Jg10nr1 januari 2007

Page 1

Jaargang 10, nummer 1, januari 2007

CommuniquĂŠ Het

Periodiek van het departement communicatie van de Erasmushogeschool Brussel

mama’s op school tussen pampers en projecten

Isolde Lasoen drumster boven vrouw

Andy Warhol

koning van de popart

Paaldansen

erotiek wordt sport

Redactie en productie: professionele bachelor Journalistiek

Foto: Anton Coene


inhoudstafel

voorwoord

“An artist is someone who produces things that people don’t need to have but that he – for some reason- thinks it would be a good idea to give them.” Deze woorden van Andy Warhol, net twintig jaar dood, zijn brandend actueel. Bestaan er nog gestoorde mensen zoals Andy, die geloven in de kracht van hun product? Wij zijn graag zo gestoord! Elke redacteur van dit boekje heeft zijn eigen stijl, zijn eigen geloof in ons ding. Volgend jaar vormen deze zestien journalisten in wording geen redactie meer, ze zullen worden opgeslokt door de markt die om producten vraagt waarvoor u en ik betalen. Deze zestien artiesten worden volgend jaar mens, volwassen, net geen artiest meer. De naïviteit moet eraf. En juist daarom, worden hier zestien meningen aan het woord gelaten: van iemand die gefascineerd is door tuning, tot de moedige zielen die de vijfde verjaardag van de euro kritisch benaderden. Geen geheel, wel een collage van

Verboden te verleiden

Iran anders bekeken

Suiker, het zoete goud Alles wat u wilde weten over suiker Vrouw, maar bovenal drumster Foto: Roel Spelkens

indrukken, frustraties en interesses. Het is deugddoend om deze laatste keer ONS ding te mogen doen. En daarom presenteer ik u, voor de eerste keer: een vernieuwd Communiqué. Een eigenzinnige nieuwsbrief die niemand hoeft te hebben, maar waarvan wij vinden dat het een goed idee is om het aan u te geven! Geniet ervan, het is de laatste keer dat u deze artiesten samen aan het werk ziet. Leen Jonckers

Je vindt het Communiqué op de website www.persopehb.be.

Algemeen hoofdredacteur: Patrick Pelgrims Eindredacteur layout: André Lapeere Taaladviseur: Dirk Mampaey Dank aan: Joost Goethals, Leo Van Dorsselaer, Arianne Van Roy

Isolde Lasoen

Twintig jaar na de dood van Andy Warhol

De eigenzinnige koning van de popart Regeren en studeren, valt dat te combineren? Jonge politici aan het woord Life is tuning

Eli Van Brussel

Bier, vrouwen en vette bakken

Belgische inzending Oscars onder de loep

Een interview met Fien Troch

Werner van Escape TV Internettelevisie, een gat in de markt? Tussen pampers en projecten

(bye bye A3), maar voortaan is er ook een interactieve onlineversie die je digitaal kan doorbladeren. De pagina’s draaien geanimeerd om, alsof je het zelf in je handen hebt. Zelfs de index is interactief. Met een klik op een onderwerp spring je onmiddellijk naar de pagina met het betreffende artikel. Bovendien zullen alle foto’s online in kleur verschijnen. Als extraatje komen ook video- en geluidsfragmenten aan bod, of links naar nuttige websites die je meer achtergrond geven bij de artikels.

Hoofdredacteur: Leen Jonckers Adjunct-hoofdredacteur: Marlies Van Schoors Eindredacteur: Yannick Guldentops Chef layout: Lander Lenaerts Vormgever: Mathieu de Rijcke Redactiechef: Roel Spelkens Redactiesecretaris: Jeffrey Vander Stricht Chef reportage: Ellen Vanhove Chef multimedia: Eli Van Brussel Correctoren: Aurelia Claes, Tim Engelen, Henri Van Lint Redacteurs: Steven De Loof, Anthony Grauwels, Leen Ryckebosch, Britt Van Wouwe

Het Communiqué

Het verhaal van een treinbestuurder

Het verhaal achter de sluier

redactie

2

3 4 7 8 10 12 14 16 18 19 20

Zelfmoord op het spoor

het communiqué gaat digitaal Mediaconvergentie… Het is een duur woord dat je meer en meer hoort gebruiken in het medialandschap. De term betekent letterlijk het samenvloeien van de tradionele media. Die beginnen zich stilaan te vermengen: kranten brengen een onlineversie uit en radiostations hebben een interactieve internetspeler. Je kan muziek downloaden via podcasts, nieuwsflashes ontvangen op je gsm of zelfgemaakte filmpjes op YouTube posten. Het is een niet te stoppen evolutie die het medialandschap in de toekomst ingrijpend zal veranderen. Bij deze tiende jaargang meten we Het Communiqué niet alleen een gloednieuw magazinekleedje aan

Het Communiqué ging paaldansen

Moeders op de schoolbanken

Bloemenhofbloempje

Jaaaaaaaaaaa!

“Bye Bye Champions League. Het werd een eervolle exit voor paarswit”, schreef De Morgen op 22/11. En de krant had gelijk, want ik was er bij geweest. Als voetballeek eerste klasse was ik door enkele medestudenten annex Anderlechtfans overtuigd om de terugwedstrijd tegen Rijsel in de Champions League bij te wonen. Terugwedstrijd, Champions League: twee weken voordien klonken deze woorden me nog erg abstract in de oren, laat staan dat ik er een correcte zin mee kon vormen. Voetbal had me nooit geïnteresseerd, maar als er vijfenveertigduizend man voor op de been is, moet het toch wel bijzonder zijn, niet? Vermoeid door een meer dan vier uur durende autoreis zaten we dan uiteindelijk in het gigantische Bollaert-stadion, vijf stipjes tussen vijfenveertigduizend andere stipjes die samen de wereld de rug toekeerden. Meer nog, de wereld bevond zich op dat moment tussen de witte lijnen op de grasmat. Het was daar dat de tweeëntwintig helden ons eventjes alles lieten vergeten en de adrenaline door onze lijven stuwden. Want na een tijdje zat ik

niet meer op de ijskoude tribune, maar liep ik in gedachten trots en gedreven mee met het mauve armee, vloekte ik op Deschacht en riep ik Mbo toe dat hij de netten moest laten rinkelen – meermaals, als het even kon. Net als alle omstanders klemde ik mijn lippen stijf opeen als de bal té dicht bij Schollen kwam, scandeerde ik ‘allez Mémé’ toen hij voor een goede assist moest zorgen, sprong ik omhoog toen hij het leer vakkundig naar Mpenza schopte en zuchtte ik luid als de afwerking teleurstelde. Wanneer die boze man aan de kant van het veld besliste om een zekere Vanderhaeghe op het veld te zetten, werd er rondom mij “Franky schijtluis” gescandeerd. Ik wist niet goed wie die Franky dan wel mocht zijn, maar hij wàs wel een schijtluis. Vier doelpunten heb ik zien vallen die avond. Twee keer was ik verbouwereerd, twee keer oprecht gelukkig. Nooit had ik gedacht dat ik zo hard kon juichen wanneer er een stuk leer tussen twee palen wordt getrapt, maar ik héb gejuicht. God, wat heb ik gejuicht. Lander Lenaerts


paaldansen van zijn sportiefste kant Schrap de hoge hakken en sexy kleding. Vergeet de verleidingstechnieken en vervang de stripclub door een fitnesszaal. Wat overblijft, is een acrobatische sport die het vulgaire ver overstijgt. Het Communiqué sprak met Angy, de absolute wereldtop in de paalsport. Hoewel ze er nu alles aan doet om paaldansen uit de erotische sfeer te halen, kwam Angy er mee in contact als stripper. “In dat milieu kom je sowieso wel eens een paaldanseres tegen. Een ex-collega van mij deed dat regelmatig. Het fascineerde me, maar ik kon nergens terecht om het te leren. Dus leerde ik het mezelf maar aan, on stage. Dat was uiteraard nog in de erotische sfeer. Nu is het zodanig ontwikkeld dat er dvd’s en lessen bestaan. Het is echt meer een sport geworden die in het rijtje tussen fitness en powertraining past. Je moet het opbouwen, want het vergt erg veel kracht. Niettemin blijft er een taboe rond hangen”, vertelt ze. “Paaldansen zelf is afkomstig van Amerika en daar zijn er maar een vijftal mensen, die het echt voor de sport doen. Voor de anderen zit het nog steeds in de erotische sfeer. In België heb je ondertussen drie leer-

tersclass, de vijf besten ter wereld. Ook organiseer ik kampioenschappen met de enige federatie met een vergunning in Nederland, dat ga ik ook in België doen. Vroeger trad ik aan in wedstrijden, vier jaar geleden werd ik Nederlands kampioene paaldansen. Maar omdat ik nu de wedstrijden mee organiseer, kan ik uiteraard niet meer deelnemen. Wel doe ik af en toe nog mee aan interkampen om het toch ook nog eens van de andere kant te zien.” Angy staat al drie jaar voor de paaldansklas. “Vereisten zijn er niet, bij mij kunnen meisjes en zelfs jongens van alle maten en leeftijden terecht. Ik geef zelfs les aan kinderen vanaf tien jaar. Die lessen spreid ik wel zoveel mogelijk om hen wat te temperen. Anders krijg je al snel overenthousiaste kinderen en het moet gezegd dat paaldansen best wel ernstige blessures kan opleveren. Ik heb zelf vier kinderen, dus

krachten, maar - buiten mezelf dan - die blijven toch steeds teruggrijpen naar de high heels. Wij doen het in sportieve kleding, basketters incluis. Om met lakbotten tot over je knieën aan een paal te blijven hangen, moet je trouwens niets kunnen. Probeer maar eens om met je blote benen niet weg te glijden!”

ik weet wel hoe ik die kids moet aanpakken. Gelukkig ben ik in al mijn jaren als instructrice nog niets ernstigs tegengekomen. Meestal blijft het beperkt tot blauwe plekken en blaren. En stijfheid natuurlijk (lacht)!”

Foto’s: Angy van paaldans.be

Verboden te verleiden

Paaldansen voor kids “Ondertussen heb ik samen met Denise Mulder twee dvd’s uitgebracht. Daarnaast train ik mee met de mas-

Let’s dance “Tegenwoordig wint acrobatisch paaldansen aan populariteit en komt het meer en meer in de media. Zo leerde ik Sabine Appelmans voor het programma ‘Let’s Dance’ paaldansen. Ze heeft dat fantastisch goed gedaan

adam young, male poledancer “Ik begon heel toevallig met paaldansen. Tijdens een avondje stappen waren er in een club een paar meisjes aan het paaldansen. Ze daagden mij uit om het ook te proberen en tegen alle verwachtingen in lukte dat vrij goed. Ik doe aan moderne dans en jazzdans. Daarnaast beoefen ik ook al vijf jaar capoeira (Braziliaanse vechtsport, nvdr.), en heb dus de nodige kracht en lenigheid. Ik herken zelfs bewegingen in het paaldansen. Hoewel het uit een erotische sfeer komt, is het nu een echte sport geworden waarbij

de nadruk op het acrobatische ligt. Dat maakt het als man toch wel een stuk makkelijker om aan die paal te gaan hangen (lacht). Ik wil er zeker in verdergaan en shows geven. Ok, mensen kijken vaak raar op wanneer ik zeg dat ik aan paaldansen doe. Mensen lachen er wel eens mee, maar zodra ik ze een demonstratie geef, vergaat het lachen hen snel. Ik merk trouwens dat er al eens sneller mannen rond de paal gaan hangen eens ze mij bezig gezien hebben. En als ze wat gedronken hebben (lacht)!”

want je moet rekenen dat zij maar één dag heeft kunnen oefenen. De opnames voor het programma deed ze met beide handen volledig onder de blaren! Helaas zijn er ook mensen die het paaldansen misbruiken om in de media te komen. Zo is er een Belgische paaldanseres die zich Europees en Belgisch kampioene noemt, terwijl ze die titels eigenlijk helemaal niet op haar naam heeft staan.” Je eigen paal “Vreemd genoeg heb ik thuis nog steeds geen eigen paal staan. Ik heb er heel even eentje gehad maar omdat we thuis een vals plafond hebben, heb ik die paal erg snel los gedanst (lacht). Van de zestig à zeventig leden zijn er toch een klein dozijn die thuis een paal hebben staan. Het is niet evident, want je hebt toch wel wat ruimte nodig om rond die paal te slingeren. Wij verkopen de palen zelf, omdat we weten wat goed is. We raden een ijzeren paal aan, omdat een stalen paal wel eens kronkels durft te krijgen. Een X-pole van vijf centimeter staal is ten eerste wat te dik en die kan ook breken waar hij in

elkaar geschroefd is. Als ik daar als een vlaggenstok rond draai,....“ “Een geschilderde paal, in kleur naar keuze, heb je bij ons al vanaf 150 euro. We hebben ook een roterende paal die zelf blijft draaien maar dan zit je al snel aan 300 euro. Die roterende paal is erg handig voor bepaalde oefeningen, zoals de vlaggenstok. Dat is een oefening die ik trouwens als enige op een vaste paal kan!”

Voor meer informatie kan je terecht op www.paaldans. be. Lessen kan je volgen vanaf 150 euro voor acht lessen en de eerste vier lessen mag je gratis komen proberen. Britt Van Wouwe Steven De Loof Aurelia Claes

Het Communiqué

3


zelfmoord op het spoor: het verhaal van een treinbestuurder Mensen die zich uit wanhoop voor een aanstormende trein werpen. Je hoort het vaak genoeg. Hun lijden is waarschijnlijk snel voorbij, maar voor de mensen die ze erbij betrekken begint het dan pas. Niet in het minst voor de treinbestuurder die de klap onmogelijk kan vermijden. Wij spraken met Frank*, een treinbestuurder die het in zijn carrière al twee keer meemaakte. Wou je altijd al treinbestuurder worden? Frank: “Ondertussen heb ik er al een dertig jaar durende carrière opzitten. Ik droomde er zeker niet van om treinbestuurder te worden. Maar in die tijd was er hoge werkloosheid en deze job paste bij mijn diploma Elektriciteit. Voordien werkte ik in de bouwsector, maar dat was hard werken en het werk als machinist viel in dat opzicht nogal mee. En niet onbelangrijk, het verdiende toch wel beter dan mijn vorige werk.” Wat vond je aantrekkelijk aan het beroep? Frank: “Je bent je eigen baas. Je zit daar alleen vooraan in de trein en niemand kijkt op je vingers, tenzij de zwarte doos (lacht). Alles wat je doet, hangt van jezelf af.” Hoeveel zelfmoordpogingen heb je al meegemaakt? Frank: “Twee. De eerste was in 1995. Het gebeurde ’s ochtends op de lijn

gelukkig nog kunnen reanimeren.” Welke poging heeft het meeste indruk op je nagelaten? Frank: “De eerste. Het was de eerste keer dat ik het meemaakte en dan voel je dingen die je nog nooit gevoeld hebt. Het was ook een jonger persoon dan bij de tweede poging en dat maakt het toch wel erger. De tweede was ook minder erg voor mij dan voor de mensen die op het perron stonden. Zij stonden er met hun neus op te kijken. Anderzijds,... ik reed veel trager en zag het van ver aankomen. En dan wéét je wat er gaat gebeuren.” Wat weet je over de slachtoffers? Frank: “Buiten hun leeftijd, niet veel. Ik ben ook nooit gaan kijken meteen na de gebeurtenissen. Dat heeft de treinchef telkens gedaan.” Hebt u ooit contact gehad met de familie van de slachtoffers? Frank: “Neen, maar toevallig ben ik

Foto: T. Al Nakib

“Je weet wat er gaat gebeuren en je voelt jezelf een ‘slachter’”

Ik was zeer ontgoocheld in die mensen. Ze hadden beter moeten nadenken voor ze er andere mensen bij betrokken.

Mechelen-Leuven, kort bij het eindstation. Het was nog donker en er hing veel nevel en mist. Ik reed met 120 kilometer per uur door een bocht en zag plots een beweging op het einde van de bocht. Het was een jonge vrouw die op volle snelheid naar de trein liep … Ik kon niets meer doen. De tweede gebeurde zeven maanden later in Brussel-Noord. Een vrouw van rond de vijftig sprong van het perron toen ik het station binnenreed. Ze ging met haar benen gespreid over de rails staan, maar bedacht zich op het laatste moment en ik raakte alleen haar hoofd. Ze hebben die vrouw

4

Het Communiqué

ooit wel een vriendin van die jonge vrouw tegengekomen. Het was een vrouw die informatie wou over bepaalde zelfmoorden en zo had ze het ook over die in 1995. Toen heb ik haar verteld dat ik de treinbestuurder in kwestie was. Ze reageerde daar eigenlijk opvallend positief op. Ze begreep mijn situatie volkomen.” Wat gebeurt er achteraf, vlak na de gebeurtenissen? Frank: “Als je het ziet aankomen, probeer je zo snel mogelijk te remmen. Maar de trein kan meestal toch niet op tijd stoppen. Daarna verwittig

je meteen de treinchef. Dan moet het spoor veilig gesteld worden en moet het lijk afgedekt worden. Het spoor en eventueel ook de aangrenzende sporen worden dan buiten dienst gesteld. Dan komt het parket controleren of het echt wel om een zelfmoord gaat. Ook moeten wij als treinbestuurders een verklaring afleggen. Als het parket klaar is, wordt de brandweer gebeld om het lijk op te ruimen en het spoor vrij te maken. De trein moet natuurlijk ook van het spoor verwijderd worden, maar dat heb ik telkens overgelaten aan een andere bestuurder omdat ik toen niet meer in staat was om met de trein te rijden. Dezelfde dag moet de treinbestuurder ook naar de dokter voor een medische controle.” Wat gebeurt er dan met de passagiers? Frank: “Die moeten op de trein blijven en wachten op een andere trein.

Als dat niet mogelijk is, moeten ze op dezelfde trein blijven tot die weer rijklaar is, maar dat kan soms wel drie uur duren. De treinchef vertelt ze ondertussen wel wat er gebeurd is natuurlijk. Officieel is er geen opvang voor de passagiers voorzien, tenzij er een algemene shocktoestand is.” Heb je begrip voor mensen die zoiets doen? Frank: ”Weinig. Ik wil wel begrip tonen, maar ik kan het niet. Mensen die op deze manier zelfmoord willen plegen, beseffen niet dat ze er ook andere mensen bij betrekken. Ik was telkens zeer kwaad toen het gebeurde, ook op het moment zelf. Ik zat enorm te vloeken in mijn bestuurderscabine toen ik het zag aankomen, ik schreeuwde het uit. Maar achteraf was ik altijd heel stil. Alles tolde in mijn hoofd.” “Ik was wel zeer ontgoocheld in die mensen. Ze hadden beter moeten


nadenken voor ze er andere mensen bij betrokken.” Heb je ooit last gehad van schuldgevoelens? Frank: “Ja, natuurlijk. Je weet wat er gaat gebeuren en je voelt jezelf een ‘slachter’. Je denkt dat je iemand gaat vermoorden, omdat je weet dat er geen ontsnapping meer mogelijk is.” Heeft het invloed op je werk achteraf? Frank: “De eerste dagen en weken zeker wel. Je gaat sowieso beter opletten op de plaats waar het gebeurde. Uit een bepaalde vorm van angst reed ik daar dan steeds veel trager dan ik moest. Maar na enkele weken heb ik het toch wat van me af kunnen zetten.” Kreeg je genoeg steun van de NMBS? Frank: “Dat viel wel mee. Maar toch vroeg ik meer tijd om het te verwerken. Na de eerste keer kreeg ik twee dagen verlof en na de tweede keer drie dagen. Tegenwoordig is er wel meer begeleiding. Eerst krijgen de treinbestuurders in kwestie ‘lichte dienst’, wat bureauwerk betekent. Daarna krijgen ze begeleiding in hun eerste treinritten na de gebeurtenissen. Ze moeten ook naar een dokter die dan beslist of er een psycholoog aan te pas moet komen. Maar in mijn

Foto: Guy-Claude Portmann

in je omgaat en kunnen je zo beter helpen.” Wie betaalt eigenlijk de kosten van zo’n ongeval? Frank: “De persoon zelf, indien hij of zij het overleeft. En anders de familie van het slachtoffer. Maar de over-

Ik zat enorm te vloeken in mijn bestuurderscabine toen ik het zag aankomen, ik schreeuwde het uit.

tijd moest ik na een paar dagen meteen weer alleen met de trein rijden.” En van collega’s? Frank: “Ja, zeker van diegenen die hetzelfde hebben meegemaakt. De NMBS zou de opvang kunnen verbeteren door machinisten die hetzelfde hebben meegemaakt anderen te laten begeleiden. Zij weten wat er

heid heeft nu wel een plafond aan die kosten gesteld, zodat die mensen niet hun hele leven moeten blijven afbetalen.” Zijn er nog genoeg treinbestuurders? Of hebben zulke gebeurtenissen daar toch invloed op? Frank: “Er dreigt een enorm tekort binnen een aantal jaren. Maar zulke

zelfmoord: de cijfers Iedereen heeft wel eens periodes waarin hij het allemaal niet meer zo ziet zitten. Bij sommige mensen gaat dit gevoel echter verder en dieper, totdat er geen weg meer terug lijkt. Gelukkig zijn er dan organisaties en vrijwilligers die een luisterend oor en een stevige schouder bieden. Een

van deze organisaties is het Centrum ter Preventie van zelfmoord. Onderzoeksmedewerker Alexandre Reynders: “In 1979 zijn we gestart met de zelfmoordhulplijn, sindsdien is onze organisatie gestaag verder uitgegroeid. Ten opzichte van 2003 zijn de oproepen zelfs met 85%

gebeurtenissen hebben daar volgens mij niets mee te maken. Je kan ook iemand met de auto doodrijden. De meesten haken af door de lange opleiding.” Is er een bepaalde periode in een jaar wanneer er meer zelfmoordpogingen zijn? Frank: “Ja, met ‘het botten en vallen van de bladeren’. Vooral bij het begin van lente dus en bij het begin van de herfst. En natuurlijk ook heel de winter door.” “Er zijn veel mensen die depressief worden wanneer de dagen beginnen te korten en het koud en donker wordt buiten. Maar ook omgekeerd, in de lente dus. Dat zal misschien iets te maken hebben met een soort voorjaarsmoeheid.” Je doet nu ook meer administratief werk, heeft dat iets met die zelfmoordpogingen te maken? Frank: “Neen, ik was gewoon geslaagd voor een examen voor die job.”

gestegen. We proberen iedereen zo goed mogelijk te helpen, maar soms is dat jammer genoeg niet voldoende. De recentste cijfers voor Vlaanderen zijn die van 2004. Toen pleegden er 1085 personen zelfmoord, dat komt neer op ongeveer drie zelfdodingen per dag. Het dub-

Mis je het treinrijden dan niet? Frank: “Het rijden wel, maar de diensturen niet (lacht). Ook het weekendwerk begon zwaar door te wegen. Ik ben wel wat bang dat ik verschillende automatismen ga verleren, maar gelukkig hoef ik maar een beperkt aantal jaren meer te werken.” Wat voel je nu telkens je iets verdachts ziet langs de sporen? Voel je dan weer dezelfde angst als voorheen, en wat doe je daarmee? Frank: “Ik verwittig meteen de dispatching. Maar dan ben ik wel 100% zeker dat er iets kan gebeuren.” Kan je nog met een gerust hart met de trein rijden? Frank: “Ja, natuurlijk. Anders zou ik allang gestopt zijn. Het is mijn job. Ik kan alleen maar hopen dat ik het nooit meer moet meemaken. “ *De naam van de bestuurder is fictief. Tim Engelen Ellen Vanhove

bel ten opzichte van Nederland. Dit komt deels doordat er in België nog steeds een soort van taboe heerst over zelfmoord. België eist, na Finland, zelfs de trieste tweede plaats op in de lijst van zelfmoordstatistieken in Europa. Wereldwijd staan we twaalfde.”

Het Communiqué

5


in zee met belgodyssee en radio 2 In oktober lanceerden Radio 2 en zijn Waalse tegenhanger VivaCité de tweede editie van Belgodyssée, een wedstrijd waarin studenten Journalistiek de kans krijgen het leven aan de andere kant van de taalgrens te verkennen. Met een microfoon in de ene en een Radio 2-peter of -meter aan de andere hand, maken ze reportages voor primetimeprogramma’s. Dit jaar kregen de finalisten de kans erop uit te trekken buiten de Belgische grenzen. Arianne Van Roy en Ellen Vanhove, twee laatstejaarsstudenten Journalistiek aan de Erasmushogeschool Brussel, behoorden tot de gelukkigen.

Foto: Arianne Van Roy

6

Foto: Ellen Vanhove

arian(n)e in oslo

casablanca für immer

Toen ik ergens in oktober hoorde dat ik bij de finalisten van Belgodyssée was, vond ik dat al heel wat. Toen ik even later hoorde wat de opdracht was, moest ik even slikken. Eén: maak een radioreportage over iets in Wallonië voor Koffers en Co, het reisprogramma van Radio 2. Twee: ga een week naar Oslo om radio te maken met VivaCité. Drie: maak in Oslo ook liefst zelf een journalistiek product. Vier: schrijf over alles een verslag en voorzie dat van de nodige foto’s. Vijf: help je Waalse collega met een reportage over je eigen dorp. Start! Intussen staan we enkele weken en vele avonturen verder. Tegen dat Het Communiqué verschijnt, ligt de wedstrijd al even achter me. Maar nu is het nog ongelofelijk spannend. Eén van de acht finalisten kan voor zes maanden aan de slag bij Radio 2. Wat kan je je nog meer wensen, als je net afstudeert als journalist? Maar ik vrees dat ik daar niet de enige in ben, en dat de concurrentie bikkelhard is. Nu ja, bikkelhard. Uiteindelijk heerst er ook een grote kameraadschap. Tips en tricks worden doorgegeven. Materiaal van stad naar stad versast. De reis naar Oslo was niet alleen een gelegenheid om eindelijk eens het Hoge Noorden te verkennen. Ik heb ook op radiovlak enorm veel bijgeleerd. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat was ik op stap met Cédric, mijn Waalse medefinalist. We

Het lijkt alsof ik nog maar net een voet uit het vliegtuig heb gezet. “Casablanca-Brussels. We wish you a good flight!” Retourtje alsjeblieft? In werkelijkheid zit ik al twee dagen thuis te schipperen tussen bed en pc. Met wallen tot onder mijn oksels en met mijn hoofd nog steeds in warmere oorden. Vijf dagen heb ik me volledig gegeven in de grootste stad van Marokko… En ten volle geproefd van het “leven als journalist”. Het zou het zoveelste slechte reality-programma kunnen zijn. Maar het was zoveel beter en meer dan dat! Alles begon met een casting van Radio 2. Vijftig uitverkorenen streden voor een plaatsje bij de laatste zestien. Acht Walen, acht Vlamingen. Heel de wedstrijd draait hier ook om. Radioreportages maken aan de andere kant van de taalgrens, werken in taalgemengde duo’s, … En dat in samenwerking met het Prins Filipfonds. Allo micro! Mijn Frans - met haar op - kan dus ook wel een grondige poetsbeurt gebruiken, wil ik op 19 december Prins Filip in het Koninklijk Paleis in vloeiend Frans aanspreken – en hem misschien ook stiekem een kneepje in zijn derrière geven. Nu, dat weekje Casablanca heeft mijn Frans zeker goed gedaan. Al heb ik in de uitzending van VivaCité wel heel Wallonië aangeraden om de haren blond te ‘schilderen’. Noot aan mezelf: peindre is niet colorer! Verder heb ik deze reis heel anders dan normaal ervaren. Langs de ene

Het Communiqué

kamden de stad uit op zoek naar Vlamingen en Walen. Lieten onszelf uitnodigen bij een Noors gezin. Trokken onze stoute schoenen aan om een plaatselijk radiostation binnen te wandelen en vonden daar een Noorse presentatrice die Frans én Nederlands sprak. We belandden zelfs in het bureau van de Noorse staatssecretaris. Jammer genoeg beseften we dat pas achteraf echt. Tegen de tijd dat de presentator en de technicus van VivaCité aankwamen, kenden we Oslo alsof we er al jaren woonden. We namen hen mee naar verschillende plaatsen in de stad en brachten Franstalige interviewees aan voor een drie uur durende uitzending van ‘Grandeur Nature’. En eerlijk gezegd: ik ben er tevreden over. Ik moest ook in Wallonië op stap gaan. Na wat internetopzoekingen draaide ik het nummer van Dirk Frimout. Even later dat van het Euro Space Center. En na een beetje heen en weer bellen was alles geregeld. Ik trok met mijn peter Filip Ledaine naar Redu, en maakte een reportage over één van de enige educatieve ruimtecenters in Europa. En kwam daar toch wel heel toevallig Dirk Frimout tegen in de cafetaria! Een hoop Ariane-raketten, moonwalks en Space Shuttles later, zat alles in het brokje digitale technologie dat om mijn nek hing, een journalistiek product in wording. Arianne Van Roy

kant had je Casablanca als metropool, langs de andere kant zag je ezels, met karren vol fruit erachter, op zijn Afrikaans door de straten waggelen. De toeristische boekjes vlogen al snel aan de kant en maakten plaats voor meer persoonlijke gidsen. Gaande van een Vlaamse zakenvrouw die ons met haar leven in Casablanca liet kennismaken tot één van onze privé-chauffeurs, met wie we er een eigen Afro-Arabisch taaltje op nahielden. Het bracht ons op plaatsen die we anders nooit zouden hebben gezien, mensen die we nooit zouden hebben ontmoet… Maar waar de wedstrijd ook voornamelijk om draaide, was een Nederlandstalige reportage over de taalgrens. Mijn opdracht: “Strik een Waalse sportpersoonlijkheid die een mondje Nederlands spreekt.” Zonder lang te moeten nadenken koos ik voor girlpower in vol ornaat. Laurence Rase, wereldtop Taekwondo. Al mijn verwachtingen werden ingelost en ook de kreten bleven niet achterwege. Uitleggen in een kort artikel, wat ik allemaal meegemaakt en gezien heb, doet het avontuur misschien niet genoeg eer aan. Het was zonder twijfel een van de beste ervaringen in mijn leven en ik wil iedereen dan ook aanraden om elke kans die je krijgt met twee handen te grijpen en niet los te laten! Trek de wereld in, spreid je vleugels en ga hier en daar eens goed op je bek… Ellen Vanhove


iran anders bekeken Iran kwam de laatste jaren alleen maar op negatieve wijze in het nieuws. Vooral zijn atoomprogramma deed vele wenkbrauwen fronsen. Om nog maar te zwijgen over de omstreden president Ahmadinejad. Maar eigenlijk weten we weinig of niets over het dagelijks leven in Iran. De Vlaamse Marie* woonde ruim 30 jaar in Teheran, de Iraanse hoofdstad. Zij biedt ons een aparte kijk op het land en zijn bevolking. Hoe ben je in Iran verzeild geraakt en waar woonde je al die tijd? Marie: “Ik heb in Iran gewoond van 1968 tot en met 2000. Van in mijn kindertijd droomde ik er al van om op missie in Congo te gaan. In die tijd werd dat erg gepromoot door de scholen en jeugdbewegingen. Maar eerst wou ik een diploma, dus ging ik voor onderwijzeres studeren. Na mijn studies begon ik les te geven aan het Heilig-Hartcollege in Heverlee, maar dat was mijn roeping niet, dus ben ik na zes jaar gestopt. Ik vond het tijd om mijn jeugddroom waar te maken en naar Congo te vertrekken. Maar dat was jammer genoeg onmogelijk door de gespannen politieke sfeer daar. Omdat mijn plannen in de war waren gestuurd, ben ik naar Toulouse vertrokken om daar theologie te studeren. Na die studies kon ik in Lourdes beginnen als gids. Daar ben

gime gebaseerd op de islamitische wetten. Alles wat modern en westers was, werd afgeschaft. Voor de revolutie was het dragen van een hoofddoek eigenlijk ‘not done’, maar na de revolutie moest het absoluut. In 1980 werd de sharia (islamitische wetgeving, nvdr.) goedgekeurd. Iran werd toen een islamitische republiek met Allah als hoofd van de staat. Het zwaarste voor de vrouwen zijn de beperkingen in hun kleding. Het is een soort uitdrukking van onderdanigheid aan de man.”

ik dan in contact gekomen met de Chaldese (katholieke, nvdr.) bisschop van Teheran en die liet zich ontvallen dat hij nog mensen nodig had om in het bisdom te werken. Ik herinnerde me het Iraans paviljoen op de wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel en ik heb toen meteen beslist om te vertrekken. Ik heb drie jaar in de privéschool van het bisdom Engels geven. Ondertussen studeerde ik ook Farsi (Iraans, nvdr.). Toen ik de taal voldoende onder de knie had, ben ik catechese beginnen te geven in de lagere school en dat heb ik gedaan tot aan de revolutie in 1979 (Toen kwam Ayatollah Khomeini aan de macht, nvdr.). Na de revolutie werden alle privéscholen afgeschaft. Ik kreeg een job als secretaresse op het bisdom en dat heb ik tot in 2000 gedaan.”

dag. Een vriendin die met me meereed, stapte uit en ging kijken wat er aan de hand was. Nu bleek dat er op een marktplein een vrouw aan een hijskraan werd opgehangen wegens overspel. Een paar jaar later heb ik ook gezien dat een man gestenigd

Heb je in die tijd daar dingen meegemaakt die in de westerse wereld nooit aanvaard zouden worden? Marie: “Ik was eens op weg naar de parochiekerk, ergens in het midden van de jaren tachtig, en plots kwam ik terecht in een enorme file. Dat was abnormaal, want het was een vrije

Foto: Yi Nam Jahe

Het verhaal achter de sluier

Hoe was het om als vreemde vrouw in Iran te leven? Marie: “Voor de revolutie vond ik het een paradijs van vrijheid. Ik ben als vreemdeling heel goed opgevangen en er was niets te merken van een verschil tussen mannen en vrouwen. Maar na de revolutie was er een heel ander regime aan de macht. Een re-

Foto: Hannah Boettcher

zin. Hij koestert ook een enorme haat tegen het westen en vooral tegen Israël. Sinds Ahmadinejad aan de macht is, hebben de mensen veel meer angst. Minderheden zoals joden en christenen, maar ook niet-fanatieke moslims, vluchten het

werd omdat hij een buitenechtelijke relatie had met zijn buurvrouw.” Wat vindt u van de huidige president, Mahmoud Ahmadinejad? Marie: “Ahmadinejad is een fanatiekeling, die lijdt aan godsdienstwaan-

land uit. Ik vind het erg jammer dat deze fantastische bevolking zo een slechte naam heeft gekregen door dit regime.” Je wou in 1996 Iraanse worden. Waarom heb je dat uiteindelijk niet

gedaan? Marie: “Ik moest me bekeren tot de islam. Alle procedures om Iraanse te worden, waren al afgerond. Als laatste stap moest ik bij een mollah, een soort islamitische priester, komen. Die vroeg me waarom ik Iraanse wou worden. Ik vertelde hem dat ik al meer dan 25 jaar in Iran leefde en dat ik bij wijze van spreken verliefd was geworden op het land. Maar dat was niet genoeg. Ik moest me bekeren tot de islam. Ik was compleet verrast en weigerde dan ook om me te bekeren. Jammer genoeg was het volgens hem onmogelijk om Iraanse en christen tegelijk te zijn.” Zou je ooit willen terugkeren? Marie: “Als ik jonger zou zijn wel. Nu ben ik daar te oud voor en is er daar gewoonweg geen opvang voor mij. Bijna al mijn Iraanse vrienden van vroeger zijn het land ontvlucht. Daarbij, ik voel me nu eindelijk goed in België. Je mag niet vergeten dat ik na 33 jaar in Iran opnieuw moest inburgeren. En me nog eens opnieuw aanpassen, zie ik niet meer zitten.” *De naam is fictief. Tim Engelen

Het Communiqué

7


alles wat u wilde weten over...

Suiker, het zoete goud Suiker eten we al eeuwen. We weten dan ook al langer dat koekjes, frisdranken en snoep echte suikerbommen zijn. Maar wie weet er dat in fruitsap, pizza en zelfs soep ook suiker verwerkt zit? Producenten doen er alles aan om ons eten zoeter te maken, omdat we dat nu eenmaal lekkerder vinden. Suiker geeft ons energie, maar is tegelijk een vergif als we er teveel van eten. Het maakt ons dik en bijt aan onze tanden. Worden we echte zoetekauwen? Hoeveel suiker zit eigenlijk in de producten die we elke dag eten? Het Communiqué beet de tanden stuk op het suikerdossier. Dat suiker schadelijk is voor de tanden, weet iedereen. Toch zijn er nog veel misverstanden over, wat tot veel tandproblemen en gaatjes leidt. Zelfs kinderen vanaf vier jaar belanden al in de tandartsstoel met een slecht gebit. Hoe komt dit? Mogen we dan helemaal geen suiker meer eten? Zijn frisdranken verboden terrein? En waarom is fruitsap zo schadelijk? Tandarts Caroline Verbeke legt uit. Wat doen suiker en zoetstoffen eigenlijk met onze tanden? CV: “Wat suiker zo slecht maakt in onze mond, is dat het wordt omgezet in zuren. Die zuren tasten ons glazuur aan, de laag die onze tanden beschermt. En hoe meer dat glazuur dagelijks wordt aangetast, hoe meer kans je hebt op gaatjes. Zoetstoffen zijn de vervangers van suikers, die hebben niet dat schadelijke effect op de tanden.” Veel kinderen kampen tegenwoordig met tandproblemen. Klopt het dat ook borstvoeding gesuikerd is? CV: “Ja, borstvoeding is natuurlijk veel gezonder voor de weerstand, maar langer dan zes maanden borstvoeding geven is schadelijk voor de tanden van de kindjes. Ook de groeimelken zijn gesuikerd. Er zijn wel vitaminen aan toegevoegd, maar dat is

8

Het Communiqué

Foto: Marlies Van Schoors

eerder marketing dan iets anders. Ze blijven schadelijk voor de tanden. Het beste voor de tanden is nog steeds gewone koeienmelk.” Denkt u dat dat leidt tot grotere zoetekauwen later? CV: “Ja. Als je als ouder je kind meer water en melk geeft, zal het daar sneller naar vragen. Als je het altijd Coca-Cola geeft, zal je kind niets anders dan Coca-Cola meer willen. Je maakt je kind gewoon aan wat jij het geeft.”

Mogen we dan geen frisdrank meer drinken? CV: “Toch wel, je mag eens een glas cola of Fristi drinken, maar met mate. Het principe is: liever één glas drinken in één keer en daarna gedaan voor de rest van de dag. Want als je gedurende een hele dag twee flesjes cola drinkt in kleine slokjes, stel je je tanden de hele dag bloot aan zuuraanvallen. Ze worden dan constant aangetast. Wat is het slechtste? Een kilo suiker opeten in één keer of in tien keer? De meeste mensen ant-

woorden in één keer. Maar eigenlijk is het in tien keer veel slechter.” Hoe schadelijk zijn fruitsappen eigenlijk? Mensen die overdreven gezond willen leven en de hele dag fruitsappen drinken, zouden ook slechtere tanden hebben. CV: “Fruitsappen zijn van nature uit gesuikerde dranken, zowel de fruitsappen die we kopen als de vers geperste. Ze zijn zeer gezond omdat er veel noodzakelijke vitaminen in zitten. Maar ze blijven slecht voor de


tanden. Wat veel mensen niet weten, is dat het nog veel slechter is als je direct na het drinken van fruitsap of frisdrank je tanden gaat poetsen. Want er zitten zuren op, die zijn aan je tanden aan het bijten en jij gaat er dan nog eens op gaan schuren. Dat is net als een bijtend product op hout leggen en er dan nog eens op schuren, want dan krijg je de vernis er goed af. Het is eigenlijk beter dat je eerst je tanden poetst en daarna pas je glas fruitsap drinkt.”

Maar dat is toch niet altijd mogelijk? CV: “Neen, maar wat je ook kan doen, is een glas water erna drinken. Dat zal je tanden toch al een beetje van de zuren ontdoen. Water neutraliseert. Of kauwgum eten, maar dan wel die met xylitol, namaaksuiker! Dat zal je tanden ook wat reinigen.” Zijn de mensen zich voldoende bewust van de gevaren van te veel suiker?

CV: “Neen, er wordt te weinig aan preventie gedaan. Dat zou veel meer in de media moeten komen. Zoals ze bij ‘Man Bijt Hond’ de huisdokter volgen of de kliniek, doe dat ook maar eens bij de tandarts. Dat ze eens op televisie tonen hoe een tand wordt gevuld. De mensen zijn op vlak van tanden nul komma nul ingelicht. Dat ze eens poetsinstructies geven op televisie in plaats van reclame over iemand die staat te brabbelen: ‘Mijn tandarts raadt Colgate aan, want...’”

Foto: Lander Lenaerts

coca-cola: wij schenken u klaar water Als er één frisdrank is die regelmatig in de actualiteit verschijnt door zijn suikers en zoetstoffen, dan is het wel Coca-Cola. Maar hoe zit dat nu juist? Krijg je kanker van te veel Coca-Cola light? En wat is die Coca-Cola zero nu juist?

De gewone frisdranken zoals CocaCola, Fanta of Sprite bevatten heel wat suikers. Zo zit er bijvoorbeeld 10,6 gram suiker in 100 ml CocaCola. Die suikers zetten zich om in calorieën. Te veel calorieën kunnen zorgen voor wat extra vetlaagjes. Verschillende producenten speelden hierop in en kwamen met lightproducten aanzetten. Zo kreeg je Fanta light, Sprite light, Coca-Cola light en zelfs specifieke producten zoals yoghurt, koekjes of snoep kregen een light-versie. In Coca-Cola light zitten geen suikers, maar wel zoetstoffen. Mensen zijn aan die zoete smaak gewoon geworden. We zijn er zelfs verslaafd aan. Vandaar ook het ge-

bruik van zoetstoffen. Maar zijn deze zoetstoffen nu ook zo gevaarlijk als er gezegd wordt? Coca-Cola light In Coca-Cola light zit aspartaam, de bekendste zoetstof van allemaal. Aspartaam kan schadelijk zijn voor de gezondheid als je het in grote dosissen binnen krijgt. Zo is de maximale hoeveelheid Coca-Cola light, met dus de aspartaam erin, tien liter per dag voor een volwassen persoon van zestig kilogram. Deze tien liter Coca-Cola light bevat 2,4 gram aspartaam. De dagelijkse dosis aspartaam is dus afhankelijk van je lichaamsgewicht. Een kindje van acht jaar mag ongeveer vier liter light frisdrank drinken. Volgens de firma Coca-Cola wordt er bij normaal consumptiegedrag maximum anderhalve liter drank per dag gebruikt. Coca-Cola light, en specifieker aspartaam, zijn dus niet gevaarlijk voor je gezondheid. Broer en zus Als Coca-Cola light de grote zus is, dan heeft ze er nu een kleiner broer-

tje bij. Coca-Cola zero, bedoeld als de Coca-Cola light voor mannen, richt zich specifiek tot de man tussen de twintig en de dertig jaar. Het is not done voor een man om met een blikje Coca-Cola light rond te lopen, vandaar het stoere zwarte blikje van Coca-Cola zero. Zero sugar, net zoals bij de CocaCola light, maar toch verschillend van smaak. De smaak van de CocaCola zero ligt dichter bij die van de originele Coca-Cola. Hoe zit het dan met de zoetstoffen in de Coca-Cola zero? Want Coca-Cola zit vol suiker, vandaar het logische gevolg dat het aspartaamgehalte van Coca-Cola zero hoger ligt dan dat van CocaCola light. In 100 ml Coca-Cola light zit 24 mg aspartaam, in dezelfde hoeveelheid Coca-Cola zero zit 39 mg aspartaam. Nu zit er nog een zoetstof in beide drankjes, namelijk acesulfaam-K. In 100 mg Coca-Cola light zit opmerkelijk meer Acesulfaam-K dan in 100 mg Coca-Cola zero. Beide drankjes zijn in grote hoeveelheden dus echt niet gezond. Ons advies? Een goed glas water!

even zoet, even ongezond De voedingsindustrie gebruikt steeds meer energievrije zoetstoffen in plaats van suiker om bepaalde producten te ‘zoeten’. Deze stoffen hebben een zoetmakend effect dat honderd tot tweehonderd keer hoger is dan dat van suiker. Daardoor kunnen we light-frisdranken drinken die soms minder dan één calorie per glas bevatten. Eén van de bekendste zoetstoffen is aspartaam. Die kunstmatige zoetstof bevat enkele zuren die je ook in normale voedingswaren terugvindt. Daarnaast bevat aspartaam ook een uiterst kleine hoeveelheid methanol, en het is die stof waaraan het schadelijke effect wordt toegeschreven. Maar de hoeveelheid methanol die vrijkomt is heel klein, veel kleiner zelfs dan bij natuurlijke voedingsmiddelen, zoals tomaten of andere fruitsoorten. We mogen dagelijks ongeveer veertig milligram aspartaam per kilo lichaamsgewicht opnemen. Aspartaam levert net als enkele andere zoetstoffen geen enkele energie. Sacharine en cyclamaat zijn de laatste tijd verdrongen door aspartaam. Neohesperidine DC en thaumatine worden enkel industrieel gebruikt zoals voor het zoeten van kauwgum en tandpasta. Acesulfaam-K heeft ongeveer dezelfde werking als aspartaam. Maltitol, sorbitol, mannitol en xylitol behoren tot de groep van de polyolen. Deze suikervervangers zijn iets minder of ongeveer even zoet als suiker. Ze leveren ongeveer de helft zoveel energie en hebben weinig of geen invloed op het bloedsuikergehalte. Fructose, beter gekend als vruchtensuiker en andere alternatieve suikers zoals moutstroop (maltose), maïsstroop, cichoreistroop en honing zijn aanverwanten van gewone suiker. Ze leveren evenveel energie en zullen de bloedsuikerwaarden wel beïnvloeden. Ze worden nochtans veel gebruikt in producten met vermelding ‘suikervrij’. Leen Jonckers Eli Van Brussel Marlies Van Schoors

Het Communiqué

9


het communiqué sprak met

Isolde Lasoen

Foto: Anton Coene

VROUW, MAAR BOVENAL DRUMSTER Daan, Briskey, Billie King, Skeemz, Jack Van Poll Trio, The Whodads, ... Isolde Lasoen is een druk bezet meisje. Het Communiqué kreeg haar toch te pakken voor een gesprek. Een kort gesprek uiteraard, time is money weet je wel. Of was het nu music? De 26-jarige Gentse muzikante is één van de weinige, zo niet enige, professionele drumsters in België. Muziek werd haar met de paplepel ingegoten. Het hele gezin maakte deel uit van de Maldegemse fanfare

10

Het Communiqué

en haar vader gaf bovendien les aan een drumband. Isolde debuteerde op haar vierde als mascotte van die fanfare en stortte zich op haar zesde op slagwerk. Ze uitte haar muzikale voorliefde ook in haar studies en stu-

deerde jazzdrum aan het conservatorium. Ondertussen is de cirkel rond en geeft ze ook zelf les. Daarnaast speelt ze bij verschillende bands waaronder ‘player’ Daan en sinds kort ook bij Billie King, de all-girlband van Tine Reymer. Je neef Jochen vulde jullie familiale passie voor muziek niet op de meest conventionele manier in en verwierf naam in het nachtleven als dj en producer. Heb je daar enige

affiniteit mee of is het voor jou een totaal onbekende wereld? “Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet echt thuis ben in dat soort muziek. Maar dat neemt niet weg dat het mij wel interesseert. Zelf elektronische muziek maken zie ik me nog niet meteen doen, maar ik sta zeker wel open voor dat circuit. Jochen vroeg me trouwens al meermaals om live eens wat drumpartijen in te spelen. Dat zie ik zeker zitten, maar helaas zit ik voorlopig wat in tijdnood.”


