Periodiek van het departement Communicatie van de Erasmushogeschool Brussel Redactie en productie: professionele bachelor Journalistiek
Jaargang 9, nummer 4, mei-juni 2006
10 jaar Hooverphonic
dossier pro-anorexia • milow raakt met eenvoud • Dossier fair trade Foto: Kris Dewitte
Het
Elitoriaal
Communiqué
Eli Van Brussel
den (het budget van de Erasmushogeschool Brussel is daar net niet groot genoeg voor - we misten nog 10 eurocent), maar ik hoop dat het dicht in de buurt komt. Want ik ben er oprecht trots op. Ik ben fier op mijn redactie, die er alles voor over had om dit Communiqué echt goed te maken. The sky was the limit. Ze regelden een interview met Alex Callier via het management van Hooverphonic, gingen popster Milow bezoeken, stelden hun lichaam ter beschikking van datingsites, onderzochten of fair trade écht eerlijke handel is en gingen op een gewaagde speurtocht naar de heilige graal van het damesvoetbal. Enkele gekken kregen we zelfs zo ver dat ze een American-footballtraining gingen meedoen. Ze zijn er nog altijd stijf van. Ik zeg dan ook met de hand op het hart en op een goede Duvel dat ik je kan verwennen. Niet met een erotische massage (voor de fantasierijke vrouwelijke lezer), maar met een maaltijd van zowel prettig als sterk leesvoer. We onderzochten het fenomeen van de pro-anorexiabewegingen (meisjes die van anorexia hun levenswijze maken); we vertellen je het vergeten verhaal over ‘de verloren 100 frank in de verloren wisselbeker’, we nemen het Eurovisiesongfestival onder de loep, bieden je een bloedmooi pareltje en kunstige foto’s aan. Als muzikaal dessert zijn er zelfs vijf cd’s van Hooverphonic te winnen. Misschien zit je nu in de les, op de trein met het boekje in de hand, of op het toilet (wees gerust, de inkt gaat niet af ).
Ik geef het toe. De laatste weken ben ik helemaal in de ban van het Oude Egypte. Het heeft mij in zijn greep, de mysterieuze piramides, het Zevende Wereldwonder, hun onvoorstelbare kennis over de sterren... Ik vind het prachtig. Ik vraag me al lang af hoe ze erin geslaagd zijn om piramides te bouwen die wij, met onze moderne kranen en materialen, zelfs niet kunnen nabouwen. Een écht wereldwonder. Maar het Oude Egypte fascineert me vooral door één van hun uitvindingen: hiërogliefen. Een slim Egyptenaartje vond dat hij de boodschap van de god Osiris op één of andere manier moest vastleggen en vond er niets anders op dan ze te tekenen. Hij geloofde zelfs dat Osiris zelf zijn hand bewoog. De Egyptenaar tekende meer dan 700 verschillende symbolen en gaf elk van hen een apart gevoel mee. Een gevoel dat recht vanuit de sterrenhemel kwam, de mysterieuze magie van hun goden, Isis en Osiris. Toen de hiërogliefen later vervangen werden door het spijkerschrift, ging de magie verloren. Ze werden vervangen door een schrift dat puur praktisch was. Vandaag gebruiken we nog altijd zo’n praktisch schrift. 26 letters, een alfabet. Maar met die letters kunnen we wel duizenden, miljoenen combinaties maken. In woorden, zinnen. In dit editoriaal. In dit Communiqué. Woorden vol gevoel. Osiris zou er ons zeker zijn Isiske voor gegeven hebben. Een wereldwonder zal dit boekje waarschijnlijk niet wor-
Foto: Roel Spelkens Waar je ook bent, whatever you do. Blader, lees en geniet van dit dubbel Communiqué. En voor de taalpuristen... De titel boven dit stukje is inderdaad een creatieve mix van het woord ‘editoriaal’ en mijn onvoorstelbaar prachtige naam (een vondst van onze Anthony). Maar ach... een kniesoor die daarop let. To Osiris!
Morituri te salutant
Een gebroken arm, een gescheurde milt, een vervroegd pensioen van m’n zwemmertjes, … Mogelijke blessures flitsen door mijn hoofd wanneer een geheimzinnige kracht mijn arm optilt. Is het een gezonde dosis nieuwsgierigheid of een onverklaarbare suïcidale drang?Wat het ook moge zijn, ik heb me zonet opgegeven om een sfeerverslag neer te pennen over American Football. En er is maar één manier om je volledig in te leven in het onbekende: zelf een training meemaken. Steven De Loof, Mathieu de Rijcke, Dries Olaerts & Roel Spelkens Als vier ongewapende gladiatoren betreden we de arena. Achter ons, een schare trouwe fans, het fototoestel in de aanslag. Vóór ons, iets wat van op afstand op een tankregiment lijkt. Het blijkt een footballploeg te zijn, en nog wel een vriendelijke ook. Wat eerst nog een goedkope zelfmoordmissie lijkt, wordt uiteindelijk een leuke ontmoeting met een onbekende sport. Ofwel, de ‘beren’ van 2JT op bezoek bij de Black Angels. Suicide Hoog tijd om ons lot tegemoet te treden. Eén van de Angels neemt ons onder z’n vleugels. We mogen pas meetrainen als we beloven in september nog eens langs te komen. Het team is voortdurend op zoek naar nieuwe spelers en koestert de ijdele hoop dat wij raspaardjes zijn. Uiteraard wordt er begonnen met een opwarming. Pompen, sit-ups en andere militaire driloefeningen werden vooraf gevreesd. Uiteindelijk zijn het vooral standaard looppatronen. Er wordt afgesloten met een ‘suicide’. Iets wat in ons geval ook letterlijk op te nemen valt. Na de fysieke opwarming is de tijd rijp voor de mentale opwarming. Misschien wel het meest typerende aan American Football. Say Hut! We krijgen snel de spelregels uitgelegd. De coach roept, de spelers moeten klappen op de juiste momenten. Het
Colofon
is vooral zaaks de spelers voor en naast je te volgen. “Say Hut!” Iemand klapt uit de maat, en het is geen journalistje. Gelukkig maar. We worden aangemaand naar de zijlijn te gaan. De harnassen worden omgedaan. Helmen worden tegen elkaar geslagen. Jammer genoeg zijn er onvoldoende harnassen en kunnen we niet met de nodige bescherming het veld opgaan. Geen probleem voor de coach. We voegen ons bij het verdedigende blok en krijgen de taak schaduwaanvaller te spelen. Het is onze taak tussen de verdedigers te lopen en te proberen de losvallende ballen op te vangen. Stiekem hopen we dat we niet geramd worden. We dwingen de coach een aantal keren tot ingrijpen en tot het uitschelden van zijn manschappen. We vervullen onze taak blijkbaar naar behoren. Helmpje op, laat je vloeren Daar eindigt het avontuur voor ons. Er wordt op het scherpst van de snee een onderling partijtje gespeeld. We houden ons wijselijk aan de kant en kijken toe hoe quarterbacks afblokken en line-backs bedolven worden. Helemaal op het einde komt ons moment van glorie. We krijgen een harnas aangemeten en mogen één tegen één onze kans wagen. We blijken toch niet over verborgen talenten te beschikken en worden meedogenloos neergemaaid of kiezen gillend het hazenpad. Achteraf zijn we alvast trots over onze prestatie en over de
Hoofdredacteur
Vormgever
Chef reportage
Eli Van Brussel
Mathieu de Rijcke
Ellen Vanhove
Adjunct-hoofdredacteur
Beeldredacteur
Correctoren
Leen Jonckers
Eindredacteur
Redactiechef
Marlies Van Schoors
Nathalie Torfs
Jeffrey Vander Stricht Tim Engelen Aurelia Claes
Chef lay-out
Redactiesecretaresse
Redacteurs
Lander Lenaerts
Steven De Loof
Roel Spelkens
Yannick Guldentops
2
Foto: Leen Jonckers sport zelf. American Football mag dan wel om agressie en haantjesgedrag draaien, de teamgeest blijft ongeëvenaard.
Karolien Freys Anthony Grauwels Dries Olaerts Celia Raeymaekers Leen Ryckebosch Claudia Van den Houte Henri Van Lint Britt Van Wouwe Steven Vandenbergh
Algemeen hoofdredacteur
Patrick Pelgrims
Eindredacteur lay-out André Lapeere
Taaladviseur Dirk Mampaey
Met dank aan
Joost Goethals Jill Mathieu
Het
Van strever tot kok
Communiqué
Alex Callier, het brein achter Hooverphonic
Tien jaar geleden begonnen ze als een klein bescheiden groepje.Nu, tien jaar later en elf cd’s verder, zijn ze uitgegroeid tot een ware cultgroep. Bekend van Sint-Niklaas tot Hollywood staan ze deze zomer als afsluiter op de mainstage van Rock Werchter. Tussen een optreden in Amsterdam en Istanbul door vond Alex Callier de tijd om herinneringen op te halen. Een interview met een man, een voormalig student van de Erasmushogeschool Brussel, een kok, een klein ego én een groot muzikant. Leen Jonckers & Roel Spelkens
H
ooverphonic wordt wereldwijd op handen gedragen, wat is jullie geheim? Ik denk dat wij een heel aparte ‘sound’ hebben. Je herkent ons heel snel als we op de radio komen. We hebben een vrij eigenzinnig geluid. Het is moeilijk te omschrijven, aangezien het wel pop is, maar geen gewone pop zoals Britney Spears of zo, er is altijd wel ergens een kantje af. Vooral de identiteit is belangrijk. Het is de bedoeling om muziek te maken die heel herkenbaar is en wij hebben op dat gebied wel een beetje chance gehad dat we in Hollywood verzeild raakten. Dat geeft toch wel wat extra punch. Als je iets doet als kleine Belgische groep, dan moet je echt wel iets anders willen dan de doorsnee Amerikaanse of Britse band. Als je in die grote landen iets wilt bereiken, moet je vooral iets doen dat ze daar zelf niet maken, zoals wij. In onze muziek zitten heel veel Belgische invloeden. Het is een soort mengelmoes van allerlei culturen, en dat is typisch Belgisch. Wij proberen Franse, Engelse, Duitse, Italiaanse en zelfs Arabische invloeden in onze muziek te steken en dat maakt dat je een hele toffe mix krijgt. Die verschillende invloeden gaat de gemiddelde Engelsman of Amerikaan niet combineren omdat ze bijvoorbeeld gewoon niet zo into het Franse chanson zijn. Wij daarentegen staan daar wel voor open. Jullie bestaan dit jaar tien jaar, iets speciaals georganiseerd? Eigenlijk niet, maf hé, maar we zijn dit jaar zo druk bezig geweest dat we nog niets georganiseerd hebben, maar dat mag wel eens. (lacht) Aan de andere kant is het ook wel een beetje moeilijk, want we bestaan tien jaar puur op het gebied van platen uitbrengen, van 1996 tot 2006. Geike, onze zangeres, is er pas bijgekomen in 1997, dus we waren er eigenlijk niet echt zeker van wanneer we het juist moeten vieren. Maar officieel zijn we dus in 1996 gestart.
