Verbinding 150kV Stevin - Zeebrugge Waarom liever bovengronds? Het project Stevin betreft een verbinding met een zeer hoog vermogen (2 x 3000 MVA) op een spanning van 380 kV. Elia opteert om verscheidene redenen voor een bovengrondse lijn. Over een afstand van zo’n 10km zal de verbinding echter ondergronds aangelegd worden, zoals voorzien in de definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan goedgekeurd door de Vlaamse Regering. 1. Milieu Zowel ondergrondse als bovengrondse verbindingen hebben een milieu-impact. Bij bovengrondse verbindingen is de fysieke impact kleiner, namelijk beperkt tot de mast (~10 m breed). Bij ondergrondse verbindingen blijft er over de hele lengte een permanent onbebouwbare brede corridor van minimaal 15m, zonder bomen of constructies. Tijdens de werken is een corridor van zo’n 40m breed nodig voor de opslag van grond, de sleuf voor de aanleg van de kabels, het transport en de toegangen. Zowel bovengrondse als ondergrondse verbindingen genereren laagfrequente magnetische velden van 50 Hz. In de directe nabijheid van een ondergrondse verbinding kunnen de magnetische velden hoger liggen dan bij een bovengrondse verbinding. Dat komt omdat de ondergrondse verbinding op 1,5 à 2m diepte in de grond ligt terwijl een bovengrondse lijn meestal 20 à 30m boven het maaiveld hangt. Bij een ondergrondse verbinding neemt de sterkte van het magnetisch veld wel sneller af met de afstand ten aanzien van die verbinding dan bij een bovengrondse verbinding. Bij een ondergrondse verbinding wordt het elektrische veld tegengehouden door de isolerende omhulsels. 2. Technisch Een ondergrondse verbinding kan over lange afstand een veel beperkter vermogen transporteren dan een bovengrondse (+/- 900 MVA voor de ondergrondse tegenover 3000 MVA voor de bovengrondse verbinding). Dat komt door de wetten van de fysica: ondergrondse kabels gedragen zich capacitief (als een weerstand). Hierdoor komt er meer reactief vermogen in de plaats van actief vermogen. Enkel actief vermogen is bruikbaar voor de eindgebruiker. Reactief vermogen creëert warmteverliezen en beperkt de nuttige capaciteit van de installatie. Om dit reactief vermogen te compenseren moeten er regelmatig tussenstations gebouwd worden. Een ondergrondse verbinding is minder bedrijfszeker dan een bovengrondse verbinding. Bij een bovengrondse verbinding komen veel minder structurele defecten voor dan bij een ondergrondse verbinding. Als een ondergrondse verbinding uitschakelt, blijft de verbinding onbeschikbaar gedurende meerdere dagen of weken. Voor twee elektrische wegen op één bovengrondse verbinding zijn drie ondergrondse elektrische wegen nodig om een gelijke betrouwbaarheid te bekomen. Daarom moeten er meerdere kabelverbindingen aangelegd worden om de energievoorziening te kunnen handhaven. Dit alles vergroot de technische complexiteit van het netwerk.
3. Economisch Een ondergrondse 380 kV-verbinding heeft een veel hogere kostprijs dan een bovengrondse verbinding. Voor dit project zou deze 7 tot 10 keer hoger liggen dan voor een bovengrondse verbinding. Wegens de beperkte technische ervaring met dit soort verbindingen van een zeer recente technologische ontwikkeling, is de levensduur onvoorspelbaar. Het valt te verwachten dat op lange termijn meer en bovendien hoge vervangingsinvesteringen nodig zijn. Bovenstaande elementen resulteren in hogere transmissietarieven. Besluit Voor nieuwe verbindingen op 380 kV die geĂŻntegreerd zijn in het net, acht Elia het economisch en maatschappelijk meer verantwoord deze bovengronds aan te leggen mits gebruik te maken van tracĂŠs en technologieĂŤn die mens en milieu optimaal respecteren. Elia beschouwt een ondergrondse verbinding op 380 kV enkel als een evenwaardige oplossing voor een verbinding over een korte afstand, voor de aansluiting van productie-installaties met een vermogen tot 1000 MW. Deze liggen aan eindtakken van het net: bij uitval van de verbinding komt de uitbating van het gehele net niet in het gedrang.