Je moet er inderdaad wel een moordend schema op na houden. Hoe combineer je het spelen bij zoveel verschillende groepen? “Drie van de bands waar ik bij speel, zitten bij hetzelfde bureau en dat is erg handig. Zij kennen mijn agenda daar perfect en kunnen er rekening mee houden. Daan zit dan weer wel bij een ander management, maar voorlopig verloopt ook die wisselwerking heel vlot. Eens er meer optredens in het buitenland komen, kan dat misschien wel voor problemen zorgen. Binnen de landsgrenzen is het nog haalbaar twee optredens op een avond te doen, maar eens daarbuiten wordt dat een ander paar mouwen. Ach, dat zien we wel eens

de sfeer anders wanneer je met een hele groep vrouwen speelt? “Op het podium merk ik alvast geen verschil. Op de repetities ook niet eigenlijk. Ja ok, er wordt misschien veel gekletst, maar dat gebeurt evengoed bij een band met mannen. Natuurlijk gaan vrouwen giechelen wanneer mannen schaterlachen. Of als er in het repetitielokaal een spin zit, zal je bij Billie King misschien wat meer gegil horen dan bij pakweg Daan (lacht).” “Backstage zou je misschien kunnen stellen dat vrouwen wat beschaafder zijn en de boel minder afbreken. Hoewel dat misschien een cliché is, want met de andere bands valt dat ook best mee hoor!”

brusselse stal voor elektronisch geweld

Je m’en Fish

Alien Masturbation Foundation, Rollznoyce en Melodik Pinpon. Klinkende namen, die stuk voor stuk dingen naar een originaliteitsprijs. Groepen wiens belangrijkste bezigheid het maken van knisperende, fluisterende en springerige elektronische muziek is. Je m’en Fish, België’s grootste organisatie voor electro-muziek, huisvest tientallen artiesten die met veel plezier uw oorholte omtoveren tot een volautomatische klankfabriek.

Als muzikant sta je tenslotte altijd ten dienste van de bandleider

het zover is.” creatief in alle stijlen Zoveel verschillende groepen brengen ook een pak verschillende stijlen met zich mee. Welke draagt je voorkeur? “Dat is heel moeilijk te zeggen. Uiteraard ligt jazz me erg na aan het hart, dat is tenslotte waar het allemaal mee begon. Maar dat neemt niet weg dat ik ook eens graag rock speel. Ik vind het juist super om al die verschillende stijlen te kunnen combineren! Zo kan ik me op alle mogelijke manieren uiten. Ik drum trouwens niet enkel, maar doe ook vaak de backing vocals en speel soms vibrafoon en andere percussie. Hoe meer en hoe diverser ik me kan uiten, hoe liever.” “Ook als ik zelf ga componeren, wil ik me niet vastpinnen op één stijl. Soms ben ik helemaal in de ban van Franse muziek en dan mag het weer eens wat harder, wat meer rocken zeg maar. Dat hangt ontzettend af van naar wat ik op dat moment aan het luisteren ben en dat kan erg variëren. In mijn auto liggen nu bijvoorbeeld een hoop jazz-cd’s maar ook eentje van Johnny Cash, van The Rolling Stones, van Wolfmother, …“ “Ik zal pas weten in welke stijl ik muziek componeer, eens ik ook werkelijk iets gecomponeerd heb. Voorlopig blijft het echter bij het spelen in bands. Toch wil ik ooit zelf iets doen. Als muzikant sta je tenslotte altijd ten dienste van de bandleider.” De laatste tijd haalde je vooral de media met de band Billie King. Is

Wat verkies je: een groot festival of een kleine club? “Een moeilijke keuze. Het zou voor de hand liggen moest ik zeggen dat spelen op Rock Werchter een ongeëvenaarde ervaring is, maar langs de andere kant haal ik soms evenveel voldoening uit een klein optreden in de Charlatan in Gent. Daar speel ik wel eens op de ‘Zalige Zondagen’ met gelegenheidgroepjes en die sfeer is echt fantastisch. Heel intiem, veel bekende gezichten en je kan er volledig je eigen goesting doen.” “Wat me trouwens ook altijd een ongelooflijk gevoel geeft, is het moment dat je met een band een album klaar hebt. Wanneer je die cd met het officiële drukwerk in je handen hebt, dat is toch altijd even ‘oh yeah’ (lacht).” Je speelde al met erg veel mensen samen, maar wie staat er nog op het verlanglijstje? “Er zijn zo veel mensen met wie ik ooit nog eens wil samenwerken. Iedere muzikant met een hart voor muziek is welkom! Zodra een muzikant interessante dingen doet en openstaat om compleet andere zaken uit te proberen, sta ik open voor een samenwerking. Op dat vlak is Mauro misschien wel een voorbeeld. Hij is echt van alle markten thuis. Met hem zou ik dan ook heel graag nog eens willen samenwerken.” Britt Van Wouwe

Meer informatie en concertdata op: www.myspace.com/isoldelasoen www.billieking.be

Foto: Je m’en Fish

In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, is Je m’en Fish allerminst onverschillig. Met een vaste kern van vrijwilligers promoot deze vzw de meest obscure, maar tegelijk ook toegankelijke electronica uit ons Belgenlandje. “Je m’en Fish ontstond jaren geleden uit het Rarefish-collectief”, vertelt Bart Dujardin, drijvende kracht achter Je m’en Fish. “Rarefish hield zich vooral bezig met rock, pop en indie. De elektronische groepen vielen eigenlijk een beetje uit de toon. We besloten dus om een apart collectief voor elektronische muziek op te richten.” Je m’en Fish is geen platenlabel, maar gewoon een muziekcollectief dat jonge groepen ondersteuning, advies en concertmogelijkheden geeft. “Ons hoofddoel is jonge mensen een kans te geven om hun muziek ook buiten hun kamer te spelen, al dan niet winstgevend.” Het collectief heeft een professionele opnamestudio en krijgt financiële steun van de Vlaamse Gemeenschap en Gemeenschapscommissie. “Op die manier kunnen we ook cd- en vinylreleases voorzien”, aldus Dujardin. Ondertussen bracht Je m’en Fish al enkele compilaties uit en hebben ze hun eigen webradio op FM Brussel. “Via de promotie-cd’s proberen we zendtijd te krijgen op verschillende radiozenders. Maar internet is momenteel wel ons beste promotieka-

naal. Een paar maanden geleden bijvoorbeeld waren enkele van onze artiesten in permanente rotatie op radiozenders in Slovenië, zonder dat ik daar ooit iets naar had opgestuurd. Ondertussen hebben we er al vijf shows gespeeld.” Dankzij de groeiende bekendheid en de unieke werkwijze van het collectief werden al gevestigde waarden als The Neon Judgement en Implant (begeleidingsband van Anne Clark, nvdr.) lid van Je m’en Fish. “We zijn enorm blij met deze oudere groepen. Zij helpen de jongere groepen met technische en creatieve ondersteuning.” Je m’en Fish organiseert jaarlijks een nationale electronikawedstrijd. In november 2006 werd de wedstrijd gewonnen door HosmOz, een jongeling die een perfecte mix bracht tussen drill’n’bass, breakcore en intelligent dance music. Volgens Bart Dujardin is de wedstrijd een opstapje naar meer naambekendheid: “Tijdens de electronikacontest is een professionele jury aanwezig, bestaande uit radiopresentatoren en concertorganisatoren. Op die manier krijgen de deelnemende groepen een kans om zich te bewijzen in de media. Met Je m’en Fish brengen we dus de underground naar de upperground.” Mathieu de Rijcke Roel Spelkens

Het Communiqué

11


twintig jaar na de dood van andy warhol

de eigenzinnige koning van de popart

“Het nageslacht zal wellicht oordelen dat onze tijd een man als Warhol verdiende en van geluk mocht spreken dat we hem hadden.” Dat schreef John Russel in de New York Times van 23 februari 1987, een dag nadat Warhol, als gevolg van een galblaasoperatie, stierf. Twintig jaar later bevestigt het nageslacht deze woorden. Elke biografie of necrologie begint bij het begin: waar en wanneer het onderwerp werd geboren. Maar laat dat nu net zijn waar Warhol zelf een mysterie rond creëerde. Hij maakte er een spelletje van om journalisten allerlei dingen wijs te maken over zijn afkomst. De ene keer beweerde hij afkomstig te zijn van Hawaï, de

12

Het Communiqué

andere keer uit Philadelphia. Soms zei hij geboren te zijn in 1925, een andere keer was 1931 zijn geboortejaar. En een enkele keer zei hij zelfs: “Ik kom nergens vandaan.” Het was typerend voor Andrew Warhola, geboren te Pittsburgh in 1928, als zoon van Tsjechische immigranten. Warhol nam zijn hele leven een loopje met

interviewers en kunsthistorici die de mens achter de kunstenaar wilden doorgronden. Volgens Warhol was er niets bijzonders te zien: “Als je alles wilt weten over Andy Warhol, kijk dan gewoon naar de oppervlakte van mijn schilderijen, mijn films en mijzelf, en daar ben ik. Er zit niets achter.” Zo antwoordde Warhol ooit op de vraag waarom hij de zeefdruktechniek hanteerde: “Omdat ik een machine wil zijn. Alles wat ik doe is zoals een machine, omdat dat is wat ik wil doen. Ik denk dat het fantastisch zou zijn als iedereen hetzelfde was.” Deze mentaliteit scheen ook door in het atelier van Warhol, the Factory (zie kader).

Glamour Ondanks zijn latere ontkenning van het innerlijke studeerde Warhol tijdens zijn opleiding als picturaal ontwerper ook psychologie en sociologie. Nadien ging hij aan de slag als grafisch ontwerper voor ondermeer Vogue. Hij ontwierp decors, etalages en maakte advertenties voor de schoenenfirma I. Miller. Omdat hij zich als reclametekenaar niet serieus genomen voelde, wilde hij zich toeleggen op de echte kunst. Dus begon hij dingen te schilderen waarvan hij hield: soepblikken, geld en beroemdheden. Warhol hield van roem. Niet alleen was hij regelmatig


in het gezelschap van de grootheden uit die tijd (Mohammed Ali, The Beatles, The Rolling Stones, Truman Capote, enzovoort), hij droomde ervan beroemd te worden. In het boek The Philosophy of Andy Warhol schreef hij: “Ik wou dat ik iets kon uitvinden als blauwe jeans. Iets om voor herinnerd te worden. Iets massaals.” Zijn bekendste citaat ‘In de toekomst zal iedereen vijftien minuten beroemd zijn’ lijkt achteraf wel wishful thinking. De popart, waarvan Roy Liechtenstein en John Jaspers de grondvesten legden en waarvan Warhol later het symbool werd, was een reactie op het abstract expressionisme van onder andere Jackson Pollock. In zijn boek ‘Popism, the Warhol 60s’, schreef Warhol: “De popkunstenaars maakten afbeeldingen die iedereen op Broadway onmiddellijk zou herkennen – strips, picknicktafels, herenbroeken, beroemdheden, douchegordijnen, koelkasten, colaflesjes – al de geweldige moderne dingen die de abstracte expressionisten met alle geweld probeerden te negeren.” Tijdens zijn schildercarrière maakte Warhol ook enkele zijstappen naar de fotografie. Zo bleef fototoestelfabrikant Polaroid speciaal voor Warhol een type Polaroidcamera produceren. Ook de muziek (met de groep The Velvet Underground), de journalistiek (met het blad Interview) en de mode wekten zijn interesse op. Zo gaf hij ooit te kennen dat hij liever een jurk aan de muur hing dan een schilderij. Geld Andy Warhol maakte van alledaagse massavoorwerpen kunst, maar wilde van kunst ook een alledaags massavoorwerp maken. “Wat hij verwezenlijkt heeft, is dat kunst in massaproductie toch wel waarde heeft,” zegt kunsthandelaar en galeriehouder Samuel Vanhoegaerden, die vorige zo-

mer een tentoonstelling over Warhol organiseerde. “Vroeger dacht men dat als een schilder drie jaar aan een doek werkte, het veel waard was. Warhol veranderde die gedachte, hij maakte bijvoorbeeld 150 of 250 Flowers en die werden dan kunst en even belangrijk als één doek waaraan bijvoorbeeld een maand was gewerkt. Het ging meer over het idee dan over de werktijd, en die verandering zie je vandaag ook.” Dat Warhols portret van Mao in november voor 17,37 miljoen dollar (zo’n 13,22 miljoen euro) van eigenaar wisselde, verbaast Vanhoegaerden dan ook niet. “Als er vandaag iemand nieuw op de markt komt met 5 miljoen euro op zak en die wil kunst kopen, dan vallen ze gewoon terug op Warhol, omdat dit de meest zekere belegging is én heel toegankelijk en aangenaam”, aldus Vanhoegaerden. Goodbye De dood heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in het leven van Andy Warhol. Zo is het bekende portret van Marilyn Monroe een deel van een serie over mensen die op ver-

schillende manieren om het leven waren gekomen. In 1963 maakte hij ook een reeks over auto- en vliegtuigongelukken. Hij haalde deze foto’s uit de krant en overschilderde ze met verschillende kleuren. In 1968 beleefde hij een bijna-doodervaring toen hij werd neergeschoten door de feministe Valeria Solanis, die acteerde in een van zijn undergroundfilms. Hoewel deze gebeurtenis Warhol voor de rest van zijn leven tekende,

is het niet duidelijk of hij angstig was voor de dood. Hij wilde dat zijn laatste woord gewoon “goodbye” was, maar gaf ook te kennen niet te geloven in de dood. “Ik denk altijd dat als iemand sterft, hij gewoon uptown gaat. Hij gaat naar Bloomingdale’s en doet er gewoon even langer over om terug te komen.” Mathieu de Rijcke Lander Lenaerts Henri Van Lint

organische kunst Andy Warhol begon zijn carrière in de reclamewereld. Na een tijd liet hij dit vallen, maar toch zie je de invloed van de reclame in zijn werken. Warhol wordt trouwens nog altijd aangehaald als een van de meest creatieve reclamemakers. Hij had de gave om van de meest banale massaproducten kunst te maken, denk maar aan de Campbell’s soepblikken. Andere werken, zoals de portretten van Marilyn Monroe of Mao waren stuk voor stuk werken die volledig in the Factory-stijl zijn en zich voornamelijk leenden tot massaproductie. The Factory is echter niet alleen

Andy Warhol, het was meer een kunstenaarscollectief. Gerard Malanga was een dichter en een fotograaf, Nico zong bij de rockgroep The Velvet Underground & Nico, Edie Sedgwick was het model voor de meeste Factory-foto’s en films. Zelfs Jim Morrison van The Doors werd af en toe gezien in The Factory. The Factory was zelf kunst. Sommige mensen zeiden dat je anoniem The Factory binnenging en er als superster buitenkwam. The Factory was een loft in 47th street te New York, met als bijnaam The Silver Factory. Daarna verhuis-

de het in 1968 naar 33 Union West Square, in hetzelfde gebouw als het communistische hoofdkwartier in Amerika. Dit gebouw bestond uit vele expositieruimtes, studio’s voor het opnemen van films, filmzalen, concertzalen en nightclubs. Het waren allemaal mogelijkheden waarvan Warhol en zijn kunstenaars gebruik konden maken. Warhol wilde dat het klassensysteem op die plaats geen belang had en daarom organiseerde hij grote feesten waar de jetset van New York in aanraking kwam met junkies, depressieve mensen en marginalen. Het Communiqué

13


regeren en studeren, valt dat te combineren?

