugge en op 7 november over Uitkerke, Westvlaanderen. Bijzonder laat was de waarneming van een roepende Roodkeelpieper Acervinus te Klui zen op 27 november. Er werden nog Beflijsters Tudrus torquatus gez ien te Nieuwpoort op 1 november en te Knokke en Schu len op 3 november. Een late Veldrietzanger Acrocepha/us agrico/a werd op 3 november gevangen en gerin gd in de Ijzermonding te N ieuwpoort. Hier werd op 11 november bovendien een Humes Bladkoning Phylloscopus humei waa rgenomen en op 15 november een Bladkoning P inornatus. Een ringvangst van een Pallas' Boszanger P proregu/us vond plaats bij De Haan, Westvlaanderen, op 9 november. Op 11 en 12 en op 24 november verb leef er telkens één bij Nieuwpoort. Siberische Tjiftjaffen P co//ybita tristis werden op 2 november gezien bij Heist en op 21 november bij Harchies. Een late Fitis P trochi/us zat op 16 november bij Gent. Op 3 november werden bij Ruien, Oostvlaanderen, twee Buidelmezen Remiz pendu/in us opgemerkt, van 5 tot 7 november waren er twee bij Waasmunster, Oostvlaanderen, en op 6 en 7 november twee te Diepenbeek-De Maten. Op verschi llende plaatsen werden dit najaar Klapeksters Lanius excubitor aangetroffen, waarvan de vijf pleisterende exemplaren van Brecht het verme lden waard zi jn . Deze waarnem in gslij st kwam tot stand met medewerking van Hugues Dufourny (Hainaut), Koen Leysen (Schu len), Dirk Symens (VLAVICO), Willy Verschueren (L inkeroever) en Frederik Willemyns (Mergus) . Ook de hulp van diegenen die (hun) waarnem in gen meedeelden op de Belgische Dutch Birding-vogellijn (034880194) was hier onontbeerlijk.

Gerald Driessens, Bosstraat 44, 2500 Lier, België

37


DB Actueel _ _ _ _ _ _ __ __ 'Twitching' in Nederland in 1994 Het jaar 1994 za l de geschi eden is ingaan als één van de beste Nederlandse voge lj aren, zo niet hét beste, van de afgelopen decennia. Het aantal soorten dat werd waargenomen en de keur aan ze ldzaamheden maakten het een onvergetelijk jaar. A ll een wat nieuwe soorten voor Nederland betreft lijkt het een gemiddeld jaar te worden . In totaal werden c 335 soorten vastgeste ld. Ter verge lijkin g: de beste jaren tot nu toe wa ren 1987 met 322 en 1990 met 321 soorten. Dit hoge aantal kon alleen bereikt worden doord at zowe l alle en igsz in s reguliere soorten als ve le 1O-tallen dwaalgasten werden gez ien. Hieronder vo lgt een overzicht van de laatste categorie. Tot 9 januari bevond z ich nog een W itbandkruisbek Loxia leucoptera bij Baarn, Utrecht; een overblijve rtj e uit 1993. Tijdens een korte maar hevige vorstperiode werd op 19 feb ru ari een Middelste Bonte Specht Oendrocopos medius in het Vijlenerbos bij Epen, Limburg, gez ien en gefotografeerd, die de vo lgende dag tegen de ve rwac hting in niet we rd teruggevonden. Veel waarnemers vonden echter nog dezelfde dag troost bij Meddo, Gelderland, waar een sc huwen ongeringd adult mannetje Grote Trap Otis tarda op 15-27 februari het eerste geva l si nd s 1987 betekende. In februari en maart werd een mannetje Amer ikaanse Smient Anas americana bij Wijk bij Duurstede, Utrecht, gezien . Een adu lte Ross' Meeuw Rhodostethia rosea vloog op 24 maart langs Camperdu in, Noordh oll and, en twee dagen later langs Texel, Noordh oll and (vi jfde geval). In het najaar werd deze (of een andere) voge l hi er nog enkele malen gez ien. Eind maart kwam de eerste soort die voo r (b ijn a) iedereen nieuw was: een langverwachte Kuifkoekoek Clamator glandarius verbleef va naf 26 maart ruim een maand lan gs de oever van het Zuidlaardermeer, Groningen (12e geval). Een eerste-winter Kleine Kokmeeuw Larus philadelphia die op 6 april korte tijd werd gezien bij 's Gravenzande, Zu idholl and, betekende het v ierde aanvaarde geva l. Op 16 april werd een dode Geelsnavelduiker Cavia adamsii opgeraapt op Texel, het eerste geva l sinds 1986. H alf apri l werden twee Huisk raa ien Corvus splendens in Hoek van Holland, Zuid holland, gez ien, die tot in 1995 aanwezig bleven. Hoogtepunt voor enkele gelukki gen maar afknapper voo r ve len was het (te) laat in de dag bekend geworden mannetje Cirlgors Emberiza cirlus op de Maasvlakte, Z uidh oll and, op 24 apri l (v ierde geva l). Op de laatste dag van april en eerste dag van mei verbleef een Baardgrasmus Sylvia cantillans met kenmerken va n de ooste lijke ondersoort S c albistriata op Texel. Het vrouwtje Koningseider Somateria spectabilis dat in die periode weer rege lmatig op Texel werd gez ien bleef tot eind juni aanwezig en we rd ook in het najaar nog een paar keer gemeld. Op 7 mei zat een adulte Grote Grijze Snip Limnodromus scolopaceus langs de Philipsdam, Zeeland, (negende geval) en op 612 mei verbleef een mannetje Blauwvleugeltaling A discors in de Lauwersmeer, Groningen. Op 12-13 mei

