Algemene Veiligheidsinstructies voor werken aan en in de nabijheid van Kabels
Werkleiders
Bepalingen
•
Deze opleidingsmodule is enkel voorzien voor werknemers van het niveau “werkleiders” – (opleiding van 1 dag)
•
Deze categorie werknemers mogen bijgevolg Elia documenten (TWVG, WVG,…) ontvangen en ondertekenen.
•
Om een Elia certificaat te behalen dienen de werkleiders te slagen (met 70%) in een kennistest van 20 meerkeuzevragen.
•
Deze module kan eveneens gebruikt worden bij het principe “train the trainer”.
•
Op elke werf dient er altijd een werkleider aanwezig te zijn.
2
18/11/2010
De opleidingsmodules op ELIA.be
http://elia.be
3
18/11/2010
Inhoud van de opleidingsmodule 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Voorstelling Elia Doel en toepassingsgebied Wettelijke verplichtingen Elia verplichtingen Terminologie Gevaren
Deel 1: 08:00 10:00
Pauze (10’) 7. De middelen 8. Inrichten van de werfzone 9. Grondwerken
Middagpauze (30’) 10. Kabelwerken 11. Specifieke arbeidsmiddelen 12. Milieu
Pauze (10’) 13.Kennistest
4
18/11/2010
Deel 2:
10:10 12:15 Deel 3: 12:45 14:30 Deel 4: 14:45 15:30
Elia als transmissienetbeheerder
Frankrijk,
Elia
Nederland, Luxemburg
Frankrijk, Nederland,
elia
Luxemburg
EXPORT
IMPORT
Grote en Middelgrote industrie
Transmissie Elektriciteitsproducenten
5
18/11/2010
380 tot 30kV
Distributie van 26kV tot 230V
KMO’s, professionele klanten, huishoudens
Elia in cijfers Elia is eigenaar van het hoogspanningsnet van 30kV tot 380 kV 8.400 km luchtlijnen en ondergrondse kabels 800 hoogspanningsstations 21.000 hoogspanningsmasten
6
18/11/2010
Dispatching
Elia
7
18/11/2010
Doel en toepassingsgebied AVIK
•
De AVIK-procedure beschrijft: •
Algemene Veiligheidsinstructies en preventiemaatregelen
•
voor werkzaamheden
•
aan Kabels en in de nabijheid van Kabels
•
in opdracht van
•
De regels gelden zowel voor het openbaar domein als in de Eliaruimten.
•
Het betreft zowel werken aan hoogspanningskabels als aan signalisatiekabels
8
18/11/2010
Wettelijke verplichtingen Bij de uitvoering van kabelwerken dient men te voldoen aan een heel aantal wettelijke verplichtingen.
Volgende wetgevingen of delen ervan kunnen van toepassing zijn:
Arbeidswetgeving: ARAB en CODEX Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties: AREI KB betreffende ondergrondse leidingen KB betreffende gasdistributieleidingen Vlaams reglement bodemsanering: VLAREBO
9
18/11/2010
Wettelijke verplichtingen WELZIJNSWET De opdrachtgever (Elia nv) moet:
OPLEIDING / INFORMATIE + TEST (Welzijnwet 04.08.96 + K.B. 27.03.98)
Het veiligheidscertificaat is strikt persoonlijk en 2 jaar geldig voor externen en 3 jaar voor Elia personeel !!!
10
18/11/2010
Elia verplichtingen
•
Elia verplichtingen worden opgelegd in: • De Algemene aankoopvoorwaarden – http://www.elia.be • Het Algemeen VeiligheidsRegelement voor aannemers bij de uitvoering van werken in opdracht van Elia (AVR). – http://www.elia.be • Het document BVIK – http://www.elink.elia.be/intranet • Het lastenboek • Voor elk werk dient men te beschikken over een geldige werkvergunning
11
18/11/2010
Elia verplichtingen De Algemene aankoopvoorwaarden
http://elia.be
12
18/11/2010
Elia verplichtingen Het algemeen veiligheidsreglement
http://elia.be
13
18/11/2010
Toegangsvoorwaarden • Alle uitvoerders van kabelwerken in opdracht van Elia moeten beschikken over: – Een geldig Certificaat AVIK • In specifieke gevallen gelden bijkomend: – AVIP certificaat indien de werken plaatsvinden in een HS-post. – AVIL certificaat indien de werken plaatsvinden in een HS-mast boven de anti-klimwering.
14
18/11/2010
Toegangsvoorwaarden Alle medewerkers die werken uitvoeren dienen in het bezit te zijn van een geldig AVIK certificaat:
Verklaring van de werkgever BA4: Beschikken over voldoende kennis om elektrische gevaren te vermijden en kennen de procedures en risico’s eigen aan kabelwerken(opleiding + test).
BA5: Beschikken over voldoende kennis van elektriciteit en de procedures en risico’s van kabelwerken om zelf de gepaste veiligheidsmaatregelen te bepalen en te nemen.
Uitzondering:
Uitvoerders die niet beschikken over een AVIK certificaat mogen slechts
werken uitvoeren indien zij begeleid en bewaakt worden door een BA5 Elia
15
18/11/2010
Basisregels bij hoogspanningskabels
• • •
• •
16
Indien hoogspanningskabels worden aangetroffen moeten deze steeds als onder spanning staande worden beschouwd. Het is, in dit stadium, verboden om de kabel te verplaatsen. Kleine manipulaties enkel toegelaten mits geschikte PBM. Voor werken in opdracht van Elia dienen de uitvoerders steeds te beschikken over een werkvergunning. Indien de werken worden uitgevoerd door derden is eveneens een formulier BVIK vereist. Voor interventies op de kabel zelf zal de werkvergunning pas worden verstrekt nadat de kabel werd geïdentificeerd en zo nodig doorgeknipt door een Elia-agent.
18/11/2010
Specifieke terminologie AVIK
17
18/11/2010
Terminologie De kabelruimte Elia (DC) Kabelruimte Elia (DC)
Voor de NIET VRIJGEGRAVEN kabel: Is het de ruimte langsheen de kabel tussen twee verticale vlakken op een afstand van 0,5m aan weerszijden van de vermoedelijke ligging van de kabel.
kabelruimte ELIA Dc
Zonder voorafgaande overeenkomst met de beheerder van de kabel mag er geen gebruik gemaakt worden van machines of mechanisch aangedreven gereedschap in deze zone (AREI art. 192). 50 cm
50 cm
Elia kabel
18
18/11/2010
Terminologie De Kabelruimte Elia (DC) Kabelruimte Elia (DC) Voor een VRIJGEGRAVEN kabel:
kabelruimte ELIA Dc
0,5m
0,5m
Elia kabel
19
18/11/2010
Onder het maaiveld is het de ruimte van de put en/of de sleuf waarin de Elia HSkabel ligt.
Boven het maaiveld is dat de ruimte die Elia heeft afgebakend als werkzone.
Terminologie De Kabelruimte Elia (DC) Kabelruimte Elia (DC) Voor een VRIJGEGRAVEN kabel: Indien de put of sleuf gemaakt is voor andere werken bedraagt Dc minimaal 0,5 m aan weerszijden van de Eliakabel (refererend aan AREI art. 192 ยง02c). Boven het maaiveld is het de afgebakende ruimte die Elia nodig acht om het werk in de sleuf en/of de put in alle veiligheid te kunnen uitvoeren.
