het gebed
Hoofdstuk 25
Het gebed 1. Inleiding [I] Het erkennen van al Gods deugden en het beoefenen van onze godsdienstige plichten komen samen in het gebed. Wie beseft dat God volmaakt is en dat wij Hem moeten dienen, gaat onvermijdelijk bidden! Het gebed is een heilige plicht voor een christen, die niet alleen noodzakelijk en zegenrijk is, maar er ook voor zorgt dat we toenemen in heiligheid. Goed beschouwd bestaat het dienen van God in niets anders dan bidden; ook wel genoemd: het aanroepen van Gods Naam: ‘Toen begon men de Naam des Heeren aan te roepen’ (Gen. 4:26).
2. Bijbelse termen voor het gebed [II] Omdat een mens onder het bidden vele verschillende gemoedsgesteldheden kan hebben, krijgt het gebed in de Bijbel ook verschillende benamingen: tefilla, ‘gebed’ (Ps. 4:2); techinna, ‘smeking’ (Ps. 6:10); sjiach, ‘geklag’ (Ps. 64:2); tsekacha, ‘geroep, gekrijt, geschreeuw’ (Ps. 9:13); dièsis, ‘gebed’ (Jak. 5:16) of ‘smeking’ (1 Tim. 2:1); hiketèria, ‘smeking’ (Hebr. 5:7); enteuksis, ‘gebed’ (1 Tim. 4:5); euchè, ‘gebed’ (Jak. 5:15); proseuchè, ‘gebed’ (Kol. 4:2), proskunein, ‘aanbidden’ (Matth. 4:10).
3. Soorten gebeden [III] De wijze en de tijd waarop we bidden, alsook de zaak waarvoor we bidden, kan verschillend zijn. We kunnen dan ook verschillende soorten van gebeden onderscheiden: 1. Aanbidden Hierbij hebben we een diepe indruk van Gods deugden; we buigen ons daarom met de grootste eerbied voor Hem neer en geven Hem eer en heerlijkheid. Dit kan zowel gebeuren zonder woorden – dus met alleen inwendige zielsuitingen – als door hardop Gods lof te bezingen: ‘Ik zal uitspreken de heerlijkheid der eer Uwer majesteit, en Uw wonderlijke daden’ (Ps. 145:5). Dit is ook wat de engelen doen ten aanzien van Christus, zoals de apostel schrijft: ‘Dat alle engelen Gods Hem aanbidden’ (Hebr. 1:6). 11