Jg19nr1 april 16

Page 1

U

Š Lilith Geeraerts

Multimediaal magazine van de Professionele Bachelor Journalistiek - Erasmushogeschool Brussel

WWW.ERASMIX.BE

magazine JAARGANG 19, NR 1 APRIL 2016

Europe we love you Europe we hate you Europe we tried to translate you


INHOUD

REDACTIONEEL

03

‘Ik heb zelf nooit in het spreidingsplan geloofd’

06

Vergeten vluchtelingenkamp schreeuwt om hulp

07

De Brexit: het begin van het einde van de EU?

10

Hoe groen is Europa nog als er geld mee gemoeid is?

12

Een Nederlands ‘Nee’ is een probleem voor heel Europa

15

‘De migratiecrisis is een journalistieke zegen’

17

TTIP: geldezel of paard van Troje

19

Geeft TTIP-akkoord Europa sleutel Amerikaanse wateren?

21

Kan Brexit Premier League buitenspel zetten?

23

Dromen over 5G in de EU

25

Kern-Europa: weg vooruit of eindpunt

‘Putain putain c`est vachement bien. Nous sommes quand même tous des Européens. ‘Arno  ’s lied raasde door de boxen van mijn computer op de vooravond van onze Europa-onderdompeling. De duik die drie weken lang zou duren voor we weer naar adem konden happen. Wij zijn allemaal Europeanen roept hij, al moet ik toch bekennen dat ik me niet echt een gele ster uit de Europese cirkel voel, sorry Arno. En als hij zingt ‘c’est vachement bien’, moet ik hem toch ook even tegenspreken. Want het gaat helemaal niet goed met Europa! Europa davert! Het wankelt en loopt volgens sommigen op zijn laatste benen. Grexit, Brexit, Nexit, Tsjexit en wie weet binnenkort een wat-nog-allemaalexit. Landen willen de sterrencirkel verlaten en toch willen steeds meer mensen diezelfde cirkel binnen. Open een krant en je merkt dat Europa op dit moment hotter dan hot is, al is de Europese Unie nog steeds niet sexy. Daarom komt dit Eurasmix-magazine op het juiste moment. Hoe moet het verder? Hoe lang houdt de

27

Most wanted -1 in the EU

ERASMIX.BE

ERASMIX magazine

2

Lore Renson Hoofdredactrice

COLOFON Hoofdredactie Lore Renson Kernredactie Nadine Claes Killyan Dauvillé Jolijn D’Huys Ann Janssen Marie Rutsaert Saranja Vanoverschelde Hannah Wijns Redactieleden Cato Beljaars Ruby Bernabeu-Plous Alica Buys Ginger Commerman Pieter De Clerck

Multimediaal magazine: lees, luister, bekijk en beleef op

EU het nog vol? Is er plaats voor een nieuw Europa? Een aanvulling met andere landen? Of net met minder landen, een kern-Europa? Wat met de Schengenzone, die nu met de vluchtelingencrisis onder vuur ligt? Al deze onderwerpen komen aan bod in dit magazine. Want ook Eurasmix kent geen grenzen. Nederland was niet veilig voor onze scherpe pennen en cameralenzen. Met 33 redacteurs maakten we Amsterdam onveilig op zoek naar straffe verhalen. Europa davert en wij daverden mee. Boeiende en denderende tijden voor ons, beginnende journalisten. Hoewel we niet weten of de EU binnen dit en twee jaar nog zal bestaan, zijn wij er alvast nog niet over uitgeschreven. Dus Arno, ‘Nous sommes quand même tous des Européens’, inderdaad, maar voor hoelang nog? Of zoals Kris Van Haver, EU-journaliste bij De Tijd, het verder in dit magazine verwoordt: ‘Europa is uiteen aan het vallen, maar dat is journalistiek wel superinteressant.’ Veel leesplezier

Bert De Kock Louisa li De Vos Caro Dralants Tina Elias Coralie Gilissen Ineke Junius Thibault Kestens Michaël Michiels Maarten Pottie Elisabeth Pyck Sean Raab Mario Simonelli Wout Stroobants Kim Thys Valerie Van Hoof Brenda Van Maelsacke

Lennert Vannooten Björn Verhasselt Jaap Vreeke Sarah Zouini Begeleidingsteam Zitta Breemersch Jo Buelens Karin Coremans Guy Delforge André Lapeere Dirk Mampaey Peter Mast Stefan Moens Patrick Pelgrims Steve Thielemans Linda Van Ginckel

Tijdens het filmen van een Eurasmix-tv-reportage zijn drie student-journalisten van dit multimediale magazine zwaar geïntimideerd in het Franse Steenvoorde, net over de Frans-Belgische grens, waar verschillende kleine vluchtelingenkampen ontstonden in de schaduw van Duinkerke. Een grote Soedanese vluchteling kwam op onze tv-ploeg af, klemde de camera tussen zijn handen en rukte hem los. Tien andere vluchtelingen kwamen er rond staan, keken toe en lieten begaan. Verslag en geluidsfragmenten van de intimidatie op http://erasmix.be/content/brusselse-studenten-journalistiek-bedreigd-door-soedanese-vluchteling-steenvoorde . Uiteindelijk moesten de journalisten onder bedreiging van het vernielen van de camera de beelden wissen. Onze studenten waren diep onder de indruk van de omstandigheden waarin deze vluchtelingen leven en waarin zoveel vrijwilligers bewonderenswaardig werk leveren. Toch meent de opleiding Journalistiek van de Brusselse Erasmushogeschool dat het fysiek bedreigen van journalisten en het vernietigen van journalistiek materiaal niet gerechtvaardigd kan worden. Patrick Pelgrims, Opleidingshoofd EhB BA Journalistiek


Een krans van sterren deinend op de blauwe zee samen voor altijd Voormalig EU-president Herman Van Rompuy Sint-Genesius-Rode, 3 maart 2016

© Hannah Wijns

‘IK HEB ZELF NOOIT IN HET SPREIDINGSPLAN GELOOFD’ Als allereerste ‘President van Europa’ mocht Herman Van Rompuy de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst nemen. Vier jaar later blikt hij met Eurasmix terug op zijn twee ambtstermijnen als voorzitter van de Europese Raad en uit hij zijn diepe bezorgdheid over de huidige problemen binnen de Europese Unie. ‘Ik onderschat zeker de omvang van de vluchtelingencrisis niet. Terwijl wij hier praten zijn er een aantal vluchtelingen aan het verdrinken, hé.’ Killyan Dauvillé, Björn Verhasselt en Hannah Wijns

P

resident Emeritus Herman Van Rompuy ontvangt ons bij hem thuis in Sint-Genesius-Rode. We geven hem als bedankje ‘Het Ei van Van Rompuy’ in chocolade, iets waar hij smakelijk om moet lachen. In zijn woonkamer haalt hij meteen goede herinneringen boven aan zijn ambtstermijn. All is well that ends well. Ik heb samen met de Europese Raad twee en een half jaar hard gewerkt om de eurozone te redden en stabiel te krijgen. Dat is ons ook gelukt. Mijn presidentschap was soms fysiek zwaar en stressvol, maar ik verliet mijn functie met een gevoel van tevredenheid, fierheid en voldoening. Ik heb de kans gekregen om in 2012 de Nobelprijs voor de Vrede te ontvangen namens de Europese Unie en in 2014 de Karel de GrotePrijs. Je kan niet mooier weggaan vind ik dan de manier waarop ik het heb mogen doen. Vindt u dat u geluk heeft gehad dat uw ambtstermijn is afgelopen net voor de vluchtelingencrisis en het terrorisme in Europa of kriebelt het om zelf de huidige problemen aan te pakken? In het leven moet je bladzijden leren omdraaien. Ik krijg gewoon niet genoeg inlichtingen om een exact beeld te kunnen schetsen van de huidige situatie. De personen die nu die verantwoorde-

lijkheid hebben, moet je steunen. Ik denk dat ze alle steun op dit ogenblik nodig hebben. Toen ik werd aangesteld als voorzitter van de Europese Raad verwachtte ik eigenlijk een veel gemakkelijker parcours dan ik in werkelijkheid heb gereden. Mevrouw Merkel zei me nog: ‘De Europese Raad heeft vier vergaderingen per jaar, wat ga jij doen tussen twee vergaderingen in?’ Maar dan moesten we plots de Griekse crisis en de crisis van de eurozone oplossen. Ik onderschat zeker de omvang van de huidige vluchtelingencrisis niet. Ik denk zelfs dat politiek en maatschappelijk gesproken deze crisis de mensen nog dieper raakt dan de crisis van de eurozone. Terwijl wij hier praten zijn er een aantal vluchtelingen aan het verdrinken, het is een echt drama. Hier vreest men dat onze way of life onder druk komt te staan. Sommigen zijn zelfs bang dat de islam het hier later volledig zal overnemen. Het is een probleem dat rechtstreeks naar de harten en gedachten van het volk gaat. U zat tijdens uw mandaat midden in de Griekse crisis. Had u ooit kunnen denken dat die zo uit de hand zou lopen? Ten eerste hadden we nooit verwacht dat zoiets kon gebeuren, een land dat failliet gaat. Ten tweede hadden we gehoopt dat we

ERASMIX magazine

3


de crisis veel vlugger onder controle zouden krijgen. We wilden een snellere economische groei bereiken door de onzekerheid en instabiliteit van de markten weg te werken. We hadden nooit gedacht dat die crisis van begin 2010 tot eind 2012 zou duren. Later zal men nooit terugdenken aan het hobbelige parcours maar aan de oplossing, al had dat parcours wellicht korter en minder ingrijpend gekund. Heeft u spijt van dingen die gebeurd zijn tijdens uw ambtstermijn? Op het einde van mijn termijn zette de Italiaanse premier Renzi de operatie Mare Nostrum stop. Door die operatie werden tot dan honderdduizenden vluchtelingen gered op zee. Renzi verklaarde dat de kosten te hoog waren voor Italië, ze konden het niet langer alleen redden en deden een beroep op andere Europese landen. De Italiaanse marine zat plots maar op een derde van de capaciteit die ze voordien had, maar de Europese landen schoten niet te hulp. Tot die ene boot zonk waarop 700 mensen zaten. Plots schrok iedereen wakker. Er kwamen speciale Europese Raden en er werden boten en personeel gestuurd. Kortom, het kon niet op. Ik stel mij dan de vraag of ik de EU-landen voldoende overtuigd heb om hulp te bieden. Al wist ik dat ze dat niet gingen doen, want ze hadden dat in het verleden ook niet gedaan. Over dat moment stel ik mezelf nog altijd gewetensvragen. U bent voorzitter bij het European Policy Center. Is het uw ambitie om op Europees vlak actief te blijven? Het EPC is een denktank, we reflecteren over de Europese actualiteit en over de toekomst. Het is geen politiek orgaan. Eigenlijk dien ik als uithangbord voor zulke organisaties. Ik ben al een tijdje niet meer actief op Europees vlak, ik draag geen verantwoordelijkheid meer en dat is een groot verschil. Wat vindt u van uw opvolger, Donald Tusk? Doet hij zijn job goed? Iemand die je zelf gekozen hebt, daar moet je achter staan. En ik sta nog altijd achter hem. Hij heeft onder andere in de Brexit-discussie bewezen dat hij volledig in zijn functie zit. Het was een moeilijke deal met de Britten en de inzet was ook belangrijk. Andere lidstaten waren niet zo blij met het akkoord, maar toch is het voor 95 procent overgenomen. Ik denk dus niet enkel dat hij de taak aankan, maar ook dat hij het goed doet. Ik weet wel dat de vluchtelingencrisis nog niet onder controle is, maar dat is dan ook niet de verantwoordelijkheid van de voorzitter van de Europese Raad. Hij kan ervoor pleiten dat er een compromis komt, maar als men echt geen akkoord wil, dan kan hij dat ook niet forceren. Tusk doet echt grote inspanningen, maar ze heb-

ERASMIX magazine

4

ben nog niet geleid tot een eensgezinde Europese strategie. Ik hoop dat de volgende Europese Raad wel tot een doorbraak leidt. Vraagt Tusk u soms nog om raad? Nee en dat is ook normaal. Nooit heb ik in mijn functies om raad gevraagd aan mijn voorgangers. Als je in de functie zit, dan moet je gewoon vooruit. Als je raad wil, vraag dat dan aan mensen met wie je dagelijks moet werken. Ik wil niet de indruk wekken dat ik er nog een beetje bij hoor als ze toch niet naar me zouden luisteren. Dat wil ik mezelf besparen. Ik heb een mentaliteit van bladzijden om te slaan en verder te gaan met mijn leven. U zegt in uw boek ‘Europa in de storm’ dat we door grenzen te sluiten de illusie zouden krijgen dat we de klok kunnen terugdraaien. Denkt u dan dat een herinvoering van de landsgrenzen en een aanpassing van het Schengenverdrag uit den boze is? Weet je hoeveel grensovergangen er zijn tussen Frankrijk en België? Ik las onlangs dat het er ongeveer 1.500 zijn. Probeer al deze grenzen maar eens te sluiten. Het is niet omdat er een douanekantoortje staat dat de grens gesloten is. Beeld je eens in dat we moeten controleren langs de Franse, Nederlandse, Duitse en Luxemburgse grens, dat is onmogelijk. We gaan dan terug naar de tijd van de smokkelbroeken waarin je bolletjes kaas verstopte. Terug van nul beginnen, naar de situatie van voor 1985, kan je technisch niet meer doen. Wat wel kan werken, is betere controle aan grensposten waar men denkt dat illegalen de grens gaan oversteken. We moeten ons volgens mij meer focussen op de kwetsbare plekken van de Europese Unie zoals de Griekse eilanden en Lampedusa. De buitengrenzen zouden bewaakt moeten worden op een praktische, maar menselijke manier. Maar we hebben een groot probleem: in Turkse wateren mogen we niet komen en eenmaal in Griekse wateren kunnen we vluchtelingen niet meer terugsturen. We moeten daarom ter plaatse de mensensmokkelaars aanpakken, zodat men die risicovolle reizen niet meer maakt. In Izmir zijn er trouwens winkeltjes met reddingsvesten en bootjes, je gaat me niet zeggen dat we daar niet makkelijker controle op kunnen uitoefenen. Tot nu werden nog niet veel vluchtelingen verspreid over de EU-landen. Wat vindt u van het spreidingsplan? Ik heb daar zelf nooit in geloofd. Ik denk dat er tot nu slechts 250 mensen zijn verspreid. Die mensen worden uit Griekenland of Italië gehaald en dan naar een ander land gestuurd, ook al is dat soms tegen hun zin. Ik denk dat een ander voorstel haalbaarder is: de Turken bewaken de buitengrens en laten gecontroleerd een aantal

Ik vind dat Merkel als enige Europese leider over de vluchtelingen spreekt als levende wezens.”

