EA. Voorjaar 2017 (Dutch)

Page 1

VOORWOORD

05 2017 / nr. 14

voor alumni & vrienden

‘De voetbalwereld is conservatief’ Wouter Gudde, commercieel directeur Excelsior

Fashion: lievelingskind van het kapitalisme Leefbaar loon in de kledingindustrie

Opgroeien tussen de potten en pannen Ton van der Kolk, eigenaar Kookpunt

1


DE ALUMNUS

HET ONTWERPBURO

‘Supergaaf om het Erasmus alumniblad te mogen maken’

Ontwerpwerk ontwikkelt websites en corprate identities.

Emil Heijkants (51) vader van drie studerende kinderen. Na een start van zijn carriere in de IT bij onder andere PWC en CMG/Logica is hij sinds 2001 directeur van Ontwerpwerk in Den Haag. Ons bureau voor creatieve vormgeving van online en offline communicatie is sinds 2014 een van de huisontwerpers van de Erasmus Universiteit en ook van ea. magazine. NAAM: Emil Heijkants STUDIE: bedrijfseconomie 1983-1989 NU: directeur van Ontwerpwerk

Looking for an original gift from your alma mater? Visit our webshop • Order 24 hours a day from any location • Orders placed before 8 pm despatched the same day • Safe and easy payment online • Professional customer service

webshop.eur.nl

Wij zijn het bureau achter de logo’s en huisstijlen van onder andere Qurrent, Erasmus MC, Gemeente Den Haag, Hartstichting, Halt en Royal VKB.

Qurrent


VOORWOORD

INHOUD

Verandering Wie koopt er niet bij de bekende modeketens? Het liefst lopen we met tassen vol voor weinig de deur uit. Maar wat we ons misschien nog niet voldoende realiseren, is dat ergens in de keten iemand de dupe is van de prijzen waar wij zo blij van worden. Onderzoekers van het Erasmus Center for Entrepreneurship (ECE) deden in opdracht van ASN Bank onderzoek naar eerlijk loon in de kledingindustrie. Dan blijkt dat we nog wel de nodige stappen moeten zetten. Ook qua bewustwording bij de consumenten. Oud-prof voetballer en RSMalumnus Wouter Gudde verbrak de samenwerking met Feyenoord toen hij aantrad als commercieel directeur van Excelsior. De club wilde en ging zelfstandig verder. Het heeft ze met een verdrievoudiging van de begroting geen windeieren gelegd. Ea. liep een dagje mee. Tenslotte: ook ea. verandert. Hoe we het magazine gaan vormgeven is mede aan u. Geef ons feedback via het lezersonderzoek. Als u bij de eerste 40 hoort die de enquête invult, krijgt u van ons een notitieboekje. Laten we verandering omarmen, want ‌ we have to change to stay the same. Kristel Baele voorzitter College van Bestuur

04 De studententijd van Ton van der Kolk Ton van der Kolk studeerde bedrijfseconomie. Sinds 1990 is hij eigenaar van het Kookpunt, een begrip in Rotterdam en wijde omstreken.

12

28

Dagje mee met Wouter Gudde

Familiebedrijven

Wouter Gudde is commercieel directeur van Excelsior. Naast het voetbal organiseert hij met de foundation, Excelsior4all veel maatschappelijke projecten. Ea. loopt een dagje mee.

Een verhaal over het ontgroeien van het suffe en conservatieve imago van familiebedrijven. En de ervaringen van 3 alumni: Job Dura, Bob de Kuyper en Pieter van Oord.

07 08 11 18 24 26 33

Goed bezig! EA Nieuws Brilliant minds, great ideas Wetenschap in de praktijk Campus in beeld Daarom Rotterdam Throw back

3

34 36 39 40 42 44 46

Landenthema In de praktijk Dagboek uit Madrid Development Erasmus University & You Familieportret Contact & colofon


DE STUDENTENTIJD

‘Ik groeide op tussen de potten en de pannen’ Ton van der Kolk is eigenaar van het Kookpunt in Rotterdam. Het walhalla voor (amateur)koks. Niet alleen in Rotterdam, maar van heinde en verre brengen mensen een bezoekje aan de 1.200 m2 grote winkel in Noord.

NAAM: Ton van der Kolk STUDIE: bedrijfseconomie,

afgestudeerd in 1987 NU: eigenaar Kookpunt Rotterdam

TEKST: Carien van der Wal FOTO: Sanne van der Most

Ton van der Kolk nam in 1990 het Kookpunt over, de zaak die zijn ouders hadden opgericht. Inmiddels telt het Kookpunt 3.000 m2 en zijn er deelnemingen in verschillende kookwinkels in Antwerpen, Keulen, Maastricht en Den Haag. Het Kookpunt is een begrip in Rotterdam en wijde omstreken. Met een brede glimlach ontvangt Ton ons in zijn immense pand aan het Noordplein. Hij denkt met veel plezier terug aan zijn studietijd. Een rijke tijd vindt hij zelf. ‘Ik had veel vrienden, woonde samen met mijn grote liefde en had leuk werk. Dat kenmerkt eigenlijk wel mijn studietijd, werken en studeren. Ik was een behoorlijke plichtsgetrouwe student. Geloof niet dat ik veel colleges gemist heb. Tijd voor verenigingen had ik niet. Naast mijn studie werkte ik drieënhalve dag, als student-assistent en in het Kookpunt, toen nog eigendom van mijn ouders. Doorzakken en uitslapen was niet echt een optie.’ Hoe het begon ‘Toen mijn ouders de zaak begonnen, telde die slechts 12 m2 en woonden we met het gezin op 25 m2. Mijn ouders werkten dag en nacht; ik groeide letterlijk op tussen de potten en de pannen en speelde met LEGO op de toonbank. Op mijn 12e verkocht ik mijn eerste braadpan.’ Het was overigens niet vanzelfsprekend dat Ton de zaak van zijn ouders zou

overnemen. ‘Ik werd vooral aangemoedigd om door te leren’, herinnert Ton zich. ‘Het waren de jaren ’70, en er was crisis. Mijn vader had geen plek voor mij in de zaak. Dus liep ik stage bij V&D en deed na mijn havo het vwo. En daarna ging ik studeren aan de Erasmus Universiteit. Ik had moeite met het theoretische karakter van de studie en snakte naar praktische kennis en vaardigheden. Ik was vooral geïnteresseerd in reclame, verkoop en klantcontacten. Die vaardigheden zijn tegenwoordig misschien wel onderdeel van de studie maar toen niet. Ik vond leren lastig; achteraf bleek ik dyslectisch te zijn. Daar was toen weinig over bekend. Het klinkt misschien gek, maar door mijn studie ben ik risicomijdend geworden. Ik dacht voortdurend na over de consequenties en risico’s. Aan de andere kant leerde ik ook globaler denken, macro-economisch. De studie heeft zeker voor diepgang in mijn ondernemersstijl gezorgd. Je zou kunnen zeggen dat de studie mij heeft geholpen om kwaliteiten die latent aan­ wezig waren naar boven te halen. Ik herinner me, dat we op de uni Javaprogrammeertaal moesten leren. Het trok me totaal niet. Ik ben meer een uitvoerder en de handel heeft mij altijd getrokken. Onlangs hebben we onze activiteiten uitgebreid met een eigen Kookpunt import groothandel in een bedrijfspand in de

4

Ton werkte naast zijn studie drieënhalve dag, als student-assistent en in de winkel van zijn ouders.


‘Klanten helpen blijft toch het leukste’ Spaanse polder. Hier zijn ook onze online activiteiten ondergebracht. Marketing Als student-assistent solliciteerde ik bij de hoogleraar Jan Bunt. Ik was zo enthousiast maar kreeg het baantje niet. Ik wilde te graag volgens hem. In 1992 wonnen we met het Kookpunt de Rotterdamse Ondernemersprijs. Van Jan Bunt kreeg ik dat jaar de Marketing Jaarprijs. Hij vroeg mij om een college over marketingmissers te geven. Die heb ik genoeg gemaakt. Jaren geleden hadden we speciaal voor kinderen een Hans en Grietje-huis laten maken met alles erop en eraan. Tot onze verbazing ging geen kind er mee spelen. Bleek dat ze het doodeng vonden. Hadden we niet zo goed ingeschat. Tegenwoordig is corporate social responsibility de magic word, maar voor ons hoort dat van oudsher al bij ons bedrijf. We zamelen pannen in voor de voedselbank, verstrekken geen tasjes maar zetten de spullen even voor de klant in de auto en we scheiden de materialen. De 60 medewerkers vormen een grote familie. Het voor elkaar zorgen is voor Van der Kolk de gewoonste zaak van de wereld. Het Kookpunt is een familiebedrijf maar ik ga het stokje vermoedelijk niet overdragen aan mijn kinderen. Ze hebben alle drie hun eigen weg gekozen. Voor het voortbestaan van het Kookpunt hebben we twee startup participanten aangetrokken. Het bedrijf is bij hen op den duur in goede handen. Ik blijf zolang ik kan bij de zaak betrokken.’ Na afloop van het interview adviseert Van der Kolk de fotograaf over grillpannen. Dat blijft toch het leukste, klanten helpen!

Meer over familiebedrijven vanaf pagina. 28

5



VOORWOORD GOED BEZIG!

NAAM: Oliver Momma (23 jaar)

NAAM: Rick Scharnigg (24 jaar)

FUNCTIE: Oprichter Ekster Wallet

FUNCTIE: Oprichter Ekster Wallet

STUDIE: International Business Administration

STUDIE: University College

TEKST EN FOTO : Sanne van der Most

Ondernemers pur sang Welke invloed heeft jullie studie aan de EUR gehad? Rick: ‘Mijn studie heeft me een bredere blik gegeven en me nieuwsgierig gemaakt naar andere dingen.’ Olivier: ‘Voor mij is het puur het diploma. Ondernemen zat toch al in me. De EUR heeft me hoogstens op weg geholpen door faciliteiten beschikbaar te stellen.’

Alumni Olivier Momma en Rick Scharnigg bedachten Ekster Wallet, een portemonnee die superdun is en nooit meer kan zoekraken. Wat is jullie product? Olivier: ‘Wij verkopen traceerbare portemonnees van high end leather, die RFID bestendig zijn. Ze hebben een speciale laag die de gebruiker beschermt tegen skimmers. Met een klik op de knop heb je direct toegang tot al je kaarten.’

Wat is jullie koers voor de komende jaren? Olivier: ‘Het gaat hartstikke goed. We verkochten al 13 duizend wallets. In januari zijn we begonnen met een nieuwe campagne voor de tweede generatie portemonnees. Ook die lopen als een trein.’ Rick: ‘We willen dit merk wereldwijd uitbouwen en de omzet ieder jaar minimaal verdubbelen. Naast wallets willen we ook telefoonhoesjes maken en naast online ook de retail in.’

Hoe kwamen jullie op het idee? Rick: ‘Dingen beter maken en daarover brainstormen vonden we altijd al leuk. We waren zelf niet echt tevreden met het aanbod van portemonnees op de markt. Toen zijn we gaan nadenken over de ideale portemonnee, daar steeds meer dingen aan toe gaan voegen en uiteindelijk hebben we hem ook echt gemaakt.’

Meer op www.eksterwallets.com

7


EA NIEUWS

Blijf op de hoogte! Wilt u op de hoogte blijven van het nieuws en de agenda van de universiteit? Bezoek dan regelmatig www.eur.nl/nieuws. Of volg de universiteit op Facebook, Twitter, Instagram of LinkedIn.

Rotterdam Summer School De populariteit van Summer Schools groeit. Internationale studenten en professionals kiezen er steeds vaker voor om in de zomer enkele weken in het buitenland te studeren. Na de pilot van vorig jaar gaat de Rotterdam Summer School deze zomer van start met Summer Courses voor studenten en professionals. Van 18 juni tot en met 21 juli 2017 bieden de Erasmus Universiteit Rotterdam, Hogeschool Rotterdam, Codarts, Willem de Kooning Academie en diverse private partijen verschillende courses aan van recht, gezondheidswetenschappen, economie en management tot kunst en cultuur, gezondheid en interdisciplinaire onderwerpen. Veel van de cursussen zijn op academisch niveau en bieden study credits aan (ECTS). Op www.rotterdam­ summerschool.com vindt u alle informatie over de Rotterdam Summer School, en kunt u zich inschrijven voor een of meer cursussen uit het brede aanbod.

De eerste uitkomsten van de Nationale Alumni Enquête Afgelopen ea. vroegen we u mee te doen aan de Nationale Alumni Enquête. Dit is het jaarlijkse arbeidsmarktonderzoek onder alle recent afgestudeerde master- en doctoraalstudenten aan de Nederlandse universiteiten. De uitkomsten bieden inzicht in hoe de wo-masteropleiding en de arbeidsmarkt op elkaar aansluiten. De feedback wordt gebruikt om onderwijsprogramma’s te verbeteren. Dus hoe meer ingevulde enquêtes we terug ontvangen, hoe bruikbaarder de informatie. Meestal ligt de respons zo rond de 20%. De conclusies die we aan de uitkomsten kunnen verbinden, zijn dus hierop gebaseerd. Een paar cijfers: Ongeveer anderhalf jaar na afstuderen heeft 91% procent van de alumni een baan. Op het moment van invullen van de enquête lag het salaris zo rond de 3.100 euro bruto per maand. En gemiddeld duurde het vinden van een baan 2,4 maanden. 88% van de respondenten is tevreden tot zeer tevreden over de gevolgde master, evenals over de wetenschappelijke vaardigheden die ze binnen de opleiding hebben verworven. Kritischer zijn ze over de verhouding theorie versus praktijk. 80,3% van de respondenten zou de studie waarschijnlijk tot zeer waarschijnlijk aanraden aan vrienden, familie of collega’s. De complete uitkomsten van het onderzoek leest u later dit jaar terug op www.eur.nl/alumni.

Het grote ea. lezersonderzoek Doe mee aan het lezersonderzoek en help ons het blad te verbeteren. Binnenkort ontvangt u van ons via de mail een link naar de vragenlijst. Als we weten wat de wensen en verwachtingen van onze lezers zijn, kunnen we onze

8

uitgaven daarop aanpassen. Dus heel fijn als u mee wilt werken door de vragenlijst in te vullen en aan ons terug te sturen. De 40 eerste inzenders ontvangen een notitieboekje! Alvast bedankt. www.eur.nl/lezersonderzoekea2017/


EA NIEUWS

Ontmoeting, informatie en in stilte studeren Welkom in de nieuwe Universiteitsbibliotheek!