0,5m
0,5m
Elia kabel
20
18/11/2010
Voor de naakte kabeleinden (refererend aan AREI art. 192 ยง01 en art. 266) is de definitie van DL en DV voor naakte geleiders van toepassing. (Zie verder)
Terminologie Definitie van het begrip “Kabel” Het geheel dat één of meerdere elektrisch gescheiden geleiders bevat, onder één of meerdere beschermde bekledingen (mantel, omvlechting, pantsering, enz.); een leiding waarvan de volledige mantel slechts mits vernieling verwijderd kan worden. (AREI artikel 142.01).
Geleider
Geleiderscherm Isolatie
Isolatiescherm Zwelbanden Aardscherm Zwelbanden
Buitenmantel
21
18/11/2010
Principeschema kabelverbinding Vereffeningsaardkabel
Cross-Bonding: eindsluitingen
Post A
Post B MOF
Het driefasig kruisen van de aardschermen van de kabel, om de circulatieverliezen in de aardschermen te annuleren en het transportvermogen te verhogen. In de kasten worden eveneens spanningslimiters (SVL) aangesloten op de mantel van de kabels, dit om in geval van fout de schermspanning te beperken
Crossbondingkast
22
18/11/2010
Aardingskast
Kabelsignalisatie Wettelijke verplichting om een kabel aan te duiden door middel van merkstenen of merkpalen (AREI art. 188 en art. 189). •Om de 200 m op rechte stukken, •om de 50 m in een bocht •op het einde van een recht stuk •1bliksemschicht = 1kabel •2 schichten = meerdere kabels.
23
18/11/2010
Het niet aanwezig zijn van merkstenen is geen garantie op afwezigheid van ondergrondse HS kabels (Specifiek verzoek van lokale overheden, verwijderde merkstenen door werkzaamheden derden, …).
Kabelsignalisatie
Op kanalen, rivieren en bevaarbare waterwegen moet op elke oever, boven de plaats van de kabels, de aanwezigheid aangeduid worden door borden met, in grote letters, het opschrift “KABELS�
24
18/11/2010
KABELS
Kabelafdekking Kabels moeten wettelijk worden beschermd met een afdekking in duurzaam materiaal om hem te beschermen tegen aanraking door werktuigen bij grondwerken. (AREI art. 184 ) Deze afdekking steekt aan beide zijden van de kabel uit. Zij wordt verwezenlijkt zonder doorlopende langsvoegen boven de kabel. Bij Elia worden hiervoor betonnen dekstenen ofwel platen uit synthetisch materiaal gebruikt.
25
18/11/2010
Voorbeeld kabelsleuf
Merkteken
Maaiveld
3 signalisatiebanden Betondallen Kabelschermplaten in PE PE-buis voor optische vezel Seinkabel Drainagekabel 3 kabels 150 kV Aanvulling met gemalen dolomiet van bodem sleuf tot aan afdekplaat
26
18/11/2010
Merkteken
Het gevaar ELEKTRICITEIT bij kabelwerken Elektriciteit: hoogspanning, laagspanning
Risico’s: elektrocutie, elektrisering, vlamboog Preventiemaatregelen:
1. 2. 3. 4. 5.
27
Energie uitschakelen Procedures toepassen Collectieve bescherming (afscherming) Persoonlijke bescherming Signaleren (pictogrammen)
18/11/2010
Het gevaar ELEKTRICITEIT bij kabelwerken Elektriciteit is onzichtbaar, reukloos en geruisloos maar kent wel zeer ernstige en specifieke risico’s! • • • •
Brandwonden (inwendig en uitwendig) Hartfibrilatie Spiersamentrekking Schade aan weefsels, bloed-en zenuwstelsel
Een stroomstoot van 30 mA gedurende 2 seconden kan dodelijke gevolgen hebben!
28
18/11/2010
Veiligheidsafstanden De zone onder spanning en de afstand DL Kabelruimte ELIA (Dc)
De zone onder spanning is een begrensde ruimte rondom de blanke actieve delen onder spanning. D
V
DL is de afstand die de buitengrens van de zone onder spanning aangeeft. (AREI, art. 266) DL
De nabijheidszone en de afstand DV
D V
D V
≥d1 DC =
0,5 m
0,5 m
werkvloer
KABELRUIMTE Elia
De nabijheidszone is een begrensde ruimte rondom de zone onder spanning. DV is de afstand die de buitengrens van de nabijheidszone aangeeft. (AREI, art. 266) De kabelruimte Elia DC Is de zone van 0,5m rondom de genaakbare kabel
0,5m
0,5m Elia kabel
29
18/11/2010
Bij interventies binnen deze zone dienen veiligheidsmaatregelen te worden bepaald.
Veiligheidsafstanden AREI art. 266 Geleider onder spanning
DL = afstand die de buitengrens van de zone onder spanning aangeeft DV = afstand die de buitengrens van de nabijheidszone aangeeft
Zone onder spanning
Deze afstanden moeten gemeten worden vanaf de dichtstbijzijnde geleiders of niet-geĂŻsoleerde delen
Enkel toegankelijk mits speciale maatregelen
Zone zonder spanningvoere nde delen
NBN-EN 50110-1 Nominale spanning van het net
Afstand die de buitengrens van de zone onder spanning aangeeft
Afstand die de buitengrens van de nabijheidszone aangeeft
UN [KV]
DL [mm]
DV [mm]
220 320 380 750 1200 1600 2500
1220 1320 1380 1750 3200 3600 4500
efectieve w aarde
20 30 36 70 150 220 380
30
18/11/2010
onder spanning
Voor U < 150 kV: DV = DL + 1m Voor U â&#x2030;Ľ 150 kV: DV = DL + 2 m
Dd1,l L, DV ?
Gevaren en risico’s bij kabelwerken Gevaarlijke producten: solventen, gassen, oliën, … Risico: ontvlambaar, explosief, toxische dampen, vergiftiging, brandwonden Preventiemaatregelen: • Vervang een gevaarlijk product door een minder gevaarlijk • Zorg voor voldoende ventilatie • Respecteer de recipiënten • Lees het etiket - R&S zinnen – binnenkort H&P zinnen (gevarenaanduiding & veiligheidsaanduidingen)-(GHS-CLP) • Meng niet eender welk product • Bewaar enkel de dagdagelijkse hoeveelheid op de HS-post • Draag de gepaste PBM’s
31
18/11/2010
Gevaren en risico’s bij kabelwerken Gevaarlijke producten: Aanmelden in BVIK: • Welke producten? • Hoeveelheden? • Stockage: waar en hoe? • Afval / Afvoer Een aantal courante producten bij kabelwerken: • Olieën • Asbest • Butaan, propaan • Oplosmiddelen • Solventen • …
32
18/11/2010
De middelen
33
18/11/2010
Benodigde documenten De Risicoanalyse Een exemplaar van de opgestelde risicoanalyse(s) moet op de werf aanwezig zijn.
De BVIK Bijzondere VeiligheidsInstructies voor het werken aan en in de omgeving van kabels
De WVG of ATBE + bijlagen WerkVerGunning of Attest van Ter Beschikkingstelling door Elia
Het AIV Het Attest van InVeiligheidstelling
De (T)WVG De toegangs- en werkvergunning
De Vuurvergunning Verplicht indien werken met vlam, gensters, hittebronnen.
34
18/11/2010
Risicoanalyse Het uitschakelen van gevaren en de vermindering van risico's vormen de basis voor:
“veilig werken” Men dient vóór aanvang van het werk de gevaren te detecteren en de risico’s in te schatten=
“Risicoanalyse” Indien nodig preventieve maatregelen treffen Bij Elia is de risicoanalyse een verplichting bij alle werken: De formulieren risicoanalyse moeten op de werf aanwezig zijn. De risicoanalyse maakt steeds deel uit van de werkvoorbereiding.
