2
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
3
4
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
INHOUDSOPGAVE
Inleiding
9
VOORWERP
11
WETTELIJKE CONTEXT
11
VIER PIJLERS AAN DE BASIS VAN DE ONTWIKKELING VAN HET ELEKTRICITEITSNET: ZEKERHEID VAN BEVOORRADING, DUURZAME ONTWIKKELING, MARKTWERKING EN ECONOMISCH OPTIMUM
12
ALGEMENE PRINCIPES VAN HET “INVESTERINGSPLAN”
13
1
17
Basisprincipes van het investeringsbeleid van Elia
1.1 INVESTERINGSBELEID IN HET DISTRIBUTIENET VAN HET VLAAMSE GEWEST
19
1.1.1 Investeringen verbonden met de herstructurering van de 36 kVnetten 19 1.1.2 Algemeen beleid voor het ontwikkelen van het 70 kV-net 20 1.1.3 Belastingsoverdrachten van de spanningsniveaus 70 tot 30 kV naar 150 kV 20 1.1.4 Investeringen door het stijgende verbruik in de middenspanningsnetten (versterking van de transformatiecapaciteit naar middenspanning) 21 1.1.5 Investeringen door het stijgende verbruik in de middenspanningsnetten (versterking in het distributienet 70-30 kV) 21 1.1.6 Aansluiting decentrale productie-eenheden 21
1.2 BELEID BETREFFENDE 26 KV-NETTEN
22
1.3 SLIMME NETTEN
23
2
25
Referentie- distributienet
2.1 BESCHRIJVING VAN DE VERSTERKINGEN
27
2.1.1 Investeringen die op dit moment gepland zijn 2.1.2 Investeringen die reeds waren uitgesteld in het Investeringsplan 2009-2012 2.1.3 Investeringen die worden uitgesteld in dit Investeringsplan
27 30 32
2.2 GRAFISCH OVERZICHT VAN DE LOPENDE VERSTERKINGEN
32
3
37
Versterking van het distributienet tot en met 2013
3.1 HET ELEKTRICITEITSNET AFSTEMMEN OP DE PRODUCTIE- EN 39
VERBRUIKSNIVEAUS
3.2 DIAGNOSE VAN DE KNELPUNTEN EN DEFINITIE VAN DE VERSTERKINGSSCENARIO'S
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
39
5
3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6
Regio Rijkevorsel - Hoogstraten - Meer Wilrijk, Schelle Dorp en Zurenborg Flora – Merelbeke Ruien Mercatorlaan (Oostende) De problematiek van decentrale productie in het Vlaams Gewest
3.3 HAALBAARHEIDSONDERZOEK 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4
4
Technische uitvoerbaarheid Beperkingen betreffende ruimtelijke ordening Realisatieplanning Grafisch overzicht van de voorgestelde versterkingen tegen 2013
Versterking van het distributienet op middellange termijn
4.1 BESCHRIJVING VAN DE VERSTERKINGEN
41 41 41 42 42 42
44 44 44 44 44
49 51
4.1.1 Geplande investeringen op middellange termijn die reeds in vorige investeringsplannen zijn vermeld 51 4.1.2 Geplande investeringen op middellange termijn die in dit plan worden voorgesteld 53 4.1.3 Investeringen op middellange termijn, niet meer van toepassing 54
4.2 GRAFISCH OVERZICHT VAN DE VOORGESTELDE VERSTERKINGEN OP MIDDELLANGE TERMIJN
5
Besluit en uitvoering van het investeringsplan
6
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
54
59
LIJST VAN Tabel 2.1: Tabel 2.1: Tabel 2.2:
TABELLEN EN FIGUREN
Lijst van de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op korte termijn waren voorzien en nog steeds zijn gepland
28
Lijst van de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op korte termijn waren voorzien en nog steeds zijn gepland (vervolg)
29
Lijst van de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op korte termijn waren voorzien en in de vorige Investeringsplannen werden uitgesteld op middellange termijn 30
Tabel 2.2:
Lijst van de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op korte termijn waren voorzien en in de vorige Investeringsplannen werden uitgesteld op middellange termijn (vervolg) 31
Tabel 2.3:
Lijst van de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op korte termijn waren voorzien en die in dit Investeringsplan worden uitgesteld op middellange termijn
32
Figuur 2.4: Referentienet Vlaanderen 2011
33
Figuur 2.4: Referentienet Vlaanderen 2011 - Detail A
34
Figuur 2.4: Referentienet Vlaanderen 2011 - Detail B
35
Figuur 2.4: Referentienet Vlaanderen 2011 - Detail C
36
Tabel 3.1:
40
Lijst van de tot en met 2013 geplande investeringen
Figuur 3.2: Elektriciteitsnet Vlaanderen 2013
45
Figuur 3.2: Elektriciteitsnet Vlaanderen 2013 - Detail A
46
Figuur 3.2: Elektriciteitsnet Vlaanderen 2013- Detail B
47
Figuur 3.2: Elektriciteitsnet Vlaanderen 2013 - Detail C
48
Tabel 4.1:
Lijst van de investeringen op middellange termijn die al in vorige Investeringsplannen voorgesteld werden
52
Tabel 4.2:
Lijst van de nieuwe op middellange termijn voorgestelde investeringen
53
Tabel 4.3:
Lijst van de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op middellange termijn waren gepland en die niet meer van toepassing zijn 54
Figuur 4.4: Elektriciteitsnet Vlaanderen op middellange termijn
55
Figuur 4.4: Elektriciteitsnet Vlaanderen op middellange termijn - Detail A
56
Figuur 4.4: Elektriciteitsnet Vlaanderen op middellange termijn - Detail B
57
Figuur 4.4: Elektriciteitsnet Vlaanderen op middellange termijn - Detail C
58
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
7
8
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
Inleiding
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
9
10
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
VOORWERP Het Investeringsplan 2010-2013 heeft betrekking op de netten van 70 kV en lager in het Vlaams Gewest waarvoor Elia door de Vlaamse overheid is aangesteld als distributienetbeheerder. Het Investeringsplan 2010-2013 betreft de periode van 1 januari 2010 tot 31 december 2013.
WETTELIJKE
CONTEXT
De openstelling van de elektriciteitsmarkt werd ingeluid door de Richtlijn 96/92/EG van het Europese Parlement en van de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne elektriciteitsmarkt. Deze Richtlijn bevatte beknopte, basisverplichtingen voor distributienetbeheerders, die relevant zijn voor hun investering in de ontwikkeling van hun netten. Deze richtlijn werd op 1 juli 2004 opgeheven en vervangen door richtlijn 2003/54/EG van het Europese Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne elektriciteitsmark. De richtlijn 2003/54 heeft deze verplichtingen aangevuld door naast de netontwikkeling tevens de koppeling met andere netten voorop te stellen, alsmede de zorg dat het net op lange termijn kan voldoen aan een redelijke vraag naar distributie van elektriciteit. Deze richtlijnen werden in het Vlaams Gewest omgezet door het decreet van 17 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, zoals van tijd tot tijd aangepast (“het Elektriciteitsdecreet”) en de uitvoeringsbesluiten ervan. Deze twee richtlijnen 96/92/EG en 2003/54/EG bepalen dat de netbeheerder instaat voor de exploitatie, het onderhoud en de ontwikkeling van het net. De nieuwe Europese regelgeving zal de wettelijke context in de elektriciteitssector in 2010-2011 wijzigen. Op 13 juli 2009 werd de richtlijn 2009/72 betreffende de gemeenschappelijke regels voor de interne elektriciteitsmarkt goedgekeurd. Deze richtlijn dient te worden omgezet tegen 3 maart 2011 en zal vanaf dan tevens de richtlijn 2003/54 vervangen. Daarnaast zijn er ook nog de verordeningen die een rechtstreekse werking hebben: • Verordening (EG) nr.714/2009 van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit; L211/15, van 14/08/2009 • Verordening (EG) nr.713/2009 van 13 juli 2009 tot oprichting van een agentschap voor de samenwerking tussen energie regulators, L211/1, van 14/08/2009.
Tot slot zal ook rekening dienen te worden gehouden met de Richtlijn 2009/28/EG van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen. Deze richtlijn bevat eveneens bepalingen die een impact zullen hebben op de ontwikkeling van de elektriciteitsnetwerken. De bevoegdheid van de distributienetbeheerder inzake de exploitatie, het onderhoud en de ontwikkeling van het net is neergeschreven in artikel 7 van het
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
11
Elektriciteitsdecreet en artikel 12 van het Besluit van de Vlaamse regering van 15 juni 2001 met betrekking tot de distributienetbeheerders voor elektriciteit. In uitvoering van de artikelen 8 en 14 van het Elektriciteitsdecreet heeft de VREG een Technisch Reglement Distributie Elektriciteit (“Technisch Reglement”) vastgelegd. Dit document legt de principes vast voor het beheer van en de toegang tot het distributienet. Het Technisch Reglement van 4 december 2009 werd goedgekeurd door de Vlaamse Minister bevoegd voor het Energiebeleid bij Ministerieel Besluit van 21 januari 2010 (Belgisch Staatsblad 18 februari 2010). Door de publicatie in het Belgisch Staatsblad trad het reglement in werking. Het Technisch Reglement belast de distributienetbeheerder met het opstellen van het investeringsplan. De praktische modaliteiten van het Investeringsplan zijn vastgelegd in “Deel II Planningscode–Hoofdstuk II.1 InvesteringsplanAfdeling II.1.1 Inhoud en planningshorizon” van het Technisch Reglement. Het Investeringsplan dekt een periode van drie jaar; het wordt om het jaar aangepast voor de volgende drie jaar en vóór 1 juli aan de VREG meegedeeld. Het Investeringsplan omvat: • een gedetailleerde raming van de nodige behoeften aan distributiecapaciteit, met aanduiding van de onderliggende hypothesen; • het investeringsprogramma dat de distributienetbeheerder vooropstelt om deze behoeften te kunnen dekken. Elia is samengesteld uit twee wettelijke entiteiten die als één enkele economische entiteit werken: de N.V. Elia System Operator, houder van de licenties van netbeheerder, en de N.V. Elia Asset, eigenaar van het net. Het vermaasde net dat door Elia System Operator (“Elia”) wordt beheerd, bestrijkt de spanningsniveaus van 380 kV tot en met 30 kV met inbegrip van de transformatie naar middenspanning1 en vormt, vanuit beheertechnisch oogpunt, één geheel. Het onderhavige Investeringsplan van Elia heeft in strikte zin enkel betrekking op de spanningsniveaus van 70 kV en lager. Volledigheidshalve dient melding gemaakt van het Decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid, dat de bestaande Vlaamse wetgeving inzake energie en met name betreffende de organisatie van de elektriciteits- en gasmarkt, het rationeel energiegebruik, de oprichting van de VREG en de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen, coördineert en consolideert. De Vlaamse Regering dient echter nog de datum te bepalen waarop de verschillende bepalingen van dit decreet in werking treden.
