14 minute read
Achtergrond
oms loopt het leven niet zoals gepland.
SZeker in coronatijd kan studeren moeizaam gaan. De sluiting van onderwijsinstellingen van januari tot april hee een zware wissel getrokken in het leven van studenten, merkt Iede Kommerie. Hij begeleidt al zo’n dertig jaar hbo-studenten en is nu vijf jaar actief als adviseur studiesucces aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). Al kan hij nog niet concreet zeggen wat de precieze gevolgen van de lockdown zijn voor de psyche van studenten, Kommerie hoort wel veel verhalen van jongeren die het moeilijk hebben. „Doordat studie en vrijetijdsbesteding in één hokje plaatsvinden, is het lastig om werk en privé te scheiden. Dat gaat studenten niet in de koude kleren zitten.”
Kritisch De onzekerheid die met de crisis gepaard gaat, verzwaart de psychische druk op studenten. „Meer dan ooit maken jongeren zich zorgen over hun toekomst. Ze worden steeds geconfronteerd met de negatieve aspecten van het leven en zijn kritisch op de samenleving. Studenten van nu houden zich bezig met grote thema’s, zoals milieuvervuiling. Ze vragen zich af wat voor toekomst ze nog hebben in onze maatschappij.”
Over het algemeen loopt 10 procent van de CHE-studenten studievertraging op. Voor het halen van de propedeuse valt zo’n 25 procent uit. „Als je begint met een groepje van twaalf, zijn er twee of drie die hun propedeuse niet halen.” Kommerie wijt die vertraging deels aan bestaande beperkingen bij studenten, zoals een visuele probleem of de ziekte van Crohn.
Ook onvoorziene omstandigheden kunnen uitval veroorzaken. Dat is bij ongeveer een kwart
haalde goede cijfers en alles verliep voorspoedig. Tot ik ziek werd.
Ik liep destijds, in november 2020, mee bij verloskundigenpraktijk Lievelle in Apeldoorn en was die weken bij mijn ouders in Rijssen. Ik kreeg koorts, had opgezette klieren, en was ontzettend moe. Dan denk je het eerst aan corona, maar de tests waren negatief.
Toen ben ik naar de huisarts gegaan en die zag het gelijk: ik had de ziekte van Pfei er. Het enige wat ik daaraan kon doen, was uitzieken.
In eerste instantie zette ik mijn stage twee weken stop. Daarna waren de ergste klachten voorbij. Alleen de moeheid en mijn concentratieproblemen bleven.
Maar langzamerhand begon ik me
Iede Kommerie, studieadviseur op de CHE
„Mijn eigen levensplan viel in duigen”
e kunt je toekomst nog zo mooi
Jplannen, maar uiteindelijk heb je je leven niet in eigen hand, leerde Anne Kardux (19) uit Rotterdam door haar ziekte. Tijdens het tweede jaar van haar studie verloskunde aan de Hogeschool Rotterdam kreeg ze de ziekte van Pfei er. „Aan het begin van mijn studie nam ik me voor om netjes in vier jaar af te studeren. Dat leek te lukken. Ik
Anne Kardux. beeldRD,AntonDommerholt
zorgen te maken over mijn opleiding. Want mijn stage was maar zeven weken in totaal en ik had er al twee gemist. Ik besloot hard te werken om zo de gemiste uren alsnog in te halen. Dat betekende in de praktijk dat ik 7 dagen per week, 24 uur per dag oproepbaar
van de studenten met vertraging het geval, schat Kommerie. „Ze hebben dan bijvoorbeeld te maken met een instabiel thuis, psychische klachten, het overlijden van een familielid of lopen onverwacht een ziekte op. Bijna alle studievertraging komt door een onderliggend probleem.”
Vaak zie je al van tevoren dat iemand vast gaat lopen in zijn schoolcarrière, merkt de studieadviseur. „Studenten zakken dan voor hun kennistoetsen of het samenwerken met klasgenoten lukt hun niet. Ze dragen niet bij aan het project en worden dan uit hun groepje gezet.”
