1.2 de uitdrukking ‘verbond’
15
HOOFDSTUK 1
Het verbond in het Oude Testament Ds. J.M.D. de Heer 1.1 Inleiding ‘Heeft God nog een bijzonder bestuur omtrent de mens? Ja; die regeert God verbondsgewijze’. In de achterliggende eeuwen hebben vele duizenden catechisanten dit antwoord uit het vragenboekje van A. Hellenbroek (1658-1731) uit het hoofd geleerd.1 Met dit antwoord hebben ze een fundamentele zaak uitgesproken, die niet alleen in de geloofsleer, maar ook in het geloofsleven van Gods kinderen een wezenlijke plaats heeft.2 In dit hoofdstuk gaat het over het Bijbelse begrip ‘verbond’. We bezien kort de centrale plaats van dit begrip in het Oude Testament en staan stil bij de betekenis van het Hebreeuwse woord voor verbond. Vervolgens gaan we in op verbonden tussen mensen en bezien dan vooral de openbaring van het verbond door God. Het valt op dat het verbond samenhangt met allerlei andere kernwoorden uit het Oude Testament, zoals: zaad, offer, land, bloed, koningschap en wet. Deze kernwoorden komen apart aan de orde.
1.2 De uitdrukking ‘verbond’ In de Bijbel neemt het verbond een grote plaats in. Het Hebreeuwse woord voor verbond komt 287 keer voor in het Oude
1. Hellenbroek, Voorbeeld der Goddelijke waarheden, 35 (hoofdstuk 7, vraag 1). 2. Zie bijvoorbeeld T. Butuijn-Melis, Doch Hij zal verschijnen tot ulieder vreugde, Barneveld 20083, 21: ‘De Heere heeft betoond dat Hij verbondsgewijze met de zondaar handelt. Het was altijd langs de weg van het verbond, dat Hij mij verder heeft willen leiden. Alle weldaden zijn vloeiende uit dat verbond’. Thona ButuijnMelis verwijst daarbij uitdrukkelijk naar het vragenboekje van Hellenbroek dat ze toen mocht verstaan.
Verbond heeft grote plaats in Bijbel