VIER PIJLERS
AAN DE BASIS VAN DE ONTWIKKELING VAN HET
ELEKTRICITEITSNET: ZEKERHEID VAN BEVOORRADING, DUURZAME ONTWIKKELING, MARKTWERKING EN ECONOMISCH OPTIMUM Het Investeringsplan beschrijft de investeringen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de langetermijnbehoeften betreffende distributiecapaciteit en dit tegen de laagst mogelijke kostprijs voor de gemeenschap. De term kostprijs moet hier in een ruimere dan strikt economische zin worden begrepen en omvat 1
Met inbegrip van alle bijbehorende elementen die nodig zijn voor het verwezenlijken van de wettelijke opdrachten en het maatschappelijke doel van Elia.
12
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
naast de economische ook maatschappelijke en milieuaspecten. De doelstelling is die investeringen te kiezen, die de gemeenschap de grootste baat bijbrengen. Het beleid dat Elia voert inzake netontwikkeling streeft naar het promoten van duurzame ontwikkeling. Het beleid past in het kader van het energiebeleid van de Europese Unie2 en van de Vlaamse overheid. Het beleid van Elia steunt op volgende grote pijlers • Zekerheid van bevoorrading: Elia streeft naar een betrouwbare elektriciteitstransmissie op lange termijn, rekening houdend met de beschikbare productiemiddelen, het verbruik, zijn geografische spreiding en evolutie. Zekerheid van bevoorrading houdt tevens in dat het net gebouwd is om diverse productievormen mogelijk te maken en dat de nodige interconnectiecapaciteit is voorzien. • Duurzame ontwikkeling: Elia opteert voor duurzame oplossingen, met een minimale impact op het leefmilieu en de ruimtelijke ordening. Elia geeft er bv. steeds de voorkeur aan om haar bestaande net zoveel mogelijk te optimaliseren in plaats van nieuwe infrastructuur te bouwen. Het investeringsbeleid houdt rekening met de toename van hernieuwbare energie en warmtekrachtkoppeling. Hierbij gaat een bijzondere aandacht uit naar de decentrale productie-eenheden die worden aangesloten zowel op het Elia-net als op het net van de andere distributienetbeheerders. • Marktwerking: Elia bouwt een net uit dat bijdraagt tot een goede marktwerking. Dit betekent dat Elia werkt aan een vlotte toegang tot het net, zowel op het vlak van productie als op het vlak van afname, en dit zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Elia ijvert via het ontwikkelen van interconnecties mee voor een grensoverschrijdend Europees elektriciteitsnet zodat een internationale marktwerking mogelijk is. • Economisch optimum: Elia houdt rekening met het economische optimum voor de gemeenschap. In overleg met de andere distributienetbeheerders gaat Elia na wie waar en hoe moet investeren om de globale kost voor de eindverbruiker te beperken, met inachtneming van de voorgaande vereisten. Het zoeken naar een verantwoord evenwicht tussen die vier doelstellingen, met hun veelvuldige interacties, is de rode draad doorheen dit Investeringsplan. Het werd opgesteld vanuit het streven naar een optimale ontwikkeling van het (distributie)net, gekenmerkt door: • een betrouwbare en zekere transmissie van elektriciteit op lange termijn; • een competitieve en stabiele prijs voor de transmissie; • een duurzame ontwikkeling met betrekking tot het leefmilieu, de ruimtelijke ordening en hernieuwbare energie; • een beperking van de risico’s inherent aan investeringsbeslissingen in de context van een onzekere toekomst.
ALGEMENE
PRINCIPES VAN HET
“INVESTERINGSPLAN”
Dit Investeringsplan stoelt gedeeltelijk op de principes die werden bepaald voor het Investeringsplan 2005-2008 en die in dat plan beschreven werden. Verdere informatie betreffende de methodologie voor de ontwikkeling van het net en de
2
Green paper: Towards a secure, sustainable and competitive European energy network - Commission of the European Community – 13/11/2008.
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
13
dimensioneringscriteria voor het distributienet gebruikt in dit Investeringsplan, kan dan ook teruggevonden worden in het Investeringsplan 2005-2008. Binnen het geheel van dimensioneringsfactoren, spelen twee elementen een belangrijke rol: de verbruiksverwachtingen en de nieuwe aansluitingen van decentrale productie op lokaal niveau. Om deze factoren te bepalen vindt jaarlijks een uitgebreid overleg plaats met de andere distributienetbeheerders om de verbruiksverwachtingen en nieuwe aansluitingen van decentrale productie op lokaal niveau vast te stellen. Daarnaast bevraagt Elia ook de netgebruikers zelf om zo hun lokale prognoses in kaart te brengen. Uitgaand van bovenstaande elementen worden de hypotheses die aan de basis liggen van het Investeringsplan 2010-2013 gekenmerkt door een gematigde heropleving van het verbruik, die de forse terugval van 2009 echter niet compenseert, evenals een toename van de aansluiting van decentrale productie op de netten van andere distributienetbeheerders. De financiële en economische crisis heeft een onmiddellijke daling van het industrieel en residentieel elektriciteitsverbruik veroorzaakt. Dit heeft vorig jaar geleid tot een significante herziening van de belastingsprognoses. In de huidige belastingsprognoses wordt uitgegaan van een gematigde herneming voor de Belgische economie. Desondanks wordt voor de horizon van dit investeringsplan het verbruiksniveau van vóór de financiële en economische crisis niet meer bereikt. Daarnaast wordt er, op basis van het overleg met de andere distributienetbeheerders, verondersteld dat de stijgende tendens van het aantal aansluitingen van decentrale productie op de netten van andere distributienetbeheerders aanhoudt. Als de decentrale productie gedimensioneerd is op basis van de lokale afname kan dit leiden tot een gedeeltelijke ontlasting van het hoogspanningsnet of een vertraging van de verwachte groei van de afname. Een grote toename van decentrale productie op een welbepaalde locatie kan daarentegen leiden tot een productie die groter is dan het verbruik op deze specifieke locatie in het middenspanningsnet. Elia moet er dan voor zorgen dat de geproduceerde elektriciteit die niet op deze locatie verbruikt kan worden, via het hoogspanningsnet wordt opgenomen en tot bij andere verbruikers wordt geleid. Hiervoor is het belangrijk samen met de andere distributienetbeheerders te bekijken hoe de decentrale productie het best adequaat opgevangen kan worden en wie waar en hoe er geïnvesteerd moet worden om de distributienetten indien nodig te versterken. In het kader van de verplichtingen die tegen 2020 aan de Europese lidstaten worden opgelegd, verwacht Elia een sterke ontwikkeling van decentrale productie. Met de uitvoering van het Climate Action Plan 3, en meer bepaald de Richtlijn ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (climate-energy package), stelt de Europese Unie het doel om het aandeel van
3
Richtlijn 2009/28/EG van het Europees parlement en de raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG.
14
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
hernieuwbare energiebronnen in het energieverbruik naar 20% te brengen tegen 20204. Het beleid van Elia in dit kader is gestoeld op volgende vaststellingen. Enerzijds kan vastgesteld worden dat de elektriciteitsnetten in Vlaanderen door de industrialisering van de voorbije decennia een relatief hoge graad van ontwikkeling hebben, zowel wat betreft densiteit als capaciteit. Dit geldt zeker voor de transportnetten en de distributienetten op 36 of 70 kV waar Elia voor distributie op deze spanningen instaat. Dit betekent dat op veel plaatsen in Vlaanderen relatief belangrijke vermogens aan decentrale productie kunnen aangesloten worden mits uitvoering van de aansluitingsinvesteringen en eventueel versterkingen en vernieuwingen in de bestaande onderstations maar zonder noodzaak van nieuwe investeringen in lijnen en kabels binnen het Elianet. Elia is voorstander om dit potentieel prioritair te gebruiken, omwille van de economische voordelen ervan maar ook omdat dit de termijnen voor het realiseren van de projecten sterk inkort. Anderzijds zijn er zones waar bovenstaande niet geldt, zoals bijvoorbeeld de regio Hoogstraten-Meer (met beperkte netontwikkeling) en het kustgebied (door reeds aangegane verbintenissen voor de geplande offshore projecten). De projecten in deze zones leiden tot belangrijke investeringen die zich zowel in de 30 tot 70 kV netten (onderwerp van dit plan, zie verder in hoofdstukken 2 et 3) of in de transmissienetten (onderwerp van het Federaal ontwikkelingsplan) kunnen bevinden. Tengevolge van deze projecten verwacht Elia een aanzienlijke verhoging van de investeringen in het net ten opzichte van het “business as usual” scenario. Het huidige financieringsmechanisme, dat grotendeels gebaseerd is op de afschrijvingsvoeten van de historische assets, stelt Elia in staat om het net op een veilige, betrouwbare en duurzame manier te beheren en te ontwikkelen, maar laat niet toe om deze investeringen, die buiten het “business as usual” scenario vallen, tijdig te realiseren. Daarom stelt Elia voor om de tarifaire regelgeving op te splitsen in twee luiken: één luik dat gerelateerd is aan het “business as usual” beheer van het net en een ander luik dat samenhangt met het klimaat- en energiebeleid van de overheid.
STRUCTUUR
VAN HET
PLAN
Doel van het Investeringsplan 2010-2013 is: • een stand van zaken opmaken betreffende de vordering van de versterkingen die in de vorige Investeringsplannen voorgesteld werden; • een voorstel van netversterkingen tot en met 2013 uitwerken op basis van evolutiehypotheses van het verbruik en de informatie over decentrale opwekking; • de mogelijke richtinggevende pistes met betrekking tot de versterking van het net en de beslissingen betreffende studieprojecten, op langere termijn actualiseren. Het Investeringsplan omvat 4 hoofdstukken.
4
Om de 20 % doelstelling tegen 2020 te bereiken, krijgen alle lidstaten in het commissievoorstel van januari 2008 bindende nationale doelstellingen toebedeeld. België moet tegen 2020 13 % hernieuwbare energie behalen. In 2005 was het aandeel van hernieuwbare energie in de totale energiemix in België immers nog maar goed voor 2,2 %.
