2 minute read
ELSPETH HOUDT HET LUCHTIG
Alleen op de Caraïbische Zee… Het lijkt wel een perfecte crimescene uit een Agatha Christie-verhaal, en toch wist ik dat dit exact was wat ik nodig had toen de uitnodiging voor een vierdaagse cruise op een zeiljacht in de West Indies in de bus viel. Ook al ben ik niet zo heel goed met het concept ‘veel water’, de grijze oneindige Belgische winter, een traumatiserende pandemie, de enge energiecrisis en een oorlog in onze achtertuin doen een mens al weleens verlangen naar een dosis warmte en avontuur. Dus stapte ik op een ijskoude zondagochtend op het vliegtuig met een groep van 5 journalisten richting Britse Maagdeneilanden. Vijftien uur en twee vluchten later kon ik eindelijk aan boord van de Club Med 2. Het droomzeiljacht heeft alle charmes van de Titanic zonder de laatste 20 minuten van de film meegerekend.
De route van Beef Island naar de Dominicaanse Republiek speelde zich af op open water. Mijn sterrenbeeld Vissen ten spijt, ben ik gewoonweg bang van de grote boze zee, die oneindige massa water, waar je niet kan doorkijken. Een uur later was het al prijs. Mijn verhaal dat het varen mij in het bloed zit omdat mijn surrogaatopa een kapitein was geweest op routes rond Zuid-Amerika en Kaap de Goede Hoop was nog niet uitverteld of ik kon al naar mijn kajuit rennen om mijn vliegtuiglunch van die middag cadeau te doen aan de oceaan. Ach ja, dat lag vast en zeker aan de vermoeidheid en de jetlag. Deze afstammelinge van generaties zeerotten ging zich niet laten kennen, er was nog altijd dag twee, dus ik kroop die avond vroeg mijn bedje in, alleen. En zo voelde ik me ook, om drie uur ’s ochtends in die donkere kajuit tijdens mijn eerste zeestorm ooit.
De volgende ochtend werd ik wakker onder een stralende zon op volle zee, en smeet mij op het ontbijt op het bovendek. We zaten ergens tussen Puerto Rico en de Dominicaanse Republiek en de dag evolueerde als in een droom: zonnen bij het zwembad, een massage, nog meer zon, ik waagde mij aan een cocktail, daarna nog meer zonnen… Aan het einde van de namiddag kon ik zelfs van een lichte tan spreken, dus ik keek al uit naar het avondfeest met diner en dj’s. Toen ik in mijn beste witte outfit (op cruises zijn er blijkbaar nog thema-avonden) de lift nam naar het dek waar de bar zich bevindt, werd het na een paar minuten muisstil. Daar stond ik: alleen en in het wit in een donkere lift die net was stilgevallen, ’s avonds laat op volle zee, zonder wifi-verbinding. Een exacte omschrijving van de situatie: ik werd gek. Het was er bloedheet en de vrouw aan de andere kant van de noodtelefoon meldde mij op verveelde toon ‘dat het wel snel gefixt zou zijn’. Toen het een kwartier later nog steeds niet ‘gefixt’ was en de lift ongestoord bleef meedeinen met de ondertussen toch wilde golven, brak bij mij de complete paniek uit. Ik belde haar zeker vijf keer: of dit wel vaker voorkwam? En of er iemand van buitenaf zou komen? Na twintig minuten werd ik eindelijk bevrijd uit mijn benarde situatie door… niemand. De lift was vanzelf terug naar mijn oorspronkelijke etage gegaan. Vooraleer ik via de trap op het bovenste dek arriveerde, was ik zo kotsmisselijk van de stress dat ik terug richting mijn kajuit ben moeten spurten en geen R-kalm-pilletje tegen de reisziekte die daar wat aan kon verhelpen. Conclusie: een luxezeiljacht mag volgende keer voorbijvaren, ik boek wel een weekendje Wallonië. Dan leg ik de focus van het verhaal op het feit dat mijn surrogaatopa uit Verviers afkomstig was en laat ik het deel van zijn leven op zee gewoon weg. De mensen moeten niet alles weten, he.