Algemene Veiligheidsinstructies voor werken aan en in de nabijheid van Kabels
Uitvoerders
Bepalingen
•
Deze opleidingsmodule is enkel voorzien voor werknemers van het niveau “uitvoerders” – (opleiding van 1/2 dag)
•
Deze categorie werknemers mogen geen Elia documenten (TWVG, WVG,…) ontvangen en ondertekenen.
•
Om een Elia certificaat te behalen dienen de deelnemers te slagen (met 70%) in een kennistest van 10 meerkeuzevragen.
•
Het certificaat AVIK is verplicht om werken te kunnen uitvoeren op kabelwerven Elia.
•
Men mag enkel werken indien er een werkleider aanwezig is op de werf.
2
18/11/2010
Inhoud van de opleidingsmodule 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 7. 8. 9.
Voorstelling Elia Doel en toepassingsgebied Basisregels Toegangsvoorwaarden Terminologie Gevaren De middelen Pauze (10’) Inrichten van de werfzone Grondwerken Kabelwerken Milieu pauze (10’) 10.Kennistest 3
18/11/2010
Deel 1: 08:00 09:30
Deel 2: 09:40 11:15
Deel 3: 11:25 12:00
Elia als transmissienetbeheerder
Frankrijk,
Elia
Nederland, Luxemburg
Frankrijk, Nederland,
elia
Luxemburg
EXPORT
IMPORT
Grote en Middelgrote industrie
Transmissie Elektriciteitsproducenten
4
18/11/2010
380 tot 30kV
Distributie van 26kV tot 230V
KMO’s, professionele klanten, huishoudens
Elia in cijfers Elia is eigenaar van het hoogspanningsnet van 30kV tot 380 kV 8.400 km luchtlijnen en ondergrondse kabels 800 hoogspanningsstations 21.000 hoogspanningsmasten
5
18/11/2010
Elia
6
Dispatching
18/11/2010
Doel en toepassingsgebied AVIK
•
De AVIK-procedure beschrijft: •
Algemene Veiligheidsinstructies en preventiemaatregelen
•
voor werkzaamheden
•
aan Kabels en in de nabijheid van Kabels
•
in opdracht van
•
De regels gelden zowel voor het openbaar domein als in de Eliaruimten.
•
Het betreft zowel werken aan hoogspanningskabels als aan signalisatiekabels
7
18/11/2010
Basisregels bij hoogspanningskabels
• • •
• •
8
Indien hoogspanningskabels worden aangetroffen moeten deze steeds als onder spanning staande worden beschouwd. Het is, in dit stadium, verboden om de kabel te verplaatsen. Kleine manipulaties zijn toegelaten mits geschikte PBM. Voor werken in opdracht van Elia dienen de uitvoerders steeds te beschikken over een werkvergunning. Indien de werken worden uitgevoerd door derden is eveneens een formulier BVIK vereist. Voor interventies op de kabel zelf zal de werkvergunning pas worden verstrekt nadat de kabel werd geïdentificeerd en zo nodig doorgeknipt door een Elia-agent.
18/11/2010
Wettelijke verplichtingen WELZIJNSWET De opdrachtgever (Elia nv) moet:
OPLEIDING / INFORMATIE + TEST (Welzijnwet 04.08.96 + K.B. 27.03.98)
Het veiligheidscertificaat is strikt persoonlijk en 2 jaar geldig voor externen!!!
9
18/11/2010
Toegangsvoorwaarden Alle medewerkers die kabelwerken uitvoeren dienen in het bezit te zijn van een geldig AVIK certificaat:
Verklaring van de werkgever BA4: Beschikken over voldoende kennis om elektrische gevaren te vermijden en kennen de procedures en risico’s eigen aan kabelwerken(opleiding + test).
BA5: Beschikken over voldoende kennis van elektriciteit en de procedures en risico’s van kabelwerken om zelf de gepaste veiligheidsmaatregelen te bepalen en te nemen.
Uitzondering:
Uitvoerders die niet beschikken over een AVIK certificaat mogen slechts
werken uitvoeren indien zij begeleid en bewaakt worden door een BA5 Elia
10
18/11/2010
Specifieke terminologie AVIK
11
18/11/2010
Terminologie De kabelruimte Elia (DC) Kabelruimte Elia (DC)
Voor de NIET VRIJGEGRAVEN kabel: Is het de ruimte langsheen de kabel tussen twee verticale vlakken op een afstand van 0,5m aan weerszijden van de vermoedelijke ligging van de kabel.
kabelruimte ELIA Dc
Zonder voorafgaande overeenkomst met de beheerder van de kabel mag er geen gebruik gemaakt worden van machines of mechanisch aangedreven gereedschap in deze zone. 50 cm
50 cm
Elia kabel
12
18/11/2010
Terminologie De Kabelruimte Elia (DC)
Kabelruimte Elia (DC) Voor een VRIJGEGRAVEN kabel:
kabelruimte ELIA Dc
0,5m
0,5m
Elia kabel
13
18/11/2010
Onder het maaiveld is het de ruimte van de put en/of de sleuf waarin de Elia HSkabel ligt. Boven het maaiveld is dat de ruimte die Elia heeft afgebakend als werkzone.