38

beleefde het voorjaar z ijn hoogtepunt met een vrouwtje Rode Rotslijster Montico/a saxatilis bij Noordburen, Noordholland. Dit was, na een mannetje in 195 1, het tweede geva l en dus voor iederee n een nieuwe soort. De laatste week van mei leverde twee waarnemi ngen op van A merikaanse Goudplevieren Plu via lis dominica: op 24-26 mei bij Grijpskerke, Zee land, en op 30 mei bij O lst, Overijssel (vierde en vijfde geval) . Op 6-7 juni verb leef een in Engeland geringde G ri el Burhinus oedicnemus bij Wilp, Overijssel. Een om onduidelijke redenen geheimgehouden Scharrelaar Coracias ga rrulus bij Zaamslag, Zee land, op 3-7 juni had de eerste twitchbare sinds 1982 kunnen zijn. In september werd er nog één, v luchtig, gezien bij Camperdu in. Verspreid over het voorjaa r werden maar liefst drie Alpengierzwa lu wen Apus melba gez ien. Eind juni ve rbl eef weer eens een Dougalls Stern Sterna dougallii in de Putten va n Camperduin , Noord holland. Andere min of meer regu liere voorjaarsdwaalgasten in april-juni wa ren een Kleinst Waterhoen Porzana pusilla, enkele Roodstuitzwaluwen Hirundo daurica, twee of drie Kortteenleeuweriken Ca landrella brachydactyla (gevo lgd door nog één in oktober), een Noordse Nachtegaal Luscinia luscinia, een Cetti's Za nger Cettia cetti, een Krekelzanger Locustella fluviatilis, een Orpheusspotvogel Hippolais polyglotta, een Bergfluiter Phylloscopus bonelli (gevo lgd door tenminste twee in de nazomer) en tenminste één Roodkopklauwier Lanius

sena tor. Na een korte periode van ru st braken va naf eind juli weer drukke tijden aan, met name voo r steltloperliefhebbers. Op 21-27 juli verb leven maximaal drie Aziatisc he Goudplevieren P fulva tussen Petten en Camperduin. De eerste Poelsnippen Callinago media sind s 1989 betroffen twee ui tzo nderlijk vroege voge ls: op 24-26 juli bij Zandvoort, Noord holl and (vangst), en een ongekend lan gd uri g ve rblij vend en goed twitchbaar exemplaa r in de Workumerwaard, Fri es land, va n 30 juli tot 8 augustu s. Een op 19-21 augustus bij Holwerd, Friesland, ve rblij vende Bonapartes Strandloper Calidris fuscicollis betekende het tweede geva l en het eerste twitchbare. Nagekomen nieuws betreft een Wenkbrauwalbatros Oiomedea melanophris die in de zomermaanden en in november enkele malen gez ien zou z ijn op het Nederlandse deel va n de Doggersbank, Continentaal Plat. Indien aanvaard betekent dit een nieuwe soo rt voo r Nederland. De toestroom van oostelijke zangvoge ls begon al vroeg in het najaar want op 4-23 september ve rbl eef een uiteindelijk als Steppeklapekster L meridionalis pallidirostris ontmaskerde klauwier op Texel (eerste geval). In navolgin g va n recente publicaties wo rdt deze zu idelijke klapekster als aparte soort beschouwd. De Woestijnplevier Charadrius leschenau/tii die op 4 september bij Oostvoorne, Zuidh o ll and, werd gemeld maakt een goede kans aanvaard te worden, als vie rde geva l voor Nederland.

