5 minute read
Analyse | Wildgroei aan IoT-standaarden
Analyse | Dirkjan van Ittersum
Wildgroei aan IoT-standaarden
De mogelijkheden van IoT lijken oneindig. Totdat bedrijven en particulieren er in de praktijk mee aan de slag gaan. Dan blijkt de ene technologie opeens niet met de andere te communiceren. Of het ene beveiligingsprotocol komt niet overeen met het andere. Daarom lijkt er zich een wildgroei van IoT-standaarden te ontwikkelen.
Voor mobiele telefonie is het eenvoudig, kopers van smartphones weten dat deze devices gegarandeerd met mobiele netwerken overweg kunnen. Ook voor Wifi bestaat er geen probleem, iedere aangeschafte router slaagt erin verbinding te leggen met laptops. Ook de beveiliging is hiervoor gestandaardiseerd. Elke Wifi-router gebruikt het WPA2-protocol. Was het maar zo simpel met het IoT. Wanneer bedrijven blind IoT-devices aanschaffen, lopen zij een reële kans dat deze devices geen contact kunnen
leggen met IoT-netwerken. Ook is de beveiliging en de taal die deze devices onderling spreken nog niet lang niet gestandaardiseerd.
Standaardisatie De standaardisatie op het gebied van het IoT vindt op drie niveaus plaats, netwerken, platformen en beveiliging.
1. Netwerken Op het gebied van netwerken zijn kort geleden specifiek drie technologieën voor het IoT ontwikkeld. Deze technologieën zijn LoRa, Narrow Band IoT (NB-IoT) en Sigfox. Deze drie technologieën kunnen onderling niet met elkaar communiceren, maar vallen wel onder een gezamenlijke categorie, Low Power Wide Area Networks (LP-WAN). De drie IoT-technologieën hebben allemaal in Nederland een dekkend netwerk. Zo heeft KPN een landelijk dekkend LoRa-netwerk en bieden zowel Vodafone als T-Mobile een landelijk dekkend NBIoT-netwerk. Het wereldwijde Sigfoxnetwerk wordt in Nederland door Aerea beheerd. Naast deze LP-WAN netwerken worden ook de mobiele netwerken, GPRS, 3G, 4G en in de toekomst 5G, LAN’s, Wifi en korteafstandnetwerken als Bluetooth, ZigBee en RFID voor IoTdoeleinden gebruikt.
Beperkte capaciteit Welk netwerk de beste keuze is voor IoT, hangt sterk af van de toepassing. Sigfox is een vrij gesloten technologie.
De ontwikkelaar en leverancier heeft alle onderdelen in handen. Het bereik van dit netwerk is groot, maar de datacapaciteit is laag. Via dit netwerk kunnen tot zo’n 140 korte berichten, tot 12 bytes, per dag worden verzonden (uplink). De downlink-capaciteit is lager met tot vier berichten, 8 bytes, per dag. Ook bij de LoRa-technologie is de capaciteit beperkt. Gebruikers van deze technologie kunnen ongeveer 700 berichten, zowel up- als downlink per dag, 50 bytes, verzenden. De LoRa-technologie is een wat opener. Iedereen mag voor deze technologie toepassingen en oplossingen ontwikkelen. Eindgebruikers die meer capaciteit nodig hebben, komt uit bij NB-IoT-technologie. De datasnelheid van deze IoT-technologie komt uit op 250 Kbps. Het gebruik van deze technologie is wel wat duurder.
Wie nog hogere snelheden nodig heeft, komt uit bij 4G-netwerken of lokale Wifinetwerken. Voor domotica, hele korte afstanden, wordt soms ook Bluetooth of Zigbee gebruikt om apparaten te verbinden. In de toekomst zullen mobiele netwerkoperators overstappen op 5G. Deze technologie is zeer geschikt voor geavanceerde IoT-toepassingen, zoals voor een lage latency of snelle datadoorvoer. Hierdoor worden videotoepassingen
goed mogelijk, terwijl de capaciteit van 4G daar net wat te krap voor is. Het voordeel van 5G is dat deze mobiele technologie meer eindgebruikers aankan. Belangrijk voor een toekomst waarin steeds meer apparaten via mobiel internet worden verbonden.