35
18/11/2010
Het formulier BVIK Het document BVIK (Bijzondere Veiligheidsinstructies bij kabelwerken)
Intranet Elia
36
18/11/2010
Het formulier BVIK BVIK Een checklijst met veiligheidsaspecten van de betrokken werf. Geldig voor een bepaald werk, op een bepaalde kabelverbinding/werkplaats en voor een bepaalde periode 1 exemplaar uitgehangen in de post 1 exemplaar in bezit WL 1 exemplaar voor de opsteller (1 exemplaar bewaard in SC)
37
18/11/2010
Het document Werkvergunning (WVG) Verplicht voor alle werken in opdracht van Elia. Enkel geldig mits AIV gekoppeld Wordt uitgereikt in een post waar VM genomen zijn Wit exemplaar wordt uitgehangen in de HS-post Geel exemplaar bij WL Rose(enkel handgeschreven) als archief voor LVB
38
18/11/2010
AIV voor zuivere kabelwerken
• • • •
AIV bevat enkel algemene informatie over de genomen veiligheidsmaatregelen De SB/LVB dient minimum van het niveau verbindingsvelden te zijn Gedetailleerde informatie te verkrijgen via de schakelnota Verboden indien kabelmantelmetingen en kabelherstelling gecombineerd met meting want: men heeft hiermee geen toegang tot de cellen in de post (gedetailleerde informatie nodig)
39
18/11/2010
AIV voor kabelmantelmeting + herstelling
AIV van WVG in post A
AIV van WVG in post B
•WVG per uiteinde met gedetailleerde informatie over de genomen veiligheidsmaatregelen •SB/LVB van niveau posten of netten: •Neemt de veiligheidsmaatregelen •Bakent de werkzone af •Overhandigt de WVG voor cross-controle aan de WL van de kabelploeg •Sluit de aarder en plaatst samen met de WL gele kaarten(voor aannemer)/blauwe kaarten •WL van de kabelploeg: •Er is één WL voor de werken die aan alle uiteinden de cross-controle uitvoert •Tekent alle WVG voor aanvang werk •Plaatst indien nodig de extra afbakening specifiek voor de kabelmantelmeting
TWVG (Toegang en WerkVerGunning) Genummerd Elia document dat de ontvanger toelaat om:
Toegang te krijgen tot de op het document vermelde installatie en/of de poortjes in de afbakening te gebruiken en/of de vermelde werken uit te voeren. Gebruikt als WVG garandeert dit document aan de contractor dat Elia alle nodige veiligheidsmaatregelen voor dit werk heeft uitgevoerd. De TWVG dient door de Elia verantwoordelijke persoonlijk te worden overhandigd.
41
18/11/2010
TWVG (Toegang en WerkVerGunning)
42
18/11/2010
Vuurvergunning Omdat er tijdens herstelwerkzaamheden aan ondergrondse kabels vaak gebruik gemaakt wordt van een open vlam is het noodzakelijk dat de nodige voorzorgsmaatregelen tegen brand getroffen worden. Gezien het feit de deze werkzaamheden plaatsvinden in een zeer beperkte ruimte (lasput) dient er extra aandacht besteed te worden aan volgende punten: • • • •
43
Alle brandbare producten uit de lasput verwijderen (ook niet op de rand van de mofput laten liggen). Gasflessen buiten de lasput opstellen. Vluchtwegen vrij houden van brandbare producten, gasflessen, ,… Brandblusapparaat in de lasput opstellen, of, indien lasput te klein is, binnen handbereik opstellen.
18/11/2010
Vuurvergunning
44
18/11/2010
Inrichten van de werfzone
45
18/11/2010
Werfzone en opslagzone Een zone van minimum 60 cm rond de uitgraving volledig vrijhouden. Dus verboden materiaal te stapelen op minder dan 60 cm van de rand van de uitgraving. Afbakening te plaatsen op minimum 1.5m van de rand uitgraving. Stapelzone voorbij de uitgraving inrichten. Parking voor de uitgraving voorzien.
0,6m Verboden stapelzone Mogelijke Stapelzone
Mofput Minimum 1,5m
46
18/11/2010
WERF P
Wegsignalisatie Nodig voor: Veiligheid van de weggebruiker Hindernissen op de openbare weg worden gesignaleerd
Veiligheid van de werknemers Bescherming tegen het binnendringen van voertuigen in de werfzone
Ministerieel Besluit van 7 mei 1999 Signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg
Werken mogen pas aanvangen nadat de verkeerssignalisatie is aangebracht
47
18/11/2010
Wegsignalisatie Het plaatsen van wegsignalisatie mag worden uitbesteed via een contractuele overeenkomst.
Opgelet: de opdrachtgever blijft mee aansprakelijk!
De signalisatie mag pas worden geplaatst na toelating door: De minister of zijn gemachtigde voor autosnelwegen De burgemeester of zijn gemachtigde voor andere openbare wegen
48
18/11/2010
Wegsignalisatie Bouwplaats- en signalisatieplan Verplicht om vergunning te verkrijgen Moet op de werf aanwezig zijn Werken mogen pas aanvangen nadat de signalisatie is aangebracht
49
18/11/2010
Wegsignalisatie Categorieën van werken Naargelang de situatie en de veroorzaakte hinder zijn er specifieke te nemen maatregelen volgens de categorie waaronder de werken vallen: Eerste categorie: Werken op (auto)wegen met Vmax > 90 km/u Tweede categorie: Werken op wegen met 90 km/u ≥ Vmax > 50 km/u Derde categorie: Werken op wegen met Vmax ≤ 50 km/u Vierde categorie: Werken buiten de rijbaan maar met gevaar voor voetgangers, fietsers en bromfietsers. Vijfde categorie: Werken overdag, bij daglicht, en waarbij de zichtbaarheid goed is tot op ongeveer 200 m. Zesde categorie: Mobiele werken die het verkeer kortstondig hinderen door hun lage verplaatsingssnelheid of omdat ze veelvuldig stilstaan.
http://www.wegcode.be
50
18/11/2010
Wegsignalisatie Indien een werfwagen gebruikt wordt voor signalisatie: Moet deze voorzien zijn van de nodige signalisatie (signalisatiebanden, zwaailichten, verkeersborden).
De verkeerstekens moeten worden weggenomen door diegene die de werken uitvoert zodra deze beĂŤindigd zijn. Zie ook brochure NAVB: Signalisatie van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
51
18/11/2010
Ongeval Veurne
52
18/11/2010
Laagspanningsvoeding van de werf
De elektrische installatie van de kabelwerf zal ofwel gevoed worden door een netvoeding afkomstig van het openbare net, ofwel, zoals meestal het geval is, gevoed worden door een generator. Bij het opstellen van de generator moet men er voor zorgen dat de uitlaatgassen het werk niet hinderen en het geluid de omgeving zo weinig mogelijk stoort.
53
18/11/2010
Laagspanningsvoeding van de werf Netvoeding of geaarde generator In functie van het gebruikte gereedschap (dubbel ge誰soleerd of niet dubbel ge誰soleerd) dient de beveiliging te gebeuren met de middelen volgens onderstaande tabel:
54
18/11/2010
Laagspanningsvoeding van de werf Niet geaarde generator Bij veelvuldig verplaatsen van de generator kwaliteit aarding onzeker beter geen aarding aanbrengen en gepast beveiligen L1 L2 L3
Best alleen dubbel geïsoleerd gereedschap aansluiten
N
PU
55
18/11/2010
Bij dit type van voedingsbron worden de bron en de massa’s NOOIT met de aarde verbonden.