Foto: Michelle Muus

Eind mei opent de vernieuwde Universiteitsbibliotheek op de campus. Het oorspronkelijke gebouw dateert uit 1968 en is overzichtelijk en functioneel ontworpen. Door verschillende ad-hoc aanpassingen in de loop der jaren is de oorspronkelijke helderheid van het plan deels verloren gegaan. Het ontwerp van de architectencombinatie ABT-jefvandenputte architectuur brengt weer licht, openheid en transparantie in het gebouw. De vernieuwe UB wordt duurzamer door het gebruik van veel isolerend glas. Ook het dak wordt beter geïsoleerd en voorzien van sedum beplanting en zonnepanelen. Omdat het gebouw opener wordt, zal daglicht verder/dieper het gebouw inkomen, waardoor minder kunstlicht nodig is. Speciale klimaatplafonds zorgen voor de juiste temperatuur. Naast de oorspronkelijke entree vanuit Theil Building via de loopbrug is er nu ook een tweede entree op straatniveau, aan de Institutenlaan. Eenmaal binnen via de nieuwe entree geeft een nieuwe vide zicht op bovenliggende verdiepingen en te volgen route. De boeken van het Rotterdamsch Leeskabinet, dat als verenigingsbibliotheek al dateert uit 1859, staan in de kern van het bibliotheekgebouw, als een moderne variant op een klassieke bibliotheek-inrichting. In het gerenoveerde gebouw is ruimte voor zo’n 900 moderne studieplekken, die de stilste van de campus zullen worden; voornamelijk gericht op individueel studeren. De vernieuwde Universiteitsbibliotheek krijgt een bijzonder kunstobject. Naast de trap bij de nieuwe entree op de Institutenlaan komt een groot kunstwerk van 3 x 15 meter, bestaande uit ongeveer duizend handgeschilderde tegels. Studenten en medewerkers hebben meegewerkt aan dit project van kunstenaar Marijn van Kreij.

Uit de kunst! In 1964 begon de Erasmus Universiteit met het aankopen van eigentijdse grafiek. Bij de ingebruikneming van Woudestein in 1968 sierden de aangekochte werken de muren van de toen net gebouwde universiteits­ panden. Bovendien was het een mooie manier om de studenten en medewerkers in aanraking te laten komen met kunst. Prof. mr. Piet Sanders (1912 - 2012), de initiatiefnemer van de kunstcollectie van de EUR, kocht vanuit de bouwbudgetten veel kunst aan; ook voor op het buitenterrein van de universiteit. Inmiddels bestaat de collectie uit meer dan 2.000 kunstwerken. Er is een kunstroute uitgezet langs ruim 50 kunstwerken uit de verzameling en langs een aantal stukken uit het academisch erfgoed van de Erasmus Universiteit en haar rechtsvoorgangers. Bent u in de buurt en heeft u interesse in de rijke verzameling kunstwerken van de universiteit? Kijk dan eens op www.eur.nl/kunstzaken/ kunstroute en volg de kunstroute op de campus. Zie ook het interview met Anne Clement - van Vugt op pagina 40.

9


EA NIEUWS

bron: EM

Rotterdam School of Management bij wereldtop

Taalbuddies voor cursisten Nederlands In oktober 2016 is het Taal- & Trainingscentrum (TTC) van de Erasmus Universiteit begonnen met het verzorgen van intensieve cursussen Nederlands voor hoogopgeleide (snel lerende) vluchtelingen en expats.

Elk jaar doet de Financial Times een vergelijkend onderzoek naar de beste MBA-opleidingen wereldwijd. Dit jaar staat de MBA-opleiding van Rotterdam School of Management, Erasmus University in deze Global MBA Ranking op nummer 31 wereldwijd, en 11e in Europa. Hiermee is Rotterdam School of Management, Erasmus University de enige business school in Nederland in de top 100. Als het om ’waar voor je geld’ gaat, staan we in de top 20, qua internationale mobiliteit behoren we tot de top 10. Naast de ranking van de Financial Times, is Rotterdam School of Management, Erasmus University ook de enige business school in Nederland die in het QS Global 250 Business School Report staat. Dat wil zeggen dat Rotterdam School of Management, Erasmus University in de top 45 van de wereld staan in de top 250 van fulltime MBA programma’s over de hele wereld. Het is geen doel op zich om goed te scoren in dit soort rankings, maar het is wel fijn. De hoge score werkt als een magneet op goede studenten, goed personeel en belangrijke samenwerkingsverbanden.

Het Taal- & Trainingscentrum is gespecialiseerd in het verzorgen van onderwijs voor hoogopgeleiden. Met deze expertise kan het centrum hoogopgeleide vluchtelingen in snel tempo voorbereiden op het Staatsexamen Nederlands. In plaats van 3 tot 5 jaar, kunnen de studenten het bij het TTC in 1 tot 1,5 jaar afronden. Begin dit jaar is een nieuwe lichting studenten aan het TTC gestart. De meeste cursisten zijn afkomstig uit Syrië. Zij willen graag snel inburgeren, zodat ze ook snel kunnen beginnen met een studie of aan de slag kunnen op de arbeidsmarkt. Om naast de lessen de Nederlandse spreekvaardigheid te oefenen heeft de universiteit ook taalbuddies verworven. Meer dan 200 studenten en medewerkers hebben zich aangemeld. Gedurende een half jaar praten zij minstens 1 uur per week Nederlands met een cursist om de spreekvaardigheid, uitspraak en verstaanbaarheid te oefenen. De taalbuddies hebben allemaal een korte workshop gekregen van een taaldocent, zodat ze weten wat de thema’s van de lessen zijn, hoe ze kunnen oefenen en wat er wel en niet wordt verwacht van een taalbuddy. De vrijwilligers zijn enthousiast!

Alumni in het nieuws – Jaap Uijlenbroek, alumnus Bestuurskunde van

De campus wordt steeds groener

de Erasmus Universiteit, is de nieuwe topman van De Belastingdienst. Hiervoor bekleedde hij verschillende hoge functies bij de overheid en was hij directeurgeneraal Vastgoed en Bedrijfsvoering. Daarnaast is hij in Leiden bijzonder hoogleraar Arbeidsverhoudingen in de publieke sector.

De vernieuwing van de campus, in 2011 gestart, sluit goed aan bij de ambitie van de universiteit om zo duurzaam mogelijk te bouwen en te verbouwen. Zo is in 2015 het energiezuinige, multifunctionele Polak Building geopend, en eind mei komt de compleet vernieuwde duurzaam verbouwde bibliotheek weer in gebruik. Naast het verduurzamen van de gebouwen op de campus, wordt ook ruimte voor groen gecreëerd. Zo is het noordelijke deel van de campus veranderd in Park Noord: een plek met bomen, grasvelden en slingerende paden. Het park loopt over in het gebied rond de Sportlaan. Daar ontstaat eveneens een groen parklandschap, zodat het mooi aansluit op de nu al aangelegde groene gebieden, zoals rond de vijver. In het midden van deze ea. staat een foto van de campus in de zomer.

Alumnus Roel van de Kamp is de initiatiefnemer van de Invi Bracelet, een hippe armband die helpt in de strijd tegen seksueel geweld. In de armband is een stinkbommetje verwerkt dat je kunt activeren wanneer er gevaar dreigt. De lucht is zo aanwezig dat je jezelf onaantrekkelijk maakt. Ook is de kans groot dat de dader afziet van zijn beoogde daad. De armband die nu getest wordt in Rotterdam is geïnspireerd op het stinkdier dat geur inzet om roofdieren te verjagen. In de Top 250 Scale-ups 2017 van Nederland staat cosmeticamerk Rituals van alumnus Raymond Cloosterman op nummer 1. Het bedrijf, opgericht in 2000, creëerde 1.097 nieuwe banen en heeft wereldwijd meer dan 400 winkels. Derde op de lijst met 456 banen is Coolblue van Pieter Zwart. Het bedrijf werd in 1999 nog tijdens zijn studie aan de Erasmus Universiteit opgericht als webshop en is uitgegroeid tot meer dan 323 online shops en 8 fysieke winkels.

10


BRILLIANT MINDS, GREAT IDEAS

Restart Network draagt bij aan ander beeld vluchtelingen Zonder onze studenten zouden we niet meer zijn dan een hoop stenen. Gebouwen zonder ziel. In elk nummer zetten we hen en de prachtige initiatieven die ze ontplooien in het zonnetje. Als eerste: Frederick Rustler, een van de oprichters van Restart Network. TEKST EN FOTO: Carien van der Wal

‘Ik hoop dat het Restart Network kan bijdragen aan een ander beeld van vluchtelingen,’ zegt Frederic Rustler. Ik kwam naar Rotterdam voor een Master in Business Information Management. De stad lijkt erg op Berlijn, waar ik ben opgegroeid. Beide steden zijn zwaar gebombardeerd in de Tweede Wereldoorlog, maar tegenwoordig hangt er dezelfde optimistische ‘vibe’. Ik wil mensen ertoe brengen sociale problemen samen op te lossen door risico's te nemen. Ik ben een nieuwsgierig iemand en heb een passie voor technologie. Dat is voor mij de perfecte combinatie om iets als dit op te zetten. We leiden vluchtelingen op tot ervaren webontwikkelaars zodat ze hier aan een baan kunnen komen. Samen met onze partners hebben we een intensief trainingsprogramma coderen opgezet, een crowdsourced coding bootcamp. Ik denk dat als je anderen helpt hun doelen te bereiken, je er uiteindelijk ook mooie dingen voor terugkrijgt. Succes biedt rijkdom, het vermenigvuldigt zich. Ik ben blij dat ik mensen heb kunnen vinden die deze visie delen. Deelnemers aan de coding bootcamp Anas: Ik leerde Frederick kennen via een vriend van mij en ik wilde me heel graag bij de bootcamp aansluiten. Ik ben uit Syrië gevlucht toen ik werd gedwongen om het leger in te gaan. Ik geloof in het leven, niet in het nemen van levens. Via Libanon en Turkije kwam ik in Rotterdam terecht. Ik heb het programma bijna afgerond en ben nu op zoek naar een baan als webontwikkelaar. Restart Network helpt me sollicitatiegesprekken te regelen en opent deuren voor me. Frederick: Ik hoop dat ons programma kan bijdragen aan een ander beeld van vluchtelingen.

Anas, deelnemer coding bootcamp (links) en RSM student en medeoprichter Restart network Frederic.

Restart Network is een coderingsopleiding die inspeelt op de toekomst en organiseert intensieve bootcamps waarin deelnemers in drie maanden de basisbeginselen van webontwikkeling leren. Frederic Rustler en medeoprichter Leon Teodor hebben deze sociale onderneming opgericht omdat ze willen dat de tech-sector meer divers wordt en zich meer op integratie richt. De meeste studenten zijn uiterst gemotiveerde vluchtelingen uit Syrië, Irak en andere conflictgebieden, die hun leven een nieuwe wending willen geven.

11


VOORWOORD

12


VOORWOORD

Alumnus Wouter Gudde

‘De voetbalwereld is conservatief’

13


DAGJE MEE

NAAM: Wouter Henricus Gudde LEEFTIJD: 32 jaar STUDIE: Business Administration, RSM CARRIÈRE: profvoetballer,

commercieel directeur Excelsior

TEKST: Carien van der Wal FOTO’S: Sanne van der Most

Foto: Excelsior Rottedam

‘Gaat het niet door?’, Wouter Gudde, commercieel directeur van Excelsior, gekleed in zwart pak met Excelsior logo en rode stropdas, is even het spoor bijster. Zijn medewerkers hebben onlangs een sponsor award gewonnen en de bedoeling is om een foto van het team te maken. Na wat overleg over en weer wordt de foto alsnog gemaakt. Gudde is trots op zijn team. ‘We doen het samen’, zegt hij.

Gudde als speler in actie in seizoen 2010-2011.

Normaal is Gudde een paar uur voor de wedstrijd op de club en ontvangt dan relaties en sponsoren, in de business club op de eerste etage. Vandaag is hij er al om 9 uur. Deze dag staat in het teken van het goede doel. Gudde: ‘Onze foundation, Excelsior4all bestaat 5 jaar. We doen veel maatschappelijke projecten en organiseren ieder jaar een maatschappelijke week. In overleg met onze hoofdsponsor DSW-zorgverzekeringen hebben we gekozen voor een goed doel in de zorg: Stichting Casper (vernoemd naar chirurg-oncoloog & clubarts van Feyenoord Casper van Eijck). Het geld dat we inzamelen wordt gebruikt voor onderzoek naar alvleesklierkanker. En dat is hard nodig, want 95% van de mensen die alvleesklierkanker krijgt; gaat er aan dood. Met de samenvattingen meegerekend kijken er vandaag 3 miljoen mensen naar de wedstrijd tegen FC Twente. Voorafgaand aan de wedstrijd is er daarom een speciaal

evenement georganiseerd met ex-voetballer en tv-personality René van der Gijp. Rond de 200 relaties hebben hiervoor een kaartje van 50 euro gekocht. Deze opbrengsten gaan ook naar de stichting.

iedereen en omgekeerd. ‘Het is vanochtend vooral handen schudden en gesprekken voeren’, zegt hij. ‘We moeten de bestaande sponsoren binnen boord houden en nieuwe over de streep trekken.’

Sponsoren Rond halfelf druppelen de eerste gasten de business club binnen. Onder de sponsoren bevinden zich voornamelijk ondernemers. Excelsior richt zich in haar sponsorbeleid op het MKB. Er worden vele handen geschud, en Gudde voelt zich duidelijk als een vis in het water. Een kijkje in de keuken van het betaald voetbal, leert dat het anno 2017 nog steeds een mannenwereld is. Gudde zal later zeggen dat Excelsior een inclusieve club is en dat ze op korte termijn zullen starten met een eredivisie vrouwenteam. En terwijl René van der Gijp de lachers op zijn hand krijgt, serveren studenten van het Albeda college belegde broodjes en fruitsalade. Gudde kent

Spelers Gudde heeft oog voor details en overziet alles. Hij houdt een vinger aan de pols en loopt van de business club naar het spelershome beneden. Een groter contrast is bijna niet denkbaar. Het spelershome is net een bruin café, pakjes speelkaarten op de tafels, en opschrijfboekjes voor de scores. Achter een van de tafels langs een blinde muur, hangt een doek met de sponsorlogo’s. Op tafel staan twee microfoons. Hier vindt na afloop van de wedstrijd de persconferentie plaats. Het oogt gemoedelijk. Tv-ploegen van Fox en RTL bezig zijn druk bezig met bekabeling, zodat de wedstrijd vanmiddag in de huiskamers life te zien is.