Terminologie De Kabelruimte Elia (DC) Kabelruimte Elia (DC) Voor een VRIJGEGRAVEN kabel: Indien de put of sleuf gemaakt is voor andere werken is de kabelruimte Dc minstens 0,5 m aan weerszijden van de kabel
0,5m
0,5m
Elia kabel
14
18/11/2010
Boven het maaiveld is het de afgebakende ruimte die Elia nodig acht om het werk in de sleuf en/of de put in alle veiligheid te kunnen uitvoeren.
Terminologie Definitie van het begrip “Kabel” Het geheel dat één of meerdere elektrisch gescheiden geleiders bevat, onder één of meerdere beschermde bekledingen (mantel, omvlechting, pantsering, enz.); een leiding waarvan de volledige mantel slechts mits vernieling verwijderd kan worden.
Geleider
Geleiderscherm Isolatie
Isolatiescherm Zwelbanden Aardscherm Zwelbanden
Buitenmantel
15
18/11/2010
Principeschema kabelverbinding Vereffeningsaardkabel
Cross-Bonding: eindsluitingen
Post A
Post B MOF
Het driefasig kruisen van de aardschermen van de kabel, om de circulatieverliezen in de aardschermen te annuleren en het transportvermogen te verhogen. In de kasten worden eveneens spanningslimiters (SVL) aangesloten op de mantel van de kabels, dit om in geval van fout de schermspanning te beperken
Crossbondingkast
16
18/11/2010
Aardingskast
Kabelsignalisatie Wettelijke verplichting om een kabel aan te duiden door middel van merkstenen of merkpalen Om de 200 m op rechte stukken, om de 50 m in een bocht op het einde van een recht stuk 1bliksemschicht = 1kabel 2 schichten = meerdere kabels.
Het niet aanwezig zijn van merkstenen is geen garantie op afwezigheid van ondergrondse HS kabels (Specifiek verzoek van lokale overheden, verwijderde merkstenen door werkzaamheden derden, ‌).
17
18/11/2010
Kabelsignalisatie
Op kanalen, rivieren en bevaarbare waterwegen moet op elke oever, boven de plaats van de kabels, de aanwezigheid aangeduid worden door borden met, in grote letters, het opschrift “KABELS�
18
18/11/2010
KABELS
Kabelafdekking Kabels moeten wettelijk worden beschermd met een afdekking in duurzaam materiaal om hem te beschermen tegen aanraking door werktuigen bij grondwerken. Deze afdekking steekt aan beide zijden van de kabel uit. Zij wordt verwezenlijkt zonder doorlopende langsvoegen boven de kabel. Bij Elia worden hiervoor betonnen dekstenen ofwel platen uit synthetisch materiaal gebruikt.
19
18/11/2010
Voorbeeld kabelsleuf
Merkteken
Maaiveld
3 signalisatiebanden Betondallen Kabelschermplaten in PE PE-buis voor optische vezel Seinkabel Drainagekabel 3 kabels 150 kV Aanvulling met gemalen dolomiet van bodem sleuf tot aan afdekplaat
20
18/11/2010
Merkteken
Het gevaar ELEKTRICITEIT bij kabelwerken Elektriciteit: hoogspanning, laagspanning
Risico’s: elektrocutie, elektrisering, vlamboog Preventiemaatregelen:
1. 2. 3. 4. 5.
21
Energie uitschakelen Procedures toepassen Collectieve bescherming (afscherming) Persoonlijke bescherming Signaleren (pictogrammen)
18/11/2010
Het gevaar ELEKTRICITEIT bij kabelwerken
Elektriciteit is onzichtbaar, reukloos en geruisloos maar kent wel zeer ernstige en specifieke risico’s! • • • •
Brandwonden (inwendig en uitwendig) Hartfibrilatie Spiersamentrekking Schade aan weefsels, bloed-en zenuwstelsel
Een stroomstoot van 30 mA gedurende 2 seconden kan dodelijke gevolgen hebben!