Hooverphonic staat dit jaar wel op Rock Werchter als hoofdact op zondag. Hebben ze jullie gevraagd omdat jullie ‘verjaren’ of omdat ze jullie goed vinden? Ik denk omdat ze ons goed vinden. (lacht) Nee nee, ik denk wel dat het met ons tienjarig bestaan te maken heeft. We spelen op zondag vlak voor Depeche Mode, voor ons is dat geweldig aangezien wij nogal Depeche-Modefans zijn. Het is gewoon fantastisch om zo laat het hoofdpodium op Rock Werchter af te sluiten, en dan nog samen met Depeche Mode! Het streelt absoluut ons ego moet ik zeggen, ik kijk er al naar uit! JewordtweleensbestempeldalshetbreinachterHooverphonic, hoe zit dat nu juist? Kijk, ik schrijf bijna alle nummers en teksten. Ik produce ze ook nog eens. Dus ik bén eigenlijk wel het creatieve brein. (lacht) Maar langs de andere kant is zo’n brein niets zonder een goede performance, en het is toch vooral Geike die daarvoor zorgt. Ik moet eerlijk zeggen, ik zie mezelf als de motor van de groep, Geike is de brandstof en Raymond de olie, en het kan alleen maar marcheren als de drie ingrediënten samenwerken. We hebben daar nooit echt een probleem van gemaakt. Geike bijvoorbeeld is de zangeres en het gezicht van Hooverphonic. Dat is dan weer iets anders. Wij willen gewoon alles in functie doen van de muziek, en onze eigen ego’s opzij schuiven. Hebben jullie je meteen in de muziek gestort of heeft er iemand van Hooverphonic hogere studies gevolgd? Ja, één iemand… en dat ben ik. (lacht) Beeld, Geluid en Montage aan het RITS. Ik maakte al muziek van toen ik tien of twaalf jaar was. In een groep spelen is altijd mijn droom geweest, maar zonder succes. Ik schreef toen ook
Foto: Kris Dewitte al mijn nummers en muziek. Het lukte niet echt in de muziekwereld, dus ben ik maar gaan studeren. Toen ik afgestudeerd was, had ik toch weer zin om iets te doen. Ik had op dat moment wat geld, kocht een sampler en zo zijn we er eigenlijk ingerold. Je moet dat bekijken zoals bij een lief. Als je er een zoekt, vind je er geen, en als je er geen zoekt, kom je ze tegen. Ik heb heel mijn jeugd een platencontract gezocht, en niet gevonden. Toen ik niet meer gefixeerd was op hét platencontract, hebben we er één gekregen. Er boden zich plots zeven platenfirma’s aan! Mijn motto is vanaf toen veranderd in: “wie niet zoekt, die vindt!” (lacht) Heb je aan die studententijd leuke herinneringen? Absoluut! Er waren veel van mijn collega’s die daar wat negatief over deden, maar ik vond dat eigenlijk wel heel tof, ik heb er een heel leuke tijd beleefd. Ik heb er veel geleerd, in tegenstelling tot wat mensen soms beweren van het RITS. Ik zat ook heel graag op kot in Brussel. Ik herinner me nog goed toen we met een aantal vrienden naar een feestje gingen in een café in Sint-Joost. Het verhaal deed de ronde dat er een afbraakfuif was, aangezien het gebouw gerenoveerd moest worden. Op een bepaald moment komt er ne gast die bij mij in de klas zat uit de toiletten met een toiletpot in zijn handen. Hij zette die pot in het midden van de dansvloer, wij zijn daar de boel beginnen afbreken. Maar dat was helemaal niet de bedoeling. Het bleek zelfs helemaal geen afbraakfuif te zijn! En ja, dat was wel tof! Enfin, voor ons toch, voor de uitbater net iets minder. (lacht) Je hebt in Brussel op kot gezeten dus je hebt allicht wel een aantal vaste plekjes voor een leuk avondje uit. Wel, meestal gaan wij naar het AB-café, aangezien we daar vaak optreden. Voor de rest… de classics, laat ons eerlijk zijn. De Walvis, den Archiduc, en in mijn studententijd gingen we wel veel naar Le Cocq in de Dansaertstraat. Voor de rest ga ik heel graag eten in de Taverne du Passage. Ook de Italiaan op de Anspachlaan is een aanrader. In Ukkel is er een heel tof bistrootje, waar ze zowat vanalles hebben. Ik ben eigenlijk heel slecht in namen, ik weet enkel hoe ik er naartoe moet rijden. (lacht) 3
Ben je in je vrije tijd ook nog met andere dingen bezig dan met muziek maken? Absoluut, ik ben vooral bezig met koken, ik ben nogal ne culinaire. Ik ga heel graag eten, en kook ook graag zelf. Ik kan vanalles klaarmaken. Maar pasta nog het allerbeste. Van die echte origineel Italiaanse, en niet de Vlaamse spaghetti die je in de plaatselijke taverne krijgt, daar heb ik een ongelofelijke hekel aan. Ik haat die cliché bolognesesaus, met platgekookte spaghetti. Ik ben heel goed in het maken van allerlei pasta’s en ravioli’s. Ik kan naar het schijnt ook heel goede béarnaisesaus maken, toch volgens mijn vriendin. Zo van die echte, zoals het hoort, niet uit een pakje.
“Ik haat cliché bolognesesaus, ik ben nogal ne culinaire” Wij duiken binnenkort de examens in. Heb je als oudstudent nog enkele examentips voor ons? Je moet op voorhand beginnen leren! Ik had in mijn studententijd alles al tijdens de paasvakantie gestudeerd. Tijdens de blokperiode begon ik alles te herhalen, ik was eigenlijk wel een strever. (lacht) Je moet gewoon zien dat je op tijd begint en alles goed structureert. De avond voor een examen ging ik vroeg slapen zodat ik uitgerust naar mijn examen kon gaan. Alles wat de gemiddelde student niet deed, deed ik wel. Ik had twee broers, de ene deed wiskunde en de andere rechten, die hadden dus veel zwaardere cursussen te blokken dan ik. Mijn broers begonnen al in de paasvakantie te studeren, dus ik kon niets anders doen dan zelf ook maar te beginnen. Ik kon niet aan een examen beginnen als ik iets maar één keer had gestudeerd. Ik zeg het, ik was echt het prototype van een strever. (lacht) Het Communiqué geeft vijf albums van Hooverphonic weg. Stuur je gegevens en het antwoord op volgende vraag naar communique2jt@hotmail.com. Hoe heette Hooverphonic toen de band werd opgericht?
Het
“Student en muzikant zijn is eigenlijk een ideale combinatie”
Communiqué
Singer-songwriter Milow raakt met eenvoud
Leuvense twintiger Jonathan Vandenbroeck, beter bekend als Milow, wist op 10 mei de Brusselse harten te veroveren tijdens zijn concert in de Ancienne Belgique. Bovendien staat zijn hitsingle ‘One Of It’ op de Afrekening-cd 39, kwam zijn tweede single ‘Excuse To Try’ net uit en zit hij middenin de opnames van twee nieuwe videoclips. Hoog tijd dus voor een gesprek met deze student Politieke Wetenschappen. Britt Van Wouwe “Student en muzikant zijn is eigenlijk een ideale combinatie. Ik ga weinig naar de les dus heb ik tijd om met muziek bezig te zijn. Tijdens de examens moet ik natuurlijk wel even de knop omdraaien. Maar toch, nadien heb ik meestal een heleboel nieuwe songs. Het mag niet, je moet studeren maar dat maakt de lokroep van die gitaar naast je bureau eens zo sterk. Het laatste jaar is het misschien wat moeilijker geworden om alles te combineren maar nu moet ik enkel mijn thesis nog maken en dan zit het erop. Ik heb trouwens eerst een jaar film en regie gestudeerd aan Sint-Lukas. Toen wist ik nog niet goed of ik iets creatiefs wou doen of ik echt voor de droge boeken zou gaan. Later bleek dat het tweede dan toch beter was voor mij omdat dat veel verder van mijn muziek lag. Het is verfrissend om de knop eens helemaal om te draaien. Als je zowel op school als daarbuiten creatief moet zijn legt dat veel druk op je. De clip van ‘One Of It’ is gemaakt met mensen die ik op Sint-Lukas leerde kennen. We werkten naar voorbeeld van David Meanix, een Amerikaans beeldend kunstenaar die foto’s neemt, ze verscheurt en dan helemaal reconstrueert. Voor de video maakten we zo een masker en dan speelden we alles in slow motion, erg speciaal. Maar wacht tot je de clip van ‘Landslide’ ziet. Die wordt helemaal spectaculair! We zijn nu met de opnames bezig van video’s voor zowel ‘Landslide’ als ‘Excuse To Try’. Die laatste wordt een compilatie van livebeelden. Over de andere kan ik nog niets kwijt, behalve dat het de moeite wordt!”
“Ik ben een perfectionist in alle facetten van mijn muziek” Het minst populaire instrument “Geloof het of niet, maar toen ik met muziek begon, interesseerde gitaar me niet. Iedereen speelde dat al en ik wou iets helemaal anders doen. Dus als jongen van een jaar of acht besloot ik om accordeon te gaan spelen, waar-
schijnlijk het minst populaire instrument. (lacht) Ik kreeg les van een privéleraar en die is min of meer uitgegroeid tot mijn mentor. Toen mijn interesse voor accordeon verslapte, heeft hij me de basis van gitaar en piano uitgelegd. Ik ben pas heel laat beginnen zingen, op mijn negentiende of zo. Ik dacht nog: “Dat gaat nooit meer lukken!” Maar ik ben ermee doorgegaan tot ik in 2004 mijn kans kreeg op Humo’s Rock Rally. De finale was altijd mijn doel en die heb ik gehaald, dus ik was erg blij. Dat was in de Ancienne Belgique, geen heel grote zaal, maar het klinkt daar gewoon fantastisch. Ik heb er heel goede herinneringen aan. Daar spelen is altijd een beetje thuiskomen. De logische stap na de Rock-Rallyfinale was een cd uitbrengen, maar geen enkele platenfirma toonde interesse. Dus uiteindelijk heb ik maar besloten om de cd in eigen beheer uit te brengen. Daar heb ik een behoorlijke som geld voor moeten lenen want ik wou de plaat niet in lo-fi (in lage kwaliteit en met minder middelen, nvdr.) uitbrengen. Ik wou een plaat met een strijkkwartet en met goede arrangementen die in een degelijke studio opgenomen was. Daar staat een hoge kostprijs tegenover, maar ik vond het het risico waard.” De kracht van spontaniteit “De samenwerking met Nigel Powell (producer van ‘The Bigger Picture’ en ex-drummer van ‘The Unbelievable Truth’, nvdr.) was echt super. Hij heeft een fantastische job gedaan. Nigel deed het ook uit liefde voor de muziek, niet voor het geld. We zaten twee weken in de studio, dus we hadden niet de tijd om alles opnieuw en opnieuw te proberen. Ik ben een perfectionist in alle facetten van mijn muziek maar ik ben me heel goed bewust van de kracht van spontaniteit. Vooral eenvoudige nummers moeten het hebben van de sfeer, want als je dat twintig keer opnieuw doet, blijft er niets van over.” “We namen ook analoog op in plaats van digitaal, het apparaat moest zelfs afgestoft worden. (lacht) Zo zit je niet op een beeldscherm naar allerlei grafiekjes te staren, maar
Foto: Pieter Baert kan je enkel op je gehoor vertrouwen. En we gingen voor hele opnames. Zowel het eerste als het laatste nummer op het album zijn in één keer opgenomen, stem en gitaar samen. Dat is erg ongewoon. Ook de andere nummers zijn Foto: Pieter Baert in een paar takes gedaan. In ‘Stepping Stone’ zit zelfs een stuk dat ik eigenlijk opnieuw had moeten opnemen, maar dat klein foutje wordt uitgebalanceerd door de sfeer die heel goed zat. Zoiets maakt de plaat. Perfectionisme mag je gewoon niet te ver doortrekken.” Het Communiqué geeft vijf gesigneerde singles van Milow weg. Stuur je gegevens en het antwoord op volgende vraag naar communique2jt@hotmail.com. Hoe heet het eerste album van Milow?
“Ik doe het niet voor het geld en de vrouwen”
Een waterachtig zonnetje schijnt op de Schelde terwijl ik een plaatsje uitzoek in Het Noorderterras om T-Love, mijn slachtoffer van de dag, te interviewen. Als echte Belg ben ik al blij met dit weer. Maar dat geldt niet voor Thierry, die meteen vloekt op de koude wind en dito temperatuur. De man is dan ook afkomstig van Martinique, een eiland in de Franse Caraïben. Wat zoekt hij in hemelsnaam in het grauwe België? Hij kwam naar hier om zijn dj-carrière uit te bouwen. Een passie noemt men dat. Britt Van Wouwe “Eigenlijk kwam ik in het uitgaansmilieu terecht als danser. Met een Parijs’ tv-programma ging ik toeren, onder andere hier in Antwerpen. Zo kreeg ik Safe P te horen en was op slag verkocht. Hij werd mijn mentor en leerde me de knepen van het vak. De eigenaar van de discotheek waar ik danste, runde ook The Reves en daar mocht ik als resident aan de slag. Dat staat nu bekend als stripclub maar toen ik er begon was het nog een échte club. ‘s Morgens kwam iedereen van de Antwerpse horeca na de job afgezakt om nog wat na te feesten. Zo maakte ik naam en kreeg ik de kans om in Aruba, Litouwen, Hongarije en zelfs in Ibiza te spelen. Ik speel ook liever in het buitenland. Dj zijn is een job en dat weten ze daar veel beter dan hier in België. Hier wordt het nog te vaak als een hobby bestempeld en krijg je niet het respect dat je verdient. Veel dj’s dragen daar ook zelf toe bij. Ze doen het gewoon voor het geld en de vrouwen.” “Er zijn natuurlijk uitzonderingen: van die kleine undergroundfeestjes met de juiste mensen en de juiste muziek. Zoals Fuzz Club in Herentals waar ik altijd met veel plezier draai. Meer zelfs, ik laat er andere boekingen op slag voor vallen want daar kan ik écht mijn ding doen.”
