Jg9nr1 december 2005

Page 1

Jaargang 9, nummer 1, december 2005

MO’KE

MOET WEG P. 5

BACK

TO

BRAINPOWER P. 8

VAN

SUPERCOACH TOT

SANDWICHMAN

SHOP ‘TILL

P. 9

YOU DROP P. 10


Het

Editoriaal

Colofon

GILLES SIMONET

Een nieuw begin Geboor, geklop, rondslingerend gereedschap en een rokende werkman… We herinneren ons allemaal levendig de eerste weken hier op Campus Dansaert. Eens stond ik te wachten bij een blikken doos die voor een lift moest doorgaan. Een docent glipte me voorbij en zei smalend dat het ‘ijzeren ding’ niet voor studenten was. Hij glimlachte. Verslagen en verweesd bleef ik achter, met de stempel van trapgebruiker op mijn voorhoofd. Het zag er lange tijd naar uit dat de chaos nog een tijdje zou aanblijven. Wanneer halverwege november het veelbelovende restaurant op het vierde open ging, weerklonk een zucht van opluchting door het gebouw. “Het zal allemaal wel in orde komen!”

Communiqué

Hoofdredacteur Gilles Simonet Adjunct-hoofdredacteur Christophe Asselman Hoofdredacteur The Block Tomas Teetaert Eindredactrice Tine Roelandt Chef lay-out Joram Nijs Vormgever Lieza Sermon Fotoredacteur Nick Arys Redactiechef Seppe Verbist Redactiesecretaris Dimitri Vandezande Chef reportage Tim Schoonjans Correctoren Kenny Hennens Jan Van Impe Katrijn Vekens Redacteurs Cemil Belek Hilke Trippaers Madelon ten Kortenaar Algemeen hoofdredacteur Patrick Pelgrims Eindredacteur lay-out André Lapeere Met dank aan Joost Goethals Paolo Pizzutilo

Je hebt er een schitterend panoramazicht over Brussel. Alle symbolen van de hoofdstad in één beeld verwerkt: het Atomium, de Basiliek, de St-Michielskathedraal, het gemeentehuis, het Justitiepaleis en de Zuidertoren. Gelukkig heb je ruimschoots de tijd om alles uitvoerig te bewonderen terwijl je aanschuift aan het buffet of op zoek bent naar een schaars zitplaatsje. Brussel uiteindelijk toch beu gezien? Dan kan je Het Communiqué ter hand nemen. Deze redactie brengt voor ieder wat wils: voetbal met Mark De Man, een lokale held met Nash, bommenbestrijding met DOVO, religie met een Canadese priester, om maar wat te noemen. Kerstmis staat voor de deur en nog geen plannen? Geen nood. We gingen niet alleen spreken met de kerstman himself, we sleuren je ook mee Brussel in voor heuse winterpret. Als kers op de taart gingen onze shopspecialistes op zoek naar originele kerstcadeaus! Toch nog niet tevreden? Wacht dan tot 2006. Misschien brengt het nieuwe jaar beterschap.

Het Communiqué Je leest nooit alleen

FOTO: CEMIL BELEK

Gokken voor 5 cent BRUSSEL - Het Grand Casino Brussels opent op 19 januari officieel zijn deuren in de Magdalenazaal, dichtbij het Centraal Station. Casino Austria International (CAI), een Oostenrijkse casinogroep, heeft het contract in de wacht gesleept. De eerste goktempel in Brussel wordt één van hun meest prestigieuze projecten in Europa. Wanneer begin volgend jaar de roulette begint te draaien, kan je tot 492.000 euro per tafel winnen. Wie geen geluk heeft in de liefde, moet dus zeker eens een gokje wagen. Op dit moment is de Magdalenazaal in de Duquesnoystraat nog een grote bouwwerf. In plaats van gokkers vind je er voorlopig alleen maar elektriciens en schrijnwerkers. De officiële opening met galabal is voorzien eind januari. “Het wordt één van onze belangrijkste projecten van de afgelopen jaren”, zegt manager van het casino, Tim Cullimore. “Het casino gaat enorm veel betekenen voor Brussel. Eerst en vooral economisch: Austria International zal ons drie miljoen euro per jaar uitbetalen. Dat is goed nieuws voor onze begroting”, aldus een opgetogen Freddy Thielemans, burgemeester van Brussel. “Maar het casino zal ook een bijdrage leveren aan de werkgelegenheid. Bij de rekrutering van de 260 werknemers krijgen Brusselaars voorrang.” In 2009 moet de goktempel opnieuw verhuizen, dan krijgt die definitief zijn onderkomen in het Anspachcentrum aan de Anspachlaan. “De Oostenrijkers willen naar een grotere ruimte. Omdat er nog veel werk is aan het Anspachcentrum, is het casino tijdelijk ondergebracht in de Magdalenazaal”,

zegt Thielemans. In het Anspachcentrum komen niet alleen speelzalen, maar ook een showzaal, een restaurant en een hotel met 150 kamers.

casinogebeuren, is er zelfs een speciale trainingroom voorzien. In deze zaal leggen specialisten je de kneepjes van het vak uit.

VIVA LAS BRUSELAS De eerste legale goktempel van onze hoofdstad wordt één van de modernste in zijn soort. “We hebben 206 speelautomaten, allemaal de laatste nieuwe versies. Het zijn dezelfde slotmachines als in de grote casino’s van Las Vegas. Er zijn 21 speeltafels waar je blackjack en poker kunt spelen en natuurlijk hebben we ook nog de roulettes. Al de gokspelen dus die je terugvindt in de beste casino’s”, zegt Cullimore. Wie zich aan een gokje wil wagen, moet niet noodzakelijk diep in zijn geldbeugel tasten. Je kan al op een slotmachine spelen vanaf vijf cent en de winst kan oplopen tot 25.000 euro per machine. Aan de speeltafels zullen vooral rijke zakenmannen hun geluk beproeven. Hier kan de inzet variëren tot 20.000 euro per tafel, met een maximale winst van 492.000 euro. Voor diegenen die niet zo vertrouwd zijn met het

VERSLAVEND Niet iedereen is opgewassen tegen de verleiding van het gokken. Gokverslaving kan een ernstig probleem zijn. “Wij hebben ons verplicht de mensen te informeren over de gevaren van het gokken met onder andere brochures en pamfletten”, aldus Mark Bataille, voorzitter van de Raad van Toezicht. “Iedereen van het personeel moet een training volgen. We moeten de wetgeving correct toepassen, maar we moeten ook met psychologische kennis gokverslaafden kunnen herkennen.” Austria International heeft wereldwijd meer dan 60 casino’s. Dagelijks komen ongeveer 50.000 mensen naar hun goktempels. De gemiddelde gokker speelt met een inzet van ongeveer 100 euro per jaar. Allez rouler! KENNY HENNENS

2


Het

Tussen bompakket en handgranaat: de ontmijningsdienst

Communiqué

“Eens ontmijner, altijd ontmijner” Een ontmijner gaat naar een bompakket. Hij heeft een rode en een blauwe draad en moet gokken welke hij moet doorknippen. “Dat is bullshit”, zegt Jan Savelkoels, compagniecommandant bij DOVO in Meerdaal. In talloze actiefilms wordt dit stereotype beeld van ontmijningsdiensten opgehangen. Film blijkt zoals vaak mijlenver van de realiteit te staan. Wij gingen luisteren welke draden er nu echt moeten doorgeknipt worden. NICK ARYS & JORAM NIJS

D

OVO staat voor Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen. Wat betekent dat precies? “Velen denken dat wij met mijnen werken en dat is nu net wat wij niet doen. Over het algemeen werken wij in Meerdaal met nietontplofte munitie. Daarnaast is onze afdeling gespecialiseerd in alles wat terrorisme aangaat. De afdeling in Poelkapelle houdt zich bezig met toxische munitie, die in Zeebrugge met duikopdrachten.”

elkaar zit. We moeten dus werken met principes en dat is een nadeel. We kennen allemaal het cliché van de rode en blauwe draad. Dat is natuurlijk bullshit. Wij knippen wel draden, maar we hebben daar gereedschap voor zodat we dat vanop afstand kunnen doen.”

Waaruit bestaat de opleiding? “Ik denk dat dit één van de moeilijkste legeropleidingen is. Om te kunnen beginnen, moet je minstens vijf jaar militaire ervaring hebben. De kandidaten volgen een theoretische cursus die zes maanden duurt FOTO: JORAM NIJS en daarna gaan ze op stage. Ze moeten alles Commandant Jan Savelkoels (l) en ontmijner Koen Schalenbourg (r). kennen: munitie uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog, moderne munitie en bompakketten. Veiligheid is van levensbelang. Als en vervangen een ontmijner. Je kunt de besturing daar fouten tegen gemaakt worden, mag je het vergelijken met een telegeleide speelgoedauto. We vergeten. Het is zoals een dt-fout maken in het laatste kunnen er ook mee schieten. Via een waterstraal jaar van de humaniora.” onder een hoge druk van 500 bar proberen we alle onderdelen te scheiden voordat ze kunnen ontploffen. U werkt al 24 jaar bij DOVO. Is er veel veranderd Vanaf het moment dat het pakket toegankelijk is voor ten opzichte van vroeger? de robot gebruiken we hem.“ “Op het gebied van terrorisme mag je gerust stellen dat we in het begin amateurs waren. Ik heb de periode Soms blijkt een verdacht pakket achteraf heel voor de CCC (linkse terreurgroepering onder leiding onschuldig. Zo maakten jullie in Hasselt een pakje van Pierre Carette, nvdr) nog meegemaakt. Toen koteletten onschadelijk. Nemen jullie alle oproepen hadden we weinig ervaring met bompakketten. nog ernstig? Wanneer we een oproep kregen, stuurden we daar “Ja, als we uitrukken gaan we er altijd van uit dat de wel vakmensen naartoe, maar ze hadden niet altijd dreiging reëel is. Wat er achteraf in zit, is onze zorg het juiste materiaal ter beschikking. Het was een niet. Als we dit niet doen, beetje de mentaliteit van ‘trek uw plan’. Na al die gebeuren er ongelukken. Het jaren zijn onze mensen wel ervaren en goed opgeleid. gevaar bestaat dat je begint te We hebben zeer professioneel materiaal en goede denken dat elk alarm vals is. voertuigen. Vandaag behoren we zelfs tot de Onlangs werd ik opgeroepen internationale top.” voor een verdachte koffer in de Brusselse Nieuwstraat. Daarin Stel: ik vind een verdacht pakket. Wat moet ik doen? bleken twee jassen en een “De politie bellen. Wij reageren niet op telefoons wekker te zitten. Dat werd van burgers want dan zouden we te veel uitrukken daar niet zomaar achtervoor valse meldingen. De politieagenten kunnen gelaten. We worden geregeld beter inschatten of een pakket al dan niet verdacht getest. Er zijn blijkbaar is. Zij weten ook welke maatregelen er moeten mensen die willen weten hoe genomen worden.” snel we ter plaatse zijn, op welke manier we werken en Hoeveel bommeldingen zijn er per jaar? welk materiaal we ge“Jaarlijks zijn er in totaal tussen 3.000 en 3.500 bruiken.” meldingen voor het opruimen van munitie uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Ik ben in 1981 bij Hebt u dan nooit het gevoel DOVO begonnen en toen was dat ongeveer evenveel. dat terroristen jullie altijd een Daarbuiten zijn er nog bomalarmen, bomauto’s en stapje voor zijn? verdachte tuigen. Dat is een aparte boekhouding: “Ja, dat is zo. Er is een verschil FOTO: JORAM NIJS gemiddeld 200 per jaar. Vorig jaar was een topjaar, tussen munitie en terrorisme. We hebben bij wijze net zoals midden jaren tachtig met de CCC. De van spreken van iedere soort munitie een doorsnede aanslagen in Madrid en Londen zorgden ook dit jaar en een technische tekening. Je kent elke obus voor een hoger aantal meldingen, de mensen zijn nu (granaat van een kanon, nvdr). Je weet perfect hoe alerter. In ongeveer tien procent van de gevallen gaat die werkt. Het kan natuurlijk dat je een type vindt het echt om springstof.” dat je niet kent, maar dan is er documentatie en tijd. Ze ligt er al 60 jaar, verdomme, het kan dan nog wel Jullie maken gebruik van een robot. Wat doet die een paar uur wachten. Al zijn er natuurlijk een paar precies? uitzonderingen, maar die kennen we. Wat betreft “Wij maken al sinds begin jaren tachtig gebruik van terrorisme spreken we van IED of Improvised Explosive een robot. Aanvankelijk was die niet echt Device. En dat is waar zij ons op voor zijn. Er zijn betrouwbaar, dat is ondertussen veranderd. De vijf zoveel mogelijkheden om een bompakket te maken, robots die we nu gebruiken, kosten elk 180.000 euro dat wij onmogelijk kunnen weten hoe elke bom in 3

Het internet speelt hier natuurlijk een rol. De informatie die nodig is om een bom te maken, ligt voor het grijpen. “Dat is waar. De toegankelijkheid van informatie is veranderd tegenover twintig jaar geleden. In de jaren tachtig kon je die informatie terugvinden in een aantal boeken. Ik denk bijvoorbeeld aan het ‘Terrorist Cooking Book’ en het ‘Terrorist Black Book’. Alleen al door het te consulteren, liet je een spoor na. Als je op het internet surft, zal je ten eerste veel meer informatie vinden en ten tweede is die zeer makkelijk toegankelijk zonder sporen na te laten. We vinden ook meer en meer terroristische tuigen die gemaakt zijn op basis van gegevens die op het internet staan.” Koen Schalenbourg is al vijftien jaar ontmijner en staat in voor het beheer van het operationeel materiaal. Hij zit momenteel in het EOD-team, kort voor Explosives and Ordonance Disposal. Dit team ontmantelt munitie uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Hoe ben je eigenlijk bij DOVO terechtgekomen? “Eigenlijk heel stom. Ik ben van nature een pacifist, maar ben in het leger gegaan omdat ik nog wat wou studeren en tegelijkertijd geld verdienen. Ik ben elektricien van opleiding. In het leger hebben ze van mij een wapenmaker gemaakt. Bij de luchtmacht moet je dan onder andere bommen onder F-16’s hangen. Dat vond ik eigenlijk geen bevredigend idee. Net op dat moment zocht het leger dringend ontmijners en heb ik mijn kandidatuur gesteld. Je bent nog steeds een militair, maar je oefent wel een humane job uit.” Bestaat er zoiets als een doorsnee dag? “Neen, elke dag is anders. Daarom doe ik mijn job ook heel graag. Er is een gezegde: ‘eens ontmijner, altijd ontmijner’. Ik heb er gisteren nog over gepraat met een aantal Duitse en Luxemburgse collega’s. Eens je dit doet, wil je eigenlijk niets anders meer.” Is dit nu een gevaarlijke job? “Ja, omdat je werkt met springstoffen. Als je iets verkeerd doet, ben je dood. Ik vergelijk dat een beetje met autorijden. Wanneer iemand zonder rijervaring 120 km per uur rijdt, is hij waarschijnlijk binnen het uur dood. Maar het gevaar is relatief klein als je goed opgeleid bent en weet hoe munitie werkt. Ik vind dat de politie en de brandweer een groter risico lopen. Zij zijn altijd eerst ter plaatse en weten niet precies waarover het gaat.”