Anders Isolatiebewaking verplicht
De werfaarding De draineringskabel komt niet in aanmerking als werfaarding Een werfaarding is noodzakelijk voor o.a.: •Aarden van generatoren •Aarden van de kabelmeetwagen (gebruikt buiten de Post) •Eliminatie van inductiespanningen ook bij signalisatiekabels met metalen mantel
Bij het slaan of boren van een werfaarding bestaat risico voor beschadigen van andere nutsleidingen. Daarom zal men een werfaarding boren of slaan in de werfput zelf. Er bestaat minder kans dat er onder de HS-kabel nog andere nutsleidingen aanwezig zijn. Het is aan de verantwoordelijke van de werken om, via risicoanalyse, uit te maken welke bijkomende veiligheidsmaatregelen dienen getroffen te worden zoals: welke PBM men zal gebruiken of een aardmat (aangeraden) wordt toegepast voor het verwezenlijken van equipotentiaal en de opvang van de zwerfspanningen /-stromen. De mat moet verbonden worden met de werfaarde en de kabelmantel van de beide kabeleindes.
56
18/11/2010
Werfverlichting Een goede verlichting is noodzakelijk voor de activiteiten binnen de werfzone (KB van 25/01/2001 bijlage III).
Indien het daglicht niet volstaat of bij werken â&#x20AC;&#x2122;s nachts dient kunstmatige verlichting van voldoende sterkte te worden geĂŻnstalleerd. Een goede verlichting vertraagt de weggebruikers.
De verlichting mag de weggebruikers niet verblinden.
57
18/11/2010
Sanitair en beschutting In de omgeving van de werf moeten de werknemers kunnen beschikken over minstens een sanitaire installatie en een schutplaats in verhouding met het aantal aanwezige werknemers (KB van 25/01/2001 bijlage III). De dichtstbijzijnde post kan hiervoor in aanmerking komen. Indien een werfkeet gebruikt wordt zal die bij voorkeur opgesteld worden voor en in de nabijheid van de lasput en dit gezien vanuit de rijrichting van het verkeer.
58
18/11/2010
Eerste hulp bij ongevallen De werkgever dient ervoor te zorgen dat er op elk moment gekwalificeerd personeel aanwezig is om eerste hulp te verlenen (KB van 25/01/2001 bijlage III + ARAB art. 176). Eerste hulp materiaal moet aanwezig zijn op de werf. De aanwezigheid moet passend gemarkeerd worden en gemakkelijk bereikbaar zijn. De noodnummers voor het alarmeren van hulpdiensten en het exacte adres van de werkplaats moeten aanwezig zijn. Europees GSM NOODNUMMER:
59
18/11/2010
Rookverbod Er geldt een strikt rookverbod van bij het graven van de lasput, kabelsleuf, â&#x20AC;Ś Risico op aanwezigheid van brandbare of explosieve gassen (gasleidingen, riolen, brandstofleidingen enz.) Bij werken in de lasput blijft het rookverbod van kracht.
60
18/11/2010
Werfveiligheid Persoonlijke Beschermingsmiddelen
Op elke werf dienen de gepaste PBM te worden aangewend naargelang opgelegd in de risicoanalyse en de aanwezige risicoâ&#x20AC;&#x2122;s. (Principe STAR toepassen voor aanvang van het werk)
61
18/11/2010
Signalisatiekledij Bij gelijk welke opdracht op de openbare weg draagt de uitvoerder de gepaste signalisatiekledij (KB van 23 februari 1999).
De Elia werkkledij volgens signalisatieklasse
Er bestaan drie zichtbaarheidsklassen Bij goede weersomstandigheden volstaat klasse 2. Klasse 3 is vereist bij slechte omstandigheden zoals bij zonsopgang, bij het invallen van de duisternis, bij slecht weer, regen, sneeuw, mist, nevel.
Europese norm, EN 471:2003
Nabij spoorweginfrastructuur is gele signalisatiekledij verplicht. Hiervoor kan het gele Elia-hesje in aanmerking komen.
62
18/11/2010
10 minuten
63
18/11/2010
Inhoud van de opleidingsmodule 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Voorstelling Elia Doel en toepassingsgebied Wettelijke verplichtingen Elia verplichtingen Terminologie Gevaren
Deel 1: 08:00 10:00
Pauze (10’) 7. De middelen 8. Inrichten van de werfzone 9. Grondwerken
Middagpauze (30’) 10. Kabelwerken 11. Specifieke arbeidsmiddelen 12. Milieu
Pauze (10’) 13.Kennistest
64
18/11/2010
Deel 2:
10:10 12:15 Deel 3: 12:45 14:30 Deel 4: 14:45 15:30
Inrichting van de lasput 1 Voor een goede en veilige werkuitvoering moet een lasput: Voldoende breed zijn (beschadiging putwand, scherpe voorwerpen in de wand) Diep genoeg zijn opdat de mof op een comfortabele werkhoogte kan gerealiseerd worden (preventie tegen rugletsel) Goed geventileerd zijn (gassen) In de mate van het mogelijke voorzien worden van een droge, vlakke en vaste werkvloer (vallen, struikelen). Indien nodig op de bodem een laag zand of vaster materiaal (mager beton) Van een goede waterafvoer voorzien zijn (rekening houden met mogelijke weersveranderingen) Met een degelijke afdekking tegen weersinvloeden worden uitgerust
65
18/11/2010
Inrichting van de lasput 2 •Voldoende vluchtwegen en toegangsladders bevatten, zeker bij lange sleuven. Bij beschoeide putten voorzien van degelijk vastgemaakte ladders. •Van een goede en voldoende verlichting voorzien worden (geschikt voor nauwkeurig werk) •Volgens de weersomstandigheden ook met verwarming uitrusten. Liefst zonder open vlam wegens het gebruik van brandbare producten en mogelijke aanwezigheid van gassen. •Beschikken over brandbestrijdingsmiddelen bij elke vluchtweg/uitgang van de put. http://www.navb.be/NR/rdonlyres/54B41387-B595-4F7F-8A53-03C9524D8B95/0/CNAC96NL.pdf
66
18/11/2010
Grondwerken
67
18/11/2010
Grondwerken De aannemer informeert zich over de mogelijke aanwezigheid van nutsleidingen (kabels, gas- en waterleiding, enz.) in de ondergrond. De Elia-agent duidt de ligging van onze kabels aan, aan de grondwerker. De grondwerker graaft eerst proefsleuven om de exacte ligging van de kabel te bepalen en andere nutsleidingen op te sporen. De grondwerker verwezenlijkt de sleuf op de aangegeven plaats. Hij neemt alle nodige voorzorgen om eventueel aanwezige leidingen niet te beschadigen. Het uitgraven met graafmachines is slechts toegestaan mits formeel toelating werd gegeven door de beheerder van de kabel. Het vrijmaken van de kabels mag enkel manueel gebeuren.