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
15
In hoofdstuk 1 wordt een beknopt overzicht gegeven van de basisprincipes van het investeringsbeleid van Elia. Dit is een complex proces, dat rekening moet houden met technische, economische en milieufactoren en met de talrijke interacties hiertussen. Hoofdstuk 2 beschrijft het referentiedistributienet, dit is het net dat gepland was voor eind 2011 in het kader van het vorige Investeringsplan. De timing van deze investeringen werd soms gewijzigd rekening houdend met de tijd die nodig is voor het doorlopen van de vergunningsprocedures, een herziening van de verbruiksverwachtingen en andere specifieke redenen. De netversterkingen die het gevolg zijn van de vereisten op het gebied van distributiecapaciteit worden weergegeven in hoofdstukken 3 en 4.
16
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
1 Basisprincipes van het investeringsbeleid van Elia
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
17
18
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
1.1 INVESTERINGSBELEID VLAAMSE GEWEST
IN HET DISTRIBUTIENET VAN HET
De eerste stap in de dimensionering van het net bestaat erin de knelpunten op te sporen. Dit zijn kritieke punten waar niet langer voldaan wordt aan de technische ontwikkelingscriteria bijvoorbeeld wegens de evolutie van het elektriciteitsverbruik en/of het productiepark. Zodra deze kritieke punten opgespoord zijn, worden de netversterkingen bepaald om te streven naar de vereiste capaciteit. Hiervoor wordt – naast technische parameters – eveneens rekening gehouden met zowel economische criteria als met de impact van de netinvesteringen op het leefmilieu. Dit moet uiteindelijk leiden tot de beste oplossing voor de gemeenschap. In het distributienet van het Vlaamse Gewest onderscheiden we zes motieven om investeringen uit te voeren: • investeringen die samenhangen met de herstructurering van de 36 kV-netten; • het algemene beleid betreffende het ontwikkelen van het 70 kV-net; • belastingsoverdrachten van de spanningsniveaus 70 tot 30 kV naar 150 kV; • investeringen die nodig zijn om het hoofd te bieden aan het stijgende verbruik in de middenspanningsnetten (versterking van de transformatiecapaciteit naar middenspanning); • investeringen die nodig zijn om het hoofd te bieden aan het stijgende verbruik in de middenspanningsnetten (versterking in het distributienet 70-30 kV); • investeringen die nodig zijn voor de aansluiting van decentrale productieeenheden. Deze investeringen kunnen bestaan uit het versterken van bestaande infrastructuur of uit het aanleggen van nieuwe verbindingen: • voor nieuwe verbindingen met een spanning van 36 kV of minder wordt voorrang gegeven aan het ondergronds aanleggen; • voor verbindingen met een spanning van 70 kV tot 220 kV geldt: ! het maximaal benutten van de huidige infrastructuur (trekken van een tweede draadstel, verhogen van de capaciteit door het gebruik van hoge performantiegeleiders, etc); ! het opteren voor ondergrondse kabels voor nieuwe verbindingen in het merendeel van de gevallen; ! het aanleggen van luchtlijnen in uitzonderlijke gevallen op plaatsen waar een maximale bundeling mogelijk is met andere bestaande lijnen worden verwijderd om een globaal milieu-evenwicht te bewaren; • verdere ontwikkeling van de zeer hoge spanningsverbindingen (380 kV) via luchtlijnen om redenen van technische en economische aard.
1.1.1
INVESTERINGEN VERBONDEN MET DE HERSTRUCTURERING VAN DE 36 KV-NETTEN De 36 kV-netten in Oost- en West-Vlaanderen en Antwerpen maken pas sinds 1996 deel uit van het net dat door Elia wordt beheerd. Na een onderzoek in de loop van 1997 werd een investeringsprogramma opgesteld om deze netten tot eenzelfde betrouwbaarheidsniveau te brengen als de andere netgedeelten die Elia beheert. Dit programma wordt geleidelijk gerealiseerd wanneer versterkingen worden uitgevoerd als gevolg van het stijgende verbruik.
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
19
1.1.2
ALGEMEEN BELEID VOOR HET ONTWIKKELEN VAN HET 70 KV-NET Hoewel de hoeveelheid vervoerde elektriciteit in België op korte termijn een dalende trend vertoont, blijft het elektriciteitsverbruik in België over het algemeen op langere termijn stijgen en wordt de vermazing van het 150 kV-net steeds groter door een verdere uitbouw van het net op dit spanningsniveau (cf. 1.1.3). In die context moet worden vermeden dat parallelstromen ontstaan in de 70 kV-netten. Sterke fluxen in het 150 kV-net kunnen immers het 70 kV-net belasten en er knelpunten veroorzaken. Deze knelpunten beperken de capaciteit van het 150 kV-net en zouden versterkingen van het 70 kV-net vergen, als er geen alternatieve maatregelen worden genomen.
1.1.3
BELASTINGSOVERDRACHTEN VAN DE SPANNINGSNIVEAUS 70 TOT 30 KV NAAR 150 KV In de hoogspanningsnetten die volledig worden beheerd door Elia en die onder regionale of federale bevoegdheid vallen, wordt een globaal sociaal-economisch optimum nagestreefd voor de gemeenschap. Bij de bepaling van dit economisch optimum blijkt uit studies meer en meer dat het voor de gemeenschap voordeliger is om de ontwikkeling van het 150 kV-net te bevorderen, met directe transformatie vanuit dit net naar de middenspanningsnetten. De belangrijkste redenen zijn de volgende: • dankzij deze overdrachten worden de 30 tot 70 kV-netten ontlast en wordt op dit spanningsniveau ruimte gecreëerd om de toekomstige verhogingen van het verbruik te kunnen opslorpen. Het gebruik van de bestaande infrastructuur is bijgevolg gemaximaliseerd en investeringen in nieuwe posten of nieuwe verbindingen op 30 tot 36 kV worden geminimaliseerd. • de relatieve kostprijs voor een capaciteitsverhoging op 150 kV is veel kleiner dan een investering op lagere spanningsniveaus. Op 70 kV moeten immers meerdere investeringen worden uitgevoerd om dezelfde capaciteit te bereiken, waarbij elke keer een aparte vergunning vereist is, niet altijd hetzelfde tracé kan worden gebruikt en waarbij in een stedelijke omgeving de nodige ruimte kan ontbreken. • dit draagt bij tot een beter beheer van de netverliezen omdat deze kleiner zijn op verbindingen op 150 kV en bij de directe transformatie vanuit de 150 kV naar lagere spanningsniveaus. • wegens een aantal synergie-effecten is het economisch aangewezen om te streven naar een beperkt aantal spanningsniveaus. Met minder spanningsniveaus kan er gebruik gemaakt worden van schaalvoordelen bij de materiaalaankopen, moet er minder specifiek reservemateriaal worden aangekocht, moet er minder specifieke kennis aanwezig zijn,… Het versterken van de rechtstreekse voeding van het middenspanningsnet vanuit het 150 kV-net door het plaatsen van 150 kV/MS-transformatoren, gebeurt: • naar aanleiding van de noodzaak om het transformatievermogen naar het middenspanningsnet te versterken; • om versterkingen of verdere uitbreiding van het 70 tot 36 kV-net en/of transformaties vanuit 150 kV naar een spanningsniveau van 70 tot 36 kV te vermijden.
20
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
1.1.4
INVESTERINGEN DOOR HET STIJGENDE VERBRUIK IN DE MIDDENSPANNINGSNETTEN
(VERSTERKING VAN DE
TRANSFORMATIECAPACITEIT NAAR MIDDENSPANNING) Een toename van het verbruik op de middenspanningsnetten zorgt ervoor dat de transformatiecapaciteit naar middenspanning moet worden verhoogd. De investeringen die hiervoor noodzakelijk zijn, worden gerealiseerd in overleg met de middenspanningsdistributienetbeheerders. Wij herhalen de krachtlijnen van het beleid voor netversterking: • waar mogelijk het transformatievermogen van de bestaande stations verhogen door: ! het versterken van het vermogen van de bestaande transformatoren; ! het toevoegen van een of meer transformatoren; • enkel overgaan tot het bouwen van een nieuwe site als de relevante bestaande sites verzadigd zijn.
1.1.5
INVESTERINGEN DOOR HET STIJGENDE VERBRUIK IN DE MIDDENSPANNINGSNETTEN
(VERSTERKING IN HET DISTRIBUTIENET
70-30 KV) Om een antwoord te bieden op het stijgend verbruik op de netten op 30 kV tot 70 kV beoogt het beleid van Elia voor de 30-70 kV-infrastructuur het verbruik op deze netten over te brengen naar het 150 kV-net. Dit investeringsbeleid wordt beschreven in sectie 1.1.3. Deze aanpak kan echter niet worden veralgemeend. Hij wordt niet toegepast in situaties waar: • het 70 tot 36 kV-net voldoende ontwikkeld is; • de belastingsdichtheid laag is; • deze aanpak niet tot het globaal economisch optimum leidt. In deze gevallen worden de 70-30 kV-netten versterkt door het aanleggen van nieuwe verbindingen en/of door het plaatsen van 150/70-36-30 kV transformatoren.
1.1.6
AANSLUITING DECENTRALE PRODUCTIE-EENHEDEN De komst van decentrale productie-eenheden in het middenspanningsnet kan de nood aan bepaalde investeringen veroorzaken. Deze investeringen hangen vooral af van de mogelijkheden op het vlak van de sturing van de elektriciteitsproductie, het intermitterende karakter en de omvang van de eenheid en van het spanningsniveau waarop ze is aangesloten. Enerzijds kan de elektriciteit van decentrale productie in een middenspanningsnet via dat middenspanningsnet tot bij de verbruikers worden geleid. Wanneer de decentrale productiecapaciteit gedimensioneerd is op de lokale afname kan op die manier het hoogspanningsnet deels worden ontlast of kan de verwachte groei van het verbruik vertragen. Hoewel deze groeivertraging het mogelijk zou kunnen maken om investeringen tijdelijk uit te stellen, moet het hoogspanningsnet zo worden geconfigureerd dat de
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
21
betrouwbaarheid van de bevoorrading behouden blijft gezien het intermitterende karakter van deze eenheden. Een grote toename van decentrale productie-eenheden in middenspanningsnetten kan daarentegen ook aanleiding geven tot situaties waarbij de productie groter is dan het verbruik op die netten. Elia moet er voor zorgen dat die geproduceerde elektriciteit via het hoogspanningsnet wordt opgenomen en tot bij de verbruikers wordt gebracht, wat kan leiden tot netversterkingen Om de nodige netontwikkelingen die daaruit volgen te identificeren moet overleg plaatsvinden tussen overheid, distributienetbeheerders en betrokken sectoren. Het doel is een proactief beleid te voeren, gestoeld op een coherente visie op lange termijn. Hierbij kunnen prioritaire locaties worden aangeduid om aansluitingen van decentrale productie in bepaalde gebieden te groeperen waarbij de netwerkinfrastructuur kan worden gedimensioneerd voor de toekomst en er om redenen van economisch optimum, zo goed mogelijk gebruik wordt gemaakt van de bestaande netinfrastructuur. In die context heeft Elia, samen met de betrokken distributienetbeheerders, een studie gelanceerd om het potentieel van decentrale productie in kaart te brengen. Het doel daarvan is om een duidelijk en realistisch overzicht te krijgen van de meest geschikte locaties voor inplanting van decentrale productieeenheden. Dit zijn locaties waar de aansluiting op het elektriciteitsnet op korte termijn kan worden gerealiseerd zonder zware netversterkingen (zie 3.2.6).