22
18/11/2010
Veiligheidsafstanden De zone onder spanning en de afstand DL Kabelruimte ELIA (Dc)
De zone onder spanning is een begrensde ruimte rondom de blanke actieve delen onder spanning. D
V
DL is de afstand die de buitengrens van de zone onder spanning aangeeft. (AREI, art. 266) DL
De nabijheidszone en de afstand DV
D V
D V
≥d1 DC =
0,5 m
0,5 m
werkvloer
KABELRUIMTE Elia
De nabijheidszone is een begrensde ruimte rondom de zone onder spanning. DV is de afstand die de buitengrens van de nabijheidszone aangeeft. (AREI, art. 266) De kabelruimte Elia DC Is de zone van 0,5m rondom de genaakbare kabel
0,5m
0,5m Elia kabel
23
18/11/2010
Bij interventies binnen deze zone dienen veiligheidsmaatregelen te worden bepaald.
Veiligheidsafstanden AREI art. 266 Geleider onder spanning
DL = afstand die de buitengrens van de zone onder spanning aangeeft DV = afstand die de buitengrens van de nabijheidszone aangeeft
Zone onder spanning
Deze afstanden moeten gemeten worden vanaf de dichtstbijzijnde geleiders of niet-geĂŻsoleerde delen
Enkel toegankelijk mits speciale maatregelen
Zone zonder spanningvoere nde delen
NBN-EN 50110-1 Nominale spanning van het net
Afstand die de buitengrens van de zone onder spanning aangeeft
Afstand die de buitengrens van de nabijheidszone aangeeft
UN [KV]
DL [mm]
DV [mm]
220 320 380 750 1200 1600 2500
1220 1320 1380 1750 3200 3600 4500
efectieve w aarde
20 30 36 70 150 220 380
24
18/11/2010
onder spanning
Voor U < 150 kV: DV = DL + 1m Voor U â&#x2030;Ľ 150 kV: DV = DL + 2 m
Dd1,l L, DV ?
Gevaren en risico’s bij kabelwerken Gevaarlijke producten: solventen, gassen, oliën, … Risico: ontvlambaar, explosief, toxische dampen, vergiftiging, brandwonden Preventiemaatregelen: • Vervang een gevaarlijk product door een minder gevaarlijk • Zorg voor voldoende ventilatie • Respecteer de recipiënten • Lees het etiket - R&S zinnen – binnenkort H&P zinnen (gevarenaanduiding & veiligheidsaanduidingen)-(GHS-CLP) • Meng niet eender welk product • Bewaar enkel de dagdagelijkse hoeveelheid op de HS-post • Draag de gepaste PBM’s
25
18/11/2010
Gevaren en risico’s bij kabelwerken Gevaarlijke producten: Aanmelden in BVIK: • Welke producten? • Hoeveelheden? • Stockage: waar en hoe? • Afval / Afvoer Een aantal courante producten bij kabelwerken: • Olieën • Asbest • Butaan, propaan • Oplosmiddelen • Solventen • …
26
18/11/2010
De middelen
27
18/11/2010
Benodigde documenten De Risicoanalyse Een exemplaar van de opgestelde risicoanalyse(s) moet op de werf aanwezig zijn.
De BVIK Bijzondere VeiligheidsInstructies voor het werken aan en in de omgeving van kabels
De WVG of ATBE + bijlagen WerkVerGunning of Attest van Ter Beschikkingstelling door Elia
Het AIV Het Attest van InVeiligheidstelling
De (T)WVG De toegangs- en werkvergunning
De Vuurvergunning Verplicht indien werken met open vuur, vlammen, gensters, ...
28
18/11/2010
Risicoanalyse Het uitschakelen van gevaren en de vermindering van risico's vormen de basis voor:
“veilig werken” Men dient vóór aanvang van het werk de gevaren te detecteren en de risico’s in te schatten=
“Risicoanalyse” Indien nodig preventieve maatregelen treffen Bij Elia is de risicoanalyse een verplichting bij alle werken: De formulieren risicoanalyse moeten op de werf aanwezig zijn. De risicoanalyse maakt steeds deel uit van de werkvoorbereiding.