[Dutch Birding 17: 38-40, februari 1995J


OB Actueel Op 5 september werd een adu lt vrouwtje Citroenkw ikstaart Motacilla citreola ontdekt in de Eemshaven, Gron in gen (v ierde geval), en een dag later verb leef op dezelfde p lek een Klein Waterhoen P parva. Op 10 september werden acht Zwarte Ibissen Plegadis fa lcinellus gezien ove r De Kampina, Noordbrabant. Dit bl eken de eerste te zi jn va n een grote in flu x, met waarnemingen van 10 vli egend langs Texel op 24 september, maximaal zeven bij Stitswerd, Gron ingen, van 29 september tot 2 oktober en verder een groot aantal so litaire exemplaren. Het totale aanta l bedraagt tussen de 15 en de 37 voge ls, afhankelijk va n mogelijke dubbeltellingen. De stroom goede soorten zette door in het weekend va n 17-18 september met op V lieland, Friesland, eerst een Wilgegors E aureola (ac htste geva l) en een dag later een Ve ld ri etzanger Acrocephalus agricola (zevende geva l en eerste ve ldwaa rnemi ng). Hetzelfde weekend werd een mogelijke W estelijke Rifreiger Egretta gularis gez ien, gefotografeerd en st il gehouden in het Verdronken Land van Saefti nghe, Zeeland; een potentiële nieuwe soort voo r Nederl and maar zowe l over de determinatie als over de herkomst za l nog flink wat discussie moeten plaatsvinden. Op 1-3 oktober verb leef een Kleine Klapekster L minor bi j het Rammegors, Zeeland. Vanaf begin oktober zorgden één of meer 'grote va lken' voor verwa rrin g in Zeeland en Noordbrabant. Een gekleurri ngde en naar mag wo rden aangenomen ontsnapte vogel langs de Philipsdam vanaf 2 oktober werd gedeterm ineerd als hybride G ierva lk x Slechtva lk Falco rusticolus x peregrinus. Memorabel was het weekend va n 8 en 9 oktober, met op be ide dagen een Woestijngrasmus 5 nana langs de boul evard van Scheveningen, Zuid holl an d (tweede geva l), en een Woestijntapuit Oena nthe deserti langs de boulevard va n Zandvoort (derde geval). Op 8 oktober werd ook nog een Az iatisc he Roodborsttapuit Saxicola torquata maura gez ien op V lieland. De jaarlijkse Texel-week in oktober bleek productief, met onder meer op 16-23 de derde Ameri kaanse Goudplevier va n het jaar, tenmin ste drie Witstuitbarmsijzen Carduelis homemanni en drie of vier Pallas' Boszangers P proregulus (met tot begin december nog c 15 door het gehele land). De eerste Grote Franjepoot Phalaropus tricolor sinds 1988 was een eerste-w inter voge l van 16 oktober tot 13 november in de Eemshaven. De tweede Blauwvleugeltalin g van het jaar betrof een jong mannetje in de AW-du inen, Noord holl and, in de tweede helft van oktober. Een va ngst va n een Witkopgors E leucocepha los bij Westenschouwen, Zeeland, op 14 oktober bl eek een voo rbode van een reeks waa rnemin gen, waaronder de eerste tw itchbare geva llen: op 20 en 2224 oktober bij Ijmuiden, op 21-28 oktober op Texel, op 27-30 oktober op Terschelling, Friesland, en op 4 november een vangst bi j Bloemendaal, Noord holl and . Op 2 1-22 oktober werd een Bruin e Boszanger' P fusca tus gezien bij Hargen aan Zee, Noordholland, op 3 november gevolgd door een exemplaar bij Katwijk aan Zee, Zu idholl and. Op 12 november werd een exemp laar gevangen op Texel. De tweede Koningseider va n het jaar betrof op nieuw een vrouwtje, ditmaal een eerste-winter, in de haven va n Scheveningen in oktober-

november. De v ierde Woestijntapuit en tweed e voor het najaar verb leef op 6 november op de Maasvlakte. Humes Bladkoningen P humei wa ren aanwez ig te Lauwersoog, Groningen, op 10-13 november en ten zuiden va n Katwijk op 26 nove mber (10e en 11 e geval). De tweede Amerikaanse Smient van het j aar werd op 13 november (en waarsc hijnlijk al in oktober) gezien bij Spaa rnd am, Noordholland. A nder interessa nt waterw ild betrof een mannetje Siberische Taling A formosa b ij Th orn , Limburg, op 20 november en va naf 25 december tot in 1995 b ij Broekhuizen, Limburg. Dit is de ee rste se ri euze meldin g van deze soort sinds 1962 maar de dubieuze omstandi gheden waa ronder de voge l z ich liet z ien staan we lli cht aanvaarding in de weg . Een mannetje Kl ei ne Topper Aythya affinis bij Veere, Zeeland, va n 22 november tot 11 december (en opn ieuw op 1-15 januari 1995), betekende een nieuwe soort voo r Nederland; de geru chten ove r ontsnapping van uit het nabijgelegen Kamperland blijken (voorlopi g?) gelukkig ontzenuwd. Verrassend was de va ngst va n een Grote Kruisbek L pytyopsittacus bij Tongeren, Gelderl and, op 17 november. In december leverde een groepje bij de Loenermark, Gelderland, vee l hoofdbrekens op; niet alle waarnemers konden zo nder meer met determinatie als Grote Kruisbek instemmen. Wat soortenlijsten betreft werd en in 1994 goede za ken gedaan. In de top voegden de meesten tenmin ste vijf soorten aan hun totaa l toe. Gerard Steinhaus 'scoorde' eindelijk de Poelsnip en ve rgrootte z ijn voorsprong op Klaas Eigenhuis tot twee soorten. De top-1 0 z iet er per 1 januari 1995 als vo lgt uit (uitgaande van aanvaa rding van Kleine Topper en Siberische Taling en met Steppeklapekster als soort geteld) : Gerard Steinhaus (387), Klaas Eigenhui s, Edward va n Ijzendoorn en Gerald Oreel (385), Hans ter H aar (383), Eus va n der Burg (382), jan va n der Laa n (38 0), Aart Vink (379), A lexander Buhr (378) en Enno Ebels (377) . Tenmin ste 35 voge laars hebben nu 360 of meer soorten op hun lij st. Spekkopers in de top-35 wa ren Nick va n der Ham, Ferry Ossend orp en j anjaap Brinkman, ieder met 10 nieuwe soorten. Ook Hans ter H aar en Arnold Veen deden het goed, met negen nieuwe. Aat Schaftenaar had geen beter jaar kunn en uitkiezen om een ,aanva l op het jaarrecord te doen. Dankzij de vele ze ldzaa mheden, talloze leuke soo rten en een tomeloze inzet kwam hij op 31 december uit op een totaal va n maar li efst 315 soorten (inclusief Kleine Topper, Siberische Taling en Grote Kruisbek, excl usief Siberische Taling), 20 (!) meer dan het oude record (295) va n Theodoor Muusse uit 1992. Met een beetje geluk (Veldrietzanger!) slaagde Aat erin vrij we l alle dwaalgasten van het jaar te 'twitchen '. Verder werd zi jn in zet beloond met enkele goede ontdekkin gen, zoa ls Kleinst Waterhoen, Sperwergras mus 5 nisoria, Kleine Vliegenva nger Ficedula parva en Roze Spreeuw Sturnus roseus . Grootste missers bleken uiteindelijk Kleine Alk Alle alle, Pestvogel Bombycilla garrulus en Dwerggo rs E pusilla. In Aats kielzog verpul ve rden nog enkele 'jaarlij sters' het oude record. Maarten va n Steenis kwam tot 311 en Roelof de Beer tot 305 soorten. Klaas

