1.1 Wat is het Pavatex-systeem voor hellende daken?
Een isolatieplaat met hoge dichtheid (ISOLAIR of ISOLAIR MULTI) en tand-en-groefverbinding boven op de kepers en flexibele isolatie (PAVAFLEX) tussen de kepers. Tengellatten om de isolatieplaten met tand-engroefverbinding te bevestigen op de kepers.
1.2 Pavatex hellend dak – overzicht
1. Inleiding
Tengellatten
Pannen of andere afwerking
PAVATEX ADB MEMBRAAN
Panlatten
PAVAFLEX
ISOLAIR OF ISOLAIR MULTI
1.3 Compatibiliteit
Het Pavatex-systeem voor hellende daken kan gebruikt worden in combinatie met verschillende dakafwerkingen.
Dakpannen met laag profiel
Dakpannen met hoog profiel
Metalen afwerking op bebording met structuur (houtvezelplaat, enz.)
Bebording met groendak
Vlakke dakpannen Leien
Wanneer is een dampopen onderdakfolie vereist?
Dakhelling > 18° Dakhelling tussen 15° en 18° Dakhelling < 15° Niet noodzakelijk vereist Vereist Contacteer de technische dienst van SOPREMA
Het dak moet tengellatten hebben voor ventilatie.
2. Voorwaarden
Minimale dikte van de tengellatten
(Optioneel) Voor open dakbedekkingen - Pannen, leien, etc.
Voor alle soorten dakbedekkingen Bij twijfel: contacteer de technische dienst
3. Gezondheid & veiligheid
• Volg de lokale richtlijnen en wetten inzake gezondheid en veiligheid voor werken op hoogte. Draag de gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen bij dakwerken.
• Een veiligheidsbril, handschoenen en een stofmasker zijn vereist tijdens het snijden en zagen om de gebruiker te beschermen tegen kleine stofdeeltjes.
Pallets met Pavaflex (Plus of Confort) mogen niet gestapeld worden.
Harde platen (Isolair Multi) mogen maximaal tot 2 pallets op elkaar gestapeld worden en enkel indien de pallets niet hoger zijn dan 1,3 meter. Stapel de pallets recht op elkaar en niet geschrankt.
4. Opslag & behandeling op de werf
De platen dragen
De isolatieplaten kunnen individueel (bv. op het dak) geplaatst worden of als unit op de pallet. Gebruik heftoestellen zoals een kraan of een transportband.
Alle Pavatex-producten moeten bewaard worden op een droge plaats, beschermd tegen vocht. De vloer moet vlak zijn zodat de (gestapelde) pallets stabiel en veilig staan.
Platen met profiel maken het product stabieler. Behandel de isolatieplaten voorzichtig en vermijd beschadigingen tijdens het gebruik voor een vlotte plaatsing.
5. Werfchecklist
5.1 Producten
product
Isolair Multi Harde isolatieplaten met tanden-groefverbinding.
Pavaflex Confort, Flexibele isolatie voor tussen de kepers (kepers).
Pavatape 150
Om naden tussen de platen zonder tand-en-groefverbinding af te dichten (niet nodig als de platen afgedekt worden met een dampopen onderdakfolie).
Pavatape 75
Om het dakvoetprofiel af te sluiten op de harde houtvezelplaten (niet nodig als de platen afgedekt worden met een dampopen onderdakfolie).
Pavatape Flex
Om ronde en moeilijke verbindingen af te dichten, bv. dakdoorvoeren voor ontluchtingspijpen. Zowel nodig met als zonder dampopen onderdakfolie.
Pavatex ADB
Dampopen onderdakfolie met zelfklevende overlangse overlappen. Pavabond-lijm of dubbelzijdige tape Pavatape 12 is nodig om de zijdelingse overlap af te dichten.
alternatief
Ecomat
Pro Clima
Tescon Vana +S-primer
alternatief
Ecomat
Pro Clima
Soltempa
alternatief
Ecomat
Pro Clima
Extoseal Encors
alternatief
Ecomat
Pro Clima Solitex
Mento 1000
Connect
vink aan
product vink aan
Pavatex DB 3.5
Dampremmende folie (voor interne luchtdichtheid, volgens ontwerp). Pavafix-tapes en Pavatape Flex zijn nodig om de folie volledig af te dichten.
Pavafix 60 en Pavafix 150
Zelfklevende tape om de naden van de folie af te dichten (Pavafix 150 voor grotere openingen).
Pavatape 12
Dubbelzijdige tape voor de afdichting van overlappen van de onderdakfolie of de afdichting op metselwerk of een minerale ondergrond.
Geen wachttijd voor complete hechting
Pavaprim
Wordt gebruikt als primer voor Pavatape en Pavafix 60 op Pavatex en andere poreuze en minerale bouwmaterialen.
Pavabond
Voor de afdichting van overlappen van de onderdakfolie of de afdichting op metselwerk of een minerale ondergrond. Enige wachttijd om volledige hechting te bereiken.
Bevestigers voor de tengellatten.
Bevestigingsdetails en bevestigingsplan meegeleverd door de fabrikant van de bevestigers.
Isolatiepluggen
Nodig om de isolatieplaten tijdelijk te bevestigen.
alternatief
Ecomat
ProClima
Intello+
5.2 Gereedschap
product
Alligatorzaag
Om op de werf dikkere of harde houtvezelplaten door te zagen. Vraag bij de fabrikant na welk het juiste zaagblad is.
alternatief
Ecomat
Pro Clima
Tescon Vana
alternatief
Ecomat
Pro Clima
Duplex & Orcon
Een alligatorzaag kan gebruikt worden met een staande schraag voor een nette en gladde zaagsnede.
Cirkelzaag
Met minstens 70 mm zaagdiepte. Extra zaagdiepte is nog beter.
De dikte van de isolatieplaten gaat van 20 mm tot 300 mm of meer.