Dat jonge mensen tijdens hun vervolgopleiding tegen hun grenzen aanlopen, komt ook deels door de overgang van het middelbaar onderwijs naar het hbo, zegt Kommerie. „Dat kan nog niet iedereen aan. Op de middelbare school redden studenten zich wel. Ze krijgen daar nog veel begeleiding van docenten. Komen ze op het hbo, dan komen ze in de knel. Ze merken bijvoorbeeld dat ze nog niet volwassen genoeg zijn om de verantwoordelijkheden van hun studie te dragen. Als hbo-student moet je op tijd op je stage komen, oog hebben voor ongeschreven regels in een bedrijf en je op tijd inschrijven voor je tentamens. Sommige jongeren zijn daar nog niet klaar voor en halen daardoor studiepunten niet.”
Onder studenten ligt er vaak een taboe op tegenslag, merkt Kommerie. Falen mag niet meer, zo lijkt het soms in de maatschappij. De adviseur ziet om zich heen dat sommige langstudeerders niet aan anderen durven te vertellen dat ze hun diploma nog niet hebben. Ze zijn bang dat ze niet aan de groepsnorm voldoen. Sociale media versterken die schijnwereld van voorspoed.
In de praktijk blijkt schaamte voor tegenslag echter onnodig te zijn. Vaak reageren mensen begripvol. „Studenten zijn in opleiding om te leren. Ze mogen uitglijders maken. Dat hoort erbij.”
Studeren is keuzes maken, stelt de adviseur studiesucces. „Hou jezelf voor: het is vandaag óf studie, óf sporten. Breng focus aan in je leven. Dat voorkomt dat je het overzicht verliest.”
Ontwikkelingsmogelijkheden Ook jonge werkenden gaat het niet altijd voor de wind. Vooral in de zorg en het onderwijs krijgen veel werknemers een burn-out, zien jobcoaches Edwin Prins en Henriëtte van den Brink. Ze werken bij de christelijke organisatie Talenta en
was. ’s Nachts kon ik gebeld worden als er een bevalling was en overdag bezocht ik met mijn begeleider moeders die net een baby hadden gekregen.
De stage haalde ik, maar ik verloor de controle over mijn lichaam. Het was net of mijn lichaam zei: Nu is het genoeg geweest. Halverwege de kerstvakantie werd ik weer net zo ziek als tijdens het begin van mijn stage. Het was in één keer klaar. Ik had dezelfde klachten als in november, maar kreeg er een nare hoest bij. Het enige wat ik nog kon, was op bed liggen. Een nieuwe stage na de vakantie zat er niet in.
Voor niets had ik meer energie en langzaam zakte ik weg in depressiviteit. Aan de ene kant legde ik mezelf druk op om zo snel mogelijk verder te gaan met mijn opleiding, en aan de andere kant had ik niet eens de energie om te ontspannen. Van een wandeling werd ik al moe en ik kon er niet echt van genieten, omdat ik bedacht dat ik in die tijd ook huiswerk had kunnen maken.
In de appgroep las ik verhalen van klasgenoten die bij hun stage interessante bevallingen meemaakten. Daar baalde ik van. Zulke dingen miste ik.
Die periode was ook psychisch zwaar. Ik was soms opstandig. Dan speelden waaromvragen door mijn hoofd. Waarom werd ík ziek? En waarom in het drukste studiejaar? In het begin vroeg ik dat ook in mijn gebed.
Tot ik een preek hoorde over Psalm 23:4. Daar staat dat je soms door het dal van de schaduw van de dood moet gaan, maar dat de Heere bij je is. Dat gaf mij bemoediging. Vanaf dat moment verdwenen mijn waaromvragen meer naar de achtergrond.