39


OB Actueel Eigenhuis en Jan W ierda haalden net de 300 . Daarnaast kwamen nog enkele voge laa rs niet boven de 300 maar we l hoger dan het oude record. Natuu rlijk kunnen de definiti eve aanta ll en pas worden bepaald als all e beoordee l soorten z ijn behande ld . De ve rwachtin g is dat het nieuwe record voo rl op ig onaantastbaar zal blijven, maar wie weet... Voo r het ove rzicht van in 1994 gehouden big days zi j verwezen naar Dutch Birding 16: 174-175, 1994, voor de big day tijdens de Texe l-week naar Dutch Bird in g 16 (6): V-V I, 1994. Ter aa nvu lling wo rdt de big day verme ld van Ralph Buij, Niels van Houtum en Martijn Renders op 20 augustus ro nd de Oostvaardersen Lepelaarsp lassen, Flevoland. Op de fiets kwamen zij tot 103 soorten. Met dank aan Leo Heemskerk en Gerard Steinhaus voor het bijhouden van de ranglijsten. ENNo B EBELS

Grote Geelpootruiter nieuw voor België en Nederland Op zondag 27 november 1994 ontdekten W im Debruyne en Koen van de Putte een geelpootru iter tussen Dudzele en Zeebrugge, Westvlaanderen. De . volgende dag keerden zij terug om foto's te maken en gaven z ij de waarnem ing door als waarsc hijnlijke Kleine Geelpootruiter Tringa flavipes. Op 29 november werd de voge l door versc hill end e waarnemers gezien en tenslotte 'ontm askerd' als Grote Geelpootruiter T melanoleuca, met name op grond van de drietonige roep; een nieuwe soort voo r België! De voge l was in ee rste-winterkleed en li et z ich vaak van zeer nabij bek ijken en fotograferen, met name door Belgische maar ook door flink wat Nederlandse voge laars . In de oc htend van 2 december werd hij voo r het laatst gezien; zoekpog ingen daarna bleven zonder resultaat. Het betreft de tweede of derde waarnem in g van een Grote Geelpootruiter in Europa in het najaa r van 1994; eerder ve rbl eef er éé n va n 15 oktober tot 13 november in Cumbri a, Engeland (cf Birding World 7: 382, 1994). Ve rder we rd er op 11 -1 2 septembe r één gemeld op Guernsey, Kanaaleilanden. De overeenkomsten tussen de Belgische en de Cu mbri a-voge l waren bij nauwkeurige bestuder in g van de foto's zo groot dat aangenomen wordt dat het om dezelfde voge l gaat. In de late middag van zondag 15 januari 1995 ontdekte de al bijna legend arisc he Jan Goedbl oed (ook on tdekker van de Kleine Topper Aythya affinis van Veere, Zee land, en ve le andere Zeeuwse dwaalgasten) mogelijk dezelfde Grote Geelpootrui ter op een ondergelopen wei land bij G rijpskerke, Zee land . Totdat de voge l om c 16:00 hoog wegv loog konden nog vijf plaatselijke vogelaars de determinatie bevestigen. Er we rden enkele foto's gemaakt van de voge l, d ie vee lvu ldi g riep. Zoekacties naar deze nieuwe soort voo r Nederl and leverden de vo lgende dagen helaas niets meer op. In Europa behoort deze soort tot de ze ldzamere Nearctische steltl ope rs. Er z ijn in totaal ruim 40 geva llen bekend va n de Azoren, Denemarken, Frankrijk, Groot-Brittann ië, Po len, Spanje en Zweden. Veruit de

40

meeste geval len (30) komen uit Groot-B ri ttann ië. GERALD DRIESSENS & ENNO B EBELS