Reciprozaag met Pavatexzaagblad of vergelijkbaar
alternatief
Ecomat
Pro Clima
Tescon-
Spray
primer
alternatief
Ecomat pro Clima Orcon
Voor isolatie met een lage dichtheid (Pavaflex)
Voor isolatie met een hoge dichtheid (Isolair Multi)
Om naden tussen de platen zonder tand-en-groefverbinding af te dichten (niet nodig als de platen afgedekt worden met een dampopen onderdakfolie). JANEE
Decoupeerzaag met Pavatexzaagblad of vergelijkbaar
Het gekartelde Pavatexzaagblad helpt om door een houtvezelplaat met een hoge dichtheid te zagen zonder vast te lopen. JANEE
JAJA
product
Handzaag
Een handzaag is niet ideaal om houtvezelplaten te zagen maar kan gebruikt worden om snel een kleiner stuk door te zagen.
Slaghout
Een hamer en zelfgemaakt slaghout om ervoor te zorgen dat de platen goed aansluiten. Ook andere methoden kunnen gebruikt worden, maar zorg ervoor dat u de tand en groef van de platen niet beschadigt.
Multitool
Voor moeilijk te zagen stukken, gaten en ander precisiewerk.
Mafell-isolatiezaag
De isolatiezaag van Mafell is een draadzaag-systeem om flexibele houtvezelisolatie met een hoge dichtheid te zagen. Nauwkeurig zaagwerk voor een perfecte pasvorm.
Tafelcirkelzaag
Met een zaagdiepte van 110 mm of meer. Een dikkere plaat kunt u doorzagen door ze om te draaien (aan twee kanten zagen).
product
Bandzaag
Voor grotere klussen is een bandzaag efficiënter voor zaagsneden in houtvezelplaten van bijna elke dikte.
Isolatiezaag of -mes voor flexibele isolatie Het Pavatex-isolatiemes voor flexibele isolatie of een vergelijkbaar handwerktuig om flexibele isolatie te snijden.
Festool-zaag voor flexibele isolatie
Om snel en gemakkelijk flexibele isolatie te snijden.
Ander gereedschap Mogelijk heeft u ander houtbewerkingsgereedschap nodig om de isolatieplaten correct te installeren.
JA JA
NEE JA
JA NEE
JA NEE
JA NEE
6. Werfvoorbereiding
6.1 Flexibele isolatie controleren
• Controleer voordat u de tand-en-groefplaten over de kepers bevestigt, of de flexibele isolatie tussen de kepers aangebracht is. Als dat niet het geval is, controleer dan of het mogelijk is om die te plaatsen nadat u de platen over de kepers hebt bevestigd. Over het algemeen wordt de flexibele isolatie langs de binnenkant tussen de balken geklemd.
Afbeelding 1: Pavaflex Confort/Plus tussen de kepers.
6.2 Meten
Vergelijkbaar met het plaatsen van vloerlaminaat met tand-en-groefsysteem.
• Meet de afstand van de onderkant van de eerste rij isolatieplaten tot de nok. Bereken het aantal rijen zodat u niet te dicht bij de nok eindigt (minstens 200 mm keper nodig om te bevestigen). Zaag indien nodig de platen bij de dakvoet op maat. Zaag ook eventuele gaten uit voor dakramen of schoorstenen en zorg er ook hier voor dat een plaat steeds minstens 200 mm van het gat eindigt.
• Meet dan de horizontale lengte van het dak en zorg dat elke plaat minstens twee kepers bedekt. Als dat niet het geval is, past u de eerste plaat aan en plant u verder zodat elke plaat minstens twee kepers bedekt. De aansluitingen tussen de platen hoeven niet samen te vallen met de kepers. Er mogen aansluitingen zijn tussen de kepers in.
Plan zorgvuldig om zo weinig mogelijk materiaal te verspillen.
Afbeelding 2: Eerste meting en planning.
6.3 De juiste kant van de plaat
• Als de tand in het midden van de plaat staat (gecentreerd), is er geen juiste of verkeerde kant. Als de tand niet in het midden staat (niet-gecentreerd), plaatst u de tand naar de buitenkant toe.
/ binnen
/ binnen
Afbeelding 4: Gecentreerd: geen juiste of verkeerde kant. Niet-gecentreerd: kant waar de tand dichterbij staat naar buiten plaatsen.
Afbeelding 3: Minstens 200 mm balk overhouden om de laatste rij met isolatieplaten te kunnen bevestigen.
Min. 200 mm 200mm
Buiten
Buiten
Buiten
Binnen
7. Installatie
7.1 Afschuiflatten
• Bevestig bij de dakvoet op elke keper een afschuiflat die even dik is als de isolatieplaten.
• Als u geen afschuiflatten gebruikt, bevestig dan een tijdelijke stopper om de eerste rij isolatieplaten tegen te houden.
• Dankzij de afschuiflatten hebt u ook minder bevestigers nodig om de tengellatten te bevestigen. Neem contact op met de fabrikant van de bevestigers en de bouwkundig ingenieur van het project.
Let op: de muurisolatie dient (indien aanwezig) aan te sluiten op de dakisolatie om ervoor te zorgen dat de isolatie doorloopt (koudebruggen vermijden). De lengte van de afschuiflatten moet aan de hand daarvan berekend worden.
Afbeelding 5: Houten dakconstructie.
Afbeelding 6: Afschuiflat ter ondersteuning van de installatie.
7.2 Installatie van de eerste rij
• Plaats de platen met de tand in de richting van de nok.
• Plaats de eerste plaat stevig tegen de afschuiflat. Bevestig de volgende plaat en zorg ervoor dat (1) de tand volledig in de groef schuift door eerst de zijdelingse verbinding te maken en dan (2) de horizontale verbinding met de plaat van de vorige rij.
• Het tand-en-groefsysteem moet mooi aansluiten. Tik indien nodig op de plaat. Let erop dat u de tand en groef hierbij niet beschadigt.
Naden
• De zijdelingse aansluitingen tussen twee isolatieplaten hoeven niet noodzakelijk samen te vallen met de kepers.