© Hannah Wijns

Als er geen politieke wil is om samen naar oplossingen te zoeken, dan komen we nooit vooruit.”


vluchtelingen door. De bereidwillige EU-landen kunnen dan zeggen hoeveel vluchtelingen ze willen opvangen. Denkt u dat er EU-landen zijn die dat willen doen? Duitsland wil dat, België en andere landen volgens mij ook. Die landen weten dat als ze dat niet doen, de kans bestaat dat ze nog eens een miljoen mensen zullen moeten opvangen in de volgende jaren. Ze hebben liever dat het op een geordende manier gebeurt met lagere aantallen. Gelooft u in de ‘Wir schaffen das’-politiek van Merkel? Merkel bedoelde daarmee dat Duitsland in het verleden ook grote problemen heeft gehad, dus waarom zou het deze problemen niet aankunnen? Ik vind dat Merkel als enige Europese leider over de vluchtelingen spreekt als levende wezens. Ik heb dat ook in de Belgische politiek heel erg gemist. Als ik hoor dat men zegt dat het migratiebeleid een kwestie is van buitengrenzen bewaken en vluchtelingen terugsturen, dan vraag ik me af waar men mee bezig is. Merkel heeft een groot interview gegeven waarin ze bij haar standpunt van een menselijke aanpak blijft en dat maakte indruk want haar populariteit is met acht punten gestegen (een week na dit interview kreeg Merkels partij CDU bij deelstaatverkiezingen klappen van de anti-immigratiepartij Alternative für Deutschland, nvdr). Grenzen gaan dicht, Groot-Brittannië wil sociale zekerheid ontzeggen aan burgers uit andere EU-landen, vluchtelingen worden

doorgeschoven als een hete aardappel. Vreest u dat de solidariteit in de Europese Unie steeds verder zoek raakt? Ik maak me wel zorgen, het is dan ook de eerste keer dat we echt solidariteit moeten tonen. Hiervoor was Europa een win-winsituatie. Met de crisis in de eurozone hebben we een eerste test gehad. We moesten plots de Grieken, de Portugezen, de Ieren, de Cyprioten en de Spanjaarden gaan helpen. De publieke opinies waren sceptisch tegenover de Grieken. ‘Waarom moeten wij hen helpen en gaan de Grieken wel alles terugbetalen?’ hoorde je dan vaak. Als ik de reacties zie op de vluchtelingencrisis dan schrik ik wel. Slovakije heeft vijf miljoen inwoners, ze schrikken als ze horen dat ze een paar duizend moslimvluchtelingen moeten opvangen. Ze zijn bang dat die moslims de christelijke wortels van Slovakije zullen aantasten. Dan zitten die wortels daar niet diep volgens mij. Als men aan de Belg vraagt hoeveel moslims er zijn in ons land, dan schat hij dat 29 procent van de bevolking moslim is. In werkelijkheid is het amper 6 procent. We leven in angst en dat is dus het omgekeerde van solidariteit. Elk incident krijgt een buitenproportionele dimensie. Herinner u dat geval in het zwembad in Koksijde. Dat verhaal werd zo uitvergroot, terwijl er eigenlijk niets aan de hand bleek te zijn. We staan niet enkel voor een enorm solidariteitsprobleem binnen Europa, maar ook binnen elk van de lidstaten en dan wordt het een maatschappelijk probleem. Als er geen echte politieke wil is om samen naar oplossingen te zoeken, dan kunnen we nooit vooruitgang boeken.

© Hannah Wijns

L’ancien président du Conseil européen, Herman Van Rompuy jette un regard critique sur sa présidence et celle de son successeur, Donald Tusk. Il donne son avis sur la crise que subit l’Union européenne. Van Rompuy pense que le plan de distribution des réfugiés ne fonctionnera jamais. Il est convaincu qu’une politique de voisinage avec la Turquie pourrait arrêter le flux de réfugiés illégaux. Van Rompuy montre un grand respect pour l’idée d’Angela Merkel ‘Wir schaffen das’. Il affirme que l’UE doit montrer plus de solidarité.

Former President of the European Council, Herman Van Rompuy, reflects on his presidency and comments on his successor, Donald Tusk. He also gives his opinion about the recent events in the European Union. Van Rompuy thinks that the distribution plan for refugees will not work, instead he is convinced that a better Neighbourhood Policy with Turkey might help stop the refugee flow coming to Europe. Van Rompuy has great respect for Angela Merkel’s ‘wir schaffen das idea’. He states that the EU must show more solidarity.

ERASMIX magazine

5


VERGETEN VLUCHTELINGEN De jungles van Calais en Duinkerke halen voortdurend de media. Maar hoe zit het met de kleine opvangplaatsen? Want die ziet niemand. We zijn de eerste Vlaamse journalisten die een kijkje mogen nemen in de parochiezaal van Steenvoorde, opvangplaats voor een honderdtal vluchtelingen. Cato Beljaars

© Benoit De Freine

P

atrick en Sofie wandelen over het dorpsplein van het Franse Steenvoorde, een dorpje vlakbij de Belgische grens. Beiden zijn vrijwilliger bij de organisatie Bredene Met Een Hart voor Vluchtelingen. Hier zijn ze nog maar een paar keer geweest. Meestal concentreren ze zich op de grotere kampen, waar ze ongeveer één keer per week voedsel en warme kleren uitdelen. Recht tegenover de kerk staat het parochiehuis. Daar worden overdag zo’n honderd mensen opgevangen. Bijna allemaal komen ze uit Soedan, Ethiopië of Eritrea. In de achtertuin schept de gepensioneerde Anne-Marie Defrance eten op. Zij is de bezielster van de opvangplaats. De vluchtelingen hebben veel respect voor haar. ‘Merci, ma mère’, zegt een lange man op slippers nadat ze hem een bord met dampende rijst en tomatensaus heeft gegeven. De rij wordt steeds langer, maar er is voldoende eten voor iedereen. In het dorp is de gastvrije dame minder geliefd. Een paar extreemrechtse jongens hebben zelfs haar auto in brand gestoken. ‘AnneMarie kan op weinig sympathie en hulp rekenen van haar dorpsgenoten’, vertelt Patrick. ‘Alleen de pastoor komt af en toe eens langs om te helpen. Anderen draaien hun hoofd de andere kant op of dienen zelfs klacht in.’ De zestig jaar oude buurvrouw helpt Anne-Marie spullen naar binnen te dragen.

ERASMIX magazine

6

‘C‘est beau aujourd’hui, j’aime le soleil’, zingt ze vrolijk. De parochiezaal is aan de krappe kant. Veel mannen en een twintigtal vrouwen zitten opeengepakt te kletsen, spelen kaart of genieten van hun avondmaal. De Soedanezen kunnen ‘s nachts niet in de zaal slapen. Daar is geen vergunning voor. Daarom hebben ze tentjes opgesteld in een bos verderop. Alleen overdag mogen ze in de warme parochiezaal verblijven, zich wassen, douchen en hun telefoon opladen. Hoe komt het dat hier vooral Soedanezen zijn? Sofie: ‘Een paar Soedanezen hebben deze plek ontdekt. Daarna bellen ze elkaar op en vertellen ze dat hier opvang is. Zo gaat de bal aan het rollen. Mensen binnen dezelfde gemeenschap zoeken elkaar nu eenmaal op.’

Mensensmokkelaars

Aan de Belgische grens zijn er verscheidene kleine tentenkampen en opvanghuizen. Zo wonen er groepjes vluchtelingen in Tatinghem, Marck en Norrent-Fontes. Toch is de situatie in de minikampen niet altijd beter. Er is minder hulp en door onvoldoende controle hebben mensensmokkelaars er vaak meer impact. Sofie: ‘De meeste vluchtelingen werden over de grens geholpen. De mensensmokkelaars zorgen voor transport, onderdak, vervalste reisdocumenten, noem maar op. In ruil vragen ze geld, veel geld.’ Volgens

Sofie kunnen de meesten dat niet betalen. ‘Met het gevolg dat ze worden bedreigd. Veel van die kleine tentenkampen worden trouwens gerund door mensensmokkelaars. Vandaar dat het vrijwilligers vaak wordt afgeraden er naartoe te trekken.” De vluchtelingen in Steenvoorde hebben geen zin om te praten. Op de foto willen ze al helemaal niet. ‘Bij de asielzoekers doet het gerucht de ronde dat de Franse en Belgische overheden met een systeem van gezichtsherkenning werken’, licht Sofie toe. ‘Als ze gefotografeerd of gefilmd zijn, zouden ze in een systeem worden geregistreerd en kunnen ze in geen enkel land binnen de Europese Unie asiel aanvragen. Daarom zijn ze zo cameraschuw. Navraag leerde dat die geruchten niet kloppen. Maar leg dat maar eens uit.’ In de parochiezaal lijkt het nu gezellig, maar er zijn ook spanningen. ‘Je zou voor minder als je zo op elkaars lip leeft. Voorts is er veel armoede. Sommige vrouwen prostitueren zich. Geen makkelijke situatie.’ Sofie gaat met haar handen door het haar. ‘Europa moet dringend ingrijpen. In de kleine kampen heerst chaos. De organisatie is slecht en drijft op vrijwilligers.’ Patrick heeft zijn blauwe bestelwagen voor de deur geparkeerd. Een paar mannen helpen luizenshampoo, matrassen en schoenen binnendragen. Een doos Pampers wordt weer in de handen van Patrick geduwd. Kinderen zijn hier niet. Gelukkig.


© Coralie Gilissen

DE BREXIT: HET BEGIN VAN HET EINDE VAN DE EU? De Europese Unie staat onder druk. Een paar jaar geleden kondigde de Britse premier David Cameron een referendum aan over een Brexit en dat komt nu wel heel dichtbij. Op 23 juni beslissen de Britten of het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie stapt of niet. Dat referendum maakt dat andere lidstaten hun plaats in de EU ook in twijfel beginnen te trekken. Valt met de uittreding van Groot-Brittannië de eerste dominosteen of heeft de Unie nog een toekomst? Bert De Kock, Tina Elias en Coralie Gilissen Het lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk in de EU is lang geen probleem geweest. In 1973 trad het land toe tot de toenmalige Europese Gemeenschappen, waarbij het vooral ging om economische samenwerking met de andere leden. Pas toen verdere stappen werden gezet naar een echte Europese Unie begon het schoentje te wringen. Het Verenigd Koninkrijk moest bij de Verdragen van Maastricht (1993) en Amsterdam (2001) delen van zijn soevereiniteit opgeven. ‘En daar hadden ze niet voor getekend’, zegt David Criekemans, professor Buitenlands Beleid aan de Universiteit Antwerpen. ‘Mede door de politieke onderstroom en het feit dat het Verenigd Koninkrijk een eiland is, heeft het land altijd zoveel mogelijk bevoegdheden in eigen handen willen hebben.’ Die kerngedachte werd later versterkt bij de opkomst van de eurosceptische liberale partij UKIP (United Kingdom Independence Party). ‘De partij maakte van die gedachte haar stokpaardje’, zegt Criekemans. Toen de partij bij de parlementsverkiezingen van 2010 dicht bij een overwinning kwam, beloofde premier David Cameron een referendum wellicht om het stemmenverlies in te dijken. Die belofte maakte hij in 2013 concreet: ‘You will have your referendum in 2016.’ Vorig jaar wonnen de conservatieven, die helemaal niet zo eurokritisch zijn, de parlementsverkiezingen van UKIP met een ruimere marge dan vijf jaar voordien. ‘Gevaar Brexit van de baan’, luidde het de dag na de overwinning in alle kranten. ‘Maar daar ben ik niet zo zeker van’, zegt Criekemans. ‘Cameron deed in 2013 de belofte van een referendum en daar hebben de eurosceptici hem

aan gehouden. Op 23 juni gaan de Britten stemmen en niemand weet wat de uitkomst zal zijn.’ Als je puur naar de belangen kijkt van het Verenigd Koninkrijk, is zijn positie in de EU nog steeds een grote troef. ‘Momenteel heeft het land “the best of both worlds”’, legt Criekemans uit. ‘Ze kunnen meebeslissen en invloed uitoefenen op de besluitvorming van de Unie, terwijl ze tegelijkertijd een speciaal statuut genieten, waardoor ze hun nationale munt behouden en geen deel uitmaken van de Schengenzone.’

Gevolgen

Mochten de Britten toch beslissen uit de EU te stappen, dan zal dit heel wat gevolgen hebben. Zo’n 15 procent van de Europese economie zou verdwijnen in het geval van een Brexit. ‘Het Verenigd Koninkrijk is momenteel het financiële centrum van Europa. Een exit zou dus grote gevolgen hebben voor de Europese begroting en de financiële markt’, zegt Criekemans. Volgens hem zal de Duitste stad Frankfurt ongetwijfeld naar voren treden om het financiële leiderschap van Londen over te nemen wanneer het tot een Brexit zou komen. ‘Dan kan er opnieuw een kernEuropa komen met de belangrijkste spelers en kunnen andere landen op hun eigen tempo verder integreren. Maar dat is het scenario indien er geen andere lidstaten meer vertrekken. Als het Verenigd Koninkrijk erin slaagt om succesvol uit de EU te stappen zonder al te veel nadelen te ondervinden, kunnen andere landen volgen. En dan beginnen andere dominostenen te vallen, want waarom zouden die landen dan nog voor verdere Europese

ERASMIX magazine

7


De Europese Unie zoals ze nu is, is te snel gegroeid en te weinig verdiept.”

© Tina Elias

David Criekemans

integratie kiezen?’ zegt hij. Enkele lidstaten hebben zich die vraag al gesteld. Nederland was een van de eerste landen waar na de berichten over een mogelijke Brexit het idee van een Nexit werd geopperd. Bij een peiling in februari in opdracht van de eurokritische PVV (Partij Voor de Vrijheid) werd het duidelijk dat maar liefst 53 procent van de Nederlandse bevolking een referendum wil houden over een mogelijke uittreding. De PVV van Geert Wilders heeft alvast de voordelen van zo’n uittreding op een rijtje laten zetten door het Britse bureau Capital Economics. Zo zou Nederland zich niet meer aan de migratieregels hoeven te houden, kan het makkelijker handelen met landen buiten de Unie en bespaart het zeven miljard euro als het niet langer moet bijdragen aan de Europese begroting. De nadelen van een uittreding zouden slechts tijdelijk én overbrugbaar zijn. ‘De PVV vindt dat Nederland slechts een provincie is in de grote Europese Unie, waardoor het niet groeit als land maar juist kleiner wordt’, zegt Hans Vollaard, docent politieke wetenschappen aan de Universiteit Leiden. ‘Ook komen er steeds meer regeltjes vanuit Brussel bij, waardoor de PVV het op economisch vlak niet voordelig meer vindt om bij de EU te blijven. Die mening wordt dan overgenomen door de laaggeschoolden, die zich bedreigd voelen door de Oost-Europese vrachtwagenchauffeurs, waardoor je al snel aan 53 procent van de bevolking zit.’

Ontmanteling

© Universiteit Leiden

Hans Vollaard

© Forum voor Democratie

Thierry Baudet ERASMIX magazine

8

Ook de Nederlandse politicoloog Thierry Baudet gelooft niet meer in een Europese Unie. Hij stelt dat de EU enkel kan voortbestaan als het een echte federale staat wordt. ‘Dat zal echter nooit lukken, omdat de nationale verschillen van de lidstaten gewoon te groot zijn’, aldus Baudet. ‘Je kan geen monetaire unie hebben zonder een politieke unie. Ook op andere domeinen, zoals migratie of internationale handel, is een centraal beleid nodig.’ Dat zien we ook in de constante overdracht van bevoegdheden van de lidstaten naar de Europese Unie. ‘Er is geen ontkomen aan’, zegt Baudet. ‘De EU moet een federale staat worden, anders implodeert ze. Maar we hebben geen samenhorig Europees volk voor deze nieuwe staat, we begrijpen elkaar gewoonweg niet. Het enige realistische alternatief is de geordende ontmanteling van de EU. Of als andere landen niet mee willen: een Nexit.’ Het andere deel van de Nederlandse bevolking is wel nog pro-Europese Unie. Die Nederlanders vinden dat je als klein land zo’n samenwerking nodig hebt, niet enkel voor de handel maar ook op andere vlakken. ‘Soms kan je even knarsetanden als land, maar uiteindelijk moet je wel akkoord gaan, omdat het alternatief schrikwekkender is’, stelt professor Hans Vollaard. ‘Want als je eruit stapt, is het vanzelfsprekend dat de

Europese Unie geen rekening meer met je houdt, terwijl je wel nog steeds met de EU moet samenwerken voor handelsverdragen. Anders geformuleerd: dan verlies je juist macht. Het is vooral voortstrompelen, want er wordt overal geduwd en getrokken. Het ziet er niet fraai uit maar dat heeft het nooit gedaan. Dat is politiek.’

