10 november 2012 , pag. 10 REPORTAGE STAGE FC BARCELONA Terwijl de sterren van FC Barcelona in Glasgow op de kop krijgen, wordt op het Ciutat Esportiva Juan Gamper even buiten de Catalaanse stad druk gewerkt aan het Barcelona van de toekomst. De tienjarige Fodé Fofana uit Groningen, E-pupil van GVAV Rapiditas, trainde deze week mee met de E-tjes van Barça. Door Jan Schlimbach
Jongensdroom
aar blijft het waarschijnlijk niet bij, de scouts van Barça zijn weg van hem. Fodé wacht na de stage mogelijk een nog groter avontuur. Mooi voor hem, maar niet alle voetbalkenners juichen om het scouten van steeds jongere talentjes. Toen in Glasgow het eerste fluitsignaal klonk, stapte Fodé net van het veld af op het trainingscomplex Ciutat Esportiva Juan Gamper in Sant Just Desvern. Fodé weet wie hier allemaal het voetbal volgens Barcelona hebben geleerd – Xavi, Iniesta en Messi bijvoorbeeld – maar hij laat zich er niet door intimideren. Op het veld eist hij de bal op als dat moet. Hij geeft messcherpe passes en voert de verschillende opdrachten goed uit. Hoewel hij een aanvaller is, zetten de trainers hem in de achterhoede. Maar dat maakt hem niet uit. De aanvaller van de tegenpartij heeft een slechte avond want hij komt niet voorbij Fodé. Hij wordt nauwlettend gadegeslagen door de trainers. Ze hebben zelfs meer oog voor hem dan voor de andere twee talentjes die deze week getest worden. Na de training slaan zijn medespelers Fodé op de schouders en de trainers geven hem een dikke knuffel. "De training is haast net als bij GVAV of bij de voetbalschool van FC Groningen, alleen gaat het hier veel sneller", vindt Fodé. Dinsdagavond had hij zijn eerste trainingssessie met de lange reis vanuit Groningen nog in de benen maar op het veld is daar niets van te merken. Hij doet mee alsof hij hier al jaren voetbalt. De volgende dag staat een bezoek aan Barcelona-Experience plus een rondgang door stadion Camp Nou op het programma. Fodé vergaapt zich aan de gouden ballen van Messi en aan de bekers van de Champions League. Het shirtje en het contract van Johan Cruijff ziet hij niet eens. En even later staat hij bijna op het veld waar het allemaal gebeurt. Fodé ruikt het gras, maar hij wil meer. "Ik wil op het veld." Als tweejarige peuter begon hij te voetballen. Als driejarige werd hij al opgemerkt omdat hij zo goed dribbelde met de bal. "Hij barst van het talent", zegt zijn vader Abdoul Fofana. Fodé’s trainer Melvyn Wolthers van GVAV Rapiditas geeft hem gelijk. "Toen hij bij GVAV kwam deed hij nog teveel alleen maar hij is een teamspeler geworden en sindsdien gaat het geweldig. Als E’er tikt hij gemakkelijk D-junioren weg." Om dat te illustreren vertelt Wolthers van die ene wedstrijd tegen Stiens. Omdat Fodé met de Djeugd mee zou spelen, stond hij de eerste helft reserve. Bij rust stond GVAV bescheiden voor. De wedstrijd eindigde in 18-1 voor GVAV. Fodé voetbalt altijd en overal. Dus ook onderweg naar een Italiaanse vakantiebestemming in Lyon. Tijdens een soort van toernooitje draaft de dan nog negenjarige jongen op in een veld van tieners. Michel Zamora, scout voor Barcelona in Frankrijk, raakt
D
’’
Die jongen moet niet naast zijn schoenen gaan lopen
¬ Fodé Fofana in het immense stadion Camp Nou in Barcelona. Foto’s: Jan Schlimbach
’Clubs zijn als de dood om de slag te missen’
¬ Fodé, staand tweede van rechts, in het shirt van Barcelona. onder de indruk en regelt de stage die deze week plaats vond. "Ik kijk naar jongens in het veld die snel handelen met de bal, maar die ook snel zien en snel denken. Dat past bij Barcelona." De jeugdvoetballers van Barcelona komen overal vandaan. Uit de Verenigde Staten, Japan, Duitsland om maar een paar landen te noemen. En er lopen een paar Nederlandse jongens rond. Zoals Bobby Adekanye (13). Hij speelt sinds juli vorig jaar bij de Barça jeugd. Hij werd bij Ajax weggeplukt na een wedstrijd tegen de D’ers van Barcelona. Nu woont Bobby in Barcelona en gaat hij er naar school. Hoewel klein van stuk klinkt en gedraagt hij zich al behoorlijk volwassen. Hij heeft het naar zijn zin hier en – niet onbelangrijk – hij ziet zijn ouders zeer geregeld. "Het gaat allemaal goed." De club zelf houdt de kaken stijf op elkaar. Fotograferen en filmen op het trainingscomplex is officieel verboden. Beveiligingsmedewerkers zien er op toe dat pottenkijkers buiten blijven. Een toelichting op het jeugdbeleid wil clubwoordvoerder Jose Miguel Teres niet geven. "Dat kunnen de trainers beter maar die hebben het te druk met hun zaken." Zamora brengt deze week drie jongens naar Barcelona. Fodé is de jongste. Bij Barça en dat terwijl zijn favoriete club Real Madrid is. Want daar speelt Ronaldo, zijn favoriete voetballer. Maar Messi vindt hij ook goed. En het valt hem bij de ’vijand’ nog wel mee. "Barcelona past eigenlijk best bij mij. Ze spelen het voetbal