Forsters Stern bij Kinderdijk Op 5 janu ari 1995 besloot ik met M iche l Kapoen een wintertel lin g te houden in het voor pub li ek ontoeganke lijke natuurreservaat Hooge Boezem van de Overwaard bi j Kin derd ij k, Zuidho ll and. Het was helder weer met matige vorst en een schra le ZZO-wind. Om 09:30, net toen we met de telling een aanvang w ild en nemen, v loog v lak over ons heen een stern naar de nabijgelegen Nederwaard. Onze eerste gedachte was een adu lt-w inter Witwangstern Ch lidon ias hybridus; gez ien de waarnemingen in Flevoland in de winter van 1991-92 lag die soo rt ' het meest voor de hand'. De voge l kon in de loop va n de oc htend enke le malen kortstondig worden geobserveerd. De inmiddels gewaarschuwde Herman Dam kreeg de stern ook enkele malen in beeld. Nadat deze was vertrokken om andere voge laa rs op de hoogte te bre ngen, besloten we toch onze tel lin g voort te zetten. Bij de grote plas aangekome n zagen we de stern weer onze richting uitkomen en toen drong het tot ons door dat het we l ee ns om een Forsters Stern Sterna forsteri kon gaan! Het opva ll end e zwa rte masker, de gevorkte staa rt en de ora nj erode poten pasten uitstekend op deze soort. De voge l zat regelmatig op de grond, wat zou kunnen duiden op een ni et al te beste cond iti e. De teken in g op dekveren, tertia ls en armpennen wees op een ee rste-w inter voge l. Met ee n 80-200 mm telelens konden gelukki g versc hill ende dia's gemaakt worden; hi erna werd de voge llijn ingesproken. Helaas we rd de voge l na 13 :30 niet meer waargenomen. Ook de vo lgende dag werd hij o nd anks intens ief zoeken, door een over igens opva ll end klein aanta l voge laars, niet meer gez ien. Dit betreft de tweede waarnem in g van Forsters Stern in Nederl and. De eerste bevond zich op 1-2 november 1986 bij Ritthem , Zee land (Dutch Birding 9: 158-162, 1987). PIET VAN MEERKERK Spectaculaire ontdekking van groep Dunbekwulpen in Italië Nadat medio januari 1995 v ier Dunbekwulpen Numenius tenuirostris waren gemeld van ee n natuurreservaat langs de kust van zuide lijk Itali ë, werden hi er op 26 februari 10 foe ragerend e exemp laren o ntd ekt. Aan de hand van versch ill en in snave ll engte en vere nkleed kon worde n vastgeste ld dat het zowe l mannetjes als vrouwtjes betroffen. Dit is van be lang omdat vermoedelijk all e sind s 1987 in Merj a Zerga, Marokko, waarge nome n exemp laren mannetjes waren . In comb inatie met enke le waa rn em ingen in Albanië en Tunesië gedurende met name de w inter van 1992/93 (cf Dutch Birdin g 14: 231, 1992; 15: 85, 1993) geven de Itali aanse voge ls hoop dat de laatste kans om deze soort voor uitsterven te behoeden nog niet is verkeken . Veel hangt af van beheersmaatregelen in het natuurreservaat dat is gesitueerd in een gebied met ee n bijzonder hoge dichtheid aa n jagers. NICOLA BACCETII & TOM M VAN DER H AVE


~

DUTCH BIRDING TRAVEL REPORT SERVICE

'---J • When you are plan ning a birdi ng tri p or hol iday ab road, ask for recent re ports by fe ll ow birders • More tha n 1000, worldwide, re ports avai lable in English and Dutch • Quality, birdi ng- and ge neral nature-, tra velreports urgently requi red

Specialisten in natl4l4,.boeken

• Only DfI. 030 per page. Why pay more? For ordering catalogue and tra vel-reports please contact:

DBTRS •.•.• New address! lb Huys man Postbus 737 9700 AS Gro ningen The Netherlands

Tweemaa del ijks 2tjdschrift t... G voor elke fervente vogelaar

Telephone 050 -145925 (+31 - 50 145925 fro m abroad) Fax

050-144717 (+3 1 -50144 717 from abroad)

OOf

0 ormatle naar: Dutch Bir ingrPostbus 75611, 1070 AP Amsterdam

BIRDS & BIRDERS, WE CARE FOR BOTH!

'I

~

/f

' Chr~r JO

British Birds

hetVogeljaar

.1 Het tijdschrift 'het Vogel(\ .", .. \ jaar' verschijnt zes maal , .. per jaar en houdt haar le. . .. zers al ruim 40 jaar op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het gebied van vogelstudie en vogelbescherming.

'het Vogeljaar' wordt als het meest informatieve vogeltijdschrift in de Benelux beschouwd. Omdat het geen commercieel blad is kan de abonnementsprijs uiterst laag worden gehouden . Door overmaking van f 25,- op postbanknummer 964 472 ten name van 'het Vogeljaar' Boterbloemstraat 20 , 5321 RR Hedel (04199 - 1967), onder vermelding van 'nieuwe abonnee' ontvangt u als welkomstgeschenk onze nieuwe veertiendaagse Vogelkalender, waarvan u na gebruik een vogelboekje overhoudt.