Izzy Van Aelst (24), CD&V, Leuven

Joris Piette (20), BUB, Hasselt

Sebastian Luyten (26), N-VA, Keerbergen

Philippe De Backer (27), VLD, Kapellen

Bram Boriau (26), Animo, Brussel

Mathias Timperman (21), CD&V, Pepingen

14

Het Communiqué

Flauwe praat verkopen bij een frisse pint is zowat het summum van het studentenleven. Anderen proberen dit te combineren met iets meer diepgang en stappen in de politiek. En met toppolitici als Jean-Luc Dehaene die een stap opzij zetten lijkt voor deze politiek geïnspireerde studenten de burgemeestersjerp dichterbij dan ooit. Wie zijn deze toekomstige leiders van het land? En waarom engageren ze zich als jongere in de politiek? Het Communiqué vroeg het enkele kersverse politici. Waarom zijn jullie in de politiek gestapt? Joris: “Wel, ik ben een groot sportfanaat en wanneer ik naar het wielrennen ging kijken, viel het me op dat er veel Vlaamse vlaggen aanwezig waren. Ik vroeg me af wat de bedoeling hiervan was. Draaide het puur om de sport of zat er misschien meer achter?” “Vervolgens ben ik achter mijn PC gekropen, en heb ik op Google wat trefwoorden ingegeven. Vrij snel kwam ik uit op de site van BUB (Belgische Unie, Union Belge – Centrumpartij voor nationale eenheid, nvdr.). Ik ben op de site blijven hangen, was best geïnteresseerd en schreef me in als

waarover je verontwaardigd bent. Dat zorgt er bij mij steeds voor dat ik daar iets aan wil doen.” Matthias: “Politiek heeft me altijd al geboeid. Ik heb altijd al de nationale politiek gevolgd en op een bepaald moment ben ik dan in jong-CD&V gestapt. Toen ze mij vroegen of ik op de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen wou staan, heb ik direct ja gezegd.” “Ik wou dat ooit eens gedaan hebben om die ervaring meegemaakt te hebben. Ik volg de richting Communicatie en in de politiek komt veel communicatie kijken. Om al deze redenen heb ik mij op de lokale lijst kandidaat gesteld.”

discussies (lacht), maar daar kan ik dan ook echt van genieten. Het is echt interessant om te discussiëren met de mensen die dicht bij je staan. Mijn ouders en vriendin steunen me ook enorm. Zo hebben mijn ouders de week voor de verkiezingen nog heel Hasselt afgelopen, om in alle brievenbussen mijn folder te steken. Zelf kon ik hier niet aan meehelpen, omdat ik ondertussen al terug in Leuven op kot zat. Zoiets apprecieer ik dan ook heel erg.” Sebastian: “Mijn vriendin heeft mij bijvoorbeeld meer dan drie weken voor de verkiezingen (8 oktober 2006, nvdr.) niet gezien. Ja, als we elkaar passeerden in de gang, maar dat kun je niet echt zien noemen.” “Je hebt verplichtingen door verkozen te zijn en die verplichtingen brengen dan nog meer verplichtingen met zich mee. Ik heb nu het voordeel dat mijn engagement en mijn werk als fractiemedewerker in Mechelen gelijklopen.” Phillipe: “Ik ben toch elke avond bezig met mijn politieke hobby. Teksten voorbereiden, vergaderingen bijwonen, activiteiten of debatten

“op je dertigste ben je als politicus nog altijd ‘jong’” sympathisant. Een paar uur later had ik al de voorzitter van de partij aan de lijn, hij heeft me uiteindelijk echt de partij in gepraat. BUB bestaat sinds 2002 en ik ben er actief sinds 2003.” “Momenteel staat de partij nog steeds in haar kinderschoenen. Wat heel normaal is in maar vier jaar tijd. Maar er is zeker toch de hoop om er ooit een belangrijke, grote partij van te maken.” Bram: “Waarom gaat iemand in de politiek; niet omdat je je verwondert, maar omdat je je opwindt over bepaalde zaken. Je gaat niet alleen nadenken waarom de dingen zijn zoals ze zijn, maar je gaat ook nog eens proberen in te grijpen. Je gaat ervan uit dat je die zaken ten goede kunt veranderen.” Philippe: “Er is niet een specifieke gebeurtenis die ervoor gezorgd heeft dat ik in de politiek ging. Ik heb altijd al veel interesse gehad in de actualiteit en heb dat gekoppeld aan verantwoordelijkheid nemen in verenigingen (schoolraad, studentenclub,...). Je ziet sommige tendensen of gebeurtenissen in de maatschappij, die je ook zelf aan den lijve ondervindt, waarmee je niet akkoord kan gaan of

Hoe reageren jullie vrienden/partners erop dat veel van jullie tijd nu opeens naar de politiek/gemeenteraad/.. gaat? Wat vinden ze van jullie engagement? Izzy: “Er zijn minimum zes avondvergaderingen per maand en die moet je dan nog voorbereiden ook. Mijn vriendin is niet altijd even gelukkig met mijn afwezigheid, maar ze heeft er wel begrip voor. We hebben het daar van in het begin over gehad en af en toe maak ik al die uren wel goed met een leuk weekendje.” Bram: “Ik zei tegen mijn vader net nadat ik Animo aan de VUB had opgericht: ‘Ja papa, ik heb goed nieuws en slecht nieuws. Ik heb een politiek clubje opgericht.’ En mijn vader: ‘Aah, geweldig mijn zoon. En het slechte nieuws?’ ‘Het is van de socialisten.’ Waarop hij naar de keuken trok met twee flessen wijn en tot vier uur ’s nachts heeft zitten drinken. Mijn vader zijn nonkel is Etienne Schoupe, een echte CD&V’er, zie je. Uiteindelijk kwam hij me zeggen dat hij met mij niet meer buiten kon komen (lacht).” Joris: “Door mijn toedoen zijn ze zelf allemaal heel geïnteresseerd. Op café komt het zelfs vaak tot verhitte

bijwonen... Mijn vrienden en familie vinden dit niet erg, de meeste van mijn vrienden kom ik trouwens daar tegen.” “Voor mijn vriendin is het moeilijker, omdat het wel een beetje planning vraagt om samen dingen te doen. Maar dat is een kwestie van tijd maken, een beetje flexibiliteit en wederzijds begrip. Ik probeer wel tijd voor haar te maken in het weekend en zeker de zondag vrij te houden om samen dingen te doen.” Wat was voor jou in je politieke leven een ‘mijlpaal’? Bram: “De week dat twee rapporten uitkwamen, dat is al een tijdje geleden, eentje over het feit dat België het op drie na rijkste land ter wereld is wat betreft sociaal vangnet, maar tegelijkertijd kwamen er ook andere cijfers uit over het feit dat zelfmoord de eerste doodsoorzaak is bij mannen tussen de 25 en de 50. Dus vroeg ik mij af: hoe is dat in godsnaam mogelijk dat een land dat zo’n groot, breed sociaal vangnet wordt verondersteld te hebben toch nog altijd zoveel zelfmoorden heeft.” Izzy: “Mijn allereerste deelname aan de verkiezingen, de parlementsver-


kiezingen van 2003. Met mijn 21 en twee maanden was ik de jongste kandidaat van het land. In de kleinste kieskring Leuven was verkozen raken zowat onmogelijk. Men had verwacht dat ik met 1550 stemmen een schitterend resultaat zou behalen. Uiteindelijk werden het er bijna 5000. Het geeft een vreemd gevoel als zoveel mensen je capabel genoeg achten om naar het parlement in Brussel te sturen. Het geeft me moed voor de toekomst en weet je, op je dertigste ben je als politicus nog altijd ‘jong’!” Mathias: “De afgelopen gemeenteraadsverkiezingen hebben echt de doorslag gegeven, ik had totaal niet verwacht dat ik verkozen zou worden. Toch had ik in één keer 419 stemmen in een gemeente met 2500 kiesgerechtigden, wat eigenlijk superveel is. Ik stond op de achtste plaats, dus echt verkiesbaar was ik niet.” “Ik ben nu verkozen voor de gemeenteraad en ik was op twee stemmen van een schepenfunctie. Dat was voor mij een stimulans en drijfveer om verdere stappen te zetten in de politiek.” Wat wil je precies bereiken? Mathias: “Dat zal de toekomst uitmaken. Ik ben nog volledig aan het nadenken over waar ik wil geraken. Op lokaal niveau weet ik dat ik hoger kan. Ik zit nog maar net in de gemeenteraad. Maar of ik echt nationaal of Vlaams wil gaan, dat zal de toekomst wel uitwijzen. Uiteindelijk moet je daar zelf niet voor zorgen, je moet je wel bewijzen, maar het zijn de andere partijleden die dat beslissen.” Sebastian: “Ik ben op zich niet uit op een plaatsje op de lijst federaal of Vlaams, dat is iets dat binnen de partij besloten moet worden. Natuurlijk voor wat hoort wat, maar dat is uiteraard niet de instelling. In de horeca hebben ze me op het einde ook niet echt fair behandeld en zoiets kan net zo goed gebeuren in de politiek. Politiek draait om het verwezenlijken en uiteraard ook om macht. Ik ben niet te beroerd om dat toe te geven.” Joris: “Ik heb nooit de ambitie gehad om van politiek echt mijn werk te maken. Ik denk ook niet dat dit ooit zal veranderen. Wat ik wel wil doen, is de BUB helpen groot maken. Al wil ik hierbij niet op de voorgrond treden als minister of zoiets, ik wil eerder achter de schermen mijn steentje bijdragen. Persoonlijk hoop ik dat België nooit gesplitst zal worden, niet tot aan mijn dood en liefst nog veel verder.” Anthony Grauwels Yannick Guldentops Ellen Vanhove

vijf jaar na de val van de frank Bij de invoering van de euro in januari 2002 waren het vooral positieve verwachtingen die de bovenhand voerden. Zo zou de werkgelegenheid groeien door de stijging van het concurrentievermogen. Het verdwijnen van de wisselkoersen binnen de eurozone zou voor stabiele prijzen en lage intrestvoeten zorgen. Ook zouden hierdoor muntcrisissen vermeden kunnen worden. Vijf jaar later blijkt niet iedereen tevreden te zijn over de euro. De invoering van de euro zorgde er in 2002 al voor dat de consumptie daalde. Veel burgers verwachtten een prijsstijging door de invoering van de euro en gedroegen zich daarnaar. “De cijfers bewijzen dat de inflatie

Foto: Leen Jonckers

De evaluatie van vijf jaar europese eenheidsmunt door de euro amper is toegenomen, maar de indruk van velen is anders. Dat komt omdat sommige dagdagelijkse producten zoals dranken en sigaretten wel feller in prijs stegen”, aldus Herman Van Rompuy (CD&V), toenmalig minister van Begroting. Inflatie, de algemene prijsstijging, wordt berekend aan de hand van een index. Dat is een lijst van producten en hun prijs die centraal wordt bijgehouden en de evolutie van de prijs over de tijd bepaalt. Het grote probleem daar is de representativiteit van het mandje goederen dat de index bevat. Als de samenstelling van de collectie goederen en diensten afwijkt van de zaken waar de consument zijn geld aan geeft, dan krijgt men een onjuist beeld van de inflatie. “Met cijfers kan je aantonen wat je wil“, geeft Thierry Debels, medewerker bij de Money & Finance Research Group van de VUB, mee. “Je kan iemand lange tijd bedotten en zowat iedereen gedurende korte tijd, maar niet iedereen gedurende een lange periode. Kortom, de inflatie is gewoon een flink stuk hoger dan wat de cijfers aangeven”, aldus Debels. Maar de al dan niet vermeende prijsstijging is niet het enige waar Debels mee zit. Volgens hem waren er amper economische redenen om een

eenheidsmunt in te voeren. “Zeggen dat er enkel politieke redenen waren om de eenheidsmunt in te voeren, is misschien wat overdreven, maar de Europese eenmaking is voornamelijk politiek gestuurd en dat blijft tot vandaag het geval.” Voor Debels was er absoluut geen relatie tussen de invoering van de euro en de verwachte extra groei. “Door één munt te scheppen zou de rest van de Europese eenmaking een extra duw krijgen. Nu is er een zone

voorwaarden om lid te worden van de eurozone is immers een laag begrotingstekort. Als we niet konden overstappen naar de euro zou dat onder meer te wijten zijn aan een te hoog begrotingstekort. Indien we noodgedwongen toch zouden blijven zitten met de oude Belgische munt, zou die daar erg onder lijden.” Een argument dat onmiddellijk tegengesproken wordt door Debels: “Een devaluatie of depreciatie is op zich niet zo slecht. Kijk maar naar de devaluatie

De Belgische munt zou nu erg te lijden hebben onder een te hoog begrotingstekort

van meer dan 300 miljoen verbruikers toegankelijk, zonder dat er wisselkoersrisico is”, verdedigt Herman Van Rompuy de beslissing. Volgens Van Rompuy hadden we ook geen andere keuze. “Indien België geen deel zou uitgemaakt hebben van de eurogroep, dan zou de Belgische frank hebben blijven bestaan. Er zou onmiddellijk een devaluatie van de Belgische frank gekomen zijn in 1999 omdat de niet-deelname aan de euro als een falen van het land gezien zou worden. Eén van de

van de frank begin jaren tachtig. Op die manier wordt de competitiviteit gevrijwaard. Wat de criteria betreft: die zijn en blijven een lachertje: de staatsschuld moest 60% zijn van het BBP. België en Italië zaten daar zwaar boven. Nu mag, volgens het stabiliteitspact, het begrotingstekort niet hoger zijn dan 3%. Als je ziet hoe de cijfers in België gemanipuleerd worden, dan begrijp je toch dat die criteria niets voorstellen.” Yannick Guldentops Lander Lenaerts