Het

Luc Simonet verenigt optimisten in België

Communiqué

Geen gezeur of geklaag, meer optimisme graag! Toscane, een sombere augustusdag. “Merde, il pleut!”, zegt Charlotte, terwijl ze door het venster van de auto naar buiten tuurt. “Dat mag je niet zeggen”, antwoordt haar vader. “Il faut dire: c’est un beau jour de pluie.” Een mooie regendag. Dat vat zowat de levensfilosofie van Luc Simonet (52) samen. Het was meteen ook de aanleiding voor de ‘Optimistenbond van het Koninkrijk België’. Terug in België liet Luc honderd paraplu’s maken met het opschrift: ‘Een mooie regendag’. Vijftig in het Nederlands, vijftig in het Frans, zoals een echte Belg het wil. “Het is hier fantastisch, alleen beseffen we het nog niet.” GILLES SIMONET & DIMITRI VANDEZANDE Wat later moest Luc Simonet een speech geven op een feestje. “Ik had weinig inspiratie en dus vertelde ik de anekdote van de paraplu’s. Iemand uit het publiek reageerde erg enthousiast en spoorde me aan hier iets meer mee te doen. Later op de avond kwam het idee van een Optimistenbond, wat meteen op

wel goed nieuws brengen. Dit vergt natuurlijk een hele mentaliteitsverandering van de Belgen. Als je nu de kranten openslaat, lees je bijvoorbeeld enkel over bedrijven die personeel afdanken. Dat Volvo 5.000 nieuwe jobs heeft gecreëerd, vind je terug op pagina 23 in een klein hoekje.”

“Good news is no news. Begrijpelijk, want slecht nieuws verkoopt.”

UTOPIA Het klinkt allemaal mooi in theorie, maar is het praktisch wel realiseerbaar? “Ja natuurlijk, het is een utopie. Het is zelfs zot, maar zoals Oscar Wilde ooit zei: “Hij die denkt zonder gekheid te leven, is niet zo wijs.” Ik denk trouwens dat wanneer we 10.000 optimisten halen, we niet meer over een utopie mogen spreken. Alles begint met een droom. Het is zeker het proberen waard. Je moet er met z’n allen in geloven.”

veel bijval kon rekenen.” Diezelfde nacht nog schreef Luc de statuten van de vzw. Amper twee maanden later, op de 175ste verjaardag van ons land, werd de Optimistenbond met 175 stichtende leden officieel opgestart. Toots Thielemans, Benoît Poelvoorde en Alain Courtois zetten mee hun schouders onder dit project. CULTURELE REVOLUTIE “Een maatschappij met wat meer positivisme en solidariteit. Geen gezeur en geklaag, wat meer optimisme. Dat is ons doel. We willen een culturele revolutie op gang brengen. Hoe we dat gaan doen, is natuurlijk de grote vraag”, legt Luc uit. “Reclameboodschappen, conferenties voor optimisten, schooluitwisselingen tussen Vlaanderen en Wallonië en een jaarlijks muziekfestival zijn de voorlopige plannen. Verder wil de vereniging ook oudere generaties dichter bij de jeugd brengen. Daarvoor heb je natuurlijk veel leden en geld nodig.” De vereniging staat open voor iedereen. Daarom vraagt ze weinig lidgeld. Studenten betalen slechts 10 euro en eenmaal lid, ben je het voor het leven. “Binnen het jaar willen we 10.000 leden. Dat is ons doel.” De algemene bedoeling van de vzw is de media geleidelijk aan te beïnvloeden. “We willen meer aandacht voor het goede nieuws. Nu geldt de regel ‘Good news is no news’. Begrijpelijk, want slecht nieuws verkoopt. Wat als we met z’n allen stoppen met het slechte nieuws te kopen? Dan moeten ze

FOTO: GILLES SIMONET

Blijkbaar zijn er al heel wat mensen die er in geloven. Naast de 175 stichtende leden is er interesse uit Nederland en Zwitserland. Ook zij willen een gelijkaardige vzw uit de grond stampen. “Het komt er nu echt op aan snel heel veel leden te werven. Eens onze website er is en verschillende folders gedrukt zijn, zal het vlug gaan. Daar ben ik van

overtuigd.” Op de website zelf kan je de statuten lezen in alle talen van de Europese Unie. Je kunt er jezelf ook inschrijven. ENKEL BOURGEOISIE? Als gegoed burger is het makkelijker een optimistische kijk op het leven te hebben. Iemand met pakweg het minimumloon of een ernstige aandoening heeft minder redenen om positief te zijn. Zal de optimistenbond dan niet evolueren tot een clubje van rijke bourgeoisie met slechts luxeproblemen? “Neen, dat is zeker niet de bedoeling. Het optimisme is een geestesgesteldheid. Arm of rijk,

“Alles begint met een droom” ziek of gezond, wanneer je optimistisch bent, heb je meer kans op succes in het leven. Oké, het dagelijks bestuur van onze vereniging bestaat momenteel uit topmanagers en ondernemers, maar het is niet de bedoeling dat het een ‘clubke van 500 dikke pé’s’ wordt. Volgende week vraag ik Andréke, een goedgezinde clochard die dagelijks op de Avenue Deleur staat, om gratis erelid te worden. Hoewel hij problemen heeft, is hij altijd goedgezind. Daar kijk ik wel naar op. Voor mensen die het lidgeld overigens niet kunnen betalen, maar absoluut lid willen worden, kan de Raad van Bestuur een uitzondering maken.” Luc Simonet gelooft echt in zijn project. Hij gaf er zelfs zijn job als advocaat voor op. “Net omdat er in het gerechtelijk wereldje zoveel pessimisme heerst, interesseerde het mij niet meer. Nu werk ik dag in dag uit aan iets waar ik sterk in geloof, iets dat de wereld nodig heeft. Ook al worden onze doelen niet bereikt, ik zal het toch geprobeerd hebben. En ik blijf erbij: Als we er met z’n allen in geloven, dan lukt het gewoon!”

Wil je meer informatie en/of lid worden van de ‘Optimistenbond van het Koninkrijk België’, surf dan naar www.optimistenbond.be.

GRENSBEWAKERS

FOTO: MADELON TEN KORTENAAR

4

Hertenogen, smalle schouders en kindertandjes. Z’n groene kleding past hem niet goed: zijn kogelvrije vest is te breed en elke keer dat hij steels naar me kijkt, glijdt zijn baret naar achteren. Minuten gaan voorbij, het begint zacht te regenen. Dan ineens heeft hij moed verzameld, zwaait hij zijn geweer over zijn schouder en loopt op me af. In verlegen Hebreeuws vertelt hij dat ik niet verder mag lopen. Hij wijst. “Daar begint Gaza.” Of ik dan een foto mag maken? De vraag brengt hem in verwarring. “Eerst met mijn maat overleggen.” Hij loopt terug naar het wachthokje, begint een heftige discussie met een andere soldaat. Net iets ouder, net zo verlegen. “Nee, nee, geen foto, ik zie er niet goed uit vandaag.” Ze lachen. “Kom op, als jij het doet, doe ik het ook.” Als schoolvrienden slaan ze elkaar op de schouder, dagen elkaar uit. Dan wenken ze me. Waar ik vandaan kom, willen ze weten. De jongste van de twee blijkt een broer in Antwerpen te hebben, die hij altijd al een keer heeft willen opzoeken. Hij zal geduld moeten hebben: tijdens de drie jaar dat Israëlische jongens dienstplichtig zijn, mogen ze niet op vakantie naar het buitenland. Dat ik uit België kom, lijkt ze op hun gemak te stellen. Hun glimlach wordt iets minder schuchter, hun handen minder verkrampt rond hun geweren. Het Communiqué, dat willen ze eerst inzien. Van de Nederlandse woorden begrijpen ze niets, maar naar de plaatjes kijken ze aandachtig. Eerbiedig geven ze het blad aan me terug. “We doen het. Moeten we glimlachen voor de foto?” MADELON TEN KORTENAAR


Het

Minderhedenforum opent debat over allochtonen in de media

Communiqué

“Meer Mohammed en minder Mo’ke op TV” De openbare omroep steekt meer en meer tijd in programma’s met een onderliggende boodschap. Je hebt ‘Kinderen van Dewindt’ dat ondernemerschap promoot, of ‘Fata Morgana’ en ‘Allemaal SAM?’, programma’s die opgebouwd zijn rond een sociaal concept. Is dit dan ook het moment om de discussie rond multiculturele programma’s te heropenen? Het Minderhedenforum antwoordt volmondig ‘ja’ en organiseerde een debat met vijf prominenten op haar Open Forumdag. JAN VAN IMPE & SEPPE VERBIST “Dat de VRT geen programma’s specifiek voor allochtonen wil maken, wisten we al”, zegt Katleen De Ridder, coördinatrice van TrefMedia, de mediacel van het Minderhedenforum. “Maar er bestaat een andere uitdaging om diversiteit op televisie te brengen. ‘Goodness Gracious Me?’, een programma van de BBC over Pakistaanse families, is een heus kijkcijferkanon. Niet door het multiculturele karakter, maar omdat het gewoon goed is, met diversiteit als uitgangspunt. Het Minderhedenforum vraagt zich af of dit in Vlaanderen ook mogelijk is.” Baldwin Van Gorp, hoogleraar Communicatiewetenschappen aan de universiteit van Nijmegen, heeft al heel wat onderzoek verricht naar beeldvorming en aanwezigheid van minderheden op televisie. Hij acht de tijd al een hele poos rijp voor een multicultureel programma. De onderliggende boodschap van programma’s als ‘Fata Morgana’ en ‘Kinderen van Dewindt’ kan ook bij een multicultureel programma. Iedereen is het eens over de macht van de media, maar tegelijk merkt Van Gorp op dat de effecten van dat soort programma’s miniem blijven. “Wel goed is het entertainend concept want door een informerend programma kan de kijker het gevoel krijgen dat hem iets wordt opgedrongen. Een probleem is echter dat iedereen al een uitgesproken mening heeft over onze multiculturele samenleving en het is veel moeilijker een houding te veranderen dan er één te vormen.” FC DE ALLOCHTONEN Hassan Amaghlaou vertegenwoordigt de allochtonen in het debat. Hij vindt dat de VRT wel aan doelgroepencommunicatie doet. Daarbij verwijst de voorzitter van de Limburgse Integratieraad naar Ketnet, Sporza en Canvas die alle drie voor een specifiek publiek televisie maken. “Ik zou graag meer allochtonen op televisie zien, maar dan als allochtoon en niet in een verbasterde vorm. Waarom moet Zohra als danslerares op Ketnet Maggie heten en niet gewoon Zohra en waarom moet Mohammed in ‘Thuis’ Mo’ke worden? Daar kan ik me aan ergeren. Waarom geen format als ‘FC De Kampioenen’ gebruiken om een serie over een wijk met verschillende nationaliteiten te maken. Zo kan er een wisselwerking ontstaan tussen allochtonen en autochtonen.” Stef Wouters, programmamanager bij één, probeert

al een tijdje meer diversiteit in de scenario’s van fictieprogramma’s te verwerken. Het is begonnen bij ‘Flikken’ waar hij absoluut een agent van vreemde origine wilde. Probleem daarbij is echter het vinden van geschikte acteurs: voor die rol is de productie zelfs in Nederland terecht gekomen. Wouters noemt de zoektocht naar professionele, allochtone acteurs dan ook het grootste pijnpunt. “Feit is dat heel weinig allochtonen de weg vinden naar acteursopleidingen. Bovendien slaagt maar een klein percentage van de kandidaten voor het ingangsexamen.” Van Gorp denkt dat er een algemeen probleem is bij de doorstroming van allochtonen naar het hoger onderwijs, wat Gianni Marzo van de Cel Diversiteit beaamt. Deze cel is in 2003 bij de VRT opgericht, werkt rond beeldvorming en probeert meer diversiteit

“Ik vrees dat de situatie eerst zal escaleren zoals in Nederland voor er echt iets gaat gebeuren” onder het personeel te krijgen. Gianni Marzo: “We zijn een instantie die drempelverlagend werkt ten opzichte van minderheden. De kennis van een aantal redacties over allochtonen en hun gevoeligheden is te beperkt, daarom proberen wij de link te leggen tussen de VRT en het allochtone middenveld. Wij zijn ervan overtuigd dat een multicultureel programma een breekijzer kan zijn voor diversiteit. Humor is daar perfect voor, maar kan ook gevoelig liggen. Er zijn ook andere formats.” Eén is het afgelopen jaar met twee concrete voorstellen, waar het thema ‘multicultureel samenleven’ centraal, stond bezig geweest. Beide ideeën voldeden niet. “Toch hebben we absoluut de intentie om op deze weg verder te gaan”, verzekert Wouters. “Eén van de voorstellen was een sitcom, uitgeschreven door een jongen van Marokkaanse afkomst (Loutfi Belghmidi, ex-student Journalistiek EhB, zie onderaan, nvdr). De verhaallijn was heel goed geschreven, maar er was nog veel werk aan. We willen natuurlijk ook niet het eerste het beste voorstel

aannemen.” Het programma ‘Man Bijt Hond’ doet dagelijks een poging Vlaanderen, dus ook allochtonen, in beeld te brengen. Maar volgens eindredacteur Kristof Pitteurs is het moeilijker om een item te maken met allochtonen dan met autochtonen. “Wij werken met een concrete invalshoek, meestal een humoristische. Maar als we dat uitleggen aan migranten, dan wordt plots een muur opgetrokken waar wij niet doorheen geraken. Dat komt ook omdat weinig allochtonen ons programma kennen. Doordat allochtonen niet altijd Frans of Nederlands spreken moeten we vaak een onderwerp afvoeren omdat we snel moeten werken. Het is moeilijker om items te maken met allochtonen dan met autochtonen.” Toch is ook de redactie van ‘Man Bijt Hond’ ermee bezig. “We volgen een aantal mensen van dichtbij met de bedoeling daar iets op tv mee te doen”, zegt Kristof Pitteurs. “Alleen willen we ons niet vastpinnen op een bepaalde deadline. Als er dan een multiculturele sitcom of iets dergelijks komt, moeten die scenario’s vanuit de allochtone gemeenschap komen. Het zou te gek zijn dat een autochtoon zo’n scenario begint te schrijven.” HET VLAAMS BELANG-EFFECT Hoogleraar Baldwin Van Gorp wijst op twee belangrijke obstakels. “In Vlaanderen is de situatie veel complexer dan in Nederland door wat ik het Vlaams Belang-effect noem. De politiek durft het thema niet aan te snijden uit angst om het Belang in de kaart te spelen. In Nederland dachten ze dat ze goed bezig waren, maar ze zijn wakker geschud door de moorden op Pim Fortuyn en Theo Van Gogh. Ik vrees dat de situatie met allochtonen eerst zal escaleren zoals in Nederland voor er echt iets gaat veranderen.” Het Minderhedenforum is er met dit debat in geslaagd een andere manier van beeldvorming aan te reiken in de vorm van een multicultureel programma. Toch vond het Forum het spijtig dat de VRT-top ontbrak. “We appreciëren de inspanningen van de openbare omroep,” besluit Katleen De Ridder, “maar we zouden de discussie graag opentrekken naar de commerciële zenders. Ik vraag me toch af of sommige programmamakers nog altijd te gemakkelijk zeggen dat het té moeilijk is om iets met allochtonen te doen op televisie.”