Foto: T-love Funk Shaker “Funk Shaker was mijn eerste nummer, dus ik was dolblij dat het meteen getekend werd bij Work én zo’n hit werd. Ik heb de vinyl gezien in platenwinkels van Hongarije tot 4
Ibiza. Mijn tweede plaat is klaar maar ik wacht op een remix van Ron Carroll, die trouwens onlangs meewerkte aan het nieuwe album van Bob Sinclar. Het nummer wordt zeker voor de zomer uitgebracht. En dan trek ik weer naar Ibiza, maar ik hou Amnesia voor bekeken en ga andere clubs opzoeken (T-Love was twee jaar resident in de club in kwestie, nvdr.). Binnenkort speel ik ook op een groot openluchtfestival in Detroit, waar zowat alle grote namen aanwezig zullen zijn. Ik sta nu al te trillen op mijn benen! Dat gebeurt gelukkig niet zo vaak meer nu ik elke week vier of vijf keer draai.” “Een tijdje geleden was ik wel enorm onder de indruk van wat er tijdens mijn set gebeurde. Plots komt er uit de massa een vrouw op me toegestapt. Op haar vraag geef ik haar een microfoon en zij begint uit het niets mee te zingen. Of beter, voor mij te zingen. (lacht) Het was Sonique! Dat zijn van die fantastische dingen die je meemaakt als dj. Ik doe het nu al zestien jaar en hopelijk kan ik er nog lang mee doorgaan. Maar de toekomst ziet er veelbelovend uit! Zo kan ik ondertussen nog wat sparen, want als het draaien erop zit wil ik graag een pianobar openen in de Caraïben. Daar is het warmer.” (lacht)
dossier eerlijke handel
Het
Fairtradeproducten worden een steeds groter succes
Communiqué
De dunne grens tussen commercialisering en fair trade
Eerlijke handel is in. De producten die het Max Havelaarkeurmerk dragen, waren vorig jaar goed voor een omzetstijging van 21%. Eerlijke producten bereiken een steeds breder publiek. Sesamrepen, maniokchips en worldshakesap zijn niet langer voorbehouden voor geitenwollensokkendragende neohippies. Bijna 70% van alle fairtradeproducten wordt via de supermarkten verkocht. Maar waar ligt de grens tussen eerlijke handel en commercialisering? Lander Lenaerts, Eli Van Brussel & Marlies Van Schoors
M
ax Havelaar is een onafhankelijk keurmerk voor eerlijke handel, dat aan het einde van de jaren tachtig werd opgericht als reactie op de scheve handelsrelaties tussen het Noorden en het Zuiden. Als een bepaald product aan een aantal criteria voldoet, heeft het recht op het fairtradekeurmerk. Dat garandeert dat de boeren in het Zuiden een eerlijke prijs krijgen voor hun oogst. Bovendien controleert Max Havelaar of de landarbeiders in menswaardige omstandigheden werken. Maar hoe eerlijk is eerlijke handel? Fair trade als verkoopsargument Zo staat er op een potje Mik-yoghurt met mango het Max Havelaarlabel, maar het bevat slechts 2% fairtradeingrediënten. Hoe zit het dan met de overige 98%? “Bij de mangoyoghurt is er inderdaad een probleem”, zegt Dirk Steurs, persverantwoordelijke van Max Havelaar Vlaanderen. “De suiker in de yoghurt voldoet aan de fairtradenormen, maar de mango haalt de kwaliteitscriteria niet. Nog niet. Toch hebben we beslist dat het product de markt op kan, als er binnen een bepaalde periode een oplossing voor de mango’s wordt gevonden. We zijn niet tevreden met ons eigen akkoord en zullen in de toekomst geen gelijksoortige akkoorden meer sluiten.” Slimme fabrikanten zouden hun omzet kunnen verhogen door er een beperkt aantal fairtrade-ingrediënten in te verwerken, waardoor consumenten sneller geneigd zijn om het product te kopen. Ze gebruiken het Max Havelaarlabel als extra verkoopsargument. De yoghurt van Mik is niet het enige product dat niet volledig fair trade is. Ook het worldshakefruitsap van Oxfam zegt slechts 53% fairtradeingrediënten te bevatten. Dat wil uiteraard niet zeggen dat de overige ingrediënten door uitbuiting tot stand zijn gekomen. “Je kan zeggen dat het helemaal ‘wit’ moet zijn, maar wij zeggen ‘begin maar met een klein blokje wit’. Het gaat dan om ingrediënten die bij ons, in het Noorden, gemaakt worden, zoals bijvoorbeeld melk. We leggen de producten percentages op, op basis van de vaste stoffen. Bijvoorbeeld 20% van de vaste stoffen moet dan fair trade zijn. Bij melk telt dan het water niet mee.”
Foto: www.maxhavelaar.be
Handel is handel De stijging van de populariteit van eerlijke handel zorgt ervoor dat er steeds meer marketing en business aan te pas komen. Commercialisering lijkt op het eerste gezicht belangrijker te worden dan idealisme. “Fair trade gaat over business, maar wel over business op een andere manier. Commercialisering is voor ons geen vies woord”, zegt Steurs. “Eerlijke handel blijft in de eerste plaats handel. Het is de bedoeling dat ons handelssysteem impact heeft op het Zuiden. Dat kan enkel door een commercieel succes, als de consument het product wil kopen. De boeren die in het fairtradesysteem zitten, willen hun producten maximaal aan de man brengen. Wij zijn zeer tevreden als een groot bedrijf, zoals bijvoorbeeld Nestlé, een fairtradeproduct op de markt brengt, want dat is weer een stap dichter naar duurzame ontwikkeling. Fair trade, daar doet iedereen zijn voordeel mee”, vult Steurs aan. “Zowel de boer uit het Zuiden als de winkelier om de hoek hebben het recht om er profijt uit te halen.” Maar als zowel de boeren uit het Zuiden als de bedrijven uit het Noorden winst maken, wordt de kloof niet gedicht. “Eerlijke handel is geen liefdadigheid, maar gaat gewoon over een correcte prijs voor een correct product”, antwoordt Steurs.
“Commercialisering is voor ons geen vies woord” Paaseitjes Om de verkoop nog te verhogen, houden sommige fairtrade-organisaties, zoals Oxfam Fairtrade, speciale acties: schuimwijn tijdens de eindejaarsperiode of paaseitjes op Pasen. Toch is niet iedereen even enthousiast over die marketingstrategieën. Jorg De Raeymaekers, magazijnier in het verdeelcentrum van Oxfam Vlaanderen, heeft hierbij enkele bedenkingen: “Fair trade gaat over bewustwording en niet over de verovering van de markt. Organisaties zoals Oxfam moeten waakzaam blijven. Ze mogen hun oorspronkelijke missie, het herstellen van de verhoudingen tussen het Noorden en het Zuiden, niet uit het oog verliezen.” Steurs: “De kunst zal zijn om de fairtradegarantie te behouden en om de lat hoog te blijven leggen. We merken nu al dat er initiatieven zijn die die lat lager willen leggen. Wij, de fairtradebewegingen, kunnen die initiatieven amper nog eerlijke handel noemen. Afgelopen zomer was er het project ‘fair and free trade’, dat was gelinkt aan de Efico-foundation (een stichting van koffiebranders die projecten ten voordele van koffieboeren in het Zuiden steunt, nvdr.). Alle koffiebranders die meededen met de Efico-foundation, konden op hun product het label ‘fair and free trade’ zetten. Terwijl de koffie zelf niet volgens de fairtradecriteria is geproduceerd. De inhoud is geen eerlijke handel, maar er staat wel ‘fair trade’ op het label. Dat is niet correct.” Na hevige reacties van de fairtradeorganisaties verwijderde Efico het label ‘fair and free trade’ van hun producten en van de website. Complex verhaal Eén van de koffiemerken die aangesloten zijn bij de Eficofoundation, is Collibri, een merk van Colruyt. Vijf procent van de verkoop geeft Collibri aan projecten in het Zuiden. Deze producten zijn niet gekeurd door Max Havelaar als fair trade. Toch is het verschil tussen gekeurde en nietgekeurde producten onduidelijk voor de consument. De Collibri-chocolade staat in de rekken naast die van Oxfam Wereldwinkels en Max Havelaar en heeft een gelijkaardige verpakking. “Het is niet gemakkelijk voor de consument”, geeft Dirk Steurs toe. “De communicatie is niet duidelijk, maar wel correct. Wat fair trade nu juist moet zijn, 5
Foto: Lander Lenaerts is een complexe vraag.’’ Efico en Max Havelaar werken op een andere manier aan duurzame ontwikkeling. Max Havelaar via het systeem van eerlijke handel en Efico via liefdadigheidsprojecten. Maar wat heeft het meeste nut op wereldvlak? “Projecten zijn meer vrijblijvend. Boeren in problemen blijven in problemen omdat ze sommige normen niet kunnen halen”, aldus Jorg De Raeymaekers. Dirk Steurs bevestigt dit: “Fair trade zorgt voor meer vooruitgang dan liefdadigheidsprojecten. Dat is één van de achterliggende ideeën van Max Havelaar. Bovendien houden koffieboeren in het fairtradesysteem niet van liefdadigheid. Zij beslissen liever zelf hoe ze hun inkomsten willen investeren.”
“Boeren in problemen blijven in problemen omdat ze sommige normen niet kunnen halen” Heb jij een fairtradejas? Ook in de nabije toekomst denkt Max Havelaar aan verdere verovering van de markt, door uit te breiden naar andere sectoren. “Vorig jaar in mei zijn we met textielproductie begonnen en hebben we criteria uitgewerkt voor de katoensector. Katoen kent een gelijkaardige problematiek als koffie. Kleine boeren die heel slechte prijzen krijgen. De reacties van de textielsector zijn ook positief. Het project is gestart in Frankrijk, en grote merken als La Redoute en Celio willen nu ook op de Belgische markt fairtradekleding gaan verkopen.” Het ziet er dus naar uit dat fair trade de komende jaren nog zal groeien. Is eerlijke handel eerlijk? Meestal wel, maar het sleutelwoord blijft voorzichtigheid. Wij, consumenten, moeten waakzaam blijven dat we producten kopen die écht ontstaan zijn door eerlijke handel, waar de boeren in het Zuiden iets aan hebben. En zij, de fairtradeorganisaties, moeten kritisch blijven bij de steeds grotere commercialisering. Jorg De Raeymaekers: “Beter verkopen is goed, ook voor fair trade. Als de fairtradeorganisaties hun idealen maar niet verliezen.”
Het
Communiqué
“Let’s not save up the seventh riff for a new song, pile it up to one big crazy cliiiiiiimax!”