29
18/11/2010
Het formulier BVIK BVIK Een checklijst met veiligheidsaspecten van de betrokken werf. Geldig voor een bepaald werk, op een bepaalde kabelverbinding/werkplaats en voor een bepaalde periode 1 exemplaar uitgehangen in de post 1 exemplaar in bezit WL 1 exemplaar voor de opsteller (1 exemplaar bewaard in SC)
30
18/11/2010
Het document Werkvergunning (WVG) Verplicht voor bepaalde werken in opdracht van Elia. Enkel geldig mits AIV gekoppeld Wordt uitgereikt in een post waar VM genomen zijn Wit exemplaar wordt uitgehangen in de HS-post Geel exemplaar bij WL Roze(enkel handgeschreven) als archief voor LVB
31
18/11/2010
TWVG (Toegang en WerkVerGunning)
32
18/11/2010
Vuurvergunning Gezien er tijdens herstelwerkzaamheden aan ondergrondse kabels vaak gebruik gemaakt wordt van een open vlam is het noodzakelijk dat de nodige voorzorgsmaatregelen tegen brand getroffen worden. Gezien het feit de deze werkzaamheden plaatsvinden in een zeer beperkte ruimte (lasput) dient er extra aandacht besteed te worden aan volgende punten: • • • •
33
Alle brandbare producten uit de lasput verwijderen (ook niet op de rand van de mofput laten liggen). Gasflessen buiten de lasput opstellen. Vluchtwegen vrij houden van brandbare producten, gasflessen, ,… Brandblusapparaat in de lasput opstellen, of, indien lasput te klein is, binnen handbereik opstellen.
18/11/2010
Vuurvergunning
34
18/11/2010
Inrichten van de werfzone
35
18/11/2010
Werfzone en opslagzone Een zone van minimum 60 cm rond de uitgraving volledig vrijhouden. Dus verboden materiaal te stapelen op minder dan 60 cm van de rand van de uitgraving. Afbakening te plaatsen op minimum 1.5m van de rand uitgraving. Stapelzone voorbij de uitgraving inrichten. Parking voor de uitgraving voorzien.
0,6m Verboden stapelzone Mogelijke Stapelzone
Mofput Minimum 1,5m
36
18/11/2010
WERF P
Wegsignalisatie Nodig voor: Veiligheid van de weggebruiker Hindernissen op de openbare weg worden gesignaleerd
Veiligheid van de werknemers Bescherming tegen het binnendringen van voertuigen in de werfzone
Werken mogen pas aanvangen nadat de verkeerssignalisatie is aangebracht
37
18/11/2010
Wegsignalisatie Indien een werfwagen gebruikt wordt voor signalisatie: Moet deze voorzien zijn van de nodige signalisatie (signalisatiebanden, zwaailichten, verkeersborden).
De verkeerstekens moeten worden weggenomen door diegene die de werken uitvoert zodra deze beĂŤindigd zijn. Zie ook brochure NAVB: Signalisatie van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
38
18/11/2010
Ongeval Veurne
39
18/11/2010
Laagspanningsvoeding van de werf
De elektrische installatie van de kabelwerf zal ofwel gevoed worden door een netvoeding afkomstig van het openbare net ofwel van een generator. Bij het opstellen van de generator moet men er voor zorgen dat de uitlaatgassen het werk niet hinderen en het geluid de omgeving zo weinig mogelijk stoort.
40
18/11/2010
Laagspanningsvoeding van de werf Netvoeding of generator In functie van het gebruikte gereedschap (dubbel geĂŻsoleerd of niet dubbel geĂŻsoleerd) dient men gepast te beveiligen: Zekeringen, automaten, differentieelbeveiliging, isolatiebewaking, â&#x20AC;Ś
41
18/11/2010
De werfaarding De draineringskabel komt niet in aanmerking als werfaarding Een werfaarding is noodzakelijk voor o.a.: •Aarden van generatoren •Aarden van de kabelmeetwagen (gebruikt buiten de Post) •Eliminatie van inductiespanningen
Bij het slaan of boren van een werfaarding bestaat risico voor beschadigen van andere nutsleidingen. Daarom zal men een werfaarding boren of slaan in de werfput zelf. Er bestaat minder kans dat er onder de HS-kabel nog andere nutsleidingen aanwezig zijn.
Het is aan de verantwoordelijke van de werken om, via risicoanalyse, uit te maken welke bijkomende veiligheidsmaatregelen dienen getroffen te worden zoals: welke PBM men zal gebruiken
42
18/11/2010
Werfverlichting Een goede verlichting is noodzakelijk voor de activiteiten binnen de werfzone (KB van 25/01/2001 bijlage III).
Indien het daglicht niet volstaat of bij werken â&#x20AC;&#x2122;s nachts dient kunstmatige verlichting van voldoende sterkte te worden geĂŻnstalleerd. Een goede verlichting vertraagt de weggebruikers.
De verlichting mag de weggebruikers niet verblinden.
43
18/11/2010
Sanitair en beschutting In de omgeving van de werf moeten de werknemers kunnen beschikken over minstens een sanitaire installatie en een schutplaats in verhouding met het aantal aanwezige werknemers (KB van 25/01/2001 bijlage III). De dichtstbijzijnde post kan hiervoor in aanmerking komen. Indien een werfkeet gebruikt wordt zal die bij voorkeur opgesteld worden voor en in de nabijheid van de lasput en dit gezien vanuit de rijrichting van het verkeer.