“Multiculturele kijkcijferbom” Loutfi Belghmidi, oud-student Journalistiek EhB en Koppenredacteur, heeft twee maanden geleden een verhaallijn geschreven voor de openbare omroep. Zijn voorstel heeft het niet gehaald, maar toch waren wij benieuwd waarover het ging. Het verhaal gaat over twee ruige bouwvakkers die hebben samengewoond. Mustafa is van Marokkaanse afkomst en geeft Lode, een Belgische ex-bajesklant, tijdelijk onderdak. Maar deze voorlopige oplossing duurt al snel twee jaar. De culturele verschillen worden op een ludieke manier naar voren geschoven. Wanneer de vriendin van Lode komt inwonen, krijgt het verhaal een heel andere wending. Ruzies en discussies over de was en de plas zijn dagelijkse kost en de zware jongens worden makke lammetjes onder haar bewind. “Het voorstel is niet aanvaard omdat er te veel softdrugs

in zit. Die subcultuur is ook niet echt iets voor één”, vertelt Loutfi, die zes maanden stage loopt voor de Cel Diversiteit. “Ik heb het voorstel niet verder uitgewerkt, maar het heeft zeker toekomst. De laatste tijd was ik meer bezig met mijn baan als Koppenredacteur, maar ik ben al aan het broeden op een tweede voorstel. Ik ben er van overtuigd dat een goede multiculturele sitcom een kijkcijferbom is. Is het niet op één, dan wel op een jongerenzender zoals Kanaal 2 of VT4. Jullie horen zeker nog van mij!” HILKE TRIPPAERS

5

FOTO: HILKE TRIPPAERS


Het

VTM pakt uit met prestigieuze vijfdelige reeks

Communiqué

“De Kavijaks, da was zu van… de vulaars, de smeirlapp’n” Na nieuwjaar is het zover. Dan zendt VTM de vijfdelige reeks ‘De Kavijaks’ uit. De commerciële zender en productiehuis D&D Productions sloegen de handen in elkaar en investeerden 2,5 miljoen euro in het project. Niet echt wat je peanuts zou noemen. Alle registers werden dan ook opengetrokken. Lees: een cast waarvan je hoofd duizelt plus een regisseur die niet aan zijn proefstuk toe is: Stijn Coninx. CEMIL BELEK De lancering van de nieuwe serie gaat gepaard met de nodige zenuwachtigheid en spanning. Toen de najaarsprogrammatie werd bekend gemaakt, heette de serie nog ‘Onder de wolken’. Op het laatste moment werd dit veranderd in ‘De Kavijaks’. Wanneer de serie op de buis verschijnt, is op dit moment nog niet duidelijk. VTM noch D&D Productions laten in hun kaarten kijken. De ene zegt januari, de andere houdt het bij februari. Begin 2006 is dus een rekbaar begrip. Maar wees gerust: de serie komt er.

iemand die slechts eenmaal een boek zou schrijven. Boon schreef de inleiding en het boek werd een bestseller in Vlaanderen en Nederland.

de rol blijft, nvdr). Jessa blijft er nogal rustig bij en relativeert: “Ik denk dat elke acteur een manier heeft om zich voor te bereiden. Men denkt verkeerdelijk dat method acting dé methode is, terwijl het om ‘een’ methode gaat. Elke acteur gaat op zoek naar de essentie van het verhaal en probeert die op zijn manier naar voren te brengen.”

GESCHENK UIT DE HEMEL ‘De Kavijaks’ is een familiePORTIE NOOTJES kroniek, dus gingen de makers Wat vond regisseur Stijn Coninx, die als docent Revan de serie op zoek naar acteurs gie in het departement Rits van onze die zoveel mogelijk op elkaar Erasmushogeschool bijklust, van Jessa’s prestatie? “Ik leken. En daar kwam de familie ben zeer tevreden met de rol die Jessa heeft neergezet. Decleir als een geschenk uit de Ze is een spontane meid met de nodige dosis durf, hemel gevallen. Jan Decleir een godsgeschenk voor een regisseur.” Stijn Coninx werd bijgestaan door dochteris samen met Hilde De Zitter van productiehuis en zoonlief Sophie en Jenne. De D&D Productions op zoek gegaan naar nieuwe moeder-dochtertandem Hilde gezichten: “Het zijn stuk voor stuk boeiende mensen Van Mieghem en Marieke waarvan we nog zullen horen. Let maar op.” ETEN WAT DE POT Vinck kon en mocht niet Zal regisseur Stijn Coninx met een portie nootjes bij SCHAFT ontbreken. De rest van de cast de hand en nagelbijtend voor de televisie zitten tijdens De familie Vantorre uit Heistis om je vingers bij af te likken: de eerste aflevering? “Nee. Er is een gezonde spanaan-Zee was straatarm. De Sien Eggers (‘Het Eiland’, ‘In ning en dat is het.” De regisseur, die prat mag gaan dertien kinderen, vijf jongens de Gloria), Lucas Van den op een kleine twintig jaar ervaring, is van mening en acht meisjes, leverden elke Eynde (idem), Nand Buyl dat de serie geen flauwekul is. “Daarbij: met zo’n dag een gevecht tegen de FOTO: ALEX JAGENEAU (‘Thuis’), Karlijn Sileghem cast maak je je sowieso al minder zorgen.” Het budget honger, maar vooral tegen hun (‘Sedes en Belli’, ‘Het dan. Kreeg hij het soms niet benauwd als hij even Jessa Wildemeersch vader, ‘De Generaal’ (gespeeld Peulengaleis’). stil stond bij die investering van 2,5 miljoen euro? door Jan Decleir, nvdr). Wat Jessa Wildemeersch (27) speelt Coninx: “Een lowbudgetfilm kost ongeveer 1 miljoen voor een man hij was? Stel jezelf de grootst mogelijke Jeanne, een van de dochters. Eindelijk heeft ze haar euro. Wij hebben vijf afleveringen van een uur klootzak voor en je komt ongeveer in de buurt. De eerste grote rol te pakken. Ze was eerder al te zien in gedraaid en dat op pellicule (niet-digitaal, op band, dochters Vantorre zullen je niet tegenspreken. reeksen zoals ‘Witse’ en ‘Aspe’ en de film ‘Verlengd nvdr). Dit is duurder dan wanneer je digitaal filmt. Het bikkelharde leven dreef de kinderen als een blok Weekend’. Laat je niet misleiden door haar, op het Die 2,5 miljoen mag je dus met een korrel zout bijeen. Hun bijnaam was ‘de Kavijaks’ en hun leuze eerste zicht, frêle lichaam. De kranige juffrouw heeft nemen.” lag voor de hand: “Eén voor allen en allen voor één.” een wil waarmee ze zonder moeite bergen verzet. Ze schuimden de straten af op zoek naar eten. Thuis Achttien was ze, toen een onoplettende APENLAND aten ze nooit samen. Daar was de tafel niet groot autobestuurder haar aanreed. De revalidatie verliep Zijn laatste film was ‘Verder dan de maan’. De cast genoeg voor. De groten aten eerst. De kleinsten zaten moeizaam. Ze moest opnieuw leren stappen en daarna bestond, op twee acteurs na, uit Nederlandse acteurs. bovenaan de trap ongeduldig hun beurt af te wachten. gedurende lange tijd op krukken lopen. Het weerhield Om mee te dingen voor de Oscars werd de film voor Borden hadden ze niet. Ieder had zijn eigen pot haar niet om op de officiële release in waaruit hij at. diezelfde krukken een klein zaaltje Het zijn allemaal ingrediënten voor een loodzwaar naar Antwerpen te ergens in Wallonië drama en toch kan je het verhaal van de Kavijaks niet trekken en haar kans getoond. Andere droevig noemen. Ze waren wereldkampioen te wagen op het Vlaamse filmmakers relativeren en hadden een nooit geziene overingangsexamen van en recensenten levingsdrang. Ze sloten zich op in hun eigen wereldje de Studio Herman gingen op hun en ontzegden iedereen de toegang. Hun dorpsTeirlinck. In 2000 achterste poten staan. genoten meden hen als de pest, want: “De Kavijaks, studeerde ze af. De regisseur kreeg da was zu van… de vulaars, de smeirlapp’n.” bakken kritiek over Jozef ‘Piften’ Vantorre (gespeeld door Jenne Decleir, PROFESSOR zich heen. “We leven nvdr), een arbeider in een baggerbedrijf, liep jaren PACINO nu eenmaal in een rond met de gedachte om zijn familiekroniek neer te Geenszins was haar apenland. We willen pennen. Begin jaren zeventig nam hij plaats achter honger gestild. Exit het elkaar blijkbaar zijn tafel en begon met de hand te schrijven. Op Antwerpen. Enter niet gunnen. Als ik pagina één opende hij de eerste zin om er pas New York. Jessa sommige recensies in FOTO: VTM vijfhonderd pagina’s later een punt achter te zetten. schreef zich in aan de ‘Focus Knack’ lees… Stijn Coninx, Jan Decleir, Sophie Decleir en Jenne Decleir. Van een lange zin gesproken. De uitgeverij stuurde vermaarde Actors Studát is beneden alle het manuscript terug. Ze konden zijn geschrift met dio, een tot theater peil. Tegen zoiets als de beste wil van de wereld niet lezen. Hier en daar omgebouwd kerkje op 44th Street. De lijst van oudhet Vlaams Belang wil ik blijven strijden, maar tegen een punt of een nieuwe alinea zou ook welkom zijn. studenten is om stil van te worden: Marlon Brando, sommige recensenten heb ik de strijd al lang Hij kocht een typmachine, nam terug plaats aan Christopher Walken, Willem Dafoe… to name but a opgegeven. Ik wil er mijn woorden niet meer aan dezelfde tafel en begon te typen. Letter per letter. few. Jessa had de eer les te krijgen van ondermeer Al vuil maken.” De regisseur is geen rancuneus man: Het verhaal moest verteld worden. ‘Scarface’ Pacino en Harvey ‘Mr. White’ Keitel. Een “Het belangrijkste is dat er films blijven gemaakt Het manuscript belandde bij Louis Paul Boon. De van de technieken die ze haar onderwezen, was method worden. Zie wat Fien Troch met ‘Een ander zijn geluk’ zelfverklaarde viezentist stak zijn bewondering niet acting (de acteur maakt zich het personage eigen door voor mekaar heeft gekregen en hoe Hans Herbots met onder stoelen of banken. Hij had het wel in de mot middel van een doorgedreven voorbereiding. Het gaat ‘Verlengd Weekend’ opnieuw van zich laat horen. dat het niet het werk was van een literatuurman, maar soms zo ver dat de acteur tussen de opnames door in Talent komt altijd boven drijven.” 6


Het

Mark De Man over zijn doorbraak

Communiqué

“Anderlecht is m’n droom... en ik realiseer die nu” “Dokeos… die naam komt me bekend voor”, zegt Mark De Man (22). De jonge verdediger van Anderlecht is student Communicatiemanagement bij ons op Campus Dansaert, maar veel tijd voor zijn studies heeft hij duidelijk nog niet gehad. De Man is een vaste waarde bij de Brusselse topclub, zowel in de competitie als in de Champions League. Tussendoor trad hij ook nog eens aan met de Belgische beloften. Geen wonder dat de school even moet wachten. KENNY HENNENS & SEPPE VERBIST Studeren is voor Mark De Man altijd belangrijk geweest. Sinds dit jaar is hij ingeschreven aan onze hogeschool via Randstad, dat jonge topsporters, waaronder Vincent Kompany, begeleidt bij hun studies. Als prof en speler van de nationale beloftenploeg voldoet de Leuvenaar zeker aan het topsportprofiel, dus: “Waarom niet? Ik kan proberen, ook al haal ik het niet.” Hoe vlot het met de studies? De voorbije maanden was het erg moeilijk om tijd te maken. Ik heb altijd gespeeld in de competitie, de Champions League en met de nationale beloften. Mijn boeken heb ik dus nog niet kunnen openslaan. Met telkens twee matchen per week is het belangrijk dat ik voldoende rust. Ben je wel al eens op onze campus geweest? Eigenlijk nog maar één keer en dat was om mij in te schrijven. Maar na nieuwjaar zal ik regelmatig op school te vinden zijn. Ik mag zelf kiezen hoe ik mijn studies en examens spreid. Als ik dit jaar maar 20% doe, is dat geen probleem. Alles wordt geregeld via internet, Ben Van Beeck is de coördinator voor topsporters. Hij bezorgt me bijvoorbeeld de cursussen van PGO (Probleemgestuurd Onderwijs, nvdr) met alle informatie die andere studenten blijkbaar zelf moeten opzoeken. DE DOORBRAAK Sinds Vercauteren coach is, heb je een basisplaats. Hoe komt dat? Vercauteren weet wat hij aan me heeft. Ik ben een stabiele verdediger en het rendement is er. Broos werkte altijd met veertien à vijftien gevestigde namen, terwijl Vercauteren kansen durft geven aan de jeugd. Hij is wel veeleisend en hamert op efficiëntie. Het grote verschil zit in het kopke. Ik weet nu dat ik de druk aankan. Dat is gedeeltelijk een verdienste van de trainer. Ondertussen speel ik al zes jaar bij Anderlecht, waarvan vier in het eerste elftal. Als nieuweling word je hier bekeken met een blik van “wie ben jij en laat maar eens zien wat je kan.” Maar eens ze zien dat je kan voetballen, gaat dat voorbij. Zou je zonder de blessures van Tihinen, Kompany en Juhasz ook je kans gekregen hebben? Als jeugdspeler moet je toch een beetje geluk hebben. Hoe is Kompany er in gekomen? Door een blessure van De Boeck. Deschacht net hetzelfde. Als ik één of twee slechte matchen speel, zit ik direct terug op de bank. Soms lees ik dat ik in de basis sta omdat Vercauteren vertrouwen in mij heeft, maar vertrouwen dat krijg je niet, dat dwing je af. Wie was je moeilijkste tegenstander tot nu toe? Djibril Cissé, de spits van Liverpool. Hij heeft een imposant figuur. Heel sterk, niet makkelijk van de bal te zetten en enorm snel. Explosieve spitsen zijn een hel voor verdedigers.