Afbeelding 7: Eerste rij met volledige plaat.
Afbeelding 8: Zorg ervoor dat de tand volledig in de groef schuift door eerst de zijdelingse verbinding te maken en dan de plaat naar beneden te schuiven op de plaat van de vorige rij.
7.3 Installatie van de tweede rij
• Normaal gezien begint u de volgende rij met een halve plaat en werkt u zo afwisselend verder.
Let op: de muurisolatie dient (indien aanwezig) aan te sluiten op de dakisolatie om ervoor te zorgen dat de isolatie doorloopt (koudebruggen vermijden). De lengte van de afschuiflatten moet aan de hand daarvan berekend worden.
Afbeelding 9: De tweede rij begint gewoonlijk met een halve plaat of zoals in de planning.
Naden
• Vermijd aansluitingen in twee opeenvolgende rijen tussen dezelfde kepers.
Afbeelding 10: Zorg ervoor dat twee opeenvolgende rijen geen verticale aansluiting hebben
Schranken
• Schrank de rijen zodat ze minstens 200 mm verspringen. In de praktijk wordt vaak gekozen om halve platen te gebruiken
Afbeelding 11: Zorg dat de platen minstens 200 mm verspringen.
De platen voorlopig bevestigen
• Als er veel wind is of als de platen een nacht onbedekt blijven, kunt u elke plaat tijdelijk bevestigen met 1-2 schroeven met afdichtring. Bevestig in het midden. De definitieve bevestiging gebeurt door middel van de tengellatten op de kepers.
Afbeelding 12: Als de platen een nacht onbedekt blijven, bevestig ze dan tijdelijk.
7.4 Installatie dakvoetprofiel
• Het dakvoetprofiel moet geplaatst worden nadat de eerste rij platen volledig is.
• Dicht het dakvoetprofiel op de platen af met de aanbevolen tape en primer. Zie ‘5.1 Producten’ voor meer info.
Een dakvoetprofiel is niet nodig indien de goot aan de buitenzijde van het gebouw is geplaatst en de dampopen onderdakfolie achter de goot eindigt.
Afbeelding 13: Plaats het dakvoetprofiel voordat u de tengellatten plaatst.
7.5 Op de dakhelling lopen
• Zodra er 2-3 rijen geplaatst zijn, kunnen de plaatsers op de platen stappen om de volgende rijen te installeren. De platen zijn speciaal ontworpen zodat veiligheidsschoenen er grip op hebben.
Let op:
• Zet uw voet enkel op de lijn van de kepers en STAP NIET IN HET MIDDEN TUSSEN TWEE KEPERS
• Probeer geen hak in de platen te zetten zodat u het oppervlak niet beschadigt.
• Bevestig indien nodig tijdelijke horizontale latten en stap op die latten. Gebruik in dat geval Pavatape 75 om de schroefgaten nadien weer dicht te maken. Meer informatie hierover vindt u in het gedeelte over afdichten.
afbeelding 14: Op de platen stappen
dampopen onderdakfolie (zie hoofdstuk 7.7)
7.6 Installatie zonder dampopen onderdakfolie
• Zodra er 4-5 rijen platen bevestigd zijn, kunt u tengellatten plaatsen en bevestigen op de kepers met de aanbevolen bevestigingsmiddelen. U kunt ook panlatten bevestigen om het dak op te lopen.
Let op:
• Zorg ervoor dat de naden zonder tand-en-groefaansluiting of andere open voegen, die later nog afgedicht moeten worden, niet worden bedekt door de tengellatten. Als dat wel het geval is, dicht u deze naden in deze fase af. Meer informatie hierover vindt u in het gedeelte over afdichten.
Afbeelding 15: Toepassing zonder dampopen onderdakfolie.
7.6.1 Opeenvolgende rijen
• Herhaal het patroon van de eerste en tweede rij en werk zo verder.
Let op:
• Bedekt u in een keer de kepers van het volledige dak met isolatieplaten? Duid dan aan waar de kepers lopen zodat u bij de installatie van de tengellatten nog kunt zien waar de bevestigingspunten zijn.
Afbeelding 16: Herhaal het patroon en pas waar nodig aan in functie van dakranden en doorbrekingen.
7.6.2
Afdichten van het Pavatex-systeem voor hellende daken (zonder dampopen onderdakfolie)
Het is belangrijk dat u de naden zonder tand-en-groefsysteem, de aansluitingen van eventuele aankappingen en de dakranden afdicht om de houtvezelplaten intact te houden en om te voorkomen dat er water naar binnen sijpelt. Doe dit nadat u de isolatieplaten over de kepers plaatst en altijd vóórdat u de tengellatten bevestigt.
Algemene opmerkingen voor het afdichten met tape
• Alle naden zonder tand-en-groefsysteem en alle dakranden moeten afgedicht worden.
• Het oppervlak waarop u de tape aanbrengt, moet schoon en droog zijn.
• Breng vóór de tape eerst de Pavaprim aan om het oppervlak voor te bereiden, zo hecht de tape beter. De instructies in de technische fiche van de primer bevatten meer informatie over de optimale temperatuur, droogtijd, enz.
• Oefen voor een perfecte hechting tijdens het aanbrengen van de tape druk uit op de tape met een harde rubberen of metalen roller (of iets gelijkaardigs).
• Breng de tape altijd van onder naar boven aan, net als dakpannen.
Afbeelding 17: Borstel het oppervlak schoon. Het oppervlak MOET droog zijn voor een goede hechting (gebruik indien nodig een warmtepistool om de platen te drogen).
2 3 4
Afbeelding 19: Rol de aanbevolen Pavatex-tape af en druk aan met uw andere hand. Vermijd rimpels.
20: Druk de tape stevig aan met een harde naadroller.
Afdichten van de kil, nok of hoekkeper
• Zorg er voor dat het oppervlak proper is en voorzien van primer.