The independent monthly magazine that's always worth reading ... For your FREE sample copy, wri te to Mrs Erika Sharrock, Fountains, Park Lane, Blunham, Bedford MK44 -'NI, England

v


CostaRica

~

architectura +natura

For the ultimate in birding

international booksellers RANCHO NATURALISTA

Leliegracht 44 - 1015 DH Amsterdam-C Telefoon 020-6 23 61 86 Holland

Premontane Rainforest, 3000' elev or TARCOL LODGE Pacific coast river mouth, near Carara All inclusive, from $436/person/week

• Vögel E Bezzel (BLV Handbuch)

f 53.00

• A birdwatcher's guide to Malaysia J Bransbury

f 51.50

D. 1425, Box 025216, Miami, F133102

Tel/Fax (506) 267-7138, COSTA RICA.

• Where to watch birds in Italy Lega Italiana Protezione Uccelli (Helm-serie) f 37.50 • Woodpeckers - a guide to the woodpeckers, piculets and wrynecks of the world H Winkier, D AChristie & D Nurney f 95.10

IRELAND Dingle Peninsuia, to let: Uninhabited island with newly renovated farm house. Details and list of birds available from Bob Goodwin, Maharees Castlegregory, Co. Kerry, Ireland.

• The Eastern Screech Owl FR Gehlbach

f 92.25

• The Dippers S Tyler & S Ormerod (Poyser-serie)

f 64.60

• Arena birds - sexual selection and behaviour PA Johnsgard f 98.50

Tel. +353-6639443

Ornithos The French magaztne for btrdwatchers

"DE

GROENE

Main papers and notes about Status, Identificarion and Ecology of the Birds of France and wp· Annual Report of French Rarities Committee (CHN) • Annual Report of Rare Breeding Birds in France· Results of birds sensus in France • Birding Spots in France and WP • News about birdwatching and birds in France and WP· Mystery Bird.

HUISJES"

Vakantiebungalow voor 6 personen. Zéér rustig gelegen, op I hectare eigen grond (weiland + bos), dichtbij de Slufter en De Cocksdorp. Weekend verhuur evt. mogelijk (buiten het seizoen). Verdere informatie en reserveringen op tel. nr. 030 - 367543 of 960458

Annual subscription (two issues in 1994) Europe : 150 FF or 120 FF (LPO subscriber) Other countries: 180 FF or 150 FF (LPO subscriber) Please contact: OnJithos, Ligue pour la Protection des Oiseaux, BP 263, F-17305 Rochefort Cedex (France)

VI


Topical, lively, informative and ...

BIRDING

WORLD

Europe's premier monthly magazine tor keen birders. Identification News Rarities Conservation Europe & Worldwide Prize Quizbirds

*

*

*

*

*

*

"at the top of the market for serious birders" - BTO News "essentialreading" - Birding- - - -

Write now for a FREE sample issue. - or just subscribe now. For the next 12 issues, send t38 (major credit card nos. with expiry date accepted) to: Blrdlng Wor/d, Stonerunner, Cosst Rosd, C/ey next the ses, Holt, Norfolk NR25 7RZ, UK

Word lid van

Join the Oriental Bird Club Today!

s:6tlèn

SOVON is een vereniging waarin de vogeltellers van Nederland georganiseerd zijn . De resultaten van tellingen en inventarisaties worden beleidsondersteunend gebruikt door o.a. Vogelbescherming Nederland, Min. van Landbouw en Staatsbosbeheer. Steun ons door lid te worden. Individuele leden betalen maar F 15,- per jaar en ontvangen daarvoor viermaal SOVON-Nieuws. Voor groepen is de contributie afhankelijk van het aantal leden.

Annual Membership at [12 offers

Vraag informatie bij SOVON, Rijksstraatweg 178, 6573 DG Beek-Ubbergen, tel: 08895-43753.

Two colour bulletins with artic1es on identification, birdwatching areas and lots more

An internationally acc1aimed journal Forktail

An information service that helps members plan their trips to Thailand, Indonesia, India etc

A special book service giving members access to most natural history books

Credit Card Facilities Available For Membership Details please write to The Oriental Bird Club, c/o The lodge, Sandy, Bedfordshire SG19 2Dl, U.K. VII


DUTCH BIRDING OUDE NUMMERS / BACK ISSUES Oude jaargangen niet compleet? Bestel nu uw ontbrekende num Back volumes incomplete? Order your missing issues now!

SPECIALE AANBIEDING: Voor het bedrag van NLG 110.00 zenden wij u franco alle leverbare 0 de nummers en indexen en het Doek "Vogels, nieuw in Nederland". In dit boek staa artikelen over eer0 jaargangen van "Dutch ste waarnemingen voor Nederland, verschenen in de eers Birding" (aanbieding geldt zolang de oorraad strekt !)

SPECIAL 0 FER: For the amount of NLG 110.00 we send rou postfree all available back issues and indices and the book "Vogels, nieuw in NederNmd". This book presents papers on fl st records for the Netherlands. Rublished in the ~irst 10 volumes of "Dutcn Birding", and contains----frrtffis summa 路es (offer stands so long as supplies last !)