Tsjexit

Ook in Centraal-Europa broeit het idee om uit de Europese Unie te stappen. De Tsjechische premier Bohuslav Sobotka liet onlangs weten dat het debat rond een Tsjexit moeilijk te vermijden zal zijn als Groot-Brittannië de Europese Unie zou verlaten. Hij vreesde in zijn uitspraken voor de impact die een exit zou hebben op het land, vooral op vlak van economie en veiligheid. Zo zou Tsjechië volgens Sobotka terug in de communistische invloedssfeer van Rusland terecht kunnen komen wanneer het de EU verlaat. ‘Dat zou een absolute ontkenning betekenen van de evolutie sinds 1989’, zei hij. Toen kwam er namelijk een einde aan het communistische regime in het toenmalige Tsjechoslovakije. Volgens oudeurocommissaris en huidig Tsjechisch Europarlementslid Pavel Telicka ligt een Tsjexit echter niet op tafel. ‘Geloof niet zomaar een idiote uitspraak van de premier. Het is niet omdat hij zoiets verkondigt, dat dit zal gebeuren. Zijn uitspraken zijn bovendien verkeerd geïnterpreteerd’, zegt Telicka. ‘Premier Sobotka vertelde aan de media wat de gevolgen van een Tsjexit zouden kunnen zijn mócht het land de Europese Unie verlaten en niet dat Tsjechië dat effectief van plan is. Zijn uitspraken waren misschien wel goed bedoeld, maar ze waren erg ongelukkig, zeer naïef en slecht getimed. Noch ik, noch iemand rondom mij zal ooit voorstellen om de EU te verlaten.’ Toch sluit Telicka het idee niet volledig uit. ‘Ik vergelijk het graag met een huwelijk. De eerste maanden ben je zo verliefd dat je onmogelijk kan indenken dat je ooit zal scheiden’, vertelt hij. ‘Je zegt ‘Ja, in goede en in slechte tijden’. Maar hoeveel mensen gaan achteraf niet uit elkaar? Kan jij je voorstellen dat België ooit uit de EU zal stappen? Ik alvast niet, maar je kan niets uitsluiten.’ Telicka ziet de kans dat Tsjechië de EU verlaat even groot als die voor alle andere lidstaten, maar de stem van het Tsjechische volk klinkt anders. Volgens een peiling uitgevoerd door STEM Agency in 2015 zijn drie op de vijf Tsjechen tegen een EU-lidmaatschap en zouden ze bij een referendum voor een Tsjexit stemmen. Maar de uitkomst van die poll moeten we ook met een korrel zout nemen. ‘Hoewel Tsjechië altijd diepgeworteld was in de Europese gewoontes en de democratische tradities ver terug in de tijd gaan, hebben we na de tweede wereldoorlog veertig jaar onder communistisch bewind geleefd’, legt Telicka uit. ‘Dat heeft een erg groot litteken nagelaten. Hierdoor lijkt het soms alsof Tsjechië


eurosceptisch is, maar niets is minder waar.’ Telicka gelooft wel dat de huidige vluchtelingencrisis de publieke opinie beïnvloedt. ‘Vandaag zijn meer dan 150.000 migranten vermist, in die zin dat ze niet geregistreerd zijn en dus niet getraceerd kunnen worden. Veiligheid is in Tsjechië erg belangrijk. In ons land worden vluchtelingen eerst gescreend, wordt hun identiteit gecontroleerd en worden er vingerafdrukken genomen, terwijl dit in andere landen niet altijd de norm is’, zegt hij. ‘Het feit dat de EU niet in staat is om een uniforme visie te ontwikkelen voor de oncontroleerbare migratiecrisis maakt de mensen ongerust, ook de Tsjechen.’ Volgens de ex-eurocommissaris moet de focus niet liggen op een mogelijke exit. ‘Het echte probleem is dat de Europese Unie niet in staat is om problemen zoals de vluchtelingencrisis op te lossen. Dat is de belangrijkste kwestie. Regeringen in de lidstaten krijgen voortdurend andere samenstellingen, waardoor dat land meer of minder eurosceptisch wordt. Lidstaten verwijten elkaar dingen en focussen meer dan ooit op eigen nationale belangen. Dat is de essentie. Niet een of andere exit.’

Wat nu?

‘Als men het Europese integratieproject wil redden, moet men gaan werken met een kern-Europa’, stelt Criekemans. ‘De Unie zoals ze nu is, is te snel gegroeid en te weinig verdiept.’ Criekemans verwijst hiermee naar 2004, toen er opeens tien landen bij de Unie aansloten, wat een enorme weerslag had op de werking van het hele systeem. ‘We mogen gerust stellen dat de magie van de Europese Unie verdwenen is en alleen verdere integratie kan die terugbrengen. De vraag is of die integratie mogelijk is. Een Europa à la carte waarbij de landen enkel regels opnemen die ze zelf willen doorvoeren, is gevaarlijk. Als er geen duidelijke politieke visie wordt geformuleerd, zullen de Oost-Europese landen niet meer mee kunnen gaan in het verhaal’, vertelt hij. Daarom vindt Criekemans het belangrijk dat de originele kernlanden verder integreren naar een ever closer union. ‘Uiteindelijk zitten we in een ongekende fase in de geschiedenis waar veel verschillende scenario’s mogelijk zijn. Het is een window of opportunity en het hoeft daarom geen drama te zijn.’

© Coralie Gilissen

Pavel Telicka

De Brexit volgens Van Rompuy Voormalig voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy is zeer kritisch over het hele Brexit-verhaal. Volgens hem maakte Groot-Brittannië nooit écht deel uit van de Europese Unie. ‘Ik zeg vaak dat Groot-Brittannië lid is van de Europese Economische Gemeenschap (EEG), maar dat het eigenlijk mentaal nooit lid is geworden van de Europese Unie. Het is geen lid van de Schengenzone of de eurozone, enkel van de gemeenschappelijke markt. De Europese Unie is echter veel breder dan alleen economie.’ Lidstaten van de Europese Unie geven een groot deel van hun soevereiniteit op. Voor de Britten lag dit altijd al gevoelig en ze halen dit dan ook aan als een argument voor een Brexit. Van Rompuy is hierover niet te spreken. ‘Waar hebben ze het over? Echt afstand doen van soevereiniteit betekent je grenzen met je buurlanden niet meer controleren en je nationale munt opgeven. Zij hebben geen van beide gedaan, dus ik vraag me af hoeveel soevereiniteit zij eigenlijk hebben afgestaan. Dat is in mijn ogen weinig, zeker in vergelijking met de landen van de eurozone.’ Heeft de Europese Unie de Britten dan nog wel nodig? ‘Hoewel ze op vele vlakken al niet meespelen, blijft Groot-Brittannië een belangrijke rol hebben in de EU. Ik denk dat we de Britten nodig hebben, omdat ze een belangrijke economie zijn. Vijftien procent van de Europese economie komt van hen. Ze zijn ook een van de vijf landen die vetorecht hebben in de Veiligheidsraad van de VN. Historisch gezien blijft hun rol ook belangrijk. Groot-Brittannië nam deel aan onze oorlogen en daarom moet het volgens mij ook een deel zijn van het vredesproject dat de EU is’, zegt de voormalige president van Europa. ‘De Britten moeten het uiteindelijk zelf weten of ze uit de Unie willen. In de ogen van de wereld zou een Brexit een catastrofe zijn, het zou betekenen dat de club van de EU uit elkaar aan het vallen is. Al weten wij dat Groot-Brittannië nooit echt lid is geweest in het hart van Europa.’

Le 23 juin prochain, les habitants du Royaume-Uni pourront décider s’ils veulent ou non rester dans l’Union européenne. Aujourd’hui, un Brexit est plus que jamais probable ce qui pourrait mener les autres pays membres de l’UE à douter de leur propre adhésion. Que se passera-t-il quand un membre sort de l’UE et qu’il réussisse de son propre chef? Toutes nos sources sont unanimes: l’UE, dans son état actuel, ne peut pas continuer à fonctionner de la même façon comme dans la dernière décennie. Il est peut-être grand temps de faire des changements pour prévenir la désagrégation de l’EU.

On 23 June the inhabitants of the United Kingdom will decide whether they leave or stay in the European Union. Today, a Brexit is more possible than ever and it makes other EU-countries question their own membership. What if a EU-member state leaves and is successful on its own? All our sources state the same: the EU, as it is today, can not continue to operate in the same way it has been for the last decade. But maybe this will be Europe’s window of opportunity to make some serious alterations to save the EU from falling apart.

ERASMIX magazine

9


HOE GROEN IS EUROPA NOG ALS ER GELD MEE GEMOEID IS?

© Louiza Li De Vos

Bart Staes, Europees parlementslid voor Groen, is niet te spreken over het voorstel van de Europese Commissie om de licentie van de onkruidverdelger glyfosaat met vijftien jaar te verlengen. Het middel is het basisbestanddeel van diverse herbicides, waaronder Roundup, de meest verkochte onkruidverdelger ter wereld. Na een onderzoek van het International Agency for Research on Cancer (IARC) bleek glyfosaat mogelijk kankerverwekkend. Nochtans beweert de European Food Safety Authority (EFSA) het omgekeerde: er is geen reden om glyfosaat als kankerverwekkend te bestempelen. Louiza Li De Vos & Lennert Vannooten

B

eide onderzoeken botsen op kritiek. Het EFSA zou zijn oordeel baseren op drie studies die niet gepubliceerd zijn en die aangeleverd werden door de industrie. Het IARC zou alleen een beperkte hoeveelheid gegevens gebruikt hebben. Is dit een wetenschappelijk dispuut of laat de Europese Commissie zich te makkelijk beïnvloeden? We stelden de vraag aan Bart Staes. Hoe komt het dat die twee onderzoeken precies het tegenovergestelde beweren? De European Food Safety Authority (EFSA) heeft enkel glyfosaat an sich onderzocht, terwijl het IARC, het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ook de combinaties met glyfosaat heeft geanalyseerd. Ik vind dat de Commissie zo de ogen sluit voor de werkelijkheid. Glyfosaat wordt gebruikt in combinaties. Wanneer een onderzoek duidelijk stelt dat de stof in combinatie met andere chemische producten heel schadelijk kan zijn voor de volksgezondheid of zelfs kanker kan veroorzaken, dan zit je toch met een serieus probleem. Waarom volgt de Commissie de studie van EFSA? De Commissie verweert zich op basis van de wet. Daarin staat dat ze enkel het oordeel van EFSA moeten volgen. Wij, tegenstanders

ERASMIX magazine

10

van de verlenging, vinden dat de Commissie ook rekening moet houden met het onderzoek van IARC, maar wettelijk gezien zijn ze niet verplicht om dat te doen. Volgens mij zijn ze bang om de regels niet helemaal correct te volgen, omdat ze dan tegen een rechtszaak van de producenten aanlopen. Wat vindt u dat de Commissie dan moet doen? Ik vind dat de Commissie het voorzorgsbeginsel moet hanteren. Dat stelt dat wanneer er zelfs nog maar een vermoeden is dat een product schadelijk kan zijn voor de volksgezondheid of het milieu, je het uit voorzorg moet verbieden. De Commissie overschrijdt dus haar bevoegdheid, omdat ze geen beroep doet op dit beginsel en niet alles in rekening brengt om haar oordeel te vellen. Er kwam veel kritiek op het onderzoek van EFSA, houdt de Commissie daar rekening mee? Ze hebben tussen de regels door erkend dat het een zwakte is dat EFSA geen openbaar onderzoek heeft gedaan en dat het onderzoek werd gefinancierd door de industrie. In een privégesprek erkennen ze dat dat tot problemen leidt. Ik pleit voor een aanpassing van de wetgeving. De Commissie kan een voorstel doen om de regelgeving aan te passen, zodat het EFSA enkel nog een beroep kan doen op openbaar onderzoek.


Wordt het EFSA op de een of andere manier gecontroleerd? Ik ben een van de vaders van het EFSA. In 2001 zat ik mee aan tafel toen we de organisatie oprichtten: een onafhankelijke instantie met de beste wetenschappers, die advies moesten geven aan de wetgevers. Het EFSA bestaat nu vijftien jaar, vooral de laatste acht jaar werd er door het Parlement veel controle uitgevoerd op de werking. Welke problemen kwamen er aan het licht na die doorlichting? Er bleek sprake te zijn van belangenvermenging binnen de raad van bestuur. Zo was de voorzitter van EFSA eigenlijk de vertegenwoordiger van het International Life Science Institute, de koepel van industriële bedrijven als Monsanto en Syngenta (beide producenten van producten met glyfosaat, nvdr). Er werden ook wetenschappers aangetrokken die een dubbel belang hadden. Ze werden bij hun wetenschappelijk onderzoek deels of volledig betaald door een aantal multinationale bedrijven. Die mensen moeten dan advies geven over de veiligheid van de producten waar die bedrijven toelating voor vragen, dat klopt niet. Ik vind dat de Europese Commissie te vatbaar is voor de belangen van bedrijven. Het heeft dus met veel geld te maken en met lobbygroepen en multinationals die druk zetten? Ja, absoluut en de belangen zijn immens. In Europa gebruikt men miljoenen tonnen glyfosaat om onkruid te verdelgen. Je zit hier met een conflict tussen een groep die kiest voor de volksgezondheid en het algemeen belang, en een groep die kiest voor de industriële en economische belangen. In Frankrijk en Nederland is het gebruiken van glyfosaat wel verboden. Is dat voor België dan niet mogelijk? Dat is zo voor consumentengebruik. Groen heeft in het federaal parlement een resolutie ingediend om het gebruik van glyfosaat te beperken in België, waarbij we ons gebaseerd hebben op het Franse en Nederlandse voorbeeld. Bij mijn weten is dat nog niet besproken. Ik ken de uitkomst dus niet. Landen kunnen altijd verder gaan dan wat de Europese wetgeving bepaalt, dat bewijzen Frankijk en Nederland. Is dit de eerste keer dat de Commissie niet zo groen kiest? Nee, dat geldt ook voor de hele problematiek rond ggo’s (genetisch gemodificeerde organismen), en voor de problemen met hormoonverstoorders. Dat zijn stoffen die een invloed hebben op onze hormonale werking, waarvan bewezen is dat ze leiden tot autisme, obesitas en de aantasting van

de kwaliteit van het sperma. Wat is er toen gebeurd? In 2009 kreeg de Europese Commissie de opdracht om tegen december 2013 met duidelijke criteria te komen om uit te maken welke pesticiden zeker hormoonverstorend zijn. Dit als basis voor een nieuwe wetgeving. Het rapport van een team wetenschappers was glashelder: blootstelling aan chemische stoffen heeft hormoonverstorende, onomkeerbare effecten die pas in een latere levensfase duidelijk worden. In het voorjaar van 2013 is de industrie beginnen te lobbyen. Het resultaat was dat de Commissie besloot om een impactstudie te houden. Er werd dus gekeken naar de economische impact bij het verbieden van bepaalde stoffen.