1.2 BELEID BETREFFENDE 26 KV-NETTEN Een zeer beperkt deel van het net in het noorden van de provincie Limburg wordt uitgebaat op 26 kV. Elia heeft beslist om geen uitbreidingsinvesteringen meer uit te voeren op dit spanningsniveau om twee redenen: • artikel 8 van de Elektriciteitswet geeft de transmissienetbeheerder de toelating om distributienetten uit te baten. Enkel de netten met een spanning tussen 70 en 30 kV mogen worden uitgebaat, netten met een lagere spanning niet; • economisch is het niet aangewezen om te investeren in het 26 kV-net. Er moet daartoe specifiek materieel, zoals transformatoren, worden aangekocht dat elders in het net niet gebruikt kan worden. In deze context zal het bestaande 26 kV-net op middellange termijn worden verlaten. Om dit in te plannen streeft Elia een evenwicht tussen het maximaal benutten van bestaande installaties en de nood aan versterking van de distributiecapaciteit: • enerzijds moet het gebruik van de 26 kV-installaties gemaximaliseerd worden tijdens de levensduur van het materiaal. Het is economisch niet opportuun om deze installaties te vervangen zolang hun betrouwbaarheidsniveau dat niet vereist; • anderzijds kan Elia de uitdienstname van 26 kV-netinstallaties doorvoeren in het kader van investeringen wanneer een nood aan versterking van de voeding van de regio zich voordoet.
22
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
1.3 SLIMME NETTEN Anticiperen op toekomstige ontwikkelingen die het operationele beheer van de netten zouden kunnen veranderen, draagt ertoe bij dat de bevoorradingskwaliteit op lange termijn kan worden gehandhaafd. Eén van de belangrijkste uitdagingen in dit verband is de opkomst van netten die een interactie mogelijk maken tussen de verbruiker en zijn leverancier enerzijds, en de netbeheerders anderzijds. Deze netten van de toekomst, de zogenaamde “SmartGrids”, moeten tegelijk flexibel én robuust zijn. Elia beschikt in dit verband over een jarenlange expertise: haar netwerk wordt nu al gekenmerkt door een hoge graad van ‘intelligentie’ in de zin van de Smartgrids. De meet-, tel- en beveiligingssystemen van het transmissienet werden zo ontworpen dat zij vandaag al voldoen aan uiteenlopende behoeften: het bidirectionele karakter van de energiestromen, het beheer van congesties in samenwerking met de productie-eenheden zoals bepaald in de contracten, de centraal gestuurde regelmechanismen, de uitwisseling van elektronische gegevens met andere Europese transmissienetbeheerders, enz. Parallel hiermee werkt Elia permanent aan de verbetering van deze systemen, bijvoorbeeld door middel van de implementatie van een nieuw systeem voor het beheer van de energiestromen (nl het Energy Management System). Elia neemt verder ook deel aan het technologisch platform “Smartgrids” dat de behoeften aan onderzoek en ontwikkeling wil identificeren in het kader van het 7e R&Dprogramma van de Europese Unie. Tot slot werd in 2009 een ad-hoc groep opgericht waarin de verschillende vakgebieden van Elia vertegenwoordigd zijn. Deze groep had tot doel om de behoeften van het transmissienet en de stakeholders, en de uitdagingen m.b.t. de invoering van intelligente netten binnen de distributienetten te identificeren.
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
23
24
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
2 Referentiedistributienet
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
25
26
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
In het kader van dit Investeringsplan wordt als referentiedistributienet het net genomen zoals het begin 2010 in gebruik was, met inbegrip van de investeringen die volgens het Investeringsplan 2009-20125 moeten worden gerealiseerd tegen eind 2011. De versterkingen van het 150 kV-net die samenhangen met versterkingen in het 70- en 36/30 kV-net, worden hier ter informatie opgenomen, teneinde een volledige en coherente beschrijving van de investeringen te kunnen geven. Hetzelfde geldt voor versterkingen van het 70- en 36/30 kV-net in het Brussels of Waals Gewest van verbindingen die gedeeltelijk in het Vlaams Gewest liggen. Deze versterkingen worden tussen haakjes vermeld omdat ze deel uitmaken van het Federaal Ontwikkelingsplan of van het Investeringsplan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of van het Waals Gewest.
2.1 BESCHRIJVING 2.1.1
VAN DE VERSTERKINGEN
INVESTERINGEN DIE OP DIT MOMENT GEPLAND ZIJN Tabel 2.1 toont de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op korte termijn waren voorzien en die op dit moment nog steeds gepland zijn. De meeste versterkingen waarbij de ingebruikname vóór het eind van 2011 was voorzien, zijn nog steeds voor dezelfde einddatum gepland. De economische crisis heeft als gevolg gehad dat er in de vorige editie van het Investeringsplan veel investeringen werden uitgesteld op korte of op middellange termijn. Ondanks het scenario van gematigde heropleving voor de Belgische economie dat Elia hanteert, blijven de effecten van de recessie wel zichtbaar. Dit heeft tot gevolg dat voor de projecten die vorig jaar uitgesteld werden ten gevolge van de herziening van de verbruiksvooruitzichten, dit uitstel behouden blijft. Enkele projecten werden ook geannuleerd. Naast de hierboven weergegeven reden zijn de andere belangrijkste redenen voor vertragingen of uitstel: • de tijd die nodig is voor het doorlopen van de vergunningsprocedures; • andere specifieke redenen waaronder technische moeilijkheden tijdens de uitvoering van de werken. Ruimtelijk uitvoeringsplan De aanleg van de twee 70 kV-kabels tussen Beerse en Koekhoven (Merksplas) wordt slechts in 2010 gerealiseerd. Deze verbindingen zullen in een eerste fase op middenspanning uitgebaat worden. Drie WKK’s van tuinbouwbedrijven, goed voor een vermogen van 60 MW, zullen hierdoor in de loop van dit jaar aangesloten kunnen worden in deze zone. Op termijn is een nieuw onderstation 70/15 kV voorzien in Koekhoven. Dan zullen de verbindingen Beerse-Koekhoven op 70 kV uitgebaat worden. Deze projecten, oorspronkelijk voorzien voor 2011, zullen in 2013 in dienst worden genomen. Deze vertraging is te wijten aan de herziening van het ruimtelijk
5
Dit Investeringsplan voldoet aan de Vlaamse decretale en reglementaire bepalingen zoals door de VREG vastgesteld in haar brief van 7 januari 2010 (Kenmerk: AP/DM/07.01.10/101995).
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
27
uitvoeringsplan dat noodzakelijk is om het HS-station Koekhoven op te richten. De gemeente Merksplas zal het initiatief nemen voor dit plan. Archeologisch onderzoek De gemeente Rijkevorsel en de dienst Onroerend Erfgoed Antwerpen moeten een archeologische prospectie laten uitvoeren in de bodem van de post Rijkevorsel. De kans is inderdaad reĂŤel dat er bij de realisatie van de graafwerkzaamheden archeologisch erfgoed wordt aangetroffen. Daardoor zal het project in Rijkevorsel enkele maanden vertraging oplopen.
Tabel 2.1: Lijst van de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op korte termijn waren voorzien en nog steeds zijn gepland Driver Locatie van het station Versterkte zone
Station of uiteinden van de verbinding
Beschrijving van de
Spannings- Indienst-
Indienst- Betrokken
versterking
niveau
stelling
stellings- netbeheerders datum
Aanleg 2 nieuwe 70 kV kabels (exploitatie op 15 kV) Exploitatie kabels op 70kV Plaatsen van een 50 MVA transformator in een nieuwe station Aansluiting van de derde wikkeling van een bestaande transformator
70 kV
Gerealiseerd
2010
70 kV
Gepland
2013
70/15 kV
Gepland
2013
150/70/15 kV
Gepland
2010
Opvang decentrale productie-eenheden Antwerpen
Beerse - Koekhoven
Beerse - Koekhoven Koekhoven
Lier
Belastingsoverdrachten van de spanningsniveaus 70 tot 30 kV naar het spanningsniveau 150 kV Oost-Vlaanderen
(Ham-Ringvaart)
Ham
WestVlaanderen
Brugge Waggelwater
Zwevegem
Antwerpen
Antwerpen Petrol
Rijkevorsel
Vlaams-Brabant
6
(Rijkevorsel in aftakking 150 kV Massenhoven-Sint Job) Wilsele
(Aanleg van 2de draadstel op de bestaande lijn) Nieuwe 50 MVA transformator in een bestaand station Nieuwe 50 MVA transformator in een bestaand station Twee nieuwe 40 MVA transformatoren in een bestaand station Twee nieuwe 50 MVA transformatoren in een nieuw station Nieuwe 50 MVA transformator in een bestaand station (Aanleg van een nieuwe kabel)
(150 kV)
(Gerealiseerd) (2009)
150/12 kV
(Gerealiseerd) 2009
IMEWO
150/11 kV
Gepland
2010
IMEWO
150/10 kV
Gepland
20106
GASELWEST
150/15 kV
Gerealiseerd
2009
IMEA GHA IVEKA
150/15 kV
Gepland
2011
IVEKA
150/15 kV
(Gepland)
(2011)
Nieuwe 40 MVA transformator in een bestaand station
150/10 kV
Gerealiseerd
2010
IVERLEK
Slechts een van de twee voorziene transformatoren komt in dienst in 2010; de tweede blijft voorzien, maar op middellange termijn (zie paragraaf 2.1.3).
