/Investeringsplan_Brus

Page 1

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

1


2

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

3


INHOUDSOPGAVE Inleiding

7

VOORWERP

9

WETTELIJKE CONTEXT

9

VIER PIJLERS AAN DE BASIS VAN DE ONTWIKKELING VAN HET ELEKTRICITEITSNET: ZEKERHEID VAN BEVOORRADING, DUURZAME ONTWIKKELING, MARKTWERKING EN ECONOMISCH OPTIMUM

11

PRINCIPES EN CONTEXT VAN HET “INVESTERINGSPLAN”

12

1

Basisprincipes van het netversterkingsbeleid van Elia

15

1.1 ALGEMENE STRUCTUUR VAN HET GEWESTELIJKE TRANSMISSIENET VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

17

1.2 NETVERSTERKINGSBELEID IN HET GEWESTELIJK TRANSMISSIENET VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

17

1.2.1 Stijgende afnames van het middenspanningsnet 1.2.2 Herstructurering van het 36 kV-net 1.2.3 Aansluiting decentrale productie-eenheden

2

Referentie gewestelijk transmissienet

18 18 19

21

2.1 BESCHRIJVING VAN DE VERSTERKINGEN

23

2.2 GRAFISCH OVERZICHT VAN DE LOPENDE VERSTERKINGEN

25

3

Versterking van het gewestelijke transmissienet tot en met 2012

27

3.1 HET ELEKTRICITEITSNET AFSTEMMEN OP DE PRODUCTIE- EN VERBRUIKSNIVEAUS

29

3.2 DIAGNOSE VAN DE KNELPUNTEN EN DEFINITIE VAN DE VERSTERKINGSSCENARIO'S

29

3.3 BESCHRIJVING VAN DE VERSTERKINGEN

29

3.3.1 Versterking van de poche Buda-Schaarbeek 3.3.2 Transformatie naar middenspanning in Schaarbeek 3.3.3 Transformatie naar middenspanning in Centenaire

4

Versterking van het gewestelijke transmissienet op lange termijn

4

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010

30 31 31

33


4.1 BESCHRIJVING VAN DE VERSTERKING

35

4.1.1 Reeds voorgestelde investeringspistes 4.1.2 Nieuwe investeringspistes 4.1.3 Investeringen op lange termijn, niet meer van toepassing

35 37 39

4.2 BESCHRIJVING VAN HET NET TEGEN 2018

5

39

Handhaving van de betrouwbaarheid van het bestaande 36 kV-net

41

5.1 HET PREVENTIEF ONDERHOUD VAN HET ELIA-NET

43

5.2 HET VERVANGINGSBELEID VAN ELIA

44

5.2.1 Noden en prioriteiten van de vervangingen 5.2.2 Vervangingsinvesteringen 5.2.3 Synergieen en opportuniteiten

44 44 46

5.3 UITVOERING VAN DE VERVANGINGSINVESTERINGEN

47

5.3.1 Vervangingsinvesteringen gepland tot en met 2012 5.3.2 Vervangingsinvesteringen op lange termijn

47 48

5.4 OPVOLGING VAN DE TOEPASSING VAN DE VERVANGINGSPOLITIEK

48

5.5 SAMENVATTING VAN DE UITVOERING VAN HET ONDERHOUDSBELEID

49

6

Bescherming van het leefmilieu

51

6.1 TOEPASSING VAN DE MILIEUBELEIDSPLANNEN

53

6.2 SAMENVATTING VAN DE UITVOERING VAN DE KRACHTLIJNEN VAN HET

7

MILIEUBELEID

54

Doelstellingen inzake bevoorradingszekerheid

57

7.1 DE INDICATOREN INZAKE BEVOORRADINGSZEKERHEID

59

7.2 RICHTWAARDE VAN DE INDICATOREN INZAKE 59

BEVOORRADINGSZEKERHEID

Besluiten en uitvoering van het Investeringsplan

61

NETVERSTERKINGEN

63

PROJECTEN INZAKE DE BETROUWBAARHEID VAN HET BESTAANDE NET

63

PROJECTEN TER BESCHERMING VAN HET LEEFMILIEU

64

DOELSTELLINGEN OP HET GEBIED VAN DUURTIJD VAN DEFECTEN, 64

STORINGEN OP HET NET

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

5


LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN Tabel 2.1:

Stand van zaken betreffende de versterkingen waarvan de indienstnames op korte termijn voorzien waren in de vorige ontwikkelingsplannen

24

Figuur 2.2: Referentie gewestelijk transmissienet Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011

26

Tabel 3.1:

30

Voorgestelde investeringen op horizon 2012

Figuur 3.2: Gepland net in 2012 Tabel 4.1:

Tabel 4.2:

Tabel 4.3:

Indicatieve lijst van de reeds voorgestelde investeringen, gepland op lange termijn

36

Indicatieve lijst van de nieuwe investeringen, gepland op lange termijn

38

Lijst van de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op lange termijn waren gepland en die niet meer van toepassing zijn 39

Figuur 4.2: Gepland net in 2018 Tabel 5.1:

32

40

Uitvoering van de vervangingsinvesteringen aangekondigd tegen 2012

47

Tabel 5.2:

Indicatieve vervangingspistes op lange termijn

48

Figuur 5.3:

Evolutie van de gemiddelde relatief leeftijd van de installaties op het Brusselse gewestelijke net

49

Figuur 5.4: Uitvoering van het instandhoudingbeleid tegen 2012

50

Tabel 6.1:

54

Uitvoering van het aangekondigde milieubeleid tegen 2012

Figuur 6.2: Uitvoering van milieubeleidslijnen tegen 2012

55

Figuur 7.1: Betrouwbaarheidsindicatoren

60

6

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


Inleiding

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

7


8

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


VOORWERP Het Investeringsplan 2011-2018 heeft betrekking op het gewestelijke transmissienet voor elektriciteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarvoor Elia door de Brusselse overheid is aangeduid als netbeheerder. Het Investeringsplan 2011-2018 betreft de periode van 7 jaar vanaf 1 januari 2011 tot 1 januari 2018.

WETTELIJKE CONTEXT De openstelling van de elektriciteitsmarkt werd ingeluid door de Richtlijn 96/92/EG van het Europese Parlement en van de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne elektriciteitsmarkt. Deze Richtlijn bevatte beknopte, basisverplichtingen voor distributienetbeheerders, die relevant zijn voor hun investering in de ontwikkeling van hun netten. Deze richtlijn werd op 1 juli 2004 opgeheven en vervangen door richtlijn 2003/54/EG van het Europese Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne elektriciteitsmarkt. De richtlijn 2003/54 heeft deze verplichtingen aangevuld door naast de netontwikkeling tevens de koppeling met andere netten voorop te stellen, alsmede de zorg dat het net op lange termijn kan voldoen aan een redelijke vraag naar distributie van elektriciteit. Deze richtlijnen werden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest omgezet door de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals van tijd tot tijd aangepast (“de ordonnantie elektriciteit”) en de uitvoeringsbesluiten ervan. Deze twee richtlijnen 96/92/EG en 2003/54/EG bepalen dat de netbeheerder instaat voor de exploitatie, het onderhoud en de ontwikkeling van het net. De nieuwe Europese regelgeving zal de wettelijke context in de elektriciteitssector in 2010-2011 wijzigen. Op 13 juli 2009 werd de richtlijn 2009/72 betreffende de gemeenschappelijke regels voor de interne elektriciteitsmarkt goedgekeurd. Deze richtlijn dient te worden omgezet tegen 3 maart 2011 en zal vanaf dan tevens de richtlijn 2003/54 vervangen. Daarnaast zijn er ook nog de verordeningen die een rechtstreekse werking hebben:  Verordening (EG) nr.714/2009 van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit; L211/15, van 14/08/2009  Verordening (EG) nr.713/2009 van 13 juli 2009 tot oprichting van een agentschap voor de samenwerking tussen energie regulatoren, L211/1, van 14/08/2009.

Tot slot zal ook rekening dienen te worden gehouden met de Richtlijn 2009/28/EG van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen. Deze richtlijn bevat eveneens bepalingen die een impact zullen hebben op de ontwikkeling van de elektriciteitsnetwerken.

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

9


De bevoegdheid van de gewestelijke transmissienetbeheerder betreffende de exploitatie, het onderhoud en de ontwikkeling van het net is neergeschreven in artikel 5 van de ordonnantie elektriciteit. In uitvoering van de artikelen 9ter van de ordonnantie elektriciteit heeft de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een technisch reglement voor het beheer van het gewestelijke transmissienet voor elektriciteit (“Technisch Reglement”) vastgelegd via het besluit van 13 juli 2006. Dit besluit legt de principes vast voor het beheer van en de toegang tot het gewestelijke transmissienet voor elektriciteit. Door de publicatie in het Belgisch Staatsblad trad dit Technisch Reglement in werking. De ordonnantie elektriciteit belast de gewestelijke transmissienetbeheerder via artikel 12 met het opstellen van het investeringsplan om de continuïteit en de betrouwbaarheid van de leveringen op het gewestelijk transmissienet te verzekeren. Het Investeringsplan dekt een periode van 7 jaar en het wordt ieder jaar aangepast voor de volgende 7 jaren. Na advies van BRUGEL, wordt het plan ter goedkeuring voorgelegd aan de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het Investeringsplan omvat minstens de volgende elementen:  de netversterkingen om de continuïteit en de betrouwbaarheid van de bevoorrading te behouden;  de projecten met betrekking tot het handhaven van de betrouwbaarheid van het bestaande net en de bescherming van het milieu;  de doelstellingen in verband met de duur van de defecten, de storingen op het net en milieuverplichtingen. Elia is samengesteld uit twee wettelijke entiteiten die als één enkele economische entiteit werken («Elia»): Elia System Operator, houder van de licenties van netbeheerder, en Elia Asset, eigenaar van het net. Het vermaasde net dat door Elia wordt beheerd, bestrijkt de spanningsniveaus van 380 kV tot en met 30 kV met inbegrip van de transformatie naar middenspanning1 en vormt, vanuit beheertechnisch oogpunt, één geheel. Het onderhavige Investeringsplan van Elia heeft in strikte zin enkel betrekking op de spanningsniveaus van 70 kV en lager.

1

Met inbegrip van alle bijbehorende elementen die nodig zijn voor het verwezenlijken van de wettelijke opdrachten en het maatschappelijke doel van Elia.