68
18/11/2010
Grondwerken Planning en uitvoering van kabelwerken met graafwerken Wetgeving legt informatie- en meldingsplicht op Na metingen kan men dus niet altijd onmiddellijk herstellen Wettelijke termijn meerdere weken, tenzij in noodgevallen
Specifieke wetgeving
• • • • •
69
AREI: Artikel 192 KB van 21/09/1988: Ondergrondse installaties van gasachtige en andere producten d.m.v. leidingen KB van 28/06/1971: Ondergrondse gasdistributie-installaties KB Tijdelijke en mobiele bouwplaatsen Het KLIP-decreet (Vlaams gewest) elektronische planaanvraag
18/11/2010
Typewerken Dringende interventies met graaf- en grondwerken VOOR AANVANG VAN DE GRAAFWERKEN “DRINGENDE INGREEP”? TE BEPALEN! Uitbating of veiligheid van het net is in gevaar, of beschadigingen die de betrouwbaarheid en/of de integriteit van de ondergrondse verbindingen in het gedrang brengen. Gebeurt in onderling overleg tussen alle betrokken verantwoordelijken. OP HET TERREIN - VOOR DE GRAAFWERKEN De situatie ter plaatse evalueren (STAR) Aanwezigheid van leidingen maximaal checken (merktekens, cabines, …) Zo veel als mogelijk de nodige informatie opvragen (KLIP-KLIM, plans, PID) Indien in de beschermde zone rond gasleidingen netbeheerder contacteren. BIJ DE UITVOERING Grote voorzichtigheid aan de dag leggen Manueel proefsleuven graven om mogelijke leidingen op te sporen Machines tot minimum beperken. Vanaf 50 cm diepte enkel manueel graven De leiding waarop men gaat werken ondubbelzinnig identificeren Bij het aantreffen van nutsleidingen beheerders contacteren
70
18/11/2010
Typewerken Geplande werken met graafwerken IN DE VOORBEREIDINGSFASE De liggingsplans opvragen en de werken melden bij de beheerders Bij de planning rekening houden met de minimumtermijnen voor opvragen van de plans en melding van de werken (15 werkdagen – 8 werkdagen) Zo nodig via rechtstreeks overleg met beheerders de voorwaarden vastleggen waaronder kan gewerkt worden BIJ AANVANG VAN DE WERKEN De situatie ter plaatse evalueren (STAR) Manueel en met grote omzichtigheid sonderen Aangetroffen nutsleidingen passend beschermen tegen beschadiging Bij onderboringen zo nodig bijkomende maatregelen treffen zoals peilingen met handgereedschap, afschakelen risicoleidingen, … UITVOERING VAN DE WERKEN Leidingen waarop men moet werken ondubbelzinnig identificeren Steeds de nodige omzichtigheid aan de dag leggen De door de betrokken netbeheerders opgelegde voorwaarden stipt opvolgen.
71
18/11/2010
Grondwerken Algemene bepalingen Informatie over de eventuele aanwezigheid van ondergrondse leidingen kan worden verkregen via de gemeente of via een centraal meldpunt, zoals. KLIM (Federaal Kabel en Leidingen Informatie Meldpunt) of KLIP (Kabel en Leiding Informatie Portaal). http://www.klip.be/ http://www.klim-cicc.be/
72
18/11/2010
Sonderingen Gebeuren steeds met aangepast handgereedschap. Gebeuren door het graven van sleuven loodrecht op de vermoedelijke as van de leiding. Zo nodig uitbreiden totdat de leiding gevonden is. In geval er bestrating of wegverharding (plaveien, beton, asfalt) moet worden weggenomen kan men machinale middelen toepassen om die te verwijderen.(boorhamer, mini-graafmachine) Eens de verharding voorbij graaft men de sleuf manueel verder. De sonderingen worden uitgevoerd tot aan het waarschuwingslint (indien aanwezig) en anders tot aan de kabelafdekking.
Deze worden niet weggenomen als het duidelijk is dat de onderliggende kabel een hoogspanningskabel is.
73
18/11/2010
Grondwerken Algemene bepalingen Elia kan onder specifieke voorwaarden toelating verlenen om met mechanische middelen te graven. Men zal dan gebruik moeten maken van een minigraafmachine uitgerust met een effen grijpbak, niet voorzien van tanden! De grond moet worden afgeschraapt in dunne lagen. Het werk moet worden uitgevoerd met minimum twee mensen waarvan ĂŠĂŠn iemand controle van de ondergrond uitoefent tijdens het wegschrapen. Toelating voor deze manier van werken moet worden verstrekt via het formulier BVIK.
De aannemer is steeds verantwoordelijk voor de te treffen veiligheidsmaatregelen, zowel in normale als in uitzonderlijke situaties. Hij dient zich te houden aan de wettelijke bepalingen en aan de eventueel door de uitbaters voorgeschreven richtlijnen.
74
18/11/2010
Grondwerken Enkele vuistregels bij graafwerken
0,35 m
Tot en met een diepte van 1,75m moet de sleuf een breedte hebben van minimaal de helft van de diepte! Bij vertikaal uitgegraven sleuven van meer dan 1,20 meter moet men een stutting, beschoeiing of damwand gebruiken.
75
18/11/2010
Grondwerken Beschoeiing Bij uitgravingen zal men automatisch dienen te beschoeien indien een sleuf met verticale wanden dieper is dan 1,20m. Een goede beschoeiing is een “collectief beschermingsmiddel” tegen het risico op bedelving. Om efficiënt te zijn moet ze stevig genoeg zijn om aan alle krachten die ze ondergaat te weerstaan ( eventueel horizontale stutten aanbrengen). Na een lange onderbreking of een periode van slecht weer of vorst en dooi de beschoeiingen nakijken op hun goede staat vooraleer de werken aan te laten vatten.
76
18/11/2010
Grondwerken Speciale gevallen Wanneer de uitgraving niet dieper is dan 1,75 meter en de grond stabiel is kan een deel (≤ 1,20m) onbeschoeid worden gelaten mits men één van de volgende principes toepast: •Het bovenste deel van de uitgraving taluderen onder een hoek van 45° en het onderste deel (Max. 1,20m) uitvoeren als onbeschoeide verticale uitgraving. •Het bovenste deel van de uitgraving beschoeien over een hoogte van 0,50m en het onderste deel (Max. 1,20m) uitvoeren als onbeschoeide verticale uitgraving. •Grondwaterverlaging wordt ten stelligste aanbevolen wanneer de uitgraving dieper is dan 1,20m en er werknemers in tewerkgesteld zijn.
77
18/11/2010
Grondwerken De uitgraving dichten Het dichten van uitgravingen en sleuven met blootgelegde leidingen dient op een specifieke wijze te gebeuren. Het is van belang dat de installatie op een stabiele ondergrond rust en er geen contact mogelijk is met harde voorwerpen. Rond de leidingen wordt zand aangebracht en zeker de ruimte eronder dient zorgvuldig te worden opgevuld. Daarna verder aanvullen tot de leidingen bedekt zijn. Voor verbindingen 36, 70 en 150 kV wordt het zand rond de kabels vaak vervangen door een materiaal met een goede warmtegeleiding teneinde de transportcapaciteit van de kabels te verhogen. Het betreft hier dan dolomiet van het type â&#x20AC;&#x153;Marche-les-Dames Grandes Chutes non lavĂŠ 0-3"
De beveiligingen, zoals kabeldeksels, aanbrengen. Uiteindelijk de grond verder aanvullen in lagen van 20cm en telkens aanstampen (walsrol enkel toegestaan als de beschoeiing nog geplaatst is). Denk ook aan het aanbrengen van signalisatielinten, waarschuwingsroosters, merkstenen en dergelijke.