28
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
Tabel 2.1: Lijst van de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op korte termijn waren voorzien en nog steeds zijn gepland (vervolg) Driver Locatie van het station Versterkte zone
Station of uiteinden van de
Beschrijving van de
Spannings- Indienst-
Indienst- Betrokken
versterking
niveau
stellings- netbeheerders datum
stelling
verbinding
Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten (versterkingen in het distributienet 70-30 kV) WestVlaanderen
Zeebrugge
Vlaams-Brabant
Drogenbos
Gasthuisberg
(Gasthuisberg – Wijgmaal)
Nieuwe 125 MVA transformator in een bestaand station Vervanging van een 75 MVA transformator door een 125 MVA transformator Nieuwe 145 MVA transformator in een bestaand station (Nieuwe kabel Wijgmaal Gasthuisberg in het kader van de versterking van Gasthuisberg)
150/36 kV
Gerealiseerd
2009
150/36 kV
Gerealiseerd
2009
150/70 kV
Gepland
2012
150 kV
Gepland
2012
IVERLEK
Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten (versterking van de transformatiecapaciteit) Oost-Vlaanderen
Lokeren Heirbrug
Lokeren HeirbrugLokeren Zele industriepark
Destelbergen
WestVlaanderen
Sijsele
Steense Dijk
Steense DijkSlijkens Wingene
Zedelgem
Antwerpen
Bornem
Tisselt
Vlaams-Brabant
Ottenburg
Nieuwe 25 MVA transformator in een bestaand station Aanleg van een nieuwe kabel Nieuwe 25 MVA transformator in een bestaand station Vervanging van twee 18,75 MVA transformatoren door twee 25 MVA transformatoren Vervanging van een 7 MVA transformator door twee 14 MVA transformatoren Nieuwe 25 MVA transformator in een bestaand station Aanleg van een nieuwe kabel Vervanging van een 12 MVA transformator door een 25 MVA transformator Vervanging van een 18,75 MVA transformator door een 25 MVA transformator Nieuwe 50 MVA transformator in een bestaand station Nieuwe 40 MVA transformator in een bestaand station Vervanging van een 6 MVA en twee 3 MVA transformatoren door twee 16 MVA transformatoren
36/11 kV
Gerealiseerd
2010
36 kV
Gerealiseerd
2010
36/12 kV
Gepland
2011
IMEWO
36/12 kV
Gepland
2011
IMEWO
36/12 kV
Gerealiseerd
2009
IMEWO
36/12 kV
Gepland
2010
IMEWO WVEM
36 kV
Gepland
2010
IMEWO WVEM
36/12 kV
Gepland
2010
IMEWO
36/11 kV
Gerealiseerd
2009
GASELWESTIMEWO
70/15 kV
Gerealiseerd
2009
IVERLEK
70/10 kV
Gepland
2013
IVERLEK
36/11 kV
Gepland
2012
IVERLEK
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
29
IMEWO
2.1.2
INVESTERINGEN DIE REEDS WAREN UITGESTELD IN HET INVESTERINGSPLAN 2009-2012 Tabel 2.2 toont de investeringen die in de vorige Investeringsplannen waren voorzien op korte termijn maar sinds het Investeringsplan 2009-2012 zijn uitgesteld naar middellange termijn wegens een verlaging van de verbruiksvooruitzichten. Enkele van deze investeringen zijn niet meer van toepassing. Voor een uiteenzetting van de motiveringen die tot dit uitstel hebben geleid verwijzen wij naar de vorige Investeringsplannen.
Tabel 2.2: Lijst van de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op korte termijn waren voorzien en in de vorige Investeringsplannen werden uitgesteld op middellange termijn Driver
Locatie van het station Versterkte
Station of uiteinden
zone
van de verbinding
Beschrijving van de versterking
Spanningsniveau
Indienststelling
Betrokken netbeheerders
Belastingsoverdrachten van de spanningsniveaus 70 tot 30 kV naar het spanningsniveau 150 kV WestVlaanderen
Antwerpen
Koksijde (Brugge WaggelwaterSlijkens) Beerse Lier
Nieuwe 50 MVA transformator in een bestaand station (Upgrade van de bestaande lijn)
150/11 kV
Twee nieuwe transformatoren in een bestaand 50 MVA station Gebruik van de derde wikkeling (50 MVA) van de bestaande transformator
150/15 kV
(150 kV)
150/70/15 kV
Middellange termijn uitgesteld Middellange termijn uitgesteld Middellange termijn uitgesteld Middellange termijn uitgesteld7
GASELWEST
IVEKA IVEKA IMEA
Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten (versterkingen in het distributienet 70-30 kV) WestVlaanderen
Ichtegem
Ichtegem-Koekelaere Gistel Gistel-Ichtegem ZeebruggePeakshaving Wijtschate
7
Twee hergebruikte 18,75 MVA transformatoren in een nieuw station Aanleg van een nieuwe kabel
36/11 kV
Middellange termijn uitgesteld
36 kV
Plaatsen van een condensatorenbatterij Aanleg van een nieuwe kabel
36 kV
Aanleg van een nieuwe kabel
36 kV
Vervanging van twee 12,5 MVA transformatoren door twee 25 MVA transformatoren
36/15 kV
Middellange termijn uitgesteld Middellange termijn uitgesteld Middellange termijn uitgesteld Middellange termijn uitgesteld Middellange termijn uitgesteld
36 kV
Dit project, gezien in zijn driver “Belastingsoverdrachten van de spanningsniveaus 70 tot 30 kV naar het spanningsniveau 150 kV”, wordt vertraagd.
30
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
GASELWEST
WVEM
GASELWESTWVEM
Tabel 2.2: Lijst van de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op korte termijn waren voorzien en in de vorige Investeringsplannen werden uitgesteld op middellange termijn (vervolg) Driver
Locatie van het station
Beschrijving van de
Spannings-
Versterkte zone
versterking
niveau
Station of uiteinden van de verbinding
Indienststelling
Betrokken netbeheerders
Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten (versterkingen van de transformatiecapaciteit) OostVlaanderen
Sint-Kruis-Winkel Sint-Kruis-WinkelKennedylaan Stookte
Stookte-Wetteren Erpe-Mere Erpe-Mere - lijn AalstZottegem Aalter Terlakenstraat
WestVlaanderen
Aalter Terlakenstraat -Aalter Venecolaan Jabbeke
Koekelare
De Haan Gullegem-Harelbeke Antwerpen
Muizen
VlaamsBrabant
Vilvoorde Park
Nieuwe 25 MVA transformator in een bestaand station Aanleg van een nieuwe kabel
36/11 kV
Twee nieuwe 18,75 MVA transformatoren in een nieuw station Aanleg van twee nieuwe kabels Nieuwe 50 MVA transformator in een nieuw station Aftakking in kabel ter hoogte van het station Erpe-Mere Nieuwe 25 MVA transformator in een bestaand station Aanleg van een nieuwe kabel
36/12 kV
Vervanging van een 12,3 MVA transformator door een 25 MVA transformator Vervanging van een 7 MVA transformator door een 12,3 MVA transformator Nieuwe 25 MVA transformator in een bestaand station Aanleg kabel
36/12 kV
Twee nieuwe 40 MVA transformatoren in een bestaand station Vervanging van een 16 MVA transformator door een 25 MVA transformator
36 kV
36 kV 70/15 kV 70 kV 36/12 kV 36 kV
Middellange termijn uitgesteld Middellange termijn uitgesteld Geannuleerd
Geannuleerd Middellange termijn uitgesteld Middellange termijn uitgesteld Middellange termijn uitgesteld Middellange termijn uitgesteld Middellange termijn uitgesteld
IMEWO
IMEWO
INTERGEM
IMEWO
WVEM
36/12 kV
Middellange termijn uitgesteld
WVEM
36/11 kV
IMEWO GASELWEST
70/10 kV
Middellange termijn uitgesteld Middellange termijn uitgesteld Geannuleerd
36/11 kV
Geannuleerd
SIBELGAS
36 kV
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
31
IVERLEK
2.1.3
INVESTERINGEN DIE WORDEN UITGESTELD IN DIT INVESTERINGSPLAN Tabel 2.3 bevat de projecten die in het vorige Investeringsplan waren voorzien op korte termijn maar die in dit Investeringsplan worden uitgesteld tot op middellange termijn.
Tabel 2.3: Lijst van de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op korte termijn waren voorzien en die in dit Investeringsplan worden uitgesteld op middellange termijn Driver
Locatie van het station Versterkte zone
Beschrijving van de versterking
Spannings-niveau Indienststelling
Betrokken netbeheerders
Station of uiteinden van de verbinding
Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten (versterkingen in het distributienet 70-30 kV) WestVlaanderen
Zwevegem
Tweede nieuwe 40 MVA transformatoren in een bestaand station
150/10 kV
Middellange termijn uitgesteld
GASELWEST
Het project in Zwevegem is gedeeltelijk uitgesteld als gevolg van de herziening van de herstructurering van het net rond Ruien8 (optimalisatie van de werken in de zone). Slechts één van de twee oorspronkelijk aangekondigde transformatoren wordt in 2010 in dienst gesteld. De tweede transformator zal in 2015 in dienst gesteld worden zodra de werken in Ruien voltooid zijn.
2.2 GRAFISCH
OVERZICHT VAN DE LOPENDE VERSTERKINGEN
De kaarten in figuur 2.4 geven een grafisch overzicht van de stand van zaken van de versterkingen die in de vorige Investeringsplannen op korte termijn voorgesteld werden in het referentie-elektriciteitsnet in Vlaanderen.
8
De herstructurering van het net rond Ruien wordt beschreven in paragraaf 3.2.4.