10 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


VIER PIJLERS AAN DE BASIS VAN DE ONTWIKKELING VAN HET ELEKTRICITEITSNET: ZEKERHEID VAN BEVOORRADING, DUURZAME ONTWIKKELING, MARKTWERKING EN ECONOMISCH OPTIMUM Het Investeringsplan beschrijft de investeringen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de lange termijnbehoeften betreffende distributiecapaciteit en dit tegen de laagst mogelijke kostprijs voor de gemeenschap. De term kostprijs moet hier in een ruimere dan strikt economische zin worden begrepen en omvat naast de economische ook maatschappelijke en milieuaspecten. De doelstelling is die investeringen te kiezen, die de gemeenschap het meeste baat bijbrengen. Het beleid dat Elia voert betreffende netontwikkeling streeft naar het promoten van duurzame ontwikkeling. Het beleid past in het kader van het energiebeleid van de Europese Unie2 en van de Brusselse overheid3. Het beleid dat Elia volgt steunt op volgende grote pijlers:  Zekerheid van bevoorrading: Elia streeft naar een betrouwbare elektriciteitstransmissie op lange termijn, rekening houdend met de beschikbare productiemiddelen, het verbruik, zijn geografische spreiding en evolutie. Zekerheid van bevoorrading houdt tevens in dat het net gebouwd is om diverse productievormen mogelijk te maken en dat de nodige interconnectiecapaciteit is voorzien.  Duurzame ontwikkeling: Elia opteert voor duurzame oplossingen, met een minimale impact op het leefmilieu en de ruimtelijke ordening. Het investeringsbeleid houdt rekening met de toename van hernieuwbare energie en warmtekrachtkoppeling. Hierbij gaat een bijzondere aandacht uit naar de decentrale productie-eenheden die worden aangesloten, zowel op het Elia-net als op het net van de distributienetbeheerders.  Marktwerking: Elia bouwt een net uit dat bijdraagt tot een goede marktwerking. Dit betekent dat Elia werkt aan een vlotte toegang tot het net, zowel op het vlak van productie als op het vlak van afname, voor bestaande en nieuwe gebruikers. Elia ijvert via het ontwikkelen van interconnecties mee voor een grensoverschrijdend Europees elektriciteitsnet zodat een internationale marktwerking mogelijk is.  Economisch optimum: Elia houdt rekening met het economische optimum voor de maatschappij. In overleg met de distributienetbeheerders gaat Elia na wie, waar en hoe moet investeren om de globale kost voor de eindverbruiker te beperken, met inachtneming van de voorgaande vereisten. Het zoeken naar een verantwoord evenwicht tussen die vier doelstellingen is de rode draad doorheen dit Investeringsplan. Het werd opgesteld vanuit het streven naar een optimale ontwikkeling van het net, gekenmerkt door:  een betrouwbare en zekere transmissie van elektriciteit op lange termijn;  een concurrentiele prijs voor de transmissie;  een duurzame ontwikkeling met betrekking tot het leefmilieu, de ruimtelijke ordening en hernieuwbare energie;

2

3

Green paper: A European Strategy for Sustainable, Competitive and Secure Energy – Commission of the European Community – 8/3/2006 geconcretiseerd met name door de Richtlijn 2009/29 betreffende de promotie van het energiegebruik die vanaf hernieuwbare bronnen wordt geproduceerd. Op 13 november 2002 heeft de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een plan uitgegeven voor een structurele verbetering van de kwaliteit van de lucht en de strijd tegen de opwarming van het klimaat; dit plan, “Plan Air Climat”, herneemt de maatregelen die moeten worden genomen voor de verbetering van de luchtkwaliteit en de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen; een specifiek hoofdstuk handelt over de energiepolitiek van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

11


 een beperking van de risico’s inherent aan investeringsbeslissingen in de context van een onzekere toekomst.

PRINCIPES EN CONTEXT VAN HET “INVESTERINGSPLAN” Het Investeringsplan 2011-2018 steunt op de principes die werden bepaald voor de vorige Investeringsplannen en die in het Investeringsplan 2006-20134 worden uitgelegd. Wij verwijzen de lezer naar het Investeringsplan 2006-2013 voor alle gegevens over:  de methodologie voor de ontwikkeling van het net en de dimensioneringscriteria van het gewestelijke transmissienet die in dit Investeringsplan werden aangewend;  de methodologie voor het bepalen van de scenario’s rond het verbruik en de productie van elektriciteit, die op een combinatie van macro- en microeconomische beschouwingen zijn gebaseerd. De micro-economische benadering bestaat uit een breed overleg tussen Elia, de distributienetbeheerders en de regionale netgebruikers. Dit jaarlijkse overleg maakt het mogelijk om de prognoses betreffende het lokale verbruik en de decentrale productie te actualiseren. De macro-economische benadering is gebaseerd op de meest recente macro-energetische vooruitzichten voor het aanbod van en de vraag naar elektriciteit die op het ogenblik van de uitwerking van de hypotheses beschikbaar zijn. Voor het nationaal beheer van het net wordt Elia geconfronteerd met een groeivertraging van de afname van elektriciteit evenals met een stijging van het aantal aansluitingen van decentrale productie-eenheden. Niettegenstaande grotendeels achter de rug, blijft de invloed van de financiële en economische crisis van 2008 merkbaar op de voorspellingen van de elekticiteitsconsumptie : alhoewel een hernemingsbeweging is ingezet, slaagt deze er niet in het verwachte niveau van voor de crisis te evenaren. Hierdoor blijven de verwachtingen wat betreft de groei van de elektriciteitsconsumptie gematigd. Anderzijds wordt dit verschijnsel nog versterkt door de stijging van het aantal aansluitingen van gedecentraliseerde productie-eenheden in de distributienetten. Indien het aantal en de grootte van deze eenheden vergelijkbaar zijn met de behoeften van het plaatselijke verbruik, wordt het transmissienet gedeeltelijk ontlast en kunnen de afnamevooruitzichten in neerwaartse zin bijgesteld worden. Daarentegen kan een belangrijke groei van de gedecentraliseerde productie aanleiding geven tot situaties met MS-netten waarin de productie groter is dan het lokale verbruik. In dit geval moet de transmissienetbeheerder ervoor zorgen dat dit productieoverschot naar andere verbruikers kan worden geëvacueerd, soms door de ontwikkeling van nieuwe netinfrastructuur. De samenwerking tussen Elia en de betrokken distributienetbeheerders speelt hierin een

4

Dit document is beschikbaar op http://www.elia.be

12 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


belangrijke rol voor de selectie van oplossingen die optimaal zijn voor de gemeenschap, op technisch en economisch gebied. De doelstellingen die werden opgelegd aan de lidstaten van de Europese Unie in het kader van het energie-klimaatpakket en het streven naar een verdere vrijmaking van de energiemarkt in het kader van het derde energiepakket zullen ontwikkeling van decentrale productie uit hernieuwbare bronnen stimuleren, en zullen de verdere ontwikkeling van interconnecties vereisen om de integratie van de Europese elektriciteitsmarkten te ondersteunen. Geconfronteerd met deze vooruitzichten verwacht Elia een forse stijging van de investeringen die voortvloeien uit deze evoluties in vergelijking met een “business as usual” scenario. Het huidige financieringsmechanisme, dat grotendeels gebaseerd is op de afschrijvingsvoeten van de historische assets, stelt Elia in staat om het net op een veilige, betrouwbare en duurzame manier te beheren en te ontwikkelen, maar laat niet toe om de investeringen die buiten het “business as usual“ scenario vallen, tijdig te realiseren. Daarom stelt Elia voor om de tarifaire regelgeving op te splitsen in twee luiken: één luik dat gerelateerd is aan het „business as usual“ beheer van het net en een ander luik dat samenhangt met het klimaat- en energiebeleid van de autoriteiten en de voortzetting van de liberalisering van de markt in het kader van het derde energiepakket. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de perimeter van het huidige Investeringsplan 2011-2018, zou de ontwikkeling van het regionaal transportnet niet bovenmatig beïnvloed mogen worden door de voorgaande evoluties. Ten eerste is de energieconsumptie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vooral van residentiële en tertiaire aard en dus van nature minder gevoelig aan de internationale economische conjunctuur. Ten tweede is het potentieel voor hernieuwbare decentrale productie minder van belang gezien de stedelijke beperkingen en het minder ontwikkelde industrieel weefsel. Tenslotte is de ontwikkeling van interconnecties niet relevant voor het Gewest aangezien dit een ander deel van het net aanbelangt, zowel voor wat betreft de geografische zone als voor wat betreft het spanningsniveau. Dientengevolge is het inversteringsprogramma zoals het in dit plan wordt voorgesteld relatief stabiel. De doelstellingen van het Investeringsplan 2011-2018 zijn:  een stand van zaken geven van de investeringen die in de vorige Investeringsplannen werden gepland tegen 2011;  de investeringsbeslissingen tegen 2012 voorstellen;  een actualisering geven van de indicatieve investeringspistes en de beslissingen over studieprojecten op langere termijn. Het Investeringsplan 2011-2018 telt 7 hoofdstukken. In hoofdstuk 1 wordt een beknopt overzicht gegeven van de basisprincipes van het Investeringsbeleid van Elia. Dit is een complex proces, dat rekening moet houden met technische, economische en milieufactoren en met hun talrijke onderlinge interacties. De netversterkingen die het gevolg zijn van groeiende nood aan transmissiecapaciteit worden weergegeven in de hoofdstukken 2, 3 en 4. De hoofdstukken 2 en 3 geven een beeld van de reeds aanwezige en de nieuw

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

13


geplande netversterkingen. Deze netversterkingen worden op korte termijn uitgevoerd, namelijk tegen 2012 voor onderliggend plan. Hoofdstuk 4 geeft de versterkingspistes op lange termijn. De complementaire projecten voor het behoud van de betrouwbaarheid van het bestaande net en de bescherming van het leefmilieu worden besproken in de hoofdstukken 5 en 6. Hoofdstuk 7 is gewijd aan de doelstellingen van Elia op het vlak van de duur van defecten en storingen op het net. Tot slot vat de transmissienetbeheerder het plan samen dat de uitvoering van de verschillende investeringen weergeeft en wordt voorgelegd aan de regering.