14


DAGJE MEE

‘Topsport was prima te combineren met mijn studie’ Op verzoek van de fotograaf verplaatsen we het gesprek naar buiten. Terwijl Wouter op de middenstip soepel een balletje hooghoudt voor de foto – hij is tenslotte tien jaar lang profvoetballer geweest – ruimt een tractor de sneeuw op het veld weg zodat het geschikt is om straks op te voetballen. Op weg terug naar binnen stoppen we even in de materiaalkamer. Gudde houdt trots het lichtgroene shirt met logo van de stichting Casper omhoog. Hierin zullen de spelers vanmiddag voetballen. Opvoeding Gudde heeft voetbal thuis met de paplepel ingegoten gekregen. Zijn vader (directeur Feyenoord, Eric Gudde, red.) was jeugdtrainer van Excelsior in Schiedam. ‘Er is wel enige overeenkomst tussen onze carrières’, aldus Gudde. ‘Maar mijn vader heeft niet op hoog niveau gevoetbald. Hij trainde een jeugdelftal in Schiedam en studeerde economie aan de Erasmus Universiteit. Via een omweg in het bedrijfsleven kwam hij uiteindelijk bij Feyenoord terecht. We bellen elkaar dagelijks’, aldus Gudde. ‘Ik vraag hem advies, maar hij mij ook hoor. Toch proberen we ook over andere dingen dan voetbal te praten. Hij is ook gewoon oppas-opa van mijn kinderen.’ Wouter Gudde studeerde Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit en was behalve student ook profvoetballer. ‘Ik kon de studie prima combineren met het voetbal. Studeerde op mijn eigen tempo. Van de vier vakken deed ik er twee, en nam er eentje in de herkansing. Dan kon ik gewoon verder. Door mijn studie leerde ik analytisch en oplossingsgericht denken. Vaardigheden die nog dagelijks van pas komen. Na het behalen van mijn bachelor had ik zoiets van ‘Ik stop er gewoon mee, en ga investeren in mezelf’. Mijn ambitie was altijd een bestuurlijke functie in het betaald voetbal

Gudde op de tribune naast Ferry de Haan.

na het beëindigen van mijn sportieve carrière. Ik ben in Maassluis begonnen met voetballen en toen naar de jeugd van Feyenoord gegaan. Na een zware blessure speelde ik een tijdje bij de amateurs. Uiteindelijk kwam ik via Sparta in het betaald voetbal terecht. RKC en Excelsior volgden. Ambities Ik ben heel blij dat ik bij deze club, waar ik als profvoetballer begon nu als lid van de directie aan het roer sta. We hebben al prachtige stappen gezet: de begroting is inmiddels verdrievoudigd van 2 naar 6 miljoen en het stadion is uitgebreid. We koesteren gezonde ambities. Het is geweldig

15

om Europees voetbal te spelen, maar heel realistisch is het niet. Ons doel is om in de Eredivisie te blijven. Van Excelsior een stabiele club maken, dat is de grote uit­ daging. Voor stabiliteit moeten we kunnen beschikken over een begroting van 12 miljoen. Excelsior is een zelfstandige club, de samenwerking met Feyenoord is en paar jaar geleden beëindigd. We doen nu alles zelf: zoals scouting. Daarin werken we samen met de Erasmus Universiteit. We hebben een student aangetrokken die digitaal voor ons scout in Denemarken en Zweden. Op termijn hoop ik over een team van 3 of 4 studenten te beschikken voor het scouten in verschillende competities.


DAGJE MEE

Ik vind dat er nog te weinig verbinding is tussen voetbal en wetenschap. Dat moet anders. Sporten als hockey en volleybal zijn daarin veel vooruitstrevender. De voetbal­ wereld is best conservatief. Ik ben met de Erasmus School of Economics aan het kijken of we samen een datacenter kunnen opzetten voor een meer wetenschappelijke benadering van voetbal. Tegenwoordig wordt alles opgenomen. Een speler wordt heel subjectief beoordeeld. Je zou ook vanuit statistieken kunnen bekijken en besluiten of je een speler al dan niet wilt aantrekken. De samenwerking met de universiteit is goed, we wisselen faciliteiten en kennis uit. Ik ben met zes studenten­ verenigingen in gesprek voor een studenten­ tribune. Studenten zijn onze sponsoren van morgen. Als toekomstige ondernemers verhuizen ze op een goede dag van hun studententribune naar de business seats. Daarom kun je niet vroeg genoeg beginnen met het smeden van een band.

Balans Gudde: Ik ben eigenlijk altijd met de club bezig. Zes dagen per week. En dat zijn meestal hele lange dagen. Onze business club is het hart van de club. Voor en na de wedstrijd ontvangen we hier onze relaties. Onze sponsoren hebben het hier naar hun zin, en doen ook zelf allerlei nieuwe contacten op. Op een bepaald moment gaat de muziek aan. In ieder geval op zaterdagavond. Als wij om kwart voor acht in de avond spelen, zijn we halftien klaar. Voordat ik het weet is het dan halfdrie ’s nachts. Maar als ik de deur hier achter me dicht trek ben ik er voor mijn gezin. Op zaterdag kijk ik naar de hockeywedstrijd van mijn dochter. En regelmatig gaan we met het gezin op reis, een stedentrip of een wat verdere vakantie. Of uit eten in de stad. De balans tussen werk en privé is belangrijk. En iedere dag opnieuw een uitdaging.

16

Support Casper De campagne Support Casper is onderdeel van de Stichting Overleven met Alvleesklierkanker. In september 2015 startte de campagne. Een paar maanden later is de stichting opgericht om aandacht te vragen voor alvleesklierkanker. 95% van de patiënten overleeft deze ziekte niet. De grondleggers zijn vrienden of familie van mensen die zijn overleden aan alvleesklierkanker. Met deze campagne wil de stichting de bewustwording rond alvleesklierkanker vergroten en structureel geld inzamelen om onderzoek voor nieuwe, innovatieve behandel­ methoden mogelijk te maken. Voor meer informatie: www.supportcasper.nl


ESAA Erasmus School of Accounting & Assurance

Verdieping van uw kennis en inzicht ESAA Erasmus Executive Programs zijn programma’s voor de ervaren en nieuwsgierige professionals die zich willen blijven ontwikkelen en op de hoogte willen zijn van de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen.

Executive Programs

Masterclasses

• Tax Control voor Bestuurders

• Grondslagen van Geluk

• Het Brein in de Boardroom

• Audit Committee Vraagstukken voor Commissarissen

• The New CFO

en Toezichthouders

• Corporate Social Responsibility

• Financiële Vraagstukken voor Commissarissen

• Het Rendement van Geluk

en Toezichthouders

• Sturen op Geluk in het Publieke Domein

• Insight Experience

• Finance & Risk Management voor Woningcorporaties

• Masterclass voor Finance Professionals

• Certified Pensioenexecutive

• Masterclass voor Professionals in de Zorg

• Financieel Forensisch Deskundige • Programma voor (nieuwe) Commissarissen en Toezichthouders

ESAA introduceert: het Erasmus Governance Institute Bekijk onze programma’s op: www.esaa.nl/governance

• Programma voor Publieke Aandeelhouders

Wilt u meer weten over (één van) deze programma’s? Bezoek voor de inhoud van de programma’s en de startdata www.esaa.nl of neem contact op via 010-408 15 12. Aan alle ESAA Executive programma’s worden PE-uren toegekend.

ESAA is een onderdeel van de Erasmus Universiteit Rotterdam

17


WETENSCHAP IN DE PRAKTIJK

Op zoek naar leefbaar loon in de kledingindustrie Hoe zorg je als investeerder dat je alleen nog geld steekt in bedrijven die een eerlijk salaris betalen? Marjelle Vermeulen en Karen Maas van het Impact Centre Erasmus zochten het uit op verzoek van de ASN Bank. TEKST: Geert Maarse FOTO: Geertje van Achterberg

Marjelle Vermeulen (l) en Karen Maas.

Wat hebben jullie aan? Marjelle Vermeulen: ‘De broek is van de H&M, de trui komt van een onbekend winkeltje in Duitsland.’ Karen Maas: ‘Ik heb een jurk aan van Humanoid, een vest van Sonia Rykiel, de sjaal is van een Italiaans merk, de panty van de Hema en mijn schoenen heb ik gekocht in de VS.’

De hamvraag is natuurlijk: is het duurzaam? KM: ‘De bijzondere kledingstukken van de grote merken wel. Omdat het geen confectiemerken zijn die op grote schaal produceren. Zo’n vest van Sonia Rykiel is niet in Bangladesh of India gemaakt, maar in Italië. Daar zijn de werkomstandigheden per definitie beter.’

18

Dat is waar jullie onderzoek naar doen. De ASN Bank wil weten of ze wel zo duurzaam bezig zijn als ze zouden willen. Hoe zoek je dat uit? KM: ‘De ASN richt zich als bank überhaupt nadrukkelijk op duurzaamheid. In 2030 willen ze een aantal doelen behaald hebben. Met betrekking tot CO2-uitstoot bijvoorbeeld. Dat is relatief makkelijk te


WETENSCHAP IN DE PRAKTIJK

meten. Maar ook op het gebied van human rights, een van hun andere speerpunten, willen ze bedrijven uit hun portfolio kunnen aanspreken. Alleen, dat is een stuk lastiger te kwantificeren. Een van de meest tastbare thema’s op het gebied van mensenrechten is leefbaar loon. We hebben een methodiek ontwikkeld om bedrijven te screenen.’ MV: ‘We zijn begonnen met een nulmeting. Er is specifiek gekeken naar de kleding­ industrie, waarbij de arbeidsomstandigheden de laatste jaren terecht onder een vergrootglas liggen. Van veertien bedrijven uit het beleggingsuniversum van ASN hebben we in kaart gebracht hoe het zit met hun beleid.’ Een leefbaar loon in Pakistan is totaal anders dan in Italië. Hoe stel je dat vast? KM: ‘Dat was direct een van de grote moeilijkheden in ons onderzoek. Er zijn talloze databases waaruit je informatie kunt halen over wat mensen verdienen. Maar die zijn vaak incompleet, of lastig met elkaar te vergelijken.’ MV: ‘We zijn uitgegaan van de definitie dat een leefbaar loon een salaris is dat iemand moet verdienen om zichzelf en zijn gezin te kunnen onderhouden. Dat betekent: genoeg geld voor een huis, eten, kleding, school en een deel om te sparen.’ KM: ‘Maar dan kom je op de vraag wat een normaal gezin is. In het ene land zijn dat twee kinderen, in de het andere land tien. En in het ene land is het normaal om 10 procent van je inkomen aan je huis te besteden, in het andere land 80 procent. Wat het bovendien lastig maakt, is dat de verschillen binnen sommige landen ook nog enorm zijn. In China bijvoorbeeld maakt het veel uit of je in Shanghai woont of op het eiland Hainan.’ In jullie onderzoek komt de H&M als beste uit de bus. Dat is verrassend. Betekent dit dat een leefbaar loon niet direct hoeft te leiden tot een hogere prijs? MV: ‘Deze score is niet alleen het salaris wat ze betalen. Het gaat ook om visie, beleid, implementatie en transparantie.’ KM: ‘We hebben het er in de aanloop naar het onderzoek veel over gehad dat het leuk zou zijn als een goedkoop bedrijf kan laten zien: wij betalen leefbaar loon. Ook al hanteer je lage prijzen, kun je toch mensen

ok betalen. Zij hebben een actief beleid en geven veel openheid van zaken.’ Maar betalen ze ook een salaris waar een naaister haar familie van kan onderhouden? MV: ‘Door geen van de onderzochte bedrijven wordt een leefbaar loon betaald, ook niet door H&M. Exacte data zijn nog moeilijk boven tafel te krijgen. H&M geeft aan dat ze het industry average betalen. Dat is vaak meer dan het minimumloon, maar nog niet genoeg. Er is dus nog een lange weg te gaan.’ KM: ‘Wat je hoopt is dat door zo’n screening duidelijk wordt dat bedrijven echt iets moeten gaan doen. Dit is het begin. En alles wat wij doen is open source. Dat maakt het heel leuk: andere partijen kunnen hier mee verder.’ MV: ‘Je ziet dat ASN echt als een aanjager fungeert. Er is veel media-aandacht geweest en ook andere financiële organisaties zijn nu geïnteresseerd. We hebben net gehoord dat Triodos en vermogensbeheerder MN Services samen met ASN deze bedrijven wil gaan aanspreken.’ In de supermarkt kun je al jaren kiezen uit talloze keurmerken. Waarom is dat er niet voor duurzame kleding? MV: ‘Je hebt wel websites die inzicht ­proberen te geven in de duurzaamheid van merken, rankabrand.nl bijvoorbeeld.’ KM: ‘Er is informatie beschikbaar, maar vaak gaat het dan bijvoorbeeld over organic cotton, niet over arbeidsomstandigheden. En dan nog kom je al snel terecht bij kleine labels of exclusieve winkels. Eerlijk gezegd vind ik het voor de consument nog veel te moeilijk. Het is niet zo dat je naar de Bijenkorf kunt gaan en daar je keuze kunt baseren op – naast kwaliteit en prijs – duurzaamheid. MV: ‘Het zou mooi zijn als dat uiteindelijk het gevolg zou zijn van dit onderzoek.’ Zijn er bedrijven waar je als consument sowieso geen kleding moet kopen? KM: ‘Een bedrijf dat per seizoen vijf goedkope collecties presenteert en waar je shirt na drie keer wassen kapot gaat, is in de regel niet duurzaam. De Primark en de Coolcat bijvoor­ beeld, daar gaat het niet zo best. Maar die vallen buiten het portfolio van de ASN.’