FOTO: SEPPE VERBIST

En in de Belgische competitie? Euhm… (stilte) Ik heb met de nationale beloften, tijdens een oefenmatch tegen de A-ploeg, tegen Emile Mpenza gestaan. Als hij op je af komt, ben je toch onder de indruk. Maar in de Belgische competitie is er niet echt iemand waar ik me zorgen over maak. Hoe heb je de laatste maanden vol topconfrontaties beleefd? De druk is natuurlijk enorm. Niet alleen sportief, maar ook financieel. Je mag daar gewoon niet aan denken. Neem nu die match in Praag (de match waarin Anderlecht zich kwalificeerde voor de Champions League, nvdr), dat was zogezegd de match van vijf miljoen euro. Op die momenten komen ervaren spelers zoals Goor, Zetterberg of zelfs Jestrovic naar je toe: “Niet nadenken en aan 200% vlammen.”

“In de Belgische competitie is er niemand die indruk maakt op mij” Tijdens het tussenseizoen was er interesse vanuit Nederland en een paar jaar geleden van Perugia. Hoe concreet was die? Perugia was erg concreet. Hun voorstel charmeerde me wel. Ik speelde toen bij de min 16-jarigen van Anderlecht en had nog geen contract. De Italiaanse club beloofde me veel geld, een huis en een plaatsje bij de reserven. Alleen wilde ik mijn studies niet opgeven. Ik was nog niet klaar voor het buitenland. Ik ben iemand die veel mensen rond zich nodig heeft, familie en vrienden. Trouwens, ik denk niet dat Anderlecht daar toen iets van wist. Afgelopen zomer was er interesse vanuit Nederland. Voorstellen van Willem II en Groningen waren heel concreet. De voorbereiding bij Anderlecht was niet zo goed en ik zag een verhuis wel zitten, maar echt vertrekken wilde ik niet. Mijn manager heeft dat voorstel van Groningen dan gebruikt bij de contractbesprekingen met Anderlecht. Uiteindelijk heb ik hier tot 2009 getekend. Zou je tevreden zijn als je de rest van je carrière bij Anderlecht speelt? Ja, waarom niet? Anderlecht is de grootste club van België. Nochtans scheelde het niet veel of ik was vertrokken. Ik ben 22 en op een punt gekomen dat ik moet spelen. Aan het buitenland denk ik niet, nu moet ik eerst bevestigen. Anderlecht is mijn droom en ik ben die nu aan het realiseren. 7

NET NIET NAAR… Op het laatste nippertje uitgeschakeld voor het EK met de beloften. Jullie winnen met 2-3 in Oekraïne, maar gaan dan thuis met 1-3 op jullie bek. Hoe is het mogelijk? Ik weet het nog altijd niet. We dachten dat de buit binnen was, daardoor zijn een aantal spelers voor zichzelf gaan spelen. Halfweg de tweede helft wisselt de trainer (Jean-François de Sart, nvdr) Messoudi en Martens, de twee meest balvaste spelers. Waarom? Hij zal wel een goede uitleg hebben. We begonnen alle ballen naar voren te jagen met als gevolg dat ze direct terugkwamen. Iedereen voelde het aankomen en toch konden we er niets aan doen. Ontgoocheling is niet het juiste woord, het is erger dan dat. De sfeer in de kleedkamer was niet te beschrijven. Verschillende spelers waren aan het wenen, ik denk zelfs dat de trainer een paar traantjes heeft gelaten. Voor mij is het nu afgelopen met de beloften, dat is wel een pijnlijke afsluiter. Het zou een schitterende ervaring zijn geweest en een mooie vitrine om voor het oog van al die scouts je talent te tonen. Het ergste is dat ik met de min 18-jarigen ook al een EK miste, omdat ik toen geopereerd werd aan mijn buikspieren. Over het algemeen kan je toch nog stellen dat de kwalificatiecampagne geslaagd was? Absoluut, we verliezen geen enkele wedstrijd. We behalen vier op zes tegen Servië & Montenegro en Spanje, geen kleine voetballanden. Bovendien speelden we erg mooi voetbal. Het is spijtig dat die barragewedstrijden nog nodig waren. Mij lijkt het logisch dat de groepswinnaar, wij dus, automatisch geplaatst is en dat de tweede barrages speelt. Nu gaat Oekraïne, de tweede uit hun groep, door en liggen we er uit. Wij verdienden een plaatsje op dat EK. GEEN DIKKE NEK Je verdient nu veel geld. Hoe ga je daar mee om? Het geld heeft niet veel veranderd in mijn leven. Ik kan kopen wat ik wil, maar het is niet dat ik daarom gelukkiger ben. Ik zal me zeker niet anders gaan gedragen en de dikke nek uithangen. Het maakt gewoon alles makkelijker. Sommige vrienden hebben al eens geen geld om uit te gaan. Dan betaal ik graag hun avond, samen zijn met vrienden is waardevoller dan geld. We hoorden dat je vriendin ooit samen was met Kompany? Nee, ze kennen elkaar van vroeger, maar hebben nooit iets gehad. Ondertussen zijn we al anderhalf jaar samen. Wie heeft dat gezegd over mijn vriendin en Kompany? De schuldige weze gewaarschuwd!


Het

Communiqué

FOTO: SITE STARFLAM

Brainpower en Krewcial, samen 35 jaar rapervaring

“De essentie van hiphop is jezelf zijn” Watskeburt? De Nederlandse hitlijsten staan vol enthousiaste rappers met namen als Ali B, De Jeugd van Tegenwoordig, Lange Frans en Baas B. Nederlandstalige hiphop is bij onze noorderburen helemaal doorgebroken. Waarom zien we in Vlaanderen veel minder van deze rapexplosie? Wij gingen terug naar de basis: Krewcial en Brainpower, twee anciens in de scene. Ain’t nothing like the old school! SEPPE VERBIST Krewcial is sinds eind jaren ’80 actief bezig met hiphop. “Ik begon muziek te maken door met twee cassettedecks stukjes van platen manueel te loopen (herhalen van een fragment, nvdr). Op die manier heb ik begin jaren ’90 een viertal albums op cassette uitgebracht.” Brainpower is geboren in Antwerpen, maar de populairste rapper van Nederland en Vlaanderen is een echte Hollander. Hoewel hij al sinds ’86 rapt, kennen de meesten hem pas sinds zijn zomerhit van 2002: ‘Dansplaat’. “Het is supervet om in België op te treden”, zegt Brainpower. “Op de één of andere manier zijn de mensen hier enorm enthousiast. Mijn eerste grote optreden in België was Pukkelpop in 2001. Ondertussen heb ik al vier Pukkelpops en één Rock Werchter achter de kiezen. Elke keer ging het dak eraf!” DOPE OF NIET De rapper gaat dus al een tijdje mee. “Ik ken nogal wat Vlamingen uit de rapscene van de jaren ’90: Gus, Krewcial, ABN en ’t Hof van Commerce. De Vlaamse underground scene is echt geweldig. Kleinschalig, maar echt wel vet. Gus is al jaren een vriend en Krewcial heb ik tien jaar geleden leren kennen toen de scene nog erg klein was. We hebben al samengewerkt aan meerdere nummers. Ik vind hem echt dope.” Dope of niet, Krewcial verkoopt in Vlaanderen een pak minder cd’s dan Brainpower. “Dat komt misschien omdat hij nog nooit een Nederlandstalig album heeft gemaakt”, zegt Brainpower. “Nochtans kan hij het in het Nederlands. Hij stond op de Nederlandse klassieker ‘Zoete Inval’ met onder andere Extince en mezelf. Laten we ook ‘Gentse Funk’ uit ’96 niet vergeten. Dat nummer vond ik echt dé shit. Maar hij voelt zich gewoon beter bij het Engels. Ik ben misschien bekender in België en Nederland, maar zijn album is wel wereldwijd uitgekomen op een internationaal label uit Londen. Dat heb ik dan weer niet.” Krewcial zit inderdaad bij een internationaal label, maar als Vlaming benader je rappen best als een extra inkomen. “Echt leven van muziek zit er niet in”, zegt de Gentenaar, “overleven wel. Je bent te afhankelijk van managers, de media, platenfirma’s en anderen om enkel op muziek te rekenen. Als je iets aan je rhymes wil overhouden, kan je ze best zelf schrijven, aangeven bij SABAM en vooral een goede uitgever hebben.” In de toekomst wil Brainpower zeker nog samenwerken met Gus en Krewcial. Een andere groep waarmee hij een nummer wil maken, is Starflam (hiphopcollectief uit Luik, nvdr). Er waren zelfs plannen voor, maar daar is uiteindelijk niets van gekomen. Krewcial heeft op dat vlak geen wilde dromen. Hij werkt met een achttal gasten op zijn albums, maar dan wel internationale. “Als Vlaamse rappers samenwerken, hoeft dat niet te betekenen dat ze goed overeenkomen. Het kan even goed wijzen op een soort provincialisme of gebrek aan ambitie.”

BRAINPOWER OPENT DE DEUR Zodra mensen intensief bezig zijn met rappen, djen, breakdance of graffiti kunnen we spreken van een hiphopcultuur in Vlaanderen. Alleen zal die volgens Krewcial beperkt blijven. “Je moet een onderscheid maken tussen enerzijds de cultuur – mensen die dagelijks met hiphop bezig zijn en de muziek in een ruimer historisch kader kunnen plaatsen – en anderzijds de mensen die Eminem of Snoop Dogg stoer vinden en daarom hun platen kopen.” Hiphop is bij ons, in vergelijking met onze noorderburen, een vrij onzichtbare cultuur. “In Nederland is alles groter en commerciëler”, zegt Brainpower. “Maar twee jaar geleden was dat nog niet zo. Je had Extince, Osdorp Posse, mezelf en dat was het ongeveer. Sinds 2004 hebben we een nieuwe generatie: Ali B, Lange Frans en Baas B. Zij scoorden meteen erg goed in de hitlijsten. Hiphop is helemaal aan het open bloeien in Nederland: er zijn nu tientallen groepjes die nummers uitbrengen. In België heb je nog een sterke underground scene, maar waarom zou de situatie in België niet veranderen?”

FOTO: MANAGEMENT BRAINPOWER “Ik zie er zus of zo uit, maar ben wel dé shit op het podium”

Volgens Krewcial zijn er toch een aantal verschillen. “Nederlanders zijn altijd al meer op de VS en het Engels gericht. Daarenboven is Nederland één taalgebied, terwijl België er drie heeft. De gemeenschappen sluiten zich op in hun eigen grenzen.” Wie kende er voor Brainpower iets van Nederlandse rap? De echt geïnteresseerden kenden waarschijnlijk Extince en Osdorp Posse. Maar de nieuwe populaire generatie heeft veel te danken aan Brainpower. “Het is aan de mensen na mij om te oordelen over mijn bijdrage tot de Nederlandstalige rap. Ik was de concurrentie voor. Vijf jaar geleden kwam ik al met een Nederlandstalige liefdessong op een hiphopbeat (‘De Vierde Kaart’, nvdr). Dat bleek net iets te vroeg. Je kan stellen dat ik de deur heb opengegooid, nadat anderen die voor mij op een kier hadden gezet.” 8

FREESTYLE IN ‘T DONKER Brainpower heeft leren battlen in de States. Een battle is een verbaal gevecht tussen twee rappers. De rapper met de indrukwekkendste rhymes wint. Negen jaar geleden ging Brain voor het eerst naar New York. Drie jaar later zakte hij af naar Philadelphia samen met zijn dj TLM. “Je leert de hiphopcultuur aan de basis kennen”, vertelt de rapper. “TLM en ik zijn daar ongeveer een maand geweest. We deden mee aan freestyle battles en gaven gratis optredens waar ze ons wilden ontvangen. In Amerika is ongelooflijk veel raptalent. Het opnemen tegen plaatselijke mc’s (rappers, nvdr) is best zwaar.” Die maand leverde memorabele avonden op. “Ik herinner me een bekende avond in een kelder in Philly. Onder meer Eminem, Mos Def en Talib Kweli traden daar op voor ze bekend werden. Tijdens die show viel de elektriciteit uit: geen licht en geen geluid meer. Ik ben in het donker en zonder versterking a capella beginnen freestylen. Wat een aparte vibe! De mensen gingen uit hun dak. In Detroit heb ik twee jaar geleden gebattled in de Saint Andrews Hall, waar de film ‘8 Mile’ grotendeels op is gebaseerd. In New York ben ik eens beginnen rappen met gasten op straat.” De link met de States is ook Sony niet ontgaan. In 2002 vroegen ze Brainpower een remix te maken van ‘One Mic’, een nummer van Nas, een gereputeerde rapper uit New York. “Het is een remix, die neem je dus niet samen op. Ieder neemt zijn couplet op, daarna zijn we naar Amerika gevlogen. Ik wilde toch dat hij me persoonlijk te kennen gaf dat hij deze remix goed vond. Wanneer we hem ontmoetten, zei hij ‘I heard a lot of good things about you’ en dat vond ik wel een compliment.” VIS NOCH VLEES Al zijn hele leven is de Nederlander een rapfanaat, maar een favoriet kiezen, is moeilijk. “Elke mc heeft een eigen stijl. Mijn favorieten blijven Run DMC, KRS-One en Rakim. Maar ik kan ook enorm genieten van Tupac of Biggie. Tegenwoordig vind ik mc’s als Nas, Jay-Z, Eminem en Outkast enorm sterk. Qua flow (de kunst van rijmen op een beat, nvdr) is Rakim gewoon god, die gozer was zijn tijd ver vooruit.” Voor Brainpower is de essentie van hiphop jezelf zijn. “Iedereen heeft zijn kwaliteiten, het gaat om wat je aan talent hebt. Tupac had een ruwe passie, Chuck D was enorm begaan met zijn mensen, De La Soul had een vleugje humor, Biz Markee was een grapjas en Big Daddy Kane was de playboy. Tegenwoordig heeft rap weinig identiteit en is het vaak vis noch vlees. Als er bij een rapper geen kettingen, auto’s of gangsta’s mee gemoeid zijn, vinden velen het niet goed. Maar daar gaat het niet om. Als rapper moet je uitstralen ‘ik zie er zus of zo uit, maar ik ben wel dé shit op het podium’ Van een probleem een grap maken, de zaken omdraaien, daar gaat het om. Een soort universele kracht en vrijheid, dàt is hiphop.”


