4 minute read

Rosenberger-OSI

Next Article
Vancis

Vancis

Fysieke infrastructuur | Michiel van Blommestein

Gerald Berg, Sales & Marketing Process Manager bij Rosenberger OSI: ‘Ook fibre luistert steeds nauwer’

In de markt voor bekabeling gaan de ontwikkelingen erg hard. Dat moet ook wel. Applicaties eisen niet alleen meer data om goed te functioneren, maar ook moet die data van hogere kwaliteit zijn dan voorheen. De aanwas van real-time applicaties heeft immers de tolerantie voor signaalverlies flink onder druk gezet. De specialisten van Rosenberger OSI blijven daarom actief nadenken over nieuwe standaarden en technologieën. Want nieuwe technologie biedt welkome nieuwe mogelijkheden, maar brengt óók nieuwe uitdagingen met zich mee.

Het is in datacenterland zo eenvoudig. Als een server niet meer voldoet, dan vervang je die gewoon. Applicaties kun je updaten en zelfs de rekendichtheid is altijd wel te verhogen door nieuwe koelmethodes in gebruik te nemen. Maar het helemaal opnieuw moeten aanleggen van de bekabeling is niet zo eenvoudig. Vooral bij oudere datacenters kan dat soms een uitdaging zijn. “Niemand dacht enkele jaren geleden aan het schoonmaken van connectoren of het accuraat meten van afstanden”, zegt Gerald Berg, Sales & Marketing Process

Manager bij de Duitse connectiviteitsleverancier Rosenberger OSI. “Dat kleine beetje signaalverlies was immers niet erg. Maar dit wordt nu juist belangrijker.”

Signalen en afstanden Berg legt uit dat het loss budget, het geschatte prestatieverlies van een fiberkabel, steeds minder wordt. “Niet zo lang geleden hadden we voor Ethernet Fibre Channel een loss budget van bijna 4dB. Nu is dat minder dan 2dB, en dat maakt een enorm verschil.” Om de connectiviteit op niveau te houden, moet je daarom componenten hebben met een hoge precisiegraad, zo zegt Berg. “Anders kom je snel in de problemen, zoals prestatieverlies door de hogere demping, of zelfs signaalverlies omdat je niet alleen rekening dient te houden met het loss budget, maar ook met de afstanden die signalen kunnen afleggen.”

‘MTP is niet langer alleen beschikbaar met twaalf vezels, maar met vierentwintig of zelfs meer’

Voor nieuwe datacenters is het een eenvoudige kwestie van het meteen betrekken van de bekabelingsafstanden bij het ontwerp. Voor bestaande datacenters ligt dat lastiger. “Het hangt af van de bestaande infrastructuur en of de meest geavanceerde fiber wordt gebruikt of dat er nog oudere bekabeling in gebruik is”, zegt Berg. “In dat laatste geval kun je proberen om de kabels te vervangen door de allernieuwste technologie. Maar als je al de meest geavanceerde fiber hebt geïnstalleerd en de afstanden zijn te lang, dan moet het datacenter worden heringericht. De actieve componenten moeten anders worden georganiseerd.”

Wirwar van connectoren Om aan de behoefte van constante modernisatie te voldoen, zet Rosenberger OSI sterk in op het op de markt brengen van nieuwe standaarden en connectoren. “Je ziet duidelijk een concentratie van data op een kleinere oppervlakte”, zegt Berg. “De kwaliteit en nauwkeurigheid van het materiaal wordt wel eens vergeten.” Waar vijftien jaar terug de markt volgens Berg was verzadigd met een wirwar van connectoren en kabelstandaarden, is deze nu redelijk geconsolideerd. “Dat is ook dankzij de verschillende standaardisatiecomités en de Europese en Internationale standaarden die zijn gedefinieerd”, zegt Berg. “De focus ligt nu op de LC- en MTP-connectoren. Dat is de standaard. Door de opkomst van applicaties voor terra-optics en de protocollen in het achterhoofd, komen er meer high-density-connectoren beschikbaar. MTP is niet langer meer alleen beschikbaar met twaalf vezels, maar met vierentwintig of zelfs meer.”

Rosenberger OSI behoort altijd tot een van de eerste leveranciers die nieuwe kabeltechnologie voor datacenters introduceert. Ze hebben bijvoorbeeld 40

en 100 GBE-applicaties voor datacenters, evenals 16 en 32 Gb Fibrechannel. Rosenberger OSI werkt ook samen met US Conec, een van de grootste fabrikanten van connectoren in de wereld. Samen zetten ze Prism MT en MXC op de markt.

Nederland loopt voorop Nederland is van nature een land van ‘early adopters’, zo beaamt ook Berg, maar toch is Rosenberger OSI redelijk kieskeurig bij de keuze voor partners. “We zien graag expertise in verschillende disciplines van de technologie”, aldus de distributeur, terwijl het in Frankrijk de distributeurs én installateurs zijn die het primaire klantcontact onderhouden. In Nederland werken we vooral via de integrators. Dus de route naar de markt is per land anders.”

Berg. “Hun positie in de markt is ook belangrijk, dus hun klantbasis en contacten, en natuurlijk moet de filosofie aansluiten op de onze. Dat betekent ten eerste dat hun technologische aanpak aansluit op de onze, en dat ze op dezelfde manier kijken naar de toegevoegde waarde die we leveren.” Omdat het om de nieuwste technologieën gaat, organiseert Rosenberger OSI twee intensieve trainingen per jaar voor partners. “En als er iets nieuws op de markt komt, communiceren we dat direct.”

Hij merkt op dat het contact richting de eindklant per Europese markt flink kan verschillen. “In Duitsland hebben we als leverancier meer direct contact met de eindklant”, vertelt hij. “In Italië en Groot-Brittannië draait het allemaal om te noemen”, zegt hij. “Banken, verzekeraars, overheden en andere klanten hebben binnen Europa dezelfde behoeften. Ze moeten blijven investeren in nieuwe actieve apparatuur om niet achter te blijven. Dus ik denk niet dat er voor de applicaties veel verschil is tussen Nederland en Duitsland.” Hij trekt een parallel met een andere markt. “Het lijkt bij datacenters een beetje op de softwaremarkt. Je hebt een bepaalde lifecycle, en daarna wordt de applicatie niet langer ondersteund. Hetzelfde heb je met actieve apparatuur van de hardwarefabrikant, zodat klanten na een bepaalde periode wel moeten investeren. Als de economische situatie tegen zit, dan proberen ze de investering uit te stellen. Maar uiteindelijk kunnen ze niet anders.”

‘Niet zo lang geleden hadden we voor Ethernet Fibre Channel een loss budget van bijna 4dB. Nu is dat minder dan 2dB’

Maar, zo waarschuwt Berg, het einddoel is overal hetzelfde. Nederlandse datacenters zijn weliswaar niet huiverig om nieuwe technologieën uit te proberen, maar andere Europese markten staan zeker niet stil. “Het is een beetje een cliché om Duitsland conservatief

This article is from: