![](https://assets.isu.pub/document-structure/210622104016-fb2c26365f3a59c2c0fa1e02e37d1f33/v1/9b55b5e0a245c0b445019038fdf79899.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
1 minute read
De-musical
Een voorbeeld van een entertainmentactiviteit waar acteren, zang en dans in naar voren komen is de musical. Musicals zijn er in allerlei soorten en maten. Je hebt musicals met een droevig verhaal maar ook met een vrolijk verhaal. Het ene vakantiepark zet een musical zelf in elkaar, het andere koopt een kant-en-klare cd waarop zelfs de tekst is ingesproken en ingezongen. Je hoeft dan alleen maar te playbacken.
Soms heeft je leidinggevende al een dans bedacht, soms moet je zelf iets in elkaar zetten. Het zelf in elkaar zetten van een dans noemen we ook wel het maken van een choreografie. Belangrijk bij het maken van een choreografie is dat deze op de maat is. Luister naar de muziek en verdeel het ritme in tellen van acht. Voor dit blok van acht tellen bedenk je de eerste moves. Telkens breid je jouw moves uit met weer een blok van acht tellen. In een dans zit ook vaak herhaling. Zo worden er op het refrein telkens dezelfde danspassen gedaan. Dit zou je ook voor de coupletten kunnen doen.
Choreografie in de musical.
Opdracht 7 Choreografie
Met drie klasgenoten ga je een choreografie in elkaar zetten. Kies met je groepje een nummer uit dat jullie leuk vinden. Zoek eventueel op YouTube naar inspirerende danspasjes. a. Maak voor de eerste 90 seconden een dans. b. Repeteer de dans. c. Treed op voor een ander groepje en film het optreden.
Je kunt de uitwerking van deze opdracht in je portfolio opnemen. Maak hierover dan afspraken met je docent. Geef bij de uitwerking aan welke bijdrage jij aan het resultaat van deze opdracht hebt geleverd.