Uit alle hoeken van het land vliegen acht engelen in de richting van de Grote Markt in Broekzele (Brussel). Op datzelfde ogenblik rijden drie chauffeurs met hun met kleinvee volgeladen vrachtwagens naar dezelfde bestemming. En uit een verafgelegen dorp vertrekt een echtpaar met een 2PK’tje naar de feestelijke kerstmarkt die er plaatsvindt.
Joris Denoo (tekst) en Paul Van Lancker (illustraties) B/ Vanaf 10 jaar (De Eenhoorn) € 8,20
Het kind van de rekening: een kerstverhaal
Suggesties:
1 Al meteen in het begin van het verhaal komen acht engelen uit acht windstreken van Vlaanderen naar Broekzele (Brussel): laat de leerlingen op de kaart van België opzoeken waar deze plaatsen liggen. De acht “engelen”plaatsen zijn: Aalst, Knokke, Hasselt, Tienen, Brugge, Turnhout, Avelgem en De Panne. 2 De hoofdpersonen zijn in dit kerstverhaal in deze tijd geplaatst en hebben namen die
streekgebonden zijn (in dit geval verschillende streken in Vlaanderen): Maria Haelewijn en Jozef Verplancke, drie vrachtwagenchauffeurs Gaston, Miel en Basiel en acht engelen Sofie Vandaele, Kaat Herremans, Annabel Devriese, Teresa Maes, Annick Vermeulen, Marie-Lena De Vlaemynck, Bettina Six en Lise Burggraeve. Als je dit verhaal in je eigen Nederlandse of Vlaamse stad, streek of provincie plaatst: hoe heten de hoofdpersonen dan? Zijn het dan ook vrachtwagenchauffeurs die uit het oosten komen of juist vissers of circusartiesten of...? 3 De zwart-wit illustraties in het boek zijn waarschijnlijk houtsneden en passen heel mooi bij de kerst/wintersfeer van het verhaal. Om dit scherpe zwart-witcontrast te benaderen kunnen linosneden gemaakt worden bij fragmenten uit het verhaal die met zwarte inkt worden afgedrukt. 4 Opvallend zijn de omschrijvingen van kleuren in het verhaal. Een kleur is hier nooit gewoon grijs, bruin of blauw, maar olifantengrijs, kruidnagelbruin, infrarood, gitzwart, mariablauw, ochtendroze, onmogelijk-zilver of onderwatergroen. Laat de leerlingen op dezelfde manier een lijstje maken van kleuren die ze in het lokaal tegenkomen: het schoolbordzwarte schoolbord; de kameelbeige stoel van de meester; het pompoenoranje schooletui.
1999 - Boekidee 3 - 25
Uit: Leesgoed, katern Boekidee (1999, nr 3). Boekidee is een katern met praktische tips in het hart van het tijdschrift Leesgoed. Leesgoed verschijnt 8 x per jaar en is een uitgave van Biblion Uitgeverij, zie http://www.nbdbiblion.nl.
5 De schrijver maakt veel gebruik van beeldspraak: vooral van vergelijkingen en metaforen. We noemen er een paar: de grijze zakdoek boven Vlaanderen; in de warenhuizen borrelde het als een bruistablet in een glas water; haar hart bonsde en bonkte als het drumstel van een rockgroep; even bleef ze als een helikoptertje schommelend hangen; als een poedel schudde ze zich droog; het leek of het witte houtkrullen sneeuwde; Broekzele (Brussel), de navel van het land.
Doe een schrijfoefening met een vergelijking met als en met een metafoor: Je bent zo... als een... maar soms ben je een... Het tweede gedeelte van de zin moet een tegenstelling zijn van het eerste deel. In het tweede gedeelte van de zin laat je “als” weg. Bijvoorbeeld: je bent zo mooi als een paard, maar soms ben je een hoefijzer dat roestig is.
Uit: Wat je zegt ben je Delft, 18 poëziekaarten (Plint, 1996).
26 - Boekidee 3 - 1999
Uit: Leesgoed, katern Boekidee (1999, nr 3). Boekidee is een katern met praktische tips in het hart van het tijdschrift Leesgoed. Leesgoed verschijnt 8 x per jaar en is een uitgave van Biblion Uitgeverij, zie http://www.nbdbiblion.nl.