The Sedan Vault out loud
Voor wie de naam ‘The Sedan Vault’ enkel in de oren klinkt als een neerstortende wagen, opent zich hier een nieuwe wereld. Deze vierkoppige band, met de drie Meeuwis-broers als fundament, maakt furore in België. Na viersterrenrecensies bij De Morgen, P-Magazine en een uitgebreid interview in De Standaard doet de progrockbende deze zomer het Dourfestival aan. Dat er genen van dit talent ronddartelen in onze schoolgangen is ons niet ontgaan.Wij trokken Frederik Meeuwis, derdejaarsstudent Journalistiek en‘bass-bezieler’vanThe SedanVault, aan de mouw... Leen Jonckers, Roel Spelkens & Ellen Vanhove Jullie zijn een onmogelijk te ontwijken onderwerp in de betere‘boekskes’en in verschillende televisie- en radioprogramma’s. Bestempeld worden als één van dé jonge revelaties van deze tijd… Hoeveel mensen hebben jullie daarvoor moeten omkopen? Frederik: “Om te starten met een cliché, we zijn gewoon onszelf gebleven. We zitten eigenlijk in een nichemarkt die qua structuur niet echt toegankelijk is. Onlangs (26 april, nvdr.) speelden we nog samen met Nada Surf, toch eerder een mainstreamgroep, in de Vooruit in Gent. Mensen kijken dan wel eens op als ze een jonge groep zien die net iets anders doet. Veel mensen vonden ons dan ook specialer! Niets tegen Nada Surf, maar zij gaan voor een grotere markt, wij blijven graag in de obscure zone.” Geen schrik dat de positieve aandacht zich opeens tegen jullie zal keren? Broer Marius (keyboards) komt erbij zitten. Marius: “Goh nee (denkt na), de media zijn geïnteresseerd, en dat werkt dan weer stimulerend voor ons. Er bestaan maar weinig Vlaamse groepen die al zo lang samenspelen als wij. Onze eigenwijze ideeën rijpten, bij wijze van spreken, al vanuit de wieg. Maar we proberen wel om constant professioneel bezig te zijn, ook onze technici geven zich voor de volle honderd procent. Onze cd is ook écht goed! Maar het heeft wel erg lang geduurd voordat we aan het hoesje konden snuiven.” Frederik: “Het is wel heel erg tof en het komt onverwacht dat iedereen zo in ons gelooft. We hebben bewust gekozen voor variatie in onze cd om ons niet te vergrijpen aan mainstream. We zijn vrij uniek in ons genre, misschien dat we daarom nu zoveel aandacht en kansen krijgen.” Marius, vier jaar geleden leende jij nog je lichaam en stem aan Mawkish. Je zat toen in de finale van Humo’s Rock Rally. Waarom wenkt het grote succes nu opeens wel? Marius: “Op zich was Mawkish misschien toegankelijker
qua muziek, maar we werkten toen aan de hand van een hoop ongeordende ideeën. Dat is nu wel heel anders.” Frederik: “Ik denk dat ons succes te wijten is aan het feit dat we nu een cd hebben (Mardi Gras Of The Sisypha, nvdr.). In België stel je echt niets voor zonder cd in je oeuvre. We werken nu samen met de man die de promotie van Franz Ferdinand in België verzorgt!” Marius: “Om het visueel voor te stellen. Ooit Snelle Eddy bij Chris & Co zien meespelen met Blokken? Je hebt een hoop normale blokjes, dan komt er opeens één blokje met een hakenkruis, waarop Snelle Eddy zegt: ‘Dat is nu eens een deftige blok!’. Met The Sedan Vault proberen wij die deftige blok tussen de gewone blokken te zijn.” Vanwaar de keuze voor zulke vreemde teksten? Frederik: “We hebben lang gezocht naar een speciale toon…” Marius: (vult broederlijk aan) “…en hebben dus ook veel teksten weggegooid! (lacht) Nee, de eerste teksten waren Bob-Dylaneske pogingen, maar dat kwam niet goed overeen met de sfeer die we wilden meegeven.” Frederik: “Dan zijn we inspiratie gaan zoeken bij rebelse schrijvers als Kerouac en Corso, en verbijsterende films als Amores Perros en Lucia y el Sexo, om zo zélf tot een uitgewerkt filmscript te komen. Daarvan zijn de stukken bij de juiste muziekthema’s gezet. Vergelijk het met een puzzel die je weer afbreekt.” Wat als de verhalen niet overkomen? Frederik: “Je mag de mensen niet de pap in de mond geven. Elke nuance uitleggen is VTM-mentaliteit en daar doen we niet aan mee.” Frederik, ga je nog verder studeren? Als je de job van je leven vindt, ben je dan weg? Of stort je je volledig op The Sedan Vault? Frederik: “Muziek biedt te weinig zekerheid. Maar de
Foto: Nikolas Karakatsanis combinatie studeren en muziek is wel haalbaar. Nu, als je het echt goed wilt doen, haal je je neus best uit de boeken, maar daarvoor is het te vroeg. Misschien ga ik wel snit en naad studeren of vouw ik enveloppen bij De Post. (lacht)” Marius: “We zouden niet kunnen leven van muziek, en dat is ook niet onze bedoeling. Onze markt is hier momenteel nog te klein voor. En commercieel gaan, staat niet op ons to-do-lijstje.” Frederik: “Let’s not save up the seventh riff for a new song, pile it up to one big crazy cliiiiiiimax!”
Het mysterie van de beker
Vrouwenvoetbal, een sport waar menig macho mee lacht.‘Vraag maar eens aan een vrouw wat buitenspel is.’Wij trokken, als twee macho’s met een klein hartje, erop uit om dit cliché te weerleggen. Over een wereld waar geen vrouwenhak aan te pas komt en waar menig man van droomt. Wij trokken er naartoe: een verhaal van twee ‘echte’ mannen en een beker. Anthony Grauwels & Roel Spelkens We doen eens wat anders, een interview over damesvoetbal. Of was het gewoon in de hoop een uur lang een knappe voetbalster te kunnen interviewen? Fout, we kwamen terecht bij Jos Van Der Auwera. Niets tegen de man, maar geef nu toe, het was niet de persoon die we in gedachten hadden. Jos was destijds een van de medeoprichters van de vrouwenliga en trainer van Astrio Begijnendijk, waarmee hij een paar keer de landstitel en de beker van België won. Aan het eind van een geslaagd, maar laat ons zeggen ietwat eentonig interview wou de gewezen trainer nog een geheim met ons delen. Wisten we toen maar al wat een avontuur zijn verhaal met zich zou meebrengen! In ieder geval, ons avonturiersinstinct was geprikkeld. Telling the story In het seizoen 1976-1977 won Astrio voor de eerste maal de beker na een geladen wedstrijd tegen Luik. Na de overwinning vezen de dames van Astrio de beker open en staken er een briefje van 100 oude Belgische franken in én een brief voor de vinder. Nu, zo’n dertig jaar later, heeft
nog steeds niemand de verborgen ‘schat’ gevonden. Een op maat gemaakte queeste voor de avonturiers van Het Communiqué... Onze zoektocht kon beginnen. Looking for our grail De eerste stap was uitzoeken wie de beker vorig jaar had gewonnen. Al snel bleek dat dat de vrouwenploeg van Anderlecht was. Na een telefoontje met de secretaris van de club bereikten we Lucien Paulis, voorzitter van de damesploeg van Anderlecht. Paulis is docent aan de Erasmushogeschool (wat een link!) en nog geen week later stonden we op de campus van Jette, met de schroevendraaier in de hand, klaar om de beker te openen. We waren er klaar voor, Lucien zou de beker halen en wij konden beginnen met de ontrafeling van het mysterie. Of tenminste, dat dachten we! Het bleek dat de oorspronkelijke beker werd vervangen in 1985. Verdomme. Een nieuwe wending in onze zoektocht. Waar zou die beker zich kunnen bevinden? Lucien zag de teleurstelling in onze ogen en begreep dat onze missie oprecht was. Het was als het 6
ware onze eigen ‘heilige graal’ geworden. Hij deed snel enkele telefoontjes en schakelde een strijdmakker van de voetbalbond in. De deuren van de onneembare burcht zouden voor ons, kruisvaarders, eindelijk opengaan. Bij het afscheid gaf hij ons nog in vertrouwen de beker van België mee, met de woorden: “Nu jullie daar toch naartoe moeten, willen jullie deze voor mij afgeven?” Met de beker in de hand trokken we, net niet te paard, naar de voetbalbond waar menige wenkbrauw hoog werd opgetrokken toen we binnenkwamen. Toegegeven, twee studentjes met een officiële vrouwenbeker in de hand is geen alledaags zicht. Nadat we onze goede bedoelingen kenbaar hadden gemaakt, de huidige beker hadden afgestaan, en we hierdoor iemands vertouwen hadden gewonnen, konden we de zoektocht naar onze ‘graal’ verderzetten. Zalen, bureaus, gangen, zelfs de kleinste hoekjes werden onderzocht, maar het mocht niet baten. De beker lijkt van de aardbol verdwenen. Een nieuwe, Belgische graal is in de maak. Terwijl jullie dit Communiqué lezen, zijn wij nog steeds op zoek. Men zegge het voort…
dossier pro-anorexia
Het
Wanneer anorexia een levenswijze wordt...
Communiqué
Dying to be thin
“Thuis. Voor de spiegel. Je voelt de drang jezelf iets aan te doen. Je wilt het niet zien, maar toch blijf je kijken. Wat je ziet, staat je niet aan. Te dik, te brede heupen, te dikke enkels, te bol gezicht, vetrolletjes. Zou je eindelijk gelukkig en perfect zijn als er vijf of misschien tien kilo af zouden gaan? Als je vanmiddag nu eens niet zou eten, wie zou het merken?”Het verschil tussen diëten en een ziekte die fataal kan aflopen. Leen Jonckers & Leen Ryckebosch
A
norexia. Tot op de dag van vandaag dachten we dat iedereen het erover eens was; het is een gruwelijke ziekte die niemand wil krijgen. Het is levensgevaarlijk. Maar voor sommige meisjes is het een levenswijze. Ze komen samen op weblogs en streven samen naar anorexia. Wedstrijden voor wie als eerste haar streefgewicht bereikt, foto’s van anorexiapatiënten als inspiratie, “thinspiration”. Ook foto’s van mensen met overgewicht, ‘want zo wil je toch niet worden!’. Menu voor vandaag: één appel, in zes gesneden. Twee reepjes ‘s morgens, twee ‘s middags en twee ‘s avonds. Twee pilletjes laxeermiddel, ‘s avonds overgeven en dan op de weegschaal gaan staan. ‘Ik voel me slecht, ik haat mezelf, ik ben honderd gram aangekomen.’ Reacties als deze zijn dagelijkse kost op de pro-ana-, of pro-anorexiawebsites. Meisjes van amper 16 die willen zijn zoals Nicole Richie of de Olsen zusjes, beide ook in behandeling voor anorexia. Thinspiration is hun leuze! Overgeven is hun vriend, voedsel hun vijand. Deze meisjes zijn perfect gelukkig. Anorexiapatiënten zien in het internet een toevluchtsoord waar ze elkaar aanmoedigen om nog meer af te vallen. Ze maken propaganda voor hun levensstijl en geven tips om nog magerder te worden. Zij noemen anorexia een vriend, geen ziekte. Ze leren je hoe je de hulpverlening en je ouders om de tuin kunt leiden. Vaak willen deze meisjes helemaal geen hulp, ze willen enkel nog magerder worden. Hun doel is om een Kate Moss look-a-like te worden. Ze slaan dan ook helemaal in paniek wanneer er een familiefeest is en ze verplicht zullen moeten eten. Ze zijn een meester in het camoufleren van hun ziekte. Vaak weet niemand in de familie iets over hun manier van denken. De duivelskring Het is shockerend om te lezen wat de visie is van sommige van deze ana-voorstanders. Zo schreef een meisje: “Anorexia is geen ziekte…er zijn hier geen slachtoffers. Anorexia is een levensstijl die slechts een kleine bijzondere groep zich eigen kan maken omdat zij beschikt over een schaars goed: de wil. In tegenstelling tot wat algemeen en ten onrechte wordt aangenomen, bezitten mensen met anorexia de ijzersterkste wil van allen.” Maar het neemt nog dramatischere proporties aan: “Opgelet: anorexia is géén dieet. Boulimie is géén vermageringskuur. Anorexia en boulimie zijn potentieel levensbedreigende ziékten die je niet kiest, vat of leert. Als je geen eetstoornis hebt, is dat prachtig. Als je met jezelf tevreden bent, verdwíjn dan van deze website. Eet dan gezond voedsel en ga een eindje om. Máár, als je ook maar half zo
Foto: www.pro_ana.gsi.pl
beschadigd bent als ik ben, als je in de spiegel kijkt en haat wat je ziet, als je verhouding tot voedsel en je lichaam al niet normaal meer is, kom dan maar binnen. Als je al te ver bent om uit de duivelskring te ontsnappen, kom dan binnen en kijk rond op deze website. Ik zal je niet vertellen wat je moet doen om op te geven waarvan ikzelf geen afstand kan nemen.”