-------

Kruis hieronder 'e gewenste nummers of de speciale aanbieding a n, vul uw naam en adres in en end het formulier naar / Please tick the box(es for the required issues or the sp cia I offer, fill in your name and address and end the farm to: Dutch Birding, S"StleS ept., c/o R.v.d .Enden, Mol veltlaan 30, 2071 B .. antpoort-Noord, Netherlands De volgende nummers Zijl

o Vol 2: 1 o Vol 5 : 4 o Vol 11:3 o Vol 12:4 o Vol 12:5 o Vol 13: 1 o Vol 13:2 o Vol 13:3 OVol13:4 o Vol 13: 5

(1980) (1983) (1989) (1990) (1990) (1991 ) (199 (1 ~ 1) 991) (1991)

og leverbaar: / The folIo NLG 5.00 5.00 5.00 5.00 5.00 7.00 7.00 7.00 7.00 7.00

o

Vol 13 : 6 Q Vol 14 : 3 Vol 14:4 0 0114:6 ol 15: 1 Vo115:2 Vol 15:3 Vol 15:4 Vol 15:5 Vol 15:6

o o o o

..

'ng i sues are still available:

(19 1) (1992) (1992) (1992) (1993) (1993) (1993) (1993) (1993) (1993)

NLG 7.00 7.00 7.00 7.00 7.00 7.00 7.00 7.00 7.00 7.00

er: Alle oude nummers / all back issues NLG 110,-

Handtekening / Signature _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ __

Betaling na ontvangst van acceptgiro / payment upon receipt of invoice

VIII


Dutch Birding

Dutch Birding

CHIEF EDITOR Arnoud van den Berg (telephone +31-23378024, fax +31-23376749) DEPUTY CHIEF EDITOR Enno Ebels (telephone / fax +31-30961335) EXECUTIVE EDITOR André van Loon (telephone / fax +31-206997585 ) PHOTOGRAPHIC EDITOR René Pop (+31-104508879) EDITOR lAL BOARD Ferdy Hieselaar, Graham Holloway, Peter Meininger and George Sangster EDITORlAL ADVISORY BOARD Christine Barthel (Germany), Peter Barthel (Germany), Gerald Driessens (Belgium), Klaas Eigenhuis (Netherlands), Dick Forsman (F inland), Ted Hoogendoorn (Netherlands), Lars Jonsson (Sweden), Killian Mullarney (Ireland), Kees Roselaar (Netherlands), Frank Rozendaal (Netherlands), Hans Schekkerman (Netherlands), Hadoram Shirihai (lsrael) and Peter Symens (Saudi Arabia) EDITORlAL ASSISTANTS Ruud van Dongen, Gerald Driessens, Hans Gebuis, Hans va n der Meulen, Peter de Rouwand Jaap Schelvis PRODUCTION AND LAY-OUT André van Loon and René van Rossum ADVERTISING Peter Meijer (telephone +31-348031905 , fax +31-348020394) SUBSCRIPTIONS The subscription rate for 1995 is: NLG 57.50 (Netherlands), BEF 1250.00 (Belgium), NLG 65.00 (other countries inside Europe) and NLG 70.00 (cou ntries outside Europe, airmail). A subscription can be ·entered preferably by sending a Eurocheque, with the amou nt payable in Dutch guilders, to: Dutch Birding (subscriptions), c/o Anja Nusse, Symfoniestraat 21, 131 2 ET Almere, Netherlands. Payment mayalso be made by credit card (Access, Eurocard, MasterCard or Visa). Please send your credit card type and account number, indicating the expiry date and appending a signature. (Note: This latter method of payment is not applicable to subscribers resident in the Netherlands and Belgium.) British and Irish subscribers can pay by Sterling cheque (GB P 24.00) or Eurocheque (GBP 24.00 or NLG 65.00). The subscription starts upon receival of the payment. Dutch Birding is a bimonthly jou rna I with issues in February, April, June, August, October and December. It publishes original articles and notes on morphology, systematics, occurrence and distribution of birds in the Benelux, Europe and elsewhere in the Palearctic region. It also publishes contributions on birds in the Asian-Pacific region and other regions. The Dutch, English and scientific bird names follow: the Checkist of birds of the Netherlands by A B van den Berg & C A WBosman (1995, Santpoort-Zuid); The 'British Birds ' list of English names of Western Palearctic birds by British Birds (1993, Blunham); the list compiled by C S Roselaar in the Dutch edition of The illustrated encyclopedia of birds of the world by C M Perrins (1991 , Weert); and Oistribution and taxonomy of birds of the world by CG Sibley & B L Monroe Jr (1990, New Haven). Manuscripts should be typewritten or printed with double line-spacing and wide margins on both sides. Word-processed manuscripts should preferably also be submitted on diskette (either in Macintosh or MS-DOS format). More information is available from the editors. A schedule of payment rates for authors, photographers and artists is available from the editors.