14 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


1 Basisprincipes van het netversterkingsbeleid van Elia

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

15


16 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


1.1 ALGEMENE STRUCTUUR VAN HET GEWESTELIJKE TRANSMISSIENET VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST De algemene structuur van het gewestelijke transmissienet van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd gedetailleerd beschreven in het Investeringsplan 2006-2013 (in het hoofdstuk 5). De principes die aan de basis liggen van de werking van het gewestelijke transmissienet van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest zijn de volgende:  de verbruikers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden bevoorraad door het net met een spanningsniveau van 36 kV, door het middenspanningsnet (11 kV, 6 kV en 5 kV) of door het laagspanningsnet. Het middenspanningsnet wordt ofwel gevoed vanuit het 36 kV-net ofwel rechtstreeks vanuit het 150 kV-net;  het net met spanningsniveaus van 150 kV en 36 kV wordt beheerd door Elia en het distributienet met lagere spanningsniveaus door de distributienetbeheerder Sibelga.

1.2 NETVERSTERKINGSBELEID IN HET GEWESTELIJK TRANSMISSIENET VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Het elektriciteitsnet wordt voortdurend aangepast om de knelpunten waar de technische ontwikkelingscriteria niet langer gerespecteerd worden - bijvoorbeeld als gevolg van de evolutie van het elektriciteitsverbruik en/of van het productiepark - weg te werken. Zodra deze kritieke punten opgespoord zijn, worden de netversterkingen bepaald die noodzakelijk zijn om de vereiste capaciteit te blijven waarborgen. Hiervoor wordt – behalve met technische parameters – eveneens rekening gehouden met zowel economische criteria als met de impact van de netinvesteringen op het leefmilieu. Zo komt men tot de keuze van de oplossing die het meest optimaal is voor de gemeenschap. Er worden drie soorten investeringen beschouwd in het kader van het investeringsplan van het regionaal transportnet van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:  de investeringen die noodzakelijk zijn om het hoofd te bieden aan de stijgende afnames van het middenspanningsnet;  de investeringen voor de herstructurering van het 36 kV-net naar een configuratie met 36 kV-deelnetten, gevoed door drie 150/36 kVtransformatoren;  de investeringen die nodig zijn voor het aansluiten van decentrale productieeenheden. De criteria voor de ontwikkeling van het gewestelijke transmissienet werden uiteengezet in het Investeringsplan 2006-2013 (hoofdstuk 4 en bijlage bij hoofdstuk 4). In de paragrafen 1.2.1, 1.2.2 en 1.2.3 hierna wordt het investeringsbeleid dat daaruit voortvloeit kort toegelicht.

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

17


De investeringen kunnen bestaan uit het aanleggen van nieuwe verbindingen. Ter herinnering worden de principes voor de ontwikkeling van nieuwe verbindingen, vermeld in de vorige Investeringsplannen, herhaald:  voor nieuwe verbindingen met een spanning van 36 kV of minder wordt voorrang gegeven aan het ondergronds aanleggen van de verbinding;  voor verbindingen met een spanning van 70 kV tot 220 kV geldt:  het maximaal benutten van de huidige infrastructuur;  het opteren voor ondergrondse kabels wanneer het gaat om een nieuwe verbinding;  luchtlijnen op plaatsen waar deze kunnen worden aangelegd langs bestaande of geplande grote infrastructuur. Ter compensatie zullen indien mogelijk bestaande lijnen worden verwijderd om een globaal milieuevenwicht te bewaren;  verdere ontwikkeling van de zeer hoge spanningsverbindingen (380 kV) via luchtlijnen om redenen van technische en economische aard.

1.2.1

STIJGENDE AFNAMES VAN HET MIDDENSPANNINGSNET Om het hoofd te kunnen bieden aan de stijging van het verbruik van het middenspanningsnet past Elia het volgende beleid toe:  het transformatievermogen van de bestaande stations verhogen door:  de versterking van het vermogen van de bestaande transformatoren;  het toevoegen van een of meer transformatoren.  enkel indien de bestaande site volledig verzadigd is, de oprichting van een nieuwe site.

1.2.2

HERSTRUCTURERING VAN HET 36 KV-NET Het investeringsbeleid dat wordt ontwikkeld en uitgevoerd, wil de bestaande infrastructuur maximaal benutten en de aanleg van nieuwe 36 kV-verbindingen zoveel mogelijk beperken. Dit kan als volgt worden samengevat:  vorming van 36 kV-deelnetten, gevoed door drie 150/36 kV-transformatoren om:  het geïnstalleerde vermogen van deze netten efficiënter te gebruiken;  de uitbating van het 36 kV-net te vereenvoudigen en te beveiligen door de eventuele foute schakelingen te beperken via een "vaste" netstructuur;  overdracht van het verbruik van het 36 kV-net naar het 150 kV-net via de installatie van 150/11 kV-transformatoren, telkens wanneer de mogelijkheid zich voordoet; het is de bedoeling het 36 kV-net en de 150/36 kVtransformatie te ontlasten en de versterking van het 36 kV-net te vermijden;  versterking van de stations door:  de vervanging van de 150/36 kV-transformatoren van 70 MVA door transformatoren van 125 MVA, wanneer geen enkele 150 kV-oplossing realistisch lijkt (spreiding van de belasting over het 36 kV-net, toegangs- of plaatsproblemen,…);  de vervanging van de 36/11 kV-transformatoren van 16 MVA door transformatoren van 25 MVA wanneer het net dat toelaat;  zoeken naar het economisch optimum: daartoe moet er, indien nodig, overleg zijn tussen de beheerder van het gewestelijk transmissienet en de distributienetbeheerder, om de investering te bepalen die het economisch optimum oplevert voor de eindgebruiker. Het komt er op aan kleine

18 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


investeringen in middenspanning te vermijden als die onherroepelijk zouden leiden tot zware investeringen in hoogspanning, en omgekeerd.

1.2.3

AANSLUITING DECENTRALE PRODUCTIE-EENHEDEN Decentrale productie-eenheden, al dan niet op basis van hernieuwbare energiebronnen, in het middenspanningsnet kunnen een nood aan investeringen veroorzaken. Deze investeringen hangen vooral af van de mogelijkheden op vlak van sturing van de elektriciteitsproductie, het intermitterende karakter en de omvang van de eenheid en van het spanningsniveau waarop ze is aangesloten. Enerzijds kan de elektriciteit van decentrale productie-eenheden in een middenspanningsnet via dat distributienet tot bij de verbruikers worden geleid. Op die manier kan het hoogspanningsnet deels worden ontlast. Gezien het intermitterende karakter van bepaalde decentrale productie-eenheden, vertaalt de aanwezigheid of aansluiting van deze eenheden zich niet noodzakelijk in verminderde of uitgestelde verbruiksvooruitzichten. Het regionale transmissienet moet immers de voorziening van de eindgebruikers waarborgen, ook in geval van afschakeling van de decentrale productie-eenheden. Anderzijds kan de aansluiting van de gedecentraliseerde productie in bepaalde distributienetten aanleiding geven tot een productie die groter is dan de consumptie indien zij niet op het lokale verbruik wordt gedimensioneerd. Elia moet er voor zorgen dat die geproduceerde elektriciteit via het hoogspanningsnet wordt opgenomen en tot bij de verbruikers wordt geleid. De impact van decentrale productie op het Elia-net in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is tot nu toe gelimiteerd. Het stedelijk karakter bepaalt en beperkt het Brussels potentieel van elektriciteitsproductie op basis van hernieuwbare energiebronnen. De bevolkingsdichtheid en de dichte bebouwing zouden daarentegen een gunstige invloed kunnen hebben voor de uitbouw van productie op basis van zonne-energie en biomassa. Dit potentieel is gelokaliseerd in de nabijheid van de verbruikers en volgens de huidige vooruitzichten blijft dit beperkt in vergelijking met het verbruiksniveau in het Gewest. Dezelfde vooruitzichten leren ook dat de ontwikkeling van dit potentieel geen aanleiding zou geven tot beperkingen op het regionaal transportnet, zeker als op middellange termijn een nieuw beheer van het distributienet wordt opgezet (aanpassing van de belastingsprofielen, slimme meters, smart grids ‌).

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

19


20 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


2 Referentie gewestelijk transmissienet

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

21


22 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


In het kader van dit Investeringsplan wordt als referentienet het net genomen zoals het begin 2010 in gebruik was met inbegrip van de versterkingen5 die volgens het Investeringsplan 2010-2017 moeten worden gerealiseerd tegen eind 2011 en een goedkeuring kregen van de overheid6. Ter herinnering, de versterkingen van het 150 kV-net die samenhangen met versterkingen in het 36 kV-net, worden hier ter informatie opgenomen teneinde een volledige en coherente beschrijving van de investeringen te kunnen geven. Hetzelfde geldt voor versterkingen van het 70 en 36 kV-net in het Vlaamse Gewest, van verbindingen die gedeeltelijk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest liggen. Deze versterkingen worden echter tussen haakjes vermeld omdat ze deel uitmaken van het Federaal Ontwikkelingsplan of van het Investeringsplan van het Vlaams Gewest.

2.1 BESCHRIJVING VAN DE VERSTERKINGEN Tabel 2.1 toont de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op korte termijn waren voorzien en die op dit moment nog steeds gepland zijn. Alle investeringen die waren voorzien voor eind 2011 blijven gepland voor dezelfde periode. Ter herinnering, in de vorige editie van het investeringsplan had Elia een vertraging aangekondigd voor bepaalde investeringen ten gevolge van verschillende randvoorwaarden zoals de vergunningsproblematiek en de organisatie van de werken. De nieuwe timing voor deze investeringen werd of wordt dus aangehouden. Er wordt nadrukkelijk gesteld dat de nieuwe planning van deze investeringen op geen enkele wijze de doelstelling van betrouwbaarheid in vraag stelt die door de ontwikkeling van het regionaal transportnet van het Brussels Hoofdstedelijk gewest wordt nagestreefd.

5

Onder versterking verstaan we investeringen die een capaciteitsverhoging van het net genereren.

6

De regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft het door Elia voorgestelde Investeringsplan 2010-2017 goedgekeurd. Hij heeft tevens op 18/12/2008 het Investeringsplan 2009-2016 goedgekeurd. De Investeringsplannen 2005-2012 en 2006-2013 zijn goedgekeurd op 13 juli 2006 (publicatie in het Belgisch staatsblad op 1 september 2006), het Investeringsplan 2007-2014 is goedgekeurd op 30 november 2006 (publicatie in het Belgisch staatsblad op 22 december 2006). Het investeringsplan 2008-2015 werd goedgekeurd op21 december 2007en in het Staatsblad verschenen op 29 januari 2008.

