![](https://static.isu.pub/fe/default-story-images/news.jpg?width=720&quality=85%2C50)
1 minute read
De BOS-driehoek
Binnen het onderwijs probeert de BOS-coördinator met allerlei projecten de sportparticipatie van kinderen te vergroten. Het gaat erom dat zo veel mogelijk kinderen sport en bewegen ontdekken als een belangrijk onderdeel van een actieve, gezonde leefstijl. Daarnaast kan de BOS-coördinator ondersteuning bieden bij het bewegingsonderwijs. Meestal maakt hij hierbij onderdeel uit van een beweegteam.
1.2 De BOS-driehoek
Een coördinator BOS werkt veelal in of voor de BOS-driehoek. In de BOS-driehoek werken organisaties op lokaal niveau uit de sectoren buurt (B), onderwijs (O) en sport (S). Deze organisaties zijn bezig met sport aanbieden, met sportstimulering en/of met sport als middel om bepaalde zaken aan te pakken (bijvoorbeeld gezondheid, buurtverbetering). De buurtsportcoach beperkt zich niet tot de traditionele BOS-driehoek, maar werkt steeds vaker samen met zorginstellingen, welzijnsorganisaties, bedrijven en commerciële sportaanbieders. Op deze manier kunnen ze de doelgroepen makkelijker bereiken, kan het sportaanbod beter aansluiten bij de vraag of bij andere activiteiten en kunnen de sportactiviteiten makkelijker georganiseerd en gepromoot worden. Ook kunnen door samenwerken maatschappelijke aandachtspunten voor een bepaalde doelgroep, buurt of wijk beter aangepakt worden.
Sport en bewegen verbindt
Sport en bewegen verbindt op diverse niveaus en op allerlei manieren mensen met elkaar. Dat geldt niet alleen voor de activiteiten zelf, maar ook voor de randvoorwaarden er omheen. Sport en bewegen nodigt als het ware gemeentelijke organisaties uit tot het maken van verbindingen op beleidsniveau, maar zeker ook op het niveau van de aanbieders van sport en bewegen.
Samenwerking in beleid: lokale regie De BOS-driehoek veronderstelt dat op beleidsniveau binnen een gemeente ten minste drie sectoren betrokken zijn: de beleidssectoren van welzijn, onderwijs en sport. Ervaringen binnen het Grote Stedenbeleid en het Onderwijsachterstandenbeleid (GOA) hebben duidelijk gemaakt dat onderlinge afstemming van beleid betere resultaten geeft. In de praktijk blijkt dat hoe beter de afstemming tussen de aanbieders is geregeld, hoe hoger de kwaliteit van de sporten beweegactiviteiten en daarmee het maatschappelijk rendement is. Die samenhang is in de praktijk dermate groot, dat samenwerking eigenlijk een ‘must’ is.
Bron: Samenwerken in de BOS-driehoek.