44
18/11/2010
Eerste hulp bij ongevallen De werkgever dient ervoor te zorgen dat er op elk moment gekwalificeerd personeel aanwezig is om eerste hulp te verlenen (KB van 25/01/2001 bijlage III + ARAB art. 176). Eerste hulp materiaal moet aanwezig zijn op de werf. De aanwezigheid moet passend gemarkeerd worden en gemakkelijk bereikbaar zijn. De noodnummers voor het alarmeren van hulpdiensten en het exacte adres van de werkplaats moeten aanwezig zijn. Europees GSM NOODNUMMER:
45
18/11/2010
Rookverbod Er geldt een strikt rookverbod van bij het graven van de lasput, kabelsleuf, â&#x20AC;Ś Risico op aanwezigheid van brandbare of explosieve gassen (gasleidingen, riolen, brandstofleidingen enz.) Bij werken in de lasput blijft het rookverbod van kracht.
46
18/11/2010
Werfveiligheid Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM)
Op elke werf dienen de gepaste PBM te worden aangewend naargelang opgelegd in de risicoanalyse en de aanwezige risicoâ&#x20AC;&#x2122;s. (Principe STAR toepassen voor aanvang van het werk)
47
18/11/2010
Signalisatiekledij Bij gelijk welke opdracht op de openbare weg draagt de uitvoerder de gepaste signalisatiekledij (KB van 23 februari 1999).
De Elia werkkledij volgens signalisatieklasse
Er bestaan drie zichtbaarheidsklassen Bij goede weersomstandigheden volstaat klasse 2. Klasse 3 is vereist bij slechte omstandigheden zoals bij zonsopgang, bij het invallen van de duisternis, bij slecht weer, regen, sneeuw, mist, nevel. Nabij spoorweginfrastructuur is gele signalisatiekledij verplicht.
48
18/11/2010
10 minuten
49
18/11/2010
Inhoud van de opleidingsmodule 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 7. 8. 9.
Voorstelling Elia Doel en toepassingsgebied Basisregels Toegangsvoorwaarden Terminologie Gevaren De middelen Pauze (10’) Inrichten van de werfzone Grondwerken Kabelwerken Milieu pauze (10’) 10.Kennistest 50
18/11/2010
Deel 1: 08:00 09:30
Deel 2: 09:40 11:15
Deel 3: 11:25 12:00
Inrichting van de lasput 1 Voor een goede en veilige werkuitvoering moet een lasput: Voldoende breed zijn (beschadiging putwand, scherpe voorwerpen in de wand) Diep genoeg zijn om de mof op een comfortabele werkhoogte te realiseren (preventie tegen rugletsel) Goed geventileerd zijn (gassen) In de mate van het mogelijke voorzien worden van een droge, vlakke en vaste werkvloer (vallen, struikelen). Indien nodig op de bodem een laag zand of vaster materiaal (mager beton) Van een goede waterafvoer voorzien zijn (rekening houden met mogelijke weersveranderingen) Met een degelijke afdekking tegen weersinvloeden worden uitgerust
Inrichting van de lasput 2 •Voldoende vluchtwegen en toegangsladders bevatten, zeker bij lange sleuven. Bij beschoeide putten voorzien van degelijk vastgemaakte ladders. •Van een goede en voldoende verlichting voorzien worden (geschikt voor nauwkeurig werk) •Volgens de weersomstandigheden ook met verwarming uitrusten. Liefst zonder open vlam wegens het gebruik van brandbare producten en mogelijke aanwezigheid van gassen. •Beschikken over brandbestrijdingsmiddelen bij elke vluchtweg/uitgang van de put.
52
18/11/2010
Grondwerken
53
18/11/2010
Grondwerken De aannemer informeert zich over de mogelijke aanwezigheid van nutsleidingen (kabels, gas- en waterleiding, enz.) in de ondergrond. De Elia-agent duidt de ligging van onze kabels aan, aan de grondwerker. De grondwerker graaft eerst proefsleuven om de exacte ligging van de kabel te bepalen en andere nutsleidingen op te sporen. De grondwerker verwezenlijkt de sleuf op de aangegeven plaats. Hij neemt alle nodige voorzorgen om eventueel aanwezige leidingen niet te beschadigen. Het uitgraven met graafmachines is slechts toegestaan mits formeel toelating werd gegeven door de beheerder van de kabel. Het vrijmaken van de kabels mag enkel manueel gebeuren.