Ik mocht ervaren dat de Heere me door de ziekte heen leidde. Uiteindelijk bese e ik dat Hij altijd een plan met je leven hee en dat dat plan ook altijd goed zal zijn. Ook al is dat voor je gevoel misschien niet zo. Mijn gebed veranderde ook. In plaats van waaromvragen te stellen, bad ik om kracht.
Vanaf dat moment heb ik de situatie geaccepteerd zoals ze was. Ik legde mezelf geen druk meer op om zo snel mogelijk toch weer mijn stage op te pakken. Wel probeerde ik mijn schoolopdrachten bij te houden. Dat zorgde namelijk ook voor a eiding.
In mijn ziekteperiode heb ik ervaren dat ik totaal a ankelijk ben van God. Van tevoren had ik zelf een plan voor mijn leven uitgestippeld. Maar dat viel in duigen. Tegen mensen die ook te maken krijgen met tegenslag, zou ik willen zeggen: Wees niet boos op jezelf, je kunt er niks aan doen. Blijf vooral bidden om kracht. En studievertraging hoe niet erg te zijn. Het is gewoon zoals het is.”
begeleiden uitgevallen werkenden bij re-integratie in hun baan. Van den Brink: „De werkdruk in zorg en onderwijs is hoog door personeelstekort. Mensen hebben er een hoog werkethos en durven geen nee te zeggen tegen hun baas.”
De meerderheid van de uitgevallen werknemers die bij Van den Brink en Prins aankloppen, is ouder dan 30 jaar. Ongeveer 10 procent van de uitvallers is jonger. Van de mensen die thuis zitten door corona is zo’n kwart onder de 30.
Van de jonge werkenden lopen hbo’ers en wo’ers meer kans op een burn-out, analyseert Prins. „Zij lijken gerichter te zijn op hun carrière dan mbo’ers. Hoger opgeleiden leggen zichzelf continu druk op om door te groeien. Dat jachtige zit in de cultuur, veel meer dan in het verleden.”
De nieuwe generatie op de werkvloer legt de lat hoog, ervaren de re-integratieconsulenten. Prins: „Jongeren kijken naar elkaar. Ze bespreken hun salaris en ontwikkelingsmogelijkheden. En ze willen niet voor elkaar onderdoen. Start de een zijn eigen bedrijf of maakt hij promotie, dan voelt de ander druk om dat ook te doen.” De culturele openheid over zaken als salaris hee aan de groepsdruk bijgedragen, vermoedt Prins. „Je kunt online vinden wat iedereen verdient. Als iemands salaris hoger is dan dat van jou, kan dat leiden tot druk om meer te werken.”
Soms vinden mensen salaris belangrijker dan werkplezier. Maar wie bevlogenheid voor werk mist, krijgt er geen energie van, waarschuwt Prins. „Dat werkt een burn-out in de hand.”
Succeservaring Tegenslag op het werk hee een negatieve impact op iemands zel eeld, zien Prins en Van den Brink. Prins: „Mensen denken bij tegenvallers al snel dat ze niet geschikt zijn voor hun werk.” Hij ziet dat mensbeeld als typisch calvinistisch. „We durven niet trots te zijn op onszelf. Maar soms is dat juist nodig om ons te motiveren.”
Ook als je overspannen bent, is het belangrijk om je positieve eigenschappen in het oog te houden, benadrukt Prins. „Vraag gerust aan mensen om je heen om je drie sterke punten te noemen. Dat is geen hoogmoed.”
Voor mensen die te maken hebben met tegenslag in hun werk zijn succeservaringen extra
„Niet werk, maar ik zelf was het probleem”
ij reed op een maandag-
Hochtend in augustus naar zijn werk en barstte in huilen uit. Voor Henrico Oudenes (26) uit Bodegraven was dat het moment waarop hij zich realiseerde: dit gaat zo niet langer. „Ik werkte op dat moment bij ING als Anti-Money Laundring Analist. Dat houdt in dat ik klanten van de bank onderzocht op onder meer witwassen.
