Lestip 4 piet stoer wil een draak piet stoer wil een draak Kim Vandyck en Frow Steeman (ill.) De Eenhoorn, 2006
Over het boek Piet Stoer wil een huisdier. Niet zo maar eentje, hij wil een heuse draak! Maar Piets ouders willen geen draak in huis. Boos loopt Piet weg. Onderweg hoort hij allerlei geluiden en telkens denkt het jongetje dat het een draak is. Tot slot komt Piet bij een poort waarachter hij ook nog een hok ziet. Zou daar een draak wonen? Een zeer herkenbaar verhaal voor jonge lezers, geschreven op AVI 2-niveau.
Aan de slag Aanzet Laat de leerlingen die thuis een huisdier hebben er een foto van meebrengen. Kinderen die geen huisdier hebben, mogen bedenken welk dier ze graag zouden hebben en waarom. Hou een klasgesprek over de foto’s en de ‘bedachte huisdieren’: - Wie staat er op jouw foto? - Wat wil je vertellen over je huisdier? - Wie heeft er bij jou thuis dit huisdier gekozen? Waarom? - Wie verzorgt het huisdier? - Waarin slaapt jouw huisdier? - Waarom heb je (g)een huisdier? - Als je huisdier er niet meer zou zijn, zou je het missen? Wat zou je precies missen? Wat niet? - Waarom wil je een huisdier? - Welk huisdier zou je graag hebben en waarom? - Wat zou je doen met dat huisdier?
|
Lestips Jeugdboekenweek 2009 – eerste leerjaar
Stel daarna het boek voor. Laat hen de titel zelf lezen. Bespreek de cover: waarover zou het verhaal gaan, denken ze? Sluit aan bij het klasgesprek over huisdieren. Nederlands - Spreken - 2.5 Leerlingen kunnen dit boekje zelf lezen, vanwege het AVI 2-niveau. Moedig hen aan door het verhaal zelf voor te lezen met aandacht voor expressie en visuele ondersteuning van de prenten. Wanneer de leerlingen aan je lippen hangen, onderbreek je het voorlezen, bijvoorbeeld wanneer Piet besluit thuis weg te gaan.Daarna stimuleer je hen om het verhaal zelf uit te lezen. Geef hen voldoende tijd.
Verwerkingsactiviteiten Opnieuw verwijs je naar het klasgesprek over huisdieren. Bekijk de foto’s, vraag leerlingen zonder huisdier hoe hun gewenste dier eruit zou zien. Laat de leerlingen hun eigen of ‘bedachte’ huisdier boetseren. Terwijl de klei aan het drogen is, laat je de leerlingen uit kosteloos materiaal een huis maken voor het dier: Hoe groot moet het huis zijn? Slaapt het dier binnen in huis? Of in een schuur buiten? Hoe zorgen ze ervoor dat het dier zich echt thuis voelt in het huis? Laat de leerlingen tot slot hun huisdier beschilderen en er een naam voor bedenken. Bewonder elkaars dieren uitgebreid. Muzische Vorming - 1 Beeld - 1.4 en - 1.5 en - 1.6 Je kan de leerlingen ook fantasiedieren laten ontwerpen, bijvoorbeeld een beest waarin ze delen van bestaande huisdieren samenbrengen. Je kan afbeeldingen van dieren gebruiken en die laten verknippen. In het bijzondere kijken speelboek Verborgen dieren (cf. Bibliografie) vind je een voorbeeld van hoe je dieren combineren kan. Laat de leerlingen een naam verzinnen voor het dier, maar ook een biotoop, eigenschappen en favoriet voedsel. Zo stellen ze een ‘biologische’ fiche op. Stel de collages en fiches tentoon in een heuse fantasiedierentuin. Muzische Vorming - 1 Beeld - 1.4 en - 1.5 en - 1.6
Bibliografie Pissebed Fred, Imme Dros en Harrie Geelen (ill.), Querido, 2007 Verborgen dieren, Pittau en Gervais, Lannoo, 2008
Lestips Jeugdboekenweek 2009 – eerste leerjaar
|