78
18/11/2010
Risicoâ&#x20AC;&#x2122;s en Maatregelen bij grondwerken
79
18/11/2010
Risicoâ&#x20AC;&#x2122;s en Maatregelen bij grondwerken
80
18/11/2010
Risicoâ&#x20AC;&#x2122;s en Maatregelen bij grondwerken
81
18/11/2010
Risicoâ&#x20AC;&#x2122;s en maatregelen ten opzichte van nutsleidingen Nutsleidingen vervoeren allerlei producten of signalen en dit onder verschillende drukken, verschillende spanningen, enz. Deze hebben alle hun specifieke risicoâ&#x20AC;&#x2122;s. Alvorens de werken aan te vatten is het noodzakelijk om de omliggende nutsleidingen te identificeren en de te nemen maatregelen bij lek of beschadiging te kennen. Dit om een snelle interventie bij een incident mogelijk te maken.
82
18/11/2010
Interventies op signalisatiekabels 1.
Voor interventies aan signalisatiekabels zal de dienst LV de kabel veilig stellen en de genomen veiligheidsmaatregelen borgen.
2.
LV zal een SPOC (Single Point Of Contact) aanstellen die de communicatie hierover voert met PL.
3.
Van zodra gemeld is dat de kabel werd veilig gesteld kan de “TWVG” worden uitgereikt. Op deze TWVG moet vermeld staan dat de kabel door LV werd vrijgegeven, samen met de coördinaten van de SPOC LV.
4.
De WL van PL is op zijn beurt verantwoordelijk voor de veiligheidsmaatregelen die gepaard gaan met de uitvoering van het werk. Ook deze maatregelen moeten op de WVG worden beschreven.
5.
Wanneer na afloop van de werken de WVG is afgetekend voor “einde werk” contacteert PL de SPOC LV en kan de kabel in bedrijf worden gesteld.
83
18/11/2010
Interventies op signalisatiekabels
RT1
RT2
LV
84
18/11/2010
DATACOM
Telecom
DATACOM
PL
Telecom
RT2
RT1
LV
HS kabelwerken met in dienst zijnde kabel Ingrepen met de kabel onder spanning worden uitgevoerd indien gegarandeerd is dat men ten allen tijde boven de afschermplaten zal opereren. Bijvoorbeeld voor het plaatsen van merktekens (zie 5.1) Het is verboden om een kabel onder spanning te verplaatsen. Lichte manipulaties van onder spanning staande kabels mogen wel gebeuren. De uitvoerder is hiervoor uitgerust met de nodige PBM: Brandwerende werkkledij, helm met gelaatscherm en beschermingshandschoenen.
85
18/11/2010
HS kabelwerken met in dienst zijnde kabel Meting van de kathodische bescherming
Op een in dienst zijnde kabel zijn enkel de controle van het potentiaal en de werking van de kathodische bescherming toegestaan. Uitvoerder is minstens BA4.
Een herstelling aan de kathodische beschermingstoestellen kan uitgevoerd worden, in zoverre men niet rechtstreeks aan de verbinding met het scherm van de HS-kabel werkt.
86
18/11/2010
HS kabelwerken met in dienst zijnde kabel Meting van de kabeltemperatuur d.m.v. de ge誰ntegreerde optische vezels Bij deze meting wordt gebruik gemaakt van laserstralen.
De nodige voorzorgen dienen in acht te worden genomen. De straling kan oogletsel en brandwonden veroorzaken. De laserstraal niet richten op reflecterende oppervlakken. De weerspiegelingen kunnen gevaarlijker zijn dan de laser zelf. (focalisatie-effect). Meestal zal bij de meting gebruik gemaakt worden van een generator (zie hoofdstuk 6.1.2).
87
18/11/2010
Lassen van de ge誰ntegreerde optische vezels (HS-kabel buiten dienst)
88
18/11/2010
HS kabelwerken met in dienst zijnde kabel Leggen van nieuwe kabel/nutsleiding in de nabijheid van Elia-kabels De aannemer is verplicht zich te informeren betreffende de risico’s van nutsleidingen die hij bij zijn werkzaamheden zou kunnen aantreffen. Hij moet de nodige maatregelen treffen om de hieraan verbonden risico’s te verminderen (AREI art. 192.02) •Hij neemt alle voorzorgen om de leidingen niet te beschadigen. •Het mechanisch uitgraven is, mits toestemming, slechts toegelaten tot aan de signalisatiebanden of platen. •Vrijmaken van kabels mag enkel manueel gebeuren.
89
18/11/2010
HS kabelwerken met in dienst zijnde kabel Het is in principe verboden om machinaal te graven in de zone 50 cm links en rechts van de kabel. Enkel na raadpleging en toelating door de eigenaar van de grond, de overheid die de openbare weg beheert en de beheerder van de kabel. Afgezien van deze raadpleging mag de uitvoering van een werk pas beginnen na lokalisatie van de kabels. Voor alle ingrepen, ook die niet in opdracht van Elia, en binnen de kabelruimte Elia, moet de dienst Assets Support worden geconsulteerd. Zij zullen de toe te passen voorwaarden opleggen.
Link:
http://www.elia.be/repository/pages/3a59d6f23cef4af8a61dab554cfd2ea4.aspx
Vooraleer in deze gevallen de sleuven mogen worden opgevuld dient Elia verwittigd te worden waarna eventueel controle wordt uitgevoerd. Het is wettelijk verplicht om de aanwezigheid van nutsleidingen op te vragen vooraleer graafwerken te starten. Bijvoorbeeld via: http://www.klim-cicc.be/ of http://www.klip.be/
90
18/11/2010
HS kabelwerken met in dienst zijnde kabel Controle/werken in longkamers Een longkamer moet steeds op slot zijn (sleutel met code HS-posten).
Indien meerdere HS-kabels aanwezig ď&#x192;¨ signalisatie zoals in HS-post Werken in longkamers enkel in aanwezigheid van een tweede persoon die buiten de gevaarzone blijft en in geval van nood de hulpdiensten moet kunnen verwittigen (ARAB art. 54ter Afgezonderd tewerkgestelde werknemers)
91
18/11/2010
30 minuten
92
18/11/2010
Inhoud van de opleidingsmodule 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Voorstelling Elia Doel en toepassingsgebied Wettelijke verplichtingen Elia verplichtingen Terminologie Gevaren
Deel 1: 08:00 10:00
Pauze (10’) 7. De middelen 8. Inrichten van de werfzone 9. Grondwerken
Middagpauze (30’) 10. Kabelwerken 11. Specifieke arbeidsmiddelen 12. Milieu
Pauze (10’) 13.Kennistest
93
18/11/2010
Deel 2:
10:10 12:15 Deel 3: 12:45 14:30 Deel 4: 14:45 15:30
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Algemeen Voor al deze werken aan de geleiders of kabelmantel is de kabel veilig gesteld volgens de modaliteiten opgelegd in de procedure CVM. Indien voor de kabelherstelling een nieuwe werf wordt ingericht door Elia zal men de werfsignalisatie en de grondwerken uitvoeren, of laten uitvoeren, zoals eerder gedefinieerd.
94
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Verantwoordelijkheden: Per uiteinde beschikt de WL van de kabelinterventieploeg over de nodige WVG en de bijhorende AIV. De WVG en AIV maken melding van zowel het meten als eventueel het herstellen. De WL van de kabelinterventieploeg is verantwoordelijk voor: Organisatie van de werken. Staat in contact met de â&#x20AC;&#x153;LVBâ&#x20AC;? van de betrokken HS-installaties. Verzekert er zich van dat alle nodige maatregelen genomen en geborgd zijn (Cross-controle).
95
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Afbakening van de werkzones en gevaarzones
Alvorens het werk begint wordt elke betrokken werkzone afgebakend volgens de afbakenprocedure (PR002) door de LVB.