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

23


Tabel 2.1: Stand van zaken betreffende de versterkingen waarvan de indienstnames op korte termijn voorzien waren in de vorige ontwikkelingsplannen

Driver

Lokalisatie

Beschrijving

Spanningsniveau

Indienststelling

Indienststellingsdatum

Versterking van de voeding van het 36 kV-net en het middenspanningsnet vanaf het 150 kV-net Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten

(Station Drogenbos)

(Vervanging van een 75 MVA transformator door een 125 MVA transformator)

(150/36 kV)

(Gerealiseerd)

(2009)

Station Wiertz

Nieuwe 50 MVA transformator in een bestaand station

150/11 kV

Gerealiseerd

2009

(Kabel Dhanis-Wiertz)

(Nieuwe kabel: aansluiting van het station Wiertz als antenne)

(150 kV)

(Gerealiseerd)

(2009)

Station Héliport [Vijfhoek]

Nieuwe transformator (50 MVA) in een bestaand station

150/11 kV

(Gerealiseerd)

2009

Versterking van het gewestelijk 36 kV-transmissie net Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten

Herstructurering van de 36 kV-netten waarbij een configuratie in 36 kVdeelnetten, gevoed door drie 150/36 kVtransformatoren, wordt beoogd

7

Station Elan

Nieuwe 25 MVA transformator in een bestaand station

36/11 kV

Uitgesteld7

Station Héliport [Vijfhoek]

Nieuwe 50 MVA transformator in een bestaand station

36/11 kV

Gerealiseerd

2009

Station Volta [Elsene]

Vervangen van één bestaande 16 MVA transformator door één 25 MVA transformator

36/11 kV

Gepland

2010

Kabel CentenaireSchaarbeek

Nieuwe kabel

36 kV

Gerealiseerd

2009

Deelnet Sint-GenesiusRode-Elsene-Elsene

Plaatsen van een metaalomsloten cabine in Elsene

36 kV

Gepland

2011

Zie Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2009-2016.

24 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


2.2 GRAFISCH OVERZICHT VAN DE LOPENDE VERSTERKINGEN Figuur 2.2 hierna toont het referentie gewestelijk transmissienet van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tegen 2011.

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

25


Figuur 2.2: Referentie gewestelijk transmissienet Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011

26 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


3 Versterking van het gewestelijke transmissienet tot en met 2012

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

27


28 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


3.1 HET ELEKTRICITEITSNET AFSTEMMEN OP DE PRODUCTIE- EN VERBRUIKSNIVEAUS De uitwerkingsmethodologie van de verbruiksscenario's en productie werd in de hoofdstukken 2 en 3 van het Investeringsplan 2006-2013 beschreven. Zij blijft van toepassing voor het huidige Investeringsplan. Ter herinnering hernemen we enkele belangrijke elementen. De dimensionering van het 36 kV-net van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hangt nauw samen met de evolutie en lokalisatie van het verbruik en in beperkte mate met de decentrale productie. De verwachtingen voor deze elementen worden elk jaar herzien na uitgebreid overleg met de distributienetbeheerders. De inschatting van het verbruik steunt op twee factoren:  enerzijds een macro-economisch standpunt: de meest recente vooruitzichten voor de vraag naar elektriciteit die op het ogenblik van de uitwerking van de hypotheses beschikbaar zijn;  anderzijds een micro-economisch standpunt: de lokale verbruiksprognoses die werden aangekondigd door de netgebruikers of werden opgesteld in overleg met de beheerders van de middenspanningsnetten; deze prognoses worden elk jaar herberekend. Voor alle 36 kV-knooppunten, die de middenspanningsnetten voeden, geldt overigens dat de berekening van de lokale verbruiksverwachtingen op korte termijn sterker wordt beïnvloed door de informatie die de netgebruikers en de beheerders van de middenspanningsnetten leveren. Deze informatie geeft immers de lokale vooruitzichten weer betreffende economische ontwikkeling. Het verhogen van het transformatievermogen naar de middenspanningsnetten sluit dan ook rechtstreeks aan op deze verwachtingen. In het kader van de gesprekken met de distributienetbeheerders wordt ook rekening gehouden met de mogelijkheid tot belastingsoverheveling om onnodige investeringen te vermijden.

3.2 DIAGNOSE VAN DE KNELPUNTEN EN DEFINITIE VAN DE VERSTERKINGSSCENARIO'S De modellering van de fluxen volgens de belastingsvooruitzichten voor 2012, bevestigt de knelpunten op het Brussels Hoofdstedelijk transportnet zoals ze werden geïdentificeerd in voorgaande Investeringsplannen, op voorwaarde dat de verbruiksvooruitzichten zich realiseren en dat de belastingstransfers zoals overeengekomen met de distributienetbeheerders kunnen worden uitgevoerd. Deze betreffen meestal het centrum van Brussel dat wordt gekenmerkt door een aanhoudende groei van de elekticiteitsconsumptie wat op termijn aanleiding geeft tot een verzadiging van het 36 kV net en van de transformatie naar middenspanning.

3.3 BESCHRIJVING VAN DE VERSTERKINGEN Overeenkomstig de versterkingspolitiek zoals beschreven in sectie 1.2 moet de ontwikkeling van het regionaal transportnet erop gericht zijn om de verwachte toekomstige beperkingen op dit net te elimineren.

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

29


Deze sectie is hiermee verbonden en beschrijft de geplande projecten tot 2012 die een oplossing bieden voor deze knelpunten We benadrukken dat de constructie van nieuwe transportinfrastructuur voor elektriciteit onderhevig is aan het behalen van de vereiste vergunningen. De stappen die hiertoe dienen te worden ondernomen, worden steeds complexer en tijdsintensiever. Indien de bestaande federale en regionale wetgevingen voor het behalen van vergunningen niet wordt aangepast, dreigen ook de realisatietermijnen van investeringen – zowel voor kabels als hoogspanningsposten - zoals ze worden gepland in het kader van voorliggend Ontwikkelingsplan, hierdoor te worden beïnvloed. De tabel 3.1 hieronder geeft een lijst en omschrijving van deze projecten. Tabel 3.1: Voorgestelde investeringen op horizon 2012

Driver

Lokalisatie

Beschrijving

Spanningsniveau

Indienststelling

Indienststellingsdatum

Versterking van de voeding van het 36 kV-net en het middenspanningsnet vanaf het 150 kV-net Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten

Herstructurering van de 36 kV-netten

Charles-Quint

Nieuwe 50 MVA transformator in een nieuw station

150/11 kV

Gepland

2012

(Schaarbeek- CharlesQuint)

(Plaatsen van een kabel)

(150 kV)

(Gepland)

(2012)

Station Schaarbeek

Vervanging van de vier 36/11 kV transformatoren van 35 MVA door twee 150/11 kV 50 MVA transformatoren

150/11 kV

Gepland

2012

36/11 kV

Gepland

2012

Versterking van het gewestelijk 36 kV-transmissie net Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten

3.3.1

Centenaire

Nieuwe 25 MVA transformator in een bestaand station

VERSTERKING VAN DE POCHE BUDA-SCHAARBEEK Deze versterking kadert in de ontwikkelingsstrategie op (middel)lange termijn van het net in het centrum van Brussel zoals voorgesteld in de voorgaande investeringsplannen en zoals herhaald in sectie 4.1.1.2 van het huidige investeringsplan. Teneinde op termijn de verzadiging weg te werken van het 36 kV net van Schaarbeek tot het centrum van Brussel (meer bepaald de onderstations Voltaire 36 kV, Charles-Quint 36 kV en Scailquin 36 kV) voorziet de voorkeursoplossing in een bijkomende voeding van de 11 kV vanuit het 150 kV net. Deze versterking zal eveneens het 36 kV net ontlasten en dus bijkomende capaciteit vrijmaken om de toekomstige belastingsstijging te absorberen in de zone die vanuit dit net beleverd wordt. Bijgevolg zal een nieuwe transformator 150/11 kV van 50 MVA geplaatst worden in een 150 kV onderstation dat op te richten is op de site van CharlesQuint. Dit onderstation zal eerst vanuit Schaarbeek gevoed worden via een ondergrondse 150kV kabelverbinding tussen deze twee onderstations.

30 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


In een tweede fase wordt mogelijk een tweede 150 kV voeding van het onderstation Charles-Quint voorzien vanuit Woluwe (zie hoofdstuk 4).

3.3.2

TRANSFORMATIE NAAR MIDDENSPANNING IN SCHAARBEEK In het onderstation van Schaarbeek worden de vier transformatoren 36/11 kV met een vermogen van elk 35 MVA vervangen door twee transformatoren 150/11 kV van 50 MVA. Zo wordt het 36 kV net ontlast evenals de transformatie 150/36 kV in deze zone.

3.3.3

TRANSFORMATIE NAAR MIDDENSPANNING IN CENTENAIRE De voeding van het onderstation Centenaire wordt verzekerd met kabels 11 kV vanuit het onderstation van Schaarbeek. Deze kabels beginnen echter tekens van veroudering te vertonen zodat de veiligheid van bevoorrading van het onderstation Centenaire op termijn in het gedrang dreigt te komen, in het bijzonder in geval van incident op een ander element van het net. Om dit probleem op te lossen wordt het onderstation Centenaire versterkt door de toevoeging van een transformator 36/11 kV van 25 MVA. Deze oplossing brengt als bijkomend voordeel met zich mee dat de transformatie naar middenspanning in Schaarbeek wordt ontlast.

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

31


Figuur 3.2: Gepland net in 2012

32 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


4 Versterking van het gewestelijke transmissienet op lange termijn

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

33


34 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


4.1 BESCHRIJVING VAN DE VERSTERKING De investeringspistes op lange termijn blijven in het verlengde liggen van de voorgestelde netontwikkeling tot 2012. De meeste pistes werden nader uiteengezet en goedgekeurd8 in het kader van de vorige Investeringsplannen. Hierin bevinden zich onder andere de ontwikkelingspistes die werden beschouwd in het kader van langetermijnstudies over de ontwikkeling van het regionaal transportnet die werden uitgevoerd in samenwerking met de betrokken distributienetbeheerders. Deze pistes zijn gebaseerd op het algemene beleid dat wordt gevoerd voor de ontwikkeling van het gewestelijke transmissienet van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, samengevat in hoofdstuk 1.