32
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
Figuur 2.4: Referentienet Vlaanderen 2011
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
33
Figuur 2.4: Referentienet Vlaanderen 2011 - Detail A
34
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
Figuur 2.4: Referentienet: Vlaanderen 2011 - Detail B
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
35
Figuur 2.4: Referentienet Vlaanderen 2011 - Detail C
36
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
3 Versterking van het distributienet tot en met 2013
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
37
38
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
3.1 HET ELEKTRICITEITSNET
AFSTEMMEN OP DE PRODUCTIE- EN
VERBRUIKSNIVEAUS Dit Investeringsplan stoelt gedeeltelijk op de principes die werden bepaald voor het Investeringsplan 2005-2008 en die in dat plan beschreven werden. Verdere informatie betreffende de methodologie voor de ontwikkeling van het net en de dimensioneringscriteria voor het distributienet gebruikt in dit Investeringsplan, kan dan ook teruggevonden worden in het Investeringsplan 2005-2008. Ter herinnering hernemen we enkele belangrijke elementen. De dimensionering van de 70/36/30 kV-netten hangt zeer nauw samen met de evolutie en de locatie van het verbruik en de decentrale productie. Deze hypotheses worden elk jaar herzien na uitgebreid overleg met de distributienetbeheerders. De locatie van de decentrale productie-eenheden wordt hierbij steeds belangrijk. De inschatting van het verbruik steunt op twee factoren: • enerzijds een macro-economisch standpunt: de vooruitzichten van het Federaal Planbureau voor de evolutie van het verbruik; • anderzijds een micro-economisch standpunt: de lokale verbruiksprognoses die werden aangekondigd door de netgebruikers of werden opgesteld in overleg met de beheerders van de middenspanningsnetten; deze prognoses worden elk jaar herberekend; in het kader van dit overleg is het uiterst belangrijk de decentrale productie in de middenspanningsnetten in kaart te brengen zodat Elia hiermee kan rekening houden bij het dimensioneren van zijn net. Voor alle 70/36/30 kV-knooppunten die de middenspanningsnetten voeden, geldt voor de korte termijn dat de berekening van de lokale verbruiksverwachtingen en decentrale productie sterk wordt beïnvloed door de informatie die de netgebruikers en de beheerders van de middenspanningsnetten leveren. Deze informatie geeft immers de lokale vooruitzichten aan voor de economische ontwikkeling. Het verhogen van het transformatievermogen naar de middenspanningsnetten sluit dan ook rechtstreeks aan op deze verwachtingen9. De relatieve onzekerheid over de realisatie van de groei van het verbruik en de aansluiting van decentrale productie zorgt ervoor dat bepaalde investeringspistes worden uitgesteld, versneld moeten worden uitgevoerd of dat er volledig nieuwe oplossingen moeten worden bekeken.
3.2 DIAGNOSE
VAN DE KNELPUNTEN EN DEFINITIE VAN DE
VERSTERKINGSSCENARIO'S Enerzijds tonen de load-flow berekeningen op basis van de verbruiksverwachtingen voor 2013 maar twee nieuwe knelpunten in het distributienet van Elia in het Vlaamse Gewest ten gevolge van het stijgende verbruik (Flora – Merelbeke en Wilrijk). Anderzijds ontstaan er middenspanningsnetten waar de productie van elektriciteit groter is dan het verbruik door een aanzienlijke toename van decentrale productie-eenheden. Hierdoor moet de elektriciteit die wordt geïnjecteerd op lagere spanningsniveaus verder naar het hoogspanningsnet geëvacueerd worden. Na overleg tussen overheid, distributienetbeheerders en 9
De beïnvloedingszone in deze berekening van de transformatorversterking blijft beperkt tot de transformator (en randapparatuur) zelf.
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
39
betrokken sectoren werden al twee “clusters” van netversterkingen geïdentificeerd om decentrale producties aan te sluiten, namelijk MerksplasKoekhoven en St. Katelije Waver – Kontich – Duffel – Lier. Deze werden nader toegelicht in hoofdstuk 3 van het vorige Investeringsplan en worden in hoofdstuk 2 van dit Investeringsplan bevestigd. Een derde werd na een technisch-economische analyse geïdentificeerd. Deze cluster wordt verder in dit hoofdstuk besproken (Hoogtraten – Meer). Tenslotte zijn er netinvesteringen voorzien ten gevolg van belastingsoverdrachten van de spanningsniveaus 70 tot 30 kV naar het spanningsniveau 150 kV (Ruien). Tabel 3.1 geeft een overzicht van deze investeringen, die tot en met 2013 dienen te gebeuren. De indienstname van deze investeringen zijn voorzien ten laatste op 31 december 2013. Tabel 3.1: Lijst van de tot en met 2013 geplande investeringen Driver Locatie van het station Versterkte zone
Beschrijving
Station of uiteinden van
Spannings-niveau Indienst-stelling Indienst-stellings-datum Andere
van de versterking
betrokken netbeheerders
de verbinding
Opvang decentrale productie-eenheden Antwerpen
Meer
Nieuwe transformator van 50 MVA in een nieuw station (Nieuwe verbinding)
(Sint-Job Meer)
150/15 kV
Gepland
2014
(150 kV)
Gepland
(2014)
Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten (versterkingen in het distributienet 70-30 kV) Antwerpen
Schelle DorpHoboken HobokenWilrijk Schelle Dorp
Wilrijk
Nieuwe kabel
70 kV
Gepland
2013
Nieuwe kabel
70 kV
Gepland
2013
Nieuwe transformator van 145 MVA in een bestaand station Herstructurerin g van het station
150/70 kV
Gepland
2013
70 kV
Gepland
2013
Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten (versterkingen van de transformatiecapaciteit) Oost-Vlaanderen
WestVlaanderen
Flora Merelbeke Merelbeke
Mercatorlaan (Oostende)
Aanleg 2 nieuwe kabels Vervanging van twee 18 MVA transformatore n door twee 25 MVA transformatore n Bijplaatsen van een 3de 25 MVA transformator
36 kV
Gepland
2013
36/12 kV
Gepland
2013
36/12 kV
Gepland
2012
Belastingsoverdrachten van de spanningsniveaus 70 tot 30 kV naar het spanningsniveau 150 kV Antwerpen
Zurenborg
WestVlaanderen
Ruien
40
Herstructurerin g van het station Nieuwe 40 MVA transformator in een bestaand station
150/70 kV
Gepland
2013
150/10 kV
Gepland
2012
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
IMEWO
IMEWO
3.2.1
REGIO RIJKEVORSEL - HOOGSTRATEN - MEER De sterke aangroei van het aantal vaak geclusterde projecten voor het plaatsen van WKK-installaties bij tuinbouwbedrijven geeft aanleiding tot de versterking van de Elia-infrastructuur. Voor het zuiden van de regio werd door Elia al een project voor netversterking opgestart dat gerealiseerd zal worden tegen 2011 (zie paragraaf 2.1.1). De installatie van een kabelverbinding op 150kV naar Rijkevorsel en een nieuwe transformator 150/15kV creëert ruimte voor een vermogen van 50 MW. Wat het noorden van deze regio betreft, namelijk Hoogstraten-Meer, zijn er momenteel een aantal mogelijke decentrale productie-eenheden aangekondigd. Bovendien blijkt uit analyses van potentieel in de Noorderkempen10 dat de productiecapaciteit in de omgeving van Meer kan aangroeien tot 130 MW. Gezien er om historische redenen in het gebied rond Hoogstraten-Meer geen infrastructuur op 36 of 70 kV aanwezig is, is een versterking van het 150 kV-net nodig. Zo moet een nieuwe verbinding op 150 kV van Sint-Job naar Meer aangelegd worden. In Meer moet een nieuw onderstation opgericht met een directe transformatie tussen het 150 kV-net en de middenspanning. Deze projecten zijn momenteel voorzien tegen 2014. Conform de besprekingen met de Vlaamse overheid zal de provincie Antwerpen het initiatief nemen voor het opstellen van het plan-MER en de GRUP, die beide nodig zijn voor het oprichten van de verbinding en voor de ontwikkeling van de cluster zone Hoogstraten.
3.2.2
WILRIJK, SCHELLE DORP EN ZURENBORG Wilrijk wordt gevoed door vier 70 kV-verbindingen, een vanuit Schelle Dorp, een vanuit Hoboken en twee vanuit Zurenborg. De twee 70 kV-verbindingen tussen Zurenborg en Wilrijk zijn niet meer in staat om de voeding van de post Wilrijk veilig te stellen. Vanuit Hoboken zal een nieuwe 70 kV-kabel worden aangelegd; de post van Wilrijk zal vereenvoudigd worden: de 3 transformatoren 70/15 kV worden in antenne aangesloten op de kabels. Hogerop versterkt men de voeding van de zone door het installeren van een transformator 150/70 kV te Schelle Dorp (afkomstig van Zurenborg) en de aanleg van een extra kabel op 70 kV tussen de Schelle Dorp en Hoboken. Van zodra deze oplossing zal gerealiseerd zijn, beoogt de langetermijnvisie de uitdienstname van de 70kV-infrastructuur van Zurenborg richting de onderstations Oever, Moonstraat en Hovenierstraat. De technische aspecten van deze oplossing worden momenteel nog geanalyseerd en moeten bevestigd worden.
3.2.3
FLORA – MERELBEKE De voorspelde groei van de vraag naar elektriciteit in de regio Merelbeke zet zich door (universitair ziekenhuis en voetbalstadium), en veroorzaakt een nood aan extra transformatiecapaciteit naar het middenspanningsnet. De voorkeursoplossing bestaat uit het vervangen van de twee 36/12 kV-
10 Project “glastuinbouw macrozone Hoogstraten” (provincie Antwerpen) en potentieelstudie in de Noorderkempen (samenwerking Elia/VITO/DNB).
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
41
transformatoren van 18 MVA in Merelbeke door twee 36/12 kV-transformatoren van 25 MVA en de aanleg van twee nieuwe 36 kV-kabels vanuit Flora naar Merelbeke.
3.2.4
RUIEN De herstructurering van het net rond Ruien is herzien ten opzichte van verleden jaar. Een nieuwe studie heeft aangetoond dat de installatie van een nieuwe injectie vanuit het 150 kV-net naar het 70 kV-net niet meer nodig is: een directe voeding van de belasting op 10 kV vanuit 150 kV ontlast het 70kV-net.
3.2.5
MERCATORLAAN (OOSTENDE) De groei van de elektriciteitsvraag in de omgeving van Oostende zet zich door en veroorzaakt een nood aan extra transformatiecapaciteit naar het middenspanningsnet. De voorkeursoplossing bestaat uit het bijplaatsen van een nieuwe 36/12 kV-transformator van 25 MVA.