Het Communiqué

15


Life is tuning

Tuning is al jaren een trend in Europa en in België. Wanneer tuners met hun uitgebouwde wagens de straat op trekken, springen ze meteen in het oog met hun opzichtige kleuren, glimmende velgen en luide basklanken. Sommigen zien dit als levenswijze, anderen staan er minder positief tegenover en begrijpen niet wat tuners zover drijft om heel hun kapitaal in hun wagen te investeren. Een onderzoek hoe de vork juist in de steel zit. Minister van Mobiliteit Renaat Landuyt heeft zich samen met een werkgroep Tuning in het begin van het jaar 2006 gebogen over een nieuwe regelgeving voor tuners. Volgens minister Landuyt moesten er concrete afspraken gemaakt worden over tuning, met aandacht voor veiligheid en milieu. De Belgische wetgeving, de Europese richtlijnen en de reglementering bij de EU-lidstaten waren een belangrijk uitgangspunt voor het tot stand komen van de nieuwe wet. Begin februari had minister Landuyt al de eerste richtlijnen uitgewerkt, maar omdat die nog onduidelijk waren, richtte hij een werkgroep op die hem ermee zou helpen. Enkele basisprincipes van de nieuwe reglementering zijn dat je auto geen puntige of scherpe delen mag bevatten, ook moet de bestuurder een vrij uitzicht hebben, zonder belemmering door overtollige of niet-reglementaire voorwerpen of opschriften. De twee basisprincipes werden samengebracht in een nieuwe wet die van kracht werd op 15 mei van vorig jaar. Voor vele tuners betekent deze wet nieuwe kosten en een grote belemmering voor het uitvoeren van hun hobby. Wanneer ze naar een autokeuringsdienst gaan, moeten ze extra geld neertellen omdat elk onderdeel apart onderzocht moet

16

Het Communiqué

de tuners aan de binnenzijde aanpassen is de stereo-installatie. Een autoradio is voor leuke, en liefst nog luide muziek een must (van 30 tot 530 euro). Dit is al voldoende voor zachte achtergrondmuziek, maar echt knallen kan je hiermee nog niet. Daarvoor heb je een extra versterker nodig, waarvoor je 50 tot 6000 euro op tafel legt. Maar hiermee alleen raak je nog nergens, want waaruit

die de straten doorkruisen, verdubbelen hun waarde door de extra toegevoegde snufjes. Laat ons beginnen bij een bodykit. Een wagen waarbij de voorbumper verlaagd is, en waarmee je over een verkeersdrempel schraapt, is voor velen het toonbeeld van een beginnend tuner. De uitbouw van de carrosserie gaat verder: tuners hangen ook zijskirts en achterbumpers aan de wagens,

Foto: Bram Angelgear

worden. Een basiskeuring voor een personenauto kost al 24,50 euro. Als een tuner elk onderdeel apart moet laten onderzoeken, dan komen er nog extra kosten bij, variërend van 5 tot 15 euro. Groot, groter, grootst Tuners zijn niet enkel bezig met de buitenkant, de binnenkant is minstens even belangrijk. Het eerste wat

moeten de oorverdovende klanken komen? Natuurlijk, we zoeken nog speakers! Hier raak je al snel tussen de 21 en 1050 euro aan kwijt. Als je het werk volledig af wil maken, kan je ook nog de elektronica wijzigen en je zetels met leder of gepersonaliseerde borduursels laten overtrekken. Natuurlijk blijft het meest opmerkelijke bij tuning de buitenkant van de wagen. De zwaar verlaagde wagens

vaak vergezeld van een zo groot mogelijke spoiler, en zelfs opvallender motorkappen. En natuurlijk niet te vergeten de neonlamp onderaan de wagen. Driften Geen artikel over tuning zonder het over de, al dan niet illegale, snelheidsraces te hebben: getunede auto’s die zo snel mogelijk over de

Foto: driftreport.nl

bier, vrouwen en vette bakken


Foto: Manu Deweerdt

eindstreep scheuren. Bij deze snelheidswedstrijden is het meestal zo dat de best aangepaste auto wint. Er komt natuurlijk ook een vorm van techniek en rijstijl bij kijken, maar een groentje met een amper opgefokte auto maakt tegen de meestertuners geen schijn van kans. Niet toevallig zijn dat ook meestal de rijkste. In Japan ontstond als tegenhanger van deze klassieke races een nieuwe autosport: het driften. In tegenstelling tot gewone races is het bij driften niet de bedoeling om in bijna rechte lijn zo snel mogelijk te rijden, maar wel om de auto zo perfect mogelijk te doen slippen, die vervolgens onder controle te houden en volledig dwars door een bocht te sturen. Met 200 kilometer per uur bochten aansnijden dus, meestal met bijbehorende rokende banden en de geur van smeltend rubber. Je moet er stalen zenuwen en vooral een zeer goede rijstijl voor hebben. Belgisch driftinstructeur Joep De Kort: “Driften is de ultieme voertuigbeheersing waarbij de achterwielen continu sneller rondraaien dan de voorwielen. De auto wordt zo vroeg mogelijk voor de bocht dwars gezet en via de ideale racelijn wordt er ook weer dwars de bocht uitgeaccelereerd.” Bij driften

Underground zat al een driftcompetitie verwerkt, maar het meest bekende voorbeeld is de nieuwste telg uit de filmreeks ‘The Fast and the Furious’. De film heet Tokyo Drift en

Foto: driftreport.nl

ligt de nadruk dan ook veel minder op snelheid, maar op de techniek en de show. “Show en shine spelen een belangrijke rol, maar de driftkunde van de coureur is belangrijker”, aldus De Kort. Voor elke bocht geeft een wedstrijdjury punten op beginsnelheid, de drifthoek (hoek waarmee je de bocht ingaat), de racelijn en last but not least, de show. Een driftwedstrijd verloopt in verschillende ronden: een individueel parcours en de tweede, spectaculaire ronde: de twin-battle. Daarin bekampen twee drifters elkaar, de achtervolger moet de voorligger al driftend proberen in te halen in de bochten. Driften is aan een echte opmars bezig: in de media, computerspelletjes en films. In het spel Need For Speed

is volledig gericht op het illegaal driftmilieu in Japan. De echte drifters zijn niet overtuigd. “De film geeft geen goed beeld over driften. Er zit veel te veel agressie in! Bovendien weet ik niet van een illegaal milieu, dat is een andere tak van de sport waar wij ons afzijdig van houden”, zegt Joep De Kort. Maar hoe komt het dat driften zo populair wordt? De Kort: “De impact van driften op publiek en media is enorm, omdat het zo spectaculair is om te zien. Je kunt alle actie zien vanuit één gezichtspunt en je krijgt als toeschouwer continu spektakel met vette driftauto’s.” Om de sport te beoefenen, heb je geen speciale auto nodig. De Kort: “Elke met achterwiel aangedreven auto vanaf 150 pk is geschikt. Als je auto getuned is, kan je wel beter

tuning: het prijskaartje Citroën Saxo VTS: voor € 16200 aan tuning Exterieur: Verlaging: €500 Velgen OZ Racing: €1700 Motorkap: €1000 Kofferdeksel vlakgemaakt + deursloten verwijderd: €600 Wenkbrauwen koplampen + achterlichten: €300 Blauwe achterlichunits: €250 Alutankdop: €100 Frontspoiler: €200 Uitlaat Supersprint: €250 Bumpers,zijlijsten en spiegels in carrosseriekleur: €300 Raamverduistering met coating : €550 Led-verlichting onder wagen in 7 kleuren (aan te passen met controller in wagen): €500 Totaal: €6250

driften. Driftauto’s worden op elektronische weegschalen gezet om de gewichtsverdeling zo gunstig mogelijk te krijgen. Een zo laag mogelijk gewicht, met zoveel mogelijk pk’s.” Daardoor is driften eigenlijk een zeer democratische sport. Je hoeft niet teveel investeringen te doen om op de hoogste podiumplaats te eindigen, als je maar genoeg techniek bezit. Wat nog het meeste kost, is het vervangen van de banden. Joep De Kort: “Hoe lang je met een paar banden doet, is afhankelijk van de ondergrond, het soort auto en je driftstijl, maar soms doe je maar vijf minuten

Interieur: Sportstuur Momo: €250 Momo Versnellingspook + lederen blauwe hoes, Momo handrem + lederen blauwe hoes: €750 Aluminium traanplaten als vloermatten: €100 Volledig lederen interieur op maat (Blauw, zwart met Saxo geborduurd + dakhemel in blauwe alcantara met ingewerkte ledverlichting + zonnekleppen in leer): €2500 Audiosysteem Sony: €2000 GPS-systeem + DVD-speler Pioneer met touchscreen: €3250 Schilderen ventilatieroosters in carrosseriekleur: €100 Totaal: €8950

met een setje nieuwe banden! Die kosten, afhankelijk van je budget, 35 tot 400 euro, maar dan heb je wel banden die rode of blauwe rook produceren.” Ook in België leeft het driften. “In Europa is er de Benelux Drift Series, bestaande uit vier rondes in Nederland en vier rondes in Belgie met een gezamelijke Big Final.” Het ziet ernaar uit dat het klassieke snelheidsracen vernieuwing nodig heeft. Rokende banden en vliegen op de zijruit, dat is de toekomst. Roel Spelkens Eli Van Brussel Jeffrey Vander Stricht

Het Communiqué

17


een oscar voor ‘een ander zijn geluk’?

Foto: Prime Time - Motel Films

Binnenkort worden de Academy Awards, beter bekend als de Oscars, voor de 79ste keer uitgereikt. De Belgische inzending voor beste niet-Engelstalige film dit jaar is ‘Een ander zijn geluk’ van Fien Troch, die onder andere al de juryprijs wegkaapte op het filmfestival van Angers. Weinig Belgische films raakten ooit genomineerd. Het Communiqué sprak met onze Belgische hoop op een Oscar en keek terug op enkele Belgische nominaties.

Belgische inzending Oscars onder de loep

‘Een ander zijn geluk’ (met onder andere Jan Decleir en Ina Geerts) speelt zich af in een klein dorp. Een van de hoofdpersonages, Christine, een gescheiden moeder die haar normale leven weer probeert op te pikken, vindt een dood jongetje aan de oever van een rivier. Wanneer ze later met de politie terugkomt is het lijkje verdwenen. Christine wordt gekweld door de herinnering. Al snel raakt het hele dorp in de ban van de gebeurtenis. Hoewel Fien Troch in Parijs druk aan het scenario van haar nieuwe langspeelfilm werkt, maakte ze toch even tijd voor ons.

zending is voor de Oscars 2007? Troch: “Het betekent veel omdat er best wat concurrentie was en uiteindelijk jouw film er wordt uitgekozen. Het is ook zeer belangrijk omdat nu meer dan duizend mensen in Hollywood mijn film zullen zien.”

Wat betekent het voor u dat ‘Een ander zijn geluk’ de Belgische in-

Hebt u door de film kansen gekregen die u anders niet gekregen zou

Wat zijn uw Oscarverwachtingen? Troch: “Dat is zeer moeilijk te zeggen omdat de nominaties pas begin volgend jaar bekend worden gemaakt. Dus ik heb nog geen idee wie er naar welke prijs dingt. Wat mezelf betreft, ik blijf realistisch, maar je weet nooit.”

wie is fien troch? De 28-jarige Fien Troch studeert in 2000 met onderscheiding af aan de filmafdeling aan de Hogeschool Sint-Lukas. In haar studententijd maakt zij al drie kortfilms: ‘Verbrande aarde’, ‘Wooww’ en ‘Maria’. Die films vielen keer op keer in de smaak op festivals in binnen- en buitenland zoals onder andere het International Short Film Festival Hamburg Duitsland in 2000 en Het Grote Ongeduld Brussel Belgik in 2000. Troch won verder de Sabamprijs en de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap op het Internationaal Film Festival van Brussel Belgik in 2001. In 2000 maakte ze ook haar film-

18

Het Communiqué

debuut als actrice in ‘Saint Cyr’ van Patricia Mazui. Haar grote doorbraak komt er in 2005 met haar speelfilmdebuut ‘Een ander zijn geluk’ met onder andere Jan Decleir in de cast. Met die film kaapt ze in januari 2006 de hoofdprijs weg op het Europese Filmfestival voor Debuutfilms in het Franse Angers. Op het Internationaal Filmfestival van Thessaloniki wordt de film beloond met de Gouden Alexander, de prijs voor beste film. De film wordt nu ook de Belgische inzending voor de Oscars.

hebben? Troch: “Uiteraard krijg je meer media–aandacht en dat helpt altijd voor het verwezenlijken van nieuwe projecten. Mensen hebben een referentie en weten waar je voor staat.” “Los van films maken, heeft het me ook geholpen om andere jobs te krijgen zoals bijvoorbeeld de regie van de dubbing van de animatiefilm ‘Baas in eigen bos’.” Welke projecten hebt u na de film ‘Een ander zijn geluk’ ondernomen en welke projecten hebt u in het vooruitzicht? Troch: “Na ‘Een ander zijn geluk’ heb ik vooral veel gereisd van festival naar festival. Momenteel ben ik

Belgische oscarinzendingen Fien Troch is een talent in België, maar ze komt dan ook uit goeden huize. Haar vader is Ludo Troch, die voor regisseur Stijn Coninx de film ‘Daens’ monteerde, de Belgische Oscar-inzending voor 1992. Troch en Coninx bleken een ‘dreamteam’, want Daens kreeg een Oscarnominatie te pakken. Later besloten de twee om nog eens samen te werken voor de film ‘Verder dan de Maan’, wat voor velen de meest bizarre Belgische inzending ooit was. Het

Foto: Veva van Sloun

in Parijs aan het schrijven aan een nieuwe langspeelfilm. Hopelijk kunnen we die volgend jaar draaien.”

initiatief voor de film ging immers uit van een Nederlandse producer en speelt zich grotendeels af in Nederland. Bovendien zijn alle acteurs, op enkele Vlaamse bijrolletjes na, Nederlanders. De prent vertelt het doen en laten van een katholiek boerengezin in de zomer van 1969. De Belgische filmcommissie vond alle Nederlandse inbreng geen bezwaar en stuurde ‘Verder dan de Maan’ in als kandidaat voor de Oscars. Spijtig genoeg bleef het hierbij, de film werd niet genomineerd. Henri Van Lint, Eli Van Brussel Marlies Van Schoors


een gesprek met werner van Sinds juli 2006 wordt het internet geteisterd door twee luidruchtige individuen. Werner Spelkens en Dieter Vanthournhout komen als presentatoren van de vodcast VW escape TV elke maand met een volledig nieuwe aflevering op de proppen, gevuld met verschillende uiteenlopende onderwerpen. Wij zochten Werner, een van de presentatoren, op. Hoe ben je bij Escape TV beland? Werner: “Ik werkte al enkele jaren als reportagemaker voor de regionale tv-zender TVBrussel. Blijkbaar ben ik zo in het oog gesprongen en werd ik opgebeld met de vraag of ik geïnteresseerd was om een nieuw project te presenteren. Ik zag dit als een nieuwe uitdaging en ging er dan ook op in.” Wat is het grote verschil tussen gewone televisie en internettelevisie? Werner: “In grote lijnen komt het overeen, met het enige verschil dat de productie bij internettelevisie vrijer is. Je hoeft geen gigantische

Is jullie format een succes? Werner: “Wij zijn in België de grootste aanbieder van vodcasts. Ik heb cijfers gezien waarin vodcasts gerangschikt worden volgens het aantal downloads in België. In deze rangschikking stonden wij op een zesde plaats, achter internationale grootheden als CNN en National Geographic. Het kan er ook mee te maken hebben dat we de grondleggers van de Belgische vodcasts zijn. We zijn al een halfjaar bezig, en gaan minstens nog een jaartje door. We hebben dit jaar ook de prijs gewonnen van beste E-publisher, uitgereikt door het businessmagazine Inside .”

Foto: escape TV

Internettelevisie: een gat in de markt?

camera mee te nemen, aangezien de resolutie lager kan zijn. Met een kleinere camera kan je makkelijker rondlopen, wat het werken veel aangenamer maakt. Als presentator heb je hierdoor ook minder een geremd gevoel.”