• Breng de Pavatape 150 (van beneden naar boven) aan door de tweedelige achterkant af te pellen terwijl u de verbinding volgt.
• Oefen voldoende druk uit zodat de randen van de tape mooi aansluiten op de isolatieplaten.
Afbeelding 21: De verbinding op de nok afdichten met Pavatape 150.
22: De verbinding op de hoekkeper afdichten met Pavatape 150.
23: De verbinding in de kil afdichten met Pavatape 150.
Afbeelding 18: Breng de aanbevolen Pavatex-primer aan met een borstel of roller en laat drogen.
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding 24: Verbinding in de kil met Pavatape 150.
Afdichten aan de dakvoet
• Zorg er voor dat het oppervlak proper is en voorzien van primer.
• Breng de Pavatape 75 aan door de achterkant af te pellen terwijl u de naad volgt.
• Kleef de helft van de breedte van de tape op de isolatieplaten en de andere helft op de dakvoetfolie of het voorgevormde profiel.
• Oefen voldoende druk uit zodat de randen van de tape mooi aansluiten op de isolatieplaten.
Let op:
• Als de overgang niet mooi glad is, sluit de naad niet volledig af.
Afbeelding 25: Het dakvoetprofiel afdichten op de plaat met Pavatape 75.
Afdichten rond een gemetste (bakstenen) vierkante schoorsteen (temperatuur niet hoger dan 100 °C)
• Bepleister de schoorsteen voordat u de tape aanbrengt, zodat de openingen in de bindsteen opgevuld zijn.
• Laat 50 mm rond de schoorsteen vrij en vul op met een brandvertragend materiaal zoals minerale wol. Toets de details i.v.m. brandveiligheid af met de brandadviseur van het project.
• Zorg ervoor dat het oppervlak proper is en voorzien van primer.
• Breng de tape eerst onderaan langs de schoorsteen aan. Maak mooi gladde hoeken en werk naar boven toe.
• Oefen voldoende druk uit zodat de randen van de tape mooi aansluiten op de isolatieplaten.
• U kunt een lekwatergoot gebruiken boven de dakvensters om onvoorziene waterlekken naar de opening tussen aangrenzende tengellatten te leiden.
1 2 3 4 5
Afbeelding 26: Bepleister de schoorsteen om een glad oppervlak te verkrijgen
Afbeelding 29: Breng Pavatape 150 aan langs de bovenkant.
Afbeelding 27: Breng Pavatape 150 aan langs de onderste rand. Vergeet de primer niet!.
Afbeelding 30: Breng als dubbele afdichting Pavatape 75 of 150 aan over de tape aan de bovenkant.
Afbeelding 28: Breng Pavatape 150 aan langs de kanten.
Afdichten langs een ronde (moderne, geïsoleerde) schoorsteen
• Laat 50 mm rond de schoorsteen vrij en vul op met een brandvertragend materiaal zoals minerale wol. Toets de details i.v.m. brandveiligheid af met de brandadviseur van het project.
• Gebruik een brandwerende plakplaat om de dakdoorbreking af te dichten op de isolatieplaten.
• Zorg er voor dat het oppervlak proper is en voorzien van primer.
• Breng een kort stuk Pavatape 75 aan vanaf de onderkant van de af te dichten plakplaat en werk langs beide kanten van de schoorsteen naar boven toe.
• Oefen voldoende druk uit zodat de randen van de tape mooi aansluiten op de isolatieplaten.
Afbeelding 32: Steek de schoorsteen door het gat en vul op met minstens 50 mm minerale wol of iets gelijkaardigs, of volg het advies van de brandadviseur.
Afbeelding 34: Plaats de tape op de plakplaat en op de isolatieplaten zoals uitgelegd bij de gemetste schoorsteen. Zie afdichten van een gemetste schoorsteen. Vergeet de primer niet!
Afdichten van een ronde opening (ventilatiegaten, enz.)
• Zorg er voor dat het oppervlak proper is en voorzien van primer.
• Dicht de dakdoorbreking af met een laag Pavatape Flex. Breng de tape van boven naar beneden aan en laat de twee uiteinden onderaan overlappen.
• Oefen voldoende druk uit zodat de randen van de tape mooi aansluiten op de isolatieplaten.
Afbeelding 35: Afdichten van een ontluchtingspijp. Afbeelding 36: Breng de afdichting in één keer aan (ga een keer rond de pijp met Pavatape Flex). Vergeet de primer niet!
Afbeelding 31: Maak een gat met een grotere diameter dan de schoorsteen.
Afbeelding 33: Plaats een brandwerende plakplaat.
Afdichten van een dakvenster
• Gebruik een dampopen onderdakfolie om de daklichtopening af te dekken. De onderdakfolie moet minstens 300 mm extra rond de omtrek van de opening bedekken.
• Zorg er voor dat het oppervlak van de isolatie proper is en voorzien van primer.
• Dicht de onderdakfolie langs alle kanten af op de isolatieplaten met Pavatape 75. Begin onderaan en werk naar boven toe..
• Oefen voldoende druk uit zodat de randen van de tape mooi aansluiten op de isolatieplaten.
• U kunt een lekwatergoot gebruiken boven de dakvensters om onvoorziene waterlekken naar de opening tussen aangrenzende tengellatten te leiden.
Afbeelding 37: Zaag de raamuitsparing uit de houtvezelplaat.
Afbeelding 40: Verwijder de onderdakfolie ter plaatse van de sparing en plaats het dakvenster volgens de richtlijnen van de fabrikant.
Afbeelding 38: Plaats een dampopen onderdakfolie over de opening. De folie moet groot genoeg zijn zodat hij niet alleen de opening bedekt maar ook rondom minstens 300 mm extra.
Afbeelding 41: Plaats een lekwatergoot bovenaan het dakvenster.
Afbeelding 39: Breng van beneden naar boven toe Pavatape 75 aan op de randen van de dampopen onderdakfolie. Vergeet de primer niet!