3.2.6
DE PROBLEMATIEK VAN DECENTRALE PRODUCTIE IN HET VLAAMS GEWEST De perspectieven voor nieuwe decentrale productie in het Vlaams Gewest zijn aanzienlijk. De ervaring met de analyses voor de regio Hoogstraten-Meer leert dat enkele kritische punten van belang zijn indien deze aansluitingen zich veralgemenen in heel Vlaanderen. Ten eerste blijkt uit enquêtes dat de ondernemers uitgaan van een snelle aansluiting, wat in veel gevallen niet mogelijk is. Bovendien is er ondanks hun interesse vaak geen bindend engagement van hun kant, onder meer wegens de onzekerheid betreffende de aansluitingstermijn. Elia kan zich van haar kant er zich niet toe verbinden deze netontwikkelingen uit te voeren zolang er geen zekerheid is dat deze productieprojecten effectief gerealiseerd zullen worden. De Vlaamse overheid kan hierin een beslissende rol spelen door zelf een engagement te nemen in verband met de ontwikkeling van zones voor decentrale productie. Ten tweede blijkt dat de decentrale productie-installaties geografisch zeer verspreid kunnen liggen. Het aantal en het totale vermogen van de potentiële installaties kunnen een gecombineerde aansluitingsinfrastructuur van de distributienetbeheerder en van Elia vereisen. De verschillende versterkings- en aansluitingsmogelijkheden moeten het onderwerp uitmaken van een technischeconomische analyse uitgevoerd in overleg met de betrokken distributienetbeheerder. Gezien deze context heeft Elia samen met de betrokken distributienetbeheerders het initiatief genomen voor een studie voor het bepalen van het potentieel aan decentrale productie in Vlaanderen. Deze studie zal door een erkende onderzoeksinstelling uitgevoerd worden. Na deze studie zal door de betrokken distributienetbeheerders en Elia, in samenwerking met de VREG en gewestelijke administraties van de overheid zoals Ruimte & Erfgoed, Landbouw en Visserij of het VEA, het aansluitbaar potentieel bepaald worden:
42
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
• in eerste instantie: welke capaciteit aan decentrale productie kan aangesloten worden met de bestaande infrastructuur zonder zware netversterkingen op postniveau; • in tweede instantie: welke netversterkingen zijn nodig om het geïdentificeerd extra potentieel aan te sluiten; • in derde instantie: welke capaciteit aan decentrale productie kan aangesloten worden met de bestaande infrastructuur mits aangepaste exploitatievoorwaarden. De hoge graad van intelligentie van het Elia-net11 zal hier een belangrijke facilitator zijn voor de integratie van hernieuwbare productie in het electriciteitsnet. Dit vraagt echter een grondige herziening van de huidige criteria voor de netontwikkeling en -uitbating evenals het installeren van de nodige apparatuur en mechanismen voor een doorgedreven monitoring, in samenwerking met de andere distributienetbeheerders. Het objectief is een realistische cartografie van de optimale zones voor de vestiging van decentrale productie, met inachtneming van ruimtelijke aspecten, zowel vanuit het perspectief van de projectontwikkelaars als vanuit het perspectief van de aansluitmogelijkheden op de distributienetten. Het resultaat van deze studie zal ertoe bijdragen om het algemene beleid, dat in de inleiding van dit plan werd toegelicht (cf “Algemene Principes”), concreet vorm te geven op een sociaal-economisch optimale manier.
11 Intelligentie zoals beschreven in paragraaf 1.3, dat handelt over smart grids
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
43
3.3 HAALBAARHEIDSONDERZOEK 3.3.1
TECHNISCHE UITVOERBAARHEID In dit stadium vertonen de geplande investeringen geen bijzondere moeilijkheden op het vlak van de technische uitvoerbaarheid.
3.3.2
BEPERKINGEN BETREFFENDE RUIMTELIJKE ORDENING Bij een netversterking rijzen steeds een aantal vragen in verband met ruimtelijke ordening. Heel wat stations werden immers vele jaren geleden opgericht, nog voor de gewestplannen bestonden, en zijn daardoor vandaag soms zonevreemd. Bij elke versterking of uitbreiding is het onzeker of de nodige vergunningen kunnen worden verkregen. Het is bovendien niet eenvoudig om een bestaande installatie te verplaatsen naar een geschikte zone vermits altijd een aantal middenspanningskabels op een transformatiestation zijn aangesloten. Het MS-net moet in dat geval volledig herschikt worden, wat een zeer hoge kostprijs met zicht brengt en ook niet altijd mogelijk is. De procedures voor het aanpassen van Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP) vergen veel tijd. Ook voor de verbindingen stelt dit probleem zich. De procedures zijn niet duidelijk voor wat betreft nieuwe HS-lijnen of aanpassingen aan bestaande HSlijnen. De meeste procedures hebben geen vaste termijnen, wat tot gevolg heeft dat de behandeling van complexe dossiers lang kan aanslepen. Deze onduidelijkheden kunnen leiden tot grote vertragingen en brengen zo de realisatietermijnen in het gedrang. In het algemeen kan de netbeheerder op dit vlak moeilijk een verbintenis aangaan omdat hij geen vat heeft op de termijnen waarbinnen hij de nodige vergunningen zal krijgen.
3.3.3
REALISATIEPLANNING Tabel 3.1 in paragraaf 3.2 geeft een overzicht van het geplande realisatieschema.
3.3.4
GRAFISCH OVERZICHT VAN DE VOORGESTELDE VERSTERKINGEN TEGEN
2013
De kaarten in figuur 3.2 geven een grafisch overzicht van de voorgestelde versterkingen in het referentie-elektriciteitsnet in Vlaanderen tot en met 2013.
44
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
Figuur 3.2: Elektriciteitsnet: ¡Elektriciteitsnet Vlaanderen 2013
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
45
Figuur 3.2: Elektriciteitsnet Vlaanderen 2013 - Detail A
46
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
Figuur 3.2: Elektriciteitsnet Vlaanderen 2013- Detail B
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
47
Figuur 3.2: Elektriciteitsnet Vlaanderen 2013 - Detail C
48
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
4 Versterking van het distributienet op middellange termijn
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
49
50
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
De investeringen die zich op middellange termijn aandienen, weerspiegelen de verdere uitbouw van het net. Ze werden beschreven in hoofdstuk 4 van het Investeringsplan 2009-2012 en vloeien voort uit het algemene beleid voor de ontwikkeling van de elektriciteitsnetten dat in hoofdstuk 1 van dit plan kort werd herhaald. De versterkingen zijn vanzelfsprekend gebaseerd op de vooruitzichten die momenteel beschikbaar zijn met betrekking tot de verbruikstoename en decentrale productie. Mogelijk worden in een volgend Investeringsplan voor diezelfde periode andere versterkingen gepland als gevolg van verbruikstoenames of decentrale productie-eenheden die nu nog niet gekend zijn of nu geplande versterkingen uitgesteld als nieuwe verbruiksvooruitzichten lager uitvallen dan de vroegere.
4.1 BESCHRIJVING
VAN DE VERSTERKINGEN
De tabellen 4.1 en 4.2 geven de indicatieve lijst van pistes voor investeringen die op middellange termijn worden voorgesteld op het grondgebied van het Vlaams Gewest.
4.1.1
GEPLANDE INVESTERINGEN OP MIDDELLANGE TERMIJN DIE REEDS IN VORIGE INVESTERINGSPLANNEN ZIJN VERMELD Tabel 4.1 bevat de investeringen die al in vorige Investeringsplannen werden voorgesteld. Het merendeel van de voorgestelde investeringen in hoofdstuk 4 van het Investeringsplan 2009–2012 blijven geldig, behalve enkele die toegelicht zijn in paragraaf 4.1.3.
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
51
Tabel 4.1: Lijst van de investeringen op middellange termijn die al in vorige Investeringsplannen voorgesteld werden Driver
Locatie van het station Versterkte zone
Beschrijving van de versterking
Spanningsniveau
Andere betrokken netbeheerders
Station of uiteinden van de verbinding
Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten (versterking van de transformatiecapaciteit) Oost-Vlaanderen
Adegem Sint-Martens-Latem
Eeklo Zuidmoer West-Vlaanderen
Poperinge Sappenleen
Poperinge SappenleenIeper Harelbeke-Stasegem Slijkens-Mercatorlaan Aalter-Wingene Lichtervelde Zedelgem - Lichtervelde
Nieuwe 25 MVA transformator in een bestaand station Vervanging van een 18,75 MVA transformator door een 25 MVA transformator Versterking van de transformatie in Eeklo Zuidmoerstraat Twee nieuwe 25 MVA transformatoren in een nieuw station Aanleg van twee nieuwe kabels
36/12 kV
IMEWO
36/12 kV
IMEWO
36/11 kV
IMEWO
36/10 kV
GASELWEST
Aanleg kabel Harelbeke Stasegem Nieuwe kabel, Slijkens Mercatorlaan (Oostende) Aanleg van een nieuwe kabel In gebruik nemen van een bestaande 19 MVA transformator Aanleg nieuwe kabel
36 kV
36 kV
36 kV 36 kV 36/12 kV
GASELWEST-WVEM
36 kV
Belastingsoverdrachten van de spanningsniveaus 70 tot 30 kV naar het spanningsniveau 150 kV Limburg
Eisden
West-Vlaanderen
Waregem Schoondale
(Waregem Schoondale) Rumbeke
Wevelgem Antwerpen
Petrol
Vlaams-Brabant
Machelen
Vervanging van een 70/10 kV transformator door een 50 MVA transformator (150/10 kV) Twee nieuwe 40 MVA transformatoren in een nieuw station (Aansluiting ter studie) Twee nieuwe 50 MVA transformatoren in een bestaand station Nieuwe 50 MVA transformator in een bestaand station Nieuwe 50 MVA transformator in bestaand station Twee nieuwe 50 MVA transformatoren in een bestaand station
150/10 kV
INTERELECTRA
150/10 kV
GASELWEST
(150 kV) 150/15 kV
GASELWEST
150/15 kV
GASELWEST
150/15 kV
IVEG, IMEA, Havenbedrijf SIBELGAS
150/11 kV
Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten (versterkingen in het distributienet 70-30 kV) Oost-Vlaanderen
Aalst-Schelle
West-Vlaanderen
Ieper
Antwerpen
Merksem-Tabaksvest
VlaamsBrabant
Keiberg (Keiberg in aftakking op de bestaande kabel) Keiberg-Zaventem Zaventem
52
Inlussen station Baasrode in de lijn Aalst-Schelle Twee nieuwe 65 MVA transformatoren in een bestaand station Doorverbinden kabels MerksemTabaksvest na het verdwijnen van het station Belliardstraat Nieuwe 125 MVA transformator in een nieuw station Nieuwe kabel)
70 kV
Aanleg van een trunk Versterking van de voeding van de post Zaventem 150/36 kV
36 kV 150/36 kV
150/36 kV
GASELWEST
70 kV
150/36 kV (150 kV)
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
4.1.2
GEPLANDE INVESTERINGEN OP MIDDELLANGE TERMIJN DIE IN DIT PLAN WORDEN VOORGESTELD Tabel 4.2 geeft de nieuwe op middellange termijn voorgestelde investeringen weer. Tabel 4.2: Lijst van de nieuwe op middellange termijn voorgestelde investeringen
Driver
Locatie van het station Versterkte zone
Beschrijving van de versterking
Spanningsniveau
Station of uiteinden
Andere betrokken netbeheerders
van de verbinding
Herstructurering van de 36 kV netten (versterkingen van de voeding van het 36 kV-net en het middenspanningsnet vanaf het 150 kV-net) Oost-Vlaanderen
(Langerbrugge – Rechteroever) Rechteroever
(Upgrade lijn Langerbrugge Rechterover naar 150 kV) Plaatsen van een 125 MVA transformator
(150 kV) 150/36 kV
Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten (versterking van de transformatiecapaciteit) Antwerpen
Koekhoven - Ravels Ravels
Oost-Vlaanderen
Gent Sifferdok Gent Sifferdok - Gent Rechteroever
Nieuwe kabel Nieuwe transformator van 40 MVA in een bestaand post Nieuwe 25 MVA transformator in een bestaand station Aanleg van een nieuwe kabel
70 kV 70/15 kV 36/12 kV
IMEWO
36 kV
Belastingsoverdrachten van de spanningsniveaus 70 tot 30 kV naar het spanningsniveau 150 kV West-Vlaanderen
Zwevegem
Tweede 40 MVA transformator in een bestaand station
150/10 kV
GASELWEST
4.1.2.1 Versterking van de voeding van de post Ravels De toenemende belasting in de regio rond Ravels veroorzaakt een nood aan extra transformatiecapaciteit naar het middenspanningsnet. De meest geschikte oplossing is de plaatsing van een nieuwe 40 MVA-transformator in de post Ravels, gekoppeld aan de aanleg van een nieuwe 70 kV-kabel vanuit Koekhoven.