Dutch Birding Association BOARD Gijsbert van der Bent (president, telephone +31-171813606), Chris Quispel (secretary, telephone +31 -7 1124825), Roy de Haas (treasurer), Arnoud van den Berg and Peter Meijer BOARD ASSISTANTS Theo Admiraal, Gerald Driessens, Ron van den Enden, Hans Gebuis, Remco Hofland, Paul KnolIe, Ger Meesters, Anja Nusse, Wim van der Schot, Kees Tiemstra and Arnold Veen DUTCH BIRDING lRAVEL REPORT SERVICE (DBTRS) Ib Huysman, Postbus 737, 9700 AS Groningen, Netherlands, telephone +31-50145925 , fax +31-50144717

Dutch rarities committee (CDNA) MEMBERS Edward van Ijzendoorn (chairman, telephone +31-23391446), Karel Mauer, Jan van der Laan , Kees Roselaar, Jell e Scharringa (secretary, telephone +31-30523801 ), Hans Schekkerman, Gerard Steinhaus and Wim Wiegant (a rchivist). The CDNA is a committee of the Dutch Birding Association and the Netherlands Ornithological Union

© 1995 Stichting Dutch Birding Association. The copyright of the photographs and drawings remains with the photographers and artists. ISSN 0167-2878. Printed by Albédon/Klop BV, Postbus 3211, 2220 CE Katwijk, Netherlands

International journaIon Palearctic birds

EDITORS

Dutch Birding, Postbus 116, 2080 AC Santpoort-Zuid, Netherlands, fax +31-23376749 PHOTOGRAPHIC EDITOR

Dutch Birding, c/o René Pop, Floris Burgwal 54, 2907 PH Capelle aan den Ijssel, Netherlands SUBSCRIPTIONS AND CIRCULATION

Dutch Birding Association, c/o Anja Nusse, Symfon iestraat 21 , 1312 ET Almere, Netherlands BOARD

Dutch Birding Association, Postbus 75611, 1070 AP Amsterdam, Netherlands DUTCH RARITIES COMMITTEE

CDNA, Postbus 45, 2080 AA Santpoort-Zuid, Netherlands


Dutch Birding

JAA RGANG

17 NUMMER 1 fEBRUARI 1 995 VOLUME 77 NUMBER 7 FE BRUARY 7995

Artikelen

Donsstormvogel te Camperdu in in oktober 1992 Leo Stegeman, Klaas } Eigenhuis, Nick F van der Ham & Sander Lagerveld 6 'G rey-and-white' Ye ll ow Wagtails in western Europe Raül AymÎ 11 Meerdaags verb lijf van Vorkstaartmeeuwen in Nederland W (Ted) Hoogendoom

Mededelingen

15 Great Knot on Siberian breeding grounds Pavel 5 Tomkovich 17 Great Black-headed Gull in Tunisia in February 1994 Gu ido 0 Keijl, Tom M van der Have & Paul 5 Ruiters 19 Leucistic Great Grey Ow l in Finland in March-April 1994 HarryJ Lehto & Henry Lehto 20 Paddyfield Warbier in Göksü delta, southern Turkey, in September 1991 Tom M van der Have & Vincent M van den Berk

Varia

21

Corrigenda

22

Bristle-thighed Curlew Arnold WJ Meijer

Recensies

23 The new atlas of breeding birds in Britain and Ireland: 7988-7997 by David Wingfield Gibbons, j ames B Read & Robert A Chapman GrahamJ Holloway 23 The Oxford dictionary of British bird names by W B Lockwood Klaas} Eigenhuis 23 Pheasantjungles by William Beebe Guy M Kirwan 24 Where to watch birds in southern Spain by Ernest Garcia & Andy Paterson Marc Argeloo 24 Where to find birds in Australia door john Bransbury Roy de Haas 25 Field guide to the birds of Australia door Ken Simpson & N icho las Day Roy de Haas 25 Birds on film - a photographic diary door Steve Young AndréJ van Loon

Aankondigingen & verzoeken

25 Atlas of w intering birds in Sloven ia; Bird migration survey in Israe l in autumn of 1995; Egyptian Bird Report; Nuthatc hes of As ia; Portuguese Rarity Committee; Spelregels voor big days in Nederl and; Verloren jonsson-gids

WP reports

26 WP reports: December 1994-january 1995 Arnoud B van den Berg

Recente meldingen

32 Nederland: november en december 1994 Ruud M van Dongen, Hans Gebuis & Peter W W de Rouw 36 België: november en december 1994 Gera ld Driessens

DB Actueel

38 'Twitching' in Nederland in 1994; Grote Geelpootruiter nieuw voor België en Nederland; Forsters Stern bij Kinderdijk; Spectaculaire ontdekk in g van groep Dunbekwulpen in Italië

Voorplaat Front cover

Vorkstaartmeeuw Larus sabini, Oostvaardersdijk, Flevoland, september 1990 (René Pop) Sabine's Gu ll Larus sabini, Oostvaardersdijk, Flevoland, Netherlands, September 1990 (René Pop)

Abstractedjindexed in

Auk, Ecological Abstracts, Emu , GEOBASE (Geo Abstracts Database), Ibis, Ornithologische Schriftenschau , Wildlife Review, Zoo log ica l Record


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.