19

MV: ‘De Zeeman stond heel slecht bekend, maar die maken nu allemaal reclame waarin ze zeggen goed bezig te zijn.’ KM: ‘Het jaarverslag van de Primark staat ook vol met rooskleurige taal. Er is alleen niemand die dat checkt. Maar dat is aan het veranderen. In Nederland wordt een groot deel van de duurzaamheidsverslagen al getoetst. Voor accountants is dat big business, alleen vinden ze het heel moeilijk.’ MV: ‘Het past in de trend van wat wij impact investing noemen. Er komt steeds meer bewijs dat er zoiets bestaat als een win-win-situatie: financiële winst én maatschappelijk rendement. Dit onderzoek werpt vooral nieuwe vragen op, er moet nog veel meer uitgezocht worden. Maar het is een mooi voorbeeld van hoe een financiële instelling kan samenwerken met een kennisinstituut om een mondiaal probleem aan te pakken.’ Zijn jullie optimistisch over de toekomst van de kledingindustrie? KM (slaakt een diepe zucht): ‘Eigenlijk niet. Dit soort veranderingen helpen, maar ik heb minder vertrouwen in het gedrag van de consument. Zolang die behoefte blijft houden aan ketens als de Primark en de Action, blijven we geconfronteerd worden met de minder fraaie kanten van de globalisering en het consumentisme.’ MV: ‘Bedrijven zijn vaak intrinsiek gemotiveerd om duurzamer te werk te gaan. En als ze dan ook nog eens onder druk worden gezet van stakeholders – investeerders in het bijzonder – is verandering echt mogelijk. Maar uiteindelijk is de consument aan zet.’ Karen Maas en Marjelle Vermeulen zijn verbonden aan het Impact Centre Erasmus (ICE). In samenwerking met ASN Bank onderzochten ze hoe investeerders de sociale impact van hun beleggingsportfolio in kaart kunnen brengen en kunnen beïnvloeden.

Voor online, link: https://www.eur.nl/ fileadmin/ASSETS/ICE/Documenten_ICE/ Managementsamenvatting_leefbaar_ loon_ASN_Bank.pdf


WETENSCHAP IN DE PRAKTIJK

Niek van den Hengel, medeoprichter Granny’s Finest

NAAM: Niek van den Hengel

‘Ons bedrijf staat voor sociale cohesie’

STUDIE: Strategisch Management/

Finance & Investment, RSM CARRIÈRE: medeoprichter en medeeigenaar Granny’s Finest (samen met Jip Pulles)

TEKST: Carien van der Wal FOTO: Sanne van der Most

Na mijn afstuderen zou ik eigenlijk het familiebedrijf in vastgoedonderhoud overnemen, maar de crisis stond die plannen in de weg. Het begon met een bezoek aan mijn opa in een bejaardenhuis. Ik zag er dames in de eetzaal zitten, die prachtige truien breiden, maar voor niemand in het bijzonder. Tegelijkertijd zag ik de eenzaamheid onder ouderen. En toen mijn vriend en medeoprichter van het bedrijf, vroeg of ik nog een onderwerp voor zijn afstudeerscriptie wist, was het idee voor Granny’s Finest geboren: een jong en hip modemerk gebaseerd op twee pijlers: een eeuwenoud ambacht, het breien, en het verminderen van de eenzaamheid onder ouderen. Het mes snijdt aan twee kanten Alle producten worden gemaakt door de vrijwilligers van onze 39 breiclubs. Iedere vrijdag komen ze samen en onder het genot van koffie en koekjes worden er prachtige producten gemaakt: sjaals, mutsen en sokken. Maar ook kussens en dekens. Via buurthuizen en lokale zorg­ organisaties worden bejaarde dames en heren attent gemaakt op Granny’s Finest. Al kun je al vanaf je 55e levensjaar meedoen. Het is eigenlijk niet eens belangrijk of je goed kunt breien. Als je maar zin hebt om het te leren. Al vanaf dag 1 draai je mee in het maken van mooie producten die inmiddels in 60 winkels worden verkocht. Behalve in Nederland ook in België en Duitsland. Naast de wekelijkse breimiddagen

organiseren we regelmatig leuke uitstapjes voor de deelnemers. En met Kerst nodigen we alle deelnemers uit een groot diner. Het breien van onze producten is vrijwilligerswerk. We kunnen geen financiële vergoeding bieden. Maar uit onderzoek is gebleken dat geld geen drijfveer is voor oudere mensen. Het gaat hen om de gezelligheid. Om onder de mensen te zijn. Op de breiclubs worden nieuwe vriendschappen gesloten. Door toenemende bezuinigingen in de zorg- en welzijnssector zijn er weinig clubs waar ouderen gratis

20

aan kunnen deelnemen. In die behoefte voorziet Granny’s Finest. Het mes snijdt dus aan twee kanten. Ons bedrijf staat voor sociale cohesie. We zijn nog niet winstgevend, en afhankelijk van de Gemeente Rotterdam, investeerders en fondsen. Maar behalve om het bedrijf op termijn financieel onafhankelijk te maken is het mijn droom en intentie om zoveel mogelijk bejaarde mensen uit hun isolement te halen. En om ze weer perspectief en gezelligheid te bieden.


WETENSCHAP IN DE PRAKTIJK

Het succes van ’persuasive games’

‘Ervaren hoe het is om eentonig werk te doen’ Natuurlijk, het is bekend dat het in de kleding- en katoenindustrie wemelt van de missstanden. Maar hoe zorg je dat consumenten in actie komen om daar iets aan te doen? Dat is de vraag waar onderzoeker Ruud Jacobs zich mee bezighoudt. TEKST: Geert Maarse

Voor zijn promotieonderzoek aan de Erasmus School of History, Culture and Communication kijkt hij naar de effecten van persuasive games, zoals My Cotton Picking Life. ‘Je wordt in de schoenen gezet van een katoenplukker in Oezbekistan. Je moet de hele tijd dezelfde handeling verrichten, waardoor je ervaart hoe het is om extreem geestdodend en saai werk te doen.’

Helena Keij, 76 jaar, breit sinds eind 2015 sjaals voor Granny’s Finest. ‘Ik was aan het winkelen bij De Bijenkorf en zag daar een man en vrouw breien in de etalage. Ik vond dat zo leuk dat ik ter plekke besloot om me aan te melden. Nu kom ik hier wekelijks. Het is altijd gezellig, met zijn allen aan de lange tafel. En er is altijd wel iemand die iets lekkers meeneemt. Breien en kletsen gaat goed samen. Voordat je het weet is het alweer 5 uur’.

Creëren van bewustzijn Jacobs heeft een achtergrond in de psychologie, dus test het effect van zo’n game, ten opzichte van bijvoorbeeld een promofilmpje of een advertentie. ‘Als je een pamflet in handen gedrukt krijgt, is het effect vrij klein. Games laten mensen reflecteren terwijl ze spelen, dus zijn niet dwingend in het overbrengen van de boodschap. Dat werkt heel goed bij het creëren van bewustzijn. Het voordeel van een game is bovendien dat hij redelijk kosten­ effectief is: je hoeft hem maar één keer te maken.’ Meer over de impact van dit soort games? Kijk het college van Ruud Jacobs op https://www.youtube.com/ watch?v=54i32Mn0UFQ

21

NAAM: Ruud Jacobs LEEFTIJD: 29 jaar STUDIE: Psychologie (2012, cum laude),

Universiteit Twente PhD student Media & Communicatie, EUR


WETENSCHAP IN DE PRAKTIJK

Fashion als lievelingskind van het kapitalisme Als je iets wil begrijpen van de positieve én negatieve effecten van internationale handel, is er geen betere industrie om te onderzoeken dan de wereld van de mode, zegt economisch historicus Ben Wubs.

NAAM: Ben Wubs LEEFTIJD: 55 jaar STUDIE: Erasmus School of History,

Culture and Communication CARRIÈRE: Associate Professor Economic and Business History, ESHCC

TEKST: Geert Maarse

Katoen ging in de negentiende eeuw al vanuit Noord-Amerika de hele wereld over. En in de jaren zestig van de vorige eeuw waren kledingbedrijven een van de eerste die inzagen dat het slim was om hun productie uit te besteden naar lage lonenlanden. De mode – of zoals Ben Wubs het zelf consequent noemt: fashion – is een van de belangrijkste globaliserende factoren uit de recente geschiedenis. ‘Je hebt een paar naaimachines nodig, en mensen om ze te bemannen. Dan heb je al een fabriek.’ Fashion en ons economisch systeem Wubs, die zelf niet zelden uitgedost gaat in een flamboyant kostuum, begeeft zich als onderzoeker op het snijvlak van kunst en bedrijfsleven. Hij doet zowel onderzoek naar de symbolische en culturele waarde van producten, als naar supply chains, prijsopbouw, protectionisme en maatschappelijk verantwoord ondernemen. ‘Fashion is, in de woorden van de Duitse socioloog en econoom Werner Sombart, het lievelingskind van het kapitalisme. Door het te onderzoeken kun je heel veel leren over ons economische systeem.’ Die industrie heeft wereldwijd een enorme welvaart opgeleverd, stelt hij. Dat maakt hem kritisch op de anti-globalisten die beweren dat de kledingindustrie tot op het bot verrot is. ‘Ik heb voor mijn onderzoek veel contact gehad met H&M, een bedrijf dat vaak wordt afgespiegeld als amoreel. Maar daar zijn hele duidelijke normen en heldere contracten die de omstandigheden bij sub contracters moeten waarborgen.’ Natuurlijk kent hij de misstanden, maar hij vindt de oplossingen die vaak opgeworpen

worden te makkelijk. ‘Zo’n Trump die beweert dat hij de industrie terug wil halen naar de VS – dat is gewoon heel dom. Het gaat allemaal om kostenverhoudingen. Het enige wat hij kan doen is de grenzen sluiten, maar dan ligt binnen no time de hele industrie op z’n gat.’ Meer kennis over de keten Daarnaast moeten we voorzichtig zijn in het opleggen van onze normen aan andere landen, die op een ander punt in hun ontwikkeling staan, zegt Wubs. ‘Vijftig jaar geleden was een rokende schoorsteen een teken van vooruitgang, nu zien wij het in het westen als vervuiling. Maar je kunt andere landen hun eigen ontwikkelingstraject niet ontzeggen. Het is heel leuk dat wij begaan zijn met mensen in Bangladesh en daar het werk onder bepaalde

22

omstandigheden willen verbieden. Maar wat als die vrouwen anders in de prostitutie terecht komen?’ Waarmee hij niet wil zeggen dat we het maar gewoon op z’n beloop moeten laten. Hij pleit voor meer kennis over de keten. ‘Iedereen is de laatste tijd met voeding bezig, maar niemand weet waar zijn spijkerbroek vandaan komt. En dat terwijl de katoenproductie de afgelopen tien jaar verdubbeld is in omvang. Elke maand kopen we drie nieuwe shirts, om die vervolgens na een paar wasbeurten weg te gooien. Ik ben tegen die verspilling. Daar mag de overheid op het hoogste niveau ingrijpen. Niet met protectionisme, maar om de wereld echt beter en schoner te maken. Daarom geloof ik ook in de Europese Unie. Je hebt grote machtsblokken nodig om dit aan te kunnen pakken.


RSM Leadership Summit 2017 Business: a force for positive change Discover how bringing benefit to society can be part of a company mission and business model. Join us at the RSM Leadership Summit to explore how the UN’s Sustainable Development Goals can support the direction companies and business plans could take towards positive change, and stay profitable at the same time.

Meet business executives, alumni, students and academics for presentations and roundtable discussions by top keynote speakers such as Feike Sijbesma (CEO at DSM). Save the date so you can expand your network, grow your knowledge, share your thoughts, and become inspired!

Friday 6 October 2017, Van Nelle Fabriek, Rotterdam WWW.RSM.NL/SUMMIT

ROTTERDAM SCHOOL OF MANAGEMENT ERASMUS UNIVERSITY 23


CAMPUS IN BEELD VOORWOORD


VOORWOORD


DAAROM ROTTERDAM

Het potentieel van ons water

26


DAAROM ROTTERDAM

Voor haar studie aan de Erasmus Universiteit verhuisde Hester Duursema naar Rotterdam, om er vervolgens nooit meer weg te willen. Sinds 2010 is zij algemeen directeur bij BLN-Schuttevaer, de branchevereniging voor de Nederlandse binnenvaart.

NAAM: Hester Duursema LEEFTIJD: 35 jaar STUDIE: Internationale Economie (2006) BIJZONDER: Naast haar werk voor

BLN-Schuttevaer is Hester secretaris-generaal voor de Europese Schippersorganisatie (ESO). Vorig jaar haalde zij haar aspirant diploma schipper TROTS OP: Dat we met z’n allen openstaan voor de ander en de wereld

TEKST EN FOTO: Karin Koolen

Hester Duursema heeft nog geen enkele ervaring in de binnenvaart als zij vanuit consultancybedrijf Rebel wordt aangesteld als adviseur om de transitie naar een ketenbrede branchevertegenwoordiging voor de Nederlandse binnenvaart te begeleiden. Maar ze doet het goed. Zo goed zelfs, dat ze nadat de integratie in 2013 beklonken is, gevraagd wordt te blijven als algemeen directeur. Volmondig zei ze ja tegen dat aanbod. ‘Ik was toen al geraakt door de complexiteit en authenticiteit van de binnen­ vaart’, zegt ze. Dankzij haar vaders werk als expat voor Heineken was Hester bekend geraakt met het diplomatieke wereldje. Hester: ‘De cultuur in de binnenvaart is daarentegen heel ‘echt’ en vrij van aangeleerd gedrag. Men zegt vaak plompverloren waar het op staat. Dat ongepolijste vind ik charmant.’ Slechte naam Hoewel haar kantoor gevestigd is in Zwijndrecht en Hester voor haar werk regelmatig naar Brussel, Genève en Strasburg reist, vond ze haar thuis tien jaar geleden in Rotterdam. ‘Ik houd van Rotterdam. De stad heeft nog steeds een beetje het imago van ‘kil’ en ‘zakelijk’ bij mensen die haar niet kennen – Rotterdam kan niet op haar lauweren rusten. Maar ze is experimenteel, doorlopend in ontwikkeling, dynamisch. Zeker op het water!’ Potentieel Het zijn dan ook interessante tijden voor de binnenvaart. Daarin is volgens Hester een belangrijke rol voor onze havenstad

weggelegd. ‘Wat Schiphol in Nederland voor de luchtvaart is, is Rotterdam voor de binnenvaart; een logistieke hub. Hier moet het gebeuren.’ We staan aan de waterkant bij Hotel New York. Een deel van de binnenvaartschepen die van en naar Rotterdam varen komt hier langs. Hester: ‘De binnenvaart neemt maar liefst 35 procent van het goederenvervoer vanuit Rotterdam voor haar rekening en de ambitie is om dit naar 45 procent te brengen.’ Vergroenen Vergroenen is het toverwoord. De energietransitie en het reduceren van CO2-uitstoot staan hoog op de politieke agenda van het Havenbedrijf Rotterdam en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. ‘Die partijen zien in de binnenvaart terecht een antwoord op dit klimaatvraagstuk’, zegt Hester. ‘Gebruik