Afbeelding 42: Zorg voor openingen (onderbrekingen) in de tengellatten voor een betere luchtcirculatie rond de dakdoorbreking, zeker bij gesloten afwerkingen (zinken dak, enz.).
Afdichten van beschadigingen of open schroefgaten
• Zorg er voor dat het oppervlak proper is en voorzien van primer conform de richtlijn.
• Repareer het beschadigde deel met Pavatape 75 of 150.
• Vul de schroefgaten op met losse houtvezel en kleef dicht met Pavatape 75 of 150.
• Oefen voldoende druk uit zodat de randen van de tape mooi aansluiten op de isolatieplaten.
Let op:
• Gebruik geen platen die te fel beschadigd zijn.
Figure 43: Kleine schade niet groter dan 80 mm in diameter
Figure 45: Vul het beschadigde gebied met los houtvezel
Figure 44: Breng de primer aan
Figure 46: Herstel met PAVATAPE. Houd de rand van de tape loodrecht op de helling.
Bij complexe daken is het aangeraden om een dampopen onderdakfolie Pavatex ADB over de Pavatex-isolatie te plaatsen.
De folie wordt geplaatst zoals elke andere standaard onderdakfolie. Het enige verschil is dat de folie in dit geval onder de tengellatten, en dus rechtstreeks op de isolatieplaten, geplaatst wordt. De tengellatten en panlatten worden over de folie geplaatst.
• De folie kan geïnstalleerd worden nadat alle isolatieplaten geplaatst zijn of in fasen, bv. nadat er 4-5 rijen isolatieplaten geplaatst zijn.
• Dicht de onderdakfolie volledig af zodra er enkele lagen van geplaatst zijn. Meer informatie hierover vindt u in het gedeelte over afdichten.
Let op:
• Houtvezelisolatie is geen ideale ondergrond om onderdakfolie op vast te nieten. Installeer de onderdakfolie met minstens twee personen. De tengellatten houden de folie op zijn plaats.
Afbeelding 47: Rol de eerste rol uit met een overlap over het dakvoetprofiel. Plaats de onderdakfolie niet over de dakgoot want de folie is niet uv-bestendig.
Afbeelding 49: Dicht de horizontale overlappen af met de zelfklevende afdichtingsstrook van de folie.
Afbeelding 48: Installeer een tweede rol met minstens 100 mm overlap.
Afbeelding 50: Start een nieuwe rol met 100 mm overlap en dicht de overlangse overlap af met de dubbelzijdige tape Pavatape 12.
7.7.2 Op de dakhelling lopen
• U kunt tijdelijke horizontale latten aanbrengen om op het dak te lopen voor de installatie van de onderdakfolie. De latten kunnen de folie bij veel wind ook op zijn plaats houden.
• Zodra u 1-2 lagen van de dampopen onderdakfolie geïnstalleerd hebt, kunt u tengellatten plaatsen met enkele panlatten om op het dak te lopen.
• Dicht de schroefgaten van de tijdelijke latten af met Pavafix 60.
Afbeelding 51: Omhoog klimmen tijdens de installatie van de dampopen onderdakfolie Pavatex ADB.
Het is belangrijk dat de naden, de aansluitingen en de uiteindes van de dampopen onderdakfolie worden afgedicht om de houtvezelplaten intact te houden en om het binnendringen van water te voorkomen . Doe dit nadat u de onderdakfolie over de kepers aanbrengt en altijd vóórdat u de tengellatten bevestigt.
ALGEMENE INSTRUCTIES
• De dampopen onderdakfolie moet schoon, droog en olie- of vetvrij zijn.
• Gebruik de aanbevolen onderdakfolie (Pavatex ADB) voor de prestatiegarantie van het systeem. Deze folie heeft een zelfklevende overlap.
• Gebruik de aanbevolen Pavatex-tape om de folie af te dichten.
• Primer is over het algemeen niet nodig voor de onderdakfolie maar is mogelijk wel nodig op een vezelachtige of minerale ondergrond zoals houtvezel, gips, pleisterkalk, enz.
Afdichten van de overlappen
• Zorg er voor dat het oppervlak is voorbereid en voorzien van primer.
• Pavatex ADB heeft een zelfklevende overlangse overlap.
• Om de zijdelingse overlappen af te dichten, gebruikt u ofwel Pavabond of de dubbelzijdige tape Pavatape 12.
Afbeelding 47: Rol de eerste rol uit met een overlap over het dakvoetprofiel. Plaats de onderdakfolie niet over de dakgoot want de folie is niet uv-bestendig.
Afbeelding 49: Dicht de horizontale overlappen af met de zelfklevende afdichtingsstrook van de folie.
Afdichten aan de dakrand
• Zorg er voor dat het oppervlak proper is en voorzien van primer conform de rchtlijn.
• Normaalgezien eindigt de onderdakfolie aan de dakvoet met een overlap over het dakvoetprofiel. De onderdakfolie is niet uv-bestendig en dient dus niet in de dakgoot aangebracht te worden.
• Soms eindigt de onderdakfolie op de muurplaat of op de puntgevels. In dat geval wordt de folie afgedicht op het raakpunt met de dubbelzijdige tape Pavatape 12 of het hechtmiddel Pavabond. Bereid het oppervlak voor met Pavaprim-primer voordat u tape aanbrengt op een minerale ondergrond.
Afbeelding 54: Dicht de onderdakfolie het beste af op het dakvoetprofiel om tegendruk van sneeuwwater te voorkomen Pavatape 12
Afbeelding 55: Afsluiting langs de geveluiteinden. Pavatape 12
Afdichten rond een gemetste, vierkante schoorsteen (temperatuur niet hoger dan 100 °C)
• Bepleister de schoorsteen voordat u de tape aanbrengt (om de openingen in de bindsteen op te vullen) en bereid het schoorsteenoppervlak voor met de aanbevolen primer.