4.1.2.2 Versterking van de transformatiestations Gent Sifferdok Het distributienet zal niet meer in staat zijn om de hulpvoeding van het station Gent Sifferdok te verzekeren. Op termijn zal een transformator 36/11 kVtransformator moeten worden geplaatst in Sifferdok (Gent) om de hulpvoeding te verzekeren. Deze nieuwe transformator zal in antenne aangesloten worden op een nieuwe 36 kV-kabel tussen Sifferdok en Rechteroever.
4.1.2.3 Versterking Rechteroever (Gent) De post Rechteroever 36 kV (Gent) wordt vanuit Kennedylaan 150/36 kV gevoed. Bij incident op een 150/36 kV-transformator in Kennedylaan wordt Rechteroever gevoed door 36 kV-kabels tussen beide posten. De belastingsprognoses wijzen, op termijn, een verzadiging aan van deze 36 kV verbindingen.
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
53
De installatie van een bijkomende 150/36 kV-transformator in Rechteroever, gevoed door een 150 kV-verbinding tussen Rechteroever en Langerbrugge, gaat ervoor zorgen dat deze beperkingen verdwijnen.
4.1.3
INVESTERINGEN OP MIDDELLANGE TERMIJN, NIET MEER VAN TOEPASSING Tabel 4.3 geeft de investeringen weer die in de vorige Investeringsplannen op middellange termijn voorgesteld werden en die ondertussen geannuleerd zijn ten gevolge van een herziening van de oplossing. • De versterking van de transformatoren in Eeklo-Noord tot 125 MVA is geannuleerd; • De versterking van de voeding van Wilrijk via de aanleg van een nieuwe 150 kV-kabel gekoppeld met de installatie van een nieuwe 150/70 kVtransformator van 145 MVA is geannuleerd en wordt vervangen door de herstructurering van het 70 kV-net rond Wilrijk (zie paragraaf 3.2.2); • De nood aan versterking van de voeding in Ruien blijft van toepassing maar wordt opgelost door het plaatsen van een 150/10 kV transformator in plaats van een 150/70 kV transformator12. Deze laatste investeringspiste is dus niet meer overwogen. Tabel 4.3: Lijst van de investeringen die in de vorige Investeringsplannen op middellange termijn waren gepland en die niet meer van toepassing zijn
Driver
Locatie van het station Versterkte zone
Beschrijving van de versterking
Spanningsniveau
Station of uiteinden
Andere betrokken netbeheerders
van de verbinding
Belastingsoverdrachten van de spanningsniveaus 70 tot 30 kV naar het spanningsniveau 150 kV West-Vlaanderen
Ruien
Nieuwe 145 MVA transformator in een bestaand station
150/70 kV
Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten (versterking van de transformatiecapaciteit) Oost-Vlaanderen
Adegem-Eeklo
Aanleg van een nieuwe kabel
36 kV
Stijgend verbruik in de middenspanningsnetten (versterking van het distributienet 70-30 kV) Oost-Vlaanderen
Eeklo Noord
Antwerpen
Wilrijk (Wilrijk-Schelle)
4.2 GRAFISCH
Verzwaring transformatoren naar 125 MVA Nieuwe 145 MVA transformator in een bestaand station (Aanleg van een nieuwe kabel)
150/36 kV 150/70 kV (150 kV)
OVERZICHT VAN DE VOORGESTELDE
VERSTERKINGEN OP MIDDELLANGE TERMIJN De kaarten in figuur 4.4 geven een grafisch overzicht van de voorgestelde versterkingen in het referentie elektriciteitsnet in Vlaanderen op middellange termijn.
12
Zie paragraaf 3.2.4.
54
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
Figuur 4.4: Elektriciteitsnet Vlaanderen op middellange termijn
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
55
Figuur 4.4: Elektriciteitsnet op middellange termijn - Detail A
56
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
Figuur 4.4: Elektriciteitsnet op middellange termijn - Detail B
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
57
Figuur 4.4: Elektriciteitsnet op middellange termijn - Detail C
58
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
5 Besluit en uitvoering van het investeringsplan
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
59
60
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010
Het Investeringsplan 2010-2013 heeft betrekking op de netten van 70 kV en lager in het Vlaamse Gewest waarvoor Elia door de Vlaamse overheid is aangesteld als distributienetbeheerder. Dit plan maakt een raming van de nodige behoeften aan capaciteit in de betrokken netten over deze periode. Deze noden worden opgelijst met aanduiding van de onderliggende hypothesen. Het plan betreft de periode vanaf 1 januari 2010 tot 31 december 2013. Dit Investeringsplan stoelt gedeeltelijk op de principes die werden bepaald voor het Investeringsplan 2005-2008 en die in dat plan beschreven werden. De lezer wordt verwezen naar het Investeringsplan 2005-2008 voor verdere informatie betreffende de methodologie voor de ontwikkeling van het net, de dimensioneringscriteria voor het distributienet en het opstellen van de nodige hypotheses gebruikt in dit Investeringsplan. Vermits de spanningsniveaus 70/36/30 kV sterk worden beïnvloed door de spreiding van de lokale afname en de decentrale productie spelen de lokale prognoses die door de netgebruikers worden meegedeeld of in overleg met de beheerders van de middenspanningsnetten jaarlijks worden opgesteld de belangrijkste rol onder al de dimensioneringsfactoren. De verbruiksprognoses van dit investeringsplan 2010-2013 blijven sterk beïnvloed door het dalende verbruik ten gevolge van de financiële en economische crisis en door een toename van de aansluiting van decentrale productie op de netten van andere distributienetbeheerders. De financiële en economische crisis heeft een onmiddellijke daling van het industrieel en residentieel elektriciteitsverbruik veroorzaakt. Dat heeft vorig jaar geleid tot een significante herziening van de belastingprognoses. Ondanks het feit dat in de huidige belastingsprognoses wordt uitgegaan van een gematigde heropleving van de Belgische economie wordt in de horizon van dit investeringsplan het verbruiksniveau van voor de financiële en economische crisis niet meer bereikt. Daarnaast wordt er ook verondersteld dat de tendens van toenemende aansluitingen van decentrale productie op de netten van andere distributienetbeheerders zich doorzet. Als de decentrale productie gedimensioneerd is op basis van het lokale verbruik kan dit resulteren in een gedeeltelijke ontlasting van het hoogspanningsnet of kan het de verwachte groei van de afname vertragen. Anderzijds kan de grote toename van decentrale productie op een welbepaalde lokatie ertoe leiden dat de productie op deze specifieke lokatie in het middenspanningsnet groter is dan het verbruik. Elia moet er voor zorgen dat de geproduceerde elektriciteit die niet op deze locatie verbruikt kan worden, via het hoogspanningsnet wordt opgenomen en tot bij andere verbruikers wordt geleid. Hiervoor is het belangrijk dat samen met de distributienetbeheerders wordt nagegaan wat de beste manier is om de decentrale productie adequaat op te vangen. De verdere toename van decentrale productie, het behalen van de 20-20 doelstellingen in het kader van het klimaat- en energiepakket en de verdere vrijmaking van de energiemarkt in het kader van het derde energiepakket van de Europese Unie zullen extra investeringen noodzakelijk maken ten opzichte
Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010 I
61
van het “business as usual� scenario. Het huidige tarifaire kader laat niet toe om deze bijkomende investeringen tijdig uit te voeren. Daarom stelt Elia voor om de tarifaire regelgeving uit te breiden met een luik dat samenhangt met het klimaat- en energiebeleid van de overheid. Dit Investeringsplan vertrekt van de netversterkingen die in de vorige Investeringsplannen voorzien waren op korte termijn. Enkele van deze projecten hebben vertraging opgelopen of zijn voor bepaalde tijd uitgesteld wegens een verlaging van de verbruiksverwachtingen of wegens andere redenen zoals vertragingen door vergunningsprocedures en technische moeilijkheden tijdens de uitvoering van de werken. Daarna worden nieuwe netversterkingen voorgesteld die gepland zijn tot en met 2013. Deze versterkingen zijn in lijn met de vier pijlers die aan de basis liggen van de ontwikkeling van het elektriciteitsnet: zekerheid van bevoorrading, duurzame ontwikkeling, economisch optimum en marktwerking. De indienstnames van deze investeringen zijn voorzien ten laatste op 31 december 2013. Tot slot geeft dit plan ter informatie investeringspistes die op lange termijn worden beoogd en buiten de horizon van dit Investeringplan vallen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen investeringen die reeds in de vorige investeringsplannen zijn voorgesteld, nieuwe investeringspistes en investeringspistes die op dit moment reeds zijn verlaten.
62
I Investeringsplan Vlaams Gewest 2010 – 2013 I 30 juni 2010