De Commissie sluit haar ogen voor de werkelijkheid.”

Staan de landen dan machteloos? Het Zweedse parlement is daartegen in beroep gegaan. Op 16 december van vorig jaar heeft het Europees Hof van Justitie een uitspraak gedaan: de Europese Commissie is zwaar in de fout gegaan. Ze luisterden naar de industriële spelers en kwamen de afspraak van 2009 niet na. De Europese Commissie kwam met een impactstudie over de economische gevolgen, terwijl dat niet ter zake deed, het ging over de volksgezondheid. Hoe kan je dat verklaren? Dat valt toch helemaal niet te verantwoorden? Dat valt helemaal niet te verantwoorden en het is iets wat ik enorm betreur. Bij geïnteresseerde burgers die dit soort zaken volgen, zorgt dat voor euroscepsis. En niet onterecht. Kan u daar als Europees parlementslid iets aan veranderen? Als pro-Europees én kritisch politicus vind ik het mijn taak om als eerste in de rij te gaan staan om dit soort zaken aan te kaarten. Het Europees Parlement is niet betrokken bij de besluitvorming. Wij kunnen enkel politieke druk zetten door bezwaren in te dienen tegen de voorstellen. Wat verwacht u van de stemming op 7 en 8 maart? Ik weet het niet. We hebben nog niet echt een zicht op de houding van de 27 andere lidstaten. In theorie kunnen de vertegenwoordigers van de landen stemmen op 8 maart, maar ik denk niet dat het nog zal gebeuren. Het is alleszins iets waar veel persbelangstelling voor is. Ik ben dus benieuwd. Ik hoop dat de Belgische regering de perverse logica van de Europese Commissie niet zal volgen.

Bij het ter perse gaan raakte bekend dat de beslissing wordt uitgesteld. Er was binnen het comité van experts van de 28 landen geen meerderheid voor het Commissievoorstel.

© Louiza Li De Vos

Bart Staes

Bij geïnteresseerde burgers die dit soort zaken volgen, zorgt dat voor euroscepsis. En niet onterecht.” ERASMIX magazine

11


© Jaap Vreeke

EEN NEDERLANDS ‘NEE’ IS EEN PROBLEEM VOOR HEEL EUROPA

© nieuwejournalistiek.nl

Joshua Livestro

We houden Poetin liever duizend kilometer van de grenzen van de EU in plaats van dat hij er vlak naast staat.” ERASMIX magazine

12

427.939. Dat is het aantal geldige handtekeningen dat burgerinitiatief GeenPeil, opgericht door de Nederlandse weblog GeenStijl, de voorbije maanden heeft verzameld. Daarmee is de minimumdrempel van 300.000 handtekeningen die nodig zijn om een referendum te mogen organiseren, ruimschoots behaald. Hierdoor kunnen Nederlanders op 6 april hun stem uitbrengen in een raadgevend referendum over het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne. Beide partijen hebben baat bij de goedkeuring van de handelsovereenkomst. Maar het valt op dat voor- en tegenstanders van het verdrag met verschillende argumenten eigenlijk hetzelfde willen bereiken: een duidelijk signaal geven aan Poetin. Elisabeth Pyck & Jaap Vreeke

A

l in juni 2014 sloten de Europese Unie en Oekraïne een associatieverdrag, waarin ze elkaar beloofden om meer samen te werken op politiek en economisch vlak. Anderhalf jaar later, op 1 januari 2016, ging dit verdrag gedeeltelijk in werking in 27 van de 28 lidstaten. Enkel Nederland wacht nog de uitkomst van het referendum af. De andere 27 EU-lidstaten vormen ondertussen samen met Oekraïne een vrijhandelszone. Dat houdt in dat import- en exportheffingen wegvallen, waardoor EU-landen maar liefst 391 miljoen euro per jaar besparen. Voor Oekraïne is het zelfs nog voordeliger: die exporteurs betalen 487 miljoen euro per jaar minder aan heffingen. In ruil voor dit economisch voordeel belooft Oekraïne de wijdverspreide corruptie in het land te bestrijden. Zo probeert de Europese Unie een

stabiele situatie te creëren in Oekraïne.

Eurosceptische Nederlanders

Het lijkt er dus op dat dit verdrag niet alleen voordelen biedt aan Oekraïne, maar ook aan de Europese Unie. Waarom is Nederland dan het enige land dat de officiële goedkeuring van dit verdrag vertraagt door een referendum te houden? Wel, onze noorderburen hebben sinds juli 2015 een wet waarmee ze na het verzamelen van 300.000 handtekeningen een raadgevend referendum kunnen organiseren. GeenPeil, een burgerinitiatief van website GeenStijl opgericht in 2014, wist maar liefst 427.939 handtekeningen op te halen. Dankzij hun succesvolle petitie mogen de Nederlandse burgers op 6 april naar de stembus om te antwoorden op de vraag: ‘Bent u voor of tegen de wet tot goedkeuring van het


associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne?’ GeenPeil stelt zich vooral de vraag hoeveel invloed de kiezer nog heeft op de democratie. Het ziet dit referendum dan ook als een oproep tot meer inspraak in de Europese besluitvorming. ‘Dit is het eerste van meerdere referenda die gaan volgen in Europa’, zegt Joshua Livestro, voortrekker van het ja-kamp. Het lijkt alsof het cynisme waarmee Nederland naar Europa kijkt een belangrijke rol speelt bij het organiseren van dit referendum. Het is geen geheim dat de Partij Voor de Vrijheid (PVV) van Geert Wilders liever uit de Europese Unie stapt en ook de Socialistische Partij (SP) van Emile Roemer is eurokritisch. Maar het is vooral het neerhalen van het passagiersvliegtuig MH-17 waardoor de burgers geneigd zijn om nee te stemmen. Een Russische raket schoot in 2014 het vliegtuig neer boven Oekraïne. Aan boord zaten 193 Nederlanders. Een lang en moeilijk onderzoek naar de precieze oorzaken heeft de scepsis niet doen afnemen. Integendeel, de moeilijke samenwerking tussen de onderzoeksteams van de betrokken landen zorgde ervoor dat het vertrouwen van de Nederlanders in Rusland tot een dieptepunt is gezakt. Nederland is bovendien een van de meest vooruitstrevende landen op gebied van mensenrechten. Daarom kan het zich moeilijk identificeren met Rusland dat bijvoorbeeld homorechten aan zijn laars lapt. Dus ja stemmen? Nee, zeggen de tegenstanders, geen verdrag met Oekraïne want we willen Rusland niet provoceren. Na de bekendmaking van het referendum in okto-

ber 2015 tekenden zich duidelijk twee kampen af in Nederland: een ja- en een nee-kamp. De voorstanders, met Joshua Livestro op kop, beschouwen dit verdrag als een kans om de Oekraïners gehoor te geven. Die hopen namelijk de banden met de Europese Unie aan te halen. President Porosjenko maakt er ook geen geheim van dat hij graag dichter bij Europa wil staan. Toch betekent het verdrag niet dat Oekraïne ineens lid van de EU mag worden. Het land krijgt wel de hoogste status die een niet EU-lidstaat kan hebben. Daarvoor moet Kiev hervormingen doorvoeren om de Europese wetgeving over thema’s zoals holebirechten, dierenwelzijn en corruptiebestrijding toe te passen. ‘Als je nu kunt inzetten op een goede handelsrelatie met zo’n land, dan kan je in de toekomst een grote omzet halen, want het zijn uiteindelijk mensen zoals jij en ik. Ze willen ook een laptop of een smartphone hebben zoals wij’, aldus Livestro. ‘En er is nog een punt. Dit verdrag kan helpen de situatie in het land te stabiliseren. Hiermee geven we Oekraïne een duidelijk idee van zijn eigen positie in de wereld.’

Bangmakerij

Het tegenkamp, dat ondanks verschillende pogingen ons niet te woord wou staan, reikt in zijn campagne argumenten aan als ‘het verdrag zal uiteindelijk leiden tot EU-lidmaatschap voor Oekraïne’ en ‘stem nee om visumliberalisering te voorkomen’. Tot ergernis van Michiel van Hulten, Europees ex-politicus en aanhanger van het jakamp. Hij vindt dat het tegenkamp hiermee in de fout gaat. ‘Wat zij doen, is pure bangmakerij. Ze

© Elisabeth Pyck

Michiel van Hulten

Wat het nee-kamp doet, is pure bangmakerij. Ze spreken over EU-

lidmaatschap, terwijl dit niet aan de orde is.”

Het associatieverdrag met Oekraïne moet een vrijhandelszone en een stabiele situatie creëren in Oost-Oekraïne. De EU staat op het punt om een associatieverdrag met Oekraïne uit te voeren. Het verdrag is meer dan een handelsovereenkomst en minder dan een toetreding. Wat houdt het dan precies in en waarom komt er een referendum bij onze noorderburen? Het associatieverdrag heft de import- en exporttarieven op voor de handel tussen de Europese Unie en Oekraïne. Dat zorgt er voor dat een Belgische importeur minder moet betalen voor Oekraïens ijzer dan voorheen. Andersom is het veel goedkoper voor de Oekraïners om Belgische geneesmiddelen te kopen. Met dit verdrag wil de EU rust brengen in het oostelijke deel van Oekraïne, waar er nog steeds oorlog woedt. Tegenstanders zijn bang van Rusland. Poetin wil om verschillende redenen niet dat Oekraïne beter bevriend raakt met de EU. De Russen hechten van oudsher veel waarde aan de landen die een buffer vormen tussen Rusland en Europese NAVO-landen. De historische oorsprong van Rusland ligt in Oekraïne en Poetin wil graag dat het Euraziatische handelsblok wordt uitgebreid naar Oekraïne. Tot slot is de beruchte Krim een strategisch bastion voor de Russische Zwarte Zeevloot. Het verdrag is geen opstap naar toetreding tot de EU. Oekraïne krijgt wel de hoogste status die een niet-EU-lidstaat kan hebben. Nederland houdt op 6 april een referendum. Het is het enige land waar het verdrag nog niet geratificeerd is. De Nederlanders zijn eurosceptisch en willen via dit referendum hun onvrede uiten over het gemak waarmee er ‘achter de rug van de bevolking’ beslissingen genomen worden in de Europese Unie.

© Elisabeth Pyck

Pierre Dybman

De jongere generatie in Oekraïne richt zich meer op Europa.” ERASMIX magazine

13


FOUTE ARGUMENTEN

Door dit verdrag: • zal Oekraïne in de toekomst toetreden tot de Unie. Niet waar, zulke verdragen zeggen niets over eventuele toetreding tot de EU. Er zijn ook associatieverdragen met o.a. Egypte, Chili en Marokko. De Oekraïense president Petro Porosjenko is zelfs kwaad dat er geen optie tot EU-lidmaatschap opgenomen is. • mogen Oekraïense burgers visumvrij door de EU reizen. Niet waar, in het verdrag staat niets over visumvrij reizen. Er werden in 2010 al afspraken gemaakt over de visa. • creëren we een conflict met Rusland. Niet waar, Rusland is ook betrokken bij de onderhandelingen over de inhoud van het verdrag.

spreken over EU-lidmaatschap, terwijl dit absoluut niet aan de orde is. De Oekraïners waren net boos dat in het verdrag niets over EU-lidmaatschap stond. Ook visumliberalisering heeft helemaal niets met dit verdrag te maken. Dat is een aparte afspraak en gaat alleen over een visum voor kortverblijf. Dan moet je denken aan toeristen of zakenmensen, mensen die we net heel graag in Europa willen hebben. Het heeft dus niets te maken met werknemers die opeens de Europese markt zouden overspoelen.’ Toch is er één ding dat voor- én tegenstanders gemeen hebben. Beide partijen willen een duidelijk signaal geven aan Rusland. ‘We houden Poetin liever duizend kilometer van de grenzen van de EU vandaan in plaats van dat hij er vlak naast staat’, zegt Livestro. ‘Tot nu toe is gebleken dat hij in staat is geweld te gebruiken om zijn territoriale ambities te verwezenlijken. Hoe duidelijker we op dat punt nee kunnen zeggen en hoe meer stabiliteit we in Oost-Oekraïne kunnen brengen, hoe beter.’ Ook van Hulten vindt dat de Russische invloed in Oekraïne niet te groot mag worden. ‘Ik maak me zorgen over wat Poetin allemaal uitspookt in zijn eigen regio. Ik vind het belangrijk dat we laten weten dat we dit niet pikken. Het is niet aan Poetin om te zeggen wat Oekraïne wel of niet kan beslissen.’

Russische bemoeienis

Het tegenkamp wil vooral voorkomen dat het verdrag een druppel op een hete plaat is. Zij vrezen dat het conflict met Rusland uit de hand zal lopen wanneer de handelsovereenkomst wordt goedgekeurd. ‘Dat het verdrag zal leiden tot meer Russische bemoeienis in Europa is overdreven’, zegt Livestro. ‘Poetin is geen kleuter. Er wordt al lange tijd overlegd tussen de EU, Oekraïne en Rusland, dus het zal niet exploderen zoals men zegt. Poetin heeft wel de situatie in OostOekraïne proberen te destabiliseren, maar dat is uiteindelijk niet gelukt. Zijn eigen afweging is waarschijnlijk ook dat hij zich geen escalatie van het conflict kan veroorloven.’ Toch kan een nee-stem bij het referendum volgens van Hulten gevolgen hebben voor de EU.

L’Union européenne et l’Ukraine ont signé un accord d’association pour une meilleure collaboration au niveau politique et commerciale. Le seul pays qui n’adhère pas encore à cette zone de libre-échange ce sont les Pays Bas. En effet, les parties eurosceptiques de ce pays, ont voulu exprimer leur mécontentement sur le fonctionnement de l’UE en recueillant les signatures nécessaires pour organiser un référendum sur cet accord d’association. Dans le traité, il n’est d’ailleurs pas question d’adhésion à l’UE ou de facilités de visa, mais seulement de commerce et de droits de l’homme. Les défenseurs du traité avancent que l’UE doit se montrer solidaire avec l’Ukraine, tandis que les adversaires considèrent que l’accord pourrait déstabiliser la relation entre la Russie et l’UE.

ERASMIX magazine

14

‘Het is niet zoals bij de Britten, als zij voor een Brexit stemmen, dat er grote economische gevolgen zijn voor de Europese Unie. Maar ik denk wel dat je gaat merken dat de stabiliteit in Oost-Europa verder zal afbrokkelen en dat we er dan een heel groot probleem bijkrijgen. Als wij nee stemmen komt Poetin bovendien nog sterker te staan en zal hij nog meer nieuwe problemen veroorzaken. Kijk naar Syrië bijvoorbeeld, waar hij de burgers bombardeert. Dat levert een grote vluchtelingenstroom op richting Europa. In Oekraïne zijn er ook al 1 miljoen mensen op de vlucht, je moet er niet aan denken dat er straks nog zo’n vluchtelingenstroom bijkomt. Als Nederland nee stemt, heeft niet enkel Nederland een probleem, dan heeft heel Europa een probleem.’