• Laat 50 mm rond de schoorsteen vrij en vul op met een brandvertragend materiaal zoals minerale wol. Toets de details i.v.m. brandveiligheid af met de brandadviseur van het project.
• Zorg er voor dat het oppervlak is voorbereid en voorzien van primer.
• Dicht de schoorsteen af op de onderdakfolie met Pavatape 150.
• Breng de tape eerst onderaan langs de schoorsteen aan. Maak mooi gladde hoeken en werk naar boven toe.
• Oefen voldoende druk uit zodat de randen van de tape mooi aansluiten op de ondergrond.
Afbeelding 56: Brandwerende isolatie (naar plaatselijke normen) rond de schoorsteen.
Afbeelding 59: Breng Pavatape 150 aan langs de kanten.
Afbeelding 57: Bepleister de schoorsteen om een glad oppervlak te verkrijgen.
Afbeelding 60: Breng Pavatape 150 aan langs de andere kanten.
Afbeelding 58: Breng Pavatape 150 aan langs de onderste rand. Vergeet de primer niet!
Afbeelding 61: Breng Pavatape 150 aan langs de bovenkant.
Afbeelding 62: Breng als dubbele afdichting Pavatape 75 of 150 aan over de tape aan de bovenkant.
Afdichten langs een ronde (moderne, geïsoleerde) schoorsteen
• Laat 50 mm rond de schoorsteen vrij en vul op met een brandvertragend materiaal zoals minerale wol. Toets de details i.v.m. brandveiligheid af met de brandadviseur van het project.
• Gebruik een brandwerende plakplaat om de dakdoorbreking af te dichten op de onderdakfolie.
• Zorg er voor dat het oppervlak proper is en voorzien van primer.
• Dicht de plakplaat af op de onderdakfolie met Pavabond of de dubbelzijdige tape Pavatape 12.
• Oefen voldoende druk uit zodat de randen van de tape mooi aansluiten op de ondergrond.
• Gebruik een strook van de dampopen onderdakfolie boven de dakdoorbreking en overlap het bovenste deel van de plakplaat ermee. Dicht de horizontale bovenkant van de strook af op de grote onderdakfolie om een druiplijst te vormen.
63: Maak een gat met een grotere diameter
66: Breng de dubbelzijdige tape
Afbeelding 64: Steek de schoorsteen door het gat en vul op met minstens 50 mm minerale wol of iets gelijkaardigs, of volg het advies van de brandadviseur.
Afbeelding 67: Plaats de brandwerende plakplaat op de onderdakfolie die afgedicht is met Pavatape 12.
Afbeelding 65: Installeer de onderdakfolie met uitsnijding rond de schoorsteen.
Afbeelding 68: Breng een strook van de onderdakfolie of Pavafix/Pavatape 150 aan om de bovenkant van de plakplaat dubbel af te dichten (tape rond de strook met Pavatape 75).
Afdichten van een ronde opening (ventilatiegaten, enz.)
• Zorg er voor dat het oppervlak proper is en voorzien van primer.
• Dicht de dakdoorbreking af met een doorlopende strook Pavatape Flex. Breng de tape van boven naar beneden aan en laat de twee uiteinden onderaan overlappen.
• Oefen voldoende druk uit zodat de randen van de tape mooi aansluiten op de ondergrond.
1
Afbeelding 69: Breng de ADB-onderdakfolie aan rond de dakdoorbreking.
4
Afbeelding 70: Breng de afdichting in één keer aan (ga er een keer rond met Pavatape Flex).
Dakvenster
• De onderdakfolie wordt over het algemeen aangebracht over het dakvenster en later uitgesneden en afgedicht volgens de richtlijnen van de dakvensterfabrikant. De afdichtingsproducten uit het Pavatex-gamma kunnen gebruikt worden om de onderdakfolie rond de dakvensters af te dichten.
Afbeelding 71: Toepassing dampopen onderdakfolie bij dakvenster.
7.7.3 Afdichten van het Pavatex-systeem voor hellende daken
• Volg de algemene instructies.
• Repareer het beschadigde deel van de onderdakfolie met Pavafix 60 of 150.
• Gebruik geen zwaar beschadigde platen.
Afbeelding
dan de schoorsteen.
Afbeelding
Pavatape 12 aan.
8. Verdere informatie
8.1 Externe ventilatie
• Zorg ervoor dat de luchtcirculatie tussen de tengellatten niet geblokkeerd wordt. Dit kan door middel van dakvoetventilatie, nokventilatie, hoekkeper- of kilventilatie, of eender welke andere ventilatie.
• Er mag nergens lucht ‘stilstaan’. De lucht moet door bijna alle delen van het dak kunnen stromen.
• Als er enkel tengellatten gebruikt worden, zoals bij daken met een gesloten dakbedekking (zinken afwerking op triplex of iets gelijkaardigs), moeten er speciale ventilatiedetails aangebracht worden zodat er een goede luchtcirculatie mogelijk is. Er kan bijvoorbeeld een onderbreking voorzien worden in de tengellatten onder het dakvenster voor een vrije luchtcirculatie.
Afbeelding 72: Ventilatie is zeer belangrijk. De ventilatie rond een versperring moet vooraf gepland worden.
Afbeelding 73: Dakvoetventilatie is onmisbaar voor een goede luchtcirculatie.
8.2 Dakvoet in detail
• Een ventilatierooster bij de dakvoet is nodig om voldoende luchtcirculatie tussen de tengellatten te verkrijgen.
• Er zijn veel systemen voor dakvoetventilatie op de markt. Probeer een minimale equivalente doorlopende opening van 100 cm²/m aan te houden.
Een dakvoetprofiel is niet nodig indien de goot aan de buitenzijde van het gebouw is geplaatst en de dampopen onderdakfolie achter de goot eindigt.
Afbeelding 74: Platen, klaar om afgedekt te worden met het dakvoetprofiel en het ventilatie-element.
Afbeelding 77: Dicht het dakvoetprofiel af met de tape op de Pavatex-isolatieplaten.