4.1.1

REEDS VOORGESTELDE INVESTERINGSPISTES Tabel 4.1 hierna geeft de indicatieve lijst van de investeringspistes tot en met 2018 die in de vorige Investeringsplannen reeds gepland waren. Het merendeel van deze indicatieve pistes blijft volledig van toepassing.

4.1.1.1 De situatie in de onderstations Wiertz en Napels Een langetermijnstudie voor de regio rond de onderstations Wiertz en Napels werd uitgevoerd in samenwerking met de distributienetbeheerder. Het doel van de studie bestond erin de investeringen te bepalen in het Elia-net en/of het net van de distributienetbeheerder die optimaal zijn om een oplossing te bieden voor de voeding en het stijgende verbruik in de regio. Op korte termijn zal de afname in het onderstation Napels het conventioneel leverbare transformatievermogen bereiken. In overleg met de distributienetbeheerder is afgesproken om de belasting van Napels gedeeltelijk over te hevelen naar nabijgelegen onderstations. Gezien het ontbreken van uitbreidingsmogelijkheden in het onderstation Napels is het vanuit technischeconomisch standpunt niet wenselijk het leverbare vermogen van het onderstation sterk uit te breiden. Op middellange termijn is het voordeliger om de groeiende belasting van de regio aan te sluiten op het onderstation Wiertz. Deze post was eerder reeds het onderwerp van investeringen – zie hoofdstuk 2 – die de groei van de belasting dienen op te vangen en is voorzien van een transformatie naar middenspanning die rechtstreeks wordt gevoed uit het 150 kV-net. In dit kader zal het conventioneel leverbare vermogen in het onderstation Napels in een eerste fase begrensd blijven tot het huidige niveau (25 MVA). De evolutie van het verbruik in de zone zal op termijn mogelijkerwijze aanleiding geven tot investeringen in het middenspanningsnet, die overheveling van bijkomende afname naar naburige posten mogelijk zullen maken. Met de betrokken distributienetbeheerders werd hierover reeds een akkoord bereikt. Op termijn zal de levensduur van de bestaande transformator 36/5 kV in het onderstation Napels overschreden worden en een vervanging door een 8

Zie hoofdstuk 2, voetnoot 6

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

35


transformator 36/11/5 kV zal worden doorgevoerd (25 MVA overbelastbaar). Op dat moment zal het conventioneel leverbaar vermogen in deze post stijgen tot 30 MVA en het zal in de toekomst onherroepelijk tot dit niveau beperkt blijven. Tabel 4.1: Indicatieve lijst van de reeds voorgestelde investeringen, gepland op lange termijn

Driver

Lokalisatie

Beschrijving van de versterking

Spanningsniveau

Versterking van het gewestelijk 36 kV-transmissie net Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten

Naples

Vervanging van een 36/6 kV (12 MVA) transformator door een 36/11/5 kV (25 MVA) transformator

36/11/5 kV

Versterking van de voeding van het 36 kV-net en het middenspanningsnet vanaf het 150 kV-net Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten

Pacheco

Nieuwe 50 MVA transformator in een bestaand station

150/11 kV

(Charles-Quint-Pacheco)

(Plaatsen van een kabel tussen Charles-Quint en Pacheco)

(150 kV)

4.1.1.2 Ontwikkeling van het net in het centrum van Brussel (Vijfhoek) Ter herinnering, de aanhoudende groei van de elektriciteitsconsumptie in het centrum van Brussel, en meer bepaald in de 36 kV poches Heliport-Molenbeek en Relegem-Schaarbeek, kondigt op termijn een verzadiging aan van het 36 kV net en van de transformatie naar middenspanning. Elia heeft derhalve in samenwerking met de betrokken distributienetbeheerder een langetermijnstudie gerealiseerd om de optimale ontwikkeling van deze poches te bepalen in een horizon van 15 jaar. De studie is gebaseerd op de vooruitzichten van de consumptie zoals meegedeeld door de distributienetbeheerder evenals op het geheel van geĂŻdentificeerde vervangingsnoden9. Het doel van deze studie was het bepalen van een optimale ontwikkelingspiste, die een oplossing biedt voor de verwachte beperkingen op middellange termijn op de netten 150 kV, 36 kV en op de transformatie naar middenspanning. De weerhouden oplossing bestaat uit twee luiken. Het eerste luik bestaat uit het openen van een nieuw transformatiestation 150 kV naar middenspanning in Heliport om de onderstations Monnaie en Botanique te ontlasten. Dit onderstation is in dienst sinds 2009 (zie hoofdstuk 2). Het tweede luik komt voort uit de globale analyse van de netten 150 kV en 36 kV rond het centrum van Brussel die resulteerde in twee bijkomende investeringspistes.

9

De vervangingsinvesteringen zijn het onderwerp van hoofdstuk 5 van voorliggend document.

36 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


Deelnet Buda-Schaarbeek Een nieuwe transformator 150/11 kV (50 MVA) zal geïnstalleerd worden in een op te richten 150 kV onderstation op de site van Charles-Quint. In een eerste fase zal deze worden gevoed door een kabel 150 kV komende van Schaarbeek. Later zal de voeding van deze post mogelijk worden versterkt door een kabel afkomstig van Woluwé (zie sectie 4.1.2.2). Deze investering wordt verder besproken in hoofdstuk 3 van dit investeringsplan en zal toelaten om zowel het net 36 kV van Schaarbeek tot het centrum van Brussel te ontlasten als de transformatie naar middenspanning in de onderstations van Voltaire, CharlesQuint en Scailquin. Versterking van de 11kV-voeding van het station Pacheco Deze investering bestaat erin een nieuwe 150/11 kV-transformator te installeren in het station Pacheco. Deze transformator zal rechtstreeks aangesloten worden op een ondergrondse 150 kV-kabel die vertrekt vanuit het station Charles-Quint. De ontwikkeling van een nieuwe 150/11 kV-voedingspunt geniet hier de voorkeur om extra investeringen in het 36 kV-net in de deelnetten HeliportMolenbeek en Relegem-Schaarbeek te vermijden. Het station Pacheco blijkt het meest geschikte station in termen van positie in het net, de locatie van het verbruik en de technische uitbreidingsmogelijkheden om de groeiende belasting die in deze zone wordt verwacht, op te vangen. Deze versterking van de transformatie naar middenspanning heeft een aanzienlijke impact op de infrastructuur in de omgeving en zal moeten gekaderd worden binnen de andere vastgoedprojecten die in de buurt van de Pachecolaan zullen worden uitgevoerd. De haalbaarheidsstudies die eerder door de regionale transmissienetbeheerder werden uitgevoerd, hebben de aandacht gevestigd op de noodzaak van een uitbreiding van het bestaande station Pacheco. Rekening houdend met het gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden naast de bestaande post (36kV, 11kV, 6kV), is het aannemelijk dat de post zal moeten worden verplaatst en geïntegreerd met de nieuwe post 150 kV in de kelder van één van de gebouwen van de toekomstige administratieve site. Bijgevolg zal de realisatie van deze investering verbonden zijn met de realisatie van de administratieve site, waarvan de verschillende vergunningen vooraf dienen te worden opgevraagd (o.a. BBP10, bouwvergunning).

4.1.2

NIEUWE INVESTERINGSPISTES Tabel 4.2 beschrijft uitvoerig de nieuwe indicatieve investeringspiste tot 2018 zoals ze werd gepresenteerd in het kader van het huidige Investeringsplan.

4.1.2.1 De versterking van de voeding in Zaventem Deze piste komt niet voort uit de identificatie van een nieuwe beperking in het net, maar uit de herziening van een oplossing die intussen achterhaald is vanwege het opduiken van nieuwe elementen die een nieuwe analyse van het probleem vereisten (zie sectie 4.1.3). 10

Bijzonder Bestemmingsplan.

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

37


Om tegemoet te komen aan de verbruiksvooruitzichten in de regio Zaventem, werd in de recentste publicaties van het Ontwikkelingsplan de noodzaak benadrukt om het regionale net 36kV in de zone te versterken. De oorspronkelijk gekozen oplossing bestond uit het versterken van de voeding van de zone Zaventem door het leggen van een kabel van 36 kV tussen de onderstations Zaventem en een op te richten transformatiestation 150/36 kV in Diegem11. Het verschijnen van nieuwe fundamentele elementen voor het uitwerken van een technisch en economisch optimale oplossing heeft evenwel vereist om de oorspronkelijke oplossing te herzien. In het bijzonder zijn de vooruitzichten van de elektriciteitsconsumptie in de regio ingrijpend veranderd waardoor het groeipotentieel zich meer in het noordoosten van Brussel concentreerde. Hierdoor werd de opening van een nieuw onderstation in Diegem minder pertinent. Er werden verschillende nieuwe pistes door Elia en de betrokken distributienetbeheerder bekeken en de huidige voorkeursoplossing voorziet in een eerste fase de aanleg van een 36 kV kabel tussen Woluwe en Zaventem. Deze zal toelaten om het vermogen van Woluwe naar Zaventem te voeren en zo een antwoord te bieden aan de aanhoudende dynamiek van de afname rond Zaventem. Als de vooruitzichten voor de consumptie het vereisen zal in een tweede fase een nieuw distributiestation worden geopend op een voorkeurslocatie zodat de zone die het grootste groeipotentieel voorstelt, wordt versterkt. Tabel 4.2: Indicatieve lijst van de nieuwe investeringen, gepland op lange termijn

Driver

Lokalisatie

Beschrijving van de versterking

Spanningsniveau

Versterking van het gewestelijk 36 kV-transmissie net Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten

Woluwe Zaventem

Nieuwe kabel

36 kV

Versterking van de voeding van het 36 kV-net en het middenspanningsnet vanaf het 150 kV-net Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten

(Charles-QuintWoluwe)

(Nieuwe kabel)

(150 kV)

4.1.2.2 Versterking van de poche Buda-Schaarbeek In het kader van de versterking van de poche Buda-Schaarbeek, zou de 150 kV voeding van de nieuwe 150 kV-post van Charles-Quint, die in de eerste fase enkel wordt verzekerd door de nieuwe 150 kV kabel Schaarbeek – CharlesQuint, kunnen worden versterkt door een tweede kabel komende van Woluwé.