27

van waterwegen kan een CO2-reductie opleveren van maar liefst zeventig procent ten opzichte van het wegvervoer. En één groot schip kan 166 vrachtwagens van de weg halen – dat scheelt enorm veel files. Maar denk ook eens aan gevaarlijke stoffen die nu per trein door dichtbevolkte gebieden vervoerd worden. Er is nog zoveel onbenut potentieel op het water. Om dat te kunnen benutten moeten partijen samenwerken.’ Leiderschap Na haar masterstudie promoveerde Hester aan de Erasmus Universiteit op strategisch leiderschap. Hoe past zij dit onderzoek toe in haar functie? Hester: ‘Ik vind hiërarchie achterhaald, echt nog iets van de industriële revolutie. Mensen klampen zich vast aan posities, macht corrumpeert. Ik ben zeer antiautoritair en wil een platte organisatie; geen namen op kaartjes, zelf je werktijden indelen... Ik streef dan ook naar een enthousiast en geïnspireerd team van mensen die energie uit hun werk halen, initiatief tonen en kritiek naar elkaar uitspreken. Hoe ik mijn eigen leiderschapsstijl typeer? Ik ben heel intuïtief en ik gebruik dat bij het nemen van besluiten. Misschien wel een voordeel dat ik vrouw ben…’


VOORWOORD

28


WETENSCHAP IN DE PRAKTIJK

Familiebedrijven

Kinderen zijn soms te voorzichtig met papa’s bedrijf Jarenlang was het imago van familiebedrijven niet zo best: suf en conservatief. Maar tijdens de financiële crisis werd duidelijk dat juist deze bedrijven de langste adem hebben. De Erasmus Universiteit wil een bijdrage leveren aan familiebedrijven wereldwijd. TEKST: Sjoerd Wielenga FOTO’S: Job Dura en Bob de Kuijper: Sanne van der Most

Heineken, Samsung en Volkswagen. Klinkende namen van heel verschillende bedrijven. De overeenkomst: ze zijn grotendeels eigendom van een oprichtersfamilie. In de crisistijd nam de aandacht voor familiebedrijven toe, zegt prof. dr. Hans van Oosterhout van de in 2012 opgerichte Erasmus Centre for Family Business, onderdeel van Rotterdam School of Management. ‘Voor die tijd dacht men bij familiebedrijven vooral aan de kruidenier op de hoek.’ Het onderzoeksinstituut doet onderzoek naar familiebedrijven wereldwijd, geeft colleges en organiseert activiteiten als paneldiscussies voor familiebedrijven. Doel is een bijdrage te geven aan de ontwikkeling en de levensvatbaarheid van deze organisaties op de lange termijn. Van Oosterhout: ‘De kans is groot dat onze studenten bij een familiebedrijf terechtkomen of dat ze er later een als klant krijgen. De meeste bedrijven zijn immers familiebedrijf; ze zijn de ruggengraat van vrijwel elke economie.’

Papa en mama Gemiddeld blijft een bedrijf drie generaties in de familie. Uit onderzoek van het onderzoek­instituut – waarin onder meer J.G. van Oord en Bob de Kuyper (zie kaders) in de Raad van Advies zitten – blijkt dat veel families moeite hebben om het bedrijf over te dragen aan de volgende generatie. Dat kan verschillende oorzaken hebben, weet Van Oosterhout. ‘Misschien hebben de kinderen van de oprichters niet de juiste capaciteiten. En de tweede generatie is vaak heel voorzichtig met het bedrijf dat papa of mama hebben grootgemaakt. Uit angst om dat kapot te maken, vernieuwen ze niet.’ Niet alleen van de eerste naar de tweede, maar ook van de tweede naar de derde generatie kan het misgaan blijkt uit het onderzoek. Familieleden hebben vaak niet dezelfde ideeën over hoe het bedrijf gerund moet worden. Van Oosterhout: ‘Sommigen willen vooral snel geld verdienen dat ze kunnen uitgeven en richten zich op het rendement van hun investeringen. Het kan

29

zijn dat een broer of zus dat rendement liever in het bedrijf zélf investeert. Dan zorgt voor conflicten in de familie. Ruzies die niets met het bedrijf te maken hebben kunnen tijdens vergaderingen van aandeelhouders naar boven komen.’ Extra zwaar Maar doordat familiebedrijven een focus hebben op de lange termijn, presteren ze in sommige landen, waaronder de VS, beter dan beursgenoteerde bedrijven. ‘Die willen elk kwartaal goede cijfers zien,’ zegt Van Oosterhout. ‘De gemiddelde CEO zit er maximaal zes jaar, terwijl in familie­ bedrijven bestuurders tien of twintig jaar werken en bezig zijn met het voortbestaan van het bedrijf.’ Is dat ook geen nadeel, pa die niet weg te slaan is? Van Oosterhout: ‘Zeker. Als een bedrijf door de bestuurder niet soepel loopt, is het extra zwaar om een familielid weg te sturen. Dat is een krachtenspel die bij gewone beursgenoteerde bedrijven niet voorkomt.’


WETENSCHAP IN DE PRAKTIJK

‘Ik ben opgegroeid met dit bedrijf’

‘Neefjes en nichtjes kunnen hier niet zomaar werken’

‘In 1868 begon grondlegger Govert van Oord als zelfstandig ondernemer in griendwerken. Inmiddels werken we met bijna vijfduizend medewerkers wereldwijd aan waterbouwkundige projecten, in olie- en gasprojecten en bouwen we offshore windparken. De familie Van Oord is nauw betrokken bij het bedrijf. Meerdere familieleden werken binnen het bedrijf, en de lange-termijn groeiambities van de onderneming worden ondersteund door een basis van particuliere aandeelhouders. Onder deze aandeelhouders is MerweOord, de Van Oord familieholding, die 78 procent van de aandelen bezit. Er zijn tachtig familieaandeelhouders verdeeld over drie generaties: het is een uitdaging om deze familieleden te verbinden met het bedrijf. Ik ben opgegroeid met dit bedrijf en het heeft altijd een belangrijke rol in mijn leven gespeeld. Om dit werk te doen, moet je wel een passie hebben voor water en technologie.’

‘Toen ik als student weleens likeur distilleerde, durfde ik het niet op te drinken, haha. Als ik vertelde dat ik bij ons familie­ bedrijf wilde werken, zeiden medestudenten en docenten: ben je gek, dat heeft geen toekomst! Ik ben de eerste De Kuyper sinds 1695 die bedrijfskundige is. In de jaren zestig moest een Amerikaanse achterneef hier werken, terwijl hij het eigenlijk niet wilde. Hij was niet succesvol als directielid, maar voelde zich verplicht te blijven. Uiteindelijk is hem verzocht weg te gaan.

WIE: Pieter van Oord (1961) BEDRIJF: Baggermaatschappij Van Oord

in Rotterdam IN DIENST SINDS: 1994 WAT: CEO STATUS: Vierde generatie familie Van Oord STUDIE: Economie Vrije Universiteit Amsterdam

Toen ik hier als commercieel directeur kwam werken was mijn baas het eerste niet-familielid die eindverantwoordelijk was. Daardoor kwam er een managementcultuur met meer aandacht voor marketing. De grote baas hoeft niet dus per se een familielid te zijn. Wel moet de familie goed weten welke type extern manager ze aanstelt. Niet iemand met een groot ego, maar een coach die de volgende generatie klaarstoomt. Bij De Kuyper hebben we een familieraad met een familiestatuut. Als neefjes en nichtjes een jaar of zestien zijn, peilt de familieraad of ze belangstelling voor het bedrijf hebben. Ze kunnen hier niet zomaar aan de slag. Ze moeten eerst minimaal drie tot vijf jaar bij een ander bedrijf een bewezen carrière op hbo-niveau hebben. Ook moeten ze een assessment door.

30

En er moet natuurlijk een vacature zijn. De familie is er voor het bedrijf en niet andersom! De RvC bestaat in meerderheid uit niet-­ familieleden die knopen doorhakken. De voorzitter is altijd een niet-familielid. Je moet niet aan een vader vragen om te kiezen tussen je eigen zoon of dochter óf die van je broer. Mijn twee zonen werken nu in het bedrijf. Ze worden begeleid om eventueel ooit eindverantwoordelijk te worden, maar: ze moeten het zelf willen.’

WIE: Bob de Kuyper (1950) BEDRIJF: Distilleerderij Koninklijke De Kuyper

in Schiedam IN DIENST VAN: 1977 tot 2009 WAT: Voormalig algemeen directeur, aandeelhouder STATUS: Tiende generatie familie De Kuyper STUDIE EUR: Bedrijfseconomie / Bedrijfskunde

(1968-1973 / 1974-1975)


WETENSCHAP IN DE PRAKTIJK

‘Als je Dura heet moet je jezelf constant bewijzen’ ‘Bouwbedrijf Dura is 162 jaar geleden door mijn betovergrootvader opgericht. Als echt Rotterdams bouwbedrijf hebben we na het bombardement de stad weer opgebouwd. De Lijnbaan, hotel Hilton, het Groothandelsgebouw en de tuinsteden op Zuid zijn enkele Rotterdamse voorbeelden. Sinds 1998 zijn we gefuseerd met Vermeer, uit de Haarlemmermeer. Inmiddels zijn we een nationaal bouwbedrijf waar de familie Dura honderd procent eigenaar van is. Het voelt alsof ik hier al heel mijn leven werk; je groeit zeven dagen per week met het bedrijf op. Anders dan mijn vader en grootvaders, werd ik vrijgelaten om te kiezen waar ik wilde werken. Dat gun ik mijn eigen kinderen ook. Aanvankelijk wilde ik als econoom niet in de bouw werken, maar het is er toch van gekomen. Ik begon onderaan de ladder: qua salaris en positie lager dan bij de AMRO-bank, waar ik vandaan kwam. Als je Dura heet moet je jezelf constant bewijzen. Dat is goed, want alleen zó leer je de organisatie goed kennen. In die tijd kon ik niet alles met mijn vader, die toen eindverantwoordelijke was, bespreken op zondag of tijdens het kerstdiner. Als hij ergens naar informeerde, zei ik: vraag dat maar aan mijn directe leidinggevende. Ik ben nu vijf jaar RvB-voorzitter, mijn voorganger was geen familie. Mijn vader

heeft nog een jaar meegemaakt dat ik eindverantwoordelijke werd; hij was daar erg trots op. Toen hij overleed, realiseerde ik me des te meer dat ik verantwoordelijk met het bedrijf moet omgaan. Bovendien: mijn achternaam staat in het logo. Als er problemen zijn, kan ik niet zomaar wegrennen. De wijze waarop ik privé in het leven sta, heeft z'n weerslag op het bedrijf. Ik ben niet aangesteld door mijn vader, maar door de Raad van Commissarissen. Die kunnen mij dus ook ontslaan als het nodig is. Maar omdat er een zorgvuldig proces aan vooraf is gegaan voordat ik op deze positie kwam, proberen we zulke risico's te voorkomen. Oude wijsheden van mijn vader en opa – zorg voor voldoende cashflow, zorg goed voor je mensen en wees niet bang voor verandering – hou ik in mijn achterhoofd. Maar er hangen hier geen oude portretten. Als ik de hele dag naar mijn opa's zou zitten te kijken, durf ik niet meer te veranderen.’ WIE: Job Dura (1962) BEDRIJF: DuraVermeer in Rotterdam IN DIENST SINDS: 1990 WAT: Voorzitter Raad van Bestuur en

mede-aandeelhouder STATUS: Vijfde generatie familie Dura STUDIE: HEAO Rotterdam: Bedrijfskunde (1983), EUR: Bedrijfseconomie (1988), Universiteit van Amsterdam: MRE, Real Estate (1997)

31

Verder lezen? De ondernemersfamilies Dura, De Kuyper en Van Oord zijn beschreven in deel VI (Rotterdam) van Nederlandse ondernemers 1850-1950 (Walburg Pers 2014). Redactie en samenstelling Joop Visser, Matthijs Dicke en Annelies van der Zouwen, Stad + Bedrijf Rotterdam. Dicke en Van der Zouwen zijn alumni; Visser is oud-onderwijsdirecteur van de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen.


za k e l i j k e eve n t l o ca t i e

Het Erasmus Paviljoen beschikt niet alleen over een mooi grand cafĂŠ met veel mogelijkheden voor diners en borrels, maar is ook een unieke locatie voor diverse zakelijke events. De theaterzaal heeft een tribune die in en uit gezet kan worden, waardoor deze zaal geschikt is voor veel verschillende soorten bijeenkomsten. Vanuit de zaal is uitloop naar de mooie foyer mogelijk en hebben we beschikking over een ruime serre en een vergaderzaal, alle ruimtes kunnen gezamenlijk of afzonderlijk gereserveerd worden. Het Paviljoen heeft een perfecte ligging ten opzichte van diverse uitvalswegen en voldoende parkeergelegenheid. De Erasmus Universiteit Campus is niet alleen visueel een prachtige locatie maar ook een inspirerende omgeving voor uw gasten.