Generatiekloof

Hoe zit het dan met de Oekraïners zelf? Na de protesten op het Maidan-plein was het al snel duidelijk dat de regering een meer Europese koers wou varen. Dit handelsverdrag had al door de vorige president, Janoekovitsj, ondertekend moeten worden, maar op het laatste moment weigerde hij dat, allicht onder Russische druk. Dat betekende toen het begin van de onrust in Oekraïne. Volgens Pierre Dybman, Europees politiek adviseur, is het land nog steeds erg verdeeld. ‘Ik woonde anderhalf jaar in een Russischsprekende regio in Oekraïne. Daar was de meerderheid tevreden met het vorige systeem onder Janoekovitsj, maar sinds het begin van de oorlog is dat veranderd.’ De onrechtmatige annexatie van de Krim wordt Poetin niet in dank afgenomen. Daardoor is in Oekraïne een duidelijke generatiekloof ontstaan. ‘Vorig jaar in september ging 51 procent van de leerlingen naar een Oekraïenssprekende school en 49 procent naar een Russischsprekende. Dat is opvallend als je weet dat bijna 80 procent van de bevolking Russisch spreekt en 1 op 2 ouderparen hun kinderen dus toch naar een Oekraïense school stuurt. Het valt me ook op dat oudere mensen veel goede herinneringen hebben aan het Oekraïne tijdens de Sovjetunie, terwijl de jonge generatie de blik nu meer op Europa richt.’

The Netherlands holds a referendum on 6 April about the association agreement between the European Union and Ukraine. The treaty improves trade between both parties because the import and export tariffs are neutralized. Eurosceptic parties from the Netherlands use this referendum to express their discontent with the EU and its functioning. Neither wants to offend Russia. The advocates say the EU has to show Ukraine that it is part of the EU while the opponents think such an agreement could affect the EU-Russian relationship in a negative way. It is a big misconception that this treaty is about EU-membership or about visa‑free travel, the content is purely based on trade and on human rights.


© Saranja Vanoverschelde

‘DE MIGRATIECRISIS IS EEN JOURNALISTIEKE ZEGEN’ Een Belg, een Nederlander en een Brit zitten op café met twee studenten. Het klinkt als het begin van een flauwe mop, maar is de aanzet tot ons gesprek met drie journalisten die dagelijks berichten over de Europese Unie. Alledrie zijn ze het over één ding eens: het pro-Europese tijdperk is niet meer. De kritische stemmen klinken steeds luider. Kris Van Haver van De Tijd, Marc Peeperkorn van de Volkskrant en Bruno Waterfield van The Times zitten voor een keer aan de andere kant van de recorder en vertellen over hun ervaring als journalist vanuit een Europa dat op zijn grondvesten davert. Saranja Vanoverschelde & Louiza Li De Vos

V

eel mensen vinden artikels over de Europese Unie droog en ingewikkeld. Volgens Kris Van Haver, al meer dan twintig jaar EU-journalist bij De Tijd, is het elke dag een uitdaging om de bollenwinkel op een verstaanbare manier te vertalen voor de lezer. ECB, EEAS, EESC, ECA ... een voor buitenstaanders duister jargon, zijn voor de journalisten dagelijkse kost. Ze moeten ook de verschillende instituties door en door kennen. Want de Raad van Europa is bijvoorbeeld niet hetzelfde als de Europese Raad. Dat de Europese Unie niet het klassieke regeringssysteem heeft, maakt het volgens Marc Peeperkorn, correspondent van de Volkskrant, ook moeilijker voor mensen om het te begrijpen. ‘In eigen land ken je de ministers en ook raken de onderwerpen jou en mij direct. Het staat minder ver van je bed.’ Maar ook de nationale politici spelen, volgens de drie journalisten, hier een rol. Kris Van Haver: ‘De voornaamste reden waarom mensen niet geïnteresseerd zijn in Europees nieuws is omdat Belgische politici niet met Europa bezig zijn. Ons parlement kent niets van Europa, ook al speelt het zich allemaal hier in Brussel af.’ Pas toen de eurocrisis toesloeg, werd de be-

langstelling van de burger écht aangewakkerd. ‘Het positieve van de eurocrisis is dat er nu over wordt bericht’, stelt Bruno Waterfield. En daar is zijn Nederlandse collega Peeperkorn het mee eens. ‘Toen werd voor het eerst duidelijk dat iedereen betrokken is bij de Europese Unie. De aandacht was niet positief, maar ze was er tenminste.’ Dat er eerst iets ergs moet gebeuren, voordat mensen er aandacht aan besteden, werd opnieuw pijnlijk duidelijk bij de migratiecrisis. ‘Een jaar of twee geleden verdronken er nabij het eiland Lampedusa honderden vluchtelingen. Het was een enorme schok, maar al snel ging de storm liggen. Het was niet zo een groot issue, want de vluchtelingen kwamen in Italië aan en nog niet tot bij ons. Tot vorig jaar. De vluchtelingen trokken door naar alle Europese lidstaten. Men besefte opeens: dit is niet enkel een probleem voor Griekenland en Italië, maar een Europees probleem.’

Ruzie

De vluchtelingencrisis is voor de drie journalisten een zegen. ‘Als journalist krijg je veel meer ruimte, je wordt een van de belangrijkste correspondenten van je krant, want je zit midden

© Saranja Vanoverschelde

Kris Van Haver

Europa is uiteen aan het vallen, maar dat is journalistiek wel super interessant.” ERASMIX magazine

15


© Marc Peeperkorn

Marc Peeperkorn

Framing gebeurt heel subtiel door woordgebruik, bijvoorbeeld ‘vluchtelingenstroom’. ”

© Saranja Vanoverschelde

Bruno Waterfield

Het positieve van de eurocrisis is dat er nu over wordt bericht.” ERASMIX magazine

16

in het nieuws’, licht Marc Peeperkorn toe. Kris Van Haver: ‘Omdat het zo slecht gaat met Europa zijn we op een punt gekomen dat erover wordt gediscussieerd. Het debat heeft eindelijk een politiek niveau bereikt. Er zijn verschillende meningen over Europa, en het is goed dat er ruzie over gemaakt wordt tussen de politici. Dat is de enige manier om het onder de aandacht te brengen. Europa is uiteen aan het vallen, maar dat is journalistiek wel superinteressant.’ De kritische houding tegenover Europa krijgt steeds meer landen in zijn greep. Zelfs België, dat een traditioneel verdediger is geweest van de Europese gedachte, is de laatste jaren aan het veranderen. ‘We zijn nog steeds een van de meest pro-Europese landen, maar er komen veel meer krakjes in’, legt Kris Van Haver uit. ‘Je merkt dat er veel meer vragen leven bij het brede publiek. Hebben we dat Europa nog wel nodig?’

Framing

Diezelfde tendens zien we in de Vlaamse media. Marc Peeperkorn: ‘De meeste journalisten proberen kritisch te zijn. Dat is iets totaal anders dan framing, wat ik de laatste tijd ook meer opmerk in de Britse, maar ook Vlaamse pers.’ En framing gebeurt heel subtiel, door middel van het woordgebruik bijvoorbeeld. ‘Het woord “vluchtelingenstroom” heeft een negatieve connotatie’, illustreert de correspondent van de Volkskrant. ‘Alsof we overspoeld worden en we er niets aan kunnen doen. Maar is dat zo? Vorig jaar zijn er 1 miljoen vluchtelingen binnengekomen op een bevolking van 500 miljoen mensen. Is dat een stroom? Een stroompje? Een druppel? Daar begint het dus al. Ik gebruik het woord ook, maar ik probeer er wel op te letten. Vooral de Britse pers heeft veel van die beladen woorden om de artikels kleur te geven.’ Kritisch berichtgeven daarentegen, dat moedigen de drie journalisten aan. ‘Kritisch zijn, is je afvragen wat er gebeurt. Waarom doet men dit? Waarom moet een land een deel van zijn bevoegdheden afgeven aan Brussel? Een kritische journalist is iemand die slim is en oplet’, zegt Peeperkorn. Maar of een journalist voor of tegen Europa is, doet volgens Kris Van Haver geen afbreuk aan de kwaliteit van een journalist. Bruno Waterfield uit zich openlijk als voorstander van de Brexit. Zijn vragen zijn in die context ook relevant. Het is goed om die stemmen ook te hebben. Als het een goede journalist is, dan kan zijn ingesteldheid geen breekpunt zijn. Bij de drie journalisten staat onpartijdigheid voorop. Marc Peeperkorn: ‘Je moet berichtgeven zonder een positie in te nemen en je eigen perspectief uitschakelen. Als je schrijft, dan mag je oordeel daar geen rol in spelen.’ Opmerkelijk is dat er een verschil tussen de journalisten is in wat ze met hun berichtgeving willen bereiken. Zo wil Waterfield vooral een debat aanwakkeren, terwijl zijn Nederlandse

collega benadrukt niet de onderwijzer van zijn lezers te zijn. ‘Ik wil zo scherp mogelijk aangeven wat er gebeurt, zodat de lezers zelf een oordeel kunnen vellen. Ik ga dat niet voor hen doen.’

Ons kent ons

Verder is een goede EU-verslaggever, volgens de journaliste van De Tijd, iemand die aanwezig is op het terrein. ‘Je probeert een netwerk uit te bouwen van bronnen die betrouwbaar zijn, zodat je een goed beeld hebt van wat er gebeurt in Europa.’ Het duurt ruim een jaar voor je een beetje je weg kent en het kost je nog een jaar voor je een goed netwerk hebt. ‘Een groot deel van mijn tijd zit ik koffie te drinken of te lunchen, puur om mijn netwerk uit te bouwen’, vertelt Marc Peeperkorn met een dampende kop koffie voor zich. ‘In Brussel zijn er ongeveer 1.000 correspondenten, dus je wil dat men weet wie je bent. Onvermijdelijk word je na al die jaren zelf onderdeel van het systeem. Dat is helemaal niet erg en zelfs noodzakelijk. Je kan goede contacten hebben of zelfs vriendschappen opbouwen, maar als je een hard verhaal over die persoon moet schrijven, moet je dat ook kunnen doen. Let wel op dat je niet meegaat in hun framing en net genoeg afstand bewaardt’, geeft Peeperkorn nog mee. In de Wetstraat of in het Binnenhof in Den Haag zien de journalisten een veel kleinere afstand tussen de politici en de media. Kris Van Haver: ‘De Wetstraat is een veel kleiner kringetje waar het principe “ons kent ons” veel meer speelt.’ Peeperkorn merkt hetzelfde in Nederland. ‘Omdat het allemaal kleiner is, leer je die politici veel beter kennen. Als je niet oplet kom je elkaar wel zes keer tegen. Op Europees niveau heb je veel meer bronnen en ontmoet je elkaar veel minder.’

Samenwerking

De correspondenten staan er nooit alleen voor. Ze wisselen voortdurend informatie of zelfs artikels met elkaar uit. Marc Peeperkorn: ‘In je eentje lukt het je niet. Je kan niet alles volgen. Daarnaast is het een prettige spiegel. Collega’s kiezen andere onderwerpen en invalshoeken.’ Kris Van Haver meent ook dat buitenlandse collega’s beter kunnen verklaren wat er leeft in hun eigen land. Ook Waterfield bevestigt de samenwerking tussen de journalisten. ‘De journalisten zijn van verschillende landen, dus ze zijn geen concurrenten. Met mijn Britse collega’s wissel ik enkel quotes uit, maar geen verhalen.’ Dat er een warme samenwerking is tussen de Europa correspondenten werd zonneklaar tijdens onze interviews. De journalisten zijn vol lof over elkaar, en het regent complimentjes. Het worden nog spannende tijden voor deze journalisten in het op zijn grondvesten daverende Europa, maar over één ding bestaat geen twijfel: voor geen geld zouden ze willen ruilen met iemand anders.


© Pete Riches (via Flickr)

TTIP: GELDEZEL OF PAARD VAN TROJE TTIP staat voor de deur. De VS en Europa hopen nog dit jaar een akkoord te bereiken over het handelsen investeringsverdrag. Maar de ongerustheid is groot in Europa. Onze markt zou overspoeld worden door ongezond en spotgoedkoop Amerikaans voedsel: chloorkippen, appels vol pesticiden en rundvlees dat bulkt van de hormonen. Pieter De Clerck en Caro Dralants

H

et Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) is een handels- en investeringsverdrag waarover de VS en de EU al sinds 2013 onderhandelen. De bedoeling is om allerlei handelsbelemmeringen weg te werken en zo de economie aan beide kanten van de oceaan te stimuleren. Op die manier zou de import en export tussen beide handelsblokken veel vlotter verlopen. De vrees is dat onze strenge Europese normen rond voedselveiligheid plaats zullen maken voor de veel laksere Amerikaanse regels. In tegenstelling tot een heleboel ngo’s, vakbonden en twee miljoen Europeanen die hun handtekening zetten onder een petitie tegen TTIP, ziet De Boerenbond veel potentieel in de onderhandelingen, zeker voor land- en tuinbouwproducten. ‘Als je het gesprek niet aangaat, verlies je niets, maar je gaat zeker ook niets winnen.’ Aan het woord is Pieter Verhelst die het TTIP-dossier nauwgezet opvolgt voor De Boerenbond. ‘Uiteindelijk willen ze in de VS hetzelfde als wij. Hun eten moet veilig zijn en het milieu mag niet geschaad worden. Maar beide partijen verwachten ook dat ze zich naar elkaars normen zullen schikken en dat is zeer belemmerend voor het handelsverkeer. Sommigen trekken al snel de conclusie dat wij de normen van de VS zullen overnemen.’ Maar volgens Pieter Verhelst biedt TTIP vooral mogelijkheden. ‘De Amerikaanse markt is voor ons interessant om hoogwaardige en kwalitatieve goederen af te zetten. Vandaag voeren we bijna uitsluitend clichéproducten

uit, zoals bier, wafels en chocolade. Een meer eengemaakte markt zou daar verandering in kunnen brengen. Zo kunnen we nog meer gespecialiseerde producten met een historisch en cultureel verhaal exporteren. Amerikanen houden daar van. Bedrijven in de VS zijn dan weer goed in het heel efficiënt en goedkoop produceren van grote hoeveelheden voedsel. Die zouden ze in Europa kwijt kunnen, maar daarvoor moeten ze voldoen aan strenge regels en die zal Europa niet aanpassen. Daar heb ik het volste vertrouwen in.’

VS vs EU

Maar niet iedereen is er even gerust in. Zo was het in Europa tot voor kort bij runderen, net als bij kippen, verboden om ze pas op het einde van de slachtcyclus te ontsmetten en zo te besparen op dure voorzorgsmaatregelen die het risico op ziektes verlagen. Ondertussen heeft Europa dat verbod opgeheven. Tegenstanders van TTIP zien in deze maatregel het bewijs dat we ons nu al schikken naar de Amerikaanse normen, nog voor er een akkoord bereikt is. Daarom zegt Joost Vandenbroucke van de consumentenorganisatie Test-Aankoop volmondig neen tegen TTIP: ‘De visies van de VS en Europa op voeding en landbouw zijn heel verschillend. Hier gaan we ervan uit dat ons voedsel pas veilig is als er voldoende is aangetoond dat er geen of slechts heel beperkte risico’s zijn. Bedrijven moeten overtuigend kunnen

ERASMIX magazine

17


aantonen dat hun product veilig is voor ze het op de markt brengen. De Amerikanen passen een omgekeerd principe toe. Zolang er van een bepaald product niet bewezen is dat het schadelijk is, mag het gebruikt worden. Als er dan toch iets misloopt, moeten de fabrikanten een gigantische schadevergoeding betalen.’