Zit er toekomstmuziek in VW escape TV? Werner: “In mijn ogen zeker wel. Kijk maar naar de successen van websites als YouTube of Google Video. Hierdoor bewijst de surfer dat hij wel degelijk op zoek is naar video-

Wie zijn op dit moment jullie trouwste fans? Werner: “Wij proberen onze reportages een jong imago mee te geven omdat de jongeren het grootste deel van ons publiek uitmaken. Dit zal in grote lijnen overeenkomen met de algemene cijfers van internetgebruikers. Wij schamen ons niet om eens een mopje te maken, of een pikant getinte opmerking. Maar van echte stalkers kunnen we nog niet spreken. Het is niet dat we op straat herkend worden als ‘die van EscapeTV’ (lacht).”

Wij schamen ons niet om eens een mopje te maken, of een pikant getinte opmerking. informatie op het internet. Wat ook logisch is. Het gebruik van internettelevisie is een mooi voorbeeld van de technologische evolutie: er komen nieuwe technologieën, dus wordt er van de informatietoevoer verwacht dat zij hierop reageert. Wat bij ons zeker als troef telt, is de tweezijdigheid van onze afleveringen. Elke maand komt er zowel een Franstalige als een Nederlandstalige uitzending online.”

“Soms wordt ons wel eens gevraagd wanneer de volgende uitzending online komt, dus er wordt blijkbaar wel op onze nieuwe afleveringen gewacht.” “Wat voor de kijkers ook zeer aanstekelijk werkt, is de mogelijkheid om zelf reacties in filmformaat op onze site te zetten. Dus als je een webcam hebt, kan je bij ons je reactie in een filmpje kwijt.” Roel Spelkens

vodcasting De meesten zullen al gehoord hebben van podcasts, waarbij je volledige radioprogramma’s of mixtapes van het internet rechtstreeks op je mp3-speler kunt downloaden. Een vodcast (VOD = video on demand) werkt volledig rond hetzelfde principe, maar dan met videobeelden. Via streaming kan je beelden downloaden op je computer, Ipod en PSP (playstation portable), of zelfs op sommige gsm’s.

Streaming video is een techniek waarbij zowel korte als lange videofragmenten op het internet bekeken kunnen worden. De webbezoeker kan al beginnen met kijken terwijl het volgende stukje van het videobestand ‘net op tijd’ op de achtergrond wordt ingeladen. Het is mogelijk om vooruit en achteruit te spoelen, zonder eerst het complete videobestand te moeten downloaden.

andere zenders Naast de uitzendingen van Werner en Dieter zijn er nog andere Belgische aanbieders van internettelevisie. Zo heb je bijvoorbeeld ZoomIn.tv. Op websites van kranten als De Standaard of Het Nieuwsblad kun je bij sommige artikels ook een videofragment bekijken. Al deze fragmenten worden aangereikt door één enkele producent, met name ZoomIn.tv. Dit bedrijf, dat oorspronkelijk gevestigd was in Amsterdam, brengt zowel nationaal als regionaal nieuws en dat in zes verschillende Europese landen, waaronder sinds

2005 ook België. Bij ons worden hun fragmenten per maand meer dan 500.000 maal bekeken. Een andere aanbieder van al dit leuks is Out Soon. Dit magazine uit de muziekwereld bestaat reeds 14 jaar, en waagt zich nu ook aan televisie. Voor hun programma’s spitst Out Soon TV zich logischerwijs toe op de muziekwereld, en meer specifiek op het uitgaansleven. Wil je een interview zien met een bepaalde DJ, of een verslag van een leuke party, dan moet je beslist eens passeren op de website www. outsoon.be. Het Communiqué

19


moeders op de schoolbanken ‘Wij zijn er niet!’, het door frêle kinderstemmetjes ingesproken voicemailbericht aan de andere kant van de lijn geeft me het warme vermoeden dat ik het juiste nummer heb gedraaid. Jonge vrouwen die tijdens hun studies al transformeren tot regelrechte mama’s: doe het hen maar na! Vanessa (28), voormalig, en Edith (22), huidige EhB-studente, vertellen hoe zij hun avontuur door vuile pampers en nachtelijke horror beleefd hebben. Wanneer zijn jullie te weten gekomen dat jullie zwanger waren? Vanessa: “Vier jaar geleden in november, toen ik net begon aan de opleiding Pers en Voorlichting, was de verrassing daar. Die werd alleen maar groter toen uit de echo bleek dat ik niet één, maar twee baby’tjes verwachtte. Mijn vriend sloeg toen vrij bleek uit (lacht).” Edith: “In het laatste middelbaar was ik zwanger van mijn dochtertje. Op mijn twintigste volgde de tweede, mijn zoontje, toen studeerde ik nog Orthopedagogie (Momenteel studeert Edith verpleegkunde aan de EHB, nvdr.).”

zijn, zoals je medestudenten. Ik wilde ook niet dat zij de dupe werden van het feit dat ik studeren wou combineren met mama zijn. Maar uiteindelijk heb ik samen met mijn familie en mijn vriend besloten om er toch voor te gaan.”

Dachten jullie er ooit aan te stoppen met studeren? Edith: “Heel even heb ik eraan ge-

Hoe is het dan uiteindelijk verlopen met je examens en je bevalling? Vanessa: “Tijdens de tweede zit zou ik mama geweest zijn van een piepjonge tweeling. Hoogzwanger examens meemaken was misschien ook geen pretje, maar ik zag in dat deze keuze net iets minder zwaar zou worden. Uiteindelijk ben ik daar heel tevreden over, want ik was in eerste zit geslaagd. Tijdens de proclamatie had ik al wat last van krampen, maar ik dacht toen dat het vals alarm was.

dacht om te stoppen met studeren. Maar tijdens mijn eerste zwangerschap zat ik nog maar in het middelbaar, dus stoppen was niet echt een

Maar de dag erna was het dus zover, van timing gesproken (lacht). Ik was toen zodanig moe, dat ik pas na een tijdje besefte dat ik een jongen en

Foto: Cristian Caggiano

tussen pampers en projecten

Ik was wel geschrokken, maar abortus is nooit een optie geweest

optie voor mij. Nu moet ik zeggen dat ik het wel heel leuk vind dat ik nog studeer. Tegen mijn dochtertje van vier zeg ik dan ook: ‘Mama gaat ook naar school’(lacht).” Vanessa: “Toen ik hoorde dat ik een tweeling verwachtte, heb ik getwijfeld of ik nog wel verder zou studeren. Want uiteindelijk was ik net begonnen en zat ik op dat moment in een desastreus PGO-groepje (Probleemgestuurd Onderwijs, nvdr.)! Jullie kennen dat wel hé? En er zijn zoveel dingen waar je toch rekening mee moet houden. De bevalling was uitgerekend voor 18 juli, maar met een tweeling weet je nooit… En dat met examens in het vooruitzicht! Plus, je moet ook rekening houden met de andere mensen die erbij betrokken

20

Het Communiqué

een meisje op de wereld had gezet.” Lopend vuurtje Hoe waren de reacties van de medestudenten op jullie zwangerschap? Vanessa: “In het eerste jaar heb ik lang gewacht met het te vertellen, maar op een bepaald moment kon je er niet meer naast kijken. Sommigen reageerden verbaasd, maar de mensen met wie ik het meeste contact had, leefden echt mee. Ze vroegen constant hoe ik me voelde en telden mee af.” Edith: “In het begin heb ik het tegen een paar mensen gezegd, maar dat nieuwtje is als een lopend vuurtje rondgegaan. Bij mijn tweede zwangerschap heb ik langer gezwegen. Ik had geen zin in die reacties: ‘Hoe

stom kun je zijn om in jouw geval een tweede te nemen?’. Uiteindelijk heb ik toen ook vijf maanden gewacht om het tegen mijn moeder te zeggen. Ik had toch wel wat schrik voor haar reactie. Een beetje laf misschien? Daarom heb ik maar zodanig lang gewacht, dat ik al zover was dat ze het maar moest aanvaarden. Ze reageerde verrast, maar is me wel blijven steunen!” En hoe reageerden de docenten? Heb je het hen direct verteld? Vanessa: “Daar heb ik bewust mee gewacht, ik weet niet precies waarom. Het was een soort van afstand die je zeker in het eerste jaar nog hebt. Maar uiteindelijk hebben ze mij enorm goed gesteund, vooral de coach van mijn PGO-groepje. Aan haar heb ik het wel meteen verteld. En zo wisten de andere docenten het ook.” Edith: “De leerkrachten uit mijn middelbare school reageerden ook verrast. Ze zeiden dat ze al vaak in contact waren gekomen met abortussen, maar nog nooit met mensen die de zwangerschap dan ook hebben doorgezet.” Hebben jullie voor de keuze gestaan

om de baby al dan niet te houden? Vanessa: “Neen, voor mij is die keuze er niet geweest. Geschrokken was ik natuurlijk wel, maar het is nooit een optie geweest om abortus te plegen. Ik was tenslotte ook al 24, dat maakte het misschien toch wel iets makkelijker. Het leuke was ook dat ik samen met mijn zus zwanger was. Onze bevallingen waren met twee weken verschil uitgerekend.” Edith: “Ook bij mij was de keuze zeer snel gemaakt, ik ben niet te vinden voor abortus. Al moet ik ook wel zeggen dat de dienst SJERP van de VUB (zie kader blz. 23) me erg vooruitgeholpen heeft.” Wat was het moeilijkste, de zwangerschap of het moederschap? Edith: “Mijn zwangerschappen heb ik vooral ervaren als fysiek zeer vermoeiend. Vaak was ik gewoonweg volledig uitgeput. Maar het moederschap eist ook wel veel tijd en werk op. Naast je lessen en stage heb je ook nog eens je huishouden te doen. Nadat je je kindjes in bed hebt gelegd, zou je ook nog eens achter je boeken moeten zitten. Daar heb ik eerlijk gezegd niet altijd de moed voor.” Vanessa: “De jaren nadien waren het


zwaarst. Want over mijn zwangerschap kan ik niet klagen, zeker niet voor een tweeling. Vooral de eerste maand als mama was echt een hel. Ik ga dat niet romantiseren. Mijn dochter had een heel ander ritme dan mijn zoontje, Matthias. Hij sliep de nachten goed door, toch van twaalf tot zes, wat al heel flink was. Maar mijn dochter, Nena, had een heel verstoord ritme. Overdag sliep ze als een roos, en ‘s nachts werd ze dan wakker. Neem daar nog eens bij dat Matthias een sociale bleiter was. Als hij zijn zusje hoorde wenen, begon hij ook te wenen. En zelfs nog harder als het even kon (lacht). Op dat moment was dat echt wel héél vermoeiend!” Vanessa, jij was toen hoofdredacteur van Het Communiqué. Viel dat te combineren met die twee peuters? Vanessa: “Die periode was extra zwaar omdat mijn kinderen op dat moment in hun ‘neen’- periode waren. Ik moest bij wijze van spreken ogen op mijn rug hebben. Gelukkig kon ik mijn kinderen altijd wel even kwijt bij mijn ouders of de onthaalmoeder om even op adem te komen.” Hebben jullie soms last van een schuldgevoel, omdat er minder tijd voor de kinderen overblijft? Vanessa: “Vooral het eerste jaar. Toen ging ik ook weer wat meer avondles geven. Tot ze 6 à 7 maanden waren, ging ik naar de belangrijkste lessen en naar de projecten ging ik ook altijd. Maar naar sommige lessen ging ik niet om bij mijn kinderen te zijn, al maakte ik daar geen gewoonte van.

ook wel wat last van dat ‘schuldgevoel’. Mijn stage eist echt veel van mijn tijd op. Nu moet ik ook iemand anders vragen om mijn kinderen naar school en naar de crèche (van de VUB, zie blz. 22) te brengen.” geen tijd voor romantiek Hoe reageerden jullie partners? Vanessa: “Die was niet echt verrast. Hij had al zo’n vermoeden dat ik misschien zwanger kon zijn, omdat ik in die periode zo moe was. Maar ik geloofde dat niet echt, of ik wou dat niet geloven. Hij was uiteindelijk heel blij, maar wel geschrokken dat het een tweeling was.” Edith: “Mijn vriend was eigenlijk heel blij met het nieuws. Hij is ook al wat ouder dan ik, dus voor hem was dit gewoon een logische stap verder.” Was er nog tijd voor jullie relatie? Edith: “Echt heel veel tijd voor elkaar hebben we niet, neen. We proberen dan ook in het weekend wat tijd voor ons twee apart te houden.” Vanessa: “Het eerste jaar mag je je leven echt vergeten. Mijn gynaecologe had me daar ook voor gewaarschuwd. Alles staat in het teken van de tweeling. Als ik nu terugkijk, vraag ik me af hoe ik het allemaal heb klaargespeeld. Omdat ik in eerste zittijd geslaagd was, kon ik dan wel mijn drie maanden ‘zwangerschapsverlof’ nemen. Maar die wogen misschien nog het zwaarst op onze relatie. Ik was toen zó leeggezogen van vermoeidheid, ik leefde van papje naar papje. Het was ook allemaal zo nieuw, we hadden alle twee tijd nodig om in onze nieuwe rol als mama

Het eerste jaar mag je je leven echt vergeten. Alles staat in het teken van de kinderen

Maar het was niet altijd even gemakkelijk. Zo moest ik eens naar een vergadering van Het Communiqué, maar ik kon mijn kinderen nergens kwijt want mijn ouders waren op vakantie en de onthaalmoeder was ziek. Dan heb ik beroep gedaan op een vriendin die nog geen ‘tweelingervaring’ had. Tijdens de vergadering kreeg ik opeens telefoon van haar. Matthias had van een flesje Zwitsal gedronken! Ik ben toen met 150 km per uur naar huis gereden en met hem naar spoed gegaan. Gelukkig heeft hij er niets aan overgehouden, maar toen had ik echt wel het gevoel dat ik tekort schoot als mama.” Edith: “Momenteel heb ik inderdaad

en papa te komen. Het enige wat we op een bepaald moment nog samen deden, was voor de kinderen zorgen. Niet bepaald romantisch hé (lacht)!” En hoe zat het met het financiële plaatje? Vanessa: “Dat was ook één van de items waar we grondig hebben over gesproken, toen ik de beslissing moest nemen of ik ging verder studeren. Mijn vriend wou niet dat geld een rol speelde bij de beslissing om mijn studies te beëindigen. De eerste jaren waren erg moeilijk om rond te komen. Ik deed wel wat avondwerk Lees verder blz. 22

voormalig ehb-student arys krijgt erkenning voor journalistiek talent

Foto: Patrick Pelgrims

Nick Arys, net afgestudeerd aan de Erasmushogeschool Brussel in de opleiding Journalistiek, is één van de vijf genomineerden voor de Vlaamse Scriptieprijs. Laureaat werd uiteindelijk Jan Boesman van de Lessius Hogeschool met het eindwerk “RACE, waarom is wielrennen wit”. Maar ook het afstudeerproject ‘Geldkoeriers eisen erkenning’ van EhB’er Arys werd door juryvoorzitster en directeur Weekend Knack Tessa Vermeiren omstandig geprezen om zijn professionele opbouw en actualiteitswaarde. Nick wandelde de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde buiten met een oorkonde, tien exemplaren van zijn AP in boekvorm en een cheque van 250 euro. Nick Arys maakte een Knack-dossier over geldkoeriers en de wens dat hun job erkend wordt als een risicoberoep. Hij kwam op dit idee door een aantal berichten in de krant over overvallen op geldkoeriers. Omdat hij niet veel wist over de problematiek en het menselijk verhaal erachter, besloot hij om het thema tot op de bodem uit te spitten. Vooral de getuigenissen vindt hij één van de sterke punten. “Deze mensen weigerden hun verhaal te vertellen aan Koppen en Het Laatste Nieuws, maar voor mijn scriptiewerk wilden ze een uitzondering maken”, aldus Arys. De Scriptieprijs werd vijf jaar geleden in het leven geroepen zodat toch minstens enkele van de honderden afstudeerprojecten, waar studenten ieder jaar weer hard aan werken, niet onopgemerkt in een stoffig archief verdwijnen. Het was op aanraden van Patrick Pelgrims, opleidingshoofd Journalistiek van de Erasmushogeschool Brussel, dat Arys zijn eindwerk opstuurde. “Ik zou dat nooit uit eigen wil hebben gedaan, ondanks dat ik bij mijn beoordeling een 17 op 20 kreeg. Wat natuurlijk niet slecht is.” Voor Nick was het dan ook een verrassing toen het Fonds Pascal Decroos hem opbelde om te melden dat hij bij de vijf finalisten zat. De nominatie voor de