THROW BACK

Woudestein als ‘figurant’ Bij een commercial komt de Erasmus Universiteit wel eens in beeld: MTV Awards, ABN Amro, Eneco. Maar ook in films, zoals Silk Road die dit jaar verschijnt. Om de bekendste niet te vergeten: Turks Fruit. TEKST: Cora Boele FOTO: Collectie Historisch Fotoarchief EUR

In 1972 fungeerde de universiteit als decor in een van de meest succesvolle speelfilms in de Nederlandse geschiedenis. Regisseur Paul Verhoeven maakte voor zijn kaskraker Turks Fruit gebruik van Woudestein. De entree naar de aula past prima bij de scenes rond de opening van het ‘Vasalius ziekenhuis’. Met een muziekkorps op het grasveld en de hoofdrolspelers Monique van de Ven en Rutger Hauer als toeschouwers langs de kant. Later komt de hoogbouw bij de ingang met het Karel Appel-kunstwerk in beeld, als Hauer in het trappenhuis met grote haast naar boven rent. Hoe vaak zou hij dat bij de filmopnamen hebben moeten doen? En bij het zien van de beelden vraag je je ook wel af waar onze studenten zijn gebleven. Moest iedereen die dag binnen blijven of waren de filmopnamen in het weekend? Wie het weet, laat het weten …

33


LANDENTHEMA

De aantrekkingskracht van de Erasmus Universiteit De Erasmus Universiteit Rotterdam wil meer buitenlandse studenten aantrekken. De komende drie jaar zet een projectgroep daarom specifiek in op het aantrekken van studenten uit Spanje, India, het Verenigd Koninkrijk en Mexico. Dit keer: Verenigd Koninkrijk. Hoe de universiteit studenten uit het Verenigd Koninkrijk wil aantrekken. TEKST: Dennis Mijnheer

‘Meer internationale studenten leidt tot een aantrekkelijk netwerk in de toekomst’

‘Wordt collegegeld slachtoffer van Brexit?’ De Britse premier Theresa May maakt dit voorjaar haar plan voor de Brexit openbaar. De kans is groot dat de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie ook gevolgen gaat hebben voor Britse studenten die op de Erasmus Universiteit willen gaan studeren. ‘Het is nog verre van zeker of het een harde Brexit gaat worden of niet. Mocht een harde Brexit wel de uitkomst worden, dan zou dat betekenen dat studenten uit het Verenigd Koninkrijk hetzelfde collegegeld moeten gaan betalen als mensen van buiten de European Economic Area,’ zegt Suzanne Bosman, die zich vanuit de faculteit Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC) onder meer bezighoudt met de werving van Britse studenten. ‘Dat kan dan neerkomen op 6.000 tot 15 duizend euro in plaats van de 2.000 euro nu. We weten nog niet hoe de Brexit precies gaat lopen en op welke termijn.’ De impact van een prijsstijging op het aantal aanmeldingen is moeilijk te voorspellen. ‘Het is speculeren. Wat we wel weten is dat ook al stijgt het collegegeld voor Britse studenten, we als instelling nog steeds heel concurrerend zijn met collegegelden in de Verenigde Staten en ook in vergelijking met de meeste Britse universiteiten. Ook na Brexit willen studenten nog steeds internationale ervaring opdoen en kiezen voor een studie die heel goed staat aangeschreven. Beide kan uitstekend aan de Erasmus Universiteit.

Van de ongeveer vijfduizend internationale studenten op de Erasmus Universiteit hebben momenteel 121 studenten de Britse nationaliteit. Trika Harms zum Spreckel houdt zich vanuit de universiteit bezig om dat aantal omhoog te brengen. De aftrap daarvan vond afgelopen najaar plaats. ‘We besteden veel tijd aan online en offline marketing activiteiten, om Britse studenten beter te leren kennen, en de juiste studenten aan te trekken. Twee keer per jaar willen we bijvoorbeeld op studentenbeurzen aanwezig zijn om de universiteit meer bekendheid te geven,’ zegt Harms zum Spreckel. Wat meehelpt in de sales pitch zijn de internationale rankings waar de Erasmus Universiteit vaak hoog eindigt. ‘Voor Nederlandse studenten is dat niet doorslaggevend, maar buitenlandse studenten hechten daar echt veel waarde aan. Ze zien het als een stamp of approval en dat is zeker belangrijk bij een voor hen onbekende universiteit uit een klein land.’ Het aantrekken van Britse studenten kent ook voordelen voor de universiteit. ‘De kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek is in het Verenigd Koninkrijk heel hoog. Als Britse studenten hier dan komen studeren, breiden we ons internationale netwerk uit. Het is goed om als universiteit overal in de wereld voetafdrukken achter te laten, want in de wetenschappelijke wereld is het hebben van connecties belangrijk.’

NAAM: Suzanne Bosman FUNCTIE: Marketing en

NAAM: Trika Harms zum Spreckel

communicatie bij de faculteit ESHCC en lid projectteam International Recruiting EUR

FUNCTIE: Projectleider

Internationalisatie, Erasmus Universiteit Rotterdam

34


LANDENTHEMA

‘Ik heb via google alle rankings van universiteiten geraadpleegd en gekeken welke bachelors zij in het Engels gaven’ De Britse student Amin Noori (24) verhuisde op 1-jarige leeftijd van Kabul, Afghanistan naar Londen en had na zijn middelbare school de universiteiten London University College en London School of Economics and Political Science bijna op loopafstand. En Oxford en Cambridge op rij-afstand. ‘Het is bij die universiteiten alleen heel lastig om toegelaten te worden en ik wilde bovendien buitenlandse ervaring opdoen,’ vertelt Noori, die op zijn eenentwintigste de zoektocht begon naar buitenlandse universiteiten. ‘Ik heb via Google alle rankings van universiteiten geraadpleegd en gekeken welke bachelors zij in het Engels gaven.’

‘Als uitgangspunt gebruikte ik Financial Times ranking van Beste Europese business schools’ Sofya Shuster (28) behaalde in 2010 cum laude haar bachelor Economie op de Lomonosov Universiteit in Moskou waarna ze een buitenlandse master wilde gaan doen. Als uitgangspunt gebruikte ze Financial Times ranking van Beste Europese business schools. ‘De Rotterdam School of Management stond op plek 6, de universiteit sprak mij aan en de Finance & Investments kon ik in één jaar doen.’ Het was geen onverstandige keuze, want daarna kon ze in 2011 direct aan de slag bij ING in Amsterdam en maakte binnen twee jaar de overstap naar ING Londen. ‘Zeker de grote internationale bedrijven erkennen top­ universiteiten in het buitenland. En ik merk dat RSM een zeer goede reputatie heeft. Behoorlijk wat van mijn voormalig studiegenoten zijn beland bij topwerkgevers zoals Citi, Goldman Sachs, ING, JPMorgan en Moody’s.’

Hij bleef hangen bij de internationale bachelor Econometrics and Operations research van de Erasmus Universiteit Rotterdam en vroeg zijn oude economieleraar van de middelbare school over de waarde van zo’n bachelor. ‘Mijn leraar waardeerde Rotterdam hoger dan iets vergelijkbaars in de UK, omdat bedrijven het extra waarderen als iemand internationaal georiënteerd is.’ Bijkomend voordeel: het collegegeld is een stuk lager dan in het Verenigd Koninkrijk. ‘Mensen zijn echt verbaasd als ik ze vertel dat het collegegeld hier ongeveer 2.000 euro bedraagt, want in de UK betaal je al snel 9.000 pond collegegeld. Per jaar, ja.’

Doe normaal Shuster raakte tijdens haar verblijf in Nederland ook bekend met de uitdrukking ‘Doe maar normaal.’ Het was wennen. ‘Die Nederlandse benadering leek mij nogal frustrerend, want het impliceert dat je maar hetzelfde moet doen als alle anderen en zeker niet moet proberen om beter dan hen te zijn.’ Het bleek genuanceerder te liggen. ‘Je kunt nog steeds ambitieus, getalenteerd en hardwerkend zijn, maar als je dat combineert met enige bescheidenheid dan worden die karakteristieken juist alleen maar waardevoller. De combinatie van uitmuntend­ heid én bescheidenheid helpt je ook om betere relaties aan te gaan met mensen om je heen.’

Verenigde Naties Het relatief lage collegegeld bood hem ook ruimte om extra-curriculaire activiteiten te doen: hij stapte na een jaar in het bestuur van de internationale studentenorganisatie Erasmus Student Netwerk. Hij switchte ook naar de bachelor Economics and Business Economics die hij in 2018 hoopt af te ronden. ‘Ik wil daarna direct een master in Finance gaan doen. Het zal of de Erasmus Universiteit worden of een universiteit in Engeland.’ En daarna? ‘Ik wil een baan bij een multinational zoals Google, daarna consultancy en uiteindelijk wil ik werken bij iets als de Verenigde Naties om mijn geboorteland Afghanistan verder te helpen.’

NAAM: Sofya Shuster

NAAM: Amin Noori

BAAN: Vice-president Syndicated

STUDIE: bachelor Economics and

Finance bij ING Londen

Business Economics

35


IN DE PRAKTIJK

Docenten over de grens

Universitair Hoofddocent Koen Stapelbroek over staff mobility:

‘Ik zou graag meewerken aan een internationaal Europees onderwijssysteem’ TEKST: Carien van der Wal FOTO: Conny Mooldijk

Voor het vierde opeenvolgende jaar maakt Koen Stapelbroek gebruik van staff mobility en hij kan het alle universitaire docenten aanbevelen. Een Italiaanse collega waarmee Koen Stapelbroek samenwerkte aan publicaties vond eigenlijk dat ik zijn studenten maar eens college moest geven. Zo konden zij kennismaken met een andere vorm van college geven. En het bood mij een inkijkje in een andere onderwijstraditie, terwijl je normaal gesproken je internationale collega’s alleen als onderzoekers leert kennen. Een win/win situatie dus. Als het alleen om onderwijs

zou gaan, zou ik het wat beperkt vinden. Maar het mooie is dat het mij tegelijkertijd de kans biedt mijn onderzoekscontacten uit te bouwen. Bovendien trekken we gezamenlijk op als het gaat om ‘funding’ voor onderzoek, publicaties en seminars en we proberen tijdens de uitwisseling onderwijs en onderzoek zoveel mogelijk te integreren. Eén Europees onderwijssysteem In Italië geef ik de bachelorstudenten ook in het Italiaans les. Dat heb ik leren spreken toen ik als student zelf op uitwisseling naar

36

Turijn ging. Eigenlijk is college door een buitenlandse docent voor de studenten ter plekke een soort mini-exchange, maar in plaats van dat zij verkassen, komt de docent naar hen toe. In vergelijking met Nederland heeft de onderwijspraktijk in Italië de reputatie ouderwets te zijn. Een groot verschil is dat Italiaanse docenten ‘spreekuur’ houden, waarbij je als docent bereikbaarder bent en echt persoonlijk iets kunt betekenen voor studenten. Bij ons is dat wat wegbezuinigd en gemoderniseerd. Begrijpelijk, maar daarmee is ook veel verloren gegaan. Zo biedt reflectie op andere wetenschapsculturen ook waardevolle kritische perspectieven op onze eigen academische cultuur. Het zou zeker niet misstaan, in ons streven een echte internationale instelling te worden om de voordelen van stafuitwisseling functioneel te maken en bijvoorbeeld een plaats te geven in convenanten of strategie. Ik zou graag meewerken aan een inter­ nationaal Europees onderwijssysteem dat op een organische wijze ontstaat.


IN DE PRAKTIJK

Antropoloog en senior lecturer Kristen Cheney:

‘Internationale adoptie moet een allerlaatste redmiddel zijn’ TEKST EN FOTO: Karin Koolen

Toen Kristen Cheney, antropoloog en senior lecturer in Children & Youth Studies aan het International Institute of Social Studies, tijdens een van haar bezoeken aan Uganda ontdekte dat veel kinderen in weeshuizen nog familie of zelfs een ouder hebben, was nieuw onderzoek geboren. ‘Mensen denken vaak onterecht dat ze goed doen aan internationale adoptie en aan het oprichten of bezoeken van weeshuizen.’ ‘Ik zat laatst op een vlucht naar Uganda met een groep Amerikaanse jongeren. ‘Jullie gaan zeker langs weeshuizen?’, vroeg de stewardess. Zo gangbaar is de praktijk in Uganda dus. De groep ging inderdaad op Mission Trip.’ Westerse organisaties werken graag mee aan dergelijke vrijwilligersprojecten, lokale touroperators betalen op hun beurt veel geld voor dagexcursies naar weeshuizen. Een schimmige industrie waar veel geld in omgaat en die zichzelf in stand houdt, oordeelt Kristen. ‘Weeshuizen schieten in Uganda als paddenstoelen uit de grond en

Teaching in the International Classroom TEKST: Tim de Mey FWB (deelnemer aan de

hebben er financieel baat bij vol te zitten. Dit moedigt onnodige scheiding van kinderen uit gezinnen aan.’ Vaak kan een kind dat in een weeshuis of adoptietraject geplaatst wordt, prima bij familie terecht en die optie is bijna altijd beter dan wonen in een instituut waar vrijwilligers en bezoekers komen en gaan. Kristen: ‘Ontwikkelachterstanden en hechtingsproblematiek zijn maar wat vaak het gevolg van deze schadelijke praktijken.’ Werk aan de winkel In samenwerking met Nuffic verzorgde Kristen vorig jaar de 12-daagse cursus Alternative Care in Uganda, voor regionale professionals en ISS-alumni. Gezamenlijk werden de mogelijkheden tot het implementeren van alternatieve zorg (verwantschapzorg, pleegzorg en binnenlandse adoptie) bekeken. ‘Er komt gelukkig steeds meer aandacht voor het onderwerp, al moeten mensen soms echt uit de droom geholpen worden dat ze de wereld redden. Het belang van het kind moet voorop, niet langer dat van hen die een kind willen. Internationale adoptie moet echt een allerlaatste redmiddel zijn.’

eerste cursus Lesgeven in de Internationale klas)

Not in Kansas anymore Wanneer Dorothy een nieuwe en op het oog grimmige omgeving betreedt in The Wizard of Oz, zegt ze tegen Toto de beroemde woorden: ‘I’ve a feeling we’re not in Kansas anymore.’Hoewel Rotterdam niet echt op Oz lijkt en ons personeel ook niet al te veel tovenaars kent, kunnen wij ons goed voorstellen dat internationale studenten in het begin worden geplaagd door vergelijkbare gevoelens van plotseling opkomend ­heimwee, desoriëntatie en misschien zelfs wanhoop. Maar onze docenten zitten evenmin in Kansas. Om de creatieve mogelijkheden van de internationale klas te cultiveren en te stimuleren, is het niet genoeg diversiteit te omarmen of om "interculturele vaardigheden" te verwerven en aan te scherpen; er is eerder een doordachte pedagogische strategie vereist. City to world In de inspirerende cursus Teaching the International Classroom, moedigt trainer Ginie Servant (EUC) deelnemende docenten aan en lokt ze eigenlijk uit om zorgvuldig na te denken over internationale educatieve interactie, en om daarover met elkaar te praten. Daarnaast stimuleert ze docenten om de inhoud van hun cursussen aan te passen en nieuwe en optimale leersituaties voor alle studenten in de internationale klas te creëren. In een van de meest enthousiasmerende sessies onthult ze verrassend genoeg dat alle wetenschappelijke gebieden zich lenen voor 'city-to-world'-samenwerkingsprojecten; deze sessies hebben zelfs geleid tot concrete interdisciplinaire samenwerking. Ik beveel deze cursus van harte aan bij alle docenten die erkennen dat het van cruciaal belang is een 'echt nieuw Kansas' te creëren in de internationale klas.