net zoals ik het speel", stelt hij vast. Een van de andere talentjes is Maddin Mohammad, volgens Franse media is de jongen van Algerijnse afkomst de nieuwe Zinedine Zidane. Hij kan bijzonder goed de bal hoog houden. Filmpjes van hem op Youtube zijn honderdduizenden malen bekeken. De derde jongen neust bij Barcelona maar hoopt stiekem op een plekje bij Paris Saint Germain. "Daar zit nog meer geld", weet zijn vader. Geld en torenhoge verwachtingen, spreek Abdoul Fofana er niet over. Vanwege de trainingstage van zijn zoon wordt hij suf gebeld door Nederlandse journalisten. Abdoul houdt de boot af. Foto’s en filmpjes van zijn zoon ziet hij liever niet gemaakt worden. "Hij is nog maar tien. Al die aandacht veroorzaakt druk. Die jongen moet niet naast zijn schoenen gaan lopen. Het is een vrolijk kind dat graag speelt en dat moet zo blijven." Hij weet dat lang niet iedereen de top haalt. "Je hoeft maar een blessure te krijgen en het is voorbij." Maar van een rampscenario wil hij niet uitgaan. "Vanuit deze opleiding komen jongens bij allerlei clubs terecht, overal in Europa." Al op de tweede avond maken de mensen van de club duidelijk dat ze verder willen met Fodé. Vader Abdoul is vereerd maar vraagt enige bedenktijd. Fodé weet daar nog niks van. Hij ondergaat een waar avontuur. "Dit is leuk om mee te maken en als ze me niet willen dan is het jammer. Maar ik wil wel graag bij Barcelona," roept hij als hij uit stadion Camp Nou loopt. Misschien niet voor de laatste keer.
... Fodé vergaapt zich aan de gouden ballen van Messi en aan de bekers van de Champions League. Het shirtje en het contract van Johan Cruijff ziet hij niet eens ...
’Hoe oud is die jongen, tien... Ze zijn niet goed wijs. Die jongen kan pas gecontracteerd worden als hij zestien is". Voetbaltrainer Foppe de Haan heeft het er niet op, om jonge voetballers uit hun eigen omgeving te halen. "Je wordt er wel beter van door te voetballen met goede spelers en goede trainers. Als je dit pad op gaat is er altijd kans op een afgang, dat je de druk niet aan kunt." Peter Jeltema, hoofd opleidingen FC Groningen, is het deels eens met De Haan, maar hij stelt wel vast dat het wereldwijd scouten van jong talent inmiddels heel gewoon is in de voetballerij. "De wereld is kleiner geworden. Zeven, acht jaar geleden zou je dit nog niet zo snel meemaken. Maar nu, het gebeurt bij alle topclubs. Die vissen in een heel grote vijver." De Haan weet ook wel waarom. "Het is concurrentie. Alle clubs scouten talenten op jonge leeftijd omdat ze als de dood zijn dat ze de slag missen." De KNVB in Zeist is met veel buitenstaanders kritisch op het fenomeen. "Het is voor Fodé een fantastisch avontuur. Toch is de KNVB er geen voorstander van. We vinden dat jonge en oudere kinderen zo lang mogelijk in de eigen omgeving moeten leren en voetballen. Met de eigen vriendjes omgaan.", zegt René Ebens namens de voetbalbond. Of zo’n uitruk goed is voor een jong talent, valt moeilijk te zeggen, meent Jeltema. "Dat is per individu verschillend. Sportwetenschappers hebben al eens uitgezocht dat des te jonger talenten gescout worden, des te geringer de voorspellende waarde daarvan is. Je weet niet of ze het betaald voetbal halen. Dat is hartstikke moeilijk te zien. Sportwetenschappers adviseren om het breed te houden, niet alleen op jonkies te scouten want er zijn genoeg omstandigheden waardoor een talent zich pas op latere leeftijd laat gelden". Dat denkt ook Foppe de Haan. "Zo’n jongen mag nog zoveel talent hebben, hij is nog lang geen volgroeide voetballer. Ze zouden er verstandiger aan doen om pas op latere leeftijd, rond hun 15de, 16de jaar te testen, want dan kun je echt zien of een speler iets bijzonders heeft." René Ebens zegt dat de bond opteert voor een voetbalopleiding in de eigen omgeving. "Ze hoeven niet naar het buitenland want in Nederland zijn goede voetbalopleidingen. Als zo’n jonge jongen bij een club als Barcelona binnenkomt, heb je niet alleen te maken met voetbal. Dan ontstaat er druk van buitenaf, denk alleen al aan de mensen die geld willen verdienen aan een jong talent." De Haan kent legio verhalen van talenten die naar grote clubs vertrekken. "Als je dit pad opgaat is er altijd kans op een afgang. Bij Heerenveen hadden we een voetballer, een A-junior, die ging naar Arsenal. Hij heeft meegedaan aan de afscheidswedstrijd van Dennis Bergkamp en dat was het. Daarna heeft hij nog bij PEC Zwolle en bij Go Ahead gespeeld en ging toen naar de amateurs. Of je het maakt of niet, heeft heel veel te maken met je zelf en met je omgeving. Kun je het aan of niet, zijn de mensen in je omgeving reëel en nuchter. Bij al te hoge verwachtingen kun je zo maar ontsporen. Dus ik zou die jongen adviseren gewoon bij FC Groningen te voetballen. Als hij echt goed is, dan wordt dat echt wel gezien en kan hij alsnog naar Barcelona."