Bijkomende afbakening daar waar de meetinstallatie staat opgesteld: Aan genaakbare kabelkoppen of â&#x20AC;&#x201C;mantels binnen de werkzone zal men tijdens de meting steeds een dubbel rode afbakening plaatsen onder de bevoegdheid van de Elia WL of de LVB
Het is ten strengste verboden om afbakening te overschrijden.
96
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Afbakening van de werkzones en gevaarzones MOGELIJKHEID 1: de meetinstallatie (meetwagen of meettoestel) wordt buiten in een afzonderlijke werkzone opgesteld. De ingang van de werkzone wordt in dit geval afgesloten met een rood/witte ketting voorzien van een bord met de tekst:
Meetwagen Rood-witte poort met plaat
97
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Afbakening van de werkzones en gevaarzones MOGELIJKHEID 2: de meetinstallatie wordt binnen de afgebakende werkzone opgesteld. Rond de meetzone wordt een afbakening geplaatst in dubbel rode ketting (gevaarzone) die wordt voorzien van een bord met de tekst:
Meetwagen
Rood-witte poort met plaat
98
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Afbakening op de plaats(en) waar de meetinstallatie NIET is opgesteld Indien aan een kabeluiteinde een werkzone is ingericht kan men opteren om de ingang af te sluiten met rood/witte ketting voorzien van een bord met de tekst:
Rood-witte poort met bord
99
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Afbakening op de plaats(en) waar de meetinstallatie NIET is opgesteld
Een andere mogelijkheid bestaat erin om binnen de afgebakende werkzone de genaakbare delen af te bakenen met dubbel rode kettingen voorzien van een bord met de tekst:
met bord
100
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Bijkomende afbakening langs het kabeltrace Indien zich op het kabeltraject openliggende sleuven of mofputten bevinden kan het nodig zijn om deze, tijdens metingen, passend af te bakenen. Dit is zeker het geval indien het metallische scherm of de geleider van de hoogspanningskabel genaakbaar is!
Op basis van de risicoanalyse en/of plaatselijke voorschriften dienen er bijkomende maatregelen worden getroffen (Heras hekwerk, toezichter, â&#x20AC;Ś ).
101
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Controle van de overspanningsbegrenzers (SVL) Indien op een kabelverbinding de cross-bonding is uitgerust met overspanningsbegrenzers, dienen deze periodiek en na een incident te worden nagemeten
•WVG en de bijhorende AIV. •De WVG maakt melding van zowel meten als eventueel herstellen. •WL voert cross-controle uit •Bakent de meetzones af volgens de procedure
102
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Identificatie methode voor kabels
Identificatie van de kabel
29/10/2008
Versie AVIK
Kabel aangetroffen
Bij elke interventie is het noodzakelijk om absoluut zeker te zijn dat men op de juiste kabel werkt. Onderstaande flowchart heeft tot doel om betrokkenen toe te laten in alle mogelijke situaties een kabel éénduidig te identificeren.
Eigenaar gekend?
neen
verzamelen van alle identificatieelementen
opzoeken eigenaar
ja
aan de eigenaar een in veiligheidstelling vragen met een ATBN
neen eigendom ELIA
ja
ja
kabel uitgebaat ?
neen
uiteinden toegankelijk ?
neen
schriftelijke bevestiging van alle potentiële eigenaars dat de kabel hun niet toebehoort !
neen
ja ja Kabel is niet identificeerbaar
Kabel vrijschakelen
Het is absoluut verplicht om deze identificatieprocedure bij elke ingreep toe te passen.
eigenaar geïdentificieerd
opsporen kabel in de sleuf door een signaal te injecteren met het gepaste apparaat Stopzetten van de werken
de betrokken dispatchings verwittigen juist voor de tussenkomst
verder zetten van de voorziene taken
103
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Veilig stellen NEX garandeert de kabel â&#x20AC;&#x153;gescheidenâ&#x20AC;? van het net. De LVB sluit de aardmessen van het kabelvertrek na verkrijgen BVC-nr.
104
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name De werkleider van de kabelinterventieploeg Elia zal, samen met de LVB, een blauwe kaart bevestigen aan de gesloten aardmessen van het kabelvertrek. Indien uitvoering door derden wordt dat een gele kaart. Verder veilig stellen zoals voorzien op de veiligheidsdocumenten AIV Voor kabelmantelmetingen en herstellingen gecombineerd met metingen is er 1 werkleider die in alle uiteinden van de verbinding cross-controle moet uitvoeren en de WVG aftekenen voor aanvang werken. In deze gevallen dient de LVB minimum van niveau Posten te zijn.
105
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Veiligheid tijdens de uitvoering Bij het aansluiten van de meetkabels zich vooraf verzekeren dat de kabel ter plaatse geaard is. Sluiten van de gevaarzone(s) en/of werkzone(s) zoals beschreven in afbakenen van werk- en gevaarzones
Wanneer meetkabels verhinderen dat een toegangsdeur van de post of cabine wordt afgesloten bestaat het risico dat buitenstaanders of dieren zich toegang verschaffen. In dat geval is het noodzakelijk om in het onderstation permanent toezicht te houden. Indien er een operator in de meetwagen aanwezig blijft, moet communicatie mogelijk zijn met de man te velde. Indien beide operators te velde zijn moet de meetwagen worden afgesloten en vergrendeld.
106
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name De herstelling •De aannemer informeert zich over de mogelijke aanwezigheid van nutsleidingen (kabels, gas- en waterleiding, enz.) in de ondergrond.
•De Elia-agent duidt de ligging van onze kabels aan, aan de grondwerker. •De grondwerker verwezenlijkt de sleuf op de aangegeven plaats. •Hij neemt alle nodige voorzorgen om eventueel aanwezige leidingen niet te beschadigen. •Het uitgraven met mechanisch aangedreven middelen is slechts toegestaan mits formeel toelating werd gegeven door de beheerder van de kabel en maximaal tot aan de signalisatieband of eventueel de afdekking. •Het vrijmaken van de kabels mag enkel manueel gebeuren.
107
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name
108
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name
• Elke aangetroffen kabel in de sleuf zal als onder spanning staande worden beschouwd. • Het is in dit stadium verboden de kabels te verplaatsen. • Men past de “Identificatiemethode voor kabels” toe. (Flowchart uit 8.2.4) Deze methode dient altijd, zonder uitzondering, te worden toegepast. • Het “doorknippen” van de kabel is in alle gevallen verplicht en mag nooit worden omzeild.
109
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name
Identificatie !!!
110
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Het doorknippen van de kabel dient steeds te gebeuren door Elia- personeel.
Het “doorknippen” zal gebeuren met behulp van een hydraulische schaar of een kabelschieter die van op afstand worden bediend. De toestellen dienen strikt volgens de instructies te worden gebruikt.
De LVB levert de WVG met de nodige AIV af aan de hersteller. Deze laatste mag zijn werken pas aanvatten nadat de kabel werd “doorgeknipt” door een Elia-werknemer
111
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Op de plaats van de herstelling worden de nodige maatregelen getroffen om inductiespanningen te vermijden (lokale aarding, afschermen van nabije, onder spanning staande kabels, isolerende handschoenen, â&#x20AC;Ś)
Tijdens de herstelling blijven de HS-kabeladers aan alle uiteinden geaard. Het aardscherm is aangesloten zoals dat in de uitbating voorzien is. Het in bedrijf stellen van de herstelde kabel mag pas gebeuren nadat de kabelbescherming (mechanische bescherming) is aangebracht.