54
18/11/2010
Grondwerken Algemeen IN DE VOORBEREIDINGSFASE De liggingsplans opvragen en de werken melden bij de beheerders Bij de planning rekening houden met de minimumtermijnen voor opvragen van de plans en melding van de werken (15 werkdagen – 8 werkdagen) Zo nodig via rechtstreeks overleg met beheerders de voorwaarden vastleggen waaronder kan gewerkt worden
BIJ AANVANG VAN DE GRAAFWERKEN De situatie ter plaatse evalueren (STAR) Manueel en met grote omzichtigheid sonderen Aangetroffen nutsleidingen passend beschermen tegen beschadiging Bij onderboringen zo nodig bijkomende maatregelen treffen zoals peilingen met handgereedschap, afschakelen risicoleidingen, …
BIJ DRINGENDE INGREPEN Machines tot minimum beperken. Vanaf 50 cm diepte enkel manueel graven
55
18/11/2010
Sonderingen Gebeuren steeds met aangepast handgereedschap. Gebeuren door het graven van sleuven loodrecht op de vermoedelijke as van de leiding. Zo nodig uitbreiden totdat de leiding gevonden is. In geval er bestrating of wegverharding (plaveien, beton, asfalt) moet worden weggenomen kan men machinale middelen toepassen om die te verwijderen.(boorhamer, mini-graafmachine) Eens de verharding voorbij graaft men de sleuf manueel verder. De sonderingen worden uitgevoerd tot aan het waarschuwingslint (indien aanwezig) en anders tot aan de kabelafdekking.
Deze worden nog niet weggenomen als het duidelijk is dat de onderliggende kabel een hoogspanningskabel is.
56
18/11/2010
Grondwerken Algemene bepalingen Elia moet toelating verlenen om met graafmachines te graven. Men zal dan gebruik moeten maken van een minigraafmachine uitgerust met een effen grijpbak, niet voorzien van tanden! De grond moet worden afgeschraapt in dunne lagen. Het werk moet worden uitgevoerd met minimum twee mensen waarvan ĂŠĂŠn iemand controle van de ondergrond uitoefent tijdens het wegschrapen. Toelating voor deze manier van werken moet worden verstrekt via het formulier BVIK. De aannemer is steeds verantwoordelijk voor de te treffen veiligheidsmaatregelen, zowel in normale als in uitzonderlijke situaties. Hij dient zich te houden aan de wettelijke bepalingen en aan de eventueel door de uitbaters voorgeschreven richtlijnen.
57
18/11/2010
Grondwerken Enkele vuistregels bij graafwerken
0,35 m
Tot en met een diepte van 1,75 meter moet de sleuf een breedte hebben van minimaal de helft van de diepte! Bij vertikaal uitgegraven sleuven van meer dan 1,20 meter moet men een stutting, beschoeiing of damwand gebruiken.
58
18/11/2010
Grondwerken Beschoeiing Bij uitgravingen zal men automatisch dienen te beschoeien indien een sleuf met verticale wanden dieper is dan 1,20m. Een goede beschoeiing is een “collectief beschermingsmiddel” tegen het risico op bedelving. Om efficiënt te zijn moet ze stevig genoeg zijn om aan alle krachten die ze ondergaat te weerstaan ( eventueel horizontale stutten aanbrengen). Na een lange onderbreking of een periode van slecht weer of vorst en dooi de beschoeiingen nakijken op hun goede staat vooraleer de werken aan te laten vatten.
59
18/11/2010
Grondwerken Speciale gevallen Wanneer de uitgraving niet dieper is dan 1,75 meter en de grond stabiel is kan een deel (≤ 1,20m) onbeschoeid worden gelaten mits men één van de volgende principes toepast: •Het bovenste deel van de uitgraving taluderen onder een hoek van 45° en het onderste deel (Max. 1,20m) uitvoeren als onbeschoeide verticale uitgraving. •Het bovenste deel van de uitgraving beschoeien over een hoogte van 0,50m en het onderste deel (Max. 1,20m) uitvoeren als onbeschoeide verticale uitgraving. •Grondwaterverlaging wordt ten stelligste aanbevolen wanneer de uitgraving dieper is dan 1,20m en er werknemers in tewerkgesteld zijn.