Vlaamse Scriptieprijs leverde Nick al wat media-aandacht op. “Dezelfde dag toen ik te horen kreeg dat ik bij de laatste vijf was, belde Radio 2 me al voor een interview. Daags nadien hingen Ring-tv, Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws aan de lijn. Al die aandacht is enorm leuk, en de lessen mediatraining van de heer Mampaey komen op zulke momenten goed van pas.” Uiteindelijk kon Nick zich best verzoenen met de bekroning van het AP ‘Waarom is wielrennen wit’. Vooral nadat hij te horen kreeg dat jurylid en De Morgen-hoofdredacteur Yves Desmedt zijn AP op nummer één plaatste uit 102 inzendingen van alle Vlaamse hogescholen en universiteiten. Bovendien haalde Nick als enige bachelor in een select gezelschap van universitairen de finale. Professioneel gaat het hem intussen ook voor de wind, want door vorig jaar stage bij Het Laatste Nieuws te lopen kreeg hij er ook meteen een baan aangeboden. Nick is er momenteel eindredacteur voor de regionale sportpagina’s. “Beter kon ik het niet treffen, want sport is echt mijn ding.” Meer info over de Vlaamse Scriptieprijs en het AP van Nick Arys op www. scriptieprijs.be. Aurelia Claes Leen Ryckebosch

Het Communiqué

21


moeders op de schoolbanken Vervolg van blz. 21 en vertaalwerk, maar daar word je ook niet steenrijk van. We hebben ook veel dokterskosten gehad voor Nena. Maar het is ons uiteindelijk allemaal gelukt, al hebben we er vaak voor moeten cijferen. Nu zijn alle dokterskosten van de baan, en volgend jaar ga ik fulltime werken.” Edith: “Nee, simpel kan je het niet noemen. Komt daar nog eens bij dat de huurprijzen in Brussel heel erg hoog liggen. Kindergeld krijg je dan wel, maar ik moet zeggen dat ik op het einde van de maand vaak maar nét toekom. Ik kijk best al wel uit naar de dag dat ik kan gaan solliciteren. Hopelijk gaat dat dan een beetje vlot, zodat ik volop aan een ander leven kan beginnen.” Hebben jullie misschien tips voor studenten die in dezelfde situatie zitten? Vanessa: “Doe het gewoon niet (lacht). Neen, dat klinkt te negatief. Ik denk dat het belangrijk is dat je steun krijgt. Dus voor je eraan begint, zorg ervoor dat je mensen hebt die klaar staan voor jou.” Edith: “Dit kan ik alleen maar beamen. Steun krijgen van anderen is een van de allerbelangrijkste dingen. Zelf heb ik daar toch ook wel nood aan gehad. Doordat al je tijd naar je zwangerschap en kinderen gaat, ontmoet je ook geen nieuwe mensen. Daarom zou ik willen aanraden dat

ven, zijn kinderen en studeren wel te combineren. Hoeveel van de kinderen in de kribbes zijn kinderen van studenten? Fiers: “In Elsene hebben wij een capaciteit van exact 63 kinderen. Ingeschreven hebben we er 100. Een vijfde hiervan zijn kinderen van studenten. In Jette is dat iets minder, maar een tiende van de 120 kinde-

We zien heel veel moedige mensen tussen die jonge ouders

je af en toe zorgt voor wat tijd voor jezelf, of dat je regelmatig mensen uitnodigt, al is het maar om samen wat met de kinderen bezig te zijn (lacht)!” Een tweede thuis Zwanger, kind, wat nu? Je toekomstperspectieven opbergen of er ondanks alles toch voor proberen te gaan? Niemand zal beweren dat de combinatie van studeren en kinderen geen problemen met zich meebrengt. Maar er zijn wel initiatieven die ervoor zorgen dat deze weg een beetje geëffend wordt. Zo beschikt onze associatiepartner, de VUB, over twee kinderdagverblijven, in Elsene en in Jette. Volgens Frieda Fiers, het diensthoofd van de kinderdagverblij-

22

Foto: Ellen Vanhove

Het Communiqué

ren.” “Maar het hangt er ook vanaf wat je verstaat onder de noemer ‘studenten’. Jullie zijn eerstegeneratiestudenten, mensen die hun eerste diploma halen op pakweg 22 jaar. Maar mensen die master-na-master doen, of doctoraatsstudies, dat zijn in wezen ook studenten, ook al zijn zij al wat ouder.” Hoe zit het dan met kinderen van eerstegeneratiestudenten? Fiers: “Dit komt niet zo frequent voor. Op dit moment, in 2006, hebben wij in onze kribbe in Jette maar één kindje dat écht van zo’n eerstegeneratiestudente is. Eentje maar, op honderd kinderen hé! Er is dan ook nog wel een kindje waarvan de ouders in hun

eerste licentie zitten, eigenlijk zijn zij dus ook nog aan hun eerste diploma bezig. In Elsene is het ongeveer hetzelfde verhaal. We hebben daar drie kinderen waarvan de ouders hun eerste diploma halen. Maar echt studenten van 19 jaar oud, die bijvoorbeeld in hun eerste jaar rechten of verpleegkunde zitten, dat is iets wat niet vaak voorkomt.” voorrang voor studenten Is de combinatie dan toch te zwaar? Geven veel studenten vroegtijdig de brui aan deze uitdaging? Fiers: “Eigenlijk hebben we daar echt geen negatieve ervaring mee. Het is per definitie niet zo dat de jongeren die een kindje krijgen op jonge leeftijd en studeren, niet slagen. Meestal lukt dat wel! En ik denk dat de kinderkribbe een motivatie is om het te doen lukken. We zien in die doelgroep dan ook echt heel veel moe-

dige mensen.” Hoe moeilijk is het om een plaatsje in de kribbe te reserveren? Fiers: “Studenten krijgen voorrang. Vooral omdat de situatie ook, hoe zal ik het zeggen, precair is. Het is eigenlijk een beleidsoptie om voorrang te geven aan studenten omdat zij een lager, of geen, inkomen hebben en toch wel bepaalde risico’s aangaan die ze niet altijd op voorhand evengoed hebben ingeschat.” Bestaat er dan ook zoiets als studentenkorting? Fiers: “Studentenkorting zou ik het niet noemen. Maar wij behoren, in tegenstelling tot de private opvang, tot de gesubsidieerde kinderopvang. Bij ons betalen ouders naargelang hun eigen inkomen. Dat wordt dan per dag berekend. De minimum ouderbijdrage situeert zich rond twee euro

waar kan je terecht? De VUB voorziet niet alleen een oplossing voor na de zwangerschap. Ook voor vragen en problemen over een prille of vermeende zwangerschap kan je bij hen terecht. Het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) heeft een apart centrum ‘SJERP-Dilemma’, voor hulp bij een ongeplande zwangerschap. Het is niet enkel een adviesbureau, je kan er ook een zwangerschapstest bekomen, of een gynaecolo-

gisch onderzoek. En indien je dan ook zwanger blijkt, begeleiden zij je doorheen de moeilijke keuze. Doorgaan met de zwangerschap of niet? CAW-Mozaïek - SJERP SJERP-VUB -Elsene Tel 02.629.23.45 SJERP-VUB-Jette Tel. 02.477.60.05


per dag. En als er een probleem zou zijn om die twee of drie euro te betalen, dan wordt er een speciaal dossier opgemaakt. Dan kan de opvang eventueel zelfs gratis gebeuren.” Jullie zijn zelfs open tot tien uur ’s avonds? Fiers: “Dat klopt, maar daar hoort een beetje uitleg bij. Het betreft hier een nieuwe situatie sinds dit jaar. Tot nu toe was kinderopvang in Vlaanderen beschikbaar tussen zeven uur ’s morgens en zes uur ’s avonds. Maar er is dan veel te doen geweest rond flexibelere opvang. Kind en Gezin heeft dan een paar projecten in het leven geroepen. Flexibele openingsuren is daar een van. Wij zijn daar mee ingestapt en hebben dan bijkomend personeel gekregen voor dit jaar. Nu zijn we dus ’s morgens open vanaf halfzeven en ’s avonds tot tien uur, zelfs tot half elf. Maar voor deze regeling dienen ouders wel eerst een aanvraag in te dienen. Want we hebben al gemerkt dat er voor deze dienst niet zo’n heel grote nood bestaat.” De laatste tijd wordt vaak gezegd: “Je moet al op zoek naar kinderopvang, nog voordat je zwanger bent.” Fiers: “Nu, ik kan wel begrijpen dat mensen dit zeggen. Maar uiteindelijk is dit verhaaltje onjuist. Je kan je gewoonweg niet inschrijven als je nog niet zwanger bent. Want we hebben de gegevens van je zwangerschap nodig wanneer je je inschrijft. Als je een paar weken zwanger bent, kan je best zo snel mogelijk contact opnemen met de verschillende plaatsen waar je terecht zou willen. Er is wel een tekort aan opvangplaatsen. We weten nu al dat we in september 2007 geen opvang kunnen verlenen aan de kinderen van vijftien dokters en verplegers. We zitten nu al boven ons inschrijvingsaantal.” Denkt u dat er een verklaring is waarom studenten misschien niet de stap naar deze kinderopvang zetten? Fiers: “Ja, ik denk dat het er op aankomt dat studenten het zelf écht moeten willen. Mensen die werken zijn ervan overtuigd dat ze kunnen werken en terwijl hun kindje naar de opvang kunnen brengen. Studenten zijn daar niet altijd van overtuigd. Zij denken vaak: ‘Dat kind is van mij. Ik heb ervoor gekozen, dus ik moet het nu ook maar alleen kunnen oplossen’, maar ik zou toch nog eens willen benadrukken dat dit zeker niet nodig is!” Leen Ryckebosch Ellen Vanhove

vanwaar komt dat ge-luit?

’Onbekend is onbemind’ moet Sting gedacht hebben toen hij op zijn nieuwste album de basgitaar inruilde voor een luit. Wij zochten en vonden enkele mensen die zijn passie voor dit nietalledaagse instrument delen. Floris De Rijcker verliet de rockwereld om de luit te bespelen in een jazzorkest. Dirk De Hertogh (zie foto) is één van de weinige luitbouwers in België. Een monnikenwerk voorwaar! Hoe kom je erbij luitist te worden? Dirk: “Ik begon als gitarist, maar voelde steeds een sterke band met de renaissance en de barok, de bloeiperiode van de luit. Mijn toenmalige gitaarleraar dacht er hetzelfde over

zo’n instrument moet maken en ook de microbe kreeg ik al snel te pakken. De eerste luiten bouw je met vallen en opstaan, het is een fragiel instrument. Wanneer je je eerste luit kan afwerken is de voldoening na-

Foto: Thomas Verkest

en stimuleerde mij om de oude muziek op historische instrumententen te spelen.” Floris: “Zo’n zes jaar geleden kreeg ik een luit in mijn handen en sindsdien ben ik eraan verknocht. Ik speelde vroeger elektrische gitaar in een rockgroep en dit valt eigenlijk wat te vergelijken met het bespelen van de luit. Net zoals bij elektrische gitaar is er een grote vrijheid en dat heb je minder bij klassieke gitaar. Daar moet je strikt de partituren volgen terwijl je bij de luit toch meer kan improviseren.” Probeer je toch een modernere touch aan de luit te geven? Floris: “Ik probeer vooral niet vast te houden aan de standaarden. Veel luitisten blijven samenspelen met blokfluiten en gamba’s. Ik zit in een jazzgroepje en daar speel ik samen met een contrabas en Perzische percussie. Zo probeer ik de luit in een andere context te plaatsen.” Jij besloot zelfs nog een stapje verder te gaan, Dirk? Dirk: “Via een vriend leerde ik hoe je

tuurlijk groot. Je moet rekenen dat je ongeveer 250 uur nodig hebt om een renaissanceluit te maken, voor een barokluit kom je al snel aan 400 uur. De handgemaakte roos in het bovenblad alleen al kost me veertig uur. Een luit bouwen is dus echt een kunstambacht.” Floris: “Ik heb veel respect voor wat Dirk doet. Zelf zou ik het niet kunnen. Ik heb er het geduld niet voor. Ik ben ook niet zo’n wiskundige knobbel als Dirk, en dat is wel nodig om

alle verhoudingen te kennen.” Een luit bouwen is dus hard labeur, maar is er wel vraag naar? Dirk: “In België zijn er slechts een viertal luitbouwers en zo’n zeventigtal luitisten. Als je weet dat elke periode in de geschiedenis een ander type luit vraagt om de werken optimaal te benaderen, dan heb je als speler al gauw een vijftal instrumenten nodig. Daardoor is er een grote wachtlijst. Door de lange productietijd heb je als luitbouwer geen tijd om een voorraad aan te leggen. Zo herken je ook meteen een kwalitatief mindere luitbouwer. Als hij meteen een afgewerkte luit kan aanbieden, mag je je vragen beginnen te stellen.” Nu staat de luit in de spotlights via Sting. Ben je hem daar dankbaar voor? Dirk: “Veel fanatieke luitisten hebben het niet zo op Sting begrepen. Hij gebruikt een verkeerde luit, die niet bij de periode past waaruit zijn liedjes dateren. Niettemin vind ik het fantastisch wat hij doet. Hij probeert niet zomaar op te vallen, maar interpreteert de muziek op zijn manier. En om eerlijk te zijn, ik vind zijn ruwe stemgeluid er best wel bij passen.” Floris: “Voor de cd in de rekken lag, was ik er al heel positief over. Ik ben zelf geen grote Stingfan, maar ik kan wel waarderen wat hij daarop doet. Hij speelt niet zoals wij het op het conservatorium aanleren en zijn luit is wat groter om het showaspect aan te dikken, maar de gedachte erachter zit wel goed. Mijn eigen ambities reiken niet zo ver. Als ik kleine projecten kan doen met leuke mensen ben ik al tevreden. Hoewel ik een samenwerking met Rage Against The Machine en vooral gitarist Tom Morello wel zie zitten, maar die kans is vrij klein (lacht).” Steven De Loof Britt Van Wouwe

wist je dat... … een luit in de middeleeuwen zo’n 65 florijnen kostte, terwijl een paard er toen ‘slechts’ 15 waard was? … luitisten al van in den beginne gebruik maken van tabulaturen, zoals wij die nu kennen van de moderne gitaartabs, en niet van het gewone notenschrift? … de Moren de luit introduceerden op hun veroveringstochten door ZuidEuropa? … er over de hele wereld slechts 400 luiten de tand des tijds doorstaan hebben? … in het bovenblad van de luit zo’n 300 jaarringen zichtbaar zijn? Meestal is de boom zelfs nog ouder. Dit betekent dat de luiten die vandaag gemaakt worden, gesneden worden uit bomen die in de Renaissance, de hoogtijd van de luit, groeiden.

Het Communiqué

23


Periodiek van het departement communicatie van de Erasmushogeschool Brussel


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.