Chloorkippen

‘De Europese visie maakt van hygiëne een prioriteit, van het begin van de productie tot helemaal op het einde’, zegt Vandenbroucke. ‘In Amerika is het net andersom. Zolang de steak die je voor je krijgt, maar oké is. De VS stelt dus veel minder eisen. Je zou kunnen zeggen: waarom niet? Het bespaart ons kosten en moeite, maar het is zeker zinvol dat de landbouwer, het slachthuis en de distributeur hygiënisch te werk gaan. Er kunnen namelijk op elk moment bacteriële infecties opduiken. Het is dus niet enkel genoeg om het product pas op het einde veilig te krijgen, zoals de VS dat doet door hun kippenfilets op het einde in chloor te dompelen. Persoonlijk vind ik dat niet appetijtelijk, ook al merk je dat niet als die kip voor je ligt. Al is dat niet de hoofdreden dat we er tegen zijn. Het risico dat de kip gedurende het hele verwerkingsproces besmet kan raken is gewoon te groot en een chloorbad kan dat niet oplossen.’ Hoewel De Boerenbond over het algemeen positief staat tegenover TTIP, gaan ze ook niet akkoord met sommige Amerikaanse eisen. ‘Hormonenvlees komt er bij ons niet in,’ antwoordt Verhelst resoluut, ‘net als chloorkippen. No way! Het onderdompelen van kippen in een chloorbad is een heel goedkoop alternatief om ze voedselveilig te maken’, vindt Verhelst. ‘Bij ons moeten boeren een heel intensief en duur proces volgen om te garanderen dat het eindproduct veilig en niet besmet is. Dat proces begint al wanneer het kuiken uit het ei komt en eindigt pas wanneer het hapklare stuk kip verpakt is. Dat is een heel dure affaire. Chloorkippen toelaten zou oneerlijke concurrentie betekenen voor onze Europese kippenkwekers.’ De Amerikaanse minister van Landbouw bracht vorig jaar een rapport uit, waarin hij dertien maatregelen opsomt die de VS nodig acht om de handel met de EU te versoepelen. De EU stelt daar maar twee eisen tegenover. Enkele voorbeelden van het Amerikaanse wenslijstje zijn het toestaan van chloorkippen, het goedkeuren van hormonenvlees en het toelaten van het medicijn Ractopamine. Joost Vandenbroucke hoopt dat die producten hier nooit binnen komen. ‘Ractopamine wordt gebruikt in de VS om de groei bij varkens te stimuleren, maar er is heel wat twijfel over dit geneesmiddel. Men vermoedt dat er serieuze gezondheidsrisico’s aan verbonden zijn. In maar liefst 160 landen is het product verboden, zelfs in Rusland en China, dus er zal wel iets

ERASMIX magazine

18

grondig mis mee zijn. En toch eist de VS dat we ons verbod opheffen. Het probleem met handelsakkoorden zoals TTIP is dat handel het ultieme doel wordt. Alles voor de handel, al de rest wordt ondergeschikt. Milieubescherming, consumentenbelangen en bescherming van de werknemers komen een trapje lager te staan. De vraag is of we dat als maatschappij allemaal moeten en willen aanvaarden.’ Voor Test-Aankoop is het duidelijk dat de Amerikanen meer te winnen hebben bij een nieuw en allesomvattend handelsakkoord dan de Europeanen. Vandenbroucke: ‘Er zijn twee mogelijke scenario’s, maar in beide gevallen zal de VS als winnaar uit de bus komen. In het eerste scenario, waarbij enkel de invoertarieven worden weggewerkt, is er sprake van een groei van 0,8 miljard dollar voor Europa en 5,5 miljard voor de VS. Bij het tweede scenario, waarbij de handelsbarrières worden weggewerkt, hebben we het al over 10 miljard dollar voor Amerika en slechts 2 miljard voor Europa. Waarom is Europa dan nog steeds vragende partij? Om onze economie uit het slop te helpen, want de groei wil er maar niet komen. Bovendien beginnen de Amerikanen steeds meer naar Azië te kijken. We hebben schrik om buitenspel te worden gezet. Er wordt ook geopperd dat we onze eventuele gemeenschappelijke normen zouden kunnen opleggen aan de rest van de wereld omdat we zo een machtige markt zouden zijn. Op veel gebieden houdt die redenering steek, maar voor voeding niet. De visies op landbouw en voedselveiligheid liggen simpelweg te ver uit elkaar om ze met elkaar te verzoenen. Al de barrières die we in Europa door de jaren heen hebben opgebouwd om de consument van veilig voedsel te voorzien, liggen nu op tafel. Een van de twee moet zijn principes opgeven. We zien niet in hoe we tot een akkoord kunnen komen. Test-Aankoop pleit er dan ook voor om de voedings- en landbouwsector uit de onderhandelingen te halen of om ons te beperken tot het wegwerken van de in- en uitvoerrechten.’

Deadline nadert

De Amerikaanse en Europese onderhandelaars willen nog voor het einde van Obama’s ambtstermijn een akkoord sluiten over TTIP. Joost Vandenbroucke ziet dat niet gebeuren. ‘Zeer ambitieus vind ik dat, maar niet haalbaar. Er zijn nu geruchten dat de onderhandelaars een soort mini-akkoord willen afsluiten, zodat Obama niet met lege handen zijn koffers moet pakken. Het zal nog jaren duren voor TTIP er komt. Het zou zelfs kunnen dat het een stille dood sterft. Als Trump president wordt, denk ik dat het gedaan is.’ Pieter Verhelst is er ook van overtuigd dat TTIP er niet meer komt voor Obama aftreedt. ‘Ze gaan TTIP pas weer oppikken in het tweede ambtstermijn van de volgende president en die moet dan nog een tweede krijgen.’

Amerikanen willen hetzelfde als wij: veilig voedsel en een proper milieu.”

© Caro Dralants

Pieter Verhelst

Handel wordt het ultieme doel. Alles voor de handel en al het andere wordt ondergeschikt.”

© Caro Dralants

Joost Vandenbroucke


© Deme

GEEFT TTIP-AKKOORD EUROPA SLEUTEL AMERIKAANSE WATEREN? Waren milieurampen in Amerika zoals de orkaan Katrina en de ramp met het boorplatform Deepwater Horizon minder catastrofaal geweest als Europese schepen ginder hadden mogen baggeren? De Europese baggermaatschappijen zijn daarvan overtuigd maar de Amerikanen schermen hun markt hermetisch af. En daar zou het TTIP-verdrag verandering moeten in brengen. Mario Simonelli en Wout Stroobants

D

e Verenigde Staten en de Europese Unie onderhandelen al drie jaar in alle stilte over een vrijhandelsakkoord, het inmiddels beruchte TTIP (Transatlantic Trade and Investment Partnership). Zo zou er een eind komen aan het afsluiten van de eigen markt. Dit is voor de Amerikanen altijd cruciaal geweest om hun positie in de wereldeconomie veilig te stellen. Zelfs in tijden van zware crisis houden ze graag vast aan hun idealen van een sterke onafhankelijke Amerikaanse markt met zo weinig mogelijk inmenging van buitenaf. Een voorbeeld hiervan is de Jones Act uit 1920. Die bepaalt onder meer dat alle vervoer van goederen en passagiers tussen Amerikaanse havens door Amerikanen moet worden uit­ge­voerd en daar horen ook de baggerwerken bij. De maritieme sector is zeer omvangrijk en bovendien financieel bijzonder interessant. Het gaat hier vaak om gigantische projecten en er circuleren astronomische bedragen. Europese baggerbedrijven beschikken over de beste schepen van de wereld, terwijl die van de Amerikaanse baggermaatschappijen al jaren niet meer voldoen aan de moderne eisen. ‘Ook op het vlak van kennis en milieuwetgevingen loopt Europa mijlenver voor’, zegt Paynjon, adviseur van DEME, de op een na grootste bagge-

raar van ons land.

3.500 slachtoffers

‘De gevolgen van de orkaan Katrina zijn voor een deel terug te brengen tot het feit dat de Amerikaanse baggermarkt een gesloten markt is’, zegt Paynjon. ‘De Amerikaanse pers is er zich wel degelijk van bewust dat een groot deel van de extreme gevolgen te wijten zijn aan gebrekkig onderhoud van de dijken en heeft dit met opzet lang stilgehouden. Er zijn te weinig mensen die de juiste kennis bezitten om dit soort gespecialiseerde werken uit te voeren.’ De secretaris-generaal van de Europese associatie van baggeraars (EuDA), Paris Sansoglou, wijst erop dat Europa klaarstond om de Amerikanen te helpen na de orkanen Sandy en Katrina. ‘De Europese baggeraars hebben aan alle mogelijke deuren geklopt om binnen te geraken in de VS.’ De orkaan Katrina, die in de zomer van 2005 over de oostkust van de Verenigde Staten raasde, kostte het leven aan meer dan 3.500 mensen. De materiële schade liep op tot miljarden dollars en de heropbouw zal nog jaren duren. ‘Maar ook tijdens de olieramp op het boorplatform Deepwater Horizon stonden wij klaar om in te grijpen’, zegt Sansoglou.

Zes jaar geleden brak op dit boorplatform een grote brand uit. Elf mensen kwamen om het leven bij de ontploffing die daarop volgde. Twee dagen later zonk het platform naar de bodem van de oceaan. Wekenlang vloeiden massale hoeveelheden olie in de Golf van Mexico, niet minder dan 780 miljoen liter of 312 olympische zwembaden. ‘De zware gevolgen van deze rampen mogen we dan ook grotendeels op de rekening schrijven van Amerika. De impact op het ecosysteem is jaren later nog steeds voelbaar en had vermeden kunnen worden’, zegt Sansoglou. Allemaal het gevolg van de Jones Act uit 1920. Drie jaar geleden startte de Europese Commissie onder leiding van Barroso II de onderhandelingen met de Verenigde Staten over TTIP. Karel De Gucht (Open VLD), ex-EU-commissaris voor Handel en een van de drijvende krachten achter het akkoord, is er zeker van dat het TTIP er komt. Wat volgens hem voor kmo’s en kleine ondernemingen alleen maar een goede zaak zou zijn. ‘Multinationals hebben dit verdrag niet nodig. Zij hebben in de meeste gevallen vestigingen aan beide kanten van de oceaan. Je moet weten dat de EU bijna tweemaal zoveel exporteert als de VS. Europa heeft het verdrag meer nodig dan Amerika.’ De Europese Commissie probeert onder

ERASMIX magazine

19


© Mario Simonelli

Jacques Paynjon

© Mario Simonelli

Paris Sansoglou

leiding van Jean-Claude Juncker de Europese lidstaten en burgers warm te maken voor het verdrag. Aan het hoofd van deze onderhandelingen staat de Zweedse EU-commissaris voor Handel, Cecilia Malmström. ‘Het openstellen van de Amerikaanse maritieme sector biedt kansen voor Europese baggerbedrijven’, zegt de woordvoerder van Malmström, Daniël Rosario. ‘De waarde van de Amerikaanse baggermarkt wordt geschat tussen één en anderhalf miljard dollar. Door een tekort aan concurrentie liggen de kosten daar nu enorm hoog. Het openstellen van de markt zou een serieuze daling van de kosten betekenen voor de VS.’ ‘Het verhaal van de Europese baggeraars is een opmerkelijk positief verhaal. Daartegenover staan er tientallen, zo niet honderden, negatieve verhalen voor mens en milieu’, zegt Jurjen van den Bergh, coördinator van de overkoepelende organisatie van Nederlandse ngo’s die zich tegen het handelsverdrag verzetten. ‘TTIP zal de toekomst van Europa bepalen. Vooral hoe het onze economische fundamenten gaat beïnvloeden’, zegt van den Bergh. ‘In de loop der jaren is de publieke opinie geëvolueerd naar een lichtere vorm van het kapitalisme waar de staat inspraak heeft en waar de bedrijven moeten gehoorzamen. Terwijl vroeger het liberalisme in zijn puurste vorm de grote droom was, en in de ogen van velen de enige kans op welvaart en economische groei. In mijn ogen is economische groei maar een van de facetten en zijn voedselveiligheid, dierenwelzijn en gezondheidszorg veel belangrijker voor het volk. TTIP is wat ons betreft een laatste doodsreutel van het oude kapitalistische systeem.’

TTIP en de toekomst

© Sean Raab

Jurjen van den Bergh

Het vrijhandelsverdrag tussen de EU en de VS zou een diepe impact hebben op het economisch beleid van beide grootmachten. Momenteel onderhandelen ze over - gaat u nu even zitten - het Investor-State Dispute Settlement (ISDS-mechanisme), wellicht het meest controversiële aspect van het verdrag. Dit houdt in dat bij internationale handelsverdragen grote bedrijven het recht hebben om rechtszaken

Les entreprises européennes de dragage auraient pu limiter les conséquences des catastrophes environnementales aux États-Unis, selon Jacques Paynjon, conseiller de DEME, la deuxième entreprise la plus grande de dragage en Belgique. De même, pendant la catastrophe sur la plateforme pétrolière dans le Golfe du Mexique en 2010, Deepwater Horizon, les dragueurs européens étaient prêts à secourir les Américains, mais ceux-ci ont encore refusé. Depuis 2013 les États-Unis et l’UE négocient un traité de libre échange, le TTIP. Les pourparlers traînent en longueur et selon Jurjen van den Bergh, le coordinateur de la campagne néerlandaise anti-TTIP, il serait désastreux pour l’homme et l’environnement.

ERASMIX magazine

20

aanhangig te maken tegen buitenlandse overheden. Die moeten behandeld worden door een speciaal opgericht, onafhankelijk tribunaal, een soort arbitragehof. ‘In elk verdrag staat er een systeem beschreven dat investeerders beschermt tegen nationale overheden’, zegt Karel De Gucht. ‘Om zo te voorkomen dat er onwetmatige onteigeningen of nationalisaties zouden plaatsvinden. Ik zie het ISDS dan ook niet als een noodzakelijk kwaad maar als een noodzakelijk iets.‘ Een ander heikel punt is - u zit nog steeds? - het regulatory cooperation principe. ‘Dat bepaalt dat de wetgeving beperkt wordt tot een kader,’ zegt van den Bergh. ‘De invulling hiervan gebeurt door de sectoren in overleg met het bedrijfsleven, de overheid en de organisaties van het middenveld. Dit is ongezien in de geschiedenis van de internationale handel. De Europese Unie geeft bedrijven nagenoeg vrij spel. Zo krijgen multinationals de vrijheid om de spelregels zelf te schrijven. Niet echt democratisch’, aldus van den Bergh. Dat is heel duidelijk geworden bij eerdere bilaterale verdragen. Zo is er het geval van de Keystone case, een akkoord tussen de VS en Canada. De Canadese oliegigant Transcanada eist bijna 14 miljard euro aan schadevergoeding van Amerika. Het bedrijf loopt naar eigen zeggen miljarden dollars mis door bepaalde beslissingen van de Amerikaanse overheid. Geld dat door iemand gecompenseerd dient te worden. Met de hulp van een gespecialiseerd advocatenbureau trekken ze naar een onafhankelijke geschillencommissie van de vrijhandelsorganisatie van Noord-Amerika NAFTA. Een uitspraak is er nog niet. Deze vorm van procederen is de laatste jaren steeds meer ingeburgerd geraakt bij multinationals. Wordt dat met TTIP dan ook hier schering en inslag? Volgens Daniël Rosario, woordvoerder van Cecilia Malmström, mag en zal er nooit een afgezwakte versie van het TTIP-verdrag komen. ‘Beide partijen hebben hier niks bij te winnen, integendeel. Een uitgehold verdrag zou voor alle EU-burgers een slechte zaak zijn.’

European dredging companies could have minimalized the environmental disasters in the US, says Jacques Paynjon advisor of DEME, the second biggest dredging company of Belgium. During the catastrophe on the drilling rig ‘Deepwater Horizon’ in the Gulf of Mexico in 2010, European dredging companies were ready to help the Americans but they were prohibited by the US and their protectionism laws. Since 2013 the US and the EU have been negotiating a free trade treaty called TTIP. These negotiations have been going on for years and according to Jurjen van den Bergh, coordinator of the Dutch anti TTIP campaign, the treaty would be disastrous for man and environment.