Wel was het omschakelen van studie naar werk, merkte ik. Ineens moest ik in het stramien van een 40-urige werkweek meedraaien. Dat viel me zwaar. Ik kampte dagenlang met hoofdpijn, was prikkelbaar naar mijn familie en vriendin en vatte feedback van collega’s zo persoonlijk op dat mijn eigenwaarde een knauw kreeg.
Achteraf gezien heb ik de spanning veel te lang laten opbouwen. Die maandag in augustus was niet de eerste keer dat ik een huilbui kreeg. Maar ik walste daar gewoon overheen.
De spanning kwam niet alleen door mijn baan. De sleutel lag in mijn persoonlijkheid. Zo ben ik perfectionistisch en stotter ik al sinds mijn kleutertijd. Dat hee mijn zelfvertrouwen negatief beïnvloed omdat ik niet aan mijn eigen eisen voldeed. Ik liep constant met het gevoel dat ik faalde, omdat ik de informatie in mijn hoofd niet naar buiten kon brengen.
Tijdens mijn werk moest ik bijvoorbeeld telefonische klantgesprekken voeren. Dat waren pittige conversaties. Als we een transactie constateerden die we niet konden verklaren, bijvoorbeeld een grote storting van contant geld, riepen we de klant op het matje. Maar mensen voelden zich aangetast in hun privacy, waardoor ingewikkelde discussies ontstonden. Zulke incidenten maakten het werk zwaar. Bellen was voor mij een grote stressfactor. Ook was de werkdruk hoog. Ik was nog niet klaar met het ene dossier of het andere lag klaar.
Na die ochtend in augustus zat ik drie maanden thuis. In zo’n periode komen er allerlei existentiële vragen op je af, zeker omdat ik langzaamaan steeds somberder werd. Ik voelde me nutteloos –ik zat thuis niks te doen, terwijl mijn collega’s het druk hadden– en twijfelde aan de zin van mijn leven en de relevantie van mijn werk. Ik ging op zoek naar een baan waarbij ik weinig hoefde te praten, zodat ik geen last van het stotteren zou hebben. Ik vertoonde dus een soort
„Mensen denken vaak pessimistischer over zichzelf dan hun omgeving doet”
Edwin Prins, jobcoach
belangrijk om zelfvertrouwen op te bouwen en weer aan het werk te kunnen, merkt Prins. „Ik begeleidde een vrouw die was gestopt met haar baan. Ze had niet genoeg zelfvertrouwen om te solliciteren, omdat ze dacht dat ze niet goed genoeg was. Na wat aanmoediging belde ze toch en ze mocht op gesprek komen. Haar zelfvertrouwen groeide en zo kon ze weer aan het werk.”
Mensen praten liever niet over tegenvallers op het werk omdat ze bang zijn voor reacties die ze krijgen, bespeuren de jobcoaches. Prins en Van den Brink zien dat individuen pessimistischer over zichzelf denken dan hun omgeving. Daardoor verwachten ze negatief commentaar als hun werk tegenzit. Dat blijkt vaak onterecht te zijn. Prins: „Cliënten vullen zelf in wat anderen denken, maar checken niet wat hun omgeving echt vindt. Als ze dat laatste doen, zien ze dat het oordeel van de buitenwereld best meevalt.”
Speeltuin Aan werkenden die vastlopen, raden Prins en Van den Brink aan om eerst te praten met hun leidinggevende. Van den Brink: „Als een manager weet waar je tegenaan loopt, kan hij er rekening mee houden. Als dat niet lukt, is het ook geen schande om van baan te wisselen. Werk dat dicht bij je kwaliteiten ligt, gee minder stress.”
Leg jezelf niet te veel druk op, adviseert Prins. „Je baan hoe niet perfect te zijn. Zie het als een speeltuin waar je dingen probeert. Gaandeweg ontdek je je kwaliteiten en waar je hart echt ligt.”
vermijdingsdrang.