Het

Nassredine “Nash” Nabi: van succescoach tot broodjessmeerder

Communiqué

Broodje voetbal Nassredine Nabi, een naam die ons niet al te bekend in de oren klinkt. Misschien zegt Nash al iets meer? Ook niet? Het gaat om de vriendelijke man met het ringbaardje, die dagelijks de broodjes smeert in ‘Snack Bloemenhof ’. Gaat er nu wel een lichtje branden? Amper twee jaar geleden was diezelfde man nog een succesvolle voetbalcoach in Congo. In het bijzijn van 90.000 supporters leidde hij zijn ploeg naar de landstitel. Het portret van een harde werker. TIM SCHOONJANS, GILLES SIMONET & DIMITRI VANDEZANDE Nassredine Nabi groeide op in Monastir, een toeristisch stadje in Tunesië. Daar ging hij naar school en speelde voetbal bij een lokaal ploegje. “Tot en met de junioren. Dan zat mijn secundair onderwijs erop en kon ik mijn droom vervullen: een carrière opbouwen in Europa. Ik kwam in 1987 naar België en begon Toerisme te studeren aan het Charles Peguy Instituut in Louvain-la-Neuve. ’s Weekends werkte ik altijd in de Brusselse horeca om mijn studies te betalen. Daar leerde ik Hassine kennen, de eigenaar van de snack en van café ‘La Fleur’.” Door Hassine keerde Nash na zijn studies terug naar zijn oude liefde: het voetbal. “Hassine was toen coach

“Wanneer ik in de winkel sta, wil ik ook de beste sandwichverkoper zijn.” bij Ukkel-Vorst. Hij wou het trainersdiploma behalen, maar moest voor het praktijkgedeelte een volledige ploeg meekrijgen. Hij had geen keeper en dus hielp ik hem. Ik volgde de cursus met veel passie en behaalde ook het diploma. Daarna ging ik zowat alle Brusselse ploegen af als jeugdtrainer: White Star, Jette, Ukkel-Vorst, Bosvoorde… om uiteindelijk de kans te krijgen bij de provinciale min 16-jarigen van RSC FOTO: JOOST GOETHALS Anderlecht. Een kans die ik met beide handen greep.” Nash werkt graag in Snack Bloemenhof. “Het contact met de Lang bleef Nash niet in het Astridpark. Niet omdat studenten is goed. Ik voel me er tien jaar jonger door.” hij niet goed genoeg was voor paarswit. “Ik werd opgemerkt door Hilaire Lumbaie, een Congolese plaats was voor twintig. Mijn huis lag in een arme zakenman. Hij vroeg me om de beloften van zijn land wijk. Ik praatte met de mensen en dat apprecieerden te coachen in een vriendschappelijke partij tegen de ze enorm. Ik deed het bewust, om zo het land en de Belgen van Jean-François de Sart. In Waver hielden cultuur echt te leren kennen.” we de jonge Rode Duivels, met onder andere Gregory Dat hij op handen gedragen werd, besefte Nash Dufer, op 1-1. De Congolezen waren door het dolle wanneer er een betoging tegen de Verenigde Naties heen. De ‘grote’ Belgen afhouden, was voor hen een op gang kwam. “Ik sliep een tijdje in hetzelfde hotel hele eer. Meteen kreeg ik een contract als coach van als de VN-ambassadeurs. Er braken wat relletjes uit Daring Club Motema Pembe (DCMP), de beste club en ik ging een kijkje nemen. Toen de Congolezen me van Kinshasa.” zagen, veranderden hun woede en agressie in een Van de Brusselse oefenveldjes verhuisde Nash naar glimlach. Ze begonnen over het voetbal te praten en het Martelarenstadion van Kinshasa. “Van 20 vergaten waarmee ze bezig waren. Dat deed me wel kijklustigen naar 90.000 enthousiaste supporters. iets.” Een hele schok, dat kan ik je verzekeren. Het stadion In de Afrikaanse variant van de Champions League werd gebouwd door Mobutu, net voor hij stierf. Het haalde DCMP de kwartfinales. Daar werden ze eruit was allesbehalve gekegeld door een veilig. Iedereen kon militair team, de zo het veld opGreen Buffalo’s uit stormen en je aanLosaka. “We mochvallen. Mijn vrienten toen al blij zijn den verklaarden me dat we op de gek om daar te wedstrijd geraakten. werken, maar ik lette Normaal moesten niet op het gevaar. Ik we twee à drie dagen was zo geconop voorhand ter centreerd op het plekke zijn. Na een voetbal.” helse tocht van tien FOTO: DCMP Met DCMP werd uur door de brousse, Nash met zijn spelers voor de belangrijke match tegen de Green Buffalo’s. Nash meteen landskwamen we pas de “De wedstrijd eindigde op 2-2 en er stierven 2 supporters.” kampioen. Samen ochtend zelf om vier speelden ze ook in de uur aan. Onderweg Afrikaanse versie van de Champions League. Hij werd werden we zelfs enkele keren overvallen. Onze ruiten in een mum van tijd enorm populair. “De Congolezen werden kapot gegooid. Gelukkig geraakten we hebben niets, buiten muziek en voetbal. Daar trekken heelhuids aan de aftrap.” ze zich dan ook aan op. Ik bracht hen succes en was Een wondercoach vindt Nash zichzelf zeker niet, dus hun held. Ik werd meteen aanvaard. Ik kwam ondanks de goede resultaten. “Er lopen daar wel goede niet als de blanke, rijke man die hen eens zou leren voetballers rond, hoor. Vooral technisch zijn ze sterk. voetballen. Elke dag nam ik de bus naar de training. Alleen ontbreekt het hen aan professionalisme. Ze Een bus waar honderd man op zat, terwijl er slechts eten verkeerd, verzorgen zich niet goed en zijn 9

tactisch zwak. Het zijn eerder straatvoetballers. Ik bracht hen wat professionalisme bij, waardoor we snel goede resultaten behaalden.” Na een jaar hield Nash het voor bekeken in Congo. Ondanks de goede resultaten en zijn populariteit keerde hij terug naar Brussel. “Ik miste België, mijn vrienden en mijn gewoontes hier. Daarbij zou het erg moeilijk zijn geweest mijn resultaten te evenaren. Het was een zeer verrijkende ervaring. Wanneer er meer politieke stabiliteit is, ga ik zeker terug.” Eens terug in België moesten Nassredine en zijn familie zich weer aanpassen. “Ik kwam opnieuw in een heel andere wereld terecht. In Congo kon ik niet buiten komen zonder aangeklampt te worden door tientallen fans en journalisten. Elke dag kwam ik op televisie. Het was moeilijk om die knop om te draaien. Gelukkig kwam ik via Hassine snel hier terecht. Ik ben een werker en moet bezig zijn. Toen hij hoorde dat jullie school hier zou openen, kon hij alle hulp gebruiken. Ik ben blij hem die te geven. Ik geniet er ook van. Het contact met de studenten is echt goed. Ik voel me er tien jaar jonger door. Ik kom hier werken alsof ik training ga geven. Met evenveel plezier, de tijd vliegt voorbij. Wanneer ik coach ben, ga ik er volledig voor. Maar wanneer ik in de winkel sta, wil ik ook de beste sandwichverkoper zijn.” Of Nash nog lang broodjes zal smeren, valt sterk te betwijfelen. “Wanneer er een goed voorstel komt, vertrek ik meteen. Dat was de afspraak met Hassine. Nu zijn er contacten met een club uit Tunesië. Ik zou misschien assistent kunnen worden van Emilio Ferrera. Ik kon ook terug naar Kinshasa, maar dat kan ik niet. Dan moet ik mijn zoon en dochter achterlaten en die hebben me nu echt nodig.”

“Nationale catastrofe” Tunesiër Nassredine Nabi voelt zich ook Belg. Alles wat het Belgisch voetbal aangaat, spreekt hem in hoge mate aan. “Als Anderlecht verliest in de Champions League, lachen ze in Tunesië met mij. Dat doet pijn. Het doet pijn om het Belgische voetbal zo te zien verzwakken.” Nash heeft zo zijn eigen idee over wat er verkeerd loopt. “Alles begint bij de opleiding van een speler. De clubs moeten goede coaches aanwerven. Geen oude vedettes. Niets garandeert dat goede spelers ook goede coaches worden. Je bent toch ook geen goede kok omdat je regelmatig in een goed restaurant gaat dineren? Pas op, het kan ook erger: vaders die plots tot trainer gebombardeerd worden. Daarmee maak je geen goed elftal.” Talent is er volgens Nash genoeg. “Je moet het alleen juist gebruiken. De Belgen mogen hun roots niet verloochenen. Het zijn harde werkers en dat heeft hen ook grootgebracht. Kijk naar Clijsters, Demol, Gerets… beperkte voetballers, maar harde werkers. Met vooraan nog een technicien als Degryse erbij, kan je ver komen. Dat zijn ze hier precies vergeten.” Het ligt hem echt zwaar op de maag. “Het is een nationale catastrofe, hoor. Zelf kan ik er weinig aan doen. Ik ben geen echte Belg en dat speelt jammer genoeg te vaak mee in de keuze van een coach. Ach ja, ik zeg het nogmaals: met hard werken komt België wel terug. Alleen moet er fundamenteel iets veranderen. Geef verantwoordelijkheid aan de mensen die het verdienen.”


Het

Derde lezing

De oplossing voor al je cadeauproblemen Communiqué

Roadmap voor shoppers Ben je het ook beu om iedereen boeken, cd’s, bloemen of chocolade te geven? Hier is de oplossing: in deze shops vind je enkele alternatieven om de nakende feestperiode met glans te doorstaan. Van je moeilijkste vriend tot je meest geliefde familielid, iedereen wordt gegarandeerd vrolijk van deze cadeaus. LIEZA SERMON & KATRIJN VEKENS WHAT?

Hubert vertelt een parabel over een glazenwasser die van een wolkenkrabber valt: “’Tot hiertoe gaat alles goed’, blijft de pineut alsmaar herhalen. Immers, zolang hij valt, is er geen vuiltje aan de voorbij zoevende lucht. Er staat hem een harde klap te wachten, maar daar breekt hij vooralsnog zijn hoofd niet over.” Alzo illustreert Hubert op pientere wijze waar de Franse maatschappij op afstevent. Ere wie ere toekomt. De scène komt uit de film van Mathieu Kassovitz, waarin drie jongens (een jood, een Afrikaan en een Arabier) Parijs doorkruisen om hun gewonde vriend te bezoeken. Hij was tijdens rellen slaags geraakt met de politie. Met deze prent legde de jonge Turk van de Franse cinema in ‘95 de vinger op de wonde en draaide eens goed rond. Her en der werden de ogen geopend. Cannes wuifde Kassovitz toe met een Gouden Palm. Flash forward: tien jaar later. Op de Champs Elysées haalt realiteit fictie met een fietslengte in. Twee jongens komen op Texaanse wijze om het leven. “Moord!” roepen sommigen. “Brand!” roepen er nog meer. De knikker is in de stront gevallen. Zou de Franse regering deze keer met een “Et Alors?” wegkomen? En terwijl bij ons het pluimvee verplicht werd opgehokt, was een Amerikaans bedrijf er als de kippen bij om een wijn op de markt te brengen met de naam Jesus Juice. Goed gevonden? Ere wie ere toekomt. Zo noemde Michael Jackson de wijn die hij zijn vriendjes zou hebben aangeboden. Altijd een spirituele gast geweest, die Michael. Toen hij het nieuws hoorde, was hij naar het schijnt nogal op zijn gebleekte pik getrapt. Hij zou het label van de fles hebben afgerukt en er uren aan een stuk op gemoonwalked hebben. Who’s bad? De wijnboer of Wacko Jacko? Beste vrienden, geacht uitschot en gewezen koningen der pop die steevast veertienjarige speelkameraadjes hebben: de feestdagen staan voor de deur. Glaasje op? Of het nu Jesus Juice, bier of wodka-redbull is, laat je rijden. CEMIL BELEK

Gratis en bijna voor niks! Hoe heette die film alweer? ‘Banlieue 13’? Nee, die ging ook over het harde leven in de buitenwijken van Parijs, maar is veel recenter. ‘Crimson Rivers’ dan? Bijna, die film heeft Kassovitz ook geregisseerd, maar was een thriller. Probeer te achterhalen naar welke film in deze column wordt gerefereerd en mail het antwoord (met naam, studiejaar en richting) naar hetcommunique@hotmail.com. Diegene die de tiende mail stuurt met het juiste antwoord, wint twee filmtickets. Simple comme bonjour.

Nieuwsgierig naar ons huisorkest? Wie zoekt, die vindt...