“Ik weet wat het is om te willen sterven. Hoeveel pijn het doet om te lachen. Hoe hard je probeert om erbij te horen, maar het lukt je niet. Hoeveel pijn je jezelf doet aan de buitenkant om het ding aan de binnenkant te doden.” Winona Ryder, ‘Girl Interrupted’
Vriendschapsband Pro-anameisjes maken via websites duidelijk dat ze elkaars vriendin zijn, zolang ze maar niet beginnen te eten. Bij het verbreken van hun woord zijn ze onverbiddelijk en wordt de ander als zwak aangezien. “Dus jij wilde gaan eten hè? Je wilde zeker dik worden hè, vet, walgelijk! Ja, geef het maar toe. Dat was jouw doel! Nou, ik hoop dat het nu duidelijk is, dat dit dus niet doorgaat. Of je moet bij de walgelijke meerderheid willen horen, en je overgeven aan al dat voedsel. In dat geval, ga je gang. Maar vergeet niet dat je mij dan kwijt bent. Voorgoed. Denk je eens in, een leven zonder mij, lijkt je dat fijn? Weg controle, weg mooie figuurtje, weg kwaliteiten! Nee, dat is helemaal niks, helemaal niet voor waardeloze wezens als jij! Blijf dus maar gezellig bij mij. En vergeet niet dat als je je overgeeft aan dat voedsel, dat er een flinke straf op je wacht. Jankend zul jij over de wcpot buigen, om met je vingers al dat eten eruit te halen. Tot je enkel gal en bloed spuwt, dat is jouw straf. Daarna zul je pijn hebben, bloed tevoorschijn toveren. Het bloed zal als speldenknopjes tevoorschijn komen, dat is het enige wat jij verdient. Je zult lijden, huilen, schreeuwen, maar dit is het enige wat je waard bent. Als je eet... Je kunt er ook voor kiezen niet te eten. Je niet over te geven aan je honger, maar sterk zijn. Je maag te voelen rommelen, en de rest van de dag met een overwinningsgevoel rondlopen. Het is maar net wat je wilt...” Anti Pro-Ana The Academy of Eating Disorders, de grootste organisatie ter wereld van deskundigen op gebied van de behandeling van eetstoornissen, maakt zich ernstige zorgen over de websites. Ze wijzen erop dat ontkenning één van de kenmerken is van anorexia. De websites die anorexia verheerlijken, spelen juist in op deze ontkenning: niets ziekte, maar iets om trots op te zijn. Omdat deze sites een gevaar vormen voor de maatschappij en de jongeren in het bijzonder, heeft de zoekmachine Yahoo er al veel van verbannen. In België zijn ze verboden, maar in Nederland vinden de meisjes hun toevlucht op blogs, die moeilijker te blokkeren zijn. Ook in Amerika is het fenomeen pro-ana een echte trend geworden. De Amerikaanse patiëntenorganisatie voor eetstoornissen schat dat er naast de ontelbare blogs, ook ongeveer 400 pro-ana websites zijn, die meisjes aanzetten tot uithongering. En dit terwijl er in Amerika per jaar duizend vrouwen aan anorexia overlijden. 7
Foto: Milou Springer Internetgevaar Zijn er nu meer pro-anameisjes na de komst van deze weblogs? Volgens Joan Pinhas, psychologe en experte op het gebied van eetstoornissen zullen deze sites het aantal patiënten niet vergroten, maar zullen ze wel de genezing in de weg staan. Voor mensen die nog niet aan anorexia of boulimia nervosa lijden, maar wel gevoelig zijn voor de verlokkingen van een eetstoornis, zijn zij wellicht gevaarlijk. Ex-anorexiapatiënten reageren emotioneel op de websites. Boos zijn ze niet, maar eerder droevig. Een vrouw die zelf zeven jaar aan anorexia leed, zegt dat de sites haar ziek maken. Haar hart gaat uit naar de vrouwen die de sites maken en die dezelfde gevoelens van waardeloosheid hebben die haar zo lang in de greep van anorexia hielden. Het is opmerkelijk hoe jonge meisjes het internet gebruiken om steun te zoeken. Het internet is gemakkelijk en anoniem. Op het net kan je zeggen wat je wilt, of het waar is of niet. Pro-ana’s hitsen elkaar dan ook op zonder stil te staan bij de kracht van geschreven woorden. Om het in hun eigen woorden te zeggen: ‘I just want to be perfect!’ Er zijn geen namen gebruikt omdat de getuigen minderjarig zijn en anoniem wensen te blijven.
• Meer dan 50% van de Vlaamse meisjes tussen 11 en 18 jaar vindt zichzelf te dik • 90% van die Vlaamse meisjes volgde al een streng dieet • Ernstige anorexia begint rond de leeftijd van 16 tot 17 jaar • Boulimia begint rond de leeftijd van 18-19 jaar • Professionele hulp op: www.eetstoornis.be
Het
Tolerantieregels geven student meer ademruimte
Communiqué
“Rekenen en tellen zal moeilijker worden” Vanafvolgendacademiejaarkrijgendetolerantieregelseenplaatsbijdedeliberatievanhogeschoolstudenten.Dieregelsbepalenhoeveelbuispunten een student eigenlijk mag hebben. Behaalt een student een negen op twintig voor een vak dat op drie studiepunten staat, dan heeft die student in totaal drie gewogen buispunten. Die gewogen buispunten zorgen er dus voor dat belangrijke vakken naar waarde worden geschat. “Een deliberatie zal objectiever worden, maar de student dreigt meer een nummer te worden”, aldusLuk Laermans, departementshoofd Communicatie.“Het wordt ook voor ons koffiedik kijken, we zijn zelf benieuwd hoe de student zal omgaan met de nieuwe spelregels.”Toch is het systeem niet volledig nieuw: het departement Sociaal–Agogisch Werk bijvoorbeeld gebruikt al bepaalde regels. Yannick Guldentops, Claudia Van den Houte & Jeffrey Vander Stricht
D
e tolerantieregels zijn een gevolg van het flexibiliseringsdecreet. Dat bepaalt dat studenten hun eigen studietraject kunnen kiezen en zich niet meer moeten houden aan het vastgelegde parcours. “Voor de betere student is alles goed. Maar voor diegenen die meer inspanningen moeten doen, vrees ik dat de gemiddelde studieduur langer zal worden, omdat studenten bepaalde opleidingsonderdelen zullen uitstellen”, voorspelt Laermans.
“Het grote voordeel is dat er een uniforme, objectieve maatstaf komt.” Tegelijkertijd zijn er volgens het departementshoofd meer mogelijkheden. “Studenten kunnen ervoor kiezen slechts 30 studiepunten per jaar op te nemen en tegelijkertijd te gaan werken. Dat is een enorme flexibiliteit, maar door die persoonlijke trajecten zullen sommige studenten bepaalde vakken gewoon niet kunnen volgen omdat de lesuren met andere vakonderdelen overlappen.” Volgens het flexibiliseringsdecreet moet de deliberatie met voorafbepaalde regels werken. “Daarvan kan nog afgeweken worden. Zo kan een deliberatie altijd, mits duidelijke motivatie, afwijken van wat
vooraf als tolerantieregel afgesproken is. Als afwijken echter de regel wordt, pas je natuurlijk beter de tolerantieregels zelf aan.” Zo verplicht het decreet enkel een deliberatie na de eerste inschrijving, daarna mogen de scholen zelf bepalen wat ze doen. Sommige scholen maken pas op het einde van de studie de optelsom en op basis van dat geheel beslissen ze of je het diploma krijgt of niet. De Erasmushogeschool Brussel ziet dat anders: “We hebben ondertussen beslist dat we, ten eerste, elk jaar zullen blijven delibereren. We geloven dat de student graag meer structuur heeft, dan alles zelf te moeten bijhouden en berekenen”, geeft het departementshoofd mee. “Ook het percentage dat de student behaalt, krijgt een belangrijke rol bij het bepalen van de tolerantieregels.” Concreet betekent het dat iemand die een hoog percentage behaalt, een bonus krijgt. Een student met juist vijftig procent zal bijvoorbeeld een kleinere marge aan gewogen buispunten krijgen dan iemand met zeventig procent. “De berekening van dat percentage zal cumulatief zijn. Bij het eerste jaar zal dat uiteraard alleen over hun jaar gaan, maar in het tweede jaar zal dat programma van het eerste jaar ook meespelen”, vertelt Laermans. Wel blijft binnen een samengesteld opleidingsonderdeel, of je nu 10 op 20, of meer haalt, de regel van maximaal drie buispunten gelden. Binnen een cluster mag je ook
nog altijd maar één tekort halen. Het grote voordeel is dat er geëvolueerd wordt naar een objectieve, uniforme maatstaf. “Het deliberatiesysteem zal objectiever worden en in het uiterste geval kan je dat nog altijd ‘overrulen’. De student zal wel meer een nummer worden. Daar waar wij vroeger in ons departement de gewoonte hadden om elke student veel individuele aandacht te geven”, concludeert Laermans. µ
“De student zal wel meer een nummer worden” Omdat de nieuwe regels nog niet voor iedereen duidelijk zijn, organiseert het departement Communicatie na het feedbackmoment van de eerste zittijd een briefing. “Op dinsdag 27 juni zullen we per groep de nodige uitleg geven. En we zullen dat na de tweede zittijd ook nog eens doen. In die zin zullen we de studenten begeleiden bij de herinschrijving.” Of de tolerantieregels het studeren zullen vergemakkelijken is nog maar de vraag. Al staat vast dat studenten die gewoon zijn te rekenen en te tellen, nu een veel moeilijkere taak krijgen. “Ik vrees dat die tolerantieregels en het bij voorbaat vastleggen van de spelregels ook naar deliberatie en tolerantie toe, voor een rigider systeem zullen zorgen.”
Studenten Office Management wisselen uit met Waalse collega’s
In trialoog zit dialoog
Een andere cultuur en taal leer je het best op de plek van oorsprong. Daarom steunt het Prins Filipfonds uitwisselingsprogramma’s voor studenten. Dit keer voor tweedejaarsstudenten uit de Erasmushogeschool Brussel en de Haute Ecole Provinciale de Mons-Borinage-Centre. Het project heet ‘Trialoog’ en bevordert de dialoog. Karolien Freys, Celia Raeymaekers & Steven Vandenbergh
W
ie elkaar wil begrijpen, moet elkaar kennen. Om die reden kwam het Prins Filipfonds met het uitwisselingsprogramma ‘Trialoog’ op de proppen. Het project beoogt meer dialoog tussen de drie gemeenschappen van ons land en is gericht op hogeschoolstudenten. Tweedejaarsstudenten Office Management van de Erasmushogeschool Brussel schaarden zich achter het programma en liepen
“Onze kennis van het Frans is beter dan hun kennis van het Nederlands” vijf dagen stage in de Haute Ecole Provinciale de MonsBorinage-Centre en omgekeerd. De bedoeling is om kennis te maken met elkaars cultuur en taal. Om alles vlot te laten verlopen organiseren de studenten het bezoek van de anderstaligen. “Het programma verliep niet parallel, het had kleine verschillen”, aldus Diane Temmerman, opleidingshoofd OM. “De studenten trachten enkele typische dingen van hun regio te laten zien. In Bergen bezochten wij onder andere Hainaut
Développement, een organisatie die starters begeleidt. We gingen een kijkje nemen in de oude mijnfabriek ‘Le Grand-Hornu’, waar we meer leerden over de geschiedenis van de Borinage. Om te zien hoe nieuws gemaakt wordt, deden we de tv-studio’s van Télé MB aan. Verder bezochten we de interactieve tentoonstelling ‘Le Pass’, te vergelijken met Technopolis. Heel leuk en leerrijk allemaal.” De Bergense studenten kregen bij ons andere activiteiten voorgeschoteld. “De focus lag op de Vlaamse cultuur in Brussel. We gingen langs bij de VRT, het federale parlement – het Vlaams parlement was niet mogelijk – en De Persgroep. Aangezien de Erasmushogeschool veel inbreng – iets meer dan onze collega’s uit Wallonië – verlangde van haar studenten, organiseerden ze allerlei dingen, maar telkens met de nadruk op de Nederlandse taal: een rondleiding door Brussel, een quiz, koken op z’n Vlaams, een workshop ‘jongeren en ondernemen’ en een bezoek aan mode-ontwerpster Kaat Tilley.” In Bergen verliep het bezoek vrijwel rimpelloos, maar in Brussel was er een probleem met de jeugdherberg. Claudine Stuaert, opleidingscoördinator van de Bergense hogeschool: “De studenten hadden schrik om uit te gaan. Brussel is Bergen niet.” Temmerman sluit zich daar bij
8
aan: “Hun jeugdherberg was in Molenbeek gelegen. Het multiculturele sprak de studenten niet direct aan. En de herberg was niet echt modern, zoals in Bergen wel het geval was. Dus dat zijn twee elementen waar wij moeten aan werken.” Op het vlak van de taal liep het ook niet altijd van een leien dakje. Stuaert: “In Brussel konden onze studenten niet altijd Nederlands spreken. De gesprekken verliepen dikwijls in het Frans.” Temmerman gaat daarmee akkoord, en voegt er nog iets aan toe: “Bij ons is er meer kennis van het Frans dan omgekeerd. Dat komt onder andere door het gebrek aan praktijkoefeningen daar. Bovendien blijft het Nederlands een moeilijke taal. Maar het moet gezegd, iedereen was bereid onze taal te leren, ze deden echt moeite. Buiten die paar problemen is alles goed verlopen.” Sabrina Koesharto, studente aan de Erasmushogeschool, nam deel aan het project: “Niet alle uitwisselingsstudenten participeren even enthousiast als de studenten die de projectweek organiseren. Het lijkt ons een goed idee voortaan hun medewerking en interactie te evalueren. Maar het was een goed leerproces en een toffe ervaring. Je leert een andere cultuur, stad, taal en andere mensen kennen. Het is zeker iets wat ik graag opnieuw zou doen.”