37


Erasmus Q-Intelligence

Postacademische Opleiding Data & Business Analytics

De éénjarige opleiding Data & Business Analytics richt zich op geavanceerde analysetechnieken voor de verwerking van Big Data. Het curriculum, gedoceerd door gerenommeerde hoogleraren, is speciaal ontwikkeld op basis van jarenlange analytics ervaring aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en bevat onderdelen op het gebied van data science, econometrie, computer science en privacyrecht.

VOORLICHTINGSBIJEENKOMST Datum: 6 juni 2017 van 16.00-18.00 uur Locatie: Erasmus Universiteit Rotterdam “Controlling the future of business requires analytic skills to turn data into insight.” Prof.dr.ir. Rommert Dekker, Academic Director Na afloop van de opleiding zijn deelnemers in staat om: •

te werken met geavanceerde analysetechnieken,

inzichten te halen uit (big) data,

nieuwe bedrijfskansen te ontdekken,

door ‘analytics’ onderbouwde, data-gedreven beslissingen te nemen.

De opleiding onderscheidt zich door een hands-on benadering zodat deelnemers daadwerkelijk grip krijgen op grote gegevensstromen en de data intelligence effectief kunnen inzetten voor hun dagelijkse praktijk. Omdat we het belangrijk vinden om onze deelnemers goed te kunnen begeleiden, geldt een groepsgrootte van maximaal 25 personen. Doelgroep De opleiding is bedoeld voor IT’ers, econom(etrist)en, bedrijfskundigen, bestuurskundigen, bedrijfseconomen, IT’ers en analisten van andere disciplines die affiniteit hebben met kwantitatief onderzoek en beschikken over een afgeronde academische opleiding op masterniveau. Voor meer informatie en aanmelden, bezoek onze website www.eur.nl/eqi of neem contact op met dr. Kristiaan Glorie, e-mail: eqi-voorlichting@ese.eur.nl

Erasmus University Rotterdam Make it happen.


VOORWOORD DAGBOEK

NAAM : Cheryl Engels

STUDIE : Master in Business Administration

LEEFTIJD: 38 jaar

FUNCTIE : Executive Producer, Global Television, www.gltv.tv

Alumna Cheryl Engels verhuisde in januari 2013 naar Madrid voor haar grote liefde. Cheryl werkt in Madrid als zelfstandig ondernemer en runt meerdere bedrijven, o.a. een productiebedrijfje dat filmpjes maakt om ‘emerging economies’ te promoten en een nieuw merk espadrilles. Een kijkje in haar leven. TEKST EN FOTO’S : Cheryl Engels

Voor een toekomstig project in Dhaka, op bezoek bij de Hoge Commissaris van Bangladesh in Madrid om contacten te maken ter voorbereiding van het programma (pre-productie meetings)

Op een bootje in het water van het Retiro met mijn ‘Alpargatas’

Een middag wandeling met mijn dochter bij Plaza Cibeles #beautifulmadrid

#brandingbangladesh

#alpargatasdeespana

#siesta #sleepingbeauty #gomadrid

Met mijn Spaanse business partner Ángel in de showroom van onze Alpargatas #madeinspain

Op de beurs met collega’s en onze klanten uit Saudi Arabië #gulfood2017

39

Op de 94e verjaardag van de opa van mijn man, dat werd gevierd met een taart in de vorm van ‘Plaza de Toros’ #myspanishfamily


DEVELOPMENT

Interview met Anne Clement-van Vugt, hoofd Kunstzaken

‘Op de lagere school won ik een jaar­abonnement voor Museum Boijmans van Beuningen’ TEKST : Carien van der Wal FOTO: Sanne van der Most

De kunstcollectie van de Erasmus Universiteit bestaat inmiddels uit ruim 2.000 werken, voornamelijk grafiek maar ook fotografie en sculpturen van o.a. Andy Warhol, Esscher en Erwin Olaf. 52 grote werken staan opgesteld in de openbare binnen- en buitenruimte en vormen onderdeel van de Kunstroute op Woudestein. Anne Clement- van Vugt is als hoofd Kunstzaken verantwoordelijk voor de collectie. Mijn vader tekende graag en ik vond het heerlijk om met hem door het museum te struinen. Naast een opleiding in de financieel-economische richting heb ik de studie Autonoom Beeldende Kunst aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam afgerond. Ik heb verschillende functies in de kunstwereld bekleed maar bij de EUR

komt het allemaal samen, het financieel economische aspect, de kunst en de prachtige locatie. Ik voel me hier als een vis in het water. In 1964 begon wijlen professor Piet Sanders, zelf verzamelaar, met de Erasmus kunstcollectie. De collectie In het begin werd er vooral grafiek aangekocht om de nieuwe gebouwen op Woudestein mee aan te kleden, relatief goedkoop en snel aan te schaffen. Nu bestaat de collectie uit ruim 2000 kunstwerken en omvat de collectie naast grafiek van o.a. Andy Warhol en Escher ook schilderkunst van Evi Vingerling, fotografie van o.a. Erwin Olaf en sculpturen in de binnen- en buitenruimte op de Campus. De collectie weerspiegelt de geschiedenis van de universiteit. Ik zeg weleens gekscherend, je kunt precies zien wie in welke periode vertegenwoordigd was in

U kunt de kunstwerken in de openbare binnen- en buitenruimte dagelijks bewonderen. Informatie en routebeschrijving vindt u op www.eur.nl/kunstzaken. 4 x per jaar organiseert Kunstzaken een expositie in de Erasmus Gallery, met werken uit de vaste collectie of hedendaagse kunst. De Erasmus Gallery is gelegen in de gang die de Aula verbindt met de collegezalenhal in Theil Building. Contactgegevens: T (010) 408 2802

40

de kunstcommissie. Sinds de renovatie van Erasmus Building in 2009 beschikken we over de Erasmus Gallery. Vier keer per jaar exposeren we hier een deel van de collectie of organiseren we een expositie van hedendaagse kunstenaars. Zoals bv Marijn van Kreij met zijn project ‘The Studio’. Met studenten en medewerkers beschilderde hij eerder dit jaar in de Erasmus Gallery 1.000 tegels die samen een kunstwerk vormen voor de vernieuwde universiteitsbibliotheek. Werk in opdracht We gaven en geven regelmatig een grote opdracht voor een kunstwerk in de openbare binnen- of buitenruimte. Ter gelegen­ heid van haar 50-jarig bestaan schonk Meneba NV een geldbedrag aan de NEH waarvoor de hogeschool een kunstwerk mocht aanschaffen. Piet Sanders gaf de opdracht aan Karel Appel met als resultaat het tegeltableau boven de ingang van Tinbergen Building. Het kunstwerk ‘city people’ werd in 1968 opgeleverd en meet meer dan 156 m2. Daarmee is dit het grootste werk in zijn oeuvre. Het kunstwerk bevindt zich in slechte staat en wordt samen met Tinbergen Building gerestaureerd. Er is een basaal budget voor de restauratie, maar voor de meest optimale vorm zoeken we nog naar fondsen en partners die hun steentje willen bijdragen aan het behoud van een uniek werk. City People is een van de vijf tegeltableaus die Karel Appel maakte. Overeenkomst kunst en wetenschap Kunst zegt iets over de tijd waarin het gemaakt is en waarin we leven. Kunstenaars zoeken steeds nieuwe vormen om maatschappelijke zaken aan de kaak te stellen. Dat is een overeenkomst met de wetenschappers, die ook hun voelsprieten in de samenleving hebben. Wetenschap en kunst leren ons anders kijken naar maatschappelijke verschijnselen.

Bent u geïnteresseerd in de EUR-kunstcollectie en/of de restauratie van het tegeltableau van Karel Appel dan kunt u contact opnemen met Anne Clement - van Vugt.


DEVELOPMENT

Interview met Margot van Sluis, director Endowment Erasmus Trustfonds

‘Strengere controle op ANBI’s schudt besturen wakker’ TEKST: Carien van der Wal FOTO: Michelle Muus

In 2016 is Margot van Sluis door het Erasmus Trustfonds aangetrokken als director Endowment. Het is haar uitdaging om aan het eind van dit jaar een grootscheepse en unieke campagne te lanceren. Om dit te bereiken moet het universitair alumnibeleid een flinke impuls krijgen, zodat we een echte community van betrokken alumni krijgen. Met elkaar kunnen we heel veel mogelijk maken en met een omvangrijk Endowment fonds kunnen we echt het verschil maken. Dat willen we ook bereiken door te fungeren als een moederfonds voor fondsen en stichtingen die nu niet zelfstandig kunnen voldoen aan de eisen die de fiscus aan de ANBI status stelt. Organisaties met ANBI status mogen bijvoorbeeld geen gelden oppotten, maar vinden het soms lastig om goede projecten te vinden. Daarnaast moeten ze een professionele scheiding hanteren tussen het ophalen, beheren en uitgeven van gelden. Daarvoor is menskracht nodig met de bijbehorende overheadkosten en dat kan niet altijd uit de rendementen worden bekostigd. Kleinere ANBI statushouders komen daardoor in de problemen. Een oplossing is om deze fondsen onder te brengen, als ‘fonds op naam’ bij een grotere partij, waardoor de eigen identiteit blijft behouden net als de zeggenschap over de besteding van de gelden. Het Erasmus Trustfonds is hiervoor een geschikte en stabiele partner. Bij de universiteit zijn altijd projecten die een extra stimulans kunnen gebruiken, op het gebied van bijna elk denkbaar thema.

Bent u bijvoorbeeld bestuurder van een stichting en herkent u de problematiek? Neem dan contact op met Margot van Sluis: T 06 10 60 37 03 E m.vansluis@trustfonds.nl

41


ERASMUS UNIVERSITY & YOU

Make it happen. Elke dag! ni Farhat

va Amy

Aw

en

n

Wijngaard

(19, Student EUC) wist als kind al dat ze gevechtspiloot wilde worden.

Op 4 december 2015 kreeg Awni Farhat (27, masterstudent ontwikkeling ISS) de kans de belegerde Gazastrook van Palestina via de grens bij Rafah te verlaten.

‘Ik ben opgegroeid in Gorinchem; mijn vader is Nederlander, mijn moeder komt uit Engeland. Onze familie verhuisde naar Duitsland toen ik zes jaar was, omdat mijn vader daar een baan kreeg. Hij werkt in de verkoop en een van de hoofdkantoren was in Duitsland. Tot dan had ik geen Engels gesproken in de klas, maar ik vond snel mijn stekje op de internationale school. Ik vond het zelfs zo leuk dat ik naar een internationale school in Hilversum ben gegaan nadat we jaren later waren terug­ gekeerd. Het past bij me; de internationale sfeer, mensen uit alle hoeken van de wereld die hun ambities delen. Daarom hou ik waarschijnlijk zo van op deze plek!

‘Ik ging naar Turkije, waar ik in ieder geval wat meer bewegingsvrijheid had. Het was de enige manier om dichter bij mijn doel – doorstuderen en meer bewegingsvrijheid – te komen. Het liefst wilde ik naar Londen te om te studeren maar helaas werd mijn visumaanvraag afgewezen. De grens bij Rafah met Egypte gaat maar incidenteel en zonder aankondiging open, zo'n tweemaal per vier maanden. Echt alles, zoals je visum, moet je ruim van tevoren plannen. Als je de datum misloopt, dan verloopt je visum. In Istanbul, waar ik vrijwilligerswerk deed in een gemeenschapscentrum voor Syrische vluchtelingen die in de stad wonen, was ik betrokken bij verschillende activiteiten. Al met al heeft dit me geholpen iets zinvols te doen en mij nuttig te voelen in afwachting van de mogelijkheid om naar een veilige omgeving door te reizen waar ik kon studeren en mijn doelen proberen te bereiken.

Als kind wist ik al dat ik gevechtspiloot in het Britse leger wilde worden. Ik was altijd al stoer: hield van alles wat snel was en van de adrenalinekick van avontuurlijke sporten. Ik fiets, loop hard en duik en ik volg wekelijks een cursus zelfverdediging aan de universiteit. Helaas was ik fysiek ongeschikt voor het beroep van vliegenier. Ik ben te klein en weeg te weinig. Mijn plan is nu om arts in het Britse leger te worden. Maar omdat ik geen scheikunde en biologie in mijn pakket had, moet ik een paar jaar EUC doen voordat ik naar medische faculteit hier in Rotterdam kan.

Het dagelijks leven in Gaza is niet gemakkelijk en de oplossing voor Palestina is niet eenvoudig, maar ik geloof in bruggen bouwen, niet in barrières opwerpen. Godsdiensten veroorzaken op zich geen problemen, het zijn de fundamentalisten en extremisten die voor de ellende zorgen. Als Palestijnse student zie ik het als mijn verantwoordelijkheid om een spreekbuis te zijn van Palestijnen die niet buiten Gaza kunnen reizen en van wie de stemmen vaak niet worden gehoord. We bereiken niets als we niet verenigd zijn.’

Let wel: ik heb mijn droom nog niet opgegeven! Zodra ik in het leger zit en als veldarts werk, ga ik al mijn vrije tijd besteden aan vlieglessen!’

42


ERASMUS UNIVERSITY & YOU

Elba Silva

Mensen op de campus: studenten, medewerkers, alumni, bezoekers… De universiteit geeft bijna elke dag een van deze mensen een gezicht via LinkedIn, Instagram en Facebook. Een foto met een verhaal. www.facebook.com/ErasmusUniversity.

D z he m Ch

a vu s h

(24, Student aan Erasmus MC (radiotherapie labtechnicus)) is er van overtuigd dat ze het in Kaapverdië waarschijnlijk ook zou hebben gered. ‘Ik hoor steeds meer over kanker in mijn eigen omgeving. Kort geleden is de vader van een goede vriend van mij overleden aan slokdarmkanker – zo heb ik van dichtbij gezien wat voor leed deze ziekte met zich meebrengt. Verkeerde diagnose, te laat begonnen behandeling, ze konden toen niet veel meer voor hem doen. Natuurlijk zijn behandelingen belangrijk, maar daarnaast kan er nog zo veel worden gedaan op het gebied van vroegtijdig onderzoek en preventie! Dit alles heeft er onbewust toe bijgedragen dat ik me heb ingeschreven voor het programma om ­laboratoriumtechnicus in de radiotherapie te worden. De komende maanden zit ik op een voltijdse opleiding, en vanaf februari werk ik hier fulltime, met om de paar weken een dag op school.