Hier vind je de gekste gadgets die je maar kan bedenken. Jong en oud komen aan hun trekken in deze verzamelplaats voor de plezantste prullaria. Onze aanrader: Magic Christmas Tree/Magic Christmas Snowman. Giet de magische vloeistof over de kerstboom/sneeuwman en zie hem groeien! Prijs: 9,50 euro. Adres: Kolenmarkt 74 100% DESIGN Interieurliefhebbers kunnen hier terecht voor hun wildste fantasieën. Van Alessi tot Ritzenhoff, hier vind je alles om de inrichting van je huis een extra cachet te geven. Onze aanrader: champagneglazen Leonardo verkrijgbaar in paars, roze, oranje en groen. Prijs: rond: 56, 50 euro (per 6), driehoekig: 57,50 euro (per 6). Adres: Lombardstraat 2 THE GRASSHOPPER Magneten, tollen, knuffelberen, houten legpuzzels, gezelschapsspelen…Je kindertijd komt terug tot leven als je hier binnen stapt. De ideale cadeauplek voor je jongste familieleden. Onze aanrader: houten eend en muis die de kleinste koters kunnen voorttrekken. Prijs: eend: 15,50 euro. Muis: 10,95 euro. Adres: Grasmarkt 39 - 43 OCA LOCA In dit kinderparadijs worden ook de grote mensen verwend. De vrolijke kleuren in dit Spaans winkeltje zorgen voor een glimlach op het gelaat. Originaliteit gegarandeerd voor je hele familie. Onze aanrader: teenslippers Prijs: kinderen – 12 euro Volwassenen – 14 euro. Adres: Kolenmarkt 1

HYPE SHOP Hier kunnen mannen uit de bol gaan bij merken als Diesel, Carharrt, Ben Sherman en Freitag. De mannelijke helft van de wereldbevolking zal zeker tevreden zijn met een geschenkje van bij Hype Shop. Onze aanrader: Insight hemd. Prijs: 69 euro. Adres: Rijke Klarenstraat 4 ZOË De vrouwelijke helft van de wereldbevolking zal zich dan weer gelukkig voelen in dit gezellige boetiekje. Sessùn, Replay, Franklin & Marshall… Hier heb je een uitgebreide keuze om de perfecte outfit te vinden, van comfortabel casual tot de ultieme partykledij. Onze aanrader: Sessùn rok. Prijs: 83 euro. Adres: Rijke Klarenstraat 12 KAZANA Een uitgebreide collectie sjaals en felgekleurde juwelen, daarvoor moet je bij Kazana zijn. Dit winkeltje is volgestouwd met de meest fantasievolle creaties. Voor vrouwen die op zoek zijn naar dat extraatje en mannen die op zoek zijn naar het perfecte cadeau voor de liefde van hun leven. Onze aan-rader: sjaal in verscheidene kleuren. Prijs: 21,50 euro. Adres: Taborastraat 14 COURRIER SUD Juwelen en artisanale producten vanuit heel de wereld vind je hier zeker en vast. De wierrook komt je tegemoet en zorgt voor een ontspannend sfeertje. Wereldveroveraars kunnen hier terecht voor hun portie avontuur. Onze aanrader: houten oorringen. Prijs: 8 euro. Adres: Kolenmarkt 34

Reacties? Mail: hetcommunique@hotmail.com 10


Het

De enige echte kerstman doet zijn verhaal

Communiqué

“Het is een uit de hand gelopen hobby” Het is woensdagmiddag en we staan aan een voordeur ergens in Vlaanderen te wachten op dé kerstman. Net wanneer wij denken dat hij niet thuis is, stopt een toeterende wagen. Een slanke dertiger stapt uit, onze kerstman. “Ik ben nog snel een kerstboom gaan kopen voor op de foto.” Hij vraagt ons om de boom in elkaar te steken terwijl hij zijn pak aantrekt. Een paar minuten later neemt de kerstman plaats in zijn kerstmanstoel en begint het gesprek. JORAM NIJS & LIEZA SERMON Onze kerstman neemt zijn rol heel serieus. Zijn identiteit wil hij niet bekend maken. Hij weigerde al eerder mee te werken aan een reportage van VTM omdat ze zijn privé-leven wilden filmen. “Ik vind het niet belangrijk dat de mensen weten wie ik ben. Ze hebben al bijna geen mythes meer, ontneem hen deze laatste niet.” Het begon allemaal twaalf jaar geleden in een bekend hotel. “Ik kom daar nog elk jaar, maar word meer en meer gevraagd op bedrijfsfeestjes, privé-feestjes, kerstmarkten en in ziekenhuizen en serviceflats. Je kunt het zo gek niet bedenken of ik ben er al geweest.” Op een gegeven moment werd het zo druk dat hij afspraken moest weigeren. “Ik kon het niet meer bolwerken en heb contact gelegd met zes andere kerstmannen om het werk te verdelen.” Een uitpuilende agenda is niet het enige probleem, ook mentaal heeft hij het zwaar. “Iedereen houdt je constant in de gaten en ziet alle details. Als ik uit mijn rol val, krijg ik daar onmiddellijk een opmerking over. Ik moet me dus de hele tijd concentreren.” Op zijn tochten krijgt hij hulp van een kerstvrouw. “Ze kan heel mooi zingen en draagt een rood pakje en zwarte laarzen. Volgens mij ben ik de enige in België die een vrouwelijke assistente heeft.” Ondanks de drukte blijft hij gelukkig met zijn job. “Kerstman spelen is eigenlijk een beetje een roeping, een uit de hand gelopen hobby. Ik heb er voor gekozen om kerstman te zijn omdat de wereld te ingewikkeld is en de mensen veel te serieus zijn. Eens ik mijn kostuum aan heb, kan ik mensen blij maken. Zelfs

een eenvoudig schouderklopje doet bij veel mensen deugd.” Hij is dan ook overal en altijd welkom. “Het is mijn taak te zorgen voor een goede sfeer. Of dat nu bij een gezin thuis is of op een bedrijfsfeest, zolang de mensen maar gelukkig zijn. Ik heb wel een aantal vaste klanten. Zij smeken mij echt om elk jaar op bezoek te komen. Sommige ouders bezorgen me via

FOTO: LIEZA SERMON

e-mail de nodige informatie over hun kinderen. Op die manier kan ik mijn rol nog beter uitoefenen.” Volgens hem is kerstman zijn meer dan een pak aantrekken. Een pedagogische achtergrond kan altijd van pas komen.“Hij moet natuurlijk kunnen omgaan

met kinderen, maar ook met volwassenen of andersvaliden. Goed kunnen luisteren naar wat de mensen te vertellen hebben, is ook een vereiste. Met andere woorden: empathie is zeer belangrijk.” Hij moet ook de juiste kledij hebben. Onze kerstman koopt zijn pak niet in een supermarkt. “Mijn pak wordt ontworpen door een kleermaker. Je mag eens voelen, dat is dus echt fluweel. Ik heb al kostuums gezien in wit, groen en zelfs geel, dat kan gewoonweg niet!” De kerstman wordt elk jaar populairder. “Het valt mij op dat mensen altijd naar een bepaalde periode uitkijken. Kerstmis zit nu in de lift. Toen ik in 1993 begon, was dat nog niet het geval. Volgens mij komt dit vooral door de kracht van de media.” Onze kerstman is ook mee met zijn tijd. Wanneer je op Google het trefwoord kerstman intikt, staat zijn site (http://www.KerstmanBezoek.com) op de zesde plaats. Aan het eind van ons gesprek, wilde hij absoluut nog een leuke anekdote vertellen. “Na een drukke dag wilde ik een goede trappist gaan drinken in mijn favoriete stamcafé. Onderweg werd ik binnengeroepen door een andere kerstman. We discussieerden over wie de echte kerstman is. Door het stellen van enkele kerstman-FAQ’s, viel de andere al snel door de mand. Uiteindelijk werd ik aan tafel uitgenodigd door mannen die ik van haar noch pluim kende. Na een minuut kreeg ik de indruk dat dit vier homo’s waren. Toen heb ik even mijn noodprocedure-fase 2 moeten toepassen (lacht).”

Op muzikale missie in Brussel Alternatieve kerken vieren hoogtij in onze hoofdstad. “Er zijn nu al meer dan 200 evangelische kerken in Brussel en ze groeien heel snel”, zegt Bert Phagan. Hij is stichter en dominee van het Praise Centre en trekt gelovigen aan door, onder andere, geanimeerde concerten aan de Beurs. Een moderne missionaris in Brussel. TOMAS TEETAERT Vrijdagavond is erg druk voor dominee Phagan. Van een geïmproviseerd concert aan de Beurs, dat overigens bijna elke vrijdagavond plaatsvindt, gaat het naar een pand in de Rue Gheude in Anderlecht. Een minibus vol muziekinstrumenten en een veelvoud aan minibusjes met gelovigen van de meest uiteenlopende nationaliteiten komen op hun wekelijkse rendez-vous aan. In een klein zaaltje aan de zijkant van het gebouw zitten een dertigtal mensen ongeduldig te wachten. Wat volgt, is een tafereel zoals we ze kennen van op de televisie en dat heeft deze voormalige tv-dominee niet van vreemden. Luidkeels meezingend, handenklappend of slechts heupwiegend, de zaal laat zich meevoeren in de christelijk geïnspireerde liedjes van de band. “Ik leer je al de instrumenten aan, maar als je bij mij lessen volgt, leer ik je ‘Halleluja’.” Een dolle Mexicaan danst zich een weg naar voren terwijl anderen hem toejuichen of zijn voorbeeld volgen. Van wild pogo’en tot breakdancen, alles kan en alles mag, als het maar een hoog ‘Halleluja’-gehalte heeft. GELD UIT AMERIKA Voordat Bert Phagan hier negen jaar geleden neerstreek, had hij al eens in België gewoond. “Toen ik pas afgestudeerd was in Muziek heb ik drie jaar les gegeven in een bijbelschool in Sint-Pieters-Leeuw. Daarna ben ik teruggekeerd naar de VS waar ik ongeveer 25 jaar muziekdominee was.” Als ware het

een goddelijke ingeving kwam hij terug en stichtte een eigen kerk. In den beginne was er niets en werden de vieringen nog bij mensen thuis gehouden. Vandaag heeft het Praise Centre een pand in Anderlecht, huurt het een gebouw op de Avenue

FOTO: TOMAS TEETAERT

Louise en schenkt het gratis koffie in hun koffieshop ‘Le Phare’ in de Vlaanderenstraat. “Amerikaanse kerken steunen me financieel, wat me toeliet om onder andere dit gebouw te kopen. Maar we houden 11

ook collectes tijdens onze zondagsdienst.” En niet alleen in Brussel komen nieuwe missionarissen de blijde boodschap verkondigen. “Zowat overal in Europa vind je Amerikaanse missionarissen.” Het Praise Centre zelf heeft al vertakkingen in Antwerpen en Ronse. Aan de achterkant van het gebouw is een grote zaal waar plaats is voor zo’n vijf- tot zeshonderd mensen. De zaal, die tijdens de Duitse bezetting dienst deed als opslagloods, zit elke week nagenoeg vol. Want succes hebben ze. Bewijs daarvan de parkeer- en geluidsoverlast in de buurt. En het aantal volgelingen blijft stijgen. Vaste bezoekers zijn vooral vluchtelingen waarmee het Praise Centre in contact komt via ‘Le Phare’ of tijdens concerten aan de Beurs. “Maar ik geef ook muzieklessen aan jonge mensen en zo betrekken we hen in onze organisatie. Vluchtelingen die ik ken, help ik ook uit de nood als ik dat kan. Ik help hen bijvoorbeeld met hun huishuur of schrijf aanbevelingsbrieven voor hen.” Een gelovig opvanghuis voor vluchtelingen en andere verloren zielen dus. “Wij zijn geen kerk en heten dus niet Praise Church, want dat zou de mensen afschrikken. Wij zijn een centrum waar iedereen welkom is.” En Bert Phagan ziet het groots. “Ik hoop dat we het Praise Centre sterk genoeg kunnen uitbouwen om jonge mensen van hier naar China en Afrika te sturen. En dat zal ons ongetwijfeld lukken.”


Het

Kerst in Brussel Brussel organiseert dit jaar zijn derde editie van Winterpret. Vier weken lang zijn de straten verlicht, kan je de schaatsbaan onveilig maken, is het prachtige Brussel vanuit het reuzenrad te bewonderen... Op de Grote Markt kan je zelfs met geluidsknoppen spelen. Vanaf drie december kunnen Brusselaars en bezoekers genieten van een twee kilometer lang verlicht kerstparcours. Straten kleuren blauw en wit, kerstsfeer op elke straathoek: de eindejaarsfeesten zijn ingezet. Op de Grote Markt staat zoals elk jaar de fraai versierde kerstboom met daaronder de kribbe. De markt ziet er prachtig uit, je wordt zelfs uitgenodigd om een spelletje te spelen. Projecties en geluidseffecten op en rond het stadhuis zorgen voor een futuristische sfeer. Je vindt de kraampjes rond de Beurs, de SintGorikshallen, op het Sint-Katelijneplein en de Vismarkt. Er zijn er 220: je kan er eten, drank, kerstspullen en veel meer kopen. Op het sint-Katelijneplein waan je je in Lapland: op de Vismarkt is een schaatsbaan voor zo’n 300-tal mensen. Voor de kleinsten is er zelfs een minischaatsbaan waar de bengels zich kunnen uitleven.

Als je de kerstmarkt tot aan de achterkant van de Vismarkt volgt, kom je op het reuzenrad uit. Hier kan je het hele Winterpretparcours overschouwen. Voor de mensen die liever op vaste grond rondjes draaien, staan aan de voet van het rad twee maneges. Op de velodroom kan je met de gekste fietsen rijden. Stoeten, straatorgels en animaties fleuren het hele gebeuren op. Verschillende gezelschappen en verenigingen zoals ‘Vooruit met de Kuit’, de fanfare van ‘het Leger des Heils’ en het kerstkoor van Laken zorgen voor heel wat sfeer in de straten van Brussel. Of heeft dat misschien iets te maken met de tientallen jeneverkraampjes? Nog niet overtuigd? Misschien wel als je weet dat Winterpret vorig jaar een recordaantal van 2,5 miljoen bezoekers trok. Tot aan een van de glühweinstandjes! TIM SCHOONJANS

Want je bent het waard Is je lijstje van ‘te kopen geschenken’ nog niet volledig? Onze suggestie: gezichtscrème ‘The Essence’ van het merk ‘La Mer’. Zo bombarderen jouw nicht, groottante of geliefde je prompt tot leukste gast ooit. De crème bevat een concentratie ‘Miracle Broth’. Dit kwakje bestaat uit blauwe algen die voor de kust van San Diego (VS) worden geoogst. De algen zijn moeilijk te kweken en vers te houden. Na het rijpingsproces moeten ze vier maanden gisten eer ze kunnen bewerkt worden. De makers hebben vier jaar gesleuteld aan de formule. Voor je één van de tien Belgische verkooppunten bestormt, wacht tot je een uitnodiging in de bus hebt gekregen. Zoniet kom je van een kale reis terug. Ook belangrijk om te weten: er is een wachtlijst van minstens acht maanden. Het product heeft een futuristisch ogende verpakking en is goed voor een kuur van 21 dagen. Na een week is het verschil duidelijk merkbaar: je huid straalt. Kostprijs: 2100 euro, wánt… je bent het waard. CEMIL BELEK

70.000 handtekeningen voor TC Matic-reünie

Café Monk ‘Café Monk’ bevindt zich aan het SintKatelijneplein in één van Brussels mooiste en gezelligste buurten. Het is genoemd naar jazzlegende Thelonius Monk en is een viertal jaar geleden opgericht door Yves De Vresse. Hij is geen onbekende in de horecawereld. In 1986 richtte hij café ‘Kafka’ op. De Vresse vond dat de Nederlandstaligen nog iets misten in Brussel en besloot hen het Vlaamse ‘Café Monk’ aan te bieden. Op een doordeweekse dag kan je er bekendheden als Patrick Riguelle (Laatste Showband) of Freya Van den Bossche tegen het lijf lopen. Maar ook de typische caféganger en de studenten uit de buurt hebben hun vast plekje aan de toog. Opmerkelijk is dat meer dan drie vierde van FOTO: CEMIL BELEK het cliënteel Nederlandstalig is. Het personeel moet perfect Nederlands kunnen, maar ook een aardig woordje Frans . Van een Vlaamsch gelpiano, die bij optredens wijselijk aan de kant wordt café gesproken. geschoven. ‘Café Monk’ is trouwens een ideale plaats In ‘Café Monk’ kan je ook terecht voor gratis optredens om een groepswerkje te maken wanneer je de (elke eerste maandag van de maand en elke woensdag vergaderlokalen beu bent! Een volledige maaltijd eten en donderdag, nvdr), televisieopnames of politieke kan je er niet, maar het verhaal doet de ronde dat ze debatten. Achter het café is een art decozaaltje dat je de beste kipkap van Brussel hebben. Vergeet zeker kan huren voor vergaderingen, feestjes of niet te genieten van het afgeprijsde ‘bier van de week’! tentoonstellingen. Santé! Het donkere, typisch Brusselse interieur wordt Adres: Sint-Katelijnestraat 42, site: www.monk.be versierd door een prachtige negentiende eeuwse vleuJAN VAN IMPE

Zornik stript Dat Zornik enorm populair is, bewijst de verkoop van hun eerste stripalbum. Van ‘De Maltese Legende’ zijn 23.000 exemplaren gedrukt. De uitgeverij bracht op 2 november 21.000 stuks op de markt. Door de brede distributie en het succes van de rockgroep is de stock van uitgeverij Mezzanine geslonken tot 200. Van een succes gesproken. Naast Xink! is Zornik de tweede Belgische rockgroep die in een stripreeks belandt. Kunnen we hier van een gat in de markt spreken? Volgens uitgever Jean-Luc Verspeeten roepen strips andere emoties op bij de fans. Strips zijn een goede aanvulling van het merchandisinggamma.

