Afdeling en klas: B1j Vak: handvaardigheid Thema: Figuurstukken Figuurstuk: Een kunstwerk waarin de menselijke figuur een hoofdrol speelt, noemen we een figuurstuk. Samen moeten ze dan wel een verhaal uitbeelden, anders zou je kunnen spreken van een portret. Je komt figuurstukken niet alleen tegen in de schilderkunst, maar ook bij fotografie en beeldhouwkunst. Historiestuk: Een figuurstuk met een onderwerp uit de geschiedenis, literatuur, de Bijbel of de mythologie, noemen we historiestuk. Het onderwerp kan ook afkomstig zijn uit de literatuur.
Afbeelding 1: Jacques-‐Louis David, De kroning van Napoleon, 1807 (Geschiedenis) Afbeelding 2: Da Vinci, Het laatste avondmaal, 1495-‐1498 (Bijbel) Genrestuk: Een figuurstuk met een onderwerp uit het dagelijks leven noemen we genrestuk.
Jan Steen, ‘Zoals de Ouden zongen’, 1665 (Genre)
Opdracht: Parodie of eigen versie Een parodie is een spottende nabootsing van een gedicht, lied, film, toneelstuk, verhaal, kunstwerk of andere uiting. Vaak worden hierbij herkenbare eigenschappen van het origineel overdreven of uitvergroot. Dus een eigen grappig versie van een bestaand schilderij! (Links vindt je het origineel, rechts de parodie)
Johannes Vermeer, De anatomische les van dr. Nicolaes Tulp, 1632
Johannes Vermeer, De Nachtwacht, 1642
Werkwijze: 1. Opdracht 1: Je kiest een figuurstuk uit en maakt een klein verslag van het uitgekozen figuurstuk (zie lijst figuurstukken of handboek hoofdstuk 6) op A4-‐formaat: -‐ Wie is de kunstenaar en wat is het kunstwerk? Wat wordt er afgebeeld en waarom? Soort figuurstuk? (Bijbel, mythologisch, geschiedenis, literatuur), Enz. -‐ Informatie vind je op internet, boeken, enz. -‐ Bedoeling is dat je weet door wie het geschilderd is en over wat het kunstwerk gaat! 2. Opdracht 2: Jullie maken er een leuke en eigen versie van (parodie). -‐ Afbeelding van het gekozen figuurstuk printen op A4 (zo groot mogelijk en bladvullend) -‐ Zorg dat de afbeelding van grote en goede kwaliteit is -‐ Neem afbeeldingen mee uit kranten, foto’s, tijdschriften, enz. , die je wilt gebruiken voor de parodie -‐ Het toevoegen van eigentijdse elementen: (horloge, iPhone, sportschoenen, jezelf, enz.) -‐ Bewerken door middel van collages (toevoegen van afbeeldingen uit de tijdschriften, foto’s, kranten, enz. die jullie meenemen), -‐ Maak ook gebruik van andere technieken: tekenen, schilderen, pen en inkt, houtskool, enz. (zie voorbeeld laatste pagina) -‐ Delen weglaten, vervangen, verplaatsten, enz. -‐ Neem mee: afbeeldingen uit foto’s, tijdschriften, kranten, pritt (lijm), schaar, snijmes, kleurpotloden, houtskool, enz. Figuurstukken: Johannes Vermeer, De Nachtwacht, 1639 Théodore Géricault, Het vlot van de Medusa, 1818-‐1819 Pablo Picasso, Guernica, 1937 Da Vinci, Het laatste Avondmaal, 1495-‐1498 Michelangelo, Pietà, 1499 Édouard Manet, Le déjeuner sur l’herbe, 1863 Jacques-‐Louis David, De kroning van Napoleon, 1807 Pieter Breughel, De Boerenbruiloft, 1568 Raphäel, De school van Athene, 1509-‐1510 Jean-‐François Millet, De Arenleesters, 1857 Hans Holbein, De Gezanten (de ambassadeurs), 1553 Eugène Delacroix, La Liberté guidant le peuple (de vrijheid leidt het volk), 1830 Jheronimus Bosch, Kruisdraging, 1510-‐1535 (NEEM EEN AFBEELDING UIT DEZE LIJST OF UIT HOOFDSTUK 6 VAN HET HANDBOEK OM VERWARRING TE VOORKOMEN!