Het
Over het succes van mp3-blogs en de vrije val van de cd
Communiqué
Schiet uit je startblog!
Arctic Monkeys, Clap Your Hands Say Yeah, Panic! At The Disco en Gnarls Barkley. Buiten het feit dat ze alle ongemeen succesvol zijn, hebben deze bands een ander spraakmakend kenmerk gemeen. Ze danken hun succes namelijk aan het World Wide Web. Helpt internet de muziekindustrie naar de knoppen of wordt het www een wereldwijde platenmaatschappij? Mathieu de Rijcke, Jeffrey Vander Stricht & Roel Spelkens
“
De muziek begint waar de macht van het woord eindigt”. Met die gedachte begon Wagner in de 19e eeuw aan zijn eerste composities. En ook die gedachte moet onbewust in het hoofd van Shawn Fanning rondgedoold hebben toen hij eind jaren ’90 besloot om zijn liefde voor muziek wereldwijd te verkondigen. Met zijn programma Napster, een ingenieus uitgedacht netwerk om muziek met mensen over de hele wereld te delen, schreef Fanning internetgeschiedenis. Het succes van Napster had drastische gevolgen voor de muziekindustrie. Muziekliefhebbers ruilden hun wekelijkse bezoek aan de platenboer voor een eenvoudige muisklik op Fannings virtuele muziekwinkel. Platenmaatschappijen en artiesten zagen hun inkomsten zienderogen dalen en besloten in 1999 om Napster een halt toe te roepen. In tegenstelling tot wat de muziekindustrie beoogde zorgde de rechtszaak tegen Napster voor een ongekende publiciteit. Het programma werd immens populair en bereikte in 2001 zijn hoogtepunt met 13,7 miljoen gebruikers. Toch beslisten rechters en internetanalisten om de Napster-downloaddienst te sluiten.
“Een cd zou veertig euro mogen kosten” Na het Napsterfenomeen vonden steeds meer illegale downloadprogramma’s hun weg naar het net. Diensten als Audiogalaxy, Morpheus, Gnutella, KaZaA en BitTorrent bevredigden het verlangen naar muziek van muziekliefhebbers wereldwijd. Maar het gratis-sprookje bleef niet duren. Verschillende programma’s werden na nieuwe rechtszaken verbannen van het net en het downloaden van muziek verzeilde in een illegaal sfeertje. Enkele diehard-fans zochten hun heil dan maar op gewone discussiepagina’s, blogs genaamd, waar nieuwe groepen en baanbrekende muziek aangeprezen of gekraakt werden. Maar ook hier bleef het niet alleen bij brave tekstjes. Langzamerhand verschenen meer en meer mp3’s op de blogs zelf. Het fenomeen ‘mp3blog’ was geboren. Vooral door het succes van het rockkwartet Arctic Monkeys kreeg de populariteit van mp3-blogs een enorme
boost. Voor het eerst in de geschiedenis belandde een klein nietszeggend rockgroepje in de Engelse charts door hun demo’s op internet te verspreiden. Amerikaanse groepen als Clap Your Hands Say Yeah en Panic! At The Disco volgden het voorbeeld van hun overzeese vrienden en werden in een mum van tijd gebombardeerd tot hypes van het jaar. Platenfirma’s stonden te springen om Arctic Monkeys, CYHSY en PATD binnen te rijven. Internet blijkt dus een ideale manier van marketing. “Toch niet”, beweert Marcel Heymans van het IFPI (de Internationale Federatie van Muziekproducenten, nvdr.), ”groepen als Arctic Monkeys zijn eerder een uitzondering op de regel.” Het internet staat inderdaad vol met kleine groepjes die hun kans in de muziekindustrie willen wagen, maar bijna geen enkele band kan doorbreken tot in de charts. “In bepaalde gevallen is het internet inderdaad een uitstekend promotiekanaal, maar de eigenaar van het product moet wel duidelijk de toestemming geven om zijn repertoire op internet te zetten”, aldus Heymans. Volgens hem is het aanbieden van gratis muziek ook geen echt doeltreffend promotiemiddel, amper een kwart van de luisteraars zal daadwerkelijk de fysieke cd in huis halen. Ook het argument van de te dure cd weet Heymans te weerleggen. “Alle prijzen zijn de laatste jaren enorm gestegen, alleen blijft de cd steeds goedkoper worden. Een cd zou nu eigenlijk 40 euro mogen kosten.” En inderdaad, de gemiddelde prijs van een cd is ongeveer 10 euro. Maar concurreren met een gratis product, zoals illegale mp3’s, is onmogelijk. Toch denkt Manu Lammens, muziekjournalist bij FM Brussel, dat een belastingsverlaging op cd’s de verkoop weer een redelijke boost zou kunnen geven. “Als ik zou mogen kiezen tussen cd en mp3, gaat mijn voorkeur toch uit naar een fysiek product als de cd”, aldus Manu. De oplossing is dus streamingbestanden op internet plaatsen (bestanden die beluisterbaar zijn, maar die niet kunnen worden gedownload, nvdr.), hoewel streamrippers nu ook hun opkomst kennen. Momenteel is myspace.com de site bij uitstek voor zowel muziekliefhebber als muziekjournalist. Iedere groep, gaande van de plaatselijke fanfare tot de Red Hot Chilli Peppers, heeft zijn eigen webstek en krijgt
Arctic Monkeys
Foto: Pressherepublicity
de mogelijkheid om zijn muziek al dan niet downloadbaar aan te bieden. Maar het systeem van myspace is ook niet waterdicht. Wie de naam van een groep verkeerd intypt heeft veel kans om op een onofficiële webstek terecht te komen, waar vele nummers uit het repertoire van de bedoelde groep als download worden aangeboden. Toch blijkt myspace momenteel het grootste informatiekanaal op muziekgebied te zijn. Grote mediabedrijven als JIM en FM Brussel maken de laatste maanden iedere dag gebruik van de site. Ook Manu Lammens surft geregeld naar myspace. “Het is fantastisch dat een single eerst te horen is op myspace en pas daarna op de radio”, zegt Manu. “Het geeft je de kans om steeds up-to-date te blijven en nieuwe dingen te ontdekken, we willen de luisteraar dan ook steeds verrassen.” Toch blijven illegale sites welig tieren op het net. “Per maand sluiten we ongeveer 5000 illegale sites,” zegt Heymans fier. “Jammer genoeg is het aantal daadwerkelijke rechterlijke vonnissen eerder laag.” Maar wanneer het tot een rechtszaak komt, is de uitspraak meestal niet mals, de boetes voor het illegaal aanbieden van muziek gaan van 500 tot 500.000 euro, daarbij worden ook nog schadevergoedingen geëist en wordt de pc van de beschuldigde in beslag genomen. Illegaal mp3’s aanbieden is dus een riskante zaak.
Haai als huisdier
Aurelia Claes
Op een zonnige namiddag wandel ik door de kleine straatjes in de buurt van Campus Dansaert. Even voorbij deNinoofsePoortzieikeengebouwmetallerleigekleurde vlaggetjes en een groot uithangbord: New Brussels Aquariums. Een uitnodigende naam vind ik, een beetje avontuurlijk. Ik wandel over de dikke strandkiezels naar de ingang, stap binnen en word meteen overweldigd door teleurstelling. Het enige wat ik zie, zijn accessoires omvijversofaquariumsteonderhouden.Langseenpad naar boven kijk ik verder door de winkel. Het is er groter dan ik dacht. Ik wandel door een doolhof van tientallen aquariums, waar vreemde vissen inzitten. Rond me lopen allemaal Chinezen, valt me op.Waarschijnlijk om Chinese kois uit te kiezen als decoratie voor hun restaurant. Na een kleine wandeling zie ik in een donkere hoek een visbak, groter dan alle andere. Een roofvis zwemt schichtig, maar energiek, rond. Op alle andere aquariums staat vermeld welke vis erin zwemt, maar op deze staat alleen maar ‘verkocht’. Ik vraag aan een verkoper welke soort het is.“Een zwartpuntrifhaai van 1,20 meter. Très, très agressif”, antwoordt hij. Verkocht voor 1.500
Foto: Céline Callens euro aan een anonieme koper. Wat? Haaien verkopen, hier in Brussel, zo dichtbij? Zodra ik terug thuis ben, doe ik wat opzoekingswerk. Het blijkt dat de verkoop
9
niet illegaal is, maar zo’n haai kan wel tot twee meter lang worden en een mens ernstig verwonden of in het slechtste geval, doden.
Het
Hollywood slaat geld uit ramp
Ground Zero wordt filmdecor
Neurosong
Lander Lenaerts
“Kate Ryan palmt stilaan heel Europa in!”, zo staat op haar website geschreven. Ik sidder en beef. Wie, in godsnaam, wil die troela naar Griekenland sturen? Want geef toe, als u wist dat er een retourtje in de prijs inbegrepen was, had u nooit voor haar gestemd. Wij, Vlamingen, lijken bij de progressiefste der progressieve Europeanen te behoren, maar als het om ons cultureel erfgoed gaat, keren we terug naar de dertiende eeuw. We laten ons vertegenwoordigen door een lege boerendochter met een derderangslied en countryplannen in het vooruitzicht. Vader Van Paemel zou trots zijn op ons. Wij, Vlamingen, zijn goed in slechte keuzes maken. Lisa Del Bo, Liliane Saint-Pierre, Sergio, Xandee? Nee hoor. Wij, Vlamingen, zetten een grote, dure show op poten en beslissen samen wie er op de laatste plaats mag eindigen. Wij, Vlamingen, zijn democratischer dan zij, Walen, die een jury laten beslissen wie er op de eerste, tweede of een andere semi-respectvolle plaats mag eindigen. En dan ineens zijn wij, Belgen, trots. Wat zijn we trots op Sandra Kim. Twintig jaar geleden is het al dat zij het Eurosongfestival won. Ocharme zij. Klootjesjournalisten, tv-makers op de rand van de afgrond en parasieten van de cultuurindustrie staan nog steeds aan haar deur als er in Europa iets met muziek gebeurt. Tot vervelens toe. Wij, Belgen, hebben maar één Eurosong-moment waarop we trots mogen zijn. In 1980 stuurde de RTBF Marc Moulin met zijn Telex naar Den Haag. Met hun erg fout en kitscherig electropopnummer hoopten ze laatste te eindigen, wat hen op een haar na gelukt was – de Portugezen vonden het zootje dez ponto waard. Het hele Eurosong-gedoe lijkt een hopeloze zoektocht naar een Europese identiteit. Het wordt afgeschilderd als een prestigieuze en belangrijke muziekwedstrijd, maar is niet meer dan een onderonsje tussen, tot de vergeetput gedoemde, marktzangers. Zo ook Kate, de culturele tegenhanger van het Zilverfonds.
Een vliegtuig dat zich in een wolkenkrabber boort, het lijkt een scenario van een B-film. Maar het gebeurde écht op 11 september 2001. En de hele wereld zag het. Sinds die dag begonnen regisseurs in films hun interpretatie over die fatale dag te verwerken. Elk van hen gefixeerd op een ander element in het drama: het verhaal van vliegtuig nummer vier, het relaas van de overlevenden of de nabestaanden, … 9/11 is zonder twijfel een scharniermoment in de hedendaagse geschiedenis. Filmmakers, als Oliver Stone en Spike Lee, vinden het dan ook belangrijk om het verhaal te blijven vertellen. Henri Van Lint De laatste twee films over de aanslag zijn “United 93” en “World Trade Center”. “United 93” gaat over het vierde vliegtuig, dat als enige zijn doel miste. De film probeert het verhaal van de passagiers aan boord te reconstrueren. “World Trade Center”, geregisseerd door Oliver Stone en met Nicolas Cage in een van de hoofdrollen, vertelt dan weer het verhaal van de laatste twee overlevenden die onder het puin vandaan werden gehaald. Beide films verschijnen in het najaar in de Belgische bioscopen. De Amerikaan Oliver Stone heeft met films als “Born on the Fourth of July”, “Platoon”, “JFK” en “Nixon”, al bewezen dat hij de nodige ervaring heeft in het verfilmen van belangrijke gebeurtenissen. Toch zijn het niet de eerste films die over 9/11 handelen. In “The 25th hour”, een film uit 2002, herdacht de controversiële regisseur Spike Lee 11 september erg symbolisch. Edward Norton speelt daarin een misdadiger die nog 25 uur op vrije voeten is vooraleer hij naar de gevangenis moet. Op een gegeven moment kijkt Norton vanuit een appartementsgebouw naar Ground Zero, de plek waar eens het World Trade Center stond. De ruïne is duidelijk een litteken in een landschap van beton. Deze scène symboliseert de sfeer die daar op dat moment heerste.