60
18/11/2010
Grondwerken De uitgraving dichten Het dichten van uitgravingen en sleuven met blootgelegde leidingen dient op een specifieke wijze te gebeuren. Het is van belang dat de kabel op een stabiele ondergrond rust en er geen contact mogelijk is met harde voorwerpen. Rond de leidingen wordt zand aangebracht en zeker de ruimte eronder dient zorgvuldig te worden opgevuld. Daarna verder aanvullen tot de leidingen bedekt zijn. Voor verbindingen 36, 70 en 150 kV wordt het zand rond de kabels vaak vervangen door een materiaal met een goede warmtegeleiding teneinde de transportcapaciteit van de kabels te verhogen. Het betreft hier dan dolomiet van het type â&#x20AC;&#x153;Marche-les-Dames Grandes Chutes non lavĂŠ 0-3"
De beveiligingen, zoals kabeldeksels, aanbrengen. Uiteindelijk de grond verder aanvullen in lagen van 20cm en telkens aanstampen (walsrol enkel toegestaan als de beschoeiing nog geplaatst is). Denk ook aan het aanbrengen van signalisatielinten, waarschuwingsroosters, merkstenen en dergelijke.
61
18/11/2010
Risicoâ&#x20AC;&#x2122;s en Maatregelen bij grondwerken
62
18/11/2010
Risicoâ&#x20AC;&#x2122;s en Maatregelen bij grondwerken
63
18/11/2010
Risicoâ&#x20AC;&#x2122;s en Maatregelen bij grondwerken
64
18/11/2010
HS kabelwerken met in dienst zijnde kabel Ingrepen met de kabel onder spanning worden uitgevoerd indien gegarandeerd is dat men ten allen tijde boven de afschermplaten zal opereren. Bijvoorbeeld voor het plaatsen van merktekens (zie 5.1) Het is verboden om een kabel onder spanning te verplaatsen. Lichte manipulaties van onder spanning staande kabels mogen wel gebeuren. De uitvoerder is hiervoor uitgerust met de nodige PBM: Al naargelang brandwerende werkkledij, helm met gelaatscherm en /of beschermingshandschoenen.
65
18/11/2010
HS kabelwerken met in dienst zijnde kabel Meting van de kathodische bescherming Op een in dienst zijnde kabel zijn enkel de controle van het potentiaal en de werking van de kathodische bescherming toegestaan. Uitvoerder is minstens BA4.
Een herstelling aan de kathodische beschermingstoestellen kan uitgevoerd worden, in zoverre men niet rechtstreeks aan de verbinding met het scherm van de HS-kabel werkt.
66
18/11/2010
HS kabelwerken met in dienst zijnde kabel Meting van de kabeltemperatuur d.m.v. de ge誰ntegreerde optische vezels Bij deze meting wordt gebruik gemaakt van laserstralen.
De nodige voorzorgen dienen in acht te worden genomen. De straling kan oogletsel en brandwonden veroorzaken. De laserstraal niet richten op reflecterende oppervlakken. De weerspiegelingen kunnen gevaarlijker zijn dan de laser zelf. (focalisatie-effect). Meestal zal bij de meting gebruik gemaakt worden van een generator (zie hoofdstuk 6.1.2).
67
18/11/2010
Lassen van de ge誰ntegreerde optische vezels (HS-kabel buiten dienst!)
68
18/11/2010
HS kabelwerken met in dienst zijnde kabel Controle/werken in longkamers Een longkamer moet steeds op slot zijn (sleutel met code HS-posten).
Werken in longkamers mag enkel in aanwezigheid van een tweede persoon die buiten de gevaarzone blijft en in geval van nood de hulpdiensten moet kunnen verwittigen. (ARAB art. 54ter Afgezonderd tewerkgestelde werknemers)
69
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Algemeen
Voor alle werken aan de geleiders of kabelmantel is de kabel spanningsloos en veilig gesteld.
70
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Afbakening van de werkzones en gevaarzones Alvorens het werk begint wordt elke betrokken werkzone afgebakend. Bijkomende afbakening van de gevarenzones: Aan genaakbare kabelkoppen of â&#x20AC;&#x201C;mantels binnen de werkzone zal men tijdens de meting steeds een dubbel rode afbakening plaatsen. Men kan ook opteren om de ingang van de werkzone af te sluiten.
De Elia WL of de LVB zijn hiervoor bevoegd.
Het is ten strengste verboden om afbakening te overschrijden.
71
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Afbakening van de gevaarzones Gevarenzones worden extra afgesloten met afbakenketting of lint. Daarenboven zal men een signalistiebord aanbrengen dat wijst op de gevaarlijke situatie.
Meetwagen Rood-witte poort met plaat
met bord
72
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Bijkomende afbakening langs het kabeltrace Indien zich op het kabeltraject openliggende sleuven of mofputten bevinden kan het nodig zijn om deze, tijdens metingen, passend af te bakenen. Dit is zeker het geval indien het metallische scherm of de geleider van de hoogspanningskabel genaakbaar is!
