Boek 6 ‘Spin en Mug’ Allemaal praatjes Geert De Kockere, ill. Klaas Verplancke De Eenhoorn, 1999, p. 34-36 Over de auteur Geert De Kockere (1962) studeerde voor onderwijzer maar werkt als journalist voor Kits, een nieuwskrant voor jongeren. Hij publiceert hoofdzakelijk prentenboeken en poëziebundels voor kinderen. In zijn poëzie probeert hij de magie van de taal te combineren met fantasie en een meestal grappige inhoud. Zijn verhalen voor tieners zijn vooral filosofisch en poëtisch. Hij ontwikkelde ook software voor kinderen en heeft een website vol poëzie: http://www.pigmalion.be. Hij werd reeds bekroond met de Jacob Van Maerlantprijs (1992), de interprovinciale Prijs voor Kinderliteratuur (1995) en de Kinder- en Jeugdjury (1997). Over de illustrator Klaas Verplancke (1964) studeerde Publicitaire Grafiek en Fotografie in Gent. Hij werkte een drietal jaren als artdirector voor reclamebureaus en is sinds 1983 zelfstandig illustrator. Hij ontwerpt covers en maakt tekeningen voor lees- en prentenboeken van vele Vlaamse uitgeverijen, maar ook voor het buitenland. Hij tekent graag grappige, karikaturale personages en dieren. Werken met het fragment Voor het lezen Deze tekst gaat over bluffen. Wat is bluffen? De kinderen schrijven twee dingen op waar ze goed in zijn. Verzamel de briefjes in een doos. Elk kind neemt een briefje en tracht te raden van wie het is. Schrijf de kwaliteiten van de ganse klas op het bord, lees ze en besluit met: ‘Samen kunnen we heel veel!’ Dan lezen de kinderen de tekst stil. Na het lezen Gesprek na het lezen: Heb je al eens zoiets als spin en mug gedaan? Als iemand je zegt dat hij iets veel beter kan dan jij, wat voel je dan? Wat zeg je? Wat doe je? Lees het eerste deel opnieuw tot en met: ‘Alsof die stilte elk ogenblik kon ontploffen.’ Wat is er vreemd aan deze stilte? Wat kan er gebeuren als stilte ontploft? Hoe voelen spin en mug zich? Wat zou er nu kunnen gebeuren? Maak eens zo’n stilte die kan ontploffen. Gaat dat zomaar? Wie begint er met bluffen? Wie maakt het weer goed? Hoe komt het dat ze niet vechten? Zou dat ook een goed middel zijn om geen ruzie of oorlog te maken als je zegt: ‘Samen kunnen we veel!’ Zijn er dingen waarvan je wenst dat je ze zou kunnen? Als je kon veranderen in een dier, welk dier zou jij dan willen zijn? Waarom? Welk huisdier zou jij heel graag hebben? Zul je het krijgen? Bedenk goede redenen om je ouders ervan te overtuigen het te kopen. En als je dan een huisdier hebt, wat moet je er dan voor doen? Wat vind je ervan dat dieren in de dierentuin zitten? Laat de kinderen de zinnen lezen zoals ze denken dat spin en mug het doen: hoe de spin vanop hoge poten tot de mug spreekt; de mug zegt het spottend; nijdig, bijtend, gillend. Dan lezen ze de tekst expressief.
64 – Tweede en derde leerjaar
Verwerking
Dramatiseren De kinderen oefenen in duo de rol van de spin of de mug in. Ze maken zich boos, houden stiltes die kunnen ontploffen. Ze spelen het voor de klas. Daarna kiezen ze andere rollen, bijvoorbeeld: vlo en olifant; koe en varken; kip en vos; haas en schildpad... Laat de kinderen de speciale kenmerken van de dieren zoeken. De kinderen spelen hun nieuwe rol. Daarna nemen ze hun persoonlijke kwaliteiten en spelen hun eigen rol. Al dit bluffen eindigt altijd met: ‘Samen kunnen we veel, he!’ Spelen met geuren De kinderen hebben iets meegebracht dat ze heel graag ruiken. Het potje is gesloten. De anderen raden welke geur het is. In het verhaal ruiken bloemen naar de zomer. De kinderen zeggen waaraan hun geur hen doet denken.
Woordslang Hoeveel dieren zitten er verstopt in: olifantiloopvogelspinijlpaardwormuispringbokeveratelslang? De kinderen maken zelf een dierenwoordslang.
Collages maken Als twee dieren samen veel kunnen dan kunnen we van twee een heel sterk dier maken. De kinderen brengen foto’s van dieren mee. Met knippen en plakken maken ze nieuwe dieren. Die dieren krijgen natuurlijk een nieuwe naam, bijvoorbeeld: krokofant, olidil, luiloop, antipaard... Andere boeken van Geert De Kockere Wubke en de appelboom, Averbode, 1998 Mosje, De Eenhoorn, 1998 Niel, De Eenhoorn, 1998 Voor elk wat liefs, De Eenhoorn, 1998 Slinge slange slom, De Eenhoorn, 1999 Willy, De Eenhoorn, 1999 Ik voel iets, De Eenhoorn, 1999 Blij, blij, blij, De Eenhoorn, 1999 Lancelotje, De Eenhoorn, 1999 Ik heb een idee, De Eenhoorn, 1999 Het koekeloerelaantje, De Eenhoorn, 1999 Allemaal praatjes, De Eenhoorn, 1999 Woeste Mie, De Eenhoorn, 2000 Gevulde vogels, De Eenhoorn, 2000 HUISdieren, De Eenhoorn, 2000 Houd de dief, De Eenhoorn, 2000 Illustraties van Klaas Verplancke Marita De Sterck, Het woordenboek, of Hoe Jasper zijn woorden vond, Lannoo, 1998 Peter Slabbynck, Het neusje van Paulien, Davidsfonds/Infodok, 1998 Peter Slabbynck, De bolletjestrui, Davidsfonds/Infodok, 1999 Henri Van Daele, Van de sneeuwman die niet smelten wou, Averbode, 1999
Jan van Coillie (samenst.), Ozewiezewoze : het ABC van de kinderliedjes, De Eenhoorn, 2000 Jan Van Coillie, (samenst.), De dichter is een tovenaar: 175 gedichten voor kinderen, Averbode, 2000 Andere boeken van Klaas Verplancke Wat doet baby?, De Eenhoorn, 1999 Jot, Davidsfonds/Infodok, 2000