Merel en Mus - Zwemmen

MEREL EN MUS

ZWEMMEN

TEKST: ELIANE DE BLESER ILLUSTRATIES: SAGE

2012-2013

www.anderewoorden.be www.facebook.com/merelenmus CC-licentie van toepassing: Creative Commons License

De tekenaars: Joannes Mahieu (Asse) Ria Vanwalleghem (Schilde) Peter-Paul Rauwerda (Amsterdam) Olivia Van Slagmolen (Rumst) Leen Verlinden (Londerzeel) Bob Torfs (Antwerpen) Manu Bruynseraede (Antwerpen en Leuven) An Wauters (Keerbergen) Frow Steeman (Gent) Betty Reyniers (Londerzeel) Reinhart Van Praet (Londerzeel) Kathleen Serneels (Londerzeel) Kathleen De Maeyer (Kapelle op den Bos) Eva Vanderstappen (Londerzeel) SAGE (Schiedam) Mieke Van Gorp (Zoersel) Bram Brioen (Londerzeel) Leen Van Durme (Londerzeel) Een zestal medewerkers van Dagcentrum Thuis in Ganshoren (Project binnen het project met een afzonderlijke Merel en Mus - tentoonstelling van het werk van de mensen van het Dagcentrum, in oktober 2013, in Ganshoren)

Tentoonstelling van tekst en tekeningen in de bibliotheek van Londerzeel, van 18 februari tot en met 13 april 2013.

Tentoonstelling van een selectie van tekst en tekeningen in Het Roze Huis, Draakplaats 1 te 2018 Antwerpen, van 1 september 2013 tot 28 oktober 2013.

229.

Merel en Mus willen zwemmen.

Ze zoeken en vinden een vijver.

Ze praten met de eenden.

Ze kijken naar het water.

Ze zeggen: “Het is zo’n mooie zomerdag en wij willen zwemmen.”

De eenden kijken toe.

Merel en Mus zetten voorzichtig een poot in het water.

Dan een tweede.

Ze duiken onder.

Ze komen terug boven.

Ze hebben dolle pret.

230.

Merel en Mus zitten elk op een grote handdoek.

Ze genieten.

“Dit is vakantie,” zegt Merel.

“Ja hé, Merel!” zegt Mus. Ze zonnen.

Ze staan op en maken een wandeling. Vliegen kan niet, hun vleugels zijn nog nat. Bovendien zijn Merel en Mus zonnelui.

De eenden wandelen voorbij en vragen hoe het gaat.

“Erg goed, dank je!” zegt Merel.

“Ja hoor, erg goed!” zegt ook Mus. Merel en Mus vatten het plan op om de volgende dag helemaal naar zee te vliegen. Ze willen in de zee zwemmen.

231.

De volgende dag regent het.

Merel en Mus stellen hun uitstap uit.

Ze dammen, lezen een boek, kijken televisie.

232.

De dag daarna schijnt de zon weer volop.

Merel en Mus maken zich klaar om te vertrekken.

Een van de eenden komt kijken.

“Vliegen jullie echt naar zee?” vraagt de eend.

“Ja hoor, Eend,” zegt Merel.

“Je mag meevliegen!” zegt Mus. Maar Eend bedankt en zegt dat hij thuisblijft.

Merel en Mus vliegen.

Eindelijk bereiken ze de zee.

Ze vliegen erboven, volgen de kustlijn en genieten van de horizon.

“Maar kijk, Merel!” zegt Mus. “Wat, Mus?” vraagt Merel.

“Kijk, Merel! Zo veel mensen!”

Het strand ligt vol. Overal zijn er mensen, parasols, windschermen, spelende kinderen. Ook in het water zijn erg veel mensen.

“Kunnen wij nu zwemmen, Merel?” vraag Mus. “Nee Mus, ik denk niet dat dat een goed idee is,” zegt Merel.

“Ik ook niet, Merel. Het is hier zo druk!” zegt Mus. “Wat nu?”

“We wachten,” zegt Merel.

“Oké,” zegt Mus. Ze zoeken een rustige plaats in de duinen en spreiden hun handdoeken.

233.

“Nu, Merel?” vraagt Mus. “Ja hoor, Mus. Nu is er meer plaats,” zegt Merel.

Ze verhuizen hun handdoeken naar een lege plaats op het strand en vliegen tot aan de rand van het water.

“Kijk, die mensen houden ons in de gaten,” zegt Mus. “Dat geeft niet,” zegt Merel. “Kom, want ik wil zwemmen.”

Merel en Mus nemen een eerste duik, recht in de golven. Ze spelen het spel van de zee en duiken in de volgende golf, en in de volgende.

Proestend komen ze telkens terug boven en happen ze naar adem.

Merel en Mus lopen terug het strand op.

Kinderen zitten rond hun handdoeken.

“Wat nu?” vraagt Mus. “Die kinderen zijn alleen maar nieuwsgierig,” zegt Merel.

234.

Het klopt, wat Merel zei.

De kinderen zijn nieuwsgierig en vragen honderduit. Ze dachten dat merels en mussen niet konden zwemmen!

“Maar natuurlijk kunnen wij dat,” zegt Merel.

“Jullie kunnen toch ook zwemmen?” vraagt Mus. “Euh, ja,” zegt het kind.

“Wel,” zegt Mus, “Merels en mussen ook!”

De kinderen worden door hun ouders teruggeroepen.

Merel en Mus blijven lui op de handdoek liggen. Ze zonnen tot ze droog zijn, vliegen nog een laatste keer boven de kustlijn en keren huiswaarts.

Merel en Mus Š2012-2013