Op basis van de risicoanalyse en/of plaatselijke voorschriften dienen er bijkomende maatregelen worden getroffen (Heras hekwerk, toezichter, â&#x20AC;Ś ).
73
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name
74
18/11/2010
HS-Kabelwerken met buiten dienst name Het doorknippen van de kabel dient steeds te gebeuren door Elia- personeel.
Het “doorknippen” zal gebeuren met behulp van een hydraulische schaar of een kabelschieter die van op afstand worden bediend. De toestellen dienen strikt volgens de instructies te worden gebruikt.
De LVB levert de WVG met de nodige AIV af aan de hersteller. Deze laatste mag zijn werken pas aanvatten nadat de kabel werd “doorgeknipt” door een Elia-werknemer
75
18/11/2010
Gereedschappen en arbeidsmiddelen Kabelschaar Het doorknippen van de kabel dient steeds te gebeuren door Elia- personeel. •Zich op voldoende afstand houden van de plaats van knippen. •De pomp bedienen tot men volledig doorknippen bekomt van de kabel(s). •Bij het gebruik van de kabelschaar is het dragen van PMB’s tegen de aanwezigheid van spanning verplicht (helm met gelaatscherm).
76
18/11/2010
Gereedschappen en arbeidsmiddelen Kabelschieter Het doorknippen van de kabel dient steeds te gebeuren door Eliapersoneel. â&#x20AC;˘De kabelschieter wordt gebruikt bij spanningen groter dan 36 kV en/of kabeldiameters groter dan 120mm. â&#x20AC;˘De patronen moeten bewaard worden in een zak of een speciaal daarvoor bestemde metalen doos die geen andere voorwerpen mag bevatten.
77
18/11/2010
Gereedschappen en arbeidsmiddelen
â&#x20AC;˘De bedienaar draagt een helm met vizier. â&#x20AC;˘Het schieten is enkel gelukt wanneer het mes volledig in de kabel is doorgedrongen.
78
18/11/2010
Pr oje cti el
â&#x20AC;˘Bij het schieten van de kabel zullen alle personen de mofput verlaten en op een veilige afstand schuilen, de kabelschieter.
ba an
Kabelschieter
Gereedschappen en arbeidsmiddelen
Accidenteel doorknippen van een kabel onder spanning Vermoedelijk is er een vlamboog ontstaan, die men heeft waargenomen door een doorslagknal en rookvorming die in de sleuf aanwezig is.
Vanaf dit ogenblik dient elke tussenkomst in de sleuf te worden stopgezet en dient de situatie te worden uitgeklaard alvorens men kan voortwerken.
79
18/11/2010
Gereedschappen en arbeidsmiddelen Gevaarlijke gereedschappen
• • •
80
Bij werkzaamheden aan kabels wordt er gebruik gemaakt van zeer specifieke snijdgereedschappen. Deze gereedschappen hebben allemaal een specifieke functie en mogen enkel hiervoor gebruikt worden. Naast de gekende PBM bestaan er specifieke anti-cut handschoenen. Dit om het risico op snijwonden te beperken.
18/11/2010
Gereedschappen en arbeidsmiddelen Gasflessen
• • •
81
Er dient de nodige aandacht besteedt te worden aan de goede staat van de gasrecipiënten en hun toebehoren (gasontspanners, terugslagklep, slangen, brander, ...). Verluchting van de ruimte. Defecten laten herstellen.
18/11/2010
Milieu Tijdens werkzaamheden aan kabels en hun accessoires dient men rekening te houden met mogelijke milieuvervuilingen. Overzicht van interventies die speciale aandacht vergen m.b.t. mogelijke milieuvervuiling: • • • •
Werken aan oliedruk kabels (herstellingen, verplaatsingen, …). Werken aan de longen en of manometers bij oliedrukkabels. Werken aan oliegevulde eindsluitingen. Werken aan papier/lood kabels (afval en resten verwijderen: lood, kabel, ...). • Algemeen afvoer van kabels, moffen, eindsluitingen, … • …. In functie van de werkzaamheden dienen hierbij de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden.
82
18/11/2010
Milieu
Aan te raden om bij werken aan oliedrukkabels of oliegevulde aansluitingen steeds over een Spill-kit in de nabijheid van de werf te beschikken zodat eventuele olielekken onmiddellijk kunnen behandeld worden.
83
18/11/2010
Algemeen noodnummer Elia: 0800-99.044 of (0800-95.062)
84
18/11/2010
85
18/11/2010
Dank u voor uw aandacht,
uw samenwerking en uw investering in de veiligheid!
Elia Safety
86
18/11/2010
10 minuten
87
18/11/2010
Kennistest
Geslaagd bij 70%
88
18/11/2010