© Nadine Claes

KAN BREXIT PREMIER LEAGUE BUITENSPEL ZETTEN? In het geval van een Brexit riskeert de rijkste en meest bekeken voetbalcompetitie ter wereld, de Engelse Premier League, te moeten inboeten aan kwaliteit en inkomsten. Want Europese voetballers, waaronder dus ook Belgen, zouden dan ook onder de strenge migratieregels kunnen vallen die vorig jaar door de Engelse voetbalbond zijn ingevoerd. Sean Raab, Wout Stroobants en Mario Simonelli

© Rory Miller

D

Rory Miller

e Brexit houdt het Verenigd Koninkrijk in zijn greep. Nu de campagnemotoren van zowel de ‘Leave’ aanhang als de ‘Stay’ sympathisanten volop aan het draaien zijn, wordt de politieke oorlog gevoerd met hypotheses en doemscenario’s. Het was Karren Brady, de ondervoorzitster van de Londense eersteklasseploeg West-Ham, die met het nieuws naar buiten kwam.Brady, die ook politica is bij de conservatieve partij van David Cameron, waarschuwt op basis van een studie van de krant The Guardian dat twee op de drie van de huidige EU-voetballers niet zouden voldoen aan de strenge eisen voor een werkvergunning. Vorig jaar voerden de Britten nieuwe criteria in voor niet-EU-spelers, Afrikanen bijvoorbeeld. Die regels werden ingevoerd om vormen van mensenhandel tegen te gaan, zodat er een bepaalde zekerheid was dat echte voetballers

naar het land kwamen. De voetballers die dan in aanmerking willen komen voor een transfer naar Engeland, moeten in de twee jaar voor de transfer minstens een derde van alle officiële wedstrijden van hun nationale ploeg hebben meegespeeld, als ze voor een land spelen dat bij de eerste tien op de FIFA-wereldranglijst staat. Bij een eventuele Brexit zouden die criteria in principe ook gelden voor EU-spelers. Wie wel aan deze criteria voldoet, krijgt automatisch een vergunning. Een snelle test leert ons dat slechts 50 van de 161 Europese voetballers in de Premier League aan die criteria voldoen.

Belgische link

Zeker voor Belgische talentrijke spelers in de Premier League zou de Brexit een zware klap zijn. Maar liefst vijftien Belgen spelen bij de zes grootste clubs in Engeland. Mocht het Verenigd

ERASMIX magazine

21


22

Patrick De Koster

De keuze is nu aan de Britten. ‘Uiteindelijk hangt het er allemaal van af hoe de Britse politiek evolueert na een mogelijke exit. Als een Brexit-gezinde partij zoals UKIP aan de macht zou komen dan komen er waarschijnlijk strengere migratiemaatregelen. Dat zou de internationale aantrekkingskracht van de Premier League aanzienlijk doen afnemen’, zegt Miller. Het vrije verkeer van personen op de transfermarkt is zeer belangrijk voor voetbalclubs. Spelers van de EU kunnen bij Engelse clubs tekenen zonder in het bezit te zijn van een visum of werkvergunning. ‘Premier League-ploegen zouden in de toekomst verplicht worden meer eigen Engelse spelers in te zetten. Aangezien ze niet meer tegen de allerbeste spelers kunnen spelen onder leiding van de allerbeste coaches, is het nog maar de vraag of dit de Engelse nationale ploeg ten goede zou komen.’ In het ergste geval zou de Premier League geen buitenlandse voetbalsterren meer kunnen strikken. ‘Zo kan de Engelse competitie heel wat terrein verliezen op de Spaanse en Duitse competities. Als gevolg hiervan zouden grote sponsorcontracten afspringen en inkomsten uit tv-rechten dalen’, concludeert Miller.

© VRT

Politiek voetbalspelletje

Un éventuel Brexit aurait des conséquences considérables pour la ‘Premier League’ anglaise, selon une étude du journal anglais The Guardian. Le journal révèle que deux tiers des joueurs européens qui jouent aujourd’hui au Royaume-Uni en D1, ne rempliraient pas les conditions nécessaires pour obtenir un permis de travail dans ce cas de figure. Le fait que de grands joueurs n’obtiendraient plus de visa pourrait présenter un problème pour le niveau de jeu dans la ligue de foot la plus populaire dans le monde entier. Les spécialistes, par contre, pensent que le problème ne se posera pas et que des exceptions seront faites pour le monde du foot.

ERASMIX magazine

© Patrick De Koster

nu met de huidige regeling worden jonge spelers van buiten Europa via achterpoortjes binnengebracht. Zolang er geld mee gemoeid is, zullen er altijd uitzonderingen worden gemaakt. De grootste clubs zijn bovendien in handen van buitenlandse eigenaars. Zij zullen hard lobbyen voor een oplossing. Er zal anders nog meer met geld gesmeten moeten worden om het niveau op peil te houden.’ Rory Miller van de University of Liverpool vreest dat de Brexit nefast zal zijn voor de Engelse competitie. ‘Het voetbal heeft er in ons land veel baat bij om in Europa te blijven. Clubs en fans hebben nu allemaal de voordelen van Europese rechten en fondsen. De EU verlaten zou onze Engelse competities schaden en voor ongemak zorgen bij de fans. Het zou een stap terug zijn voor de komende generatie van voetballers. Het Britse voetbal, zijn clubs en zijn fans, zijn sterker en beter af in Europa.’

Peter Vandenbempt

© Kristof Terreur

Koninkrijk de EU verlaten is het bang afwachten of de strenge migratiemaatregels worden nageleefd. Rode Duivels Simon Mignolet, keeper bij Liverpool, en Moussa Dembélé, middenvelder bij Tottenham Hotspur, zouden met de nieuwe criteria niet meer in aanmerking komen voor een werkvergunning. ‘Dat zou een groot verlies voor de Barclays Premier League betekenen. De competitie staat er al jaren om bekend dat ze de beste buitenlandse voetballers aan weet te trekken’, zegt Rory Miller, de ex-directeur van het Football Industries MBA-programma van de University of Liverpool. Niet iedereen maakt zich hier druk om. Patrick De Koster, manager van Kevin De Bruyne, denkt niet dat er veel zal veranderen mocht de Brexit realiteit worden. ‘Volgens mij is het een storm in een glas water. De Premier League laat dit niet zo snel gebeuren. Ik vermoed dat er oplossingen zullen gevonden worden. De zogenaamde work permits zullen vooral voor jonge Afrikanen duurder zijn en moeilijker te verkrijgen. Engelse jeugdspelers zullen op die manier meer kansen krijgen. Nederland past dit systeem nu al toe.’ Sporza-analist Peter Vandenbempt is voetbalkenner en -liefhebber in hart en nieren. Hij denkt net als De Koster dat het niet zo’n vaart zal lopen voor Europese spelers mocht de Brexit er komen. ‘Het zou mij ten zeerste verbazen dat de Premier League dezelfde regels zou aanhouden die ze nu gebruikt voor het aanwerven van spelers van buiten Europa als Groot-Brittannië zou scheiden van de EU. De Premier League zou zichzelf amputeren en enorme financiële klappen krijgen. Het is momenteel de meest gemediatiseerde en rijkste competitie ter wereld. Er zal ongetwijfeld zwaar gelobbyd worden voor een soort uitzonderingsmaatregel, specifiek voor voetballers en andere topsporters.’ ‘De Football Association (FA), de Engelse nationale voetbalbond, zegt al jaren eigen jeugdspelers te willen stimuleren, ze pompten dan ook al miljoenen in hun jeugdopleidingen’, zegt Kristof Terreur, de Premier League watcher van Het Laatste Nieuws. ‘De meeste clubs met veel geld kijken nooit naar eigen jeugd. Zelfs

Kristof Terreur

Great Britain leaving Europe could have devastating consequences for the Premier League, the most watched football league in the world. A study by The Guardian showed two thirds of EU footballers wouldn’t be eligible for play if severe migration rules were to be enforced. It would become more difficult for young foreign players to earn a transfer to a Premier League club and this could damage the quality of the competition. The League could lose potential star players and therefore lose viewers and sponsorship deals. Having said all of this, experts think it inconceivable and believe exceptions will be made.


© Linda Van Ginckel

DROMEN OVER 5G IN DE EU Europa is volop bezig met de ontwikkeling van 5G, het zogenaamde Internet of Things dat alles met elkaar verbindt. In België heeft Alexander De Croo als minister van Digitale Agenda plannen om van ons land een van de eerste te maken waar 5G gebruikt wordt. Jolijn D’Huys

O

p het Mobile World Congres in Barcelona eind februari maakte Europees commissaris voor Digitale Economie Gunther Oettinger nog eens duidelijk dat Europa een leidende rol wil in de ontwikkeling van een 5G-standaard. Maar dat is niet zo simpel, want uit Azië en Amerika komt er stevige concurrentie. In 2013 besloot Europa dat het tijd was om te handelen. Het lanceerde het 5G-PPP plan (5G Infrastructure Public Private Partnership), waarin het zijn doelstellingen duidelijk maakte. Tegen 2020 moet er 5G zijn in heel Europa. Hiervoor wordt er samengewerkt met onder meer Volkswagen, Peugeot en BMW. De bedoeling is om alles met elkaar te verbinden wat er te verbinden valt. Je auto, koelkast, oven: alles moet met je smartphone te bedienen zijn. Dat heet in vaktermen ook wel ‘Internet of Things’. Alles zal draadloos moeten kunnen communiceren.

Europa’s visie

Europa ziet het groots wat de toepassingen van 5G betreft. Auto’s zouden onderling gegevens uitwisselen en op die manier in een milliseconde reageren wanneer het tot een botsing zou komen. Dokters zouden operaties kunnen uitvoeren via een robot. En waarom zou een dokter niet vanuit Amerika een robot in België kunnen bedienen bij ingrepen die door artsen in ons land niet worden uitgevoerd? Ook virtual reality wordt een optie met 5G.

Via een virtualrealitybril zou je een virtuele wereld kunnen binnenstappen en spreken met andere mensen. Films downloaden zou veel sneller gaan. Een film van twee uur zou je zelfs kunnen downloaden in vier seconden. En stel nu dat je graag een voetbalmatch wil bijwonen, maar helaas moet werken, dan zou je de wedstrijd live kunnen streamen op je smartphone, tablet en ipod. Je zou zelfs het standpunt van de camera kunnen veranderen. Nokia beweert testen gedaan te hebben die bewijzen dat een 5G-connectie tot duizend keer sneller zal zijn dan de huidige 4G‑verbinding. Maar voor we te hard van stapel lopen, de kans dat deze snelheid gehaald wordt, is klein. Doordat zoveel toestellen gebruik zullen maken van 5G zullen we waarschijnlijk 10 tot 100 keer sneller kunnen surfen. Wat nog steeds heel mooi is. Europa wil dus graag dat we snel van al deze toepassingen zullen kunnen smullen. Maar hoe zit het dan met België? Zal ons land deze keer vlugger mee zijn, of zal het uitrollen van de nieuwe standaard net zo lang duren als dat met 4G het geval was?

België

Minister van Digitale Agenda Alexander De Croo heeft alvast de ambitie om van België het eerste Europese land met 5G te maken. Maar waarom is dat eigenlijk zo belangrijk? Alexander De Croo: ‘Dit heeft verschillende redenen. Op het vlak van economische groei scoort de digitale sector het best. Die geeft mensen toe-

ERASMIX magazine

23


Meer antennes nodig

Voor 5G heb je veel meer en kleinere antennes nodig. Ze zullen overal zijn, vaak op slechts honderd meter van elkaar. Die antennes gaan er helemaal anders uitzien. Vandaag zijn ze zo groot als een standbeeld, maar ze zullen evolueren naar de grootte van bijvoorbeeld een waterfles. De antennes zullen verwerkt worden in straatmeubilair. Een verkeerslicht zal dus tegelijkertijd een gsm-antenne zijn. En daarmee zijn we meteen aanbeland bij het grootste probleem. Brussel en Wallonië hanteren een strikt vergunningsbeleid voor zendmasten. In Wallonië bestaat er momenteel een pyloontaks, die het gemeenten mogelijk maakt belastingen te heffen op het plaatsen van zendmasten. Ook in Brussel denken ze eraan zo’n taks in te voeren. Niet zo handig natuurlijk als er heel wat antennes zullen moeten bij komen. Minister De Croo: ‘Als operatoren veel antennes moeten plaatsen, moeten ze ook de zekerheid hebben dat het rendabel is. Wanneer je er dan een belasting op heft, wordt het een stuk moeilijker.’ Iets wat ook Jan Margot, woordvoerder van Proximus bevestigt: ‘Proximus investeert jaarlijks één miljard euro in zijn netwerk. De taksen die worden opgelegd door de Waalse en Brusselse regering, bemoedigen die investeringen in geen geval. Je kan niet én innovatie willen én een extra belasting heffen. Het kan niet de bedoeling zijn dat een sector die zo essentieel is voor de economische ontwikkeling, op deze manier gesanctioneerd wordt.’

ERASMIX magazine

24

Onderhandelingen

Minister De Croo beseft dat er een aantal dingen zullen moeten veranderen. ‘Ook Brussel wil een pyloontaks invoeren, maar ik denk dat dat pas écht fout is. Brussel heeft het potentieel om de digitale hoofdstad van Europa te worden. Dat moet je omarmen, niet tegenwerken. Ik ben momenteel in gesprek hierover met de Brusselse en Waalse regering.’ Ook de strenge stralingsnormen in Brussel zijn een probleem. Die maken het extra moeilijk om meer antennes te plaatsen. ‘Het zal je al wel opgevallen zijn dat de capaciteit van je batterij in Brussel sneller vermindert dan in andere steden’, zegt De Croo. ‘Dat komt omdat je gsm veel harder moet werken om een signaal te vinden. Daarenboven is een telefoon die werkt naast je oor veel schadelijker. Die strenge Brusselse stralingsnormen zijn dus voor jou als persoon veel schadelijker.’

Brussel heeft het potentieel om de digitale hoofdstad van Europa te worden.”

Proximus is vast van plan niet achter te blijven. Woordvoerder Jan Margot: ‘Sinds 2014 pakt Proximus uit met 4G+, de nieuwe en nog snellere versie van 4G. Er zijn nu steeds meer compatibele toestellen op de markt (Apple 6S, Samsung S6, LG G4, …). Als de klant zo’n toestel heeft, kan hij met 4G+ downloaden, surfen en streamen tegen recordsnelheden tot 225 Mbps. Zo kunnen mobiele klanten bijvoorbeeld nog kwalitatiever rechtstreeks video kijken, gamen of grote bestanden delen met elkaar.’ Ook op het gebied van 5G gaat het snel. Nog niet zo lang geleden is er een proefproject opgestart samen met de Vrije Universiteit Brussel en Huawei. Dat bedrijf lanceerde in mei zijn European Research Center in België om verder aan onderzoek te doen. De Croo hoopt en denkt dat we snel zullen kunnen genieten van de vele voordelen van 5G: ‘Tegenwoordig leven we op een veel flexibelere manier. We beslissen bijvoorbeeld zelf wanneer we gaan werken. Onze samenleving is een stuk complexer geworden en technologie gaat daar een belangrijke rol in spelen.’