112
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Na de werken •De WL geeft aan zijn medewerkers duidelijk de boodschap dat de werken gestopt zijn. •De WL verwijdert de blauwe borgingskaarten die hij geplaatst heeft, gekoppeld aan de AIV van de WVG in zijn bezit. Als het de laatste kaart is neemt hij de maatregel weg. •De WL controleert dat er geen materiaal is achtergelaten. •De WL tekent de WVG af voor einde werken en bezorgt ze terug aan de respectievelijke LVB.
•De installatie kan onder spanning worden gezet volgens de modaliteiten NEX In akkoord met NEX en indien de exploitatie het toelaat wordt de HS-kabel gedurende 15 minuten onder de normale bedrijfsspanning geplaatst. Hierbij moet de HS-kabel bij fout in de basistijd kunnen uitschakelen (actie met de bevoegde dienst beveiligingen).
113
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Monobloc transformatoren
114
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Monobloc transformatoren Transformator met inplugbare eindsluitingen. Deze zijn niet voorzien om regelmatig los te koppelen. Bij interventies aan de kabels (en transformatoren) van het type mono-bloc dienen volgende regels in acht te worden genomen: –Kabel aarden aan één zijde, voedende zijde. –Secundaire zijde transformator (Mono-bloc) aarden beveiliging tegen mogelijke retourspanningen. –Gebruik maken van isolerende PBM en gereedschappen, wegens mogelijke inductiespanningen.
115
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Monobloc transformatoren
116
18/11/2010
Gereedschappen en arbeidsmiddelen Kabelschaar
Het doorknippen van de kabel dient steeds te gebeuren door Elia- personeel.
â&#x20AC;˘
De kabelschaar moet worden gebruikt bij nominale spanningen tot en met 36 kV.
â&#x20AC;˘
De gedetailleerde beschrijving van deze interventie is terug te vinden in de Instructienota: IN304_04_08_R01_N Gebruik kabelschaar.
â&#x20AC;˘
Gebruik schiettoestel: bij spanningen groter dan 36 kV en kabeldiameters groter dan 120mm dient men gebruik te maken van kabelschieters.
117
18/11/2010
Gereedschappen en arbeidsmiddelen Kabelschaar Het doorknippen van de kabel dient steeds te gebeuren door Elia- personeel.
•Zich op voldoende afstand houden van de plaats van knippen. •De pomp bedienen tot men volledig doorknippen bekomt van de kabel(s). •Bij het gebruik van de kabelschaar is het dragen van PMB’s tegen de aanwezigheid van spanning verplicht (helm met gelaatscherm).
118
18/11/2010
Gereedschappen en arbeidsmiddelen Kabelschieter Het doorknippen van de kabel dient steeds te gebeuren door Eliapersoneel. •De kabelschieter wordt gebruikt bij spanningen groter dan 36 kV en/of kabeldiameters groter dan 120mm. •De gedetailleerde beschrijving van deze interventie is terug te vinden in de Instructienota: IN306_04_08_RXX Gebruik kabelschieter (draft!) •Het is verboden in een schiethamer patronen te gebruiken welke niet overeenstemmen met de aanwijzingen van de fabrikant van het toestel. •De patronen moeten bewaard worden in een zak of een speciaal daarvoor bestemde metalen doos die geen andere voorwerpen mag bevatten.
119
18/11/2010
Gereedschappen en arbeidsmiddelen Kabelschieter
â&#x20AC;˘De bedienaar draagt een helm met vizier. â&#x20AC;˘Het schieten is enkel gelukt wanneer het mes volledig in de kabel is doorgedrongen.
120
18/11/2010
Pr oje cti el
â&#x20AC;˘Bij het schieten van de kabel zullen alle personen de mofput verlaten en op een veilige afstand schuilen, de kabelschieter.
ba an
Het doorknippen van de kabel dient steeds te gebeuren door Elia- personeel.
Gereedschappen en arbeidsmiddelen Accidenteel doorknippen van een kabel onder spanning Vermoedelijk is er een vlamboog ontstaan, die men heeft waargenomen door een doorslagknal en rookvorming die in de sleuf aanwezig is.
Vanaf dit ogenblik dient elke tussenkomst in de sleuf te worden stopgezet en dient de AVIK-procedure te worden opgevolgd.
121
18/11/2010
Gereedschappen en arbeidsmiddelen Gevaarlijke gereedschappen
• • •
122
Bij werkzaamheden aan kabels wordt er gebruik gemaakt van zeer specifieke snijdgereedschappen. Deze gereedschappen hebben allemaal een specifieke functie en mogen enkel hiervoor gebruikt worden. Naast de gekende PBM bestaan er specifieke anti-cut handschoenen. Dit om het risico op snijwonden te beperken.
18/11/2010
Gereedschappen en arbeidsmiddelen Gasflessen
• • •
123
Er dient de nodige aandacht besteedt te worden aan de goede staat van de gasrecipiënten en hun toebehoren (gasontspanners, terugslagklep, slangen, brander, ...). Verluchting van de ruimte. Defecten laten herstellen.
18/11/2010
Gereedschappen en arbeidsmiddelen Gevaarlijke producten
Aandachtspunten: •Etikettering •Het juiste recipiënt •MSDS of VeiligheidsInstructie Bladen (VIB) •Correct gebruik •Kennis van R en S zinnen
124
18/11/2010
Milieu Grondverzet Hieromtrent bestaat er een specifieke wetgeving. Deze wetgeving is verschillend van gewest tot gewest.
Verschillende wetgevingen: • • •
Vlaams gewest: Van kracht sinds 1996 (VLAREBO). Brussels gewest: Van kracht sinds 2005. Waals gewest: Nog niet van kracht.
Gezien de complexiteit van de verschillende wetgevingen is het aan te raden contact op te nemen met de betrokken dienst binnen Elia. Bij alle grondwerken dient men rekening te houden met deze wetgevingen.
125
18/11/2010
Milieu Andere milieuaspecten Tijdens werkzaamheden aan kabels en hun accessoires dient men tevens rekening te houden met mogelijke milieuvervuilingen. Overzicht van interventies die speciale aandacht vergen m.b.t. mogelijke milieuvervuiling: • • • •
Werken aan oliedruk kabels (herstellingen, verplaatsingen, …). Werken aan de longen en of manometers bij oliedrukkabels. Werken aan oliegevulde eindsluitingen. Werken aan papier/lood kabels (afval en resten verwijderen: lood, kabel, ...). • Algemeen afvoer van kabels, moffen, eindsluitingen, … • …. In functie van de werkzaamheden dienen hierbij de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden.
126
18/11/2010
Milieu
Aan te raden om bij werken aan oliedrukkabels of oliegevulde aansluitingen steeds over een Spill-kit in de nabijheid van de werf te beschikken zodat eventuele olielekken onmiddellijk kunnen behandeld worden.
127
18/11/2010
Algemeen noodnummer Elia: 0800-99.044 of (0800-95.062)
128
18/11/2010
Contactgegevens Contact Centers Elia (voor advies en vergunningen):
129
• Vlaanderen:
03/640.07.11 – sts.vlaanderen@elia.be
• Wallonië:
081/23.70.11 – sts.wallonie@elia.be
• Safety:
02/546.73.85 - safety.support@elia.be
• KLIM website:
www.klim.cicc.be
• Elia website:
www.elia.be
18/11/2010
130
18/11/2010
Dank u voor uw aandacht,
uw samenwerking en uw investering in de veiligheid!
Elia Safety
131
18/11/2010
10 minuten
132
18/11/2010
Kennistest
Geslaagd bij 70%
133
18/11/2010