http://www.eenhoorn.be/eenhoornsite/images/pdf/Lestips%20De%20twaalfde%20man

Page 1

Een verhaal: een familie zoals die van jou en mij

De twaalfde man Hilde Vandermeeren, Marjolein Pottie (ill.) De Eenhoorn, 2004.

Lees- en lestips Makkelijk Lezen

Principe 5: Voor elk kind is er wat te lezen

Lieve Van Buyten en Rit van den Breekel

Principe 7: De boekenbabbel Principe 9: Van lezen ga je doen

Voor leerlingen die leesproblemen hebben, betekent lezen niet altijd met plezier lezen. De moeite die zij ondervinden

Eindtermen

om al die letters en leestekens te ontcijferen, bederft voor

De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren)

het grootste deel hun vreugde aan een mooi verhaal. Dik-

de informatie ordenen die voorkomt in voor hen bestemde

wijls moeten ze zich tevreden stellen met teksten die emo-

verhalen. (Nederlands - lezen 3.5)

tioneel veel te jong voor hen zijn omdat ze leestechnisch nog niet zo ver staan.

De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beoordelen) het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van

De boeken die we hier voorstellen, passen bij de leeftijd

vergelijking, hetzij met de eigen mening, hetzij met andere

van deze leerlingen. Maar soms zijn ze toch nog te moei-

bronnen, in een gesprek kritisch reageren op de vragen en

lijk. Lees daarom deze teksten altijd eerst aan hen voor. Zo

opmerkingen van bekende volwassenen. (Nederlands -

leren ze ook naar de rijkdom van mooie boeken en verha-

spreken 2.9)

len luisteren en blijven ze gemotiveerd om leesplezier te ontdekken. Als het om lezen gaat, is plezier en genieten

De leerlingen kunnen in concrete situaties verschillende

van een boek toch het allerbelangrijkste? Veel inspiratie!

manieren van omgaan met elkaar herkennen, erover praten en aangeven dat deze op elkaar inspelen. (Wereldoriëntatie - attitudes - ik en de ander 3.4) Over de auteur Hilde Vandemeeren (1970) houdt ervan de mensen om zich heen in de gaten te houden. Ze bewaart die indrukken, de beelden houdt ze vast in haar hoofd. Op die manier tracht ze zich in te leven in de wereld van de kinderen. Ander werk: Krullen (Davidsfonds, 2003), Een huis om in te verdwalen (Davidsfonds, 2002). Over de illustrator Marjolein Pottie (1970) volgde de kunstacademies in Roeselare en Brugge. Later in Sint-Lucas in Gent studeerde ze functionele grafiek. Ze is enorm creatief en bewondert haar klasgenoot Carll Cneut, maar ook Thé Tjong-Khing en Klaas Verplancke ziet ze als haar voorbeelden. Ander werk: Een roos voor Toos (2004, Zwijsen), Bollebuikbaby (2003, De Eenhoorn). Over het boek Marco gaat voetballen. Zijn vader, die hem steeds vergezelt, schreeuwt hem de hele tijd toe aan de zijlijn. Dit brengt Marco heel erg in de war. Zo erg dat hij

3


zijn zelfvertrouwen verliest en slechter gaat spelen.

Hang dit papier op in de klas. Je kunt ernaar verwijzen

Uiteindelijk wil hij helemaal niet meer gaan voetballen en

telkens als je iemand iets goed ziet doen of wanneer je

krijgt hij buikpijn als hij moet vertrekken. Hij wordt toch

iemand iets negatiefs hoort zeggen.

gedwongen te spelen. Zijn moeder ontdekt de oorzaak van Marco’s buikpijn en slaagt erin haar man dat duidelijk te

Om niet alleen voetbal aan de beurt te laten komen kun

maken.

je ook een lijst laten opstellen van andere sporten. Die lijst kun je dan opsplitsen in twee kolommen: één met

De druk die ouders op hun kinderen leggen, kan hen ziek

ploegsporten en één met individuele sporten. Wijs de

maken. In dit boek is het de moeder die het probleem

leerlingen erop dat niet alle spelers dezelfde kwaliteiten

oplost.

hoeven te hebben. Iemand die niet kan dribbelen of lopen, kan misschien wel heel goed keepen.

Aan de slag Elke kwaliteit van elke leerling verdient waardering. In een Dit boek kunnen kinderen makkelijk zelf lezen, ook

bokaal stop je papiertjes waarop de namen van de kinderen

wanneer ze leestechnisch wat zwakker staan. De tekst is

staan. Elke leerling mag een papiertje uit de bokaal nemen.

gedrukt in een groot lettertype, de lay-out is toegankelijk en

Je laat elk kind op zoek gaan naar die eigenschap die ze

het woordgebruik blijft eenvoudig.

het meest bewonderen in die leerling. Je let er natuurlijk op dat uiterlijke kenmerken niet meespelen, laat vooral

4

Je toont het boek aan de leerlingen. Een klassengesprek

eigenschappen die de leerlingen zelf verworven hebben

kan tot stand komen naar aanleiding van de titel.

naar boven komen, zoals goed voor kleinere kinderen

- Wie is “de twaalfde man” in voetbaltermen?

kunnen zorgen of aandacht schenken aan kinderen die

- Wat kun je roepen naar de spelers als je een wedstrijd

zich wat op de achtergrond houden.

bijwoont? - Wat doet jouw papa als hij komt kijken naar je training of

Ga even terug in het boek naar de bladzijde waar Marco’s

wedstrijd?

vriend hem helpt de pleister op de duim te plakken. Soms

- Vind je dat prettig?

steken we ook wel eens de duim op om duidelijk te maken

- Hoe reageer je daarop?

dat we iets heel goed vinden. We gebruiken nu die duim,

- Kun je tegen je papa zeggen dat je dat niet altijd zo prettig

sterk vergroot, om al deze goede eigenschappen op te

vindt?

plakken.

Na dit klassengesprek laat je het boek lezen als je verschil-

Als je dan toch aan dit hoofdstuk bent, kun je met de

lende exemplaren hebt of je leest het voor. Daarna houd je

leerlingen op zoek gaan naar manieren waarop ze elkaar

nog een kort klassengesprek over de houding en de manier

kunnen helpen met dingen waar ze niet zo sterk in zijn.

van doen van Marco’s papa.

Bijvoorbeeld: iemand die vergeetachtig is zou je kunnen

- Wat vind je van de papa en zijn houding?

helpen door hem te leren met kleefbriefjes te werken.

- Wat zou jij doen als jouw papa zo zou reageren? - Wat is het uiteindelijke doel van voetbal en van andere

Soms is het wel nodig om een ploeg te vormen omdat je je

ploegsporten? Is dat winnen?

doel alleen niet kunt bereiken. Je kunt de leerlingen laten

- Kun je iemand zomaar dwingen om een bepaalde sport te

zoeken wanneer ze het beste een ploeg vormen om iets te

beoefenen, waarom niet?

bereiken, en wanneer niet. Om een toneelstuk te spelen moeten ze bijvoorbeeld op elkaar kunnen rekenen.

Na dit klassengesprek laat je leerlingen naar positieve aanmoedigingen zoeken. Je kunt de leerlingen die door

Je kunt in de klas een voetbalveld aanbrengen. Elke

elkaar laten roepen. Jij als leerkracht kunt die dan ook

leerling kan een voetballertje verdienen als hij iemand

kriskras op een groot vel papier schrijven.

anders positief aanmoedigt, helpt of wanneer hij iemand toont hoe hij iets gemakkelijker kan doen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.