76: Bereid het plaatoppervlak voor met de Pavatex-primer.
Afbeelding 79: Bevestig de tengellatten om het ventilatierooster stevig op zijn plaats te houden.
8.3 Nok in detail
• Een ventilatiesysteem voor de nok zorgt voor een minimale equivalente doorlopende opening van 50 cm2/m aan één kant van het dak.
• De afbeelding dient enkel ter referentie. Er zijn verschillende ventilatiesystemen voor de nok op de markt. Vraag bij de fabrikant de specificaties na.
• U hoeft geen tape aan te brengen over de open naden van de Pavatex-isolatie als u (onder de tengellatten) de dampopen onderdakfolie aangebracht heeft voor weerbestendigheid.
Afbeelding 80: Dicht de naad op de nok af met Pavatape 150 en primer. U hoeft de tape niet te gebruiken als de ADB-onderdakfolie geïnstalleerd is.
Afbeelding 82: Installeer de ondernok (of ondervorst) en de dakpannen of -leien.
Afbeelding 81: Bevestig de tengellatten en panlatten, de ruiters en de nodige klemmen/clips om het nokventilatiesysteem mechanisch vast te maken.
Afbeelding 83: Installeer de nokvorsten of -leien met mechanische bevestiging.
Afbeelding 84: Noksysteem. Er zijn ook andere systemen met mechanische bevestiging beschikbaar.
Afbeelding 75: Plaats het dakvoetprofiel. Afbeelding 78: Installeer dan het hoekige ventilatierooster of bereid de latere installatie voor.
Afbeelding
8.4 Dakrand in detail
• De afbeelding dient enkel ter referentie. Er zijn verschillende dakrandprofielen op de markt. Vraag bij de fabrikant de specificaties na.
• U hoeft geen tape aan te brengen over de open naden van de Pavatex-isolatie als u (onder de tengellatten) de dampopen onderdakfolie aangebracht heeft voor weerbestendigheid.
Afbeelding 85: Dicht de naad op de nok af met Pavatape 150 en primer. U hoeft de tape niet te gebruiken als de ADB-onderdakfolie geïnstalleerd is.
Afbeelding 87: Bevestig de latten om de windveer te dragen.
Afbeelding 86: Dicht de plaat aan de dakrand bij de gevel af met Pavatape 150 en primer. U hoeft de tape niet te gebruiken als de ADB-onderdakfolie geïnstalleerd is.
Afbeelding 88: Installeer de fascia met mechanische bevestiging en het eindstuk van de nokvorst met mechanische bevestiging.
8.5 Kil in detail
• Bevestig de tengellatten tot bijna aan de kil. Laat een opening langs de kil voor de luchtcirculatie.
• Bevestig de kilplanken over de tengellatten. Zorg zeker voor een luchtopening onderaan de kilplaten, zodat er lucht onder kan voor de luchtcirculatie in de ruimtes tussen de tengellatten die eindigen bij de kil.
• De afbeelding dient enkel ter referentie. Er zijn verschillende ventilatiesystemen voor de kil op de markt. Vraag bij de fabrikant de specificaties na.
• U hoeft geen tape aan te brengen over de open naden van de Pavatex-isolatie als u (onder de tengellatten) de dampopen onderdakfolie aangebracht heeft voor weerbestendigheid.
Opmerking:
Voor daken met een metalen of soortgelijke gesloten afdichting die direct op de tengellatten wordt geplaatst, is het aanbevolen om ventilatie-openingen te plaatsen langs de kilgoot en langs iedere mogelijke obstructie. Dit garandeert de goede luchtstroom langs de tengellatten.
1
Afbeelding 89: Dicht de naad in de kil af met Pavatape 150 en primer. U hoeft de tape niet te gebruiken als de ADB-onderdakfolie geïnstalleerd is.
Afbeelding 75: Plaats het dakvoetprofiel. Afbeelding 90: Bevestig de tengellatten tot op 50 mm van de kilnaad.
Afbeelding 91: Bevestig de kilplanken.
Afbeelding 92: Bevestig de zoomlatten bij de kil.
5
Afbeelding 93: Installeer de prefab-kilgoot en de tangellatten..
6
2 3 4
Afbeelding 94: Installeer de dakafwerking. Zorg voor een ventilatierooster onderaan de kilplaten.
8.6 Hoekkeper in detail
• U hebt geventileerde hoekkepervorsten nodig voor de ventilatie van de tengellatten die eindigen bij de hoekkeper.
• De afbeelding dient enkel ter referentie. Er zijn verschillende ventilatiesystemen voor de hoekkeper op de markt. Vraag bij de fabrikant de specificaties na.
• U hoeft geen tape aan te brengen over de open naden van de Pavatex-isolatie als u (onder de tengellatten) de dampopen onderdakfolie aangebracht heeft voor weerbestendigheid.
Opmerking:
Voor daken met een metalen of soortgelijke gesloten afdichting die direct op de tengellatten wordt geplaatst, is het aanbevolen om ventilatie-openingen te plaatsen langs de kilgoot en langs iedere mogelijke obstructie. Dit garandeert de goede luchtstroom langs de tengellatten.
Afbeelding 95: Dicht de naad op de hoekkeper af met Pavatape 150 en primer. U hoeft de tape niet te gebruiken als de ADB-onderdakfolie ‘rood’ geïnstalleerd is.
Afbeelding 97: Installeer de pannen of leien, de ondernok (of ondervorst) en de klemmen voor de hoekkepervorsten.
Afbeelding 96: Bevestig de latten, de hoekkeperlatten en de nodige klemmen/clips om het ventilatiesysteem voor de hoekkeper vast te maken.
Afbeelding 98: Installeer tot slot de hoekkepervorsten. Zorg voor een ventilatierooster onderaan de naad op de hoekkeper.
8.7 Dak met gemene muur
• De afbeelding dient enkel ter referentie. Er bestaan verschillende methoden voor de afwerking van een dak met een gemene muur.
