Voor The Police begon de victorie in 2e Exloërmond The Police geeft volgende week twee concerten in de Amsterdam ArenA. Dertig jaar geleden stonden de zaken er heel anders voor. Sting en de zijnen kwamen op zaterdag 19 maart 1977 voor de eerste keer naar Nederland. Bardancing De Kienstobbe in 2e Exloërmond had de primeur. Een terugblik. Door Martin Groenewold
Roel Muskee
The Police
Twaalf hits
’G
randioos punkfestival met medewerking van drie Amerikaanse formaties: Cherrie Vanilla, Wayne County en The Police. En één Nederlandse punkgroep, Crisis’. De advertentie in het Nieuwsblad van het Noorden lokte op 19 maart 1977 zo’n 150 mensen naar bardancing De Kienstobbe in 2e Exloërmond. Zij beleefden, achteraf bezien, een historische avond. ”Maar op dat moment vond ik het vooral een hoop herrie van een hoop bijzondere figuren”, blikt organisator Roel Muskee, destijds eigenaar van De Kienstobbe, terug. The Police speelde voor het eerst op Nederlandse bodem. Nog zonder gitarist Andy Summers, en nog zonder wereldberoemd geworden nummers als Message In A Bottle (1979) en Every Little Thing She Does Is Magic (1981). Maar toch: The Police. ”We kregen ze aangeboden als onderdeel van een pakket”, legt Muskee uit. ”Twaalfhonderd gulden voor drie buitenlandse bands, dat was zelfs in die tijd geen geld. Maar Dineke (Roels partner, red.) en ik namen wel een gok, natuurlijk. Niemand in 2e Exloërmond wist precies wat punk was; in het dorp gebeurde nooit iets op dit gebied.” Van het optreden zelf kan Muskee, toen pas twintig jaar, zich nauwelijks iets herinneren. ”Maar ik ben dan ook absoluut geen Police-liefhebber”, zegt hij. ”Ik zou er nooit een plaat van kopen.” De kranten schreven daags na het festival vooral over ’de super dekadente’ Wayne County, een pruikendragende transseksueel uit New York. ’In nummers als Toilet Love, Cream In My Jeans en If You Don’t Want To Fuck Me, Fuck Off stimuleerde hij het, in áántal tegenvallende publiek, tot alles wat de tien geboden verboden’, formuleerde het huis-aan-huisblad De Kanaalstreek. Aan The Police wijdde de krant welgeteld één zin, met daarin álle namen van de muzikanten fout gespeld: ’Hard en snel was het motto van The Police, dat naast drummer Steward Copeland bestond uit Sting Steward, de basgitarist en zanger, en Al Pattavani, de sympathieke Fransman op gitaar’. Hoe sympathiek ook: de man heet in werkelijkheid Henry Padovani. Hij maakte vijf maanden later, in augustus 1977, plaats voor gitarist Andy Summers. Mede-oprichter Stewart Copeland van The Police schrijft zijn voornaam met een t. En wie Sting Steward is? Het verhaal wordt besloten met de opmerking dat het ’al met al een ontzettend vermakelijke en sfeervolle avond’ was, ondanks de afwezigheid van Cherry Vanilla. ’Zij moest uitvallen, omdat ze met een keelontsteking te kampen had’. Journalist Marius Dussel speelde anno 1977 in het punkbandje Crisis. Hij maakte Sting en de zijnen van zeer nabij mee. ”Het is een bont gezelschap”, schreef hij begin dit jaar in een te-
The Police haalde tussen 1979 en 1986 twaalf keer de Nederlandse Top 40. Daarna koos frontman Sting voor een solocarrière, overigens zonder de band ooit officieel op te heffen. De hits waren: < So Lonely (1979, nummer 31) < Roxanne (1979, nummer 21) < Can’t Stand Losing You (1979, nummer 9) < Message In A Bottle (1979, nummer 2) < Walking On The Moon (1979, nummer 9) < Don’t Stand So Close To Me (1980, nummer 3) < De Do Do Do, De Da Da Da (1980, nummer 11) < Every Little Thing She Does Is Magic (1981, nummer 1) < Spirits In The Material World (1981, nummer 6) < Every Breath You Take (1983, nummer 6) < Wrapped Around Your Finger (1983, nummer 17) < Don’t Stand So Close To Me (1986, nummer 20)