2. Platformen Gezien de hoge verwachtingen rondom het IoT, verbaast het niet meer dat veel bedrijven eigen IoT-platforms ontwikkelen die diensten kunnen gebruiken. Wanneer zo’n platform een leidende rol krijgt, valt er veel geld mee te verdienen. Iedereen aast dus op een stukje van de taart. Het aantal IoT-platformen loopt inmiddels in de tien-, zo niet honderdtallen. Elders in dit dossier is een overzicht te vinden van de belangrijkste.
Bij het ontwikkelen van dergelijke platformen kiest iedere leverancier zijn eigen regels hoe data van devices op het platform moet binnenkomen. Zo moeten sensors met een thermometer melden dat het 20 graden Celsius, getal 20, of wil het platform dat in een bepaalde code hebben omgezet? Wanneer de sensors en het platform niet dezelfde taal spreken, valt dat meestal op te lossen door een API te gebruiken die de data in het juiste bestandsformaat importeert. Dit zorgt wel voor extra ontwikkelkosten. Ook is er het risico dat bij een wijziging de API moet worden aangepast om de data nog steeds te kunnen importeren.
Consumenten Naast de IoT-platformen voor de zakelijke markt, zijn er ook bedrijven die zich richten op platformen voor consumenten. In dit segment vinden we
NEN Standaardisatieplatform IoT Normeringsinstituut NEN is met het standaardisatieplatform Internet of Things gestart. NEN wijst erop dat standaarden noodzakelijk zijn voor interoperabiliteit in IoT-toepassingen. Door een standaard te bevorderen, kan de praktische toepassing van IoT in Nederland worden bevorderd, verwacht NEN.
Analyse | Dirkjan van Ittersum
bekende technologiebedrijven Google, Apple en Amazon. Zij hebben met de Google Home - Apple Homekit - en Amazon Alexa-platformen waar consumentenapparatuur mee kan communiceren.
Consumenten krijgen een centrale omgeving om alle informatie te bekijken en aan te passen. Via deze platformen kan onder meer verlichting van Philips Hue worden ingeschakeld, maar ook beveiliging, verwarming en slimme spraakassistenten worden gekoppeld.
3. Beveiliging Ook op het vlak van beveiliging is nog nauwelijks sprake van standaardisatie. Hieraan wordt in Nederland wel gewerkt, onder meer vanwege druk vanuit de politiek. Zo wil het nieuwe kabinet dat er voor IoT-appratuur een veiligheidskeurmerk komt. Het keurmerk bepaalt aan welke veiligheidseisen devices minimaal moeten voldoen. Voldoet apparatuur niet, dan wordt het uit winkels geweerd. Verder wil het kabinet dat apparaten data niet automatisch delen met derden. Dat mag pas na expliciete toestemming. Ook de Europese Commissie heeft dit onderwerp hoog op de agenda staan.
De politieke wens voor IoT-standaarden ligt niet altijd in lijn met de wensen van fabrikanten. Zij hebben baat bij eigen standaarden om zo een belangrijke marktpositie op te bouwen. Dat is niet per se gunstig voor bedrijven en consumenten. Met een beetje pech lopen consumenten of zakelijke eindgebruikers daardoor het risico om met vijftien apps op hun smartphones alle IoT-functies van huis of bedrijfsgebouw te bedienen.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Marco Heida van Internet of Things Nederland.
Nadeel van standaarden Het streven naar standaardisatie is begrijpelijk, maar houdt ook een risico in. “Het kan innovatie dwars-bomen”, zegt IoT-consultant Marco Heida van Internet of Things Nederland. “Nu kan iedereen devices maken en aan elkaar koppelen. De introductie van standaarden houdt automatisch beperkingen in.” Toch erkent Heida dat standaarden noodzakelijk zijn, mede gezien geruchtmakende hacks de laatste tijd. “Voor grootzakelijke toepassingen is de kans groot dat er vrij snel standaarden komen. Voor consumenten-devices verwacht ik eerder een systeem met labels. Een label A zou kunnen betekenen dat het systeem volledig is beveiligd met encryptie, terwijl bij label E de beveiliging minder op orde is. Dan moet het wachtwoord bijvoorbeeld nog zelf worden gewijzigd.”