11 Genoemd « Keiberg » in de vorige edities van het Investeringsplan.

38 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


4.1.3

INVESTERINGEN OP LANGE TERMIJN, NIET MEER VAN TOEPASSING De versterking van de voeding van Zaventem voorzag in de initiële oplossing de oprichting van een nieuw 36 kV onderstation, uitgerust met een transformator 150/36 kV in Diegem12, samen met het leggen van een 36 kV kabel tussen Diegem en Zaventem. Deze piste werd verlaten ten voordele van een andere oplossing (zie sectie 4.1.2). Tabel 4.3: Lijst van de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op lange termijn waren gepland en die niet meer van toepassing zijn

Driver

Lokalisatie

Beschrijving van de versterking

Spanningsniveau

Versterking van het gewestelijk 36 kV-transmissie net Herstructurering van de 36 kV-netten waarbij een configuratie in 36 kVdeelnetten, gevoed door drie 150/36 kV-transformatoren, wordt beoogd

(Deelnet Keiberg Woluwe Zaventem)

(Plaatsen van 36kV kabels tussen Keiberg en Zaventem)

(36 kV)

Versterking van de voeding van het 36 kV-net en het middenspanningsnet vanaf het 150 kV-net Herstructurering van de 36 kV-netten waarbij een configuratie in 36 kVdeelnetten, gevoed door drie 150/36 kV-transformatoren, wordt beoogd

(Station Keiberg)

(Nieuwe transformator 150/36 kV (125 MVA) in een nieuw station)

(150/36 kV)

4.2 BESCHRIJVING VAN HET NET TEGEN 2018 Figuur 4.2 hierna toont het gewestelijk transmissienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tegen 2018.

12 Genoemd « Keiberg » in de vorige edities van het Investeringsplan.

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

39


Figuur 4.2: Gewestelijk transmissienet Brussels Hoofdstedelijk Gewest op middellange termijn

40 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


5 Handhaving van de betrouwbaarheid van het bestaande 36 kV-net

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

41


42 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


De netbeheerder zorgt ervoor dat het bestaande net voldoende bedrijfszeker blijft, door degradatie van de infrastructuur te voorkomen. In die optiek heeft Elia een strategie ingevoerd om het risico op defecten zo goed mogelijk preventief te beheren. Deze strategie bestaat uit:  een preventief onderhoudsprogramma;  een beleid waarbij elementen met een verlaagde betrouwbaarheid worden vervangen.

5.1 HET PREVENTIEF ONDERHOUD VAN HET ELIA-NET De inspectie en het preventief onderhoud van installaties zijn georganiseerd volgens een frequentie die eigen is aan het type materieel. Bij de bepaling van de inhoud, de frequentie en de duur van interventies wordt getracht om twee doelstellingen op elkaar af te stemmen:  handhaving van de betrouwbaarheid van de installaties;  maximalisering van de beschikbaarheid van het materiaal, dit wil zeggen minimalisatie van het niet beschikbaar zijn van installaties ten gevolge van dergelijke interventies, daar zij tijdens deze periodes hun functie in het net niet kunnen vervullen. Om dit te bereiken, wordt het preventief onderhoud zodanig gepland dat:  De tijd noodzakelijk voor de interventies geminimaliseerd wordt;  De verschillende vereiste interventies op een installatie gegroepeerd worden zodanig dat de periode van niet beschikbaar zijn beperkt wordt. Het preventief onderhoud en inspecties maken eveneens de opvolging mogelijk van een reeks indicatoren die een beeld geven van de werkingsstaat en de ouderdom van de verschillende netelementen, op korte of op middellange termijn, waaronder meer bepaald:  de opvolging van de transformatoren, die bestaat uit een periodieke analyse van de olie die ze bevatten: die analyse heeft tot doel een verzwakking en/of andere werkingsproblemen van de transformatoren op te sporen; ze geeft, indien nodig, aanleiding tot: - een meer nauwgezette opvolging van de transformator(en) in kwestie; - interventies op verzwakte transformator(en); - de vervanging van gebrekkige transformator(en);  voor de kabels baseert het onderzoek zich op het aantal en de frequentie van de storingen die zich in de loop van de voorbije 10 jaren hebben voorgedaan: dit onderzoek levert een kabelkwaliteitsindicator op en resulteert eventueel in hun gedeeltelijke of volledige vervanging;  een meting van de contactweerstanden, van de uitschakeltijd en van de uitschakelsynchronisatie van de drie polen van de vermogenschakelaars; deze meting vindt plaats tijdens het onderhoud ervan, dat, afhankelijk van het type, om de drie tot vijf jaar wordt gepland: in geval van anomalie worden ze bijgeregeld;  de beveiligingen die eveneens onderzocht worden tijdens elk onderhoud en tijdens incidentenanalyses: de opvolging van de werkingsgebreken (niet of ontijdig werkende beveiligingen) leidt tot een classificatie van de elementen met een verminderde betrouwbaarheid volgens de te ondernemen acties:  buitendienststelling en onmiddellijke vervanging;  zo snel mogelijke vervanging, gepland in functie van de snijdingsmogelijkheden van de netelementen;  vervanging tijdens het onderhoud of een gepland project.

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

43


5.2 HET VERVANGINGSBELEID VAN ELIA De netbeheerder zorgt ervoor dat het bestaande net voldoende bedrijfszeker blijft, door veroudering van de infrastructuur te voorkomen. Deze doelstelling zet Elia ertoe aan om installaties te vervangen waarvan de betrouwbaarheid niet meer aan deze vereiste voldoet.

5.2.1

NODEN EN PRIORITEITEN VAN DE VERVANGINGEN Met het oog op een doeltreffend beheer van het net, heeft Elia een methodologie ontwikkeld om de behoeften en de prioriteiten met betrekking tot vervangingen van netelementen op te stellen: een methodologie voor de verbindingen en een methodologie voor de stations. Zij hebben tot doel de installaties te bepalen waar interventies prioritair zijn in functie van het belang der werken, het risico van defect en het belang van de installatie. Deze benadering houdt rekening met tal van parameters, waarvan sommige kwalitatief zijn en de expertise weergeven die binnen de onderneming werd opgebouwd (bijvoorbeeld specifieke omstandigheden in bepaalde stations of in het net). De beschouwde relevante factoren zijn meer bepaald:  Indicatoren van de graad van veroudering van het materiaal, geëvalueerd op basis van de resultaten van de inspecties en preventief onderhoud of specifieke audits;  De historiek van de geconstateerde incidenten op het materiaal in het verleden;  De technologie van het materiaal, zijn constructieve kenmerken;  De leeftijd van het materiaal en zijn levensduur;  De beschikbaarheid van reservestukken;  Het strategische belang van de elementen in het net;  De opgebouwde expertise betreffende het materiaal. Deze aanpak combineert de bepaling van de vervangingsnoden en prioriteiten, de modellering met de vaststellingen op het terrein en de opgebouwde expertise binnen Elia.

5.2.2

VERVANGINGSINVESTERINGEN De resultaten van de methode toegelicht in sectie 5.2.1, hebben geleid tot de identificatie van de vervangingsnoden in het net van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze investeringen kunnen volgens hun doel ingedeeld worden. Het gemeenschappelijke doel van deze investeringen is de handhaving van de betrouwbaarheid van het bestaande net.

44 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


Vervanging van de beveiligingen De beveiligingen, waarvan het betrouwbaarheidsniveau niet meer voldoende is, worden vervangen. Nieuwe beveiligingssystemen worden in synergie met versterkingsprojecten geplaatst. Indien de vervanging van de bestaande beveiliging echter dringend is, kan een specifiek project voor de vervanging van deze specifieke installaties gelanceerd worden. Indien het onmogelijk is om wisselstukken voor deze installaties te verkrijgen, wordt het gerecupereerde materiaal na vervanging gebruikt als reserve voor andere stations. Vervanging van vermogenschakelaars Ten gevolge van de ontwikkeling van het net (het aanleggen van kabels met een lage impedantie, toename van de vermaasheid van het net), is het totale kortsluitvermogen toegenomen. Vermogensschakelaars waar het onderbrekingsvermogen mogelijk onvoldoende is, worden vervangen ofwel in het kader van een versterkingsproject ofwel in een specifiek project. De vervanging van materiaal waarbij oude door nieuwe technologie wordt vervangen, resulteert in een grotere betrouwbaarheid, minder onderhoud en soms meer mogelijkheden voor snijdingen. Vervanging van transformatoren De transformatoren waarvan de leeftijd de technische levensduur bereikt, worden vervangen. Een alternatieve oplossing voor deze vervangingen, zoals de installatie van een transformator in ĂŠĂŠn station om de vervanging van een transformator in een andere post te vermijden, kan uitgevoerd worden, als dat optimaal blijkt. Schakelfoutbeveiligingen Een schakelfoutbeveiliging, is een uitrusting die het mogelijk maakt om het risico op een foutieve handeling sterk te verminderen tijdens topologische veranderingen ten gevolge van de in- en uitdienstname van de installaties voor onderhoud. In het verleden werd het regionale transmissienet niet op systematische wijze van dit type uitrusting voorzien. Enerzijds dragen de schakelfoutbeveiligingen bij tot de fysieke veiligheid van de bedieners. Anderzijds dragen deze installaties bij tot de betrouwbaarheid van de bevoorrading door het aantal fouten te verminderen die een onderbreking van voeding tot gevolg hebben. Deze schakelfoutbeveiligingen worden in alle nieuwe velden geplaatst evenals in bestaande velden wanneer er belangrijke werkzaamheden plaatsvinden in de stations. Verbetering van de telecontrole De telecontrole bestaat uit de bediening en de signalisatie van de installaties in de hoogspanningsstations.