• Controleer vóór de installatie zorgvuldig met de brandadviseur van het project.
Afbeelding 99: Houten dakconstructie voor dak met gemene muur.
Afbeelding 100: Pavatex-isolatie ingekort bij de laatste keper voor de naad op de gemene muur.
Afbeelding 101: Brandwerende isolatie als opvulling over de verbinding op de gemene muur. 1 2
3 4 5
Afbeelding 102: Brandwerende/geschikte weerbestendige onderdakfolie om de verbindingen
Afbeelding 103: Dicht de onderdakfolie af op de isolatieplaten met Pavatape 150 en primer. Als u dampopen onderdakfolie gebruikt, zorg dan voor een overlap en dicht die af.
6
Afbeelding 104: Plaats het dakvoetprofiel en dicht af. Meer informatie hierover vindt u in het gedeelte over het afdichten van de dakvoet.
Afbeelding 105: Bevestig de tengellatten en panlatten en zorg voor een goede ventilatie.
Afbeelding 106: Vul de ruimte tussen de panlatten volledig op met brandwerende/geschikte isolatie of iets gelijkaardigs.
8.8 Dak met dakkapel in detail
• De afbeelding dient enkel ter referentie. Er zijn verschillende voegloodsystemen op de markt. Vraag bij de fabrikant de specificaties na. Als de dakkapel ventilatie nodig heeft, zorg er dan voor dat het voeglood die niet belemmert.
• U hoeft geen tape aan te brengen over de open naden van de Pavatex-isolatie als u (onder de tengellatten) de dampopen onderdakfolie aangebracht heeft voor weerbestendigheid.
• Als u enkel tape gebruikt om af te dichten, kunt u nog steeds enkel op de dakkapel dampopen onderdakfolie gebruiken om de dakkapel gemakkelijker te kunnen afdichten op de helling.
Opmerking:
Voor daken met een metalen of soortgelijke gesloten afdichting die direct op de tengellatten wordt geplaatst, is het aanbevolen om ventilatie-openingen te plaatsen langs de kilgoot en langs iedere mogelijke obstructie. Dit garandeert de goede luchtstroom langs de tengellatten.
Afbeelding 107: Houten constructie voor dakkapel. Afbeelding 109: Installeer de lagen houtvezelisolatie. Gebruik Pavatape en primer voor de afdichting van het dakvoetprofiel op de isolatie, rondom de raamuitsparing en andere open naden. U hoeft de tape niet te gebruiken als de ADB-onderdakfolie ‘rood’ geïnstalleerd is.
Afbeelding 108: Bevestig de tengellatten en panlatten. Zorg ervoor dat de luchtcirculatie niet belemmerd wordt.
4
Afbeelding 110: Werk ten slotte af volgens het ontwerp.
8.9 Uitzettingsvoegen in detail
• Uitzettingsvoegen in de structuur moeten overgenomen worden in het Pavatex-daksysteem. Maak nadat het volledige dak geïnstalleerd is, een groef in de Pavatex-platen boven de bestaande uitzettingsvoeg. De breedte van de groef is afhankelijk van de breedte van de uitzettingsvoeg in de structuur. Bereid het oppervlak eerst voor met Pavaprim- en dicht dan de groef af met Pavatape 150.
• Als u een dampopen onderdakfolie gebruikt, bedek de uitzettingsvoeg dan met de onderdakfolie.
• Afhankelijk van wat de bouwkundig ingenieur voorstelt, kunt u de groef opvullen met flexibele isolatie om de koudebrug te minimaliseren.
Afbeelding 111: Maak boven de bestaande uitzettingsvoeg een groef in de Pavatex-platen.
Afbeelding 113: Bevestig de tengellatten aan beide kanten van de voeg.
Afbeelding 112: Dicht de voeg af met Pavatex-tape en primer. U hoeft de tape niet te gebruiken als de ADBonderdakfolie ‘rood’ geïnstalleerd is (zorg voor een overlap in de folie met ruimte voor uitzetting bij de voeg).
Afbeelding 114: Bevestig tot slot de panlatten aan beide kanten van de uitzettingsvoeg.
8.10 Beschadigde platen
Gebruik geen zwaar beschadigde platen. Bij lichte, plaatselijke schade vult u het beschadigde stuk eerst goed op met houtvezelresten. Bereid het oppervlak daarna voor met Pavaprim en dicht dan af met Pavatape 150.
8.11 Definitieve bevestiging
De definitieve bevestiging van de platen gebeurt met de tengellatten op de kepers.
U dient de platen op de dakconstructie te bevestigen met bevestigers met bevestigingsplan, die ETA zijn goedgekeurd (‘European technical assessment’).
Latten van 50 mm bij 50 mm zijn ideaal om de platen te bevestigen. In sommige gevallen kunnen echter dunnere latten gebruikt worden. Volg de richtlijnen van de fabrikant van de bevestigers.
U dient de lengte van de bevestigers, het bevestigingsplan en de specificaties van de latten af te toetsen met de fabrikant van de bevestigers of met de bouwkundig ingenieur van het van het project.
Afbeelding 115: Algemeen bevestigingspatroon voor de definitieve bevestiging van het isolatiesysteem.
BELANGRIJK!
Gebruik geen loden toebehoren in combinatie met houtvezelplaten
Printed on cradle to cradle certified paper
SOPREMA tot uw dienst
Heeft u een vraag over een specifiek project, de producten of de toepassingsmogelijkheden? Neem dan contact op met ons verkoopteam.
SOPREMA group hecht veel waarde aan kwaliteit en opereert daarom overeenkomstig het internationaal erkende kwaliteitssysteem EN ISO 9001 - ISO 14001, waarbij het systeem onafhankelijk wordt gecontroleerd en is gecertificeerd. SOPREMA group behoudt zich het recht voor, naar gelang de ontwikkeling van kennis en technieken, zonder voorafgaande kennisgeving de samenstelling en de gebruiksvoorwaarden van zijn producten te wijzigen.