rugblik in de Leeuwarder Courant. ”Als eerste worden we begroet door een klein mannetje met een grote zonnebril en een manier van praten die wijst op een francofone afkomst. Hij stelt zich voor als Henry en is de gitarist van The Police.” Het trio blijkt eigenlijk de begeleidingsband te zijn van de afwezige Cherry Vanilla. ”The Police heeft nooit eerder alleen opgetreden. De groep bestaat nog maar twee maanden. Manager Miles Copeland, de broer van drummer Stewart Copeland, is ook manager van Cherry en Wayne. Daarom mogen ze mee naar Nederland.” Een echt repertoire is er niet, al ligt de eerste single, Fall Out, net een maandje in de winkels. ”Ik zeg dat wij met onze band Crisis al twee keer hebben opgetreden. Nummers coveren van The New York Dolls en Dr. Feelgood. Henry neemt ons mee naar de kleedkamer waar de overige leden van The Police wachten. Sting zit
zwijgzaam in een hoekje en observeert. Stewart Copeland, de zenuwpees, drumt doorlopend met zijn sticks op de bovenbenen en heeft het hoogste woord.” Het publiek in De Kienstobbe is allesbehalve punk, constateert Dussel. De meeste aanwezigen hebben lange haren en dragen broeken met wijde pijpen. ”Voor het eerst kan ik me zelf horen zingen. Wat een ervaring, wat een geluidsinstallatie. Dan is het de beurt aan The Police. En onmiddellijk wordt duidelijk waarom wij in het turf van de Veenkoloniën zullen blijven steken en The Police tot een van de grootste bands aller tijden zal uitgroeien. Sting is de voornaamste onderscheidende factor. ’Come on to the front, all you hippies’, schreeuwt hij door de microfoon. De hippies gehoorzamen gedwee.” Na afloop laten de bandleden van The Police een boodschap achter op de muur van de kleedkamer. In De Kienstobbe is dat een nauwelijks geı̈soleerde ruimte ónder het podium. Roel
Muskee: ”Eerlijk gezegd is het de vraag of zı́j die kreet hebben opgekalkt, of dat een fan dat later heeft gedaan. In elk geval is het een aandenken dat tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven.”
D
e korte tournee door Nederland haalde ook Stings autobiografie Broken Music. Over het optreden in het Groningse Huize Maas, een dag na 2e Exloërmond, schrijft de zanger/bassist: ”Halverwege het eerste nummer valt het geluid, of wat daarvoor moet doorgaan, regelmatig weg. Dan komt het oorverdovende rondzingen van de feedback, gelardeerd met donderende bastonen en snerpende hoge tonen, zodat het publiek binnen de kortste keren als één man de handen tegen de oren houdt. Ik heb een zware dag achter de rug en krijg, waar ik bijna nooit last van heb, een woedeaanval. Ik dreig de ongelukkige Gro-
ningse soundcrew met vierendeling als ze niet heel gauw het geluid afstemmen.” Het publiek in Huize Maas is later op de avond dolenthousiast, maar Sting voelt zich vooral opgelaten. ”Pas als we de deur van de kleedkamer achter ons dichtdoen, horen we de ovatie. Ze juichen, fluiten, stampen. Volgens mij zijn ze helemaal gek geworden. Het was een waardeloze gig.” De volgende dagen speelt The Police nog in Eindhoven, Rotterdam, Nijmegen, Maasbree en – uiteindelijk – Amsterdam. ”Het publiek is niet echt in groten getale komen aanzetten, is nogal uiteenlopend van aard en ligt in verscheidene stadia van welbehagen her en der op de vloer”, schrijft Sting over het concert in Paradiso. ”Sommigen dansen als derwisjen en tollen af en toe over andere mensen heen, die ze dan weer een zet geven zodat ze een andere kant op wervelen. (…) Het geluid is hels. Het hele tafereel heeft een surrealistische uitstraling, het lijkt wel een nachtmerrie. Het is het einde van onze tournee, maar het lijkt wel het einde van de wereld.” Dat is het niet: dertig jaar na dato tourt The Police vijf maanden lang door Noord-Amerika, Europa, Latijns-Amerika, Japan, Australië en Nieuw-Zeeland. Voor de reünieconcerten in de Amsterdam ArenA, op donderdag 13 en vrijdag 14 september, zijn nog enkele honderden kaartjes verkrijgbaar. t martin.groenewold@dvhn.nl