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

45


De vroeger geplaatste installaties laten niet altijd toe om individuele of gedetailleerde informatie te verkrijgen. De verkregen informatie en de beschikbare bedieningen op afstand zijn bijgevolg soms ontoereikend om op een volledige diagnose te stellen van de waargenomen anomalieën in de controlecentra. Bijgevolg moet een persoon ter plaatse gestuurd worden om de situatie te analyseren en de nodige beslissingen te nemen. De afwezigheid van een telecontrole, kan dus leiden tot een vertraging in het herstel van de voeding van de verbruikers na een incident. De installatie van telecontroles verhoogt de kwaliteit en de kwantiteit aan informatie en beschikbare bedieningen. Zij draagt bij tot de betrouwbaarheid van de bevoorrading door het verminderen van de restitutietijd waarmee deze installaties hebben af te rekenen na een incident. Deze voorzieningen worden geïnstalleerd wanneer er belangrijke werkzaamheden in de stations plaatsvinden. Vernieuwing van middenspanningscabines De middenspanningscabines vallen nagenoeg volledig onder de bevoegdheid van de distributienetbeheerders. Om betrouwbaarheidsredenen of veiligheid, kunnen de distributienetbeheerders besluiten om hun bestaande middenspanningsinstallaties te vervangen door modernere installaties. De regionale transmissienetbeheerder zal de dynamiek geïnitieerd door de distributienetbeheerder volgen en de cellen in zijn beheer vernieuwen: de aankomstcellen van de transformatoren naar middenspanning. Vernieuwing hoogspanningsverbindingen De hoogspanningsverbindingen, die het eind van hun technische levensduur bereikt hebben, worden vernieuwd. Een alternatieve oplossing, zoals de reorganisatie van het net om een totale renovatie van een verbinding te vermijden, kan uitgevoerd worden indien dit optimaal blijkt.

5.2.3

SYNERGIEEN EN OPPORTUNITEITEN Met het oog op schaalvoordelen, wordt er gezocht naar synergieën tussen versterkings- en vervangingsinvesteringen. Dientengevolge wordt voor de installaties die betrokken zijn in versterkingsprojecten systematisch overgegaan tot de vervanging van de uitrustingen die door hun toestand de betrouwbaarheid van het net niet meer kunnen garanderen. Specifieke projecten kunnen echter worden overwogen indien de dringendheid van de werken dit vereist. Deze benadering veronderstelt een flexibele planning van de vervangingsinvesteringen. Overigens, bepaalde vervangingsinvesteringen werden al vermeld in de hoofdstukken 3 en 4 van dit plan, die zijn gewijd aan de versterkingen. De stijging van het vermogen van het standaardmaterieel brengt immers met zich mee dat de vervanging van kabels en transformatoren vaak gepaard gaat met een verhoging van de capaciteit. Deze investeringen zijn derhalve ook hernomen in het kader van de versterking van het regionaal transportnet.

46 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


5.3 UITVOERING VAN DE VERVANGINGSINVESTERINGEN 5.3.1

VERVANGINGSINVESTERINGEN GEPLAND TOT EN MET 2012 Het beleid met betrekking tot de vervangingsinvesteringen uiteengezet in sectie 5.2 heeft geleid tot de investeringen die worden weergegeven in deze sectie. Tabel 5.1 geeft per beleid een huidige stand van zaken aangaande de vervangingsinvesteringen weerhouden in het kader van dit plan, die uitgevoerd zullen worden tot en met 2012. De renovatieprojecten, geïdentificeerd tegen 2012 in het kader van het Investeringsplan 2010-2017, blijven van toepassing. Het merendeel van de investeringen die werden voorzien voor het eind van 2012 blijven gepland voor dezelfde datum als aangekondigd in het voorgaande plan. Bepaalde investeringen hebben echter enige vertraging opgelopen, voornamelijk omwille van het nastreven van synergie met de versterkingsprojecten. Het is belangrijk te onderlijnen dat de nieuwe planning van deze investeringen op geen enkele manier het doel van betrouwbaarheid in gevaar brengt zoals wordt nagestreefd door de ontwikkeling van het regionaal transportnet van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Tabel 5.1: Uitvoering van de vervangingsinvesteringen aangekondigd tegen 2012

Lokalisatie van het

Vervangingsbeleid

Indienstelling

36 kVstation

Vervangen van

Vervangen van

Installatie van schakelfout-

Verbetering van

Renoveren van middenspanning

vermogenschakelaars

beveiliging

beveiligingen in 36 kV cellen van

telecontrole

scabines

Datu m

Status

2010

Gerealiseerd

het open type Elan

x

Centenaire

2012

Gepland

Schols

x

x

x

x x

2010

Gepland

Pacheco

x

2013

Gepland

Voltaire

x

2011

Gepland

Volta

x

2010

Gepland

Point-Ouest

x

2010

Gepland13

Elsene

x

x

x

x

2010

Gepland

Essegem

x

x

x

x

2010

Gepland

Héliport

x

x

x

x

2009

Gerealiseerd

Botanique

x

x

x

x

2011

Gepland

Synergie met de versterkingsprojecten De renovatie van de middenspanningscabine Pacheco is uitgesteld tot 2013, na overleg met de betrokken distributienetbeheerder. De werken zullen worden uitgevoerd in synergie met de installatie van een nieuwe transformator 150/11 kV van 50 MVA (zie sectie 4.1.1.2). Zoals uitgelegd in deze sectie moeten de werken geïntegreerd worden in de vastgoedprojecten die al gepland zijn voor de

13 Vervangingen uitsluitend gerelateerd aan middenspanningsinfrastructuur.

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

47


omgeving van de Pachecolaan aangezien er voorzien wordt om de netinfrastructuur van het onderstation Pacheco in de kelderverdieping te installeren van een gebouw op deze administratieve site. Rekening houdend met de door de aannemers geschatte termijnen zullen de werken niet kunnen beëindigd worden voor 2013.

5.3.2

VERVANGINGSINVESTERINGEN OP LANGE TERMIJN De vervangingen die reeds in het Investeringsplan 2010-2017 waren geïdentificeerd blijven van toepassing. Bepaalde vervangingen lijden evenwel vertraging omwille van organisatorische redenen. Zo zal de renovatie van het onderstation Dhanis, voorzien voor 2012 in het vorige investeringsplan, slechts gerealiseerd kunnen worden tegen 2013. De distributienetbeheerder die nu al aanwezig is op de site moet immers voorafgaandelijk de eigen middenspanningsinstallaties vernieuwen, wat gepland staat voor 2012. Tabel 5.2 geeft de indicatieve vervangingspistes die op lange termijn worden voorgesteld. Tabel 5.2: Indicatieve vervangingspistes op lange termijn

Lokalisatie van het 36 kVstation

Dhanis

Vervangingsbeleid

Indienststelling

Vervangen van

Vervangen van

Installatie van schakelfout-

Verbetering van

Renoveren van middenspannings

vermogenschakelaars

beveiliging

beveiligingen in 36 kV cellen van het open type

telecontrole

cabines

x

x

x

Buda

x x

x

Datum

Status

2013

Gepland

x

-

Uitgesteld Gepland

Americaine

x

x

x

x

2013

Monnaie

x

x

x

x

2015

Point-Ouest

x

x

x

x

2014

Gepland 14

Gepland

5.4 OPVOLGING VAN DE TOEPASSING VAN DE VERVANGINGSPOLITIEK Deze paragraaf beschrijft hoe de mate van veroudering van het Brusselse 36 kV net en van de 150 kV injecties naar dit net, wordt opgevolgd in het licht van de toegepaste vervangingspolitiek. De weerhouden indicator is de relatieve leeftijd, wat voor iedere installatie inhoudt dat de werkelijke leeftijd wordt vergeleken met de theoretisch maximaal haalbare leeftijd. Op vandaag bedraagt de gemiddelde relatieve leeftijd van het Brusselse net 57%, wat equivalent is aan de stelling dat gemiddeld gesproken, een uitrusting die deel uitmaakt van het Brusselse net reeds 57% van zijn levensduur heeft opgebruikt.

14 Vervanging van de 36 kV infrastructuur.

48 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


In geval geen vervangingen zouden worden doorgevoerd, geven de voorspellingen aan dat deze gemiddelde relatieve leeftijd tegen 2012 zou zijn opgelopen tot 61%. Figuur 5.3: Evolutie van de gemiddelde relatief leeftijd van de installaties op het Brusselse gewestelijke net

De vervangingsprojecten die in Brussel worden gepland op de termijn 20102012, dragen bij aan een vertraging van de veroudering van de installaties. Rekening houden met de vervangingsinvesteringen die op vandaag reeds worden voorzien, schatten we dat de gemiddelde relatieve leeftijd in 2010 en 2012 respectievelijk zal worden teruggebracht tot 52% en 54%. Met andere woorden, met de investeringen die op vandaag worden gepland, zullen we de gemiddelde relatieve leeftijd van de uitrustingen die deel uit maken van het regionale transport net in 2012 verlagen in vergelijken met 2010 (54% t.o.v. 57%). Het wordt aangeraden om de vooruitzichten zoals hier beschreven met de nodige voorzichtigheid te analyseren. Ze houden immers enkel rekening met de vervangingen die momenteel reeds worden voorzien.

5.5 SAMENVATTING VAN DE UITVOERING VAN HET ONDERHOUDSBELEID Figuur 5.4 geeft een overzicht van de uitvoering van het vervangingsbeleid tegen 2012.

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

49


Figuur 5.4: Uitvoering van het instandhoudingbeleid tegen 2012 (Investeringen reeds gepland in vorige Investeringsplannen)

50 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


6 Bescherming van het leefmilieu

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

51


52 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


Bij werken in de bestaande stations en bij alle nieuwe installaties worden alle nodige maatregelen genomen om het milieu-effect van onze installaties te beperken, meer bepaald voor wat betreft:  geluidshinder;  vervuiling van de bodem en het grondwater;  visuele hinder;  PCB15. Voor elk van die vier milieudomeinen bestaat een beleidsplan dat werd beschreven in bijlage bij hoofdstuk 9 van het Investeringsplan 2006-2013. Bovendien respecteren al onze projecten de nieuwe Brusselse bodemwetgeving, welke inhoudt dat de bodem in een aantal risicosites16 dient te worden geanalyseerd alvorens uitgravingswerken aan te vangen.

6.1 TOEPASSING VAN DE MILIEUBELEIDSPLANNEN Tabel 6.1 toont aan hoe ver de milieumaatregelen zijn gevorderd die in het kader van de vorige Investeringsplannen gepland waren. In de onderstations Elan en Elsene zal de uitvoering van de voor die stations geplande investeringen worden afgestemd op de milieubeleidsplannen. Die investeringen zijn opgenomen in het hoofdstuk 2 van dit document. Dezelfde werkwijze geldt voor het station Schaarbeek waar de vervanging van 4 transformatoren door 2 transformatoren met een zwak geluidsniveau tot een vermindering van de geluidshinder leidt. In 2008 is in Sint-Agatha-Berchem een transformator preventief vervangen. De oude transformator gaf een risico op het lekken van olie met een potentiële impact op bodemverontreiniging.