Communiqué

Vóór Zornik en Xink! kregen ook al K3, Get Ready en 2 Fabiola een eigen stripalbum. De inkomsten worden gebruikt om nieuwe projecten op poten te zetten. Toch is niet alles rozengeur en maneschijn in de fantasievolle stripwereld. Volgens Verspeeten krijgt deze literaire vorm te weinig mediaaandacht. Hij voegt er meteen aan toe dat Suske & Wiske en Jommeke vroeger geen mediaaandacht nodig hadden om succes te hebben. Vandaag moet reclame de mensen warm maken voor stripalbums. CHRISTOPHE ASSELMAN 12

De Belgische rockgroep TC Matic nog éénmaal herenigen. Dat is de droom van Eddy Houben, organisator van Rock Henis in Tongeren. Hij wil Arno Hintjens en co overtuigen om op zijn concert ‘Oh La La’, ‘Putain, Putain’ en andere hits nog eens samen in originele versie te brengen. Rock Henis is niet zo maar een concert. Het ontstond vorig jaar als protest tegen de woekerprijzen voor tickets van U2. Hun privé-concertje had 350 bezoekers, waardoor de organisatie besloot dit jaar weer een optreden te organiseren. Ze kwamen alvast erg origineel uit de hoek. “Met 70.000 handtekeningen willen we TC Matic, één van de meest bekende Belgische rockgroepen, eenmalig herenigen”, vertelt Eddy Houben. “Ze zijn vandaag nog steeds populair. Wie kent er ‘Oh La La’ niet?” Concreet wil de organisatie voor 15 januari 70.000 e-mails verzamelen die je via hun website www.rockhenis.be kan versturen. “Die e-mails zullen we in het voorjaar persoonlijk aan de leden van de band overhandigen. Als het lukt, schenken we één euro per toeschouwer aan een goed doel. Geen protest dus dit jaar, maar toch ook niet zo maar een concert.” Rock Henis vindt plaats op 8 juli 2006. GILLES SIMONET

Stichting P&V steunt jeugd In mei viert Chiro Koekelberg haar 30-jarig bestaan met een groepsfeest. Niets bijzonders zou je denken, ware het niet dat deze jeugdbeweging bij de Stichting P&V voor financiële steun aanklopt. De stichting is een autonome vzw die gefinancierd wordt door P&V verzekeringen. Ze verdeelt meer dan 300.000 euro onder jeugdverenigingen om de toegankelijkheid van holebi’s, mindervaliden, allochtonen en kansarmen te bevorderen. Groepen en organisaties die in 2006 een project op poten zetten om hun beweging toegankelijker te maken, kunnen dit indienen bij de stichting. Ze moeten wel voldoen aan verschillende criteria, zoals het streven naar solidariteit, efficiëntie, vrijheid en verantwoordelijkheid. Aangezien de lokalen van Chiro Koekelberg in quartier Simonis liggen en ze veel allochtone leden hebben, maken ze kans op een P&V-premie. Meer info vind je op www.pv.be/foundation. CHRISTOPHE ASSELMAN


Het

Departementshoofden in debat

Communiqué

De prijs van grootschaligheid Chaos, problemen, brandjes blussen en cultuurschokken. De drie koningen van de witste gangen in heel Brussel zijn keihard als het gaat over de voorbije verhuizing. Toch is er licht aan het einde van de tunnel. “Want als alle problemen eenmaal verholpen zijn, zullen we er eens goed om kunnen lachen.” MADELON TEN KORTENAAR, JAN VAN IMPE & KATRIJN VEKENS Luc Celis, Luk Laermans, Lucianus Van Rompaey hebben meer gemeen dan alleen de voornaam. De drie vertegenwoordigen elk een departement: respectievelijk Sociaal-Agogisch Werk, Communicatie en Hotel en Toerisme. Normaal gesproken weggestoken achter bureaus op de begane grond, nu rond de tafel in café ‘La Fleur’ om voor eens en voor altijd duidelijkheid te scheppen rond de verhuizing, de school en andere praktische zaken. Dat niet alles van een leien dakje liep de afgelopen weken, daar kan niemand meer omheen. Welke problemen hebben de eerste weken met zich meegebracht? CELIS: In het begin was het in feite complete chaos. Ik herinner mij twee secretariaatsmedewerkers: de één zat aan de ene kant van Brussel, de ander aan de andere kant. Op dat moment was de verhuizing aan de gang en had ik bij mij thuis een personeelsvergadering. Zo hebben wij vanaf het begin gewerkt.

FOTO: KATRIJN VEKENS Lucianus Van Rompaey: “Ik weet niet meer wie mijn studenten zijn.”

VAN ROMPAEY: Ik persoonlijk vind het jammer dat de beamers niet in orde zijn. Vooral omdat er wel degelijk beamers zijn, maar er een probleempje is geweest met de aansluiting. Men zegt dat het in orde komt. LAERMANS: Er zijn problemen met de aannemers, het fijne weten wij daar ook niet van. Dat zal te maken hebben met contracten die niet nageleefd zijn, in de twee richtingen. Wij vrezen dat het een beetje op de lange baan geschoven wordt. Drie departementen in één gebouw: onverenigbare culturen? LAERMANS: Beweren dat alles naadloos verloopt, zou niet correct zijn. Dat is ook onmogelijk, het zijn toch drie redelijk verschillende departementen. We moeten nog een lange weg afleggen. Tot conflicten heeft het nog niet geleid. Wel is het elkaar leren kennen. De andere Luc heeft het ooit eens goed uitgedrukt: “Samenleven, dat doet pijn.” CELIS: Kán pijn doen. VAN ROMPAEY: Wij hadden een organisatie waarbij iedereen nogal aanvullend werkte. Nu lopen mensen voor een groot stuk verloren. Mijn kantoor was en is nog altijd open, je mag binnenstormen wanneer je wilt, maar we zitten ver weg van de wereld. Hierdoor kunnen sommige zaken een slechte opvolging krijgen. Voor mijzelf bijvoorbeeld, ik kende vroeger mijn studenten praktisch allemaal – dat wil zeggen, de tweede- en derdejaars. Maar mijn eerstejaars, ik weet niet meer wie mijn studenten zijn.

CELIS: Voor ons was het een schok hoor, een echte schok. We komen van een of ander klein gebouwtje waar iedereen elkaar kende, ieder een eigen bureel had. En dan kom je hier terecht: ik weet niet wie van mijn lectoren vandaag aanwezig is. Wanneer je vroeger les gaf in een lokaal dat je niet aanstond, dan koos je een lokaal aan de overkant. Nu moet dat via de computer geregeld worden. Dat soort van dingen is echt een serieuze aanpassing. Werken de departementen samen, of is het ieder voor zich? L AERMANS : We lossen veel samen op. Elke maandagmorgen komen wij samen in voorbereidende vergaderingen: wij hebben dan campuscollege. En altijd hebben wij tijd tekort. Het gaat nu nog veelal over brandjes blussen hoor; gewoon omdat er nog zoveel praktische problemen zijn. Lange termijnzaken, strategieën… die moeten uiteraard ook nog komen. Het nieuwe gebouw heeft nauwelijks parkeerplaats. Heeft u uw auto inmiddels ingeruild voor de fiets? CELIS: Er ís een parking onder het gebouw, alleen kunnen we er nog niet in. Maar beperkt: ik denk dat er achttien plaatsen zijn. We hebben een afspraak over wie daarvan gebruik mag maken. Dat zijn departementshoofden, opleidingshoofden en gastsprekers. VAN ROMPAEY: Uiteindelijk is het zo dat je niet sneller naar Brussel kan komen dan met de trein. Ik denk dat mensen meer en meer het openbaar vervoer moeten gebruiken. Zowel studenten, als lectoren. Natuurlijk vergt dat een aanpassing. Op termijn denk ik echter dat het voor een aantal mensen geen probleem is. LAERMANS: Ik ga wel zeggen dat niet iedereen daar gelukkig mee is. Nu spreek ik voor míjn departement, dat was even aanpassen en doorslikken. Maar goed, dat zijn nu eenmaal de keuzes: iedereen was wél gelukkig met de keuze om naar het centrum te gaan, dat heeft een aantal consequenties. Nu één gebouw, straks één departement? Hoe lang duurt het nog voor de drie departementen fusioneren? VAN ROMPAEY: We hebben dat hoofdstuk afgesloten. Ik kan niet ontkennen dat er een discussie is geweest op het einde van het vorige academiejaar. Maar op dit ogenblik kijken we hoe we het kunnen halen in een cohabitation. Als men de fusieplannen terug opdiept, zal de discussie terug gevoerd worden en zullen we kijken of de fusie zinnig is of niet. C ELIS : Het nadeel is dat als je departementen fusioneert die inhoudelijk niets met elkaar te maken hebben, je een administratief blok creëert. Met voordelen, maar ook met heel veel nadelen. LAERMANS: Het is zo dat we oorspronkelijk van mening verschilden. Ik ben altijd nogal voorstander geweest van schaalvergroting. De pro‘s en de contra‘s? Dan zijn we hier uren bezig. Want dat is een heel dik dossier. Kennen de lectoren van de verschillende departementen elkaar eigenlijk wel? Zijn er speciale ontmoetingsdagen geweest? CELIS: Ah ja, de grote ontmoetingsdag in Tienen! Er is vlak voor we naar hier verhuisden door het personeel een barbecue georganiseerd, waar de drie departementen elkaar ontmoet hebben. Het heeft geduurd van ’s middags tot ’s avonds laat. VAN ROMPAEY: Op dit ogenblik is iedereen nog op zoek naar zijn eigen plaats. We zijn nog niet rustig, 13

kunnen ons nog niet neerzetten op een stoel waar we ons goed voelen. Op het ogenblik dat het gebouw echt klaar is, denk ik dat de vraag zal komen om een aantal activiteiten te doen. Er is nogal wat kritiek geweest vanuit de omgeving. Wat doet u eraan om het imago van de school te verbeteren? CELIS: Dat klopt, we hebben de politie over de vloer gehad. Het probleem is dat je nooit weet of die klacht van de hele buurt is of van één persoon? Ik zou in alle eerlijkheid ook niet de school achter m‘n hoek willen hebben. LAERMANS: Op de informatiedag van 10 september zijn spontaan enkele buren binnengekomen die vroegen: ‘Mogen wij het gebouw eens bekijken? Wij hebben er nu twee jaar last van gehad!’ Toen is het idee gegroeid om een buurtreceptie of -ontvangst te organiseren. Daar is een projectgroepje van Public Relations op dit moment mee bezig. (De receptie heeft ondertussen al plaats gevonden, nvdr) Is die actie niet wat aan de late kant? Mensen moeten immers al twee jaar leven met de werkzaamheden. L AERMANS : Ja, maar hoe was het hier een maand geleden nog? We willen het hier wel een beetje aangekleed hebben. Toonbaar. CELIS: We wilden ook wel voorkomen dat de oudste buurtbewoonster al meteen valt over een stuk losliggend materiaal. Het rommelt aan het Bloemenhofplein. Onderwerp van menig gesprek-op-fluistertoon: is het dragen van een hoofddoek in de les aanvaardbaar? Wat is uw standpunt? LAERMANS: Ik denk dat ik weet waar je het over hebt, maar dat moet je herleiden tot individuele oprispingen van bepaalde personeelsleden van mijn departement. Ik moet erbij zeggen dat volgens de nieuwe financieringsregeling van minister Vandenbroucke, wij gehonoreerd gaan worden om zo veel mogelijk allochtonen op een volwaardige manier door het Hoger Onderwijsparcours te leiden. Dus we zouden gek zijn.

FOTO: KATRIJN VEKENS Luk Laermans: “Even aanpassen en doorslikken.”

Stelling: “De verhuizing had beter een half jaar later plaats kunnen vinden.” Eens of niet? V AN R OMPAEY : Wel kijk… neen. Omdat het academiejaar start en je eigenlijk van daaruit het jaar moet plannen. Binnen hopelijk één of twee maanden zijn we over de grootste ongemakken heen en wordt


Het

het een beetje historie; dan kunnen we er eens goed om lachen en wordt het een fait divers dat we regelmatig zullen aanhalen. CELIS: Het waren inderdaad weken van chaos. Maar in de helft van het academiejaar verhuizen, ik denk dat het onoverkomelijke problemen met zich zou hebben meegebracht. VAN ROMPAEY: Het klinkt misschien eigenaardig, maar voor mij was het essentieel dat we met drie tegelijk het gebouw ingingen. Dat ik niet de laatste zou zijn. Het is zo dat wie eerst komt, eerst maalt. Er nestelen zich mensen in bepaalde lokalen en dan plots komt daar iemand bij, dan word je ook bekeken als een soort indringer. En nu kom je met drie tegelijk en heeft iedereen een probleem. Stelling: “Elke dag worden er spullen gestolen; laptops, gsm’s en portefeuilles zijn vogelvrij. Hoog tijd dat de school eens een betere bewakingsdienst inschakelt.” Akkoord? VAN ROMPAEY: Het is een waarheid als een koe. Ik ben al zeven gsm’s kwijt en drie laptops. Nee, even ernstig nu. Ik denk dat men probeert zoveel mogelijk ongemakken te voorkomen. Dat betekent dat er een goede controle is op alles wat er gebeurt, maar men kan niet alles controleren. Dat is niet door het nieuwe

gebouw: mensen brengen weinig respect op voor elkaars spullen. CELIS: Je kan perfect een systeem ontwikkelen dat je

FOTO: KATRIJN VEKENS Luc Celis: “Ik zou in alle eerlijkheid ook niet de school achter m`n hoek willen hebben.”