Foto: wotrace_afg@nomade.fr Ook “The Guys”, eveneens uit 2002, van regisseur Jim Simpson met Anthony Laglia en Sigourney Weaver, behandelt 9/11 en zijn gevolgen. Het drama toont het lijden van een brandweercommandant die acht collega’s bij de tragische reddingsoperatie verloor. Blijkbaar willen filmmakers/regisseurs hun gevoelens over dit afschuwelijke drama verwerken door er een persoonlijke film van te maken. En elke film toont een verschillend aspect van de catastrofe.
“Optreden in Brussel, dat is elke keer weer thuiskomen”
Millionaire, proeven van chaos
“We zijn de zangeffecten en een basgitaar kwijt!”, klinkt het door de backstage van de Ancienne Belgique. Tim Vanhamel, frontman van de Limburgse rockgroep Millionaire, holt door de gangen, in de hoop het nodige materiaal terug te vinden. Wanneer hij bij mij komt zitten, lijkt hij alle problemen te vergeten, en hebben we een gezellige babbel.
Bloemenhofbloempje Bruxelles, ma belle Jill Mathieu
Communiqué
3pv
“Sale flamande”, wordt me naar het hoofd gegooid. Ik murmel wat Franse verwijten en oogst verbazing bij de tegenpartij, twee opgeschoten kerels met Air Maxen. Brussel en haar vuilbekkerij. Pornolalie, de kunst van het spuien van schuttingtaal. Onze hoofdstad als de ladder in de netkous van de stedelijke pin-up. De slinkse straten in de Noordwijk, overdag afgezet met blinkende torens, uithangborden van een metropool. Maar die metershoge kale wanden zijn slechts een karige vermomming voor het nachtelijke spiegelpaleis. Een vluchtige reflectie voor de meisjes van het trottoir die ‘s nachts de maatpakken verdringen. De grandeur van onze hoofdstad zit hem in haar verval, in haar meedogenloze manier om armoede te pareren met de pracht van een Justitiepaleis. Vergeten zwervers die aan de winkelruiten kleven, de gammele telefoonhuisjes op de Dansaertstraat die zich kranig houden naast prestigieuze modehuizen. Het is niet de unieke Grand Place die de hoofdstad haar elegantie verleent. Het zijn de kleine hiaten in haar schoonheid, en de manier waarop ze zich verontschuldigt voor haar oubliettes. Voortaan vindt u in HC onder het gepaste logo bloemenhofbloempjes, Erasmuspareltjes om even van te genieten, Dansaert-delicatesse van eigen huis en makelij, de Keur van de Algemeen Hoofdredacteur. Wie levert het volgende? patrick.pelgrims@docent.ehb.be
Roel Spelkens Jullie spelen vanavond in de AB, hebben jullie een speciale band met Brussel? Jazeker, we mogen niet vergeten dat onze eerste cd hier vlakbij is opgenomen. De AB is gewoon de max om op te treden. Wij hebben hier al zoveel shows gespeeld, in alle mogelijke zalen, dat we Brussel als een tweede thuis beschouwen. Ook vanavond is het weer een beetje thuiskomen.
“Ik word nog regelmatig wakker in het midden van de nacht: ‘Ooh nee, ik moet morgen examen gaan afleggen!’” Jullie zijn al van jongs af bezig met muziek. Zijn er groepsleden die de kans hebben gehad verder te studeren? Aldo (keyboards) heeft een lerarenopleiding gevolgd, en heeft nog even zelf lesgegeven. Ikzelf toer al sinds mijn zeventiende de wereld rond en heb dus nooit de kans gehad hogere studies aan te vatten. Nu heb ik daar wel spijt van… Heb je leuke herinneringen aan je studententijd in het secundair onderwijs? Niks! (lacht) Ik word nog regelmatig wakker in het mid10
den van de nacht: “Ooh nee, ik moet morgen examen gaan afleggen!” Totale paniek, maar dan realiseer ik mezelf dat het een droom is, en dat ik daar voor altijd van af ben! Na de eerste cd werden jullie enorm geprezen. Met het tweedealbumhebbenjullieditkunnenbevestigen.Hebben jullie speciaal op het niveau gelet? Nee, eigenlijk niet, je maakt gewoon wat je voelt. De tweede cd is niet meer succesvol in de charts, maar voor mij persoonlijk is het wel een stap vooruit, en dit merk ik ook aan de reacties wereldwijd: van op onze myspace, tot de undergroundscene in Limburg! (lacht) Deze plaat is niet commerciëler dan de vorige, maar dat is voor mij niet rechtevenredig met succes, integendeel! Ik vind het juist straf dat we geen toegevingen hebben gedaan aan het commerciële gezeik. Heb je nog een laatste boodschap voor de lezers van het Communiqué? Hhoooowww! Ja jong, hou de moed erin voor de examens! Hoe moet ik het zeggen? Ik heb gewoon respect voor al die studenten en ik denk aan jullie allemaal! In de muziek moet je ook soms doorzetten. Zeker voor studenten is het moeilijker om de moed erin te houden, want jullie zien niet meteen welke vruchten het afwerpt. Wij krijgen de voldoening van ons publiek, bij jullie duurt het allemaal wat langer. Blijven volhouden!
dossier dating
Het
Zin in een hete zomer? Nog op zoek naar een vakantielief?
Communiqué
Ready? Set... Date!
Gedaan met het ontmoeten van je toekomstige op een feestje of bij vrienden. Gedaan ook met beschamende taferelen op familiefeestjes, waar nonkels en tantes zich luidkeels afvragen hoe het komt dat je nog stééds geen lief hebt. Tegenwoordig wordt aangeraden geen kans meer onbenut te laten om dé man/vrouw van je dromen te ontmoeten. Daar waar datingsites ondertussen achterhaald zijn, breidt het mekka der ontmoetingsplaatsen voor “ware liefde” zich steeds verder uit. Zelfs in je wagen ben je niet meer veilig. Een uitgebreid dateoverzicht. Dr. Love is watching you! Celia Raeymaekers & Ellen Vanhove Je kan het wereldwijde flirtweb uitpluizen op zijn mogelijkheden, maar er is meer… Net nu datingsites geen taboe meer zijn - voor heilige boontjes bestaat er zelfs de christelijke datingsite www.funkyfish.nl - ontwikkelen er zich ontelbare alternatieven voor elk soort van versierder. In no time ontwikkelde ik me tot een digitale mengeling van Bridget Jones en Ally McBeal. En trok ik met een lijflied ten strijde in de wereld van de wanhoop, de datewereld. Hete Wendy Als we de grootmoeder der dates, de “blind date”, buiten beschouwing laten, komen internetsites op de eerste plaats in het lijstje ‘geforceerde manieren’ om aan de bak te komen. Na een korte beraadslaging koos ik toch voor een subtielere naam, Lore, in plaats van de misschien net iets te expliciete Hete Wendy. Bij sommige sites bieden ze je, nadat je één minuut hebt gespendeerd aan het invullen van een totaal irrelevante vragenlijst, de ware liefde op een presenteerblaadje aan. Bij andere sites, zoals bijvoorbeeld www.parship.be, gaan ze niet over één nacht ijs. Uiteindelijk heb ik hier meer dan een uur vragen beantwoord als “Welke uitspraak over seksuele trouw in de relatie komt het dichtst in de buurt van uw opvattingen?” Mogelijke antwoorden verklaarden veel: “Trouw zijn is zo burgerlijk.” Hierna was het wachten, op een meute intelligente, atletische binken die zich voor mijn voeten zouden gooien. Niets van dat, wel 576 matches. Gaande van een 24-jarige student tot een 50-jarige bibliotheekbediende. Dagelijks krijg ik nog meldingen van nieuwe hengsten die deze merrie wel eens willen temmen. Snel wegwezen dus!
“Dagelijks krijg ik nog meldingen van nieuwe hengsten die deze merrie wel eens willen temmen.” Over naar speeddating. Een hype die ondertussen toch al vier jaar door België raast. Raast ja, je krijgt zeven minuten om de persoon die tegenover je zit te leren kennen en te beslissen of je hem nog beter wil leren kennen. Zeven minuten om te polsen of de persoon in kwestie geen perverse macho of boerse pummel is. Wanneer het toch blijkt mee te vallen, ontvang je diezelfde avond nog de contactgegevens van je uitverkorene. Als deze laatste tenminste ook iets in jou zag! Toetje Ondertussen zijn er verschillende variaties gevonden op speeddating. Het principe blijft hetzelfde. Minimale moeite, maximale output. Zo kan je er ook voor kiezen om samen met een bende singles een feestmaal te bereiden, het gezamenlijk te verorberen… en eventueel met een pas ontmoet toetje te vertrekken. “Een zachte klank in de duisternis, een nieuwe smaak op je tong, een onbekende stem in je oor, een verleidelijke geur in de ruimte…” Nee, dit is geen trailertekst van een horrorfilm, wel de promotekst voor een uit New York overgewaaid idee, Dinner in the Dark. De titel zegt het zelf: dineren in het donker. De opzet is simpel en de term “blind date” werd hier iets té letterlijk genomen. Hoewel de eerste kennismaking nog plaatsvindt bij een verlicht aperitief om je toch lichtjes een beeld te vormen, zetten ze je voor de rest van het diner bij wijze van spreken in je ondergoed. Het is zo donker dat je je op niets anders kan concentreren dan op je tastzin. De obers hebben nachtkijkers waarmee ze je naar je tafel begeleiden en die ervoor zorgen dat ze geen bord soep over je, weinig effect heb-
bende, sexy outfit gooien. Daarnaast zorgen de obers er ook voor dat je tijdig kan geëvacueerd worden van een tafel vol ‘slurpers’ of personen met de intelligentie van een plant. Handen in de lucht en off you go!
code voor singles. Het logo bestaat uit een S-vormig teken met aan beide zijden vlammen, die bij spannende, nieuwe ontmoetingen horen. Dit logo vind je terug op ringen, hangertjes en sleutelhangers.
“Tetten zwaaien en konten schudden” K-Swiss, het Zwitserse schoenenmerk, brengt op zijn beurt ‘The Stripe Shifter’ op de markt. Alles draait hierbij om de vijf strepen aan de zijkant van de schoen. Door een schuifsysteem kan je de hoogte en de kleur van elke streep veranderen. Met één rode streep geef je aan dat je single en gewillig bent! En voor de mediageile singles onder ons, is er nog altijd de mogelijkheid tot het meedingen naar een partner in één van de vele realityshows. ‘Tetten zwaaien’ en ‘konten schudden’ bij Temptation Island of de boer van je leven vinden bij Boer zoekt Vrouw.
LUV-396, meer dan een vervoermiddel Ostentatief meebrullen met de radio of ‘neuspulken’ wanneer de nood hoog is, is er vanaf nu ook niet meer bij tijdens verre ritten. Sinds kort kan je dat knappe blondje of die blonde adonis naast jou in de file opsporen via de site www.nummerplaat.net. Met een beetje geluk bevindt deze zich bij één van de 2403 geregistreerden. Wanneer deze toenaderingspoging met een sisser afloopt, kan je je nog altijd inschrijven voor één van de uitstapjes van ‘De Bus’. Een leuke oldtimerbus en een hoop vrijgezellen wachten je op. Pas wanneer de deur van deze Love-Bus zich sluit, wordt meegedeeld waar de reis die dag naartoe gaat. De ene keer ga je paintballen, de andere keer trek je naar een wijndegustatie. Fashion of Love Victims Liefde op een post-it. Message parties kan je ondertussen niet meer wegdenken tijdens een zwoele feestzomer. Maar er zijn ook manieren om uitwendig te tonen dat je iemand leuk vindt, of dat je gewoon heel erg op zoek bent. Hier doel ik niet op overvloedig zweten of aangloeiende kaken, maar wel op de collectie van single codes, de internationale
Bedriegers aan de schandpaal Uiteindelijk toch iemand gevonden die 100% bij je past? Toch blijven opletten… Elke dag worden duizenden vrouwen bedrogen en belogen door hun partners. Journaliste Tasha Gavel Joseph kwam op het lumineuze idee om deze leugenaars een koekje van eigen deeg te geven en tegelijkertijd andere vrouwen te informeren over de ongure praktijkjes van de kerel in kwestie. Via de gratis dienst http://dontdatehimgirl.com kunnen bedrogen vrouwen de dader met naam, leeftijd, woonplaats en met een grote foto als toemaatje, online bekend maken. De site heeft 200 000 hits per dag en bevat al een lijst, die dagelijks verder wordt aangedikt, van meer dan 900 onkuise mannen. Zustersite http://www.manhaters.com ook bekend als http://www.womansavers.com is gematigder dan de naam doet uitschijnen. ‘We don’t hate áll men, only the jerks’ is hun strijdleuze en op de site kan je terecht wanneer je iets uitgebreider je verhaal wil doen over je partner. In hun “Rate-a-Guy”-database kan je de beoordeling van mannen lezen of zelf invullen op het gebied van trouw, hygiëne, manieren, financiële middelen,… and last but certainly not least, seksuele prestaties. Het is maar dat je weet wat voor waar je op de kop hebt getikt!