15 Familie van organische verbindingen, "polychloorbifenyls" genaamd. Wat betreft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, werden alle installaties die PCBs bevatten verwijderd of schoongemaakt volgens de vereisten zoals neergeschreven in de wetgeving. 16

Sites die zijn opgenomen in de Brusselse inventaris van de bodemstaat onder categorie 0, wat inhoudt dat het perceel mogelijk vervuild is (dus inclusief diegene waar zich een risico-acitiviteit voltrekt)

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

53


Tabel 6.1: Uitvoering van het aangekondigde milieubeleid tegen 2012

Milieubeleid

Lokalisatie van het station

Beperkende maatregel

Indienstelling Status

Datum

2010

Beleid tot het beperken van geluidshinder Elsene

Vervangen van één transformator

Gepland

Elan

Nieuwe transformator met zwak geluidsniveau

Uitgesteld

Schaarbeek

Vervanging van 4 transformatoren door 2 transformatoren met een zwak geluidsniveau

Gepland

2012

Gerealiseerd

2008

Beleid tot het verhinderen van vervuiling van bodem en grondwater Sint-Agatha-Berchem

Vervangen van één transformator

Beleid tot het beperken van visuele impact Algemeen toegepast in de investeringsprojecten

Beleid tot het verwijderen van PCB-houdende uitrustingen Toegepast volgens het plan dat op 17 december 1999 aan het BIM werd bezorgd en volgens de briefwisseling in verband daarmee

6.2 SAMENVATTING VAN DE UITVOERING VAN DE KRACHTLIJNEN VEN HET MILIEU BELEID Figuur 6.2 geeft een overzicht van de uitvoering van de milieubeleidslijnen tegen 2012.

54 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


Figuur 6.2: Uitvoering van milieubeleidslijnen tegen 2012

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 september 2010

55


56 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


7 Doelstellingen inzake bevoorradingszekerheid

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010

57


58 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


7.1 DE INDICATOREN INZAKE BEVOORRADINGSZEKERHEID Op internationaal niveau worden de volgende betrouwbaarheidsindicatoren gehanteerd:  frequentie van de onderbrekingen in de elektriciteitsvoorziening of Average Interuption Frequency (AIF): het gemiddelde aantal onderbrekingen per verbruiker per jaar;  gemiddelde duur van de onderbrekingen in de elektriciteitsvoorziening of Average Interuption Duration (AID): het gemiddelde aantal minuten per onderbreking;  gemiddelde totale duur van de onderbrekingen in de elektriciteitsvoorziening of Average Interuption Time (AIT): het gemiddelde aantal minuten onderbreking per verbruiker per jaar. Het gewestelijk transportnet in Brussel is een relatief klein transmissienet. Het net bestond in 2009 slechts uit 314 km ondergrondse kabel en 56 koppelpunten met rechtstreekse klanten of distributienetbeheerders. Daardoor is er reeds een grote impact op de betrouwbaarheidsindicatoren wanneer de elektriciteitsvoorziening voor een afnamepunt wordt onderbroken. Daarnaast is er een laag aantal incidenten (grootteorde 10 tot 15 per jaar). Het aantal onderbrekingen, de duur en het onderbroken vermogen varieert van jaar tot jaar zodat er grote schommelingen ontstaan in de betrouwbaarheidsindicatoren. Jaarlijkse statistieken van het aantal incidenten zijn om deze reden weinig representatief. Het is dus niet aangewezen jaarlijkse betrouwbaarheidsindicatoren te gebruiken voor een objectieve meting van de evolutie van de bevoorradingszekerheid in het gewestelijk transmissienet in Brussel. De indicatoren zijn dan ook louter indicatief te beschouwen. Om deze redenen hanteert Elia de jaarlijkse kwaliteitsparameters niet om er vervangingspolitieken of investeringen uit te bepalen. De beperkte statistische relevantie van incidenten sluit echter niet uit dat specifieke incidenten problemen met bepaalde types materiaal aan het licht kunnen brengen. Elia onderwerpt elk incident aan een grondige analyse om er de nodige gevolgen aan te geven. Zo kunnen incidenten toch leiden tot bepaalde algemene politieken met betrekking tot vervangingen of investeringen.

7.2 RICHTWAARDE VAN DE INDICATOREN INZAKE BEVOORRADINGSZEKERHEID Elia ontwikkelt, onderhoudt en exploiteert het gewestelijk transmissienet van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest teneinde dit te handhaven op het gemiddelde betrouwbaarheidsniveau van het verleden zoals vermeld in het Investeringsplan 2006-2013. De jaarlijkse richtwaarden van deze indicatoren zijn:  frequentie van de onderbrekingen (AIF): 0,30/verbruiker;  gemiddelde duur van de onderbrekingen (AID): 58 min/onderbreking;  gemiddelde totale duur van de onderbrekingen (AIT): 17,94 min/verbruiker.

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010

59


Figuur 7.1 toont de jaarlijkse richtwaarden van de AIF, AID en AIT in vergelijking met de gerealiseerde waarden voor de voorbije 7 jaar. Figuur 7.1: Betrouwbaarheidsindicatoren

60 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


Besluiten en uitvoering van het Investeringsplan

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010

61


62 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


Het huidig Investeringsplan is gebaseerd op hypotheses waarvan de methodologie werd toegelicht in het kader van het Investeringsplan 2006-2013. Ter herinnering, deze hypotheses zijn gebaseerd op een macro-energetisch referentiekader en op de vooruitzichten van verbruik en plaatselijke productieeenheden die jaarlijks bij de netgebruikers worden verzameld. Deze laatsten wegen zwaar door in het Investeringsplan want de ontwikkeling van het 36 kV net wordt hoofdzakelijk beïnvloed door de evolutie en de locatie van het plaatselijk verbruik en de gedecentraliseerde productie.

NETVERSTERKINGEN Het Investeringsplan 2011-2018 beschouwt 2 termijnen. De korte termijn die loopt tot en met eind 2012 en de periode op langere termijn, in dit plan eindigend op 1 januari 2018. De hoofdstukken 2, 3 en 4 beschrijven de netversterkingen op korte en lange termijn. Voor de korte termijn wordt de stand van zaken gegeven van reeds gekende investeringen. De planning van de investeringen, zoals toen aangekondigd, blijft van toepassing. Tegelijkertijd worden de investeringspistes op middellange termijn bevestigd zoals ze in de vorige edities van het investeringsplan werden voorgesteld. Voor de lange termijn werden investeringstrajecten ontwikkeld op basis van meer doorgedreven netstudies van het regionaal transmissienet van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die door Elia werden verwezenlijkt in overleg met de distributienetbeheerder. Deze pistes worden besproken in hoofdstuk 4.

PROJECTEN INZAKE DE BETROUWBAARHEID VAN HET BESTAANDE NET Om het 36 kV-net voldoende bedrijfszeker te houden door het voorkomen van degradatie van de infrastructuur, heeft Elia een strategie ontwikkeld om het risico op defecten zo goed mogelijk te beheersen. Deze strategie bestaat uit:  een programma van preventief onderhoud;  een beleid voor de vervanging van elementen met een verlaagde betrouwbaarheid. De inspectie en het preventief onderhoud van installaties zijn georganiseerd volgens een frequentie die eigen is aan het type materieel. Op basis van dit onderhoud en deze inspecties wordt een serie indicatoren opgevolgd die de werkingstaat en de ouderdom van verschillende netelementen op korte of op lange termijn weergeven. Met het oog op een doeltreffend beheer van het net, wordt het vervangingsbeleid voor elementen met een verminderde betrouwbaarheid ondersteund door twee modellen: een methodologie voor de verbindingen en voor de stations. Zij hebben als doel de installaties te bepalen waarin interventies prioritair zijn in functie van het belang van de werkzaamheden, het risico van defect en het belang van de installatie.

I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010

63


De geïmplementeerde aanpak voor de bepaling van de vervangingsnoden en prioriteiten, combineert modellering met de vaststellingen op het terrein en de opgebouwde expertise binnen Elia. Hoofdstuk 5 van dit plan biedt een inzicht in de politiek voor het behouden van de betrouwbaarheid van het net en geeft een stand van zaken. Dit wordt aangevuld met een globale verwachtingsanalyse van de veroudering van het regionale net, rekening houdend met de vervangingen die op vandaag zijn gepland. De verwachtingen tonen aan dat de onderhoudspolitiek de gemiddelde leeftijd van de uitrustingen die deel uitmaken van het net, verlaagt.

PROJECTEN TER BESCHERMING VAN HET LEEFMILIEU Hoofdstuk 6 stelt de investeringen voor ter bescherming van het leefmilieu. De toepassing van de maatregelen wordt in veel gevallen afgestemd op andere investeringen die gepland zijn. In andere gevallen kunnen vervangingen of investeringen worden uitgevoerd, los van reeds geplande werken. Dezelfde maatregelen worden genomen in het kader van elke nieuwe installatie.

DOELSTELLINGEN OP HET GEBIED VAN DUURTIJD VAN DEFECTEN, STORINGEN OP HET NET Op internationaal vlak worden de volgende betrouwbaarheidsindicatoren gehanteerd:  frequentie van de onderbrekingen in de elektriciteitsvoorziening: aantal onderbrekingen per verbruiker per jaar;  gemiddelde duur van de onderbrekingen in de elektriciteitsvoorziening: aantal minuten per onderbreking;  gemiddelde duur van de onderbrekingen in de elektriciteitsvoorziening: aantal minuten per verbruiker per jaar. Rekening houdend met de beperkte grootte van het regionaal transportnet zijn deze statistische gegevens echter niet veelbetekenend zodat ze met omzichtigheid geïnterpreteerd dienen te worden. Daarom wordt de bepaling van de vervangingsnoden slechts in beperkte mate gebaseerd op de analyse van deze indicatoren en veeleer op de diepgaande analyse van ieder incident op het gewestelijke net. Elia ontwikkelt, onderhoudt en exploiteert het gewestelijk transmissienet van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest teneinde dit te handhaven op het gemiddelde betrouwbaarheidsniveau van het verleden zoals vermeld in het Investeringsplan 2006-2013. Hoofdstuk 7 geeft hierover duiding en expliciteert de louter indicatieve waarde van deze indicatoren. Tevens wordt er een vergelijking gemaakt tussen de richtwaarde en de waarde van de voorbije jaren van de indicatoren.

64 I Investeringsplan Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2011 – 2018 I 15 September 2010


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.