In die tijd heb ik ook EMDR-therapie gevolgd bij een psycholoog om de trauma’s van mijn stotteren een plek te geven. Dat hee wel geholpen, maar ik heb mijn spraakprobleem nog niet helemaal geaccepteerd. Al gaat het nu beter dan vroeger.
Na drie maanden ben ik weer gedeeltelijk aan de slag gegaan bij ING. Maar het werk bleef moeizaam gaan en ik bleef kampen met burn-outklachten. Mijn contract werd daardoor niet verlengd. Uiteindelijk gaf dat rust. De druk om snel weer volledig te gaan werken, was er nu af.
Ik ben daarna bij de Rabobank aangenomen in een soortgelijke functie. Dat voelt als een overwinning op mijn vermijdingsdrang en ik zit nu echt op mijn plek. Dat bevestigt voor mij dat het probleem niet in mijn werk zat, maar in mijzelf. Doordat ik beter met mijn stotteren kan omgaan, kan ik het werk nu goed aan.
Tijdens de periode van mijn burn-out heb ik een sterke persoonlijke groei doorgemaakt. Ik laat me nu niet meer tegenhouden door mijn gestotter. Uiteindelijk ga je dan spreeksituaties vermijden en wordt het praten nog lastiger. Je gooit je eigen glazen in.
Mijn perfectionisme kan ik ook beter loslaten. Tijdens mijn burnout heb ik veel podcasts en preken geluisterd. Daarbij maakte de geschiedenis van Jezus op het Loo uttenfeest indruk. Jezus zegt daar tegen de menigte: „Stromen van levend water zullen vloeien uit een ieder die in Mij geloo .” Daar hoeven we zelf geen prestaties aan toe te voegen. Mijn eigenwaarde ligt vast in God. Zijn liefde is onvoorwaardelijk.”
HenricoOudenes. beeldAntonDommerholt
medewerkers beoordelen ons met een 8,7
medewerkersonderzoek DUO market research
WEBREDACTEUR
Wij zoeken Een collega die graag bovenop het nieuws zit. Je wordt enthousiast van de dynamiek en snelheid van online, weet de juiste journalistieke keuzes te maken en bent geïnteresseerd in digitale media.
Wij bieden Samen met je collega’s zorg je tijdens wisselende redactiediensten voor een actuele en aantrekkelijke website en nieuwsapp. Daarnaast houd je onze socialmediakanalen bij en ben je medeverantwoordelijk voor de distributie van onze nieuwsbrieven, video’s en podcasts. Ook schrijf je regelmatig artikelen, bij voorkeur over ontwikkelingen op het gebied van onlinemedia en nieuwe technologie.
Over ons Erdee Media Groep in Apeldoorn is een eigentijds mediabedrijf met een duidelijke missie. Via diverse kanalen bieden we, vanuit Bijbelse principes, een origineel, inspirerend, helder en hoopgevend geluid. We doen ons werk met overtuiging.
Heb je vragen? Bel of app Pieter via 06-10963748 of kijk op werkenbijemg.nl.
Wereldwijs
De Friese hengst Appie was 4 jaar toen ik hem fotografeerde. Ik probeerde voor het eerst een zwarte achtergrond uit. Een donkere stal is daar geschikt voor. Maar dan nog is het opletten met de zon. Als die te fel en vol in de deuropening schijnt, krijg je harde schaduwen. Dat wil je niet.
Vorige week fotografeerde ik mijn verzorgpaard Gjolt (19). Op een bewolkte dag is het lastig om iets moois te maken; ik ben benieuwd hoe andere fotografen dat doen. Gjolt liep achter me aan, keek de hele tijd naar me. In de ogen van dieren zie je soms hele wereldjes weerspiegeld. Gjolt is niet piepjong, maar hij leert nog steeds dingen. Sinds kort kan hij lemen: dan trekt hij zijn bovenlip op en lijkt het alsof hij lacht.
Toen ik thuiskwam, zat onze kat, de ragdoll Yentle, me ook al wijs aan te kijken. Binnen is het beter bij regenachtig weer, leek ze te zeggen.