De duistere kant… Opgelet! Daten is niet alleen onbezonnen plezier hebben. Je mag niet blind zijn voor het gevaar dat het met zich kan meebrengen. Zo was er in maart 2006 het verhaal van een Belgische serieverkrachter. Hij gebruikte een datingsite als hulpmiddel om vrouwen te ontmoeten, en ze na hun eerste date te verkrachten. Maar liefst zeventien vrouwen werden verdoofd met Rohypnol en daarna verkracht. Rohypnol is de merknaam van een zeer sterk slaapmiddel dat slechts in uitzonderlijke gevallen aan patiënten met extreme slaapstoornissen wordt voorgeschreven. Het middel werkt spierverslappend, angstverminderend en ontspannend. Dutroux gebruikte het geneesmiddel om zijn slachtoffers te verdoven. Maar in het uitgaansleven is Rohypnol bekend als de gevaarlijke “date rape drug”.
11
De discotheek of het café is voor de dader de ideale plaats om zijn slachtoffer uit te kiezen. Vrouwen die hun glas even uit het oog verliezen lopen immers de kans om een tabletje Rohypnol in hun drankje te krijgen. Aangezien dit medicijn geur- en smaakloos is, merkt het slachtoffer niets vreemds op. Een klein halfuurtje nadat het drankje opgedronken is, voelt men zich ineens heel erg dronken en gedesoriënteerd, het ideale moment voor de dader om toe te slaan. Het slachtoffer is helemaal niet meer in staat om zich te verzetten tegen de ongewenste handelingen en de daaropvolgende verkrachting. Maar het allerergste is dat ze zich er de volgende dag ook helemaal niets van lijkt te herinneren; een beschrijving geven van de dader is dus in vele gevallen een onmogelijke taak.
Het
Voormalige studenten doen boekje open over Erasmushogeschool Brussel
Communiqué
Tips van EhB-‘vips’
Wanneer het groen achter je werk-oren verdwijnt, wordt vaak met weemoed teruggedacht aan de studententijd.Wij besloten om eens te polsen bij enkele‘studenten van toen’, die nu respect afdwingen op de werkvloer.We vroegen hen naar de sappigste roddels, de leukste anekdotes, maar ook naar wat hun opleiding hen heeft opgeleverd en hoe lang ze naar hun‘droomjob’(?) moesten zoeken. Mogen we beginnen dromen van een gigantische luchtbel vol mogelijkheden, of blijven we best nog even met de benen onder de banken? Of wat EhB zoal met je kan doen… Ellen Vanhove, Celia Raeymaekers, Nathalie Torfs, Karolien Freys, Britt Van Wouwe, Leen Ryckebosch, Claudia Van den Houte
Naam: Joost Freys Studierichting: Communicatiebeheer, optie Pers & Voorlichting (nu JT) Afgestudeerd: 2002 Huidige werkplaats: Het Laatste Nieuws Functie: Redacteur - Journalist “Na mijn studies Pers & Voorlichting aan EhB, heb ik nog een jaar postgraduaat Journalistiek aan Vlekho gestudeerd. In september 2003 stuurde ik vervolgens mijn cv naar verschillende redacties. Amper twee weken later kon ik al op gesprek bij Het Laatste Nieuws en een week later was ik officieel eindredacteur op de
algemene regionale redactie. Fantastisch scenario natuurlijk! In mei vorig jaar dan heb ik even kunnen proeven van de functie van financieel redacteur en sinds augustus vorig jaar zit ik bij de algemene nationale redactie. Van mijn studententijd herinner ik me vooral de dag waarop ik me verstopte met een aantal medestudenten in de bloembak op de tweede verdieping aan de Nijverheidskaai. Bedoeling was om voor het Communiqué een foto te nemen, na de schooluren, waarop wij dan zouden staan, helemaal zwart en met een schop in de hand. Zo moest het lijken alsof we net opgravingen achter de rug hadden. Pittig detail was dat niemand eraan gedacht had om een fototoestel mee te nemen. Daar zaten we dus… (lacht) Opgesloten in een muf schoolgebouw zonder fototoestel. Ook herinner ik me nog goed dat we voor Joost Goethals een reportage moesten maken waarvan we het onderwerp zelf mochten kiezen. Ons groepje had er niet beter op gevonden dan een cafébaas uit Leuven om te kopen, zodat hij zou doen alsof hij ging sterven. Wij deden
Naam: Isabelle Moussiaux Studierichting: Communicatiebeheer, optie Marketingcommunicatie Afgestudeerd: 2003 Huidige werkplaats: EMI Music Functie: Promotiemanager “Tijdens mijn tweede en mijn derde jaar liep ik stage bij een reclamebureau, Tequila. Na mijn studies kon ik daar dan ook onmiddellijk aan de slag. Bij Tequila werken was een leuke job, maar het was toch niet helemaal wat ik zocht. Dus ben ik wat verder beginnen rond kijken. Via via ben ik dan bij Playstation terecht gekomen omdat daar iemand er voor een jaartje tussenuit moest. Ik vond het een geweldige job, ook omdat ik zelf een echte gamer ben. Maar een jaar later wou dat meisje natuurlijk haar job terug. Gelukkig ben ik dan door mijn contacten bij Sony, bij de mensen van EMI Music terecht gekomen. Daar ging weer een nieuwe wereld open. Als promotiemanager ben ik verantwoordelijk voor alle internationale artiesten bij EMI, voor radio en televisie in Vlaanderen. Dit wil zeggen dat wanneer er een
internationale artiest komt, ik hun promotieschema opstel en al hun interviews regel. Bijvoorbeeld interviews regelen met JIM, met Humo,… Ik zorg ervoor dat de artiesten een hotel hebben, dat ze eten krijgen,… . In principe ben ik de hele dag met hen op pad. Ik heb echt een hele, hele, hele leuke job! (lacht) Een ander aspect van mijn job is wedstrijden opstellen zodra er een nieuw album uitkomt, zoals t-shirts en cd’s weggeven. Soms neem ik journalisten mee naar het buitenland, omdat internationale artiesten niet zo snel naar België komen. Dan neem ik journalisten mee naar Parijs, Londen of Rotterdam. En elke week ga ik ook rond bij radio, televisie en tijdschriften om een smaakmaker aan te raden. Zoals je Hotshot bij Stubru en Smaakmaker bij Donna kent. Droomjob? Ik heb absoluut mijn droomjob gevonden. Maar het is wel hard werken, veel werken op avonden en in weekends. Maar ik denk dat het ideaal binnen mijn levensfase past, ik heb nog geen man of kinderen. Ik zie me dit werk zeker nog een vijftal jaar behouden, maar daarna
Foto: Karolien Freys
Foto: Joëlle Neeb
Naam: Joëlle Neeb Studierichting: Communicatiebeheer, optie Public Relations Afgestudeerd: 2005 Huidige werkplaats: ING Brussel - Secretariaat-generaal - PR Functie: PR-assistent “Nadat ik afstudeerde, wist ik niet goed of ik zou voortstuderen of mij toch maar op de arbeidsmarkt
dan zogezegd een heldhaftig laatste interview met deze man. Goethals slikte het hele verhaal en gaf ons dan ook enorm goede punten. Een jaar later keken we nog eens naar dat filmpje, we waren er goed mee aan het lachen dat we Goethals zo liggen hadden. Wat we wel niet doorhadden, was dat hij achter ons stond en dus kon horen dat heel het verhaal in scène was gezet. Goethals kon er gelukkig wel om lachen. Dit doet me er ook nog aan denken dat ik Aldo Verschuere nog steeds een fles champagne verschuldigd ben, omdat hij me nog geholpen heeft met mijn eindwerk. Maar euh.. (richt zich tot de bandopnemer) schrijf dat maar niet op! Wat ik in de toekomst wil gaan doen, weet ik nog niet zeker. Momenteel ben ik nog heel gelukkig bij Het Laatste Nieuws en ik denk dat ik er nog wel een tijdje blijf hangen. Een tip? Wel, toekomstige journalisten kan ik wel aanraden om zoveel mogelijk verschillende magazines en kranten te lezen en daaruit artikels te knippen die tof geschreven zijn. Hier kan je dan later inspiratie halen wanneer je last hebt van een ‘droge pen’-moment.”
Foto: EhB-archief zou ik toch ook wel willen doorgroeien binnen EMI. EhB vond ik echt een hele toffe school. Het is er gewoon belangrijk dat je gemotiveerd en enthousiast bent, dat je ambitie hebt en dat je gewoon jezelf blijft. Ik heb er veel opmerkelijke momenten beleefd. Maar om nu direct één te noemen. (twijfelt) Euhm, zeg maar dat we Aldo Verschuere meermaals onder tafel hebben gedronken in die bruine kroeg aan de Nijverheidskaai.”
zou ‘gooien’. Daarop trok ik vier maanden naar het buitenland als animator van Club Med. Half september was ik terug in België om nog een jaar extra te studeren. Maar mijn motivatie was ver zoek na mijn avonturen met Club Med. Ik ben dan sollicitatiebrieven beginnen rond te sturen en heb ook opnieuw contact opgenomen met 12
Foto: An Decoster Naam: An Decoster Studierichting: Secretariaatsbeheer, optie Secretariaat-Talen (nu MA) Afgestudeerd: 2003 Huidige Werkplaats: Johnson & Johnson Functie: Assistant to the Technical Services Director “Ik heb destijds voor Secretariaat-Talen gekozen, een richting waarin zowel talen, informatica en algemenere vakken voor een brede basis zorgen. Dit maakte het mogelijk om in alle sectoren werk te vinden. In juni 2003 studeerde ik af en twee weken later kon ik al bij Johnson & Johnson aan de slag. Johnson & Johnson is de grootste producent ter wereld van producten en diensten in de gezondheidszorg die bestemd zijn voor zowel consumenten als farmaceutische en professionele markten. Zelf werk ik voor Biosense Webster in Waterloo, dat bedrijf is wereldleider in software- en hardwaresystemen voor driedimensionale hartweergave en –navigatie. Op bureau heb ik zeer veel autonomie, maar jammer genoeg geen direct contact met klanten. Graag wil ik dan ook ooit zelf de baan opgaan. Mijn tijd op EhB? Wel, we hebben ooit een kleine enquête gevoerd over de perceptie die mensen hebben van het beroep ‘secretaresse’. Koffie maken en koekjes schikken bleken daaruit twee van de belangrijkste taken. Maar sinds ik werk, heb ik dit hooguit drie keer gedaan. Het belangrijkste dat ik van mijn studententijd heb geleerd, is mijn plan trekken. De PGO-projecten veroorzaakten altijd behoorlijk wat heisa. Maar uiteindelijk leerden we hoe we zelfstandig moeten werken. Theorie in praktijk leren omzetten is zeer belangrijk!”
mijn stagementor bij ING. Begin februari ben ik dan via verschillende omwegen terecht gekomen op mijn huidig plaatsje op de PR-dienst van ING, waar ik drie maanden stage gelopen had. Het Secretariaat-generaal organiseert evenementen voor de klanten van ING. Ik sta in voor de praktische organisatie: hostesses boeken, de
transfers tussen de luchthaven en het hotel regelen, artiesten zoeken,… .” “Ik ben niet de enige die aan de slag is kunnen gaan op haar stageplaats. Probeer om zoveel mogelijk ervaring op te doen door verschillende stageplaatsen te kiezen. Durf te veranderen, maak het jezelf niet te makkelijk.”