Nieuwe technologieën

Hoewel Europa zijn best doet, staat Azië, en dan vooral Korea, al een stuk verder met de ontwikkeling van 5G. Volgens De Croo is dit logisch: ‘Je hebt in Korea een overheid die kiest voor technologie omdat ze belangrijke wereldspelers als LG en Samsung huisvesten. Daardoor gaan ze makkelijker investeren in nieuwe technologieën.’ De minister van Telecommunicatie hoeft alvast niet meer overtuigd te worden dat 5G er moet komen. Hij vat het zo samen: ‘Er zullen mensen zijn met zotte ideeën, maar sommige van die ideeën zullen goede ideeën zijn. We zijn nu aan het evolueren naar 4G+, dus ik denk dat ook de stap naar 5G er snel zit aan te komen.’

© An Janssen

Recordsnelheden

Alexander De Croo

Je kan niet én innovatie willen én extra belasting heffen.”

© Jan Margot

gang tot allerlei platformen, zoals bijvoorbeeld de taxidienst Uber of ook Flavour, een Belgische startup die je in contact brengt met anderen die graag bij jou thuis willen koken. De drijfveer van al die nieuwe soorten businessmodellen is mobiel internet. We gaan naar een wereld waar je hypersnel internet moet hebben, maar dat is niet het grootste voordeel van 5G. Het grote verschil is dat 5G veel meer connecties aankan. Eigenlijk moet je ervan uitgaan dat alles met het internet verbonden zal zijn. Als je er bijvoorbeeld aan denkt auto’s te laten communiceren om botsingen te vermijden, dan heb je een onmiddellijke reactiesnelheid nodig, en 5G biedt dat. Dus als je gelooft in zelfrijdende auto’s en smart cities waarin alles met het internet verbonden is, dan heb je 5G nodig.’ Maar hoe wil de minister dat dan realiseren, met in je achterhoofd dat ons land bij de traagste uit de klas was bij de lancering van 4G. Een van de voordelen is dat er voor 5G nog geen standaard is. ‘Iedereen is nog aan het experimenteren. Wat ik wil doen is spelers als Huawei en Ericsson de kans geven dit bij ons te doen. We bieden ze nagenoeg gratis spectrum (bandbreedte, nvdr) aan waar ze mee kunnen testen. In ruil daarvoor vragen we hen om Belgische startups erbij te betrekken’, aldus De Croo.

Jan Margot


© European Union

KERN-EUROPA: WEG VOORUIT OF EINDPUNT De Europese Unie is in crisis, haar toekomst lijkt onzeker door de grote vluchtelingenstroom en een mogelijke Brexit. De problemen leiden tot een groeiend euroscepticisme. Om deze tendens tegen te gaan willen enkele landen samenwerken voor een sterker Europa. Een sterkere Unie met alle lidstaten lijkt onmogelijk, dus gaan de gesprekken over een kerngroep die voor een nog sterkere samenwerking gaat. Maarten Pottie

© Maarten Pottie

Welke landen zijn er bereid tot een herstart?“

Herman Matthijs

S

inds het begin van de Europese samenwerking zijn er al vaker ballonnen opgelaten over een Europa dat beweegt met verschillende snelheden. Oudpremier Leo Tindemans sprak al over een kernEuropa met een voortrekkersrol en de Nederlander Frits Bolkenstein stelde als eurocommissaris zelfs voor de euro te splitsen in een sterke neuro en zwakkere zeuro (Noord-Europa tegen ZuidEuropa). Het is tot nu toe altijd bij ideeën gebleven, maar momenteel is het debat opnieuw volop aan de gang. Eind november gaf Jeroen Dijsselbloem, de Nederlandse voorzitter van de eurogroep, een lijst van zijn kern-Europa. Als het van hem afhangt blijven de grenzen enkel open tussen België, Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Zweden. Diplomatieke diensten schrokken wakker en enkele afwezigen waren bang om uit de boot te vallen, dus kwamen de zes stichtende leden (naast België, Nederland en Duitsland, ook Frankrijk, Italië en Luxemburg) in februari samen in Rome, waar ze een verdere Europese integra-

tie bespraken. Voorlopig komt België op elke lijst van mogelijke kernlanden voor. Hoewel dit idee in sommige lidstaten al grondig besproken wordt, zoals bijvoorbeeld in Duitsland en Nederland, blijft het in de Belgische politiek redelijk stil rond dit onderwerp.

EU restart

Bij ons pleit Herman Matthijs, professor Openbare Financiën aan de UGent, wel al langer voor een kleinere Unie. Zijn nieuwe kern bestaat uit de Benelux, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Portugal en Spanje. Ook bij hem valt Italië uit de boot. ‘Noch Dijsselbloem, noch ik hebben Italië opgenomen, omdat Italië een probleem is. De Italianen hebben de plannen van Dijsselbloem ook gelezen en daarom hebben ze natuurlijk de zes stichtende landen in Rome samengeroepen, ze willen niet beginnen te onderhandelen met een achterstand.’ Herman Matthijs gaat wel een stap verder dan Dijsselbloem en pleit voor een tabula rasa en een herstart met een kleinere

ERASMIX magazine

25


Zijn onze Vlaamse Europarlementsleden het idee van een kern-Europa genegen? We vroegen het aan Bart Staes van Groen, Ivo Belet van CD&V en Mark Demesmaeker van N-VA. Sp.a vond voor ons geen tijd en Europarlementsleden Guy Verhofstadt van Open VLD en Gerolf Annemans van Vlaams Belang konden niet binnen onze deadline antwoorden. Staes: ‘Je moet natuurlijk ook de context zien, ik zetel al sinds 1999 in het Europees parlement en heb al wat crisissen meegemaakt, maar het is nog nooit zo erg geweest. Ook is zo’n Europa met verschillende snelheden niet echt iets revolutionairs, het is iets dat voorzien is in de verdragen en eigenlijk nu al realiteit. Niet alle lidstaten horen bij de eurogroep of zijn lid van de Schengenzone. Maar nu blijkt dat een aantal lidstaten absoluut niet meer solidair willen zijn in het geheel, is er nood aan een kern van landen die dat wel zijn. Maar niet in een gesloten eenheid. Alle 28 lidstaten moeten uitgenodigd worden en diegenen die echt concreter willen zijn en vooruitgang willen, kunnen efficiënt gaan samenwerken. De kern moet de voorhoede worden en anderen die later willen intreden, zijn welkom.’ Belet: ‘Als de Britten in hun referendum op 23 juni het voorstel van de Europese Unie aanvaarden, zitten we in een Europa met verschillende snelheden. Je kan daar ongelukkig over zijn, maar ik vind dat op zich geen drama omdat we daar eigenlijk al in zitten. Dus kun je binnen die Europese constructie naar een kern-Europa gaan met landen die bijvoorbeeld op het vlak van defensie, economisch en monetair beleid stappen verder zetten in de richting van een veel intensere samenwerking. Ik vind het jammer dat me-

Demesmaeker: ‘Zo’n kern-Europa is een interessante denkpiste, maar dat doet uiteindelijk niets af aan de Europese samenwerking die wij voor ogen hebben. Wij hebben een Eurorealistische visie waarbij je samenwerkt als de schaalvergroting echt meerwaarde heeft, maar daarom geen ever closing union, waarbij je op alle beleidsdomeinen altijd maar verder gaat. Als er zo’n kern komt, doe je dat natuurlijk met landen die op dezelfde golflengte zitten en met partners die zeer duidelijke spelregels afspreken en zich ook echt engageren om die te volgen. Je moet kijken naar de politieke realiteit en de wil die in de landen aanwezig is om vooruit te gaan en samen dit verhaal te schrijven. Hoe die kern concreet vorm zal krijgen weet ik ook niet, maar ik denk niet dat je de andere landen moet loslaten. Je moet met een aantal kernlanden sneller vooruit kunnen en op die manier de andere landen, de periferie, meekrijgen in dat verhaal.’

26

© Pieter De Clerck

Ivo Belet

Ja voor kern-Europa

De drie Vlaamse Europarlementariërs lijken allemaal op de een of andere manier gewonnen voor een kerngroep die samen zoekt naar een efficiënter Europees bestuur. Met welke landen de kern zal beginnen, weten ze niet, maar als het van hen afhangt, blijft de Europese Unie bestaan en liefst sluiten de andere landen zich uiteindelijk aan bij de kerngroep die vooruit wil. Over hoever de samenwerking in die groep moet gaan, zijn de meningen verdeeld. Zoals wel vaker in de politiek is het afwachten tot het zover is. Als het al zover komt. Want ook in de rest van Europa weet men nog niet hoe dat kern-Europa gevormd moet worden en hoe het zich ten opzichte van de rest van de Unie zal positioneren.

L’Union européenne connaît la plus grande crise dans son existence. Certains hommes politiques proposent de former un noyau dur européen, dans lequel un nombre réduit de pays joindraient les forces pour aboutir à une union sans cesse plus étroite. Trois députés européens flamands croient à cette idée, mais par contre, ils ne sont pas d’accord sur tout.

ERASMIX magazine

Bart Staes

© Ivo Belet

Onze vertegenwoordigers

neer Dijsselbloem al een lijst gaf. Je moet niet vertrekken van een groep landen, maar van een project waarin je iedereen uitnodigt. Het is de bedoeling om er een open kern van te maken, waar andere landen nadien mee op de trein kunnen stappen. Voor ons moet een kern-Europa per definitie binnen de Unie bestaan. De Europese Unie bestaat volgend jaar 60 jaar, en we hebben nog nooit voor zo’n grote dreiging gestaan als de huidige crisis. We staan op een kruispunt. Als we nu geen stappen zetten richting een intensere samenwerking, richting kern-Europa, zal onze welvaart achteruit gaan.’

©Mark Demesmaeker

groep in plaats van een kern binnen de huidige Europese Unie. ‘De vraag is natuurlijk, zijn er landen daartoe bereid? Anders blijven we aanmodderen, gaat iedereen erop achteruit en gaat elk land over een aantal jaar opnieuw op zichzelf verder.’ Matthijs denkt echter niet dat het initiatief vanuit ons land zal komen. ‘Het punt is dat België een land is waar hierover weinig nagedacht wordt, de partijen hebben niet echt een visie. Ze zeggen dat ze voor Europa zijn en dat is het, in het buitenland wordt hierover veel meer over gediscussieerd.’

Mark Demesmaeker

The European Union is now facing its biggest existential crisis ever. As a solution they are talking about a core-Europe. This would be a little club of certain countries who would work towards a better governance. Our members of the European Parliament are seeing a better future in this idea, but they are not on the same page.


MOST WANTED -1 IN DE EU Als de meest gezochte terrorist van Europa Salah Abdeslam op 18 maart 2016 thuis komt van een wandeling door Molenbeek wordt hij opgewacht door de politie die hem prompt in de knie schiet en arresteert. ‘We hebben hem’, tweet staatssecretaris Theo Francken en zet een vinkje op zijn hitlist. Op www.eumostwanted.eu wordt Abdeslam dan weer weggevinkt en verandert Frankrijk weer in een gewoon land dat net als alle andere EU-lidstaten twee voortvluchtige misdadigers mag afficheren. Ginger Commerman

O

p www.eumostwanted.eu vind je 45 van de meest gezochte veroordeelde criminelen van Europa. De website werd eind januari gelanceerd door Europol, de Europese politiedienst, en ENFAST (European Network of Fugitive Active Search Teams) en leverde in korte tijd al enkele arrestaties op. Met één klik op hun foto kom je te weten wie ze zijn en waarvoor ze veroordeeld werden. Mocht je iets meer weten over één van de criminelen, dan kan je via een invulformulier een tip inzenden. Hoewel Europol de website beheert, komen de tips terecht bij het FAST-team van het desbetreffende land. FAST staat voor Fugitive Active Search Team. Het is een team van de federale politie dat gespecialiseerd is in het opsporen en arresteren van voortvluchtige personen die veroordeeld zijn. Elke Europese lidstaat heeft er een en samen vormen ze ENFAST. Dat is een Europees initiatief dat gestart is door België in 2010, toen ons land voorzitter was van de Europese Raad. Al die FAST-teams zijn 24/7 beschikbaar om onmiddellijk actie te ondernemen. Ook Interpol, Zwitserland, Noorwegen en Macedonië zijn aangesloten op dit netwerk. Volgens Europol kreeg de site in de eerste 48 uur na de lancering al acht miljoen unieke bezoekers. De site blijkt niet enkel succesvol, maar ook zeer effectief. ‘We zijn nog maar net bezig of er zijn al twee arrestaties verricht dankzij tips die via de site binnenkwamen’, vertelt Tine Hollevoet, woordvoerder bij Europol. Europol is de Europese overkoepelende politieorganisatie, maar heeft zelf geen politie op straat. Ze verbindt de politie-eenheden van verschillende landen, legt Hollevoet uit. ‘We helpen de politiediensten van de lidstaten bij hun internationale onderzoeken. Zodra er twee of meer landen betrokken zijn bij een zaak, komen wij tussenbeide. Onze databank kan linken leggen tussen feiten en personen in de onderzoeken van verschillende landen. Binnen Europa zijn er geen grenzen, maar ook criminelen kennen geen grenzen. We zijn er dus van overtuigd dat het cruciaal is dat de Europese lidstaten intensief blijven samenwerken om zo efficiënt

tegen criminaliteit te strijden.’

Belgisch idee

‘Het idee voor de website eumostwanted.eu dateert reeds van 2012’, zegt Marco Van Laere, hoofdcommissaris van het Belgische FAST-team. ‘FAST-België diende in 2012 een project in bij de Europese Unie om subsidies te krijgen om ENFAST definitief te consolideren. Eén van de doelstellingen van dat project was de creatie van een publieke website met de meest gezochte Europeanen.’ Volgens hoofdcomissaris Van Laere zijn de criteria om een crimineel wel of niet op de site te zetten niet zo ingewikkeld. ‘Het gaat om voortvluchtigen van wie we elk spoor bijster zijn en die veroordeeld zijn tot een zware gevangenisstraf. Na enkele maanden vervangen we ze door andere criminelen. Zelfs wanneer ze nog niet gelokaliseerd werden. Zo laten we al onze targets op de website verschijnen. Voor de voortvluchtigen is het ook een signaal dat we hen nog steeds zoeken. Maar ook aan de familieleden van slachtoffers is het een manier © Ginger Commerman om te tonen dat we hen niet vergeten zijn.’ In Amerika bestaat een soortgelijke website al langer. De FBI heeft er eentje met honderden gezichten op. Europa doet het net iets anders. Zo mag een land er maar twee gezochte criminelen per keer op zetten. ‘We wilden vermijden dat het een onoverzichtelijke website werd met honderden foto’s op. Bij ons staan er maar 45 personen tegelijk op. We moeten de website natuurlijk nog evalueren want hij bestaat nog maar net. Toch zijn we ervan overtuigd dat het beter is om te beperken tot een paar criminelen per land. Het is voor bezoekers veel gemakkelijker om tussen een klein aantal foto’s te zoeken’, legt Tine Hollevoet uit. ‘Slechts twee landen hadden er één crimineel meer op staan, voor Frankrijk was dat Salah Abdeslam en voor België Mohamed Abrini, twee van de terroristen van de aanslagen in Parijs. We vonden gewoon niet dat we deze website konden lanceren zonder de verdachten van Parijs erop te vermelden.’

ERASMIX magazine

27


ba Journalistiek rd je o w n e n e b T S I ‘JOURNAL rs?’ e d n a r a a W . L E IN BRUSS

NIEUW GSDIN I E L P O AMMA R G O PR

2016 departement Management, Media & Maatschappij

1


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.