’s ochtends langs scanners moet om naar binnen te gaan. Langs de andere kant: een school is een publieke

Communiqué

ruimte, waar iedereen vrije toegang heeft. Je moet je persoonlijke verantwoordelijkheid nemen. Je tas ergens laten staan, doe je ook niet in de bioscoop of op café. Dat is de prijs van grootschaligheid. LAERMANS: Het probleem is dat we zo’n grijze periode gehad hebben waar we tot onze eigen ergernis deuren niet goed konden afsluiten. Toen zijn er inderdaad acht computers gestolen. Het is algemeen geweten dat wanneer je veel werklui over de vloer krijgt, er veel wordt gestolen. Er zijn ook studenten die losse vingers hebben. En zelfs personeel. VAN ROMPAEY: Er gaan waarschijnlijk camera’s komen. De bedoeling daarvan is om een bijkomende controle te hebben over wat er gebeurt in de gangen. Wanneer die er komen, is een open vraag. Als het aan ons ligt morgen. Wat gaat er nog veranderen aan het gebouw? LAERMANS: De bedoeling is dat het grote logo tegen de grijze muur in de hal komt. Zo kan iedereen het altijd zien. V AN R OMPAEY : Er komen ook panelen van de Erasmushogeschool: zo wordt het een soort middeleeuws gebouw met uithangborden. CELIS: En er komt een wireless netwerk. Cadeautje van Hotel en Toerisme.

Verbouwen voor gevorderden In het VT4-programma “The Block” zagen we de voorbije maanden hoe moeilijk het is om een verbouwing succesvol af te ronden. Zelfs voor vakmensen is het niet altijd even makkelijk om binnen de planning en het budget te blijven. Dit ondervond ook het architectenbureau dat instond voor het ontwerp van onze nieuwe campus. We gingen praten met Jacques Ceyssens, de project -en construction manager van Samyn and Partners. Hij weet als geen ander waarom het gebouw nog steeds niet af is. NICK ARYS & JORAM NIJS Het gebouw was niet afgewerkt bij de aanvang van het academiejaar. Nu wordt er nog steeds gewerkt. Hoe komt dat? De werken liepen om verschillende redenen vertraging op. De ruwbouw heeft meer tijd ingenomen dan verwacht. Twaalf aannemers en een aantal onderaannemers hebben aan het gebouw gewerkt. De coördinatie verliep niet altijd even goed. Dat is eigenlijk de fout van de school en de architect omdat ze de planning van de aannemers niet strenger opvolgden. Het gebouw moest al in mei af zijn. Momenteel wordt er enkel nog aan details gewerkt: lichtpunten, schakelaars, bepleistering. Deze dingen waren nog niet voltooid voor de verhuizing en het is niet makkelijk om ze nu af te werken tijdens de lessen. Ik hoop dat alles eind december klaar is. Waarom heeft EhB precies jullie architectenbureau gekozen om het nieuwe schoolgebouw te ontwerpen? De school organiseerde een wedstrijd voor het ontwerp van het gebouw. De jury, met als voorzitter de Vlaamse bouwmeester b0b Van Reeth (zijn merknaam, nvdr), vond het plan van ons architectenbureau het beste van alle kandidaten. Philippe Samyn, hoofd van ons bureau, heeft het ontwerp zelf getekend. Hij had in het plan een tuin voorzien, ondanks de kleine bouwoppervlakte. Ik denk dat ons plan het daarom gehaald heeft. Meneer Samyn wilde ook zoveel mogelijk van het bestaande gebouw behouden, maar het ontwerp en de realiteit stemmen niet altijd overeen. Moest u met bepaalde vereisten en beperkingen rekening houden, het gaat tenslotte om een schoolgebouw? Ja, we moeten altijd rekening houden met noodsituaties. Er zijn specifieke regels, maar die verschillen niet zo veel van de regels voor andere gebouwen. De veiligheid is één van de belangrijkste aspecten. De trappen zijn bijvoorbeeld zeer breed omdat er per verdieping bijna 500 studenten zitten die op hetzelfde moment naar beneden moeten kunnen. En in bijna elk lokaal moest natuurlijk een

schoolbord (lacht)

komen.

beetje van alles meegenomen: werkmateriaal van de aannemers, een Er is geen airco, geen compressor, om maar iets zonnewering en we te noemen. Grappig was kunnen de ramen niet de diefstal van de openen om frisse lucht koperleidingen bij het binnen te laten. Is het de begin van de werken. We bedoeling dat studenten waren bezig de koperoververhit geraken? leidingen in het oudste Neen, ik hoop van niet. gedeelte van het De school vroeg ons om voormalige ziekenhuis te geen airconditioning in verwijderen. Na het het gebouw te plaatsen. weekend waren tot de Dit kost veel meer dan verbazing van de aannatuurlijke ventilatie. FOTO: SAMYN AND PARTNERS nemer alle leidingen Onze school zag er voor de verbouwing heel anders uit. Voor de vensters aan de verdwenen. De dieven zonnekant is zonnewering moeten ze zelf gedemonvoorzien. Wanneer die geplaatst wordt, is nog niet teerd hebben. De aannemer had dus minder werk, zeker. De sloten op de ramen zijn er gekomen op maar verloor natuurlijk ook de inkomsten van de aanvraag van de school. In elk lokaal is slechts één verkoop van het koper. venster dat geopend kan worden, dit om te vermijden dat de studenten de ramen openzetten om ze daarna Wat is de uiteindelijke kostprijs van het gebouw? niet meer te sluiten. Ik heb geen idee van het huidige budget. Er was bijna zes miljoen euro voorzien, maar uiteindelijk is Wat is de bedoeling van de hekken aan de ingang het veel meer geworden. (het huidige budget bedraagt van het gebouw? Het clichébeeld van de school als 9.760.000 euro, nvdr) Het is een verbouwing en gevangenis wordt bijna werkelijkheid. tijdens een verbouwing zijn er veel verrassingen. Ik vind van niet, oorspronkelijk namen de hekken trouwens nog meer plaats in. Op vraag van de school Bent u tevreden met het uiteindelijke resultaat? en de Dienst Stedenbouw hebben we de hoogte van Ja, van het gebouw in zijn geheel ben ik tevreden. de hekken op bepaalde plaatsen verlaagd. Zij waren De gevel vind ik zeer geslaagd. De cafetaria is ook ook bang om een gevangenisgevoel te creëren. Ik vind aangenaam, met een mooi zicht op de stad. De dit eigenlijk jammer. Het uitzicht van het gebouw is afwerking moet wel nog beter. Ik ben ook verrast nu minder mooi. De poorten aan de ingang zouden door het feit dat de studenten blijkbaar overal hun eigenlijk allemaal moeten open staan. In combinatie voeten plaatsen, zelfs op de muren. met de houten bodem creëert dit een aangename sfeer, en dus niet die van een gevangenis. Als u nog iets zou kunnen veranderen aan het gebouw, wat zou dat dan zijn? Op een bouwwerf wordt regelmatig iets gestolen. De lage hekken aan de gevel zou ik hoger maken. Was dit ook hier het geval? Het was ook voorzien om de muren aan de ingang Bij het begin van het schooljaar zijn er een tiental rood te verven en het logo van de Erasmushogeschool computers gestolen. Tijdens de werken is er een er op aan te brengen. Dat zou ik zeker doen. 14


Het

Aan de slag met javel

Communiqué

Hoe zou het zijn met ... Anneke en Jamel? Is het ook zo lang geleden dat je Anneke en Jamel nog hebt gezien? Of ken je hen niet eens? In Anderlecht zagen de studenten Communicatie hen dagelijks de klas binnen komen. De verhuis naar het centrum heeft ook voor hen gevolgen gehad: vier verdiepingen, een verdubbeling van het aantal leerlingen, een gebouw dat nog niet af is en nieuwe collega’s. Ook de andere departementen hebben hun Annekes en Jamels meegebracht. Hoe hebben zij de verhuis beleefd? TINE ROELANDT & JAN VAN IMPE tegenkomen in de gang. Maar we hebben respect Jamel ervaart de verhuis naar het centrum van Brussel voor elkaar en elkaars werk.” Anneke merkt toch een alleen maar als positief. “Ik ben nu ook een beetje conciërge. “Ik werk van 13u tot 17u als kuisman en van 17u tot 19u als conciërge. Daarenboven kan ik nu rechtstreeks met de bus naar de school komen, terwijl dit vroeger niet kon.” Anneke weet nog niet of ze de verhuis positief vindt. “Ik had in de Flinsdreef een vrijer gevoel. Als je naar buiten keek, zag je een boom of het gras, veel meer groen. Terwijl je nu een flatgebouw ziet, of binnenkijkt in een ander gebouw of lokaal. Maar dat is puur de ligging, ik ben geen stadsmens.” Qua werk is het toch ook wel wat anders. Iedereen heeft zijn eigen verdieping of verantwoordelijkheid: Noëlla kuist de mediatheek, Maria de receptie, Anneke is FOTO: NICK ARYS verantwoordelijk voor de eerste verdieping, groot verschil: “Het is minder sociaal dan vorig jaar. Rosa voor de tweede en Jamel voor de derde. “We We zien elkaar veel minder. Vroeger aten we ’s hebben niet echt een diepgaand contact”, vertelt middags samen in het leraarslokaal, nu niet meer. Jamel. “We groeten elkaar slechts als we elkaar

Maar er zijn dan ook veel leerkrachten bijgekomen.” Jamel is dan weer zeer tevreden: “Ik doe mijn werk graag en heb mijn eigen verdieping waarvoor ik verantwoordelijk ben. De derde dan nog, de beste verdieping van allemaal!” Ook qua mentaliteit merkt Anneke een serieus verschil. “De studenten van Hotel en Toerisme mochten bijvoorbeeld nooit eten en drinken in de lokalen, en dat merk je wel. Na de les zijn hun lokalen veel properder dan die van ons (Communicatie, nvdr). Er zijn ook leerlingen naar mij gekomen die vonden dat er nogal ‘rare’ mensen rondliepen op school.” Jamel vindt dan weer dat de nieuwe leerlingen niet altijd even goed luisteren: “Als ik vraag om een stoel op de tafel te zetten, doen ze dit niet altijd. Maar ik doe wel altijd mijn best voor hen.” Jamel is tegenwoordig bereikbaar via gsm. Als je langer, tot hooguit 19u, op school wil blijven voor een werkje, kan je hem contacteren op het nummer 0494/764880.

Bloed, bloot en beesten Het studentenleven bruist, zeker in Brussel. Ook op de Erasmushogeschool? Eerlijk, ik heb er nooit veel van gemerkt, tot dit jaar. Plots duiken ze op in lange jassen, in volle glorie, met lint en klak. Commin@: wie zijn ze, wat doen ze en vooral…waar waren ze? TINE ROELANDT Commin@ werd drie jaar geleden opgericht door Dieter Leemans. Toen hadden ze vier schachten, nu bijna 40. Een ware schachtenboom. Niet alleen de departementen hebben verbroederd aan het Bloemenhofplein. Er bloeit ook iets tussen de studentenverenigingen. Preses Alexandre Ravays verklaart: “Commin@ en Nike, de studentenvereniging van SAW, werken nu samen. Dit jaar zijn

er nog twee presessen, Jan Wittenberg en ik. Vanaf volgend jaar zullen we officieel één vereniging zijn.” Hun doop werd voor het eerst verplaatst naar het bos. En dat zullen de schachten geweten hebben: ze werden in groepen verdeeld en moesten het tegen elkaar opnemen in een ware modderclash. Hierbij houdt Commin@ altijd rekening met ‘de regel van 3’: geen bloot, geen bloed en geen dieren. Daarvoor

sluiten ze zelfs een contract af met de schachten. Vorig jaar hielden ze nog een doopcantus, dit jaar sloten ze de doop af met een rondje karaoke. Maar hoe zit het met de andere Brusselse studentenverenigingen en clubs? Wat klopt er van de wilde verhalen over dopen in je blootje, zwemmen in ingewanden en drinken tot je erbij neervalt? Een greep uit het aanbod:

Schild

Wie?

Schachtenver koop? erkoop? Bloot/ dieren De ergste opdrachten

HOT, Hotel en Toerisme Erasmushogeschool, meer dan 100 leden

Aloisiana, EHSAL, 480 Perkilo EHSAL Cam- Irioka, Iris Hoge- De Perskring, VUB, Pro Gaudio, 400 leden pus Dilbeek school, 120 leden VLEKHO, 250 leden leden

Ja, alle BSK-kringen mogen kopen. BSK is de overkoepelende kring van de Erasmusverenigingen.

Ja, iedereen die bij een Nee studentenvereniging gekocht en gedoopt werd, mag kopen.

Nee

Ja, jongens volledig, Nee/nee meisjes mogen hun slip aanhouden/Nee

Nee/ Ja, tijdens de Nee/ Ja, alles wat we Nee/ja presidiumdoop van de boer kunnen krijgen Eierdooier met mond doorgeven. Vreselijke dingen eten. Toeschouwers op een originele manier bij de doop betrekken.

Tienbal met de placenta van een koe. Iets vies eten, zoals toastje met kattenvoer. Een soort mijnenveld waarbij ze een opdracht doen.

Ja, het zijn doop- Ja groepen die kopen.

Op elkaars voeten cocktailsaus maken. Uit het achterste van een kip iets vies drinken. Kattenvoer eten.

15

De doop van de Perskring is naakt. Het is een soort toneel waar verschillende aspecten aan bod komen (actua, folklore, andere kringen...).

Twister met smeerlapperij. Viezigheid (kattenvoer e.d.) eten. Onze traditionele glijbaan.

Nee/nee

Look in het haar. Op knieën kruipen. Er wordt veel vuiligheid op hen gesmeten.


Brussel in woord en beeld Je schouders zetten onder het studentenblad van de Erasmushogeschool Brussel. Je moet het aan den lijve ondervinden om te weten wat het is. Het woord ‘slavenarbeid’ komt soms in je op, maar je krijgt het niet over je lippen. Wanneer je bedolven bent onder het werk, durf je de essentie uit het oog te verliezen. Je bent als een werkmier druk in de weer. Met oogkleppen récht op het doel af, terwijl het eigenlijk om The Big Picture gaat: Brussel. Je vraagt je af: “Hoe zit dat eigenlijk? Heeft Brussel een verhaal te vertellen?” Op naar de mediatheek. Nodig: een camera met volgeladen batterij. Niet nodig: statief. Een opdracht als deze moet je met de losse pols doen. Dan dompel je jezelf onder in de stad, met de camera als je gids. Het is vastgelegd en het staat nu vast: Brussel leest als een boek. Elke straat is een bladzijde met één pakkende zin, een regelrechte pageturner. Meningen worden geëtaleerd, emoties geuit. ‘Politiek correct’ komt niet voor in het Brussels woordenboek. Verre van. CEMIL BELEK


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.