(student psychologie) wordt echt gelukkig van anderen helpen. ‘Mijn tweelingzus en ik waren altijd samen tot we in het buiten­land gingen studeren. Zij studeert geneeskunde in ­Wenen en ik psychologie aan de Erasmus Universiteit. Ik kom uit Istanbul, waar mijn ouders nog steeds wonen. De situatie is er nu wat gespannen en de toekomst lijkt misschien een beetje grimmig. Maar ik ben ervan overtuigd dat als we in elkaar geloven en ons op onze sterke punten richten, we alles kunnen bereiken wat we willen.

Ik ben geboren en getogen in Kaapverdië en heb als enige in mijn familie gekozen voor een carrière in de geneeskunde. De meesten uit mijn familie hebben een hoofd voor techniek. In zekere zin heb ik natuurlijk ook een technisch beroep, hahaha. Ik was 16 toen ik naar Nederland verhuisde – naar Rotterdam. Dat was een behoorlijk grote stap want in al die jaren had ik mijn moeder maar één keer gezien en werd ik opgevoed door mijn oma. Maar volgens mijn moeder bood Nederland betere kansen.

Mijn doel voor dit jaar is een stage vinden. Bij voorkeur bij een bedrijf als Unilever of Philips. Ik wil een master in Human Resources doen, omdat ik denk dat mensen essentieel zijn. Het juiste team van medewerkers kan je bedrijf maken of breken. Ik beschouw mezelf als een heel actieve student, ik ben net toegetreden tot het studententeam van Unicef in Rotterdam. Wij willen de huidige structuren veranderen en meer focussen op het stimuleren van de vrijwilligers. Je zou kunnen zeggen dat ik een mensenmens ben. Ik hou van mensen en anderen helpen maakt me echt gelukkig.

Ik moest wel wennen aan mijn nieuwe leven. In Kaapverdië deed ik het goed op school en had ik mijn leven op orde; hier sprak ik niet eens de taal. Ik moest ineens weer allerlei basiswoorden leren, zoals maan, roos, vis. Alsof ik dom was! Gelukkig kwam het uiteindelijk allemaal goed, al zou ik het in Kaapverdië waarschijnlijk ook hebben gered. Maar inmiddels heb ik ook een hele hechte band met mijn moeder. Ik ga wel elk jaar terug naar Kaapverdië om mijn grootmoeder te zien. Ze is nu 84 en ik wil niet één jaar missen! Het zou fantastisch zijn als ze mijn ­afstuderen nog zou meemaken!’

43


FAMILIEPORTRET

Twee generaties Erasmus Universiteit: een vader en zijn dochter. Een gesprek over reizen en doing good Philip: ‘Mijn werkgever, een accountant in Amsterdam nam een firma over in Rotterdam, en stelde mij daar te werk. Ik ging er studeren aan de NEH en ik werd lid van het RSC. Mijn groentijd werd een kennismakingstijd, waardoor ik niet kaal geschoren hoefde te worden. Met een kale kop kon je in die tijd niet op je werk komen.’ Met een lening van het Hogeschoolfonds en bijbaantjes kon Philip zich later fulltime aan zijn studie wijden. ‘Ik was assistent bij professor Bernard Lievegoed, een aanhanger van de antroposofie, waar ik overigens niks mee had.’ Hij heeft in zijn leven nooit hoeven solliciteren, hij werd altijd gevraagd. Hij werkte voor de Nationale Borg Mij (die later deel uitmaakte van Nationale Nederlanden), en AGA Gas, waar hij zijn loopbaan eindigde als interne controller. Zijn mooiste tijd beleeft hij vervolgens bij het Erasmus Trustfonds waar hij zeven jaar als secretaris de scepter zwaaide. Ik denk dat ik blijf Tijdens zijn drukke carrière heeft hij echter wel tijd voor zijn kinderen. Adrienne: ‘Mijn zus ontbeet altijd met hem, ik ben niet zo’n ochtendmens. Hij trainde op zaterdag wel ons hockeyteam en ik dronk regelmatig een biertje met hem in de kroeg.’ Na de middelbare school ging Adrienne naar Mexico, waar ze met twee vrienden (een uit Mexico en de ander uit Portugal) naar de Amerikaanse grens zouden reizen. Maar de Portugees kon niet meer komen, dus werden de plannen aangepast en gingen zij naar Cuernavaca om een neefje van de Mexicaan te helpen met zijn summer school. Daar aangekomen liep zij bij het International Office van plaatselijke universiteit naar binnen om een praatje te maken. De dame achter de balie vraagt op een gegeven moment of ze komt voor het toelatingsexamen, in de verwarring die erop volgt en de verzekering dat het vooral gaat om multiplechoicevragen, besluit ze om mee te doen. ‘Door Frans en Latijn een beetje te combineren bleek ik aardig wat te begrijpen en tot mijn stomme verbazing kwam later het bericht dat ik geslaagd

was. Eigenlijk stond ik al ingeschreven bij de EUR, maar in een opwelling belde ik naar huis en vertelde dat ik wat langer bleef. In drie maanden heb ik Spaans geleerd en daarna een jaar Politicologie en Communicatie gedaan. ‘Ik had het zo naar mijn zin ik dacht ik blijf’. Maar haar vader overtuigt haar aan het eind van het jaar dat het niveau van die studie niet te vergelijken is met dat in Europa, en in het volgend jaar begint ze aan Bestuurskunde in Rotterdam.

NAAM: Adrienne Monteath - van Dok LEEFTIJD: 37 jaar STUDIE: Bestuurskunde (2000-2007) FUNCTIE: Director of Consulting bij TSIP

(Londen) NAAM: Philip van Dok LEEFTIJD: 81 jaar STUDIE: Internationale Economische

Betrekkingen (1960-1969) NEH FUNCTIE: gepensioneerd, AGA GAS, Erasmus Trustfonds

Backpacken in China Haar reislust is er echter niet minder om, in haar tweede jaar kondigt ze thuis aan dat ze naar China gaat. Dat was geen vraag, en het antwoord van haar vader evenmin: ‘Dan ga ik mee’. Vader en dochter backpacken samen een maand door China. De eerste week begint in luxe, als ze te gast zijn bij de baas van Unilever in China, die Philip kent via het RSC. Overdag staat zelfs de auto met chauffeur ter beschikking. Maar daarna is het echt backpacken met de trein, bus en woordenboek in de hand diep het binnenland in. Drie dagen voor hun vertrek uit China, wordt het nog spannend. Een hele verdieping van het backpack-hotel waar ze verblijven wordt ’s-nachts volgespoten met slaapgas en iedereen wordt beroofd. Door een gelukje blijft de creditcard van Philip gespaard en door slim speurwerk vindt Adrienne hun paspoorten terug achter het hotel, waar de dieven ze als onbruikbaar weggegooid hebben. En door! De laatste 3,5 jaar van haar studie brengt ze middels AIESEC door in India, waar ze de stichting Atma Mumbai opricht die ngo’s op het gebied van kinderen en educatie helpt om ‘sustainable’ te worden. Op dit project studeert ze met een scriptie, die ze in India schrijft, ook af. Na bijna vier jaar in India voor haar stichting gewerkt

44

te hebben is het tijd voor iets anders. Haar moeder adviseert haar om weer te gaan studeren, wat leidt tot een inschrijving in Cambridge voor ‘development studies’. Ze ontmoet er haar huidige man, verhuist naar Londen, gaat werken bij Plan International (vml Foster Parents) en krijgt twee dochters. In Londen woont ze nog steeds, maar werkt nu voor een klein consultancy bureau (The Social Innovation Partnership) als director of consulting. ‘We moeten dankbaar zijn voor alles wat we hebben.’ zegt Adrienne, en haar vader knikt beamend als ze er aan toevoegt: ‘Wees gelukkig.’


VOORWOORD

Back to school!

Maak tijd voor verdieping

Ketens smeden

Voor het goede doel

Recht zoals ‘ie gaat

Ketenregie in de zorg: hét kennisplatform voor ketenregisseurs in de zorg Start 1 juni 2017

Masterclass Vermogensfonds met Impact – handvatten om de effectiviteit, efficiëntie en transparantie te verbeteren Start 9 mei 2017

Actualiteiten Bestuursrecht: Blijf actueel Start 12 mei

“Deze leergang biedt ketenregisseurs in de zorg een geweldige ondersteuning: het programma zit goed in elkaar, uitstekende docenten met veel bruikbare tips, veel interactie, en deelnemers met een schat aan ervaring en kennis. Enorm inspirerend.” Mw. K. Snoek – Adviseur Adelante zorggroep

“Een interactieve opzet met veel ruimte voor discussie en reflectie. Een fictieve case brengt het geleerde direct in de praktijk. Aansprekende gastdocenten staan garant voor een boeiende inhoud.” Drs. A. Peijnenburg – Theodoor Gilissen

“Je ontwikkelt een goed beeld van de inhoud van het algemene deel van het bestuursrecht en de consequenties voor burgers, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven” Mw. Mr.dr. J.C. de Wit – Universitair hoofddocent Bestuursrecht – Erasmus School of Law

Erasmus Academie. Instituut voor postacademisch onderwijs. Voor meer informatie, ga naar www.erasmusacademie.nl/maaktijdvoorverdieping

45


CONTACT & COLOFON

ea. Is een uitgave van de Erasmus Universiteit Rotterdam voor alumni, studenten en relaties. Het magazine wordt binnen Nederland kosteloos toegezonden aan alumni die ingeschreven staan in de Erasmus Alumni database.

Jaargang 8, #14, mei 2017 35.000 FREQUENTIE: 2 x per jaar https:eamagazine.eur.nl UITGAVE: OPLAGE:

carien.vanderwal@eur.nl Carien van der Wal & Edith Smulders MEDEWERKERS: Cora Boele, Ronald van den Heerik, Karin koolen, Geert Maarse, Dennis Mijnheer, Sanne van der Most, Edith Smulders, Sjoerd Wielinga. REDACTIEADRES: REDACTIE:

Aanmelden of opzeggen kan via HUGO KOPPE: T: E:

(010) 408 1110 alumni@eur.nl

Geertje van Achterberg, Ronald van den Heerik, Conny Mooldijk, Sanne van der Most, Michelle Muus, Rens Plaschek DRUK: de Bondt, Barendrecht VORMGEVING: Onwerpwerk, Den Haag COVER: Sanne van der Most FOTOGRAFIE:

© Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever geheel of gedeeltelijk worden overgenomen.

EUR alumni office Beleid: Sonja Nollen-Smith T 06 30 40 51 05 E sonja.smith@eur.nl

iBMG Instituut Beleid & Management Gezondheidszorg Stefan Groen E alumni@bmg.eur.nl

FW Faculteit der Wijsbegeerte Bart Leeuwenburgh T (010) 408 8961 www.eur.nl/fw

Erasmus Alumni Database Hugo Koppe T (010) 408 1110 E hugo.koppe@eur.nl

ESHCC Erasmus School of History, Culture and Communication Geschiedenis & Cultuur Sabai Doodkorte T 010 408 2874 E doodkorte@eshcc.eur.nl

ISS International Institute of Social studies Sandra Nijhof T (070) 426 0414 E sandra.nijhof@eur.nl www.iss.nl/alumni

iBCoM & Mediastudies Renée Mast T (010) 408 2006 E mast@eshcc.eur.nl

IHS Institute for Housing and Urban Development Studies Charmae Nercua T (010) 408 9874 E nercua@ihs.nl www.ihs.nl/alumni

ESE Erasmus School of Economics Charles Hermans T (010) 408 1803 E hermans@ese.eur.nl www.esealumni.nl FSW Faculteit der Sociale Wetenschappen Marjolein Kooistra T (010) 408 2135 E kooistra@fsw.eur.nl www.eur.nl/fsw ESL Erasmus School of Law Martijn Roos T (010) 408 9699 E m.roos@law.eur.nl www.esl.eur.nl/alumni RSM Rotterdam School of Management Anita Törok T (010) 408 2698 E atorok@rsm.nl

ESHCC Erasmus School of History, Culture and Communication Lidewij Radix T (010) 408 2309 E radix@eshcc.eur.nl www.eshcc.eur.nl Erasmus MC Jacobine Roozendaal T (010) 703 5953 E alumni@erasmusmc.nl www.erasmusmc.nl/alumni

46

Erasmus Trustfonds T (010) 411 0596 E secretariaat@trustronds.nl www.trustfonds.nl EAV Erasmus Alumni vereniging T (010) 414 9407 E eav@erasmusalumnivereniging.nl www.erasmusalumnivereniging.nl


KIES DE OPLEIDING DIE BIJ U PAST PARTTIME MASTER BEDRIJFSKUNDE

PARTTIME EXECUTIVE MBA’S

Verrijk je kennis en kunde met een avondopleiding Bedrijfskunde. Start in september met de Parttime Master Bedrijfskunde, een wetenschappelijke en praktijkgerichte master, toegespitst op professionals die het maximale uit hun carrière willen halen. Door colleges in de avonduren is de opleiding goed te combineren met werk en privé. De opleiding biedt een internationaal project, een bedrijfsproject én keuze uit diverse verdiepings -en specialisatievakken.

Onze internationaal georiënteerde parttime Executive MBA van 22 maanden en Global Executive OneMBA van 21 maanden passen bij de veeleisende agenda van executives zoals u. De Engelstalige programma’s bieden groei, verdere ontwikkeling en een uitstekend internationaal netwerk voor effectieve zakelijke professionals. Wij bieden RSM & EUR Bachelor en/of Master alumni een Lifelong Learning Scholarship aan (10% tuition fee waiver).

Korte programma’s voor elke fase van uw carrière, of u nu een junior of senior manager bent. Onze Engelsen Nederlandstalige management programma’s geven u nieuwe inzichten, zeer praktische hulpmiddelen en de juiste kennis op basis van recente wetenschapsresultaten. U kunt uw nieuwe kennis en vaardigheden direct in de praktijk toepassen.

RSM.NL/PMB

RSM.NL/MBA

RSM.NL/EXECUTIVE

EXECUTIVE EDUCATION

Investeer in uw toekomst bij één van Europa’s top tien business schools. Zet een volgende stap in uw carrière en ontdek hoe u de uitdagingen en problemen binnen uw bedrijf effectief kunt aanpakken en verschil kunt maken. Met de laatste wetenschappelijke inzichten van top academici en praktijkervaringen van zakenleiders kunt u nieuwe kennis, vaardigheden en instrumenten toevoegen aan uw CV. Accredited by

WWW.RSM.NL ROTTERDAM SCHOOL OF MANAGEMENT 47 ERASMUS UNIVERSITY


Nu 5 weken voor €5! groene.nl/5weken d